7 minute read

“Wc-papier noemen wij het witte goud”

tekst/Coen van Everdingen beeld/Marleen Kuipers

VANAVOND GAAN WE MEE MET STREET LEVEL IN DEN HAAG.

IN EEN SPECIALE BUS RIJDEN VELDWERKERS VAN HET LEGER

DES HEILS DOOR DE STAD, OM DAK- EN THUISLOZE MENSEN eb je het al gehoord van Jan? Hij wil misschien toch naar binnen.”

TE VOORZIEN VAN DE BROODNODIGE SPULLEN.

“Echt? Dat zou wel mooi zijn.”

“En Ivan heeft een nieuw slaapie, dus ik weet niet of we hem vanavond nog zien.”

“We gaan wel even kijken, misschien is hij er wel.”

Niels en Mischa eten nog even een broodje, voor ze straks de straat op gaan. Maar hun werk is al begonnen. Ze bespreken een aantal bekende dak- en thuisloze mensen, die ze vanavond weer zullen bezoeken. De twee veldwerkers hebben een eigen taal, gekenmerkt door termen van de straat. Als iemand ‘binnen’ is, betekent dat meestal dat iemand in de opvang verblijft. Een ‘slaapie’ is de plek waar iemand vaak de nacht doorbrengt op straat.

De mannen hebben de bus vanmiddag al ingeladen, dus na het eten kunnen ze direct instappen. Geroutineerd lopen de twee jonge veldwerkers naar de bus. Nog even een laatste check. Mischa: “We hebben van alles bij ons. Uiteraard hebben we koffie. Maar ook tandenborstels, douchegel, wcpapier en maandverband. Vooral wc-papier gaat hard. Het wordt wel het witte goud genoemd. Logisch, want wat moet je, als je nergens naar de wc kunt?” Niels kruipt achter het stuur en manoeuvreert de grote bus behendig door de smalle straten, over fietspaden en de stoep. “Je mag natuurlijk eigenlijk niet zomaar een park inrijden, maar voor ons wordt een uitzondering gemaakt.”

Warm Bad

Niels doet dit werk graag. Hoewel de mensen die ze bezoeken vaak kampen met meerdere problemen, van verslaving tot psychiatrische problematiek, voelt hij zich op zijn gemak tussen hen. “Het voelt als een warm bad. We kennen de meesten, zij kennen ons. We kennen hun namen en verledens, waar ze nu staan en wat ze nog willen. Dit zijn mooie avonden.”

In het parkje, op een steenworp afstand van de Tweede Kamer, staat een gemêleerd gezelschap van zo’n veertig mensen te wachten. De maan staat hoog aan de heldere hemel en de temperatuur is gedaald tot aan het vriespunt. Zodra Mischa en Niels de bus uitstappen, komt de groep in beweging. “Hé man, goed je te zien!” Mischa geeft een boks aan een man die diep is weggedoken in zijn veel te grote jas. “Ha Amir, alles goed?” Een grote man met een versleten leren jack knikt Niels bevestigend toe. De twee gooien snel de deuren van de bus open en zetten twee plastic opklaptafels neer.

Iedereen wil iets hebben uit de bus. Snel en zorgvuldig deelt Niels scheermesjes, zeep en toiletrollen uit. Hij heeft oog voor iedereen. Als een Engelssprekende jonge vrouw hem duidelijk maakt dat ze ‘lady things’ nodig heeft, nodigt Niels haar uit om zelf te pakken wat ze nodig heeft. “Zoiets kunnen de vrouwen beschamend vinden. Dat hoeft natuurlijk niet, maar ik snap het. Vraag als jonge vrouw maar eens aan een onbekende man, tussen allemaal andere mannen, om tampons. Daarom laat ik het ze zelf pakken, dan hoeft het niet allemaal over de tafel heen.”

Casanova

Ondertussen staat Mischa in de bus kleding uit te delen. Broeken, sokken, een tas om alles in mee te nemen, het ligt allemaal voor het grijpen. Een van de vaste bezoekers, Julio, is bij Mischa achter in de bus gaan zitten. Mischa: “We maken vaak even een praatje. Julio is een echte casanova, hij ziet er altijd keurig uit en heeft genoeg te vertellen. Je zou bijna vergeten dat hij al twintig jaar op straat leeft en veel drugs gebruikt.” Als er iemand anders vraagt om een paar sokken, trekt Mischa weer een la open. Hij haalt een paar dikke sokken tevoorschijn en geeft ze aan de man. “Waar slaap je vanavond?” Terwijl de man de sokken in zijn jaszak stopt, mompelt hij

“Danny, ben je thuis?” De twee veldwerkers lopen met hun zaklamp voorzichtig richting een aantal gespannen zeilen.

“Ben je wakker Danny?”

Streamer

Streamer Streamer

Streamer iets over een park. “Je kunt terecht bij de winteropvang, hè!”, zegt Mischa. “Aan de Sportlaan,” voegt hij er aan toe. De man knikt en loopt weer weg, ietwat wankelend.

Groep

De groep dak- en thuisloze mensen kent niet alleen Niels en Mischa, ze kennen ook elkaar. Ze komen elkaar tegen op straat, bij de Street Level-bus of in de nachtopvang. Niels: “Soms helpen ze elkaar ook. Aan een slaapplek, of aan eten. Maar ze kunnen de volgende ochtend net zo makkelijk van elkaar stelen. Ze vormen een groep, en tegelijkertijd is er ook veel eenzaamheid.”

Twee mannen zijn druk bezig om een zojuist gekregen slaapzak in een rugzak te proppen. Terwijl de een de slaapzak zo klein mogelijk maakt, probeert de ander de tas eromheen te krijgen.

“Deze slaapzak is gigantisch! Ik weet niet of hij gaat passen.”

“Hij is echt groot ja. We passen er wel samen in, haha.”

Kort kijken de twee mannen elkaar aan.

“Nee, nee, nee! Ik dacht het niet!”

Uiteindelijk slagen de heren erin de tas om hun slaapzak te vouwen. Tevreden kijken ze naar het resultaat. Teamwork is ze niet vreemd.

“Nou jongens, we gaan afsluiten.” Mischa begint met het dichtklappen van de tafels. Op de grond liggen tientallen zakjes van suiker en koffiecreamer. Alles wordt netjes opgeruimd terwijl de laatste mensen nog even snel iets vragen. “Tot volgende week jongens.” Een groot deel van de groep is alweer weggelopen en zit enkele tientallen meters verderop, op een bankje. Terwijl Niels en Mischa de bus instappen, komt Julio nog even teruggelopen. “Hebben jullie nog iets over voor een dakloze?!” Hij spreidt zijn armen en kijkt de veldwerkers smekend aan, met een grote grijns op zijn gezicht. “Alles is op Julio, wegwezen!” Julio begint hard te lachen en Niels en Mischa wisselen een blik van verstandhouding. “Hij heeft in ieder geval wel humor.”

Thuis

De avond zit er nog niet op. Het is tijd om langs te gaan bij een aantal dakloze mensen die buiten slapen. Terwijl de nacht steeds kouder wordt, liggen door de stad verspreid mensen in zelfgemaakte tentjes. Soms worden ze warm gehouden door een gevonden of gekregen deken, soms door alcohol of andere middelen.

“Zou Danny thuis zijn?”

“Laten we even kijken, meestal wel.”

Het ‘thuis’ van Danny is een stukje grond, tussen een groot gebouw en een doorgaande weg, beschut door wat struikgewas. Hier geen huisnummer of deurbel, maar een gekanteld fietsenrek met een kleine uitsparing waar een mens - gebukt - precies doorheen kan. “Danny, ben je thuis?” De twee veldwerkers lopen met hun zaklamp voorzichtig richting een aantal gespannen zeilen. “Ben je wakker

Danny?” Discreet trekt Niels het zeil iets opzij. “Hij ligt lekker te slapen. Dat is meestal als hij gedronken heeft.”

Hoewel de veldwerkers in dit geval geen concrete actie ondernemen, is het toch van belang dat ze in de gaten houden waar iedereen verblijft, legt Mischa uit. “Dan kunnen we ze ook makkelijk vinden als er iets is.”

Geniaal

De laatste stop van de avond is bij Jan. “Die lust vaak nog wel een bakkie.” Mischa: “Hij is geniaal. Zo slim. Misschien zelfs te slim.” Niels: “De afgelopen maanden ben ik veel bij hem langs geweest. Soms slaapt hij hele nachten niet en denkt hij alleen maar na. Diepzinnige gedachten, echte hersenkrakers. Je kunt goed met hem praten, hij is echt niet gek. Maar wel verslaafd aan methadon en cocaïne, en al lang dakloos.”

Niels parkeert de bus. Gewapend met hun zaklampen gaan de mannen op pad. Op een braakliggend bouwterrein, ergens aan de rand van het centrum, staat een tentje. Ernaast staat een overvolle winkelwagen, volgeladen met spullen.

“Goedenavond Jan, ben je thuis?” Er klinkt wat gemompel vanuit de tent en plots wordt de rits opengetrokken. Een grijze bos krullen komt aarzelend uit de tent tevoorschijn. “We hebben koffie voor je meegenomen, wil je dat nog?” Jan gaat in de opening van zijn tent zitten. “Dankjewel, lekker. Dat gaat er altijd in.” De twee veldwerkers pakken een emmer om op te zitten. “Hoe gaat het met je? Het is koud hè?”

Voorzichtig neemt Jan een slok van zijn koffie. “Valt mee hoor! Gaat nog goed zo.” Terwijl de veldwerkers dieper wegduiken in hun jassen en schuilen voor de koude wind, drinkt Jan rustig verder, de mouwen van z’n overhemd opgestroopt.

“Ben je nog wat aan het lezen?”

“Nee, ik heb geen boeken meer.”

“Zal ik volgende keer een boek voor je meenemen? Welk genre vind je leuk?”

“Maakt me niet zoveel uit. Geschiedenis is altijd goed.”

“Doen we! Ik zoek thuis iets op en neem wat mee.”

“Dankjewel.”

Na een tijdje staan de mannen op. Tijd om naar huis te gaan.

“Tot de volgende keer, Jan. Fijne avond nog.” Terwijl ze met hun zaklampen de ruige grond – de ‘achtertuin’ van Jan – verlichten, verdwijnt achter hen de bos grijze krullen weer in de tent. De rits gaat dicht, de deur op slot. Bedtijd.

Wat is veldwerk?

Het Leger des Heils zoekt mensen die dak- of thuisloos zijn actief op. Dit noemen we veldwerk. We proberen de mensen die op straat leven en zorg mijden te vinden en bieden hun praktische hulp. Zo slaan we een brug naar de verdere hulpverlening, die deze mensen vaak niet in beeld heeft.

We doen dit door in grote steden op pad te gaan met een Soepbus of -fiets. Op vaste dagen en tijden delen we een warme maaltijd uit aan mensen op straat. Ook gaan we actief op zoek naar buitenslapers. We zoeken onder bruggen, in parken en op plekken waarvan we weten dat er dakloze mensen verblijven. Zo zien we direct hoe de situatie van deze mensen eruitziet en wat we eventueel kunnen betekenen.

In Den Haag is er een nieuw concept bedacht: Street Level. Hier delen we geen maaltijden uit, maar praktische spullen, zoals tandenborstels en wc-papier. Daarnaast proberen we een vertrouwensband op te bouwen met de mensen op straat. Het doel is om mensen verder te helpen vanuit de situatie waar ze in zitten en hen toe te leiden naar zorg. Street Level richt zich ook op het verbeteren van de situatie van dak- of thuisloze mensen.

Ook in steden als Rotterdam betekent het veldwerk van het Leger des Heils veel meer dan buitenslapers zoeken en eten of spullen uitdelen. Veldwerk is hier vooral een spin in het web van verschillende organisaties, instanties en de gemeente. Dit vereist gespecialiseerde medewerkers die creatief zijn in het zoeken naar oplossingen voor mensen in complexe situaties.

Scan de QR-code om meer te lezen over het veldwerk van het Leger des Heils.

This article is from: