LHV Ledenblad De Dokter - jaargang 11, nr. 6, november 2020

Page 1

#M6BER 2

VE NO

Meer klachten ‘Treed klachten met open vizier tegemoet’ Nieuwe handreiking Samenwerken in de wijk Griepvaccinaties Van wachtrij naar tijdslots

KERNTAKEN IN DE PRAKTIJK

‘We moeten onszelf serieus nemen en keuzes maken’

0

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

02

deDokter


a dv er t en t ie

SALTRO EN UNILABS BUNDELEN KRACHTEN Diagnostisch kenniscentrum Saltro treedt binnenkort toe tot Unilabs, Europees marktleider in diagnostiek met laboratoria in 16 landen en 12.000 medewerkers. De overeenkomst werd eind vorig jatar getekend. De goedkeuring van de betrokken overheidsinstanties waaronder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wordt op korte termijn verwacht.

Innovatie De krachtenbundeling is volgens Saltro noodzakelijk om te kunnen blijven investeren in innovatie. Door de stap garandeert Saltro tevens de continuïteit, zowel voor de aanvragers als voor de medewerkers. In 2018 trad laboratoriumorganisatie Medlon in Enschede al toe tot Unilabs. De stap van Saltro is ingegeven door de noodzaak om te anticiperen op de ontwikkelingen in de zorg in Nederland. Saltro is financieel gezond, maar de tarieven die zorgverzekeraars bereid zijn te betalen voor diagnostiek staan onder druk. Tegelijkertijd vragen technologische ontwikkelingen en de veranderende eisen en wensen van patiënten om een nieuwe stap. Om de dienstverlening duurzaam te blijven leveren en te blijven investeren in innovatie, is meer draagkracht nodig. Diagnostiek is cruciaal voor de medische besluitvorming en stelt de patiënt in staat om regie te hebben over zijn eigen gezondheid en zorg. Saltro is al 65 jaar toonaangevend in de Nederlandse eerstelijns diagnostiek. In de afgelopen jaren zijn diverse vernieuwingen succesvol geïmplementeerd. Waaronder het Uitslagenportaal, waarmee aanvragers direct inzage hebben in de resultaten van hun laboratoriumonderzoek. De uitslagen zijn voorzien van duiding en behandeladvies, zodat de patiënt weet waar hij aan toe is. Ook Directlab, een digitale dienst waarmee mensen zichzelf thuis betrouwbaar kunnen testen op bijvoorbeeld soa’s, groeit. Saltro gaat deze eHealth diensten uitbreiden.

Data en ICT In de vernieuwing van de diagnostiek gaat het vooral om technologie, data en ICT – zaken die vanwege de benodigde schaal en investeringen het best internationaal aangepakt kunnen worden. De maatschappelijke doelstelling van de oorspronkelijke stichting Saltro blijft behouden, dankzij de oprichting van een Academische Werkplaats. In deze wetenschappelijke stichting worden nieuwe diagnostische concepten en standaarden ontwikkeld en gevalideerd. Voor de aanvragers en samenwerkingspartners van Saltro verandert er niets. Saltro blijft diagnostiek van hoge kwaliteit leveren op de bekende locaties en via huisbezoeken. Kortom, Saltro blijft Saltro.

Meer informatie vindt u op www.saltro.nl


Ella Kalsbeek voorzitterscolumn Perspectief

Z

elfs dat wat een routine was, is dit jaar anders. Velen van u hebben de handen vol gehad aan het organiseren van de vaccinaties dit jaar. Voor de inrichting van het spreekuur (of veel vaker: meerdere spreekuren) moesten de meeste praktijken creativiteit aan de dag leggen. Gelukkig ontbreekt het huisartsen daar niet aan, maar het komt er allemaal ook nog bij. Terwijl intussen personeel uitvalt door ziekte en quarantaine en u bovendien inspringt voor een collega die ook noodgedwongen tijdelijk thuis is. Van een huisarts in een kansarme stadswijk hoorde ik over haar zorgen over de echt kwetsbare patiënten. Gezinnen waar het sociale netwerk grotendeels is weggevallen, en waar bestaande problemen nog veel groter zijn geworden. Maatschappelijk werk komt niet meer langs, dagbestedingsactiviteiten zijn weggevallen. En als huisarts heeft ook zij minder contact met deze patiënten; er is minder tijd voor sociale visites en patiënten

mijden zelf ook de praktijk. In zeker drie gezinnen die deze huisarts kent, is de situatie in de afgelopen maanden geëscaleerd. Alle zes huisartsen in haar gezondheidscentrum kennen zo wel drie gezinnen waarbij dat ook gebeurde. U kent er zelf misschien ook wel een aantal. Als arts weet u als geen ander hoe het leven mensen op de proef kan stellen. In de spreekkamer delen uw patiënten dit met u. In deze coronatijd komt daar nog eens een maatschappelijke uitdaging bovenop. Voor veel mensen is het zwaar en het zicht op betere tijden is niet helder. Dit perspectief is helaas de harde realiteit. Huisartsen hebben een belangrijke rol in onze samenleving, nu meer dan ooit tevoren. Er wordt een sterk appèl op u gedaan. Die verantwoordelijkheid brengt een hoge werkdruk met zich mee. Hopelijk vervult deze positie u ook regelmatig met trots. U wilt dat de zorg doorgaat, ook voor al die kwetsbare mensen die juist nu in de

‘ Er wordt een sterk appèl op u gedaan’

verdrukking dreigen te komen. Daar staat u voor. Maar respecteer daarbij ook uw eigen grenzen. Sta er af en toe bij stil wat voor u belangrijk is, wat wilt u zelf? Bovenal is het belangrijk dat u perspectief blijft zien, als huisarts en in uw persoonlijke leven. ¶ Ella Kalsbeek

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.100 exemplaren Elfde jaargang, nr 6 november 2020 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, David Renkema, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Tekst & Beeld Kees Beekmans, Rob ter Bekke, Berber Bijma, Simone de Blouw, Erik van der Burgt, Aad Goudappel, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Indra Simons, Roy Soetekouw, Henk Veenstra

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

de Dokter 6/2020

3

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


02 #M6BER 2 0

deDokter

VE NO

inhoud november 2020

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

Meer klachten ‘Treed klachten met open vizier tegemoet’ Nieuwe handreiking Samenwerken in de wijk Griepvaccinaties Van wachtrij naar tijdslots

8

KERNTAKEN IN DE PRAKTIJK

‘We moeten onszelf serieus nemen en keuzes maken’ DD2006_01_Cover.indd 1

28-10-2020 08:47

06

14 Meer klachten Hoe helpt u een klacht zo laagdrempelig mogelijk de wereld uit?

18 Samenwerken in de wijk Met nieuwe handreiking in drie stappen naar lokale samenwerking.

22

BINNENKIJKEN De praktijk van Rozemarijn van der Sande kreeg drie keer zoveel ruimte in een voormalige grote kleidingzaak middenin Wormer.

MIJN PRAKTIJKSTART Edith Bons was er het laatste jaar van de opleiding snel over uit: van deze dorpspraktijk wilde ze eigenaar worden.

33

NIEUWS

34

WISSELCOLUMN

Nieuws over vaste waarneming, webinars en deel uw decemberverhaal.

24 Griepvaccinaties Dit jaar geen inloop, maar een haast militaire uitvoering met tijdslots.

Rutger Verhoeff laat even zijn eigen koers voor wat hij is.

‘M

ooi dat het artikel over de kerntaken van de huisarts zo’n positieve insteek heeft: het gaat niet alleen over wat we níet doen, maar vooral over wat we wél graag doen. Ook als recent gestarte waarnemer is het handig om te weten dat er een document is waarin de kerntaken van de huisarts zijn uitgewerkt. Als we niet uitkijken,

komt er steeds meer werk op ons bord. Dat is niet erg zolang je er zelf voor kiest om er iets bij te doen, maar je kunt ook ‘nee’ zeggen. Het zou kunnen dat vaker ‘nee’ zeggen tot klachten van patiënten leidt. Daar gaat het in dit nummer ook over. Het lijkt erop dat mensen kortere lontjes hebben en dat corona dit erger maakt. Ik vind het jammer

4

dat we langzamerhand richting een claimcultuur gaan. In de opleiding wordt daar nu ook aandacht aan besteed: hoe ga je om met ontevreden patiënten. Het is helpend om open het gesprek aan te gaan. Rutger Verhoeff schrijft in de wisselcolumn waarom het zo belangrijk is om je eigen beleid te volgen en niet blind te varen op een eerder consult.

de Dokter 6/2020

FOTO: ROB TER BEKKE

quickscan van... Marc Morgenstern, waarnemend huisarts


quotes ‘Projectontwikkelaars kaapten meerdere panden voor mijn neus weg’ Huisarts Rosemarijn van der Sande (pagina 6)

28 Overleggen met de zorgverzekeraar Overlegteams namens huisartsen in dialoog met de zorgverzekeraar: wat levert het op?

‘Mensen denken dat we per definitie hetzelfde doen als hun vorige huisarts’ Huisarts Marlous Koningsveld (pagina 11)

‘Soms kon ik de mevrouw van de zorgverzekering wel door de telefoon heen trekken’ Huisarts Edith Bons (pagina 22)

Ik heb dat ook wel eens bij de hand gehad bij een dienst op de huisartsenpost. Ik volgde de eerder ingezette koers, maar later bleek dat het patiëntje geen buikgriep maar blindedarmontsteking had. Gelukkig kwam ik er de volgende dag achter. De uitdaging blijft om altijd met een open blik te kijken naar wat er aan de hand is en je eigen koers te volgen.’¶

‘Voor een ontevreden patiënt is het vaak nog veel spannender om het gesprek aan te gaan’ Huisarts Willem Bijleveld (pagina 17)

de Dokter 6/2020

5


binnenkijken Rozemarijn van de Sande, huisartsenpraktijk Van de Sande Wormer TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: SIMONE MICHELLE

Ineens drie keer zoveel ruimte Het grote bloemenbehang is niet toevallig gekozen; omdat de praktijk aan de Faunastraat zit, koos de styliste voor ‘flora en fauna’

Bij huisartsenpraktijk Van de Sande werken 3 huisartsen, 2 assistentes, 2 POH’s somatiek en 1 POH-GGZ.

R

ozemarijn van de Sande zocht al sinds een jaar of vier een grotere ruimte voor de praktijk in Wormer die ze tien jaar geleden overnam. ‘Meerdere panden werden voor mijn neus weggekaapt door projectontwikkelaars.’ Haar praktijk zat tot dit voorjaar in het grootste deel van de begane grond van twee rijtjeshuizen. Ze vond uiteindelijk de oplossing in een grote kledingzaak midden in het dorp, die te koop kwam.

‘Eén hele grote ruimte met daarachter een magazijn, samen 300 vierkante meter. Ik had geen idee wat daarin zou passen en was blij verrast toen de eerste tekeningen van de LHV-architect lieten zien hoeveel ruimtes we konden maken. We gingen in één keer naar drie keer zoveel ruimte. Die extra ruimte kwam overigens in coronatijd meteen heel goed uit.’ Van de Sande was de eerste vijf jaar de enige huisarts in haar solopraktijk.

Inmiddels werkt ze met twee waarnemers, onder wie haar (gepensioneerde) vader voor één middag per week. Collega-huisartsen uit het dorp huren inmiddels haar vorige pand. ‘Misschien ga ik er ooit wel wonen; dan kan ik tenminste weer uitkijken over het Wormer en Jisperveld.’ Zij en haar team vreesden het weidse uitzicht van de vorige locatie flink te zullen missen. ‘Uiteindelijk waren het vooral de patiënten die erover begonnen. Wij

‘We voldoen van A tot Z aan de LHV-richtlijnen, bijvoorbeeld met privacy aan de balie. Met deze praktijk zijn we klaar voor de toekomst’

6

de Dokter 6/2020


Huisarts Rozemarijn van de Sande

De wachtkamer zit in het midden van de praktijk, de spreek- en behandelkamers daaromheen

In een van de zijmuren en in de achtermuur zijn ramen gemaakt voor meer daglicht

hebben op een werkdag simpelweg niet veel tijd om uit het raam te kijken.’ Van diezelfde patiënten krijgt ze overigens ook veel complimenten voor de nieuwe praktijk. ‘Zelfs een 82-jarige man zei onlangs nog: “Wat een prachtig behang!” De styliste kwam met twee kleurenpaletten en sprong een gat in de lucht toen ik de meest gewaagde kleurstelling koos.’ ¶

Duurzaamheid was een van de uitgangspunten voor de verbouwing. Vandaar: 'geen airco’

de Dokter 6/2020

7


‘DIT DOET DE HUISARTS IN IEDER GEVAL WÉL’ Wat is de kern van het huisartsenvak? In een recent verschenen document – het resultaat van een grondig proces met veel betrokkenen – zijn de kerntaken nader omschreven en afgebakend. ‘We hebben nog meer helder willen krijgen waar iedere patiënt bij iedere huisarts op kan rekenen.’ TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: ROB TER BEKKE

Jenny Heering, huisarts en beleidsmedewerker bij de LHV, was nauw betrokken bij de totstandkoming van Kerntaken in de praktijk, dat eind september werd vastgesteld door de LHV-Ledenraad. Vanwaar deze nadere uitwerking? ‘Op de Woudschotenconferentie werd duidelijk dat huisartsen het eens zijn over kernwaarden en kerntaken, maar was er tegelijk behoefte om die taken nader te definiëren: wat is medischgeneralistische zorg dan precies wel en niet, wat houdt zorgcoördinatie in? LHV, NHG, VPH en InEen hebben daarom besloten de kerntaken concreet uit te werken. We hebben met het document dat nu is verschenen, geprobeerd nog meer helder te krijgen waar iedere patiënt van iedere huisarts op kan rekenen. Uiteraard is het niet verboden om als huisarts méér dan dat te doen, maar daar kan ieder een eigen weg in kiezen.’

Hoe is de uitwerking tot stand gekomen? ‘Na de Woudschotenconferentie zijn er werkgroepen gemaakt – waar huisartsen zich voor konden aanmelden – die de vijf kerntaken verder hebben uitgewerkt. In die werkgroepen kwamen allerlei ideeën samen, van een strikte taakopvatting tot een wat lossere lijn. Dat zorgde soms voor pittige discussies, maar uiteindelijk ook voor een gedragen document.

8

Focusgroepen van meelezende huisartsen zorgden vervolgens voor een aanscherping van de tekst. Daarnaast hebben we externe meelezers gehad, uit de huisartsenorganisaties die het initiatief hadden genomen, maar ook van externe partijen als ziekenhuizen en patiëntenorganisaties. Niet om de tekst te beïnvloeden, maar om te kijken of we het helder hadden verwoord. Met name van patiëntenorganisaties kregen we waardevolle input.’

Ook inhoudelijke onderwerpen als preventie of de zorg voor bijzondere groepen, zijn stevig bediscussieerd. De uitkomst is dat we ons als huisartsen verantwoordelijk voelen voor de huisartsenzorg. Voor andere hulp kunnen anderen worden ingeroepen, die daar vaak beter in zijn dan wij.’

De recent verschenen LHV Aanbodwijzer laat toch ook zien wat wel of geen taak voor de huisarts is? ‘Klopt. De Aanbodwijzer is een instrument van alleen de LHV dat in de vorm van een stroomschema laat zien welke taak je als huisarts wel of niet op je hoeft te nemen – ook daarvoor geldt: het mág uiteraard wel. De vorm en de totstandkoming verschillen, maar in de kern gaan de Aanbodwijzer en het document Kerntaken in de praktijk over hetzelfde. Er is ook wel enigszins een raakvlak met het lopende ANW-project, al gaat dat meer over de organisatie van de ANW-zorg en het kerntakendocument over de inhoud van de zorg.’

Wat waren hete hangijzers?

Wat heeft de huisarts aan dit document?

‘Een terugkerende vraag was: in hoeverre wil je keihard grenzen stellen aan de taken van de huisarts? Het resultaat is een document waarin staat wat we als huisartsen in ieder geval wél doen. Dit zijn de dingen waar wij goed in zijn en waar onze meerwaarde als huisarts ligt. Voor het overige staat het uiteraard iedere huisarts vrij om, bijvoorbeeld op basis van eigen interesse en tijd, daarnaast ook andere dingen te doen.

‘Helderheid over wat wel of niet bij het basisaanbod van huisartsen hoort, helpt bijvoorbeeld bij het nadenken over de teamsamenstelling: hoe groot wil je het team laten worden, welke taken moet daar sowieso in onderbrengen en hoe ver wil je gaan met aanvullend en bijzonder aanbod? Daarnaast helpt het document om in gesprekken met andere partijen te verwoorden wat ze wel en niet van de huisarts mogen verwachten.’

‘Kerntaken in de praktijk’ Het document Kerntaken in de praktijk is de uitkomst van een proces dat al begon voorafgaand aan de Woudschotenconferentie van 2019. Daar werden de kernwaarden en kerntaken van de huisartsenzorg opnieuw vastgesteld. De partijen achter het

de Dokter 6/2020

document gaan hierna aan de slag met herziening van de toekomstvisie op de huisartsenzorg; de huidige Toekomstvisie Huisartsenzorg beslaat de periode tot 2022. www.toekomsthuisartsenzorg.nl


FREDERIEKE DE BEVER, HUISARTS IN EINDHOVEN

‘Door dit proces kan ik mijn grenzen beter aangeven’

F

rederieke de Bever, huisarts in Eindhoven, dacht al voor de Woudschotenconferentie mee over de formulering van kerntaken en kernwaarden. ‘Dit onderwerp gaat me aan het hart. Ik ben sinds 2003 huisarts en zie dat de zorg verandert. De huisarts staat onder druk. Veel vragen komen bij ons terecht, soms is dat onterecht. We leveren prima zorg, maar hoe houden we dat ook de komende jaren behapbaar? We moeten er met z’n allen voor zorgen dat ons prachtige vak prachtig blijft. Een breed gedragen proces om onze kerntaken te formuleren, vind ik daar goed in passen.’ ‘Ik was betrokken bij de focusgroep die het begrip “medisch-generalistisch” verder uitwerkte. Heel felle discussies waren er niet. We konden ons allemaal goed vinden in de toevoeging “medisch”. Het staat patiënten natuurlijk vrij om alle vragen aan ons te stellen, maar we blijven wel in

de eerste plaats dokters. Hetzelfde zie je terug in de discussies die er over preventie zijn gevoerd: aan preventie werken wij in overleg wel mee, bijvoorbeeld via vaccinaties en bevolkingsonderzoeken, maar op populatieniveau is preventie niet de verantwoordelijkheid van huisartsen. Van de persoonlijke preventie zijn we daarentegen wél, bijvoorbeeld door gesprekken te voeren die gericht zijn op het voorkomen van hart- en vaatproblemen en diabetes. En voor die individuele patiënten mag je in groepsverband natuurlijk best meer doen, zoals beweegprogramma’s, maar het hoeft niet.’ ‘Inmiddels weet ik, door mijn ervaring en door mijn betrokkenheid bij dit proces, vrij goed wat op mijn bord hoort en wat niet. We krijgen als huisartsen regelmatig oneigenlijke vragen: even een verklaring tekenen, op verzoek van een

de Dokter 6/2020

9

werkgever een hepatitis B-injectie geven, iets regelen in het sociaal domein. Nu onze taken afgekaderd zijn, helpt dat mij om in voorkomende gevallen te zeggen: dit is niet voor mij. Ik kan mijn grenzen beter aangeven. Andersom geldt dus ook: ik weet nu ook goed wat wél bij de huisarts thuishoort en wat ik dus hoor op te pakken.’ ‘Duidelijkheid betekent overigens niet altijd dat er ook een oplossing is. Van sommige problemen weet ik heel goed dat ze bij de GGZ terecht horen, maar vanwege de lange wachttijden blijven patiënten soms toch nog een tijd bij ons. Een afbakening van onze taken helpt dan in ieder geval om op landelijk niveau ons hard te maken voor verbetering van andere domeinen, zodat problemen niet onterecht bij ons blijven. Op bestuurlijk niveau is dit document daarom ook heel bruikbaar.’ ¶


Kankermedicatie van de toekomst wordt vandaag getest a dv er t en t ie

Kijk of jij in aanmerking komt voor deelname aan klinisch onderzoek op heyleys.nl


MARLOUS KONINGSVELD, HUISARTS IN UTRECHT

‘Duidelijkheid over de basis helpt om keuzes te maken over extra’s’

‘H

et is goed dat we met z’n allen hebben nagedacht over wat we willen en wat we kunnen waarmaken’, zegt Marlous Koningsveld, huisarts in Utrecht. ‘Wij kennen als huisartsen onze patiënten goed en zijn daarom bereidwillig ze te helpen. Maar er komen veel extra taken op ons af en als we goed willen blijven in wat we doen en willen dat anderen ons daarin serieus nemen, moeten we ook onszelf serieus nemen en keuzes maken.’ ‘Deze herijking helpt om onszelf de vraag te stellen of wij wel altijd de aangewezen en de beste persoon zijn om iemand te helpen. In de praktijk merk ik dat regelmatig vragen krijg die naar mijn idee lang niet altijd op het bord van de huisarts horen. Zoals een verzoek voor een verwijzing voor een IQ-test, omdat op de site van de organisatie staat dat het met een verwijzing van de huisarts wordt vergoed.’

‘Helemaal eensgezind over wat onze taak als huisarts níet is, zullen we volgens mij niet worden; gelukkig maar, want dat houdt de discussie en dus ook continue herijking in stand. Daarmee blijft ons vak en onze rol altijd actueel. Het viel me in de werkgroep en de focusgroep op dat we het eerder eens zijn over wat wél onze taak is. Dit document laat voor mij ook zien: we willen en kunnen veel en vinden kiezen best lastig. Ik vind het belangrijk dat we een gezamenlijke visie hebben op wat basishuisartsenzorg is. Over die basis zijn we het eens. Dat helpt om een bewuste keuze te maken in wat je eventueel extra wilt doen.’ ‘In de praktijk vind ik dat afbakenen overigens nog best lastig. Wij hebben een nieuwe praktijk en dus allemaal patiënten die bij een andere huisarts vandaan komen. Dat maakt ‘nee’

de Dokter 6/2020

11

zeggen soms wel lastiger: mensen denken dat wij per definitie hetzelfde doen als hun vorige huisarts.’ ‘Ik zie dit visiedocument als een startpunt. Het zou mooi zijn als er een nog meer concrete en gedetailleerde uitwerking komt die in de dagelijkse praktijk houvast biedt. In het overleg met andere professionals vind ik dit document heel belangrijk: we kunnen teruggrijpen op een behoorlijk heldere afbakening van wat bij de huisarts thuishoort. Dit document is daarmee een mooie basis om lokaal afspraken te maken over samenwerking en het helder krijgen van verantwoordelijkheden. En wellicht helpt het ook voor het maken van afspraken met verzekeraars.’¶


aadv dver ertten enttie ie

a dv er t en t ie

VAN DER SCHOOT

VAN DER SCHOOT

ARCHITECTEN A U zorgt bv BNA SCHIJNDEL b voor anderen, EEN FRISSE wij voor u! KIJK OP UW

ARCHITECTEN

bv BNA SCHIJNDEL EEN FRISSE KIJK OP UW PRAKTIJK

PRAKTIJK

Van Ree Accountants helpt u gezond te ondernemen in uw medische praktijk. Natuurlijk zorgen we ervoor dat u tijdig over de juiste praktijkcijfers beschikt. Onze dienstverlening gaat verder. Wij ontzorgen u door het geven van heldere adviezen op het gebied van:

Van Ree Accountants helpt u gezond te ondernemen in uw medische praktijk. zorgen ervoor dat u tijdig over de juiste WiltNatuurlijk u starten als we waarnemend huisarts? Bent praktijkcijfers beschikt. Onze dienstverlening gaat verder. Wij ontzorgen u bezig metvan een praktijkovername of kunt u door het geven heldere adviezen op het gebied van: u wel

• Financiële en salarisadministratie • Personeelsbeleid • Praktijkmanagement • Fiscaliteit • Praktijkoverdracht en -overname

• Financiële en salarisadministratie wat advies gebruiken bij het maken van de juiste • Personeelsbeleid beslissingen voor uw praktijk? Countus helpt bij • Praktijkmanagement • Fiscaliteit iedere fase van uw carrière. Dus heeft u fiscale, • Praktijkoverdracht en -overname

Onze frisse kijk op uw praktijk levert verrassende inzichten op. Neem gerust vrijblijvend contact met ons via info@vanreeacc.nl of telefonisch 0343 – 415 940.

Onze frisse kijk op uw praktijk levert verrassende inzichten op. Wij zijn er voor u. Neem gerust vrijblijvend contact met ons via info@vanreeacc.nl of telefonisch 0343 – 415 940.

financiële of juridische vragen? Zakelijk of privé?

ONTWERP • A R C H ITE C TU U R

INTERIEUR • DIRECTIEVOERING www.vanreeaccountants.nl

W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L

Hier stond een advertentie

a dv er t en t ie

ONTWERP • A RCHI T E CT UUR

O

INTERIEUR • DIRECTIEVOERING

IN

BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID 088 56 57 475

B

Countus www.vanreeaccountants.nl

PRAKTIJK SUPPORT | ACCOUNTANCY | BELASTINGEN | BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID ALPHEN AAN DEN RIJN | BARNEVELD | GELDERMALSEN LEERSUM | NIEUWEGEIN | ZWOLLE

a dv er t en t ie

V

PRAKTIJK SUPPORT | ACCOUNTANCY | BELASTINGEN |

zorgenwelzijn@countus.nl

ALPHEN AAN DEN RIJN | BARNEVELD | GELDERMALSEN LEERSUM | NIEUWEGEIN | ZWOLLE

adv er t en t i e

W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L a dv a dv er t en t ieer t en t ie

Hier Hier stond stond een een advertentie advertentie

a dv er t en t ie

adv er t en t i e

W


PIM KEURLINGS, HUISARTS IN NIJMEGEN

‘We moeten goed voor patiënten zorgen, maar ook voor elkaar’

P

im Keurlings rondde enkele jaren geleden zijn opleiding als huisarts af en werkt nu in Nijmegen. Hij ziet veel jonge collega’s ‘worstelen met verantwoordelijkheden en twijfelen of ze wel in het huisartsenvak thuishoren’. Voor hem was dat aanleiding zich bezig te houden met de kernwaarden en kerntaken, van de eerste denksessies in 2018 tot en met de focusgroepen van dit voorjaar. ‘In de geneeskunde en in de samenleving zijn we als huisartsen een soort achtervang. “U kunt het altijd nog even bespreken met uw huisarts” – hoe vaak wordt dat niet gezegd? Wij krijgen een grote variatie aan hulpvragen en noodkreten voorgelegd. Dat is inherent aan ons vak, maar het is wel fijn dat deze herijking een kader geeft aan wat wel en niet bij ons hoort. Ik denk dat de beroepsgroep daarmee ook een stap zet om collega’s niet te verliezen. Want als huisartsen moeten we

natuurlijk goed voor patiënten zorgen, maar ook voor onszelf en elkaar.’ ‘Met dit document zijn we er nog niet. Wij kunnen wel vaststellen wat onze grenzen zijn, maar daarmee is nog niet altijd vanzelfsprekend dat een patiënt elders wél terechtkan, bijvoorbeeld omdat de GGZ lange wachtlijsten heeft. In de focusgroep over terminaal-palliatieve zorg hoorde ik dat de thuiszorg in sommige regio’s niet in staat is goede terminale zorg bij patiënten thuis te regelen en dat patiënten puur om die reden soms naar een hospice gaan. Kortom: wij kunnen wel zeggen waar onze grenzen liggen, maar dat blijven holle uitspraken als de zorg achter die grenzen niet goed is geregeld. Daarom hoop ik dat dit document zorgt voor landelijke vervolgstappen op politiek-bestuurlijk vlak, zodat de zorg van andere partijen beter wordt georganiseerd. Voor de GGZ hebben we al treeknormen,

de Dokter 6/2020

13

wellicht kunnen die er ook komen voor sociale wijkteams, gemeenten, leefstijlprogramma’s of andere hulp waar je mensen snel naartoe wilt kunnen verwijzen. Anders blijven mensen bij ons aankloppen en komen we alsnog niet toe aan de vastgestelde kerntaken.’ ‘In iedere discussie in de focusgroep kwamen we terug bij de kernvraag: zou iedere Nederlandse huisarts dit moeten doen? Sommige huisartsen hebben goede ervaringen met preventie-activiteiten zoals een wandelclub, of ze hechten aan 24-uurs beschikbaarheid voor terminale patiënten. Maar zou iedereen het móeten doen? Nee.’ ‘In mijn dagelijks werk merk ik dat ik nu meer houvast heb om soms beargumenteerd te zeggen dat “wij als huisartsen dit niet doen”. Maar ik blijf ermee worstelen dat het vervolgens niet altijd lukt iemand anders aan te wijzen die die taak wél doet, en goed.’ ¶


14

de Dokter 6/2020


MEER KLACHTEN, DUS ALLE REDEN OM ZE KLEIN TE HOUDEN Patiënten dienen steeds vaker een klacht in over hun huisarts. Die trend is al een paar jaar gaande, maar de coronacrisis lijkt een versterkend effect te hebben. ‘Er komen soms klachten binnen die het gevolg lijken van een korter lontje’, zegt Jiske Prinsen, directeur van de Stichting Klachten en Geschillen Eerstelijnszorg (SKGE). Ze pleit voor een zo open en laagdrempelig mogelijke omgang met (dreigende) klachten. TEKST: BERBER BIJM A

E

en direct verband is moeilijk aan te tonen. Jiske Prinsen drukt zich daarom voorzichtig uit: ‘We zien dat mensen het moeilijk hebben in deze tijd. Het lijkt erop alsof we daardoor meer klachten binnenkrijgen over huisartsen.’ Prinsen is directeur van de Stichting Klachten en Geschillen Eerstelijnszorg (SKGE), waarbij 11.000 huisartsen zijn aangesloten. Zo’n 90 procent van hen maakt gebruik van de onafhankelijke klachtenfunctionarissen van SKGE. Het aantal klachten dat SKGE binnenkrijgt, loopt vrij snel op: van ruim 800 in 2018 naar 1100 vorig jaar. Dit jaar waren er tot en met september al 940 klachten binnengekomen, ondanks een duidelijke dip tijdens de lockdown in het voorjaar, toen de reguliere huisartsenzorg fors ingekrompen was. ‘Van de klachtenfunctionarissen en van ons secretariaat hoor ik terug dat mensen de afgelopen maanden sneller geïrriteerd zijn en dat er af en toe klachten binnenkomen die we vorig jaar niet gehad zouden hebben.’ Soms zijn dat klachten die duidelijk aan de coronaproblematiek zijn gerelateerd. Zo diende een patiënte een klacht in omdat ze verder moest fietsen naar een andere huisarts, toen haar eigen huisarts de praktijk als isolatiepost voor (mogelijke) COVID19-patiënten had ingericht. Een andere SKGE-medewerker had een man aan de lijn die woest was omdat hij in de huisartsenpraktijk een mondkapje moest dragen. ‘Het lijkt of best veel mensen door een opeenstapeling van dingen niet goed in hun

vel zitten. Dan kan zo’n mondkapje de druppel zijn. Vaak is een gesprek met de klachtenfunctionaris al genoeg om het probleem op te lossen. Mensen zien achteraf de redelijkheid van de gang van zaken wel in, bijvoorbeeld als ze met een bepaalde klacht niet naar de praktijk mochten komen.’ Er zijn dit jaar opvallend veel klachten over de assistente die patiënten niet ‘doorlaat’ naar de dokter, zegt Prinsen. ‘De assistente heeft als triagist een hele moeilijke en best ondankbare rol. Ze moet de urgentie inschatten bij patiënten van wie sommigen in deze tijd nog meer dwingend en eisend zijn dan anders.’ SKGE en LHV bekijken samen of er mogelijkheden zijn assistentes daarin verder te ondersteunen, naast de al bestaande LHV-training ‘Geen agressie in mijn praktijk’. ◼◼ DUIDELIJKE KLACHTENREGELING Op de lengte van het lontje van patiënten hebben huisartsen weinig invloed, maar ze kunnen er wél voor zorgen dat mensen ergens heen kunnen met hun irritatie, zegt Prinsen. ‘We horen soms van mensen dat ze eigenlijk niet naar SKGE hadden gewild, maar dat het niet lukte om uit te vinden hoe ze bij de praktijk zelf een klacht kunnen indienen of hun onvrede kunnen uiten. Als de praktijk zelf niet duidelijk communiceert hoe de klachtenafhandeling is, ontstaat het risico dat patiënten gaan shoppen en uitkomen bij SKGE – of erger: bij de tuchtrechter.’ Heldere en goed vindbare communicatie over de interne en externe klachtenprocedure is daarom

‘Mensen zien achteraf de redelijkheid van de gang van zaken wel in’ de Dokter 6/2020

15


a dv er t en t ie

nieuw!

NHG-TriageWijzer 2020 Gebruik de volledig vernieuwde editie zoals u wilt: als boek, webapplicatie of allebei LEDEN NHG

Dit is nieuw: ■

■ ■ ■

helemaal up-to-date voor huisartsen, doktersassistenten en triagisten; geheel in overeenstemming met de laatste versie van de NTS; de ingangsklachten zijn nog sneller vindbaar; volledig vernieuwde webapplicatie voor desktop, laptop, tablet en smartphone.

Prijzen

30%

korting Boek: € 60,75 Online*: € 42,50 Combinatie boek & online*: € 77,50 Alle prijzen incl. btw

Nieuwsgierig geworden? Ga voor meer informatie en een demo naar prelum.nl/triagewijzer.

* toegang tot de online versie gedurende 1 jaar vanaf datum van online registratie via een eenmalig te gebruiken vouchercode


‘ Treed klachten met open vizier tegemoet’ van essentieel belang om klachten ‘klein’ te houden, zegt Prinsen. Het initiatief hoeft bovendien niet altijd van de patiënt te komen. ‘Ik spreek veel huisartsen en hoor heel vaak dat ze, áls er een klacht binnenkomt, meteen weten van wie die is. Ze voelden het eigenlijk wel aankomen. In zo’n geval is het natuurlijk beter om niet te wachten tot de patiënt naar SKGE of de tuchtrechter gaat, maar zélf de angel eruit te trekken. Neem zelf het initiatief voor een gesprek en doe dat snel, open en eerlijk. Heel veel huisartsen doen dat overigens al; ik ben vaak onder de indruk van de proactieve manier waarop ze dingen oplossen.’ ◼◼ ‘SORRY’ ZEGGEN MAG Wat kun je in een gesprek met een ontevreden patiënt wel en niet zeggen als huisarts? Daarover bestaan nog weleens misverstanden, merkt Prinsen. ‘Je mag sorry zeggen, óók van de aansprakelijkheidsverzekering. Dat iets fout is gegaan, wil nog niet zeggen dat de huisarts iets heeft fout gedaan, in juridische zin. Als je denkt dat je iets echt verkeerd hebt ingeschat, bied dan simpelweg je excuses aan. Dat betekent echt niet meteen dat de patiënt met succes een claim kan indienen. Wat je in ieder geval niet moet zeggen – dat hoor ik toch nog weleens – is: “mijn verzekeraar heeft hier nog wel een potje voor”. Dan erken je de aansprakelijkheid namelijk wél.’ Juist bij excuses komt het vaak niet tot een claim, is Prinsens ervaring. ‘Zelfs in de meest ernstige situaties, waar een fout of mogelijke fout de dood tot gevolg heeft, kunnen excuses voor de nabestaanden genoeg zijn. Een eerlijke erkenning van een menselijke fout is voor veel mensen belangrijker dan een schadevergoeding.’ ¶

Houd een klacht zo klein mogelijk Als een patiënt ontevreden is over uw behandeling of de gang van zaken in uw praktijk, is het belangrijk die klacht zo laagdrempelig mogelijk uit de wereld te helpen. Op deze manier draagt u daaraan bij: ◼ Zorg ervoor dat uw interne en externe klachtenregeling goed te vinden is op de praktijkwebsite. ◼ Wijs patiënten in voorkomende gevallen op de mogelijkheid van bemiddeling door een onafhankelijke klachtenfunctionaris. ◼ Hebt u een vervelend onderbuikgevoel over iets dat heeft plaatsgevonden? Wacht niet af of de patiënt er werk van maakt, maar neem zelf contact op. Daarmee klaart u ook voor uzelf de lucht. ◼ Aarzel niet uw excuses aan te bieden als u vindt dat u niet optimaal hebt gehandeld.

Huisarts Willem Bijleveld uit Nijmegen stelde een verkeerde diagnose bij zijn patiënte Diny Kerkman. Een gesprek daarover klaarde de lucht. Achteraf kijken ze samen nog eens terug.

B

ijleveld vat kort samen wat zijn inschattingsfout was: ‘Diny kwam op mijn spreekuur met een plek op haar onderbeen, die ik heb weggebrand, maar die maar niet bijtrok. Ik zag die plek aan voor keratoacanthoom en heb het een paar maanden aangezien voor ik haar doorstuurde naar de dermatoloog. Daar bleek het plaveiselcelcarcinoom te zijn. Ik heb nog opgebeld of de dermatoloog dat heel zeker wist, omdat die beide aandoeningen op elkaar lijken.’ De dermatoloog moest na het weghalen een huidtransplantatie uitvoeren, die vervolgens niet goed wilde helen. Bijleveld zag mevrouw Kerkman terug in de praktijk voor wondverzorging en stelde voor de gang van zaken van de afgelopen maanden nog eens te bespreken. Toevalligerwijs had zij zelf net met hetzelfde doel een afspraak gemaakt via de assistente. ‘Het kwam niet in me op om meteen een klacht in te dienen. Ik praat het liever uit van aangezicht tot aangezicht. Maar ik moest me eerst emotioneel sterk genoeg voelen om dat gesprek aan te gaan. Daarom had ik er even mee gewacht. Ik was benieuwd wat Willems kant van het verhaal was en probeerde het gesprek niet met een beschuldigende toon in te gaan.’ Voor mevrouw Kerkman was de informatie dat beide aandoeningen nogal op elkaar lijken, nieuw. ‘Ik heb het thuis meteen even nagezocht op de computer. Dat gaf mij wel weer wat een andere kijk op wat er was gebeurd.’ Voor Bijleveld was evengoed duidelijk dat hij niet goed had gehandeld. ‘Ik had Diny echt eerder naar de dermatoloog moeten sturen.’ Het was niet de eerste keer dat Bijleveld zelf het initiatief nam voor een gesprek met een patiënt over iets dat niet goed is gelopen – al kwam het initiatief deze keer dus van beide kanten tegelijk. ‘Als ik een patiënt doorstuur naar de specialist en er komt iets heel anders uit dan verwacht, dan weet ik wel zeker dat dat bij de patiënt vragen oproept. Dan doe

de Dokter 6/2020

17

ik liever een stap vooruit dan achteruit. Ik hou verantwoordelijkheid voor Diny, ook als ik iets fout heb gedaan. Dat kan haar dwars blijven zitten, maar mij ook. Ik vond het fijn dat ik haar kon laten merken dat ik er last van had. Bovendien kreeg ook ik in dat gesprek nieuwe informatie, want Diny vertelde me dat ik chagrijnig was toen ik die plek wegbrandde. Dat ben ik bijna nooit, maar ik weet nu dus wel dat ik mijn chagrijn in voorkomende gevallen even aan de kant moet zetten. Als je ontspannen bent, zijn je analyses scherper.’ Mevrouw Kerkman had er een paar weken over gedaan om moed te verzamelen voor het gesprek, ook door de emoties rond de feitelijke diagnose en het niet heel voorspoedige herstel. ‘Mijn gezondheid is een samenstel tussen de dokter en mijzelf. Als er iets misgaat, is het belangrijk dat met elkaar te bespreken. Dat is best eng, want je zit in een afhankelijkheidsrelatie, maar het is me goed bevallen om het toch te doen. Ik ben blij dat het nu uit de weg is.’ Bijleveld: ‘Als huisartsen vinden we het spannend om een ontevreden patiënt te hebben, maar ik realiseer me door het verhaal van Diny dat het voor de patiënt vaak nog veel spannender is om zo’n gesprek aan te gaan.’ ‘Ik ben nu 35 jaar huisarts en heb in die jaren toch wel een lijstje van dingen opgebouwd waar ik niet met plezier aan terug denk. Dat is onvermijdelijk. Tegelijk is het mij opgevallen hoe ontzettend vergevingsgezind mensen kunnen zijn. Ik zie huisartsen in opleiding doodsbenauwd zijn voor het moment waarop ze hun eerste fout maken. Nou, reken er maar op: dat moment kómt. Probeer dus liever om een strategie te vinden om ermee om te gaan. Als je aan je water voelt dat er iets niet goed is – meteen erop af. Treed klachten met open vizier tegemoet en laat zien dat je het erg vindt. Dat is beter voor jezelf en zeker beter voor de patiënt.’ ¶


‘INVESTEREN IN WIJKSAMENWERKING BETAALT ZICH UIT’ Eerstelijns zorgverleners weten elkaar in het ene dorp of stadsdeel veel beter te vinden dan in het andere. Efficiënte wijksamenwerking kan heel veel opleveren, tonen de goede voorbeelden, zeker waar welzijns- en gezondheidsproblemen aan elkaar raken. Hoe kom je tot korte lijnen en goede afspraken? Een nieuwe handreiking van LHV, NHG en InEen helpt lokale samenwerkingsverbanden op weg. TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: INDR A SIMONS

18

de Dokter 6/2020

I

n zijn eigen stad Terneuzen is nog veel winst te behalen, stelt LHVbestuurder en huisarts Guus Jaspar. Wijksamenwerking is er nog nauwelijks van de grond gekomen. ‘Tot anderhalf jaar geleden wisten we niet wie in de wijkteams zaten.’ Een aios bracht anderhalf jaar geleden in kaart welke eerstelijns hulpverleners nog meer in Terneuzen actief zijn, maar de toenadering wil vooralsnog niet erg vlotten. Het kan ook anders, ziet Jaspar. ‘Er zijn meerdere voorbeelden van kleinere steden of grotere dorpen waar de samenwerking ontzettend goed is. Met name bij problemen op het snijvlak van gezondheid en welzijn is dat heel waardevol: je doet geen


‘ Het werk is zoveel leuker als dingen goed geregeld zijn’

Arends was namens de LHV nauw betrokken bij het opstellen van de handreiking. ‘Wijksamenwerking is op veel plaatsen veel minder ver ontwikkeld dan regionale samenwerking in bijvoorbeeld de zorggroep, terwijl de wijk een hele mooie schakel kan zijn tussen de regio en de huisartsenpraktijken. Ook de welwillendheid van verzekeraars om bij te dragen aan het organiseren van wijksamenwerking, loopt flink uiteen. Per saldo

I

n Haaksbergen weten eerstelijns zorgverleners elkaar al meer dan tien jaar uitstekend te vinden. Ze werken samen in de stichting Eerstelijns Zorg Haaksbergen (EZH), die in 2010 werd opgericht, na twee jaar voorbereiding. Huisarts Peter van der Lugt was een van de voortrekkers. Samen met een apotheker en een fysiotherapeut vormde hij een kerngroep die alle andere eerstelijns zorgverleners uit Haaksbergen bij het initiatief betrok. De financiële vergoeding volgde later pas, aanvankelijk vanuit de provincie, later van zorgverzekeraar Menzis. ‘Als je ergens in gelooft, heb je de neiging het werk dat erbij komt kijken, te onderschatten’, vertelt Van der Lugt, die binnenkort afscheid neemt als EZH-voorzitter. ‘Het leek niet zo ingewikkeld. Veel contacten bestonden bovendien al. Uiteraard met de apotheek en de fysiotherapeut, maar ook met de gemeente.’ Van der Lugts motivatie om de samenwerking uit te breiden en te formaliseren lag vooral in meer werkplezier. ‘Het werk als huisarts is zóveel leuker als dingen goed geregeld zijn, als je mensen snel kunt doorverwijzen, als de maatschappelijk werker standaard vraagt: “Vindt u het goed als ik uw huisarts ook informeer?” Ik heb een grote hekel aan energie steken in iets wat niet loopt. Goede samenwerking scheelt veel tijd en motiveert enorm.’ Bij de stichting komt de hele eerste lijn samen, van diëtist tot optometrist en van thuiszorg tot verloskundigen.

‘ Goede voorbeelden moeten soms keer op keer aan de verzekeraar uitleggen wat hun meerwaarde is’

dubbele dingen, voorkomt overbodige zorgconsumptie en zorgt ervoor dat een patiënt snel op de juiste plek zorg krijgt. In mijn praktijk komt het bijvoorbeeld nog voor dat de POH-GGZ een aantal ondersteunende gesprekken voert met iemand die stress heeft van ruzie met de buren. Die persoon had waarschijnlijk beter via het wijkteam geholpen kunnen worden.’ ◼◼ ZORG VERBETEREN Hoe zet je wijksamenwerking op als die er nog niet of nauwelijks is? Om die vraag te beantwoorden hebben LHV, NHG en InEen samen de Handreiking voor structurele samenwerking in de wijk uitgebracht. LHVregiocoördinator Oost-Nederland Jorg

blijven investeringen in wijksamenwerking achter bij wat landelijk is afgesproken. Goede voorbeelden moeten soms keer op keer aan de verzekeraar uitleggen wat hun meerwaarde is. Met de handreiking, waarin verwoord is hoe regionale samenwerking eruit kan zien en wat de meerwaarde is, willen we lokale samenwerkingsorganisaties een steun in de rug geven om dat gesprek met de verzekeraar toch aan te gaan. De handreiking is nadrukkelijk een hulpmiddel en geen verplichting voor de huisarts.’ ‘Goede samenwerking is aanvankelijk een investering, maar die betaalt zich op termijn zeker uit voor huisartsen, omdat ze niet steeds opnieuw het wiel hoeven uitvinden’, zegt Arends. ‘Bovendien kun je door gezamenlijke projecten de zorg verbeteren en innoveren.’ De aanvankelijke investering hoeft bovendien niet van de huisarts zelf te komen. ‘Er zijn mooie voorbeelden van samenwerkingsorganisaties waar huisartsenpraktijken door een – eventueel gezamenlijke

de Dokter 6/2020

◼◼ GEZAMENLIJKE BACKOFFICE De stichting heeft een manager en een procesmanager in dienst. Manager Denise de Zwart is vanaf het begin betrokken bij EZH. ‘Wij faciliteren alles wat er op het gebied van zorg en samenwerking gebeurt. We roepen kleine en grote groepen bij elkaar, verzorgen de nieuwsbrief, organiseren conferenties en kennissessies, zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitscyclus.’ Van der Lugt: ‘En niet te vergeten: jullie zijn voor iedereen, intern en extern, het aanspreekpunt. Dat scheelt mij als voorzitter veel werk.’ EZH is een soort gezamenlijke backoffice van de eerste lijn in Haaksbergen, stelt Van der Lugt. ‘De patiënt moet er niets van merken, al doen we het uiteindelijk natuurlijk wel voor de patiënt. En voor het werkplezier van alle zorgverleners. Dat horen we overigens ook regelmatig terug, wat heel motiverend is.’ De relatie met zorgverzekeraar Menzis is goed. ‘We

19


a dv er t en t ie

Wij brengen rust en efficiëntie in uw praktijk met onze doktersassistent op afstand. n Ontzorgen van praktijkassistenten, meer rust in de praktijk en meer tijd voor patiënten.

n Hogere kwaliteit van dienstverlening en zorg, meer tevreden klanten, beter bedrijfsresultaat.

n Besparingen (tot 20%), door hogere efficiëntie (planning, procescontrole en rapportage) en meer declaraties (> 35%).

n HIS onafhankelijk systeem, ondersteuning door doktersassistenten, verpleegkundigen en triagisten.

n Zelfstandigheid van patiënten die zelf meer zaken makkelijk online regelen.

n Futureproof technische innovatie, in eHealth applicaties en functionaliteiten.

Website & e-health | DA op afstand | VoIP telefonie

Heeft u een vraag? Wij helpen u graag! Tel: 085-27 34 790 | Mail: info@praktijk.nl

www.PRAKTIJK.nl

Bij- en nascholing voor medische professionals

Wilt u als arts uw kennis verbreden? Onze volledig geaccrediteerde opleidingen scoren bij onze deelnemers gemiddeld een

Bekijk ons complete aanbod op www.curecare.nl


– praktijkmanager worden vertegenwoordigd. Het laatste wat je als huisarts wilt uiteraard, is in een nieuw vergadercircuit belanden.’ Een belangrijk uitgangspunt in de handreiking is: maak eerst samen de inhoudelijke afspraken en bespreek pas daarna de structuur van de samenwerking. ◼◼ DE REGIE HOUDEN Samenwerken met bijvoorbeeld andere huisartsenpraktijken, wijkteams, welzijnsorganisaties en paramedici is onmogelijk zonder iets in te leveren. ‘Dat geldt voor iedere samenwerking’, zegt Jaspar. ‘Je krijgt nooit 100 procent je zin. Maar wat je wint is méér. Het gaat ook om durven los te laten. Bovendien: je bent er zelf bij als er samenwerkingsafspraken worden gemaakt.’ Arends: ‘Je kunt bijvoorbeeld afspreken hoeveel mogelijkheid er is om van bestaande afspraken of structuren af te wijken. Begin in ieder

geval met iets samen te doen waar je het wél over eens bent.’ Jaspar zag tijdens een werkbezoek in Schotland een mooi voorbeeld van wat een goede samenwerking tussen gezondheidszorg en welzijnsorganisaties kan opleveren. ‘Een taxichauffeur die door een drankprobleem zijn werk was kwijtgeraakt, dreigde uit huis gezet te worden. Hij kreeg gezondheidsproblemen door alle stress. Hij was inmiddels van de drank af, maar had geen geld om een nieuwe taxivergunning te kopen. De welzijnsorganisatie heeft toen, buiten alle regels om, die 250 pond betaald. Daarmee is voorkomen dat een heel gezin uit elkaar viel; bovendien was het alternatief voor de samenleving veel duurder uitgevallen. In samenwerkingen gaat het erom dat je van je eigen eiland afkomt en samen out of the box durft te denken.’ ¶

willen niet hakketakken’, zegt Van der Lugt. ‘De zorgverzekeraar moet naar de verzekerde toe kunnen verantwoorden waarom ze in ons investeren. Dat is een legitieme vraag, wij denken daarover mee.’ Een extern bureau heeft onlangs gemeten wat het effect is van (tien jaar) EZH op de lokale zorg, de samenwerking en de kosten van de zorg, vertelt De Zwart. ‘De conclusie is dat onze structuur meerwaarde heeft op het gebied van kosten en kwaliteit van zorg.’ EZH hoopt met de effectmeting te bereiken dat de meerwaarde niet voor ieder samenwerkings- of zorgprogramma opnieuw besproken hoeft te worden, maar dat de zorgverzekeraar zal kijken naar het totale effect op populatieniveau.

Lokale samenwerking in drie stappen De Handreiking voor structurele samenwerking in de wijk schetst hoe lokale samenwerking in de eerste lijn kan worden opgezet. De handreiking bouwt voort op de eerder verschenen Bouwstenen voor structurele samenwerking in de regio. In de handreiking staat in vogelvlucht hoe wijksamenwerking gestalte kan krijgen. Dat kan gebeuren vanuit de regionale huisartsenorganisatie, maar ook een huisartsenkring, gezondheidscentrum, wijknetwerk of ander lokaal samenwerkingsverband kan het voortouw nemen. Wijksamenwerking begint met zicht krijgen op wie er allemaal in de wijk werken en wat er speelt in de populatie. Dat kan bijvoorbeeld door een wijkscan te maken. Vervolgens kunnen de betreffende partijen in een wijkplan doelen en prioriteiten opnemen. Samenwerkingsafspraken tussen

huisartsenpraktijken en andere zorgaanbieders, vormen de tweede stap. Ook het uitvoeren van innovatiepilots (als onderdeel van regionaal beleid) of het opstellen van zorgprogramma’s of wijkactieplannen horen bij deze stap.

◼◼ ‘EIGEN’ CORONATEST VAN EZH In een samenwerking gaat het nooit helemaal zoals je zou willen, zegt Van der Lugt, maar daar ziet hij geen enkel bezwaar in. ‘Afspraken komen niet uit de lucht vallen. We maken ze samen. Iedereen krijgt de ruimte om kritiek te geven op de ideeën van anderen. Juist omdat afspraken gezamenlijk zijn, kunnen we elkaar eraan houden. Daar gaat best wat energie in zitten, maar we hebben met elkaar al zoveel voor elkaar gekregen, dat niemand dat meer wil missen.’ Een mooi voorbeeld van wat tien jaar samenwerking oplevert, is de ‘eigen’ coronatest van EZH: iedereen die in Haaksbergen in de eerste lijn werkt – dus ook een maatschappelijk werker of fysiotherapeut – kan snel door een van de huisartsen worden getest. Dat zorgt voor een zo kort mogelijk verzuim, en daarmee de laagst haalbare druk op de lokale zorg. Van der Lugt: ‘Als het nodig is, kunnen we ons eigen testsysteem binnen een dag opschalen. Met dank aan de korte lijnen die we hier inmiddels al jaren hebben.’¶

Als de samenwerking ver gevorderd is, kunnen partijen samen het zorgaanbod, de innovatie en het kwaliteitsbeleid in de wijk vormgeven. Dit ‘wijkgezondheidsbeleid’, met structureel multidisciplinair overleg, zorgt voor goede aansluiting tussen vraag en aanbod in een wijk. Op www.hechtehuisartsenzorg.nl vindt u alle informatie over samenwerking op regionaal en wijkniveau, met onder meer voorbeelden van organisatie- en bestuursmodellen en inspirerende voorbeelden. De website wordt de komende tijd steeds verder uitgebreid, onder meer met een interactieve regiokaart.

de Dokter 6/2020

21


mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Edith Bons over haar praktijkstart in Mill. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

‘Hier kan ik met hart en ziel huisarts zijn’

22

de Dokter 6/2020


WIE

Lang gezocht naar deze praktijk? ‘Het laatste jaar van de huisartsenopleiding deed ik bij Leo Veelers. Ik vond zijn dorpspraktijk geweldig. Heel fijne patiënten. Ik heb meteen tegen Leo gezegd: ‘Als je een opvolger zoekt, denk dan aan mij. Ik wil hier graag praktijkeigenaar worden.’ Je kunt maar beter duidelijk zijn over je wensen. Er wordt snel gedacht dat iemand met een jong gezin liever waarnemer of hidha wil worden. Maar ik vond waarnemer zijn helemaal niet zo leuk. Het is interessant en leerzaam om een tijdje bij allerlei praktijken binnen te kijken, maar ik wilde gewoon zo snel mogelijk een eigen praktijk.’

Dat moest een solopraktijk zijn? ‘Dat was wel mijn ideaal. Kun je lekker in je eentje beslissen. Daar ben ik eigenwijs genoeg voor. Maar het is echt niet zo dat ik alleen werk. Ik heb een hidha voor drie dagen en een waarnemer voor twee dagen per week. Daardoor heb ik mezelf wat ademruimte gegeven en kan ik bijvoorbeeld bepaalde verrichtingen zelf doen, in plaats van patiënten meteen door te verwijzen. We hebben ook een prettig praktijkteam en een hechte hagro, waarmee we in coronatijd intensief samenwerken. Ik voel me hier ontzettend op mijn plek; ik kan hier met hart en ziel huisarts zijn.’

Grote veranderingen gepland? ‘Eind volgend jaar willen we verhuizen. Ik laat samen met mijn man Tom een nieuwe praktijk bouwen. Hij heeft een tandartspraktijk in Mill. We gaan samen in één pand zitten. Het is een proces waar van alles bij komt kijken: overleg met de gemeente, met de architect, het aanvragen van vergunningen. Het is veel werk, maar ook heel erg leuk. Aangezien we van plan zijn om wel dertig jaar in Mill te blijven, kunnen we het maar beter goed aanpakken.’

FOTO: ROY SOETEKOUW

Altijd al huisarts willen worden? 'Het heeft heel lang geduurd voor ik wist wat ik echt wilde. Ik heb getwijfeld over cardiologie, kindergeneeskunde en de IC. Ik ben begonnen aan de opleiding voor longarts en heb na mijn afstuderen als huisarts een tijd in de gehandicaptenzorg

gewerkt. Maar na de geboorte van onze oudste heb ik besloten praktijkhouder te worden. Want waar ik echt gelukkig van word, is het contact met patiënten, de band die je opbouwt als je mensen langer kent, het vertrouwen dat je krijgt. Ik weet dus wat het is om de plek te zoeken die bij je past. Die ervaring wil ik graag gebruiken om anderen te helpen om hun weg te vinden. Als we in de nieuwe praktijk zitten en alles loopt, ga ik daar misschien wel tijd in steken: loopbaan coaching voor geneeskundestudenten en basisartsen.’

WAAR Edith Bons is sinds 1 februari 2020 eigenaar van een huisartsenpraktijk in Mill. Haar voorganger Leo Veelers had de praktijk aan huis. Er wordt nu een nieuw pand gebouwd.

STADSMENS

Wat geeft jou energie? ‘Ik krijg energie van mijn patiënten. Het is ontzettend mooi om op droevige en blijde momenten in het leven van mensen te worden toegelaten. Natuurlijk ook zwaar. Daarom is het wel goed dat we niet in Mill wonen, maar in Nijmegen. Anders zou ik geneigd zijn om ook ’s nachts en in het weekend bereikbaar te zijn en bij terminale patiënten langs te gaan. Dat zou niet goed zijn voor mezelf en ons gezin.'

Je hebt de LHV-cursussen Praktijkstart en HRM-in-één dag gedaan. Zinvol?

‘Je krijgt er een hoop tips die later heel belangrijk blijken te zijn. Zoals: houd je aan de cao, want anders krijg je alleen maar gedoe. Neem de tijd voor veranderingen; zorg dat je het team meeneemt. En ook: zorg dat de declaraties op orde zijn. Dat is de basis van de praktijkvoering. Misschien zou je sommige declaraties liever anders geregeld willen zien, maar stop daar geen energie in, want dat is verspilde moeite. Toen ik net de praktijk had overgenomen, was er ontzettend veel te regelen. Ik was soms wel gestrest of het geld op tijd binnenkwam. Er waren momenten dat ik de mevrouw van de zorgverzekering door de telefoon heen wilde trekken. Maar het is allemaal goed gekomen.'

Belangrijkste tip voor starters? ‘Volg je hart. Luister niet alleen naar praktische adviezen. Negeer praktische bezwaren. Maak de keuzes die je wilt maken, wát anderen daar ook van vinden. Het gaat erom dat je huisarts wordt op de manier die jou gelukkig maakt. Of dat nu als praktijkhouder is, als waarnemer of in loondienst.’ ¶

de Dokter 6/2020

Edith Bons (35) Huisarts in Mill, 3200 patiënten

23

‘Ik wérk het liefst in een dorpspraktijk, ik wóón het liefst in de stad. De school, de winkels en de huisartsenpost zijn dichtbij. Ik fiets overal met de bakfiets naartoe. Onze kinderen van bijna 2, 5 en 7 jaar passen er nog net met z’n drieën in.'

PAARDRIJDEN ‘Tuurlijk is het druk, een eigen praktijk, een jong gezin, nieuwbouwplannen en coronaperikelen. Maar op woensdagmiddag, als de praktijk gesloten is, ga ik paardrijden en maak ik mijn hoofd leeg.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaring delen met lezers van De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail je gegevens dan naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.


HOE COVID-19 DE VACCINATIEPRAKTIJK VERANDERT

Van een wachtrij naar tijdslots

4 miljoen mensen gaan ‘m deze herfst naar verwachting halen: de griepprik. Voor 600.000 zeventigers komt daar voor het eerst ook de pneumokokken-vaccinatie bij. Het was altijd al een enorme operatie, nu zorgt Covid-19 voor een extra uitdaging. Het moet niet alleen goed, het moet vooral ook veilig. Dus geen inloop, maar tijdslots en een haast militaire uitvoering. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

E

r waren dit jaar nauwelijks rijen voor de jaarlijkse griepprik. En als ze er waren, dan met 1,5 meter afstand ertussen in de buitenlucht. ‘Mogelijk blijft het zo’, denkt Iddo de Ruiter, senior LHV-beleidsadviseur en huisarts. ‘Covid-19 heeft de vaccinatiepraktijk voorgoed veranderd.’ Daar heeft hij zich vanuit de LHV en samen met de werkgroep vanuit de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG), NHG, LHV en RIVM de afgelopen maanden zwaar voor ingezet. ‘We hebben een compleet logistiek draaiboek opgesteld, alle voorbereidingen getroffen en een checklist voor huisartsenpraktijken gemaakt om te kijken of alles aan de eisen voldoet. Nu zijn de praktijken aan zet. We halen het wereldnieuws er niet mee, maar er wordt op dit moment geruisloos een gigantische klus geklaard.’

◼◼ VEILIGHEID BOVENAAN Om aan de eisen van hygiëne en de 1,5 meter afstand te doen, zijn veel huisartsenpraktijken uitgeweken naar sporthallen en dorpshuizen. De groep 73- tot 79-jarigen kan naast de griepvaccinatie ook een pneumokokkenvaccinatie krijgen. Konden patiënten voorheen op een bepaald dagdeel naar de praktijk komen, nu wordt hen vaak een strak tijdslot toebedeeld, waarin ze zich moeten melden. De patiënt komt via de ene deur binnen, volgt de uitgezette route en gaat enkele minuten later via een andere deur gevaccineerd weer naar buiten. De grootste zorg voor de LHV en de vaccinatiewerkgroep was de veiligheid. De Ruiter: ‘We hebben het zo georganiseerd dat het goed gaat en veilig is. Dat is de belangrijkste boodschap naar patiënten. Gezien de hoge respons is die boodschap goed aangekomen, want 6 van de 10 patiënten blijkt gehoor te geven aan de uitnodiging. Door de hoge opkomst dreigt er nu zelfs een tekort aan vaccins. (zie kader) .’ ◼◼ EVALUATIE Over een paar maanden wordt het hele vaccinatieproces door de werkgroep geëvalueerd: de bestellingen, de logistiek, de daadwerkelijk gebruikte vaccins en de knelpunten. De LHV kreeg de afgelopen maanden honderden telefoontjes en e-mailtjes over al die onderwerpen binnen. De Ruiter: ‘We hoorden van veel huisartsenpraktijken dat ze vaccins tekortkwamen omdat er meer patiënten kwamen dan was ingeschat. Sommige huisartspraktijken kregen een factuur voor het gebruik van de lokale sporthal, ondanks de oproep van VWS en VNG om die gebouwen gratis ter beschikking te stellen. Ook kregen we vragen over de tariefstelling. Bij de nieuwe werkwijze hebben we twee tot drie keer zoveel personeel nodig als voorheen. Daar is het tarief niet op afgestemd. Dat zijn dingen waar we het met VWS over moeten hebben. Zeker als deze werkwijze staande praktijk wordt. Ik vraag me af of iemand terug wil naar de wachtrijen. De werkwijze die we nu hebben ontwikkeld, voorkomt dat een groep kwetsbare patiënten met elkaar in de rij staat.’ Twee conclusies voor de evaluatie heeft hij al paraat. “De eerste is dat huisartsen uitstekend in staat zijn om snel te reageren op veranderende omstandigheden. De tweede is dat huisartsen heel goed vaccinaties op 1,5 meter afstand kunnen organiseren, ook voor 4 miljoen mensen. Daar kunnen we heel trots op zijn.’

‘Door de hoge opkomst dreigt er nu zelfs een tekort aan vaccins’

24

de Dokter 6/2020


FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

Huisartsenpraktijk Bloemgracht Amsterdam

‘ Prikken in de Westerkerk’

H

uisartsenpraktijk Bloemgracht bestaat uit twee praktijken in hartje Amsterdam. Om de griepvaccinatie veilig uit te kunnen voeren, weken de praktijken uit naar de nabijgelegen Westerkerk, vertelt Huisarts Els Tibosch:

Mensen kwamen door de deur van de kosterswoning binnen, werden gedoseerd naar een eerste ruimte geleid en daar geregistreerd. Daarna stonden in een grotere ruimte vier prikkers klaar. Na het prikken gingen ze door een tussengangetje naar de kerk en door de hoofdingang ‘Ons pand heeft één in-en uitnaar buiten. Of ze keken nog even gang. We moesten dus wel een al- rond in de kerk, terwijl de organist ternatieve locatie vinden. Dat valt op het orgel speelde. niet mee in deze buurt. Maar toen Er waren dit jaar meer mensen die dacht ik aan de Westerkerk, hier de vaccinatie wilden dan andere om de hoek. De beheercommisjaren. Er waren zelfs patiënten sie van de kerk wilde er graag aan voor teruggekomen als ze ergens meewerken. Het ging om twee anders waren dan in Amsterdam. middagen, een voor de patiënten We hebben het maximale aantal van Rogier Bos en mijzelf, en een vaccins besteld dat we mochten voor de patiënten van Hezemans bestellen. Een aantal vaccins en Lips. We hadden een indeling hebben we achtergehouden voor gemaakt op beginletters. Om half patiënten die we thuis prikken, 2 begonnen we met de mensen maar of we er voldoende hebben met een A, om vier uur waren we voor een inhaalmiddag voor menklaar en hadden we 450 mensen sen die in oktober niet konden, geprikt. moeten we nog zien. Af en toe stond er buiten een rij te Het ging zo goed in de Westerwachten, maar in de buitenlucht kerk dat we tegen elkaar zeiden: was dat geen probleem. Er staat ‘Zullen we het volgend jaar weer ook altijd een wachtrij voor het zo doen?’ Het is niet noodzakelijk Anne Frankhuis. Soms ging er zelfs als we dan geen 1,5 meter afstand iemand in de verkeerde rij staan, meer hoeven houden, maar het is maar dat zagen we snel genoeg. wel plezierig.’

de Dokter 6/2020

25


FOTO: KEES BEEK M ANS

Huisartsenpraktijk De Vorsel in Nistelrode

‘ We komen vaccinaties te kort’

A

lexander Boes, huisarts in Nistelrode, zag in drie avonden bijna 1400 patiënten langskomen voor de griep- en deels ook voor de pneumokokkenvaccinatie. ‘Het is ons gelukt om de vaccinaties in eigen huis binnen de 1,5 meter-voorwaarde te organiseren. We zitten in een langgerekt gebouw, met aan weerszijden van de gang een aantal spreek- en behandelkamers. We zagen zo’n zestien patiënten per 5 minuten. Bij de eerste balie werd de code op de uitnodigingsbrief gescand, bij de tweede balie kregen mensen het verzoek hun bovenarm te ontbloten. Daarna werden ze naar een van de prikkamers gedirigeerd. De prikkers waren volledig ingepakt en droegen brillen en mondkapjes. Dat vonden veel patiënten een indrukwekkend gezicht.’

‘Ik heb er wel wakker van gelegen of het allemaal goed zou gaan, maar de hele operatie liep gesmeerd en de sfeer was geweldig. Er kwamen alleen veel meer mensen dan we hadden ingeschat. We hadden 10 procent meer vaccins ingekocht, maar dat was toch te weinig. Een deel van de mensen die de pneumokokkenvaccinatie kreeg, heeft daardoor geen griepvaccinatie gekregen. Dat is heel vervelend. We hopen dat er een nalevering komt, maar het lijkt erop dat de vaccins inmiddels schaars zijn. Ik ga ervan uit dat we deze werkwijze er voortaan in houden. De voordelen zijn groot. Patiënten komen elkaar niet tegen, hebben minder parkeerproblemen en zijn snel weer klaar. We weten nu hoe we het kunnen organiseren. Maar hopelijk volgend jaar zonder mondkapjes en pakken.’

26

de Dokter 6/2020


FOTO: HENK VEENSTR A

Huisartsenpraktijken in Oosterwolde

‘Nog nooit zo snel geprikt’

D

rie huisartsenpraktijken uit Oosterwolde organiseerden samen een griepvaccinatie-dag in de sporthal. Van half 8 ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds werd er geprikt, vertelt praktijkmanager Ankie Sijbinga.

rond de 2000 gezien. Daar waren ook mensen bij die de griepprik eerder niet nodig vonden. En er was een groep die ook de pneumokokkenvaccinatie kreeg. We hadden voor deze dag genoeg vaccins, maar voor de inhaaldag moeten we bijbestellen. Het is afwachten ‘We zijn naar de sporthal uithoeveel we er krijgen. geweken, omdat daar ruimte Alle vaccinaties op één dag, is om een grote groep mensen misschien moeten we het veilig te vaccineren. We hadvolgend jaar weer zo doen. Een den negen prikkers klaar staan; sporthal klinkt massaal, maar twee tot vier prikstraten per je kunt patiënten goed over de praktijk. Elke patiënt ging naar dag verspreiden en snel laten de prikstraat van de eigen doorstromen. Mensen waren huisarts. heel tevreden. Ze zeiden dat Er waren zo’n 3500 patiënten ze nog nooit zo snel waren uitgenodigd, we hebben er geprikt.” ¶

de Dokter 6/2020

27

Dreigend tekort aan vaccins Vanuit het RIVM worden patiënten nu actief geïnformeerd over het mogelijke vaccintekort en het belang om voorrang te geven aan mensen die het meeste baat hebben bij de griepprik. Concreet worden patiënten van 60 tot en met 69 jaar zonder medische indicatie verzocht nu niet in te gaan op de uitnodiging voor de griepprik. Het RIVM communiceert dit via de landelijke, regionale en lokale media. Als huisarts kunt u die oproep ook delen met uw eigen patiënten, bijvoorbeeld via uw praktijkwebsite of nieuwsbrief. U kunt hierbij verwijzen naar de publieksinformatie van het RIVM op www.rivm.nl/griep-griepprik/griepprik. Op deze pagina staan ook veelgestelde vragen.


OVERLEGTEAMS HUISARTSEN IN DIALOOG MET ZORGVERZEKERAARS ‘JE KRIJGT NIET ALLES WAT JE VRAAGT’ De overlegteams huisartsen (OTH’s) hebben de dialoog met de zorgverzekeraars een stuk gelijkwaardiger en intensiever gemaakt. Maar worden de contracten er ook beter van? De ervaringen van de overlegteams CZ en Zilveren Kruis met het contracteringsproces voor 2021. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE FOTOGR AFIE: MIR JAM VAN DER LINDEN EN ROB TER BEKKE

A

cht zorgverzekeraars, acht overlegteams. Zo heeft de LHV het overleg twee jaar geleden opgetuigd. En met succes: de acht teams staan er stevig voor. Ze hebben een overlegtraining gehad, houden geregeld themasessies, worden inhoudelijk door LHV-experts bijgestaan en wisselen kennis uit. Gaandeweg bouwen ze meer kennis en expertise op. Dat versterkt hun positie in de periode waarin het contractvoorstel van de zorgverzekeraar scherp wordt geslepen. Bij de meeste zorgverzekeraars is dat een tweejaarlijks proces. In elk team zitten de afgevaardigden van de betrokken LHVkringen en in een enkel geval ook afgevaardigden van InEen. De meeste OTH’s zijn verbonden met een klankbordteam. Daarin zitten huisartsen uit de kringen in de gebieden waar de zorgverzekeraar preferent is. Ook zitten er in elk OTH twee vaste LHV-adviseurs, onder wie Patricia Brands en Peter Izeboud.

◼◼ WETEN WAT ER SPEELT Izeboud is lid van het OTH Zilveren Kruis. ‘Twee jaar geleden zat de relatie met deze zorgverzekeraar op een dieptepunt’, vertelt hij. ‘We waren zelfs een rechtszaak aan het voorbereiden om af te dwingen dat Zilveren Kruis zich aan het hoofdlijnenakkoord 2019-2022 zou houden, maar ze zijn net op tijd bijgedraaid. Sindsdien is de relatie wel een stuk beter geworden.’ De teams mogen vanwege de Mededingingswet niet onderhandelen, alleen overleggen. In het overleg met de zorgverzekeraar houden ze zich aan de ‘do’s en dont’s’ zoals deze door de

OVERLEGTEAM CZ: TOM REITH EN HARRO DEN HARTOG

‘Steeds kleine stapjes vooruit’

T

Huisarts Tom Reith

om Reith (huisarts in Heeswijk Dinther) en Harro den Hartog (huisarts in Ridderkerk) zijn lid van het overlegteam CZ. Ze halen niet alles binnen wat ze zouden willen, maar zijn wel tevreden over het resultaat. ‘De sfeer is goed. Er wordt goed geluisterd, al zijn we het niet altijd met elkaar eens. Maar we hebben een gezamenlijk belang: zo goed mogelijke zorg voor patiënten’, vertelt Reith. ‘CZ bewaakt de kosten en bepaalt wat er uiteindelijk in het contract komt te staan. Wij proberen daar binnen de geldende kaders zoveel mogelijk invloed op te hebben. We brengen de onderwerpen en knelpunten in die voor huisartsen belangrijk zijn. Vanuit de dagelijkse praktijk weten we wat er nodig is, wat wel werkt en wat niet.’ Om contact te houden met de achterban spart het OTH tussentijds met een klankbord-

28

de Dokter 6/2020

groep over de voortgang van het overleg. Die klankbordgroep haalt op haar beurt input uit de kringen die zij vertegenwoordigt. Het contractvoorstel dat half september bij huisartsen binnenkomt, is daardoor in grote lijnen al bekend.

Bereikte resultaten Het OTH heeft zich ervoor ingezet dat de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord worden nagekomen. Den Hartog: ‘Het hoofddoel is ‘meer tijd voor de patiënt’. Een van de manieren om dat te bereiken, is meer ondersteunend personeel. Daar hebben we veel met CZ over gesproken. CZ heeft in het contract 2021 een module opgenomen om extra personeel aan te nemen. De module geeft recht op een vergoeding voor het inwerken. Volgens CZ moeten die extra functionarissen zichzelf na twee jaar kunnen terugverdienen. Wij hebben er ernstige


LHV en de ACM zijn opgesteld. ‘We bepalen vooraf onze strategie en doelstellingen, ook samen met InEen, zodat we niet tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld. Doordat wij input krijgen van LHV-experts en de andere OTH-teams weten we ook wat er speelt bij andere zorgverzekeraars. Soms kennen wij de feiten en cijfers beter dan de mensen van Zilveren Kruis. Als er problemen zijn waar wij met onze gesprekspartners niet uitkomen, is het soms nodig om te escaleren naar directie- of bestuursniveau. We laten ons dus niet met een kluitje in het riet sturen, maar blijven wel in contact.’ Izeboud weet zeker dat de inzet van OTH’s verschil maakt. ‘Maar uiteindelijk is het de verzekeraar die bepaalt wat er in het contract staat. Er zijn altijd dingen die wij liever anders hadden gewild. Dat hoort erbij. Als het echt belangrijk is, komen we er de volgende contracteringsronde weer op terug.’ Soms mist Izeboud een integrale blik aan de kant van de zorgverzekeraar. ‘De zorgverzekeraar werkt met aparte teams voor de huisartsenzorg, de specialistische zorg en andere zorgsoorten. Als de huisartsen zorg uit de eerste lijn overnemen, bespaart dat kosten in de tweede lijn. Zo wordt dat echter niet benaderd, omdat elk inkoopteam zijn eigen doelstellingen meekrijgt. Je zou wensen dat er met een bredere blik naar zorgkosten wordt gekeken.’ ◼◼ TRAINING TEAMS Patricia Brands, regiocoördinator van Zuidwest-Nederland, ondersteunt verschillende OTH’s, waaronder het team dat overlegt met CZ. Ook zorgt zij er met collega’s voor dat alle OTH’s goed worden toegerust. ‘Voor nieuwe OTH-leden

organiseren we jaarlijks een training over de financiering van de huisartsenzorg, de taak van de zorgverzekeraars en de manier waarop de governance is geregeld. Daarnaast organiseren we voor alle OTH-leden themasessies met LHV-experts, bijvoorbeeld over de coronafinanciering, de NZa-regelgeving of de financiering van de verschillende segmenten. Doordat de OTH’s kennis en inzichten met elkaar delen, staat elk team sterker in het overleg. Bij uitwisseling bleek bijvoorbeeld dat elke zorgverzekeraar claimt dat hij in vergelijking met de andere zorgverzekeraars het meest aan huisartsenzorg uitgeeft. Dat kan dus niet waar zijn.’ Een van de succesfactoren voor het overleg is continuïteit van teamleden. Brands: ‘Het werkt beter als het overlegteam aan beide kanten niet te vaak wisselt in samenstelling. Teamleden hebben dan niet alleen meer kennis, maar leren elkaar ook beter kennen. Het helpt ook als er een klik is tussen de overlegpartners. Er zit zeker een subjectief element bij. Per zorgverzekeraar verschilt het, maar over het algemeen verlopen de overleggen constructief.’

‘ Doordat de OTH’s kennis en inzichten met elkaar delen, staat elk team sterker in het overleg’

◼◼ RESULTATEN Een paar jaar geleden was de grote klacht van huisartsen dat ze alleen maar bij het kruisje mochten tekenen. Leiden de inspanningen van de OTH’s tot betere contractvoorstellen?

twijfels bij of dat mogelijk is. Het extra personeel wordt immers niet ingezet om extra patiënten te zien, maar om patiënten meer tijd te geven. Daarnaast is het lastig om iemand aan te nemen als je niet weet of die persoon na twee jaar kan blijven. Tegelijkertijd biedt de module nu wel kansen om te beginnen en te zien of het werkt.’ Het OTH bereikt dus niet alles wat het zou willen, maar maakt wel kleine stappen. ‘We hebben bijvoorbeeld bereikt dat een praktijkmanager niet per se iemand op hbo-niveau hoeft te zijn. Het mag ook een medewerker zijn die binnen de praktijk naar praktijkmanagement is doorgegroeid en een hbo-niveau managementcursus heeft gedaan.’

is nog steeds niet gelukt om voor Brabant en Limburg één preferente zorgverzekeraar af te spreken. CZ en VGZ vinden zichzelf allebei de grootste en weigeren de andere zorgverzekeraar preferent te laten zijn. Dat betekent dat huisartsen en andere zorgaanbieders met twee contracten en dus met verschillende modules, voorwaarden en tarieven te maken hebben. De contracten lopen bovendien niet gelijk. Dit jaar is CZ aan de beurt, volgend jaar komt VGZ met een contract. CZ overweegt nu wel een driejarig contract af te sluiten, zodat de contractperiode over drie jaar gelijkloopt, maar het probleem van de twee preferente zorgverzekeraars is daarmee nog steeds niet opgelost. We hebben dit ook al op landelijk niveau bij de LHV aangekaart. Onze Frustraties hoop is dat het probleem op landelijk niveau Er is één probleem dat het OTH tot grote frustra- wordt opgelost.’ tie van Reith niet heeft kunnen oplossen. ‘Het

de Dokter 6/2020

29

Huisarts Harro den Hartog


a dv er t en t ie

Opioïden in de huisartsenpraktijk & pijn bij ouderen Pijn in de eerste lijn kan lastig zijn. Hoe behandel je als huisarts patiënten met chronische pijn? Wanneer gebruik je sterke analgetica, waaronder opioïden? Maak je andere keuzes bij een kwetsbare oudere patiënt? Wanneer spreek je van doelmatig voorschrijven? En wanneer verwijs je door naar de 2e lijn? De nascholing ‘Opioïden in de huisartsenpraktijk & pijn bij ouderen’ gaat in op deze belangrijke vraagstukken. Een panel van experts geeft hun visie en aanbevelingen. Sprekers

Dr. Kees Vos, huisarts Ruben van Coevorden, hospice-arts Dr. Karin Vos, anesthesioloog en pijnbestrijder

Voor wie?

Deze nascholing is voor huisartsen en apothekers (i.o.)

Accreditatie

Deze nascholing is voor 2 punten geaccrediteerd voor openbaar apothekers en huisartsen

M-NA-NL-08-19-0005

Deze nascholing is mogelijk gemaakt door Grünenthal B.V.

Nascholing pijn begrijpen, behandelen & doorverwijzen: Ga naar de web-tv > www.mednet.nl/opioiden


OVERLEGTEAM ZILVEREN KRUIS: MARK PUL EN STELLA ZONNEVELD Huisarts Mark Pul

‘ Niet meer tegen elkaar uitgespeeld worden’

‘D

‘Dat blijft een lastig punt’, erkent Brands. ‘Het is niet zo dat wij als OTH’s alles kunnen en mogen binnenhalen wat we willen. Maar wij kunnen wel zelf met voorstellen komen, in plaats van af te wachten waar de zorgverzekeraar mee komt. Als we voorstellen goed voorbereiden en onderbouwen, levert dat wel wat op. Ook dit jaar heeft CZ onze voorstellen heel serieus genomen.’ De verwachtingen van het overleg moeten realistisch zijn, zeggen Brands en Izeboud. ‘Bijna driekwart van de vergoedingen binnen de huisartsenzorg is door de NZa vastgesteld. Zo’n 15 procent bestaat uit vergoedingen voor ketenzorg. Er blijft dus maar zo’n 10 procent over voor vrije tarieven. Dat is waar we het met de zorgverzekeraars over hebben. Het belang van het overleg zit misschien nog meer in het gesprek over de toekomst van de huisartsenzorg: wat is er nodig om goede zorg te blijven leveren en de huisartsenzorg overeind te houden. Investeren in de wederzijdse relatie en vertrouwen is daarvoor cruciaal.’ ¶

Webinars Beleid en bekostiging 2021 Wat staat u als huisarts in 2021 te wachten? Welke wijzigingen zijn er in de financiering en wat verandert er aan de inhoud van de huisartsenzorg? De LHV-experts praten u tijdens het webinar bij over de ontwikkelingen voor het komende jaar. In een gratis informatieve online talkshow krijgt u in 1,5 uur een update over 2020, kunt u een breakoutsessie volgen over de contractering met uw verzekeraar of over een ander onderwerp naar keuze en krijgt u een vooruitblik op 2021. Er zijn twee live-uitzendingen: op 19 en 26 november 2020, beide van 19.30 - 21.00 uur. Exclusief voor LHVleden en hun praktijkmanager. Vooraf aanmelden is noodzakelijk. www.lhv.nl/lhv-academie

e besprekingen met Zilveren Kruis gaan echt niet altijd makkelijk, maar de sfeer is goed’, meldt Pul, voorzitter van het OTH. ‘We zitten maandelijks aan tafel, de laatste maanden natuurlijk digitaal. Dat bespaarde heel wat reistijd. Doordat we als LHV-kringen en InEen-zorggroepen samen aan tafel zitten, kunnen we niet meer tegen elkaar worden uitgespeeld, zoals voorheen wel gebeurde. Dat is winst. We hebben als huisartsen en zorggroepen wel eens verschillende belangen, maar het gemeenschappelijk belang is groter.’ Zonneveld was voorheen LHV-kringvoorzitter en zat ook vanuit die hoedanigheid in het OTH. Nu is ze medisch directeur van een Amsterdamse zorggroep en zit ze erin namens InEen. ‘Het is ongelooflijk belangrijk om als huisartsenclubs met elkaar op te trekken. We willen dat de randvoorwaarden voor het uitoefenen van ons vak optimaal zijn. Huisartsen moeten voldoende tijd hebben om goede zorg te kunnen leveren. Als zorggroepen ondersteunen we hen daarbij.’ De inzet voor het contractoverleg 2021 was dat het voor huisartsen niet moeilijk mag zijn om het extra geld aan te spreken dat volgens het hoofdlijnenakkoord voor de huisartsenzorg beschikbaar is. Pul: ‘Daarom hebben wij niet ingezet op één module, maar op een keuzepakket van vier modules. Huisartsen kunnen kiezen tussen de modules zorg op afstand/ICT, een andere organisatie van de huisartsenzorg, meer persoonsgerichte zorg en efficiëntere praktijkvoering. Bij die laatste module wordt een scan uitgevoerd om te kijken of een praktijk efficiënter kan worden ingericht. Welke module een huisarts ook kiest, het doel is dat het meer tijd voor de patiënt oplevert.’ Het OTH heeft ook over langere consulttijden gesproken en het effect daarvan op de kwaliteit van de patiëntenzorg. ‘Maar als elk consult verlengd wordt tot 15 mi-

de Dokter 6/2020

31

nuten, neemt het huisartsentekort alleen maar toe. We moeten dus ook naar andere oplossingen kijken.’ Het OTH blijft daarbij aandacht vragen voor het grote, onderliggende probleem, zegt Zonneveld. ‘Wij merken allemaal dat we als huisartsen tegen grenzen aanlopen. We kunnen niet steeds meer doen in dezelfde tijd, met dezelfde bemensing en organisatie van de praktijk. Dat is een punt dat landelijk speelt en waar we het met elkaar en met alle zorgverzekeraars over moeten blijven hebben.’ Het heeft volgens hen beiden meerwaarde dat alle OTH’s samen een netwerk vormen. ‘De gecoördineerde aanpak, samen met de ondersteuning door het LHV-bureau en de input van LHV-experts, dragen eraan bij dat de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord daadwerkelijk worden nagekomen. Door landelijk samen te werken, staan we er als huisartsen ook in de regio een stuk sterker voor.’

Stella Zonneveld (huisarts en medisch directeur zorggroep Amsterdam


a dv er t en t ie

Hier stond een advertentie


LHV Nieuws Uw verhaal in het decembernummer?

DEEL UW LICHTPUNTJE Was er de afgelopen maanden een moment waar u nog met een glimlach aan terugdenkt? Een gesprek met een patiënt of een collega dat voor luchtigheid of zelfs hilariteit zorgde? Voor het decembernummer zijn wij op

zoek naar lichtpuntjes. Anekdotes en korte verhalen die passen in een opbeurende collage over het huisartsenvak. Deel uw verhaal in zo’n 100 tot 250 woorden. En wie weet, zorgt uw lichtpuntje in het december-

Mailen kan naar dedokter@lhv.nl, vermeld in het onderwerp ‘lichtpuntje’.

Uw mening telt

Nieuw contract biedt mogelijkheden voor ‘vaste waarneming’ Een nieuw contract voor langdurige waarnemingen, dat is het succesvolle resultaat van intensief contact tussen de LHV en de Belastingdienst. Met deze goedgekeurde overeenkomst ontstaat een beter werkbare situatie in de huisartsenpraktijk. De LHV wilde meer zekerheid over langere opdrachten binnen de wettelijke kaders van de Wet DBA. We stelden de Belastingdienst een nieuw contract voor dat langere samenwerking tussen een praktijkhouder en een waarnemend huisarts mogelijk maakt, zonder onbedoelde fiscale gevolgen. Het traject met de Belastingdienst is nu

nummer voor eenzelfde lach bij collega-dokters.

succesvol afgerond. LHVvoorzitter Ella Kalsbeek is blij met deze nieuwe overeenkomst. ‘Door alle onduidelijkheid rond de Wet DBA en de ongeschiktheid van de door het kabinet aangekondigde webmodule biedt dit een deel van de huisartsen extra zekerheid. Al is het niet het ei van Columbus dat alle toekomstige fiscale onzekerheid wegpoetst. Voor 100 procent fiscale zekerheid zijn langdurig vaste waarnemingen niet de juiste vorm van samenwerken.’ De overeenkomst van praktijkmedewerking komt per januari 2021 voor u als LHV-lid beschikbaar in de bekende LHV-contractgenerator.

Doe digitaal mee met MOVE Project MOVE (Moderniseren Vereniging), wat weet u daarvan? Wist u bijvoorbeeld dat het een project is van collegahuisartsen in de landelijke Ledenraad om te komen tot een toekomstbestendige, sterke en wendbare vereniging? Welke kant wilt u op? Tot maart 2021 heeft u met MOVE een podium om online uw mening te

geven en mee te discussiëren. Meld u aan voor de online ledenbijeenkomst op: ◼ Maandag 9 november 12:00 - 13:30 uur ◼ Dinsdag 1 december 17:00 - 18:30 uur Lees meer op www.lhv.nl/ modernisering-vereniging

Webinar Beleid en bekostiging 2021 LHV-experts praten u online bij over wijzigingen in financiering en inhoud van de huisartenzorg in het nieuwe jaar. Als LHV-lid kunt u (en uw praktijkmanager) kiezen voor een live-uitzending op donderdagavond

de Dokter 6/2020

33

19 of 26 november (19.30 - 21.00 uur). Voor het volgen onderhoudende en informatieve talkshow krijgt u 2 accreditatiepunten. Deelname is gratis en aanmelden noodzakelijk. www.lhv.nl/lhv-academie


wisselcolumn Rutger Verhoeff, huisarts in Amsterdam

E

én van de twee belangrijkste adviezen die ik ooit van mijn opleider heb gehad is dat ik als huisarts altijd zelf het beleid bij mijn patiënt moet bepalen en niet dat van een collega-huisarts moet overnemen. Het andere is dat ik altijd goed moet blijven luisteren. In één van de vele nachtdiensten die ik inmiddels heb gedaan, vergat ik beide. De assistente van de nachtdienst wijst me op het enige overgebleven contact van de avonddienst. Het is een telefonisch consult met een zekere meneer Koele, een achtenveertigjarige man. Hij is een bekende van de GGZ, hij ziet het niet meer zitten en hij heeft zelfmoordgedachten. ‘Mag ik je een tip geven? Hij heeft deze week vaker gebeld. Gewoon even zijn verhaal aanhoren, dan ben je snel klaar,’ adviseert de assistente mij.

‘ Gewoon even zijn verhaal aanhoren, dan ben je snel klaar’ Ik ken meneer Koele niet en de assistente wel, dus neem ik haar advies ter harte. ‘Het gaat niet goed met me, dokter.’ Meneer Koele klinkt vriendelijk. ‘Oh vertel, wat is er aan de hand?’ Mijn vraag is voor hem het startschot om uitgebreid zijn levensverhaal te doen. Hij vertelt dat zijn vrouw hem een paar jaar geleden verlaten heeft, dat hij zijn kinderen niet

34

de Dokter 6/2020

meer ziet, dat hij door allerlei lichamelijke beperkingen niet kan werken, dat hij alcoholist geweest is en dat hij als klap op de vuurpijl deze week te horen heeft gekregen dat zijn hond ongeneeslijk ziek is. Tussen neus en lippen door meldt hij kort zijn zelfmoordgedachte: van een hoog gebouw springen. Ik hoor het allemaal aan en herinner mezelf aan de woorden van de assistente. De tijd tikt ondertussen door en ik merk dat mijn aandacht af en toe afdwaalt naar de wachtkamer, die langzaam begint vol te lopen. Bij twintig minuten vind ik het welletjes en breek ik abrupt in. ‘Meneer Koelewijn, ik moet u onderbreken.’ De stemming aan de andere kant van de lijn slaat ineens om. ‘Wat zegt u?! Koele-wijn?! Heeft u wel goed naar mij geluisterd?! Mijn naam is Koele!’ Binnen enkele seconden heb ik door wat voor een blunder ik begaan heb. ‘Ik vertel net dat ik alcoholist ben geweest! En dan zegt u wijn!’ Ik verzwijg wijselijk dat de ongelukkige verspreking het gevolg is van zijn zelfmoordplan en een bekend Nederlands liedje ‘Kom van dat dak af,’ dat ironisch genoeg afkomstig is van de Nederlandse zanger Peter Koele-wijn en probeer te redden wat er te redden valt. ‘Excuus meneer Koele, hoe kan ik nu het beste helpen?’ ‘Dan wil ik nu een gesprek met de crisisdienst.’ Ik kijk naar mijn horloge en schud mijn hoofd. Had ik mijn eigen koers maar gevaren. ¶

FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

Koele-wijn


a dv er t en t ie

Waarom hebben meer dan 1400 huisartsen al gekozen voor een wachtkamerscherm van IDS Nederland? IDS Nederland ontzorgt al ruim 30 jaar de huisarts met wachtkamercommunicatie. Dit doen wij o.a. middels het coördineren en tentoonstellen van up-to-date en relevante gezondheidsinformatie. Daarbinnen coördineert IDS Nederland het contentaanbod van een groot aantal contentproviders zoals:

Uit onze missie om huisartsen te ontzorgen en om het consult te stimuleren heeft IDS Nederland een nieuwe digitale dienst ontwikkeld waarbij relevante content voorop staat. Daarbij leveren wij naast het scherm een all-in service waaronder de installatie, content, actueel gezondheidsnieuws, templates voor uw eigen content en zelfs de plaatsing daarvan als u niet de tijd kunt vinden om uw eigen praktijkinformatie te delen.

€1,per dag Beeldscherm

Installatie

Huisartsenpraktijk Lupine Alphen a/d Rijn “Het voordeel van het wachtkamerscherm vind ik dat we altijd up to date zijn. Wij kunnen onze informatie er makkelijk op kwijt en IDS houdt goed in de gaten wat er op het moment actueel is en nog belangrijker: spelen daar ook op in. Patiënten ervaren het ook als heel prettig. Het invoeren van eigen informatie gaat erg gebruiksvriendelijk.

Wat de service betreft, is IDS top! Altijd vriendelijk, behulpzaam en vragen worden direct opgepakt en opgelost.“

Alles inclusief

Software Vraag nu een vrijblijvende demo aan en ontvang de eerste drie maanden gratis.

Support

Content

Onderhoud

Scan de code of kijk op ids-nederland.nl/dedokter


a dv er t en t ie

Hier stond een advertentie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.