Strijdkreet #11

Page 1

Magazine van het Leger des Heils Jaargang 129 nr. 11

Eerlijk met je eten


redactie

nr. 11

Hoofdredactie Menno de Boer

Eindredactie

Suzanne Janse

Redactie | redactie@legerdesheils.nl Jurjen Sietsema Willemijn de Jong Nathan Sudmeier Marko Mellema

Vormgeving

Nathan Sudmeier Daniëlle de Bruijn

Traffic

Arnoud van Roosmalen

Cover

Wendy Bos

reageren & abonnementen LEGER DES HEILS T.A.V. REDACTIE POSTBUS 3006, 1300 EH, ALMERE Redactie | redactie@legerdesheils.nl Abonnement | www.legerdesheils.nl

druk

Senefelder Misset BV Mercuriusstraat 35 7006 RK Doetinchem

strijdkreet

MAGAZINE VAN HET LEGER DES HEILS Stichter | William Booth Internationaal leider | Generaal André Cox Leider Nederland | Commissioner Hans van Vliet www.legerdesheils.nl | info@legerdesheils.nl © Leger des Heils 2016 Het Leger des Heils is een internationale beweging en behoort tot de universele christelijke kerk. Zijn boodschap is gebaseerd op de Bijbel. Zijn dienstverlening wordt gestimuleerd door de liefde tot God. Zijn opdracht is het Evangelie van Jezus Christus te prediken en in Zijn naam menselijke nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie.

4

Joëlle runt een duurzaam boerderij

10

Honger!

12

Rust in je hoofd met je handen in de aarde

16

Eten draait vooral om ontmoeting

19

Recept: pompoentaart op z’n Bijbels

21

Lief doen met je eten: inspirerende initiatieven


Als je het schattige biggetje voor op deze Strijdkreet ziet, denk je misschien niet meteen aan de gehaktbal van vanavond. Maar om vlees te kunnen eten, moeten boeren vee houden. En voor verse groentes hebben we tuinderijen en kwekerijen nodig. De Bijbel zegt dat we goed moeten zorgen voor de aarde en dus ook voor alle dieren. Gelukkig is er tegenwoordig steeds meer aandacht voor voedsel. Verantwoord, duurzaam, biologisch en fair trade; dat willen we terugzien in ons dagelijks menu. En we zijn steeds vaker bereid om voor eerlijk voedsel ook een eerlijke prijs te betalen. Verantwoord voedsel op je bord. Dat smaakt naar meer!


Duurzaam boeren voor een eerlijk stukje vlees Tekst Willemijn de Jong Beeld Margriet Alblas

J

oëlle en haar man Dirco runnen boerderij Lindenhoff, met zo’n 450 dieren. Ook horen er een zorgboerderij, moestuin, winkel en groothandel bij haar onderneming – maar Joëlle is vooral boerin. Waarom vindt zij het zo belangrijk om goed voor haar dieren te zorgen? En: heeft dat iets te maken met haar geloof in God?

4 | strijdkreet


strijdkreet | 5


Hoe kom je aan deze boerderij? “De ouders van Dirco, mijn man, vroegen hem om de boerderij over te nemen. Hij had tot zijn vijfentwintigste om te beslissen of hij dat deed. Dirco wilde wel, maar alleen als ik ook boerin wilde worden. Ik was net afgestudeerd in de Onderwijskunde, maar het leek me erg leuk. Eigenlijk ben ik er vrij naïef ingestapt. Ik heb gewoon ‘nou, oke’ gezegd. Ik wist niks van het boerenbedrijf. Maar de vader van Dirco is ook pas na vijfendertig jaar in het bedrijfsleven boer geworden. Hij begon Lindenhoff omdat hij tijdens zijn zakendiners vond dat het ontbrak aan kwaliteitsvlees. Toen dacht hij: ik word boer en ga vlees met garantie verkopen. Die garantie betekent dan dat de mensen die vlees van zijn boerderij aten, wisten dat er goed gezorgd was voor de dieren.”

Is het anders om een duurzaam bedrijf te hebben? “De vader van Dirco heeft altijd duurzaam geboerd. Dus er was geen omslag ofzo, toen wij het bedrijf overnamen. Dat heeft hij trouwens heel goed gedaan. Er was vroeger nog helemaal geen markt voor biologisch vlees. Hij heeft het heel langzaam en zorgvuldig opgebouwd en daar plukken wij nu de vruchten van. Want tegenwoordig vinden veel meer mensen het belangrijk dat de koe die ze eten een goed leven heeft gehad, en goede voeding heeft gekregen.” Vind jij dat zelf ook belangrijk? “Ik ben behoorlijk bewust opgevoed wat voeding betreft en ik heb het altijd heel normaal gevonden dat dat de norm was van onze boerderij. We weten niet beter. Toen ik samen met Dirco begon, vroeg ik me ook continu af: waarom doen we het eigenlijk zo en hoe kan het ook? Ik vind dat ik, nu we hier wonen, een duidelijke verantwoordelijkheid heb. Ik kies ervoor om vee te hebben; dat betekent dat ik verantwoordelijk ben voor de dieren en de kwaliteit van het vlees. Als je je erin verdiept, is het schrijnend om te zien hoeveel troep er in het eten zit dat we op onze borden krijgen. Mensen hebben eerlijke en voedzame voeding nodig.” Wat bedoel je met eerlijk? “Met eerlijk bedoel ik dat het eten dat je verkoopt, moet zijn wat je zegt dat het is. Het moet goed zijn voor mens, dier en milieu. Je mag het pas gezond noemen als je zéker weet dat het dat is. We proberen een tegenhanger te zijn voor al dat anonieme eten dat in de supermarkt ligt en voorzien is van allerlei vage keurmerken. Consumenten hebben geen idee. Als alles roept dat het gezond is, hoe weet je dat wat er echt klopt?”

6 | strijdkreet


strijdkreet | 7


Maar duurzaam is toch niet per se hetzelfde als gezond? “Goedkoper vlees is minder goed voor het menselijk lichaam en ook voor het milieu. Stel, een boer geeft zijn dieren slechte en goedkope voeding, dan groeit het beest wel heel snel en kost het hem minder geld, maar het vlees wordt waterig. Concreet: als je als consument een kilo-knaller koopt, kun je weten dat er minder goed voor de koe is gezorgd. Als je biologisch vlees koopt, waarbij de koe ook beter voer heeft gekregen, is er beter voor het dier gezorgd én zitten er meer voedingsstoffen in.” Hoe probeer jij goed voor je beesten te zorgen? “Ik heb mooie dieren, ik ben trots op ze. Ze zijn zoals ze bedoeld zijn. Ik neem het dier als uitgangspunt. Dat is best wel eens lastig, want het moet ook rendabel zijn. Ik snap goed dat boeren hiermee worstelen. Maar wij kiezen er toch voor om geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen te gebruiken, geen soja in het voer te doen, goede voeding te geven, de dieren buiten te laten lopen 8 | strijdkreet

in de wei. Waarom geen soja? Dat komt veelal uit Zuid-Amerika, wat daar ontzettend grote gevolgen heeft voor de mensen en het milieu. Aan die ellende willen wij niet meedoen. Ik vind dat niet eerlijk. Er zijn wel grenzen hoor: de varkens zitten ook hier in een hok. Maar ik vind het idee dat wij onze dieren aanpassen aan wat voor ons werkt, verkeerd. We moeten onze manier aanpassen aan wat voor het dier werkt. We passen hier op de boerderij de omgeving dus zo veel mogelijk aan op wat het dier nodig heeft. Dus: het dier centraal. Dan doe je recht aan het voedselsysteem.” Heeft deze manier van denken met je geloof in God te maken? “Het is voor mij logisch dat je goed voor je beesten zorgt. Daarvoor heb je ze gekregen. Ik heb nooit bedacht dat dat rechtstreeks voortkomt uit mijn geloof, maar misschien is dat onbewust wel zo. Dat klinkt misschien heel christelijk, maar ik word ook alleen blij als we er op deze verantwoordelijke manier mee omgaan. Ik zie het zo: deze boerderij is op mijn pad gekomen, en nu doe


ik dat zo goed mogelijk. Ik heb wat te geven met wat ik heb gekregen.” Er werken ook cliënten van het Leger des Heils in jullie moestuin, toch? “Ja, zij staan onder begeleiding van een maatschappelijk werker. Dat is soms ook best pittig hoor, want werken met cliënten betekent ook dat niet alles zo efficiënt als mogelijk gaat. Maar dat hangt samen met goed willen zorgen voor je dieren en eerlijk zijn richting je consument; ook andere mensen mogen meedoen op onze boerderij. Ik merk bij boeren vaak dat ze niet weten wat hun consument van hun vlees denkt. Tegenwoordig zit er een hele keten tussen producent en consument. Dat is niet leuk voor de boer. Boeren zijn bovendien vaak gewend aan strenge contracten waarbij de supermarkten hele hoge eisen aan ze stellen, maar weinig geven. Ik vind dat boeren meer autonomie moeten krijgen. Dat komt ook voort uit mijn geloof: ik ben geïnteresseerd in mensen en wil graag langdurige relaties aangaan. Ik wil vanuit vertrouwen samenwerken met andere mensen om me heen.” Waarom denk je dat mensen steeds meer biologisch vlees kopen? “Steeds meer mensen vinden gezond en duurzaam eten belangrijk. Maar eten wordt ook meer een sociale bezigheid. Vroeger ging je bij elkaar op de koffie, tegenwoordig ga je vaker bij elkaar eten. En daarbij beseffen veel meer mensen dat het niet raar is om gewoon te betalen voor wat iets waard is.”

strijdkreet | 9


10 | strijdkreet


Honger! Tekst Menno de Boer Beeld Daniëlle de Bruijn

We fietsten terug naar huis. Mijn vader en ik. Het was akelig koud, maar wij hadden daar geen last van. Wij hadden net geschaatst. Dertig kilometer! Dat was voor mij toen heel wat. “Weet je waar ik zin in heb?” vroeg mijn vader grijnzend. “In een bord boerenkool met worst!” Ik dacht even na over waar ik dan nu zin in had. “Ik niet. Ik wil wel een zelf gesneden witte boterham met pindakaas.” Nog altijd kan ik me dat moment herinneren. Fietsend op een fietspad ten zuiden van Dokkum en dan ineens zo’n enorme trek krijgen in een witte boterham met pindakaas. Als ik er nu aan denk, krijg ik er weer zin in. Wat kun je verlangen naar iets simpels als brood. En dan besef ik dat wij in een land leven, waar het kopen van een brood voor vrijwel niemand een probleem is… Een lege maag, een leeg leven Een fysiek verlangen naar voedsel als je honger hebt, is een heel natuurlijke reactie. Maar je kunt ook andere verlangens hebben. Daar waar je maag leeg kan zijn, kan ook je leven leeg zijn. Er kan een geestelijk verlangen zijn naar zingeving, geluk, naar meer… Jezus zegt in de Bijbel dat Hij het brood des levens is. In het evangelie van Johannes, staat in hoofdstuk 6 dat wie naar Jezus gaat en in Hem

gelooft, nooit meer honger zal lijden. Hier gaat het natuurlijk niet over ‘gewone’ honger, want ook iedereen die gelooft heeft nog altijd voedsel nodig. Het gaat hier over geestelijke honger. Verslavingen Geestelijke honger begint meestal met het gevoel dat er iets mist in je leven. Het stillen van die honger gebeurt soms door het aanschaffen van allerlei materiële zaken, zoals een mooi huis, een dikke auto, een dure pc, kleding, vakanties. Het risico dat dit doorslaat in ongezonde manieren van honger stillen is natuurlijk groot; je kunt gemakkelijk verslaafd raken aan macht, geld, seks, drugs of alcohol. Maar als je op zoek bent naar een doel in je leven, naar iets of iemand die je helpt als het moeilijk is en liefde geeft, dan ben jij degene waar Jezus zich op richt als Hij zegt: ‘Ik ben het brood des levens, iedereen die bij mij komt, zal nooit meer honger hebben. En wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’ Als je echt honger hebt naar meer in je leven, dan zegt Jezus: ‘Als jij bij mij komt en in mij gelooft, zul je geen honger meer hebben.’ Nooit meer! Je honger naar zingeving, geluk en een doel in je leven is volledig gestild. Niet voor een dag, of een week, maar voor altijd.

strijdkreet | 11


Rust in je hoofd met je handen in de aarde Tekst Willemijn de Jong beeld Wendy Bos

Als ik halverwege de ochtend bij de moestuin van het Leger in Amsterdam Noord aankom, zit Marianne in de kas een sigaartje te roken. Ze gebaart kalmpjes naar de kantine; misschien is er nog koffie. Marianne (50) werkt drie dagen in de week in de biologische groentetuin van 50|50 Green, een dagbestedingsproject van het Leger des Heils. Ook Johan (51) werkt daar. Henk is creatief therapeut en begeleidt hen. De mensen die in de moestuin werken, zijn (nog) niet in staat om een geschikte baan te vinden, en hebben vaak psychiatrische klachten. Wat is er nou leuk aan in de grond graaien? En waarom is dat zo goed voor deze mensen? Marianne, Johan en Henk leggen het me graag uit.

12 | strijdkreet


Marianne heeft een groene legerblouse over haar paarse shirt aan, daaronder een blauwe trainingsbroek en stevige werkschoenen. Een stoere vrouw, met tuingereedschap in haar borstzak. Ze loopt voor me uit de tuin in. “Moet je nou kijken, wat een prachtige kleuren! Ze wijst me op een struik met groene bladeren. “Zoveel verschillende tinten groen. Ik vind het heel mooi om daar naar te kijken.” Ik begin over haar paarse shirt. Wat een grappig patroon zit daarin, alsof het handgemaakt is. “Dat klopt ook! Zal ik je eens wat vertellen? Je rolt een oud lelijk wit shirt zo strak mogelijk op, touwtje erom en in de verf. Als je hem uithangt heb je een leuk patroontje. Kijk, dan heb ik een prachtig shirt wat ik nog jaren aankan.” Maar als ze aan het werk gaat, moet de groene blouse er wel overheen. Vijf jaar al komt Marianne in de tuin. Zeven jaar geleden kwam ze terug uit Amerika. “Via het instroomhuis kwam ik bij De Haven van het Leger des Heils. Ik woon nu in een eigen woning via het Leger. Maar wel ver bij deze tuin vandaan, daar baal ik enorm van. Zie je, ik moet hier makkelijk kunnen komen, want ik ben hier drie dagen in de week.” Marianne geniet van het bezig zijn, de kleuren in de tuin, en lekker buiten werken. Daarom is de moestuin heel belangrijk voor haar. Op de vraag wat ze zou zijn zonder de moestuin, blijft ze even stil. “Ja, dat is geen goed idee. Dan zou ik maar alleen thuis zitten. Je wilt toch wat doen en onder de mensen zijn. Ik wil buiten komen.” Een kleine krop Marianne moet vandaag schoffelen en snoeien. Ze wijst naar de gewassen en noemt ze bij naam. “Je kan soms wel even je eigen ding doen hier. En je leert van elkaar, dat is fijn. Het is niet dat Henk de baas is ofzo, ik ben niet bang voor hem. Als ik tussendoor effe een peukie doe, zegt hij juist ‘ik ben blij dat je even zit’.” Marianne wijst naar de pompoen. “Snij dat in stukken, doe het in de oven, bak het een beetje en doe het in een glas melk. Dat is heerlijk.” De palmkool ernaast is een variant op de boerenkool, leer ik. Volgens Marianne moet je die wokken. Ze gebruiken bio-korrels tegen slakken, maar het helpt niet altijd. Sommige palmkolen zijn alsnog aangevreten. We lopen langs de aardpeer, een soort zoete aardappel. Kent ze alle gewassen hier? “Ja, tuurlijk. Ik leg vaak uit aan mensen welke krop ze moeten hebben. En ik vraag even voor hoeveel mensen ze moeten koken. Als ze er geen hele week van willen eten, trek ik een kleine krop uit de grond. Ieder jaar veranderen we wel iets, dan blijft het ook leuk. De mensen die hier groenten komen kopen willen ook weleens iets anders proberen.” strijdkreet | 13


Een groepje paarse groenten staat in bloei. Dat staat mooi bij je shirt, zeg ik. Marianne glimt. “Ja, dit is een prachtige kleur. Moet je ook eens naar die boom kijken, die wordt helemaal rood deze herfst. Schitterend!” Hard werken Voor ik bij collega Johan langsga, die aan het einde van de tuin in de composthopen schept, wil Marianne dat ik haar begeleidster in het stuk zet. “Schrijf maar op dat Eugene Manhoef een topbegeleider is. Zij zet zich er echt voor in dat ik hier kan werken. Het is leuk als ze dat in het blad leest!” Ik beloof het op te schrijven en ze wijst me Johan aan. Johan vindt het prima om wat te vertellen. Maar hij is wel hard aan het werk, dus hij gaat onder het praten gewoon door. Want daar wordt op gelet, vertelt hij. “Ik heb al jaren ervaring in de tuinbouw. En ik hou van hard werken. Weet je, als je hard werkt, kom je ook verder. Dat zien 14 | strijdkreet

ze hier wel. Ik mag hier elke dag werken.” Johan vertelt dat hij het nodige heeft meegemaakt, het is vaak in zijn leven heel slecht met hem gegaan. “Maar het is goed voor mij om lekker bezig te zijn. Daar letten ze op, weet je.” En verder gaat hij weer met scheppen, want er ligt nog een hoop werk voor hem. Een fantastische maïskweker Het is inmiddels lunchtijd en de moestuinwerkers eten rustig hun boterham of roken een sigaret. Marianne begint aan een nieuwe sigaar. Henk is in de kantine. Het is duidelijk dat de werkers dol zijn op hem. “Dit zijn stuk voor stuk mensen met een licht verstandelijke beperking. Ze kampen met trauma’s en problemen, waarbij hulpverlening aan een bureau vaak niets oplost. Deze jongens moeten gewoon lekker iets te doen hebben wat hun leven invulling en zin geeft.” Hij loopt een stukje met me de tuin in, zet een bordje recht. Henk is


duidelijk in zijn element met deze tuin en deze mensen. “Als deze jongens (en soms ook meiden) hier komen, zit er in hun systeem dat ze niets kunnen. Want het zijn de meest zware gevallen hoor, die hier werken. Dat is ook wat bijvoorbeeld Johan dan tegen me zegt: ‘weet jij wel wat mijn problemen zijn’. Dan antwoord ik eerlijk: ‘Daar kan ik je niet mee helpen, jongen. Maar ik heb een tuin, je kunt míj wél helpen. Aan het begin voelen veel jongens zich te stoer voor zo’n tuin. Maar dat verandert langzaam. Het is belangrijk dat ze positieve aandacht krijgen. Je geeft ze respect voor wat ze wél kunnen. Een van de jongens hier was verantwoordelijk voor de maïs. Hij ging er helemaal in op. Maar vervolgens begon hij de maïs ook zelf te verkopen. Toen zei ik: ‘nee, dat kan niet. De tuin is van het Leger, dus het geld wat we ermee verdienen ook’. Hij stopte uiteindelijk met zelf maïs verkopen doordat ik begrip had voor hem; ik snapte dat de tuin voelde als van hemzelf. ‘Je bent een fantastische maïskweker’, zei ik. Dat was eigenlijk alles wat hij moest horen.” Verbinding De nadruk op wat deelnemers wél kunnen, in plaats van wat hen níet lukt, wordt bij het Leger des Heils ‘herstelgericht werken’ genoemd. Niet dat deze doelgroep heel eenvoudig een baan zal vinden, zegt Henk. “Maar dat hoeft ook niet. Je kunt iemands leven op een heel eenvoudige manier beter maken. Hier mogen ze leren. En de stoere jongens zeggen dan na een paar dagen in de tuin: ‘zeg, dat sla-plantje wordt opgegeten door rupsen, moeten we daar niet iets aan doen?’ Ze gaan om de tuin geven. Door de verbinding met wat ze verbouwen, krijgen ze ook weer verbinding met zichzelf. Dat klinkt wat zweverig misschien, maar dat is wel wat ik hier zie gebeuren. Je hoort bij een groep, je krijgt verantwoordelijkheid, en dan blijkt ook nog dat je best iets kunt. Zo’n tuin verzorgen betekent jezelf verzorgen. Ik vind het prachtig om daar getuige van te zijn.” strijdkreet | 15


16 | strijdkreet


Eten draait in de Bijbel om ontmoeting Tekst Gerteke Almekinders / de Tiktafel Beeld Henk Gaasbeek Ommen

“De Bijbelse koning Salomo is waarschijnlijk gek op dadels geweest, waardoor het bekendste dadelmerk in Israël nog altijd King Solomon Dates heet.” Kookdominee Han Wilmink schudt deze en andere weetjes zó uit zijn mouw. Een gesprek over voedsel en eten in de Bijbel. En wat kunnen we daar eigenlijk van leren in onze moderne tijd? Denk je dat het in de Bijbel alleen gaat over bidden of geloven, dan heb je het mis. Wilmink heeft het zelf uitgezocht: het gaat wel negenhonderd keer over voedsel en eten. Hij schreef er vijf boeken over, inclusief zelfontworpen recepten. Zijn passie voor koken met ingrediënten uit de tijd van de Bijbel – zo’n twee- tot vijfduizend jaar geleden in het Midden-Oosten – ontstond in een kookclub waardoor Wilmink een netwerk van kookliefhebbers opbouwde. “Zo was er een archeoloog uit Leiden”, vertelt hij, “die zei dat ik iets moest lezen over de oudste resten van kookboeken, of over voedsel uit Mesopotamië, het land waar de joodse stamvader Abraham vandaan kwam.” Het viel Wilmink op dat er zo weinig theologische boeken waren met informatie over voedsel in het oude Israël. “Terwijl die mensen zeven uur per dag bezig waren met eten! Groenten verzamelen, jagen, vuur maken, ovens bouwen, brood bakken – en dan nog het eten zelf.” Wilmink besloot om die informatie dan zelf maar te verzamelen en publiceren.

Vriend of vijand Voedsel en koken zijn hipper dan hip op Pinterest en Instagram, maar in de tijd van de Bijbel was voedsel ook een feest voor de smaakpapillen. Wat typeert de eetcultuur uit die tijd? “Voedsel was in de traditie van het jodendom een gave. Het resultaat van een wonderlijk samenspel van krachten, waar je als mens vaak geen invloed op had. Te veel regen of droogte – en je oogst was mislukt. Als het dan tóch op je bord lag, kreeg het iets heiligs. Het wonder van eten bracht de joden in verbinding met God. Daarnaast deelde je het altijd met elkaar. Een vijand maakte je tot vriend door hem een maaltijd aan te bieden. Daarom ging Jezus niet gewoon op de koffie bij een corrupte ambtenaar die hij terechtwees – nee, ze gingen echt uren met elkaar aan tafel. Eten draait om ontmoeting.” Vlammetje “Anno 2016 zijn we niet meer gewend om tijd te maken voor ons eten. En dat proef je ook. Iets dat zomaar in elkaar geknikkerd is – een paar pakjes erdoorheen, even schudden, vlammetje eronder en klaar – smaakt toch heel anders dan iets wat met zorg en aandacht is bereid. Juist de Bijbel geeft aan dat voedsel niet iets is om zomaar naar binnen te schransen. Gelukkig is er in Nederland steeds meer tijd en aandacht voor het genieten van goed voedsel.”

strijdkreet | 17


Peulvruchten Voedsel vertelt in de Bijbel ook altijd een verhaal. Wilmink geeft als voorbeeld: “De dadel is het bijbelse symbool voor rechtvaardigheid en de vijg symboliseert vrede en rust, net als de olijf.” Al snel volgen de bijbels-culinaire weetjes elkaar op: “Joden eten geen melk en vlees bij elkaar, want er staat in hun wetten: je zult het bokje niet bereiden in de melk van de moeder. Dit is vanuit de gedachte dat wat leven geeft – moedermelk – niet gebruikt mag worden bij het nemen van leven. Frappant, want hedendaags onderzoek laat zien dat het inderdaad minder gezond is om vlees met melk te combineren. En wist je dat al op de eerste pagina van de Bijbel een voedingsadvies te vinden is? ‘Het zaaddragende gewas en alle vruchten van de boom zullen jullie tot voedsel zijn.’ Dan gaat het bijvoorbeeld over peulvruchten: een fantastische vleesvervanger, met een hoog ijzergehalte, bomvol eiwitten, weinig vet en veel vezels. Mooi hè?” Wilmink vindt het een feest dat we inmiddels zoveel divers voedsel uit het Midden-Oosten tot onze beschikking hebben. “In mijn boek Bijbels Culinair moest ik nog schrijven: u haalt dit ingrediënt bij de Marokkaan op de hoek. Nu kun je alles in de supermarkt halen: rode linzen, aubergines, houmous – in vijf soorten in het koelvak.” Feestmaal Het mooiste stuk in de Bijbel over voeding vindt dominee Wilmink in Jesaja 25, een voorspelling over een toekomstig feestmaal voor alle volken. “Een prachtig beeld over saamhorigheid aan tafel. Alles wat nu nog scheiding maakt, zal dan niet meer bestaan. Geloof je daarin? Ik wel. Door anderen te zien als een mooi schepsel van God in plaats van als mijn vijand, bereid ik dat grote feestmaal alvast voor.”

18 | strijdkreet

Kookdominee Han Wilmink Han Wilmink is landelijk bekend als ‘kookdominee’. Hij is predikant van de Protestantse Kerk Nederland (PKN) in Ommen, voorheen op Texel, in Zuidlaren en in Zwolle. Hij schreef het best verkochte bijbelse kookboek in Nederland: Bijbels culinair (4e druk, ISBN 9789043514590, 256 blz., €25). Van zijn hand zijn ook Koken met Passie – recepten voor de tijd van Pasen, (2e druk, ISBN 9789043515801, 144 blz., €15,75) Aan tafel! Koken met groepen (nov. 2011, PKN uitgave) en De smaak van de Amish (ISBN 9789043521987, 192 blz., € 24,50).


Recept: pompoentaart (met geloof, hoop en liefde) Tekst Han Wilmink Beeld Henk Gaasbeek Ommen

Voor een bakvorm met een doorsnede van 2224 cm. Rusttijd voor het deeg: minstens 2 uur Als je weinig tijd hebt kun je ook kant en klaar korstdeeg of bladerdeeg gebruiken uit de supermarkt. Een taart volgens 1 KorintiĂŤrs: 13, zeg maar! Verdere benodigdheden: huishoudfolie, bakpapier en gedroogde erwten/ bonen als vulling bij het voorbakken van de bodem. Deegroller, bakblik, keukenmachine, kwastje. Wat extra boter voor invetten.

Deeg

strijdkreet | 19


• • • • • • • • • • • • • • •

300 gram bloem 150 gram koude boter in blokjes gesneden 1 tl zout 50 gram fijne kristalsuiker 150 ml koud water Voor een glanslaag over de symbolen: 1 losgeklopt ei met 2 el melk. 1 lt kaneel gemengd met 1/2 el kristalsuiker De pompoenvulling (maken tijdens de rusttijd voor het deeg) 750 gram vruchtvlees van een oranje pompoen in stukjes gesneden van ca 1 cm 3 eieren 125 gram (bruine) basterdsuiker 3 tl speculaaskruiden kleine tl zout 200 ml slagroom 2 el maïzena

Stapsgewijs ga je zo te werk: 1. Bereiding van het deeg: meng de bloem, de boter, het zout en de kristalsuiker in een kom met de deeghaak van een mixer of een houten lepel. Als het mengsel een wat zanderige textuur heeft gekregen voeg je het koude water toe en ga door met mengen totdat het deeg egaal is. Rol het deeg toteen bal en verpak het in folie en laat het minimaal twee uur rusten in de koelkast. Als je het deeg niet die rusttijd geeft, werken meel en boter niet goed op elkaar in en komt er tijdens het bakken boter vrij uit het deeg. 2. Kook voor de vulling de pompoenstukjes een paar minuten in een pan met een bodempje water. Giet het kookvocht af en schep de pompoen in een keukenmachine en draai er een mooie puree van. Laat de puree afkoelen. 3. Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol voor de bodem het deeg uit op een met bloem bestoven

20 | strijdkreet

werkvlak. Bekleed de vorm ermee en zet nog een halfuurtje in de koelkast. 4. Gebruik een restje deeg voor de christelijke symbolen geloof, hoop en liefde die de taart zullen sieren. Rol het deeg uit tot een plak en snijd hier een kruis, anker en hart uit. Bestrijk die voor een glanslaag met het mengsel van ei en melk. Strooi de suiker met de kaneel erover en bak de figuren in ca. 6 minuten goudbruin op een stuk bakpapier in de oven. Laat ze buiten de oven afkoelen. 5. Haal het bakblik uit de koelkast. Leg bakpapier op het deeg en vul de vorm met ongeveer 500 gram gedroogde bonen. Schuif dit onder in de oven en bak dit 10-15 minuten tot de bodem lichtbruin kleurt. Verwijder het bakpapier met de bonen (bewaar voor een volgende keer!). Laat de bodem buiten de oven afkoelen (bakblik niet verwijderen!) 6. De eieren schuimig kloppen met de basterdsuiker. Speculaaskruiden, zout en een paar el pompoenpuree toevoegen. Voeg toe aan de rest van de puree. Klop de maïzena door een paar el van de slagroom zodat er geen klontjes ontstaan. Roer tenslotte de puree, het slagroom/maïzena mengsel en de rest van de room goed door elkaar. Giet dit mengsel in de taartbodemvorm. 7. Bak de taart in de oven op 200 graden 20 minuten. Verlaag de oventemperatuur tot 175 graden en bak nog circa 40 minuten. Controleer met een satéprikker of de vulling droog is. Leg de figuren op de taart en laat eerder afkoelen. Lauwwarm vind ik de taart het lekkerst smaken. Serveer met stijfgeklopte slagroom.

Uit: Bijbels Culinair (door Han Wilmink)


Lief doen met je eten Tekst Willemijn de Jong

Eten moeten we allemaal. Van lekker eten houdt ook bijna iedereen. Lief zijn voor je naaste kan gemakkelijk met eten. Door het uit te delen, cadeau te geven, of door iets te doen tegen voedselverspilling. Strijdkreet zet een paar ideeën op een rijtje.

Uitgestelde koffie

In steeds meer café’s in Nederland kun je ‘uitgestelde koffie’ bestellen. Naast het bakje koffie voor jezelf, betaal je een koffie die later door het café cadeau wordt gedaan aan iemand die het zelf niet kan betalen. Je weet dus vooraf niet precies voor wie je bestelt. Het hoeft niet per se koffie te zijn; je kunt ook een uitgestelde boterham bestellen, of in sommige gevallen zelfs een complete maaltijd. Deze traditie is begonnen in Napels (Italië), maar verspreidt zich razendsnel over de wereld. Je kunt checken welk café in jouw buurt meedoet aan dit initiatief op uitgesteldekoffie. nl/bedrijven.html.

Chocolaatjes per post

Een verdrietige vriend of een zieke moeder? Stuur gewoon eens wat lekkers per post! Dat kun je natuurlijk zelf per pakketpost doen, maar het kan ook via doosjechocolade.nl met lekkere bonbons en een kaartje. Wil je graag eerlijk geproduceerde chocolade versturen, maak dan een gepersonaliseerde chocoladereep via yoursurprise.nl. Een heerlijke verrassing!

Soep van het Leger

Zoals je vast wel weet, deelt het Leger des Heils al zo’n 125 jaar soep uit aan dak- en thuislozen. Tegenwoordig gaat dat bijvoorbeeld met de soepbus. Maar de mensen die re-integreren bij het Leger des Heils kunnen tijdens hun koksopleiding ook zélf heerlijke soepen maken. Benieuwd naar de recepten van onze cliënten? Download gratis de soep-app ‘Veel Soeps’ met heerlijke recepten van cliënten én Nederlandse topkoks in de App Store of Google Play. Als je soepje goed heeft gesmaakt, kun je als je wilt ook doneren via de app.

strijdkreet | 21


Uit eten in Amsterdam

GEEF Café is een ‘pay as you can’-restaurant. Dit betekent dat er bij GEEF Café lekkere, gezonde maaltijden worden geserveerd zonder dat er prijzen op het menu staan. Jij bepaalt zelf wat je betaalt. Heb je iets meer te geven? Geef dan een kopje koffie of een maaltijd door aan iemand die het minder heeft. En natuurlijk ben je ook welkom om als vrijwilliger mee te helpen in het restaurant. Lees meer op de geefcafe.nl.

Juist wat liefde nodig? Zit je elke dag alleen aan de warme maaltijd? Moet je je ertoe zetten om elke dag weer een volledige maaltijd voor jezelf te koken en is de magnetron je grootste vriend? Schuif dan eens aan bij een van de vele maaltijdprojecten van het Leger des Heils. We zien je heel graag komen! Welk korps van het Leger zit in jouw buurt? Zeist | Gouda | Den Helder | Eemland | Urk | Emmeloord | Kampen | Hilversum | Alkmaar | Kennemerland | Apeldoorn | Rotterdam Oost | Amsterdam West | Hoogeveen | Vlaardingen Kijk voor meer informatie op www.legerdesheils. nl/maaltijd

22 | strijdkreet

Eten van vluchtelingen

De afgelopen tijd arriveerden veel nieuwkomers in Nederland, onder meer uit Syrië. Mensen net als wij: met talenten, dromen en ambities. Stichting Gys startte met Syr een onderneming waarin deze mensen hun talenten kunnen benutten en ontwikkelen, zich thuis gaan voelen in Utrecht en meedoen in de Nederlandse maatschappij. In het restaurant werken vluchtelingen of mensen met een vluchtelingenachtergrond samen met Nederlandse collega’s. Terwijl bezoekers genieten van heerlijke Syrische gerechten met een Europese twist ontstaat er een band tussen de verschillende culturen. In de buurt van Utrecht? Kijk op restaurantsyr.nl of er nog plek is voor je.


Koop een koe

Dezelfde prijs als in de supermarkt, maar er is goed gezorgd voor deze koe, en niets van de koe wordt verspild. Via koopeenkoe.nl kun je bijvoorbeeld van de boerderij van Joëlle (zie het interview op pagina 4) zelf kiezen welk deel van de koe je wilt kopen, en kun je zelfs een foto krijgen van de koe die jij koopt. De koe wordt pas geslacht als al zijn vlees is gekocht. Met een ‘koepon’ kun je ook een (stuk) koe cadeau geven aan iemand anders!

Koop een bok

Geitenvlees en -kaas vinden we heel lekker, maar bokkenvlees wordt bijna niet gegeten in Nederland. Terwijl bokkenvlees erg lekker is! Mannetjesgeiten worden direct na de geboorte geslacht en geëxporteerd naar het buitenland. Jammer van zo’n lief bokje en zonde van het milieu, dacht boerin Lydia, die via de Bokkenbunker bokjes een mooi leven geeft. Je kunt het bokkenvlees via haar website bestellen, waar ze precies uitlegt waarom.

Eten tegen verspilling

In de grote steden in Nederland zijn restaurants die koken met de ‘resten van de oogst’. Zo gaan de restaurants voedselverspilling tegen. Wil jij ook wel een verrassing op je bord van eten dat anders werd weggegooid? Ga eens uit eten bij een Instockrestaurant. Kijk op instock.nl om te zien waar ze zitten.

strijdkreet | 23


‘Het brood van God is zijn Zoon Jezus, Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft.’ Uit de Bijbel, Johannes 6 vers 33

doen wat we geloven


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.