4 minute read

Annet en Ronald raakten na elkaar in crisis

Annet (61) en Ronald (62) hebben twee volwassen zoons en een kleindochter. Volgend jaar zijn ze veertig jaar getrouwd. Ze raakten kort na elkaar in een crisis.

Déjà vu Annet: ‘Ik was op zussenweekend met mijn vier zussen. Ik had me er op verheugd want zo vaak komt het niet voor dat we met zijn allen samen zijn. Maar het ging helemaal verkeerd. Ik wilde dat iedereen het gezellig had en liep constant te redderen. Het leek of ik terugging in de tijd, als in een déjà vu. Net als vroeger zat ik weer in de rol van verzorgende. Twee van mijn zusjes hadden in hun jeugd gezondheidsproblemen. Ik was in het gezin niet de oudste, niet de jongste en niet ziek. ‘Niet zeuren’ is me met de paplepel ingegoten. Ik ging naar dezelfde school als mijn zusje. Niet voor mezelf, maar om op haar te kunnen passen. Het draaide nooit om mij, maar om de ander. Tijdens het zussenweekend kwamen die herinneringen in alle hevigheid terug. Ik raakte compleet in de war en belde mijn man Ronald: ‘je moet me nú komen halen.’ Hij kwam en zag direct dat het niet goed ging. Ik was in paniek, stond met mijn slaapzak onder de arm op straat. Ik kon niets meer.’

Oprechte interesse De huisarts zag dat het ernst was en zei tegen Ronald dat hij Annet niet alleen moest laten. Hij verwees haar naar de crisisdienst. Annet: ‘Bij de crisisdienst kreeg ik hulp van sociaal psychiatrisch verpleegkundige Janet. Ze reageerde menselijk en adequaat. Ze zei: ‘We beginnen gelijk, de brandweer wacht ook niet met blussen.’ Ze was oprecht geïnteresseerd en straalde in alles uit: ‘Ik zit hier voor jou’. Ik voelde me een sukkel dat dit me was overkomen maar Janet liet merken dat ze respect voor me had. Dat ze begreep dat het me teveel was geworden. De eerste maand zat ik alleen maar op de bank. Ronald zorgde voor me en deed het huishouden. De jongens kwamen thuis.’Ik hoef niks he?’ vroeg ik telkens angstig. Ik had nooit geleerd om nee te zeggen.’ Ronald: ‘Het was heftig om haar zo te zien. Ik deed altijd automatisch een beroep op haar. Nu vroeg ik haar wat ik moest doen.’

Annet: ‘Langzamerhand kreeg ik door de gesprekken met Janet inzicht in hoe het zover had kunnen komen. Dat het bijvoorbeeld heel belangrijk voor mij is om een goede moeder te zijn. Mijn zoon was na een relatiebreuk weer thuis komen wonen. Ik wilde er voor hem zijn, ook omdat ik dat zelf vroeger heb gemist. Ik zei tegen mijn zoon: Ik wil een moeder uit duizenden zijn. Hij antwoordde: maar mama, dat ben je allang.’ Janet zei: je hebt al die jaren een topprestatie geleverd. Ze draaide het om: je mag er zijn, het is juist heel lang goed gegaan. Ik kreeg erkenning. Ook dat het niet niks is wat er in mijn jeugd gebeurd is.’ Ronald valt bij: ‘ik zeg die dingen ook tegen Annet, maar we zijn al zolang samen, ik ben onderdeel van de geschiedenis. Ik ben té dichtbij. Janet was de objectieve buitenstaander die mijn vrouw nodig had.’

Opnieuw crisis Afgelopen zomer draaiden de rollen om. Ronald werd steeds prikkelbaarder. De vakantie werd vanwege corona afgezegd. Ronald ontwikkelde angst voor het onzichtbare virus en had het gevoel nergens veilig te zijn. De situatie werd onhoudbaar en Annet belde de huisarts. Opnieuw kwamen ze bij de crisisdienst terecht. Ronald: ‘Annet nam mij nu bij de hand, zoals ik haar bij de hand had genomen.’ Annet: ‘Ik was bang dat we bij de crisisdienst iemand zouden treffen die niet zou passen. Wij zijn mensen die een kordaat type nodig hebben, geen zalvende praatjes. Janet had ervoor gezorgd dat we terecht konden bij Jona. Ik zag meteen toen ze aankwam lopen dat het goed zat.’ Ronald: ‘Ik ben niet gewend om te praten, om te zeggen wat ik vind. Jona stelde precies de goede vragen en ze vroeg dóór. Ze confronteerde me met antwoorden die niet klopten met wat ik eerder had beweerd. Dat dwong me om echt na te denken over mezelf en me open te stellen. Ik kom uit een gereformeerd milieu. Bij ons thuis was het niet belangrijk wat je er zelf van vond. Het was vooral belangrijk wat ‘men er van dacht’. Assertief zijn stond gelijk aan een grote mond. Van mij werd verwacht dat ik de zaak van mijn vader zou overnemen. Als kind hielp ik hem al met het werk. Ik heb daardoor maar weinig kind kunnen zijn. De vraag: ’wat wil ik zelf?’ kwam nooit aan de orde.’

Spiraal omhoog Na een aantal gesprekken bij de crisisdienst gaat Ronald over naar de Basis GGZ. Ronald: ‘In principe heb ik nu een gesprek over twee maanden maar ik kan eerder komen als dat nodig is. Door de hulp die we hebben gekregen is de spiraal voor Annet en mij weer de andere kant op gaan draaien, omhoog in plaats van naar beneden. Annet: ‘De oude patronen zijn doorbroken. We kunnen weer lachen, dat had ik zo gemist. We gaan er echt weer samen voor. Laatst kreeg ik een briefje van Ronald: ‘je bent het leukste als je jezelf bent’. Bij het afscheid bedankte ik Janet voor alles wat ze gedaan had. ‘Nee’ zei ze, ‘je hoeft míj niet te bedanken, je hebt het zelf gedaan.’

Op verzoek van de geïnterviewden zijn de namen Annet en Ronald gefingeerd

This article is from: