LHV Ledenblad De Dokter, nummer 7, december 2020, jaargang 11

Page 1

#M7BER 2

CE DE

Uitbreiding

LHVMENTORPROJECT

EÉN REGIONAAL TEAM VOOR COVID-ZORG THUIS

‘Huisartsen en wijkverpleegkundigen dragen bij aan veilig vangnet’ MOVE Naar een wendbare LHV voor alle huisartsen

Toekomst ANW-zorg Spoed is vooral samen

Nieuwe bestuursleden Waar gaan en staan ze voor?

0

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

02

deDokter


a dv er t en t ie

Wij werken aan het online HIS van de toekomst

Huisartsen blijven in de lead. In samenwerking met Online Department en anderen, zijn wij gestart met het ontwikkelen van uw toekomstige online HIS (Huisarts Informatie Systeem). Meer info op www.omnihis.nl


Ella Kalsbeek voorzitterscolumn Hoopvol

I

s er licht in de duisternis, nu er meerdere vaccins tegen COVID-19 onderweg zijn? Misschien is dit het perspectief waar we naar zochten, hoopgevend is het in ieder geval. Momenteel zijn er nog de nodige vragen over het wanneer en in welke hoeveelheid beschikbaar komen van de vaccins. Wel weten we welke doelgroepen van de overheid prioriteit krijgen bij de vaccinatie. In alle LHV-kringen zijn in de afgelopen weken de argumenten en meningen van huisartsen verzameld over de rol van huisartsen in de COVID-vaccinatie. Na een gedegen afweging en na hun oor te luister hebben gelegd bij hun achterban, heeft de de LHV-ledenraad er op het moment van schrijven van deze column mee ingestemd dat huisartsen een deel van de doelgroep gaan vaccineren. Zeker, een extra taak op het toch al volle bord. Tegelijkertijd een enorme maatschappelijke bijdrage. Met de bereidheid van huisartsen om een extra stap naar voren te doen ben

ik heel blij. Het is passend bij hun positie: centraal in de zorg en centraal voor hun patiënten. Een positie om trots op te zijn. In veel regio’s zijn in de afgelopen periode bovendien samenwerkingen tot stand gekomen tussen huisartsen en ziekenhuizen, in de zorg voor COVID-patiënten thuis. Eerst in een regio, en -mede via het LHV-netwerk- al snel ook elders. De snelheid waarmee huisartsen die zorg op zich hebben genomen, toont maar weer eens de flexibiliteit waar de beroepsgroep om bekend staat. Ook onder de indruk was ik van het verhaal van een huisarts dat Trouw haalde: zij voorkwam ziekenhuisopname van twee hoogbejaarde coronapatiënten. Hun dochters sprongen in voor de dagelijkse zorg voor hun ouders, namen beiden een week vrij van hun werk en isoleerden zichzelf in een vakantiehuisje dichtbij. Dagelijks zijn de dochters bij hun ouders langs geweest, terwijl de huisartsen hen voorzagen van persoonlijke beschermingsmiddelen, telefonisch op de hoogte bleven en waar nodig

‘ Een enorme maatschappelijke bijdrage’

de mantelzorgers coachten. Topvoorbeeld van dicht bij je patiënten staan en hen kennen. We kunnen voorzichtig hoopvol zijn. Aan de huisartsen zal het zeker niet liggen. ¶ Ella Kalsbeek

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.200 exemplaren Elfde jaargang, nr 7 december 2020 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, David Renkema, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Tekst & Beeld Berber Bijma, Simone de Blouw, Erik van der Burgt, Sytse Dijkstra, Aad Goudappel, Jelmer de Haas, Corien Lambregtse, Arno Massee, Jaap Schaaf, Roy Soetekouw, Bas van Spankeren, Els Wiegant

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

de Dokter 7/2020

3

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


0 02 #M7BER 2

deDokter

CE DE

inhoud december 2020

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

Uitbreiding

LHVMENTORPROJECT

22

EÉN REGIONAAL TEAM VOOR COVID-ZORG THUIS

‘Huisartsen en wijkverpleegkundigen dragen bij aan veilig vangnet’ MOVE Naar een wendbare LHV voor alle huisartsen

06 15

08

16

Covid-zorg

LHV in beweging

In het hele land ontstaan nieuwe vormen van samenwerking. Vier huisartsen vertellen.

‘Met MOVE willen we zorgen dat ieder lid een gelijke stem heeft in de LHV’

Toekomst ANW-zorg Spoed is vooral samen

Nieuwe bestuursleden Waar gaan en staan ze voor?

BINNENKIJKEN Peuterspeelzaal maakt plaats voor modern gezondheidscentrum.

VIJF VRAGEN Het laatste nieuws over de wet DBA

20 30

'Topsport heeft mij gevormd en me dingen geleerd die in mijn werk als huisarts terugkomen.'

MIJN PRAKTIJKSTART

37 38

26

MIJN WERK EN IK

'Je kunt goede vriendinnen zijn maar ben je daarmee ook goede maten?'

Nieuwe bestuurders Aard Verdaasdonk en Hilly ter Veer versterken het landelijk bestuur. Maak kennis met twee ervaren bestuurders. Waar staan en gaan ze voor?

NIEUWS WISSELCOLUMN Sofie de Haan treft een regenponcho aan als beschermingsmiddel.

‘M

ooi dat de LHV meeverandert met de tijd. Interessant artikel over de werkgroep MOVE, over de vernieuwing van de verenigingsstructuur en nieuwe samenwerkingsvormen. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor regionale samenwerking. Je ziet dat elke regio andere problemen heeft en dus ook andere

oplossingen nodig heeft. Noord-Limburg verschilt al van Zuid-Limburg. Er is niet één model dat je overal kunt toepassen. Het lijkt mij een heel goed idee dat zorggroepen en LHV-kringen meer gaan samenwerken, zoals ze dat nu in Nijmegen uitproberen. Het is gewoon niet efficiënt dat er op twee verschillende plekken over dezelfde

4

onderwerpen wordt vergaderd en beslist. Dat kan veel sneller en doelmatiger. Hopelijk gaan we horen wat de samenwerking in Nijmegen oplevert en kunnen andere regio’s daarvan leren. Het artikel over zorg in coronatijd is heel herkenbaar. Hoe ernstig het virus ook is, deze tijd biedt ongelooflijk veel kansen om meer samen te

de Dokter 7/2020

FOTO: MICHEL WOLF

quickscan van... Léon Henskens, praktijkhoudend huisarts, groepspraktijk Venlo


quotes ‘Ik hoef geen rol te spelen, huisarts is wie ik ben’ Aard Verdaasdonk, huisarts en nieuw LHV-bestuurslid (pagina 26)

32 ANW-zorg Welke lessen leren we in coronatijd? Hoe ziet de VWS-houtskoolschets eruit? Een blik achter de schermen van het vraagstuk toekomst spoedzorg.

‘De praktijk samen runnen tot we oud zijn, dat voelt goed’ Huisarts Nanette Lameijn (pagina 30)

‘Wat je aan anderen geeft, maakt jezelf ook gelukkig’ Barend van Duin, mentor en gepensioneerd huisarts (pagina 22)

werken en nieuwe dingen uit te proberen. Er is heel veel creativiteit losgekomen. Wij werken in onze praktijk nu ook veel meer samen met specialisten in het ziekenhuis. Ook zijn we met 15-minutenconsulten gaan werken. Dat levert niet alleen meer tijd op voor de patiënt, maar zorgt ook voor rust. Wij werken hier met vijf maten, niemand van ons wil terug naar hoe het was.’¶

‘Telkens als we op de bouw kwamen, troffen we onze eigen patiënten’ Huisarts Jan Brandenburg (pagina 6)

de Dokter 7/2020

5


binnenkijken Huisartsenpraktijk & Apotheek De Lutte TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: SIMONE MICHELLE

‘Ontzettend blij met mijn op maat gemaakte hoog-laagbureau’

Licht en modern, maar niet klinisch

O Veel glas in de voor- en achtergevel vangt zoveel mogelijk daglicht

Bij huisartsenpraktijk De Lutte werken 2 huisartsen, 4 apothekersassistenten, 1 doktersassistent, 1 POH (somatiek) en 2 POH’s-GGZ. De praktijk is nog op zoek naar een POH voor de ouderenzorg.

6

p de plek waar Jan Brandenburg zo’n 35 jaar geleden knutselwerkjes maakte, zorgt hij nu als huisarts voor zijn dorpsgenoten, samen met duocollega Anneke Elferink. Een paar jaar geleden kochten ze samen met de fysiotherapiepraktijk uit het dorp, de oude peuterspeelzaal van De Lutte, die toen al jaren leegstond. Het gebouwtje maakte plaats voor een modern, licht gezondheidscentrum. Brandenburg en Elferink hebben een apotheekhoudende praktijk en samen met de fysiotherapeuten verhuren ze ruimte aan verscheidene eerstelijns zorgverleners, zodat De Lutte sinds deze zomer ‘een heel compleet zorgaanbod’ heeft. Sinds de verhuizing vanuit een praktijkruimte-aan-huis is er eindelijk ook plek voor een doktersassistente met een eigen spreekuur. ‘Die neemt ons heel wat werk uit handen’,

de Dokter 7/2020

vertelt Elferink. Brandenburg werd al tijdens zijn medicijnenstudie benaderd door projectontwikkelaars die ‘iets’ wilden met de leegstaande peuterspeelzaal in zijn geboorteplaats. Zijn vader was toen nog huisarts in De Lutte. Hij liet zich niet onder druk zetten. ‘Eerst besloot ik medicijnen te gaan studeren, toen om huisarts te worden en uiteindelijk om mijn vader op te volgen. Ik wilde in mijn eigen tempo beslissingen nemen en ben blij dat we nu zelf eigenaar zijn van het gezondheidscentrum.’ Elferink kwam als waarnemer bij Brandenburg werken toen hij net serieus naar nieuwe praktijkruimte begon te kijken. Een paar jaar later werd ze zijn duocollega. ‘Uiteindelijk hebben we het hele proces mooi samen kunnen doen’, vertelt ze. De basiskleur van de praktijk is groen:


Huisartsen Jan Brandenburg en Anneke Elferink

De grote open hal met vide biedt bezoekers een fijne binnenkomst

Een van de weinige dingen die meeverhuisden uit de oude praktijk: een schilderij van Klaas Bernink. ‘De afgebeelde boerderij is van een van onze patiënten’

een verwijzing naar de mooie natuur waar Lutte om bekend staat. ‘We wilden geen klinische uitstraling, vandaar ook de vloer met houtprint. In de onderzoekskamers en de apotheek wilden we die klinische uitstraling juist wél; daar zijn de vloeren grijs.’ Ze zijn trots op het resultaat en misschien nog wel meer op het proces: vrijwel alle partijen die bij de bouw van het nieuwe centrum betrokken waren, komen uit het dorp of de streek. Serieuze hobbels waren er niet. Brandenburg: ‘Telkens als we op de bouw kwamen, troffen we onze eigen patiënten.’ Elferink: ‘En die deden méér dan hun best.’ ¶

Zelfs in de op maat gemaakte pantry’s komt de basiskleur groen terug

de Dokter 7/2020

7


NIEUWE VORMEN VAN SAMENWERKING KOMEN TOT BLOEI

(HUISARTSEN)ZORG IN COVID-TIJD De huisartsenzorg zette zich bij het begin van de herfst schrap voor de tweede golf. De reguliere zorg moest overeind blijven, kwetsbare patiënten moesten goede zorg krijgen. Hoe verloopt dat tot nu toe? Wat zijn de knelpunten? Waar zetten huisartsen een stapje extra? Vier verhalen uit het land, over zorg in Covid-tijd. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE // FOTOGR AFIE: ROY SOETEKOUW

Guido Adriaansens, huisarts in Beuningen en Monique Jansen Schuiling, coördinator palliatieve zorg bij de ZZG Zorgroep

8

de Dokter 7/2020


Eén regionaal coronateam wijkverpleging in Zuid-Gelderland

I

n Zuid-Gelderland hebben huisartsen en wijkverpleging elkaar gevonden in de zorg voor thuiswonende Covid-patiënten. De 200 huisartsen in Zuid-Gelderland hoeven maar 1 telefoonnummer te bellen als een patiënt met Covid-19 zorg thuis nodig heeft. Dan komt meteen het regionale coronateam in actie. De samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen in Zuid-Gelderland is dus beter dan ooit, vertelt Guido Adriaansens, huisarts in Beuningen, huisartscoördinator ‘Juiste zorg op de juiste plek’ en lid van het crisisteam regio Nijmegen. ‘Het probleem van de wijkverpleging is dat er heel veel aanbieders zijn waar je als huisarts mee moet overleggen. Maar voor Covid-patiënten hebben de wijkverplegingsorganisaties dat geweldig opgelost. Ze hebben gezamenlijk een coronateam opgericht dat snel, veilig en efficiënt in de hele regio wordt ingezet.’

◼◼ EÉN TEAM, ÉÉN NUMMER Monique Jansen Schuiling, coördinator palliatieve zorg bij de ZZG Zorgroep, is een van de bedenkers van die oplossing. ‘Ik heb in maart met een aantal collega’s van andere wijkverplegingsorganisaties het Regionale Coronateam Wijkverpleging Zuid-Gelderland opgericht. Ons eerste doel was dat we het veilig wilden maken voor cliënten, want de angst om het virus via de zorg op te lopen is groot. Doordat we de Covid-zorg hebben gescheiden van de reguliere zorg, durven reguliere cliënten nog wel zorg te ontvangen. We hebben het afgekeken van de huisartsen; die hebben tijdens de eerste coronagolf de patiëntenstromen ook 24/7 gescheiden.’ ‘We hebben nu één regionaal coronateam, bestaande uit mbo- en hbo-verpleegkundigen, die in korte tijd veel ervaring opdoen in de zorg voor Covid-cliënten. Ook is er één telefoonnummer dat huisartsen, ziekenhuizen en andere aanbieders wijkverpleging kunnen bellen om te overleggen over coronazorg voor nieuwe of bekende cliënten. Een voordeel is ook dat we

maar één team hoeven uit te rusten met de volle Covid-uitrusting, waardoor we veel efficiënter met beschermingsmiddelen omgaan. Dat was heel erg van belang toen de middelen schaars waren.’ Voor alle (verdachte) Covid-cliënten in ZuidGelderland die zorg thuis nodig hebben, is dankzij het coronateam 24/7 dezelfde goede zorg beschikbaar, ongeacht de aanbieder van wie de cliënt zorg ontvangt. Daar is Jansen Schuiling trots op. ‘We laten als coronateam wijkverpleging zien dat we door goede samenwerking in de 1e lijn eigenlijk alle zorg thuis kunnen bieden. Van preventieve, tot curatieve en palliatieve zorg.” ◼◼ JUISTE ZORG OP JUISTE PLEK ‘Door de juiste zorg op de juiste plek te geven, ontlasten we de ziekenhuizen en besparen we kosten’, meent Adriaansens. ‘Deze crisis laat zien dat huisartsen in samenwerking met wijkverpleegkundigen bijdragen aan een veilig vangnet voor kwetsbare patiënten thuis. Cliënten kunnen bijvoorbeeld thuis zuurstof krijgen, waardoor ze niet naar het ziekenhuis hoeven of eerder naar huis mogen. Huisartsen, longartsen van drie ziekenhuizen en gespecialiseerde (wijk)verpleegkundigen hebben hiervoor in slechts 2 weken een protocol opgesteld. Dat hadden we zonder corona nooit voor elkaar gekregen.’ De kracht van de samenwerking zit volgens hem in de intensieve relaties die de laatste jaren op organisatorisch en bestuurlijk niveau zijn opgebouwd. ‘Deze samenwerking biedt perspectief voor een toekomst waarin huisartsenzorg en ouderenzorg dichter bij elkaar kunnen komen. Ik hoop dat we vaker tot dit soort samenwerkingen kunnen komen.’ Die gedachte wordt door de ZZG zorggroep gedeeld. Op bestuurlijk niveau is er intussen besloten om meer en intensiever te gaan samenwerken in de wijk, maar ook met de huisartsen en de huisartsenposten, zodat mensen thuis betere zorg krijgen.

‘Een voordeel is ook dat we maar één team hoeven uit te rusten met de volle Coviduitrusting’

de Dokter 7/2020

9

LHV-Covidpanel De LHV peilt elke twee weken bij het LHV-Covidpanel hoe de huisartsenzorg ervoor staat. 'De peiling bestaat uit enkele vaste vragen en soms wat extra vragen over een actueel thema’, meldt Monique Roedoe, manager Communicatie & Public Affairs van de LHV. 'De vragen aan waarnemend huisartsen zijn op onderdelen net iets anders dan aan praktijkhoudend huisartsen, zodat we beide perspectieven meenemen. De vaste vragen gaan onder meer over personeelsuitval door Covid-19, beschikbaarheid van beschermingsmiddelen, opschaling van de zorg naar centrale locaties, de mogelijkheden voor doorverwijzen en de zorg voor kwetsbaren en ouderen.' Door de vaste vragen te herhalen, komen de trends in beeld. 'We zien waar huisartsen behoefte aan hebben en waar de knelpunten zitten. Die kaarten we dan meteen aan bij het ministerie van VWS, de GGD, zorgverzekeraars en andere partijen in het veld, om oplossingen te vinden. Want de huisartsenzorg moet doorgaan, zowel voor Covid- als niet-Covid-patiënten.” De LHV is blij met de betrokkenheid van leden: in korte tijd meldden zich 1000 huisartsen uit het hele land en van alle leeftijden aan voor het panel. De Covid-19 trendmeting wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau MWM2. Het panel wordt mogelijk ook ingezet voor peilingen over andere thema’s.


voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen en afspraken gemaakt over wat ze zouden doen. Bij een verslechtering van de situatie zouden ze onmiddellijk contact met mij opnemen. In de week erna hebben we geregeld contact gehad. Na een paar dagen ging het weer beter. Aan het eind van de week waren de ouders klachtenvrij en kon de isolatie worden beëindigd.’ Benthem heeft de dochters een groot compliment gemaakt. ‘Ik vind het heel mooi dat zij het als mantelzorgers mogelijk hebben gemaakt dat hun vader niet naar het ziekenhuis hoefde. Dat allerlaatste bedje bleef dus vrij voor iemand anders. Het is een voorbeeld dat laat zien dat we dingen kunnen doen om de ziekenhuizen te ontlasten. Natuurlijk heeft niet iedereen kinderen die een week vrij kunnen nemen om mantelzorger te worden. Dat hoeft ook niet. Maar laten we wel kijken wie wat kan doen, en daarbij out-of-the-box denken.’ ‘Ik hoorde een longarts pas bezorgd zeggen: "Als het zo doorgaat, hebben we niet genoeg zorgpersoneel en moeten we nog een beroep doen op mantelzorgers". Het klonk alsof dat het ernstigste scenario zou zijn. Maar ik denk: vraag mantelzorgers juist om te helpen, als we daarmee de mensen in de zorg ontlasten. Geef patiënten de mogelijkheid om thuis medicatie te krijgen en zelf hun saturatie en temperatuur te meten, zodat ze niet naar het ziekenhuis hoeven. Ik weet zeker dat we veel meer kunnen doen om de zorg te ontlasten als we het met z’n allen doen. Op die manier bereiken we wel dat de reguliere zorg voor andere patiënten zoveel mogelijk door kan gaan.’

‘Laten we kijken wie wat kan doen en daarbij out-of-the-box denken’

Saskia Benthem, huisarts in Afferden

Mantelzorgers en huisarts: sterk team in Afferden

B

ij alle berichten over stijgende coronaaantallen en toenemende druk op ziekenhuizen, vraagt Saskia Benthem, huisarts in Afferden, zich maar één ding af: ‘Hoe kan ik helpen? Waar kunnen wij als huisartsen bijspringen om de ziekenhuizen te ontlasten? Hoe kunnen wij er met z’n allen aan bijdragen dat de reguliere zorg zoveel mogelijk kan doorgaan?’ Ze heeft soms het gevoel dat er niet creatief genoeg over oplossingen wordt nagedacht. ‘Een half miljoen mensen zit werkloos thuis. Er zijn heel veel mensen die iets zouden willen doen. Kunnen we daar niets op verzinnen?’ Daarom was ze heel blij dat ze op een bepaald moment de kans kreeg om toch iets te doen. ‘Een ouder echtpaar in mijn praktijk bleek corona te hebben. De man, meneer Arntz,

was al kwetsbaar. Hij had aangegeven dat hij niet naar het ziekenhuis wilde, maar toen het erger werd, ineens toch wel. Toen ik telefonisch contact met hem had, zei hij dat hij naar het ziekenhuis wilde om zijn familie te ontlasten en omdat hij bang was dat hij hen zou besmetten.’ ‘Er was nog één bed in het regionale ziekenhuis vrij. Daar zou hij naar toe kunnen. Maar toen zijn dochters hoorden dat hij naar het ziekenhuis wilde om hén te ontzien, zeiden zij: ‘Wij willen voor onze ouders zorgen. We gaan zelf in isolatie. We huren een vakantiehuisje in de buurt, dan kunnen we er elke dag heen.’ Benthem vond dat een geweldig idee. Ze ging eerst nog naar het echtpaar toe om de situatie te beoordelen en de dochters te ontmoeten. ‘We hebben de dochters vanuit onze praktijk

10

de Dokter 7/2020


Huisartsen rondom Den Bosch nemen ziekenhuiszorg over

C

ovid-patiënten uit het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in ‘s-Hertogenbosch mogen eerder naar huis, dankzij nauwe samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten. Voorwaarde is dat de patiënten maximaal 4 liter zuurstof per minuut krijgen, een mantelzorger hebben en digivaardig zijn. Eric van Rijswijk is een van de initiatiefnemers van het project. Hij is huisarts in Den Dungen en arts palliatieve zorg en coronazorg bij zorggroep Chronos. Hij werkt nauw samen met twee specialisten van het JBZ: Thomas Macken, longarts en specialist Patiëntveiligheid, en Marjan van Apeldoorn, internist-infectioloog. Ze zitten met z’n drieën op één lijn: ‘We doen het allereerst voor de patiënten, want die zijn heel gelukkig als ze eerder naar huis kunnen. Maar ook omdat het helpt om de reguliere zorg overeind te houden. Hoe sneller de doorstroom in het ziekenhuis, hoe beter. Als het ziekenhuis te vol ligt met Covid-patienten, wordt de reguliere zorg afgeschaald.’ Het ziekenhuis geeft patiënten zuurstof, medicatie en meetinstrumenten mee naar huis en de opdracht om op vaste tijden hun waardes te meten en die via een app (Luscii) door te geven. Die waardes worden in het ziekenhuis gecontroleerd. Bij een alarmwaarde wordt de betrokken huisarts of de huisartsenpost gewaarschuwd. De huisarts gaat de eerste dag na ontslag, uitgerust met persoonlijke beschermingsmiddelen, bij de patiënt langs om te kijken hoe het gaat. Zo nodig overlegt hij met de longarts of internist. Een van hen staat volgens afspraak altijd stand-by. Van Rijswijk: ‘We hebben dus een goed vangnet om de patiënt thuis.’

‘Zo nodig overlegt de huisarts met longarts of internist. Een van hen staat altijd standby’

◼◼ KORTE LIJNEN De ervaringen van de eerste maand zijn positief. Van Rijswijk: ‘Het ziekenhuis kijkt elke dag of er patiënten zijn die eerder naar huis kunnen. De betrokken huisarts krijgt vooraf een telefoontje om te overleggen of dat een

Eric van Rijswijk, huisarts in Den Dungen en Thomas Macken, longarts

goed idee is, omdat die de patiënt en zijn thuissituatie kent. Als de patiënt eerder naar huis gaat, nemen wij als huisartsen een extra verantwoordelijkheid op ons. Wij doen dat graag, maar voorwaarde is wel dat het ziekenhuis alle praktische zaken regelt en dat er altijd overleg mogelijk is.’ Met de belasting valt het mee. ‘We verwachten dat het tot het voorjaar om hooguit 500 patiënten zal gaan; dat zijn twee, drie patiënten per huisarts. Als we daarmee per patiënt vijf of misschien wel meer ligdagen in het ziekenhuis winnen, levert dat heel wat bedden op, ofwel voor een nieuwe Covid-patiënt ofwel voor de reguliere zorg.’ ◼◼ SAMENWERKING VOORTZETTEN Het JBZ is er blij mee, vertelt longarts Macken. ‘Wij hebben al langer ervaring met thuismeten en telemonitoren, met name bij COPD-patiënten en patiënten met hartfalen.

de Dokter 7/2020

11

Het is heel mooi dat we deze ervaring nu ook kunnen toepassen bij Covid-patiënten, in samenwerking met de huisartsen. Deze vorm van anderhalvelijnszorg maakt het mogelijk dat patiënten eerder naar huis kunnen of juist niet hoeven worden opgenomen.’ Het gaat voor het JBZ dus niet om een spectaculair nieuw project. ‘Maar de vaart waarmee we dit samen hebben opgezet, was wel spectaculair’, lacht Macken. ‘Dat is een positief bijeffect van Covid. We hopen dat we hier zoveel goede ervaringen mee opdoen, dat we deze werkwijze kunnen uitbreiden naar andere aandoeningen. Bijvoorbeeld bij patiënten met griep of andere infecties en bij diabetespatiënten. Het is voor iedereen beter dat patiënten zo snel mogelijk naar huis kunnen.’ Van Rijswijk sluit daarbij aan: ‘Als huisartsen willen wij deze aanpak samen met het JBZ verder ontwikkelen. Dat vraagt dan wel om goede afspraken over de randvoorwaarden, ook met de zorgverzekeraars.’


a dv er t en t ie a dv er t en t ie

VAN VAN DER DER SCHOOT SCHOOT

ARCHITECTEN

U zorgt voor anderen, EEN FRISSE wij voor u!

bv bv BNA BNA SCHIJNDEL SCHIJNDEL

KIJK OP UW PRAKTIJK

Van Ree Accountants helpt u gezond te ondernemen in uw medische Wilt u starten als waarnemend huisarts? Bent praktijk. Natuurlijk zorgen we ervoor dat u tijdig over de juiste praktijkcijfers beschikt. dienstverlening gaat ontzorgen u bezig met eenOnze praktijkovername ofverder. kuntWij u wel u door het geven van heldere adviezen op het gebied van:

wat advies gebruiken bij het maken van de juiste

• Financiële en salarisadministratie • Personeelsbeleid beslissingen voor uw praktijk? Countus helpt bij • Praktijkmanagement iedere fase van uw carrière. Dus heeft u fiscale, • Fiscaliteit • Praktijkoverdracht -overnamevragen? Zakelijk of privé? financiële of en juridische

ONTWERP ONTWERP •• A A RCHI RCHI T TE E CT CT UUR UUR INTERIEUR INTERIEUR •• DIRECTIEVOERING DIRECTIEVOERING

Wij zijnkijkeropvoor u. levert verrassende inzichten op. Onze frisse uw praktijk Neem gerust vrijblijvend contact met ons via info@vanreeacc.nl of telefonisch 0343 – 415 940. Countus

www.vanreeaccountants.nl

BOUWMANAGEMENT BOUWMANAGEMENT •• HAALBAARHEID HAALBAARHEID

088 56 57 475 PRAKTIJK SUPPORT | ACCOUNTANCY | BELASTINGEN | zorgenwelzijn@countus.nl ALPHEN AAN DEN RIJN | BARNEVELD | GELDERMALSEN LEERSUM | NIEUWEGEIN | ZWOLLE

a dv er t en t ie

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Aklief 50 microgram/g, crème. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Eén gram crème bevat 50 microgram trifaroteen. Hulpstof met bekend effect: Eén gram crème bevat 300 milligram propyleenglycol (E1520). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SKP. FARMACEUTISCHE VORM: Crème. Witte, homogene crème. THERAPEUTISCHE INDICATIES: Aklief is geïndiceerd voor de cutane behandeling van acne vulgaris in het gezicht en/of op de romp bij patiënten van 12 jaar en ouder wanneer een grote hoeveelheid comedonen, papels en pustels aanwezig is. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Dosering: Breng eenmaal daags ’s avonds een dunne laag Aklief crème aan op de aangedane plaatsen in het gezicht en/of op de romp, op een schone en droge huid. Het wordt aanbevolen dat de arts de voortdurende verbetering van de acne van de patiënt na drie maanden behandeling beoordeelt. Speciale groepen: Ouderen: De veiligheid en werkzaamheid van Aklief bij geriatrische patiënten van 65 jaar en ouder zijn niet vastgesteld. Nier- en leverinsufficiëntie: Er is geen onderzoek verricht naar Aklief bij patiënten met nier- en leverinsufficiëntie. Pediatrische patiënten: De veiligheid en werkzaamheid van Aklief bij kinderen jonger dan 12 jaar zijn niet vastgesteld. Wijze van toediening: Uitsluitend voor cutaan gebruik. Vóór het eerste gebruik moet u de pomp voorbereiden door er een aantal keer op te drukken totdat er een kleine hoeveelheid geneesmiddel uit komt (maximaal 10 keer). Dan is de pomp klaar voor gebruik. Breng eenmaal daags ’s avonds een dunne laag Aklief crème aan op de aangetaste plaatsen in het gezicht (voorhoofd, neus, kin, linker- en rechterwang) en op alle aangetaste plaatsen op de romp, op een schone en droge huid: Eén keer pompen zou voldoende moeten zijn voor het gezicht (d.w.z. voorhoofd, wangen, neus en kin). Twee keer pompen zou voldoende moeten zijn voor het bovenste deel van de romp (d.w.z. bereikbare bovenrug, schouders en borst). Er kan nog één keer extra worden gepompt voor de midden- en onderrug indien hier acne aanwezig is. De patiënt moet aangeraden worden om contact met de ogen, oogleden, lippen en slijmvliezen te vermijden en de handen te wassen na het aanbrengen van het geneesmiddel. Aanbevolen wordt om vanaf het begin van de behandeling naar behoefte een hydraterend product te gebruiken, waarbij de huid vóór en na het aanbrengen van Aklief crème voldoende tijd moet krijgen om te drogen. CONTRA-INDICATIES: Zwangerschap (zie rubriek 4.6 van de SKP); vrouwen die zwanger willen worden; overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 van de SKP vermelde hulpstoffen. BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK: Bij het gebruik van Aklief crème kunnen erytheem, schilferen, droogheid en een prikkend/branderig gevoel worden ervaren (zie rubriek 4.8 van de SKP). Om het risico op dergelijke reacties te beperken, moet de patiënt aangeraden worden om vanaf het begin van de behandeling een hydraterend product te gebruiken en, indien nodig, de aanbrengfrequentie van Aklief crème te verlagen of tijdelijk te stoppen met het gebruik ervan. Indien zich ondanks risicobeperkende maatregelen ernstige reacties blijven voordoen, kan de behandeling worden stopgezet. Het middel mag niet worden aangebracht op snijwonden, schaafwonden, eczemateuze of door de zon verbrande huid. Net zoals bij andere retinoïden dient “waxen” te worden vermeden als methode voor ontharing van huid die met Aklief wordt behandeld. Indien zich een reactie voordoet die gevoeligheid voor een van de bestanddelen van de formule doet vermoeden, dient met het gebruik van Aklief te worden gestopt. Voorzichtigheid is geboden indien tegelijk met het geneesmiddel cosmetica of acnemedicatie met een desquamatief, irriterend of uitdrogend effect worden gebruikt, aangezien zij bijkomende irriterende effecten kunnen veroorzaken. Aklief mag niet in contact komen met de ogen, oogleden, lippen of slijmvliezen. Indien het middel in het oog terechtkomt, dient het oog meteen te worden gespoeld met een overvloedige hoeveelheid warm water. Gedurende de behandeling dient overmatige blootstelling aan zonlicht, met inbegrip van zonnebanklampen of lichttherapie, te worden vermeden. Wanneer blootstelling niet kan worden vermeden, wordt aanbevolen om op de behandelde plaatsen een breedwerkende, waterproof zonnebrandcrème met beschermingsfactor (Sun Protection Factor, SPF) 30 of hoger te gebruiken en de behandelde huid met kleding te bedekken. Dit middel bevat propyleenglycol (E1520), dat huidirritatie kan veroorzaken. BIJWERKINGEN: Samenvatting van het veiligheidsprofiel: Lokale huidreacties zoals erytheem, schilferen, droogheid en een prikkend/branderig gevoel werden los van andere bijwerkingen verzameld als maatstaf voor lokale tolerantie. Deze huidreacties komen zeer veel voor en zijn in het gezicht licht, matig ernstig en ernstig bij respectievelijk 39%, 29,7% en 6,2% van de patiënten. Op de romp ervoer 32,9%, 18,9% en 5,2% van de patiënten respectievelijk lichte, matig ernstige en ernstige reacties. De maximale ernst deed zich in het gezicht doorgaans voor in week 1 en op de romp in week 2 tot 4, en nam af bij voortzetting van het gebruik van het geneesmiddel (zie rubriek 4.4 van de SKP). De vaakst gemelde bijwerkingen zoals hieronder beschreven zijn irritatie op de plaats van aanbrengen, pruritus en zonnebrand op de plaats van aanbrengen, die voorkwamen bij 1,2% tot 6,5% van de patiënten die in klinische onderzoeken werden behandeld met Aklief crème. Overzicht van bijwerkingen: de bijwerkingen zoals gemeld in de 12-weekse vehiculumgecontroleerde fase 3-onderzoeken bij 1220 patiënten behandeld met Aklief crème (en waarvoor het percentage voor Aklief crème hoger is dan voor vehiculumcrème) worden ingedeeld naar systeem/orgaanklasse en frequentie volgens de volgende conventie: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot < 1/10), soms (≥ 1/1.000 tot <1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Algemene aandoeningen en Toedieningsplaatsstoornissen: vaak: irritatie op de plaats van aanbrengen, pruritus op de plaats van aanbrengen; soms: pijn op de plaats van aanbrengen, droogheid op de plaats van aanbrengen, verkleuring op de plaats van aanbrengen, erosie op de plaats van aanbrengen, uitslag op de plaats van aanbrengen, zwelling op de plaats van aanbrengen; zelden: erytheem op de plaats van aanbrengen, urticaria op de plaats van aanbrengen, blaasjes op de plaats van aanbrengen: Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties: vaak: verbranding door de zon; Huid- en onderhuidaandoeningen: soms: huidirritatie, acne, allergische dermatitis, erytheem; zelden: asteatotisch eczeem, seborroïsche dermatitis, branderig gevoel van de huid, huidfissuren, hyperpigmentatie van de huid; Oogaandoeningen: zelden: afschilfering van de ooglidhuid, ooglidoedeem; Maagdarmstelselaandoeningen: zelden: cheilitis; Bloedvataandoeningen: zelden: blozen. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Galderma Benelux B.V., Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: BE554142 (pomp)/RVG 124058. AFLEVERINGSWIJZE: op medisch voorschrift/UR. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 02/2020

W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L

adv er t en t i e

Referenties: 1. Tan J. et al, Randomized Phase 3 Evaluation of Trifarotene 50 μg/G Cream Treatment of Moderate Facial and Truncal Acne. J Am Acad Dermatol. 2019 Jun;80(6):1691-1699. 2. Blume-Peytavi U. et al, Long-term Safety and Efficacy of Trifarotene 50 μg/g Cream, a First-In-Class RAR-ƴ Selective Topical Retinoid, in Patients With Moderate Facial and Truncal Acne. J Eur Acad Dermatol Venereol. 2020 Jan;34(1):166-173.

Galderma Benelux B.V. Gravinnen van Nassauboulevard 9 4811 BN Breda • Nederland Tel. +31 (0) 182 69 19 19 info.nl@galderma.com • www.galdermabenelux.com

a dv er t en t ie

BNL/RX/0171/0720 Opgesteld op 11/20 Galderma Benelux B.V.

Hier stond een advertentie

a dv er t en t ie

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Soolantra 10 mg/g crème KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Eén gram crème bevat 10 mg ivermectine. Hulpstoffen met bekend effect: Eén gram crème bevat 35 mg cetyl alcohol, 25 mg stearyl alcohol, 2 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 1 mg propylparahydroxybenzoaat (E216) en 20 mg propyleenglycol.Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SKP. FARMACEUTISCHE VORM: Crème. Witte tot lichtgele, hydrofiele crème. THERAPEUTISCHE INDICATIES: topische behandeling van inflammatoire laesies als gevolg van rosacea (papulopustuleus) bij volwassen patiënten. DOSERING: Eenmaal daags aanbrengen gedurende 4 maanden. Soolantra dient gedurende de behandelingskuur dagelijks te worden aangebracht. De behandelingskuur mag worden herhaald. Indien er na 3 maanden geen verbetering is, dient de behandeling te worden gestopt. Een hoeveelheid geneesmiddel ter grootte van een erwt cutaan aanbrengen op elk van de vijf gebieden van het gezicht: voorhoofd, kin, neus en elke wang. Het geneesmiddel dient in een dunne laag te worden uitgesmeerd over het hele gezicht waarbij de ogen, lippen en slijmvliezen vermeden dienen te worden. Cosmetica mogen worden aangebracht nadat het geneesmiddel is opgedroogd. Leverinsufficiëntie: Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie. Pediatrische patiënten: De veiligheid en werkzaamheid van Soolantra bij kinderen en adolescenten in de leeftijd jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. CONTRA-INDICATIES: Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de hulpstoffen. BIJWERKINGEN: De vaakst Hiergevoel stond een gemelde bijwerkingen zijn branderig van de huid, huidirritatie, pruritus, droge huid, erytheem. Deze kwamen voor bij 1% of minder van de patiënten die in klinisch advertentie onderzoek met het geneesmiddel werden behandeld. Deze bijwerkingen waren doorgaans licht tot matig-ernstig van aard en verminderden doorgaans bij voortzetting van de behandeling. Er werden geen betekenisvolle verschillen waargenomen in de veiligheidsprofielen tussen proefpersonen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar en proefpersonen vanaf 65 jaar. Hierbij vindt u de bijwerkingen die verband hielden met de behandeling, gegroepeerd naar systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. Huid- en onderhuidaandoeningen: vaak (≥ 1/100, < 1/10): branderig gevoel van de huid; soms (≥1/1000, <1/100): huidirritatie, pruritus, droge huid, verergering van rosacea; niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): erytheem, contactdermatitis (allergisch of irriterend), gezwollen gezicht. Onderzoeken: niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): toename van transaminasen. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Galderma Benelux B.V., Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: RVG 115310. AFLEVERINGSWIJZE: op medisch voorschrift. DATUM VAN GOEDKEURING VAN DE TEKST: 03/2019

Referenties: 1. Taieb A. Ee al, Br J Derma tol.2015Apr;172(4):1103-10. 2. Webster G. et al, J Dermatolog Treat. 2017 Aug;28(5):469-474. Galderma Benelux B.V. Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland.Tel: +31 (0) 182 69 19 19, Fax: +31 (0) 183 69 19 18, info.nl@galderma.com - www.galdermabenelux.com

BNL/SOO/0073/0319(1) Opgemaakt op 08/19


Utrechtse huisartsen maken zich zorgen: Wat gebeurt er achter al die voordeuren?

‘Wij vrezen voor een toename van agressie, ook door drugs- en acoholgebruik’

◼◼ PSYCHISCH LEED Visser denkt dat de verschillen tussen hoogen laagopgeleide mensen zullen toenemen, ook op het gebied van gezondheid. ‘De tendens is dat hoger opgeleiden meer zijn gaan bewegen, lager opgeleiden juist minder. We zien dat mensen het soms niet meer kunnen opbrengen om goed voor zichzelf te zorgen. Die belanden in een negatieve spiraal. Wij vrezen voor een toename van agressie, ook door drugs- en alcoholgebruik. Er wordt heel wat psychisch leed geleden. Mensen worden somber van het isolement, angstig om ziek te worden, er ontstaan ruzies en relatieproblemen. Het zou goed kunnen dat die problemen straks in alle heftigheid achter de

Corine Visser, huisarts in Utrecht

coronagolf aan komen en heel lang gaan duren.’ Het grootste risico lopen jongeren die geen werk kunnen vinden en mensen die door de crisis hun baan kwijtraken en in de schulden komen. ‘Schulden zijn ondermijnend voor de gezondheid. Stress over geld leidt tot lichamelijke klachten. Daar helpen geen medicijnen tegen. Daarom moeten wij daar in de spreekkamer heel alert op zijn. Als samenleving moeten we de schuldenproblematiek zo snel mogelijk aanpakken en zorgen dat mensen eerder hulp vragen en krijgen. Dat kan heel veel schade, ook gezondheidsschade, voorkomen.’

◼◼ LICHTPUNTEN Hier en daar ziet Visser wat lichtpunten. ‘Het buurtteam van de gemeente is bij de tweede coronagolf heel actief gebleven en gaat nog steeds bij mensen thuis langs. Veel

de Dokter 7/2020

13

wijkbewoners zijn betrokken bij informele zorg, vrijwilligerswerk of mantelzorg, en de voedselbank doet in deze wijk enorm goed werk. Dat zijn mooie dingen om te zien. Een positief puntje is ook dat ‘veelkomers’, patiënten die ongeveer elke week op het spreekuur kwamen, nu hebben ontdekt dat ze het toch wel zonder huisarts kunnen. Soms zeg ik tegen patiënten: ‘Goed teken dat ik u al een tijd niet heb gezien!’ Ik hoop dat ze het na coronatijd volhouden.’¶

FOTO: JEL MER DE HA AS

D

e huisartsen van Gezondheidscentrum Ondiep in Utrecht zien heel veel solidariteit en meeleven in hun wijk. Maar ze maken zich ook zorgen over wat er in Covid-tijd achter de voordeuren gebeurt en wat op termijn de gevolgen hiervan zullen zijn. Ze bellen soms proactief naar patiënten om te vragen hoe het gaat. ‘We horen van oudere patiënten dat ze de deur niet meer uitkomen, omdat ze dat van hun kinderen niet mogen’, vertelt huisarts Corine Visser. ‘Als dat lang duurt, kunnen mensen zichzelf straks niet meer redden. Beweging is enorm belangrijk, niet alleen voor ouderen, maar ook voor jongeren. Maak een wandelingetje of pak de fiets, trek erop uit, ga naar een trapveldje, blijf bewegen.’ In het gezondheidscentrum is de telefoondruk hoger dan ooit. ‘We merken dat mensen onzeker zijn. Ze ervaren de informatie over wat wel en niet mag als heel verwarrend. Soms komen patiënten met een verkoudheid toch naar de praktijk en willen ze per se een dokter zien. We merken dat de lontjes korter worden. Ook daar maken we ons ongerust over.’


Kijk de laatste uitzending terug op MedNet

powered by Chiesi

De chronische zorg moet anders: Eerste en tweede lijn in debat over COPD-zorg na corona

drs. Jasmijn van Campen Longarts Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag

drs. Mascha Bevers

Kaderhuisarts astma/COPD, Amsterdam

prof. dr. Kees Ahaus

Hoogleraar Health Policy & Management Erasmus universiteit Rotterdam

Peter Heerschop

Cabaretier en Journalist, sluit af met een actuele column over onderwerpen uit de talkshow.

Kijk Zorg Talks terug op MedNet.nl Chiesi Pharmaceuticals B.V. Evert van de Beekstraat 1-120 | 1118 CL Schiphol PM-2020-9510


5 5 vragen

De wet DBA

De Belastingdienst stelt het handhaven op de wet DBA nog even uit. Dat betekent dat de toetsing op een gezagsrelatie – en daarmee een verkapt dienstverband – bij langdurig waarnemerschap niet per 1 januari begint, maar volgens planning per 1 oktober 2021. TEKST: BERBER BIJM A

naar de praktijk en niet naar wat u samen op papier hebt gezet. Het is dus erg belangrijk dat u zich in de praktijk houdt aan de modelovereenkomst. De overeenkomst bevat echter diverse bepalingen die in de dagelijkse praktijk langdurige inzet van een waarnemend huisarts mogelijk toch lastig maken.

5

1

Hoe zat het ook alweer met de wet DBA?

Via wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie beoordeelt de Belastingdienst of het inhuren van een zzp’er in feite een verkapt dienstverband is. Van een dienstverband is sprake als de samenwerking aan drie voorwaarden voldoet: een gezagsrelatie, loon en persoonlijke arbeid. Bij waarnemerschap is altijd sprake van loon en veelal ook van persoonlijke arbeid. Voor de Belastingdienst is dus van belang of er ook sprake is van een gezagsrelatie. In dat geval is de werkgever onder meer sociale premies verschuldigd. Vanwege onduidelijkheden over de invulling en uitwerking van de wet DBA heeft de Belastingdienst tot op heden niet gehandhaafd.

2

Wat betekent het uitstel van handhaving?

Praktijkhouders die werken met een vaste waarnemend huisarts, hoeven tot 1 oktober nog geen naheffingen van de Belastingdienst te verwachten. Voor waarnemend huisartsen geldt al jaren dat zij bij een eventuele controle op de eigen belastingaangifte inkomstenbelasting moeten kunnen aantonen dat ze zelfstan-

dig ondernemer zijn. Die handhaving is niet opgeschort; wat dat betreft maakt voor hen de wet DBA geen verschil.

3

Hoe check ik of mijn samenwerkingsrelatie geen verkapt dienstverband is?

Het is voor zowel waarnemend huisarts als praktijkhouder belangrijk om na te gaan of de samenwerkingsrelatie kan worden gezien als dienstbetrekking. De Belastingdienst ontwikkelt een webmodule om de arbeidsrelatie te toetsen, maar die is in de huisartsenzorg vooralsnog niet erg bruikbaar, constateert de LHV. Via de keuzewijzers op de website van de LHV krijgt u meer duidelijkheid over de beoordeling van uw samenwerkingsrelatie. U kunt ook werken met de (vernieuwde) modelovereenkomst die de LHV heeft ontwikkeld.

4

Biedt de nieuwe LHVmodelovereenkomst voor praktijkmedewerking zekerheid? Beperkt. De modelovereenkomst is weliswaar goedgekeurd door de Belastingdienst, maar bij beoordeling van de arbeidsrelatie kijkt de Belastingdienst altijd

de Dokter 7/2020

15

Zijn er alternatieven voor langdurig waarnemerschap?

Zeker. Met het oog op de al jarenlange onzekerheid over verkapte dienstverbanden, is het verstandig u daarin als vaste waarnemend huisarts en praktijkhouder te verdiepen. U kunt bijvoorbeeld medepraktijkhouderschap overwegen, of een dienstverband als hidha. Op lhv.nl vindt u diverse keuzewijzers die meer informatie bieden over deze mogelijkheden. ¶

Meer informatie over vast waarnemerschap en de wet DBA vindt u op www.lhv.nl/wetdba. U vindt hier ook de keuzewijzers en de vernieuwde modelovereenkomst.

David Renkema, jurist bij de LHV jz@lhv.nl


DE LHV IN BEWEGING EEN WENDBARE VERENIGING VOOR ÁLLE HUISARTSEN De contouren van de vernieuwde LHV worden steeds duidelijker, nu het traject MOVE (modernisering vereniging) vordert. Waarom is die modernisering nodig en hoe gaat de eigentijdse jas van de LHV eruitzien? Diverse betrokkenen geven hun visie op nut en noodzaak van MOVE. ‘MOVE biedt ons een prachtige kans om te gaan naar een vereniging waarin ieders stem telt.’ TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: ARNO M ASSEE EN ERIK VAN DER BURGT

16

de Dokter 7/2020


E

en vereniging van 23 verenigingen, waarin heel wat vergaderingen worden gehouden en begrotingen en jaarverslagen worden geproduceerd. Jarenlang heeft de LHV in die vorm uitstekend dienstgedaan als belangenbehartiger, vertegenwoordiger en ondersteuner van huisartsen. Veranderingen in de huisartsenzorg en in de samenleving vragen inmiddels om een andere verenigingsstructuur. Sneller en meer wendbaar, maar ook meer democratisch. Aline Pikaar-van Zuilen, huisarts in Zoetermeer, is voorzitter van de werkgroep MOdernisering VEreniging (MOVE). De LHV-ledenraad riep de werkgroep MOVE in 2019 in het leven (zie kader ‘We hopen dat iedereen over MOVE wil meepraten’). ‘Voor álle verenigingen zijn de tijden veranderd, dus ook voor de LHV. Een vereniging is een middel, geen doel. In de huidige vorm gaat best veel tijd zitten in verplichte administratieve zaken en duurt het door de vergaderstructuur relatief lang voor onderwerpen van regionaal naar landelijk niveau zijn gebracht of andersom. De laatste jaren zie je dat huisartsenorganisaties steeds meer regionaal samenwerken en dáár het inhoudelijke

gesprek willen voeren, terwijl een onderwerp als belangenbehartiging echt iets is dat vooral op het landelijke niveau plaatsvindt. In de huidige verenigingsstructuur lukt dat niet goed, vooral omdat die niet wendbaar genoeg is. We zien bovendien dat de ene kring heel anders functioneert dan de andere. Er zijn kringen waar het erg lastig is om bestuurders te krijgen en waar heel weinig mensen op de vergaderingen komen, zodat er eigenlijk geen echte verenigingsdemocratie meer is. Met MOVE willen we een betere structuur bieden voor regionale samenwerking en zorgen dat ieder lid een gelijke stem heeft in de LHV.’ ◼◼ VAN EN VOOR ALLE HUISARTSEN Dat laatste is ook hard nodig met het oog op de groei van het aantal waarnemers, schetst Daniëlle Esmé, waarnemend huisarts, Wadi-bestuurslid en lid van de MOVE-werkgroep. ‘Het aantal waarnemers is de laatste jaren explosief gegroeid. In 2000 werkte nog ongeveer 16 procent van de huisartsen als waarnemend huisarts of hidha, vorig jaar was dat al 40 procent. Een op de drie LHVleden is waarnemend huisarts of hidha. Tegelijk zie je dat in sommige kringbe-

‘ Met MOVE willen we zorgen dat ieder lid een gelijke stem heeft in de LHV’ Aline Pikaar-van Zuilen sturen vier van de vijf bestuursleden praktijkhouder zijn, terwijl meer dan de helft van de leden als waarnemend huisarts werkt.’ Dat hád opgelost kunnen worden door met ‘poppetjes te schuiven’ en afvaardigingen anders vorm te geven, maar dan blijft er een scheiding tussen bloedgroepen bestaan die er niet zou moeten zijn, zegt Esmé. ‘We kiezen met MOVE voor een nieuwe structuur, omdat we ook een nieuwe cultuur willen, met juist mínder scheiding tussen gevestigde en niet-gevestigde huisartsen. Uit het LHV-onderzoek ‘Hoe wil de huisarts dokteren’ bleek kortgeleden nog dat de waarnemend huisarts van nu in groten getale de praktijkhouders van de toekomst willen zijn, dus het is ook niet goed om onderscheid te maken. We willen juist samen optrekken als één vereniging van gelijkwaardige huisartsen, om te voorkomen dat

‘We hopen dat iedereen over MOVE wil meepraten’

Y

vette Koense en Hester van den Bergh zijn vanuit het LHV-bureau de projectleiders van MOVE. Samen met een aantal collega’s vormen ze de bureauwerkgroep die in samenwerking met de ledenraadswerkgroep vormgeeft aan MOVE. Koense: ‘Het idee om de vereniging te moderniseren is in 2019 ontstaan toen de leden zelf constateerden dat de huidige structuur van verenigingen binnen een vereniging niet langer aansloot bij de behoefte en ontwikkelingen. Sommige kringen worstelden met relatief weinig betrokkenheid van leden, anderen liepen ertegenaan dat de structuur zich niet goed leent voor samenwerking met andere regionale huisartsenorgani-

saties. Daarnaast voelden waarnemend huisartsen en hidha’s zich niet goed vertegenwoordigd.’ De bureauwerkgroep en ledenraadswerkgroep gingen voortvarend van start, al moesten ze het afgelopen jaar de oorspronkelijke plannen aanpassen vanwege de corona-epidemie. ‘We hadden al eerder met de kringen in gesprek willen gaan. Door corona is dat uitgesteld. Tegelijkertijd hebben we wel een uitgebreide verkenningstocht gedaan: veel informatie verzameld – bijvoorbeeld ook van juristen en andere verenigingen – en meningen gepeild. In de ledenraadsvergadering van november hebben we de uitkomsten en analyses van die verkenningstocht

gedeeld met de leden als opiniërend agendapunt. We hebben alvast geschetst wat de contouren van de vernieuwde LHV worden. Waarbij we uiteraard wat goed is willen behouden.’ De komende maanden zullen de bureau- en ledenraadswerkgroep, in samenwerking met de 23 kringen en de regiobureaus, de contouren verder uitwerken. ‘Daarbij betrekken we uiteraard alle LHV-leden zoveel mogelijk, onder meer via het nieuwe LHV Ledenplein op HAweb. Daar presenteren we de informatie over MOVE, nodigen we mensen uit voor bijeenkomsten en richten we een discussieplein in waar leden met elkaar in gesprek kunnen gaan over de modernisering. We hopen

de Dokter 7/2020

17

van harte dat veel leden zullen meedoen, zodat duidelijk wordt of zij in hun regio uit de voeten kunnen met het kader dat er nu ligt. Samen willen we komen tot een structuur die geen doel op zich is, maar een middel om huisartsen zo goed mogelijk te ondersteunen en te vertegenwoordigen.’ Doel is om op de ledenraadsvergadering van maart een definitief besluit te nemen over de aanpassing van de verenigingsstructuur. Koense: ‘In de tussenliggende tijd hebben kringbestuurders de tijd om hun achterban te raadplegen en MOVE voor te bereiden.’ Na de voorjaarsvergadering beginnen dan de implementatie en regionale uitwerking.


FUSEREN IN NIJMEGEN

‘We bespraken soms in drie verschillende vergaderingen hetzelfde onderwerp’

E

en ‘hyperventilatiedossier’ noemen ze het onderling soms, want de laatste loodjes moeten razendsnel worden weggewerkt: per 1 januari fuseren in de regio Nijmegen een grote en een kleine zorggroep en de huisartsenkring tot één nieuwe organisatie, NEO Huisartsenzorg. Patricia Pulles, een van de twee kringbestuurders van LHV Kring Nijmegen, is er druk mee, maar steekt haar tijd er tegelijk graag in. ‘We zagen al een hele tijd een overlap in activiteiten van de beide zorggroepen en de kring. Bij externe partijen was er soms ook verwarring. De ene verzekeraar klopt aan bij de zorggroep, de andere bij de kring. De leden van de zorggroep en de kring overlappen grotendeels, dus je ziet op verschillende plekken dezelfde mensen met dezelfde belangen. Op verschillende vergaderingen komen dezelfde onderwerpen

terug. Het is inefficiënt en voelde voor iedereen heel natuurlijk om te gaan fuseren.’ Om statutaire redenen is het handig dat op bestuurlijk niveau per 1 januari te doen, maar voor het samenvoegen van commissies uit de zorggroepen en de kring wordt wat meer tijd uitgetrokken, vertelt Pulles. ‘We krijgen straks de vorm van een vereniging met een algemene ledenvergadering en daaronder een holding met werkorganisaties. Vanuit het bestuur zal één persoon contact met de landelijke LHV houden. Onze LHV-kring verdwijnt hiermee niet, maar wordt meer regiogebonden. We hoeven minder het wiel zelf uit te vinden, omdat we de krachten bundelen en de taken kunnen verdelen.’ ‘Wij zijn simpelweg begonnen met heel pragmatisch samen te werken. Dat viel toevalligerwijs

anders de politiek en de verzekeraars de agenda’s bepalen. Die toenadering zie je overigens de laatste jaren binnen de LHV al ontstaan: het besef leeft steeds breder dat wanneer we samen optrekken met respect voor elkaars belangen, we meer bereiken. MOVE biedt ons een prachtige kans om te gaan naar een vereniging waarin waarnemend huisartsen een volwaardige positie krijgen, ook binnen de regiostructuur en als afgevaardigden van het regionale naar het landelijke niveau. Kortom: een vereniging waarin ieders stem telt.’ ◼◼ REGIONAAL SLAGVAARDIG Hoe gaat die nieuwe structuur er dan uitzien? De contouren zijn bekend, vertelt Pikaar. ‘We gaan van kringen naar afdelingen, waarbij we op duidelijk minder afdelingen willen uitkomen dan de 23 kringen die er nu zijn. Door ons iets meer bovenregionaal te organiseren, zijn

samen met MOVE. Wij hebben in het fusieproces niet gewerkt met bijvoorbeeld de term “afdelingsteam”, maar dat sluit waarschijnlijk wel ongeveer aan bij wat onze kring nu is: een sterke vereniging met betrokken leden en goedbezochte vergaderingen.’ Pulles is ervan overtuigd dat de individuele huisartsen in de regio veel baat hebben bij de fusie. ‘We hebben vanaf 1 januari één centraal loket, dus huisartsen weten sneller bij wie ze moeten zijn. Daarnaast worden bestuursleden van zorggroep en kring niet meer tegen elkaar uitgespeeld; we gaan in de belangenbehartiging nauw samenwerken. Wat bovendien een voordeel is: de kwetsbaarheid die ontstaat als je moeilijk bestuurders kunt vinden, neemt af omdat we opgeteld simpelweg minder bestuurders nodig hebben.’ Huisartsen hoeven volgens Pulles absoluut niet te vrezen dat hun

we slagvaardiger in de regionale samenwerking, want je ziet dat verschillende samenwerkingsverbanden in de zorg vaak niet langs dezelfde geografische indelingen zijn georganiseerd. Bovenregionale afdelingen maken het mogelijk om naar gelang het onderwerp in te zoomen op specifieke samenwerkingen in de regio, dicht bij de huisarts.’ Iedere LHV-afdeling gaat bestaan uit één of meer regio’s en wordt gerund door een afdelingsteam, dat bestaat uit ambassadeurs en LHV-medewerkers. Iedere afdeling vaardigt een of meer ambassadeurs af naar de landelijke LHV-ledenraad. Pikaar: ‘Die ambassadeurs zijn de oren en ogen van de landelijke LHV in de regio en andersom: de schakel van de landelijke vereniging naar de regio. Met deze structuur zijn we bovendien minder tijd kwijt aan administratieve en organisatorische zaken en houden regio’s meer tijd over voor het inhoudelijke gesprek. Door de

18

de Dokter 7/2020

stem in een grotere organisatie minder goed wordt gehoord. ‘Integendeel: het was de afgelopen jaren soms bijna lachwekkend dat je soms in drie verschillende vergaderingen over hetzelfde onderwerp moest stemmen. Er was op organische wijze zoveel overlap was ontstaan, dat het de leden eerder irriteerde dat er nog géén fusie was. Nu we efficiënter vergaderen, hoop ik dat er meer ruimte komt om over inhoudelijke onderwerpen te praten. Friesland, waar al sinds vorig jaar één huisartsenorganisatie is, is ons lichtend voorbeeld geweest. Daar is het eerste deel van vergaderingen bedoeld voor formele zaken en het tweede voor een inhoudelijk thema. Ik hoop dat we dat in onze regio op termijn ook voor elkaar krijgen.’

regionale samenwerking te bevorderen, hoeven huisartsen op termijn minder vaak over dezelfde dingen te vergaderen, zoals je nu soms ziet als de agenda’s van de regio-organisatie en de kring elkaar deels overlappen.’ ◼◼ INSPIRERENDE VOORBEELDEN In diverse regio’s bestaan al mooie voorbeelden van vergaande samenwerking, zoals in Nijmegen (zie kader ‘We bespraken soms in drie verschillende vergaderingen hetzelfde onderwerp’), Friesland, Twente en Haaglanden, zegt Pikaar. Ze merkt ook vanuit regio’s de behoefte aan een wendbaarder structuur om regionale samenwerking te vergemakkelijken. ‘Huisartsen staan achter het idee om te moderniseren, zeker nu we in coronatijd ineens veel meer regionaal moesten samenwerken. Ook vanuit de waarnemend huisartsen merk ik dat er veel huisartsen zijn die betrokken willen worden bij


‘Wanneer we samen optrekken met respect voor elkaars belangen, bereiken we meer. Dat besef leeft steeds breder.’ Daniëlle Esmé

MOVE. Alle regio’s hebben scherper op hun netvlies gekregen wie hun stakeholders zijn. Bovendien hebben we een grote stap gemaakt in effectieve digitale overleggen. In die zin heeft de coronacrisis nog meer duidelijk gemaakt waarom het nodig is dat we ons, door middel van MOVE, slagvaardiger gaan organiseren.’ Binnen de geschetste contouren is veel ruimte voor een eigen regionale invulling, benadrukt Pikaar. ‘In de ene regio is het zorglandschap veel meer versnipperd dan in de andere. Dat vraagt wellicht om heel andere samenwerkingsvormen. Tegelijk is een bepaalde mate van uniformiteit natuurlijk wel gewenst omdat we landelijk één vereniging zijn. Hoe de regionale vrijheid en de uniformiteit zich tot elkaar verhouden, gaan we de komende tijd verder uitwerken.’ Een democratische vereniging, met voor iedere huisarts een gelijkwaardige stem en ruimte voor minderheids-

standpunten, is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Pikaar: ‘Individuele leden krijgen de mogelijkheid om, als zij zich niet vertegenwoordigd voelen door de ambassadeur van hun afdeling, zelf rechtstreeks hun stem in te brengen op landelijk niveau. Zo willen we de LHV weer een echt democratische vereniging maken. De stem van de minderheid wegen is belangrijk voor gedragen beleid op landelijk niveau. Tegelijk verwacht ik dat, juist omdat iedereen weet dat hij of zij wordt gehoord, het niet eens heel vaak zal gebeuren dat individuele leden hiervan gebruik maken.’ Het uiteindelijke doel van MOVE is dat iedere huisarts zich thuis voelt in de LHV en zich vertegenwoordigd en ondersteund voelt door zowel de ‘eigen’ ambassadeur als door de landelijke LHV, zegt Pikaar. ‘Juist om dat te bereiken is het belangrijk dat we deze vernieuwingsslag met z’n állen maken.’ ¶

de Dokter 7/2020

19

DEZE TERMEN GAAT U VAKER HOREN MOVE: MOdernisering VEreniging, het project om de structuur en democratie van de LHV bij de tijd te brengen. LHV-AFDELING: Een werkgebied van de LHV in het land, waarschijnlijk iets groter dan de (gemiddelde) huidige kring. AFDELINGSTEAM: De mensen die de afdeling ‘runnen’: een combinatie van ambassadeurs en LHV-medewerkers. Een afdeling bestaat uit één of meerdere regio’s. AMBASSADEUR[S]: Een of enkele huisartsen die de schakel vormen tussen een afdeling en de landelijke vereniging. Zij zijn het gezicht én de antenne van de LHV in de regio. LHV LEDENPLEIN: Nieuw op HAweb, bedoeld om LHV-leden bij de vereniging te betrekken. Op het Ledenplein kunt u in gesprek gaan over onderwerpen die op de agenda van de LHVledenraadsvergadering staan. Het eerste onderwerp dat op het Ledenplein aan de orde komt, is MOVE.


mijn werk&ik ‘Veel van wat ik in topsport heb geleerd, zie ik terug in de zorg’

FOTO: SIMONE MICHELLE

‘Ik ben op mijn zevende begonnen met hockey, op mijn elfde met keepen. Ik leerde al snel dat je met de juiste mindset ver kunt komt: uren maken, discipline en doorzettingsvermogen, omgaan met tegenslagen en kritisch Op het moment dat Joyce Sombroek (30) in 2008 aan haar studie geneeskunde begon, nam ook blijven, ook als het goed gaat. In 2009 haar professionele hockeycarrière – die in 2018 eindigde – een hoge vlucht. Op 1 maart van dit jaar kwam het omslagpunt, toen werd begon ze aan de huisartsopleiding, ze werkt in een gezondheidscentrum in Aalsmeer. Sombroek is het voor het “echie”. Ik was met Jong tevens bestuurslid van Spieren voor Spieren, ambassadeur voor de Edwin van der Sar Foundation en Oranje voor de wereldkampioenspreker. ‘Topsport heeft mij gevormd en me dingen geleerd die in mijn werk als arts terugkomen.’ schappen in Boston. Topfit, maar ik TEKST: ELS WIEGANT heb het hele WK op de tribune gezeten, een grote tegenslag. Ik vroeg me af: wat ga ik nu doen? Ik ben met de mannen gaan trainen en naar een topclub gegaan, Laren. Ik was al goed in focussen en presteren onder druk, en ik wist: daar kan ik het verschil mee maken. Ik ben met een sportpsycholoog gaan praten, en later ook met een logopedist. Het is niet eenvoudig om de spelers in het veld te bereiken in een stadion met 15.000 uitzinnige Argentijnen. Telkens was mijn vraag: waarin kan ik een paar procentjes verbeteren? Vaak is alles erop gericht om van een 5 een 6 te maken, maar beter is het om van een 8 een 9 te maken. Focus op je kwaliteiten. Toen ik dat alles had gedaan, ging het snel. Ik was in 2010 de jongst debuterende keeper ooit en drie maanden later eerste keeper op het WK senioren.’

20

de Dokter 7/2020

◼◼ FASCINEREND ‘In 2008 ben ik ook aan de studie geneeskunde begonnen. Ik vind het menselijk lichaam fascinerend en ik wil graag mensen helpen. In de huisartsopleiding komt daar de langdurige relatie met patiënten bij, de diversiteit van de populatie en van het team, het oplossingsgericht handelen; ik ben erg blij met mijn keuze. Samenwerking is in de sport heel belangrijk. Leuk en aardig als je zelf iets bereikt, maar liever samen met anderen. In het gezondheidscentrum waar ik werk, vind ik dat aspect ook zo leuk: samenwerken. Diversiteit is de kracht, van de verschillen kun je leren. Van mijn opleider bijvoorbeeld leer ik dat ik de verantwoordelijkheid soms meer bij


LHV Academie Geaccrediteerde nascholing, ook online Gesprekstechnieken bij beeldbellen (online)

de patiënt moet laten. Ik heb de neiging om hard te gaan werken, alles zelf te willen oplossen, maar dat is niet altijd de beste aanpak. Door mijn ervaring als topsporter ben ik ook doordrongen van het belang van ontspanning. Je kunt niet altijd pieken. Zorgverleners, artsen, we willen graag helpen. Maar je kunt alleen goed voor een patiënt zorgen als je eerst goed voor jezelf zorgt. Zeker in deze gekke tijden is vitaliteit daarbij van groot belang. Met collega’s lopen we daarom een blokje om tijdens de lunchpauze en ik sport twee of drie keer per week. Ik vind het leuk om mijn lessen met anderen te delen. Bij patiënten vraag ik er soms naar: komt u voldoende buiten? Hoe gaat het met thuiswerken? Ik ga ze natuurlijk niet mijn topsporters-mindset opdringen, of tips waar ze niet op zitten te wachten. Als je er alleen naar vraagt en mensen zelf tot inzichten komen, wordt het wel gewaardeerd.’ ◼◼ FEEDBACK GEVEN EN VRAGEN ‘Ik ben in de praktijk gestart toen de coronacrisis net was begonnen. Voor mij was de situatie helemaal nieuw, dus je past je sowieso aan aan wat er op je afkomt. Maar omdat corona voor iederéén nieuw was, moesten we met elkaar aftasten wat kon en wat niet. Het was niet de leukste periode; vooral op het hoogtepunt, toen je vrijwel alleen met patiënten kon bellen en ze in een beschermingspak moest bezoeken. Maar ja, dit was de situatie en hier moesten we met z’n allen het beste van maken. Veel van wat ik in de topsport heb geleerd, zie ik terug in de zorg. Goed met elkaar communiceren bijvoorbeeld,

‘ Ik ben ook doordrongen van het belang van ontspanning. Je kunt niet altijd pieken'

en feedback geven en vragen. In ons hockeyteam hadden we soms verplichte feedback-sessies. Er zijn altijd dingetjes die je niet begrijpt of lastig vindt aan een ander. Als je daarover in gesprek gaat, ontstaat een beetje wrijving, maar daar wordt de samenwerking uiteindelijk beter van. Topsport is natuurlijk wel uniek omdat het een groep extreem gemotiveerde mensen betreft die alles willen doen om het hoogst haalbare te bereiken. Dat is in de maatschappij anders, je hoeft niet altijd de top te bereiken. Toch is ook in de zorg goede samenwerking van belang. Omdat je de kwaliteiten van anderen kunt benutten en van elkaar kunt leren. Bij ons in de praktijk is de ene arts beter in kleine ingrepen, de andere beter in een bepaald type patiënten, de assistente goed in triëren en de praktijkondersteuner weer in andere dingen. We vullen elkaar goed aan. Mijn passie ligt natuurlijk bij de sport. Naast huisarts zou ik graag teamarts willen worden. Als het doorgaat, mag ik volgend jaar als arts werken in het TeamNL Tokyo Center tijdens de Olympische Spelen. Ik heb al een paar keer ervaring kunnen opdoen bij sportevenementen, onder andere bij mijn oude team tijdens de Europacup zaalhockey. Het is zo gaaf dat je die meiden dan kunt ondersteunen, samen ergens naartoe kunt werken. Toen ze Europees kampioen werden, voelde ik minstens zoveel trots en voldoening als toen ik zelf nog op het veld stond.’ ¶

de Dokter 7/2020

21

Hoe vang je emotie op tijdens een consult op afstand? En hoe staat u oudere patiënten te woord over moeilijke kwesties? tijdens een online training via Zoom oefent u in een kleine groep huisartsen met een trainer en patiënt-acteur met cases uit uw eigen praktijk. Aanmelden voor deze geaccrediteerde training (2 punten) kan via www.lhv.nl/lhv-academie. U vindt daar ook meer data. Ma 18 januari, do 28 januari 19:30 - 21:15

Lesgeven via Zoom (online) Het is voor veel mensen nieuw en soms ook spannend: lesgeven via Zoom. Lukt het om uw presentatie en filmpjes te delen, om breakout rooms te maken en hoe kunt u ervoor zorgen dat het geen eenrichtingsverkeer wordt? Na deze korte maar krachtige cursus kunt u gebruik maken van de mogelijkheden die Zoom biedt en bent u in staat om ook online insprirerend en interactief onderwijs te verzorgen. Dinsdag 19 januari 2021, 19.00-21.00

Gratis online colleges Twee online colleges van de LHV Startersdag zijn nog tot 31 december 2020 gratis te volgen. Het gaat om 'Waarnemen of in loondienst' en 'Verantwoordelijkheden en risico's bij waarnemen'. U vindt de link op www.lhv.nl/lhv-academie.

U kunt alle nascholing ook incompany aanvragen. Ga voor het hele overzicht naar www.lhv.nl/lhv-academie


22

de Dokter 7/2020


UITBREIDING LHV-MENTORSCHAPSPROJECT

‘LEUK OM BEGINNENDE HUISARTSEN TE HELPEN MET JE EIGEN ERVARING’

Ervaren huisartsen staan collega’s aan het begin van hun loopbaan bij als mentor. Dat begon ruim vijf jaar geleden als pilot in OostNederland. De afgelopen jaren sloten steeds meer kringen aan bij het LHV-mentorschapsproject. Aan mentoren is nooit een gebrek. ‘Het is heel prettig mensen te helpen om stappen te zetten’, zegt een van hen. De mentees op hun beurt geven aan dat het fijn is om te sparren met iemand die niet te ver weg woont, maar toch wat afstand heeft. TEKST: BERBER BIJM A // ILLUSTR ATIE: A AD GOUDAPPEL

‘A

chteraf bekeken had ik zelf echt iets kunnen hebben aan een mentor in het begin van mijn loopbaan’, zegt Barend van Duin. Hij is gepensioneerd huisarts, was afgelopen jaar mentor van een jonge collega en heeft zich net voor een volgend traject via het LHV-mentorschapsprogramma opgegeven – mentor zijn kan tot twee jaar na pensionering. Van Duin heeft tijdens zijn carrière een stuk of twintig aiossen opgeleid en was daarnaast betrokken bij de huisartsopleiding. ‘Ik ben waarschijnlijk niet voor niets hulpverlener geworden’, zegt hij lachend. ‘Ik heb het altijd leuk gevonden beginnende collega’s te helpen met mijn eigen ervaring. Het is heel prettig om mensen te helpen stappen te zetten en daarmee bij te dragen aan hun welzijn. Wat je aan anderen geeft, maakt jezelf ook gelukkig, zeker als je merkt dat die ander er echt iets aan heeft.’ Als hij zelf vroeger een mentor had gehad, had hij wellicht bepaalde fouten niet of minder lang gemaakt, denkt Van Duin. ‘Veel beginnende huisartsen hebben het idee dat iedere patiënt uiteindelijk aardig is en blijven daarom zelf ook heel lang aardig. Dat had ik ook; daardoor heb ik soms te lang gewacht met mijn grenzen te stellen. Sommige patiënten vragen om een andere communicatiestijl dan de stijl die van nature bij je past. Dat had een mentor mij wellicht kunnen vertellen. Communicatie met moeilijke patiënten is een terugkerend onderwerp in de gesprekken die ik altijd heb gehad met beginnende huisartsen. Net als overigens samenwerking, binnen en buiten de praktijk.’ Als mentor probeert Van Duin niet te snel met een advies te komen, maar ‘eerst uit te vragen’, vertelt hij. ‘Wat vind je precies vervelend, wat

is het dilemma waar je voor staat, welke kanten heeft dit vraagstuk – dat soort vragen. Maar ná dat uitvragen kan ik vervolgens ook best mijn eigen visie geven, zeker als ik vind dat iemand zichzelf in de vingers snijdt. Dan zeg ik gerust: “Heb je er misschien weleens aan gedacht om…” Als het lukt om iemand níet terecht te laten komen in een situatie die niet gezond is, geeft dat een tevreden gevoel.’ ◼◼ GOEDE MATCH Majorie van der Cingel, psycholoog en docent aan de huisartsopleiding in Utrecht, is procesfacilitator van het LHV-mentorschapstraject, dat in 2015 begon (zie kader ‘Van pilot tot steeds meer deelnemende kringen’). Ze zorgt allereerst voor een zo goed mogelijke match tussen de aangemelde mentoren en mentees. ‘Beiden vullen vooraf een vragenlijst in. Ik probeer matches te maken waarbij de leervraag van de mentee zo goed mogelijk aansluit bij het aanbod van de mentor. Als een mentee op zoek is naar praktische tips voor het praktijkhouderschap, zoek ik een mentor die vanuit eigen ervaringen hiermee kan helpen. En als een mentee aangeeft te willen reflecteren, koppel ik die aan een mentor die iemand graag een spiegel voorhoudt.’ Van der Cingel kijkt ook naar een klik op vrijetijdsgebied. ‘Als beiden bijvoorbeeld van tuinieren houden, is er ook wat luchtige gespreksstof naast de vakinhoudelijke zaken.’ Bij de koppeling speelt uiteraard ook de reisafstand een rol. ‘In principe reist de mentee naar de mentor toe en we proberen de reisafstand te beperken tot een halfuur.’ Het lukt ‘verrassend vaak’ om een goede match te maken, ziet Van der Cingel. ‘Er zijn al heel wat koppels

‘Communicatie met moeilijke patiënten is een terugkerend onderwerp in de gesprekken’ de Dokter 7/2020

23


a dv er t en t ie

Informeer uw patiënt over het nieuwe vergoedingsbeleid van Zilveren Kruis Achmea

U de aandacht op de zorg, wij helpen uw patiënt met de vergoeding

Mediq levert aan huis én regelt alle vergoedingen. Als u uw volle aandacht nodig heeft voor goede zorg, is het fijn om te weten dat Mediq als grootste medisch speciaalzaak achter u staat. Vanuit ons slimme voorschrijfportaal heeft u toegang tot alle DISVV-producten voor uw patiënten. Wij bezorgen deze aan huis en regelen alle vergoedingen. Zo zorgen we samen dat uw patiënten zich minder patiënt voelen. En meer mens.

mediq.nl/zilverenkruis


‘Een beetje afstand maakt het soms wat makkelijker en veiliger om open te zijn’

geweest die na het mentorschapstraject contact willen houden. “Mogen we doorgaan?” vragen ze dan aan het eind. Dat mag uiteraard, maar er is dan geen begeleiding meer vanuit de LHV. Daarnaast zijn er overigens ook koppels die het gewoon bij dit traject houden en elkaar daarna niet meer zien; ook dat kan natuurlijk heel goed.’ Onder de mentees ziet Van der Cingel bijvoorbeeld waarnemend huisartsen die op zoek zijn naar een goede invulling van het waarnemerschap in combinatie met andere vakinhoudelijke activiteiten en waarnemend huisartsen die twijfelen of ze de stap naar het praktijkhouderschap zullen maken. ‘Zij willen ervaringen uitwisselen en bevraagd worden om het kwartje de ene of andere kant op te laten vallen.’ Daarnaast zijn er huisartsen die nét de overstap naar het praktijkhouderschap hebben gemaakt en graag wat tips willen voor de opstartfase. Een laatste groep mentees zijn huisartsen die sinds één of twee jaar praktijkhouder zijn. ‘Zij zitten met vragen als: hoe ga ik om met werkgeverschap, welke financiële keuzes maak ik, met wie zal ik samenwerken? Daarnaast zie je dat bij alle groepen de vraag naar de juiste balans tussen werk en privé een rol speelt.’ Van der Cingel geeft vooraf een korte training aan mentoren, met name in mentorvaardigheden. Tijdens het traject is ze beschikbaar voor als er ‘hobbels’ zijn, maar die komen nauwelijks voor, vertelt ze.

aandacht die ze in haar hele huisartsenloopbaan besteedde aan scholing en intercollegiale toetsing. Ze draaide onder meer jarenlang mee in Balintgroepen. ‘Jonge collega’s begeleiden en met hen meedenken is voor mij onderdeel van het huisartsenvak. Het mentortraject heeft mij veel inhoud en voldoening gegeven. Het is mooi als je iemand kunt helpen verder te komen. Voor een jongere collega is het denk ik fijn om te praten met iemand van buiten de eigen kring, die onafhankelijk is.’ Dat laatste is inderdaad precies wat mentees in de evaluatie aangeven, vertelt procesfacilitator Van der Cingel. ‘Jonge huisartsen praten natuurlijk over veel dingen met mensen uit hun naaste omgeving, maar een beetje afstand maakt het soms wat makkelijker en veiliger om open te zijn. In de evaluaties zeggen de mentees regelmatig dat het mentorschapstraject hen heeft geholpen om stappen te durven nemen. Daarnaast voelen ze zich geholpen met praktische zaken.’ Net als Van Duin waakt Wallinga ervoor om jonge collega’s expliciet advies te geven. ‘Als mentor denk je mee over de onderwerpen die de ander aandraagt, bijvoorbeeld over wat er in de praktijk speelt, welke hobby’s iemand buiten het werk heeft of juist voorkeuren ín het werk, hoe iemand wil omgaan met scholing en samenwerking, hoe je zorgt voor een gezonde werk-privébalans. Juist omdat je als mentor wat op afstand staat, kun je daar heel goed in meedenken. Ik vind het bovendien een groot voordeel dat het mentorschap helemaal vrijwillig voor en door huisartsen is, zonder kosten en zonder administratieve verplichtingen. Dat geeft ruimte om als koppel zelf keuzes te maken.’ ¶

◼◼ VOLDOENING Tryntsje Wallinga, sinds vorig jaar gepensioneerd huisarts, rondde afgelopen zomer een mentortraject af. Het mentorschap voelde voor haar als een logisch vervolg op de

Mentorschapsproject in steeds meer LHV-kringen Cora ten Tusscher, beleidsmedewerker LHV-regio Oost-Nederland, zette in 2015 het eerste mentorschapsproject op, toen nog in pilotvorm. Aanleiding was de opmerking van jonge huisartsen tijdens een bestuurderstraining dat er bij ervaren huisartsen veel kennis en ervaring aanwezig is die onbenut blijft. ‘De jongere collega’s gaven aan behoefte te hebben aan mentorschap’, vertelt Ten Tusscher. Na de pilot in 2015, waaraan vijf koppels deelnamen, werd het mentorschap een blijvertje met steeds meer deelnemers. ‘In februari volgend jaar beginnen we het vierde traject waaraan nu elf LHV-kringen uit het hele land meedoen. De kringen melden zich spontaan; de kringen die nu voor het eerst meedoen

zijn Limburg, Noord-Holland Noord, NoordHolland Midden en Amsterdam/Almere. We hebben in onze regio een draaiboek gemaakt dat alle deelnemende kringen gebruiken en eventueel naar eigen inzicht kunnen aanpassen.’ Mentees zijn vaak jonge huisartsen, maar er zit ook weleens iemand van begin veertig tussen’, vertelt Ten Tusscher. ‘Als een kring zich aanmeldt om mee te doen, beginnen we altijd met het werven van mentoren. Dan weten we hoeveel mentees we plek kunnen bieden. Daarna schrijven we potentiële mentees aan.’ Voor de mentoren geldt de voorwaarde dat ze nog aan het werk zijn of maximaal twee jaar geleden zijn gestopt; mentees mogen niet lan-

de Dokter 7/2020

25

ger dan tien jaar geleden afgestudeerd zijn. Mentor en mentee zien elkaar negen maanden lang eens in de zes weken, met een tussenevaluatie en een eindevaluatie. ‘Het laatste traject liep af in de zomer van 2020. Mogelijk zijn er koppels overgestapt op videobellen, met het oog op corona. Ook bij het komende traject is dat een optie. Dat laten we aan de koppels zelf.’ De coronacrisis zou voor een tijdelijke dip in de belangstelling kunnen zorgen, maar Ten Tusscher verwacht dat mentoren en mentees elkaar op termijn waarschijnlijk in alle LHVkringen wel zullen vinden. Meer weten? Op www.lhv.nl/lhv-academie vindt u een overzicht van de mogelijkheden.


KENNISMAKEN MET NIEUWE LHV-BESTUURSLEDEN Ze hadden in hun regio al ruime bestuurservaring en komen nu het landelijk bestuur versterken: Aard Verdaasdonk, praktijkhoudend huisarts in Elst, en Hilly ter Veer, waarnemend huisarts in Friesland en Drenthe. Waar staan en gaan ze voor? TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

kringbestuur. Het is heel boeiend om op dit niveau de onderstromen te leren kennen. Een jaar of vier geleden heb ik de LHV-leergang Medisch leiderschap gevolgd. Daar heb ik heel veel over leiderschap geleerd, over manieren om invloed te hebben, over mijn sterke en minder sterke punten. Die leergang heeft me geholpen om de stap van de kring naar het landelijke bestuur te maken.’

Aard Verdaasdonk

FOTO: BAS VAN SPANKEREN

Wat wil je bereiken?

Het is nog even wennen voor Aard Verdaasdonk: z’n praktijk in Elst (gemeente Rhenen) twee dagen per week loslaten om zich in te zetten voor het landelijke LHV-bestuur. ‘Ik ben ontzettend graag huisarts. Ik heb samen met twee collega’s een prachtige groepspraktijk met een fijn team. Maar het geeft me energie om daarnaast ook andere dingen te doen. Ik wil impact maken.’

W

at vind je zo mooi aan het huisartsenvak?

‘Mijn vader was huisarts. Tegen zijn voorbeeld zette ik me natuurlijk af. Ik koos voor de studie Industrieel ontwerpen in Delft. Best leuk, maar het was het niet helemaal. Mijn moeder zag het wel. Ze zei op een bepaald moment: ‘Waarom ga je niet gewoon dokter worden?’ Ze had gelijk: het huisartsenvak is iets dat heel dicht bij mijzelf zit. Ik hoef geen rol te spelen, huisarts is wie ik ben. Ik heb nog even overwogen om orthopedisch chirurg te worden, maar

26

ik ben er gewoon voor gemaakt om naar patiënten te luisteren en een langdurige band op te bouwen. Ik vind huisarts zijn echt het allermooiste vak wat er is.’

Waarom ben je bestuurslid geworden? ‘Ik was al voorzitter van de LHVHuisartsenkring De Gelderse Rivieren en lid van de LHV-Ledenraad. Ik vind het heel interessant om na te denken over beleid. In het landelijk bestuur is dat beleid nog een graadje abstracter, strategischer en politieker dan in een

de Dokter 7/2020

‘Er liggen een paar grote uitdagingen voor de huisartsenzorg. De eerste is dat er de komende jaren veel huisartsen met pensioen gaan, waardoor het huisartsentekort zal toenemen. Het wordt moeilijker voor praktijkhouders om een opvolger te vinden. Veel jongere huisartsen willen wel een band met patiënten, maar niet de sores van het praktijkhouderschap. We moeten het er met elkaar over hebben hoe we als huisartsen continuïteit van zorg kunnen blijven bieden. Een uitdaging is ook de manier waarop we de belangenbehartiging organiseren en de manier waarop we leden betrekken. Er is veel versnippering. Er wordt zowel op landelijk als op regionaal niveau over nagedacht hoe verschillende organisaties meer kunnen samenwerken om sterker te spreken en meer herkenbaar te zijn. Zowel voor de eigen leden als voor de buitenwereld. De werkgroep MOVE, waar ik lid van ben, denkt daar ook over na. We moeten de democratische structuur van de vereniging versterken en individuele leden meer betrekken. Als bestuurslid ga ik me richten op de toekomst van de verening. Of


je praktijkhoudend huisarts bent of niet-praktijkhoudend huisarts, je moet met je vragen bij de vereniging terecht kunnen.’

‘Dat staat denk ik zo ongeveer op mijn voorhoofd. Dat is ook een reden waarom ik bestuurslid ben geworden: meer verbinding maken tussen praktijkhoudende en niet-praktijkhoudende huisartsen. We houden immers allemaal van hetzelfde vak. Ik ga voor goede relaties, maar het betekent niet dat ik conflicten vermijd. Als ik een vergadering of overleg inga, weet ik meestal wat ik wil bereiken. Ik wil het maximaal haalbare resultaat voor de beroepsgroep behalen, het liefst op een verbindende manier. Dat was ook mijn insteek bij mijn deelname aan het overlegteam met zorgverzekeraar Menzis.’

Vind je jezelf een optimist? ‘Mijn glas is altijd halfvol. Ik heb een grenzeloos vertrouwen in mensen. Dat maakt het leven gemakkelijker. Ik heb ook heel veel energie. Mijn grootste uitdaging is om soms op mijn handen te gaan zitten en even niks te doen.’

Hoe houd je balans in je leven? ‘Ik houd van sporten: mountainbiken door de fantastische bossen rond mijn woonplaats Doorn. Wielrennen en tennissen. Maar ik vind het ook heerlijk om thuis te zijn met mijn vrouw en 15-jarige zoon. Ik heb het geluk dat mijn vrouw mij regelmatig spiegelt. Er wordt flink wat besproken bij ons aan tafel.’

Hilly ter Veer Ze werkte vijf jaar als waarnemer in Ureterp, had plannen voor een maatschap, maar gaat toch weer als waarnemer aan de slag in een gezondheidscentrum in Assen. En ze is net aangetreden als landelijk LHV-bestuurslid. Hilly ter Veer heeft altijd ideeën om de wereld beter te maken.

Z

e wilde van Ureterp het eerste rookvrije dorp van Nederland maken. En al is ze er inmiddels geen waarnemend huisarts meer, ze blijft zich samen met twee andere medewerkers van de huisartsenpraktijk in het Friese dorp voor dat doel inzetten. ‘We richten ons op de nieuwe generatie. Ons doel is dat jongeren rookvrij opgroeien en dat rookvrij de nieuwe norm wordt. Dus niet roken op schoolpleinen, sportvelden en kantines. Daar hebben we verrassend veel steun voor gekregen.’ Hilly ter Veer woont in Norg met haar man Jan, stiefzonen Sven en Lars (20) en 3-jarige zoon Thom. Ze had

de Dokter 7/2020

27

het plan om maat te worden in een huisartsenpraktijk in de Wilp, maar besloot deze zomer in goed overleg met de toekomstige maat dit toch niet te doen. Ze hadden beiden iets anders verwacht van de samenwerking. ‘Het was een moeilijke beslissing, maar ook een goede beslissing. En het gaf me ruimte om een ander pad in te slaan. Toen we terugkwamen van vakantie zag ik de vacature voor LHV-bestuurslid langskomen en was meteen enthousiast.’ Het LHV-bestuurslidmaatschap neemt drie dagen per week in beslag. Daarnaast gaat ze als waarnemer aan de slag in een gezondheidscentrum

FOTO: RONALD ZIJLSTR A

Zie je jezelf als verbinder?


a dv er t en t ie

diatec-diagnostics.nl

Middenoor analysers & audiometers

De voordelen voor u:  Diagnostiek waarbij u uw paitent veilig en snel kunt helpen  Tympanometrie klaar binnen 1 minuut  Audiogram binnen 15 minuten  Snelle terugverdientijd

Advies op maat? Bel Diatec op 020 545 57 86 of mail naar info@diatec-diagnostics.nl

GEACCRE DIT studieaa EERD nbod ONAFHA NKELIJKE nascholi ng Suïcide & suïcidepreventie

fysiek & online!

Leer meer over o.a.: • begrijpen van suïcidaliteit biologische en psychologische factoren • uw rol als hulpverlener binnen de landelijke agenda suïcidepreventie • belang van postventie • echt contact maken met personen met suïcidale gedachtes • het gesprek aangaan bij vermoedens van suïcidaal gedrag

Wegens succes herhaald!

Leer meer over o.a.: • anorexia en autisme • groepsdynamiek in de klinische setting • anorexia en (dwang)voeding • psychosociale begeleiding • psychomotorische therapie bij anorexia Zowel online als op locatie.

Datum: dinsdag 9 maart Meer info: medilex.nl/suicidepreventie

Datum: donderdag 25 maart Meer info: medilex.nl/anorexia2021

Trauma bij baby’s en peuters

Slaapproblemen en -stoornissen bij jongeren

Hoe openbaart een trauma zich als een kind het nog niet onder woorden kan brengen?

fysiek & online!

Anorexia

5e editie!

Leer meer over o.a.: • herkennen van de meest voorkomende slaapstoornissen bij jongeren

Een trauma kan de ontwikkeling van een jong kind ernstig verstoren.

• handvatten voor medicatie of niet medicamenteuze behandelmethoden

Herken de signalen vroegtijdig en bied de juiste ondersteuning!

• de relatie tussen slaapstoornissen en andere aandoeningen (obesitas, autisme en psychiatrische problematiek)

Datum: woensdag 17 maart Meer info: medilex.nl/trauma_babys_peuters

Datum: woensdag 12 mei Meer info: medilex.nl/slaapproblemen_jongeren


in Assen, met acht huisartsen. ‘Tot nu toe heb ik steeds in kleine dorpspraktijken gewerkt. Zo’n gezondheidscentrum werkt heel anders. Dat lijkt me heel interessant, vooral ook om deze ervaring als bestuurder in mijn rugzakje mee te nemen.’

Wat vind je het leukst aan huisarts zijn? ‘Ik ben zelf geboren en getogen in een dorpsgemeenschap. Ik vind het heerlijk om mee te maken hoe mensen zich in hun leven ontwikkelen. Ik hoop dat ik de kans krijg om dit als huisarts voor 25 jaar te kunnen doen. Wie weet, kan ik in de buurt van mijn thuishonk Norg nog eens een praktijk overnemen. Dat is mijn droom. Het leukst vind ik dat mensen in beweging zijn gekomen als ze het spreekuur verlaten. Vaak vraag ik ze of ze me willen laten weten wat ze hebben besloten en hoe het is gegaan. Zo’n beweging ontstaat vooral als ik tijd neem voor die persoon. Daarom beleef ik het meeste plezier als ik met tijd en aandacht kan werken.’

Waarom de stap naar het LHV-bestuur? ‘Ik heb de kaderopleiding beleid en beheer gedaan. Mijn hoofd zit altijd vol met ideeën en die wil ik ook graag

realiseren. Ik ben een combinatie van een doener en een denker. Iemand die graag vragen stelt en mensen helpt om anders naar vraagstukken te kijken. Je kunt een berg niet verplaatsen, maar je kunt er misschien wel overheen of omheen. En dan bereik je alsnog je doel. Ik heb een tijd in het bestuur van de LHV-kring Friesland gezeten en eraan meegewerkt dat de drie huisartsenorganisaties in Friesland meer zijn gaan samenwerken: de LHV-kring, de huisartsenpost en de ondersteunende organisatie. Nu is er één duidelijk aanspreekpunt: voor de huisartsen zelf, maar ook voor externe partijen als provincies, gemeenten en zorgverzekeraar. Ik vraag me af of we dat op landelijk niveau ook niet zo kunnen organiseren. Het is op dit moment toch haast niet uit te leggen welke huisartsenorganisatie wat precies doet?’

Waar ga jij je voor inzetten? ‘Ik ga me bezighouden met hoe de huisartsenzorg er in de toekomst zal uitzien. Daar zitten onderwerpen bij als ‘meer tijd voor de patiënt’ en het huisartsentekort. Ik zal zeker ook de stem van de niet-praktijkhoudende huisartsen in het bestuur laten horen. Die groep is de afgelopen jaren enorm

‘Ik ga voor goede relaties, maar dat betekent niet dat ik conflicten vermijd’

de Dokter 7/2020

‘ Kun je de berg niet verplaatsen, ga er dan omheen’

gegroeid. Natuurlijk zie ik verschillen tussen praktijkhouders en niet-praktijkhouders, maar de overeenkomsten zijn veel groter. Zeker als het over de kern van het vak gaat. We zullen nieuwe vormen moeten vinden om de verbinding te leggen en om met alle huisartsen samen goede huisartsenzorg te blijven leveren. Ik wil me er hard voor maken dat de afspraken die in een hoofdlijnenakkoord worden vastgelegd, door alle betrokken partijen worden uitgevoerd. Ook door de zorgverzekeraars. Zij hebben ons als huisartsen hard nodig om hun doel te bereiken: goede zorg bieden en de kosten in de hand houden. Dat laten we zien door wat wij doen.’

Hoe is het met de balans tussen werk en vrije tijd? ‘Die zit wel goed. Ik houd van mijn werk, maar ik wil me daarnaast kunnen blijven inzetten voor dingen die ik belangrijk vind. Ik vind het heerlijk om een flinke wandeling te maken, om in de tuin te werken en samen met Thom kikkerdril te zoeken en tamme kastanjes te bakken. Het is heel belangrijk voor mijn geluk om af en toe te vertragen.’ ¶

29


mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Jolijn van Baar en Nanette Lameijn over hun praktijkstart. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

‘Samen met supervisor een stevige basis gelegd'

30

de Dokter 7/2020


Waarom als duo starten? Jolijn: ‘We kennen elkaar al 20 jaar, van de Nijmeegse studentenroeivereniging. De laatste jaren zaten we samen in een nascholingsgroep. Ik werkte als waarnemer bij Ton Zwaard. In 2017 begon hij over zijn pensionering. Ik wilde de praktijk wel overnemen, maar niet in mijn eentje. Het leek mij leuk om het samen met Nanette te doen.’ Nanette: ‘Ik werkte al langere tijd als waarnemer in een praktijk elders en had het daar goed naar mijn zin, maar van het idee om samen met Jolijn te starten, werd ik heel enthousiast. Ik dacht meteen dat we een goede match zouden zijn, maar we zijn wel met een supervisor gaan praten om dat te toetsen.’ Jolijn: ‘We hebben het bijvoorbeeld over onze kernwaarden gehad. Ik ben nogal actiegericht, hou van aanpakken. Nanette is wat meer beschouwend, zij denkt eerst nog een keer na. Ik zie bijna nooit beren op de weg, Nanette wel.’ Nanette: ‘Maar we willen allebei vooruit. En daarin vullen we elkaar dan weer mooi aan.’

Wat is er leuk aan jullie praktijk? Nanette: ‘Het is een verstedelijkte plattelandspraktijk, dichtbij Nijmegen. De sfeer is gemoedelijk. We bieden laagdrempelige zorg. De praktijk van onze collega is ook zo. We horen van patiënten en waarnemers dat ze het prettig vinden.’ Jolijn: ‘We willen dat patiënten zich gehoord en gezien voelen. Ze kunnen meestal dezelfde dag nog bij ons terecht met een klacht. In coronatijd wordt dat natuurlijk vaak een telefoontje.’ Nanette: We doen allebei drie dagen patiëntgebonden werk en één dag administratieve en maatschapgebonden zaken. Op woensdag werken we samen op de praktijk, dan hebben we tijd om te overleggen.’

FOTO: SY TSE DIJKSTR A

Hoe willen jullie dokteren? Nanette: ‘We zitten heel erg op dezelfde lijn. We zijn erg betrokken bij onze patiënten. We werken vanzelfsprekend volgens de NHG-richtlijnen, maar wel altijd patiëntgericht. We zijn pragmatisch, daadkrachtig, maar ook eerlijk als we iets niet weten.’ Jolijn: ‘We hebben dezelfde ideeën, normen en waarden. Het maakt eigenlijk geen verschil wie van ons een patiënt ziet, inhoudelijk komen we vaak op dezelfde beoordeling en behandeling uit. Dat is heel prettig.’

Plannen voor de toekomst? Nanette: ‘Ik denk dat we het eerst even houden zoals het is. Het loopt gesmeerd. We werken met ontzettend veel plezier.’ Jolijn: ‘Het zou wel leuk zijn om in de toekomst coassistenten, aios en assistentes op te leiden. Maar dat betekent dat we meer ruimte nodig hebben. Dan moeten we verbouwen.’ Nanette: ‘Misschien ga ik de kaderopleiding palliatieve zorg doen. Dat vind ik een mooi onderdeel van ons vak. Je kunt in die fase zoveel doen voor mensen, juist ook door dingen te laten. De diepgang van gesprekken, ik zie het als een verrijking.’ Jolijn: ‘Misschien dat ik er juist nog eens iets heel anders bij ga doen. Het lijkt mij bijvoorbeeld heel leuk om supervisor te zijn.’

WAAR Druten-Zuid. De duopraktijk vormt een HOED met de praktijk van collega-huisarts Jan van Herpen. Beide praktijken hebben eigen patiënten, maar delen gebouw en personeel.

ENTHOUSIAST

Voor altijd samen? Jolijn: ‘Ja, fijn! Maar je weet nooit hoe dingen lopen. Verandering is moeilijk, maar biedt ook altijd mogelijkheden. Die gedachte geeft vrijheid.’ Nanette: ‘Als een van ons beiden iets anders wil gaan doen, is dat ook goed. We hebben in het begin besproken hoe we met dat scenario omgaan. Daar hebben we zelfs dingen over vastgelegd. Het wordt geen vechtscheiding. Maar de gedachte dat we deze praktijk samen runnen tot we oud zijn, voelt helemaal goed.’

Beste tips voor duo-starters? Jolijn: ‘Neem genoeg tijd voor overleg. Wij doen dat vaak op woensdagmiddag en hebben elke kwartaal een ‘maatschap-dag’. Dan overleggen we samen en gaan we lekker lunchen. In coronatijd even niet, maar dat komt vast wel weer.’ Nanette: ‘Denk aan een supervisor. Wij hebben in het begin echt alles besproken: hoe we de taken verdelen, hoe we met diensten omgaan, hoe we dingen aanpakken, wat onze ideeën zijn. Daarmee hebben we een sterke basis gelegd. We hebben bijvoorbeeld besloten om in het eerste jaar alle diensten te verkopen. Het overnemen van de praktijk vonden we al hectisch genoeg. Inmiddels verkopen we alleen de nachtdiensten nog. Ook daar staan we hetzelfde in. We vinden het belangrijker om goed voor onszelf te zorgen dan om meer geld over te houden.’ Jolijn: ‘Precies. Als je praktijkhouder bent, kun je het organiseren op de manier die jij fijn vindt. Je bent zelf of als duo de baas.’ ¶

de Dokter 7/2020

WIE Jolijn van Baar (41) en Nanette Lameijn (39) namen in februari 2019 als duo de praktijk over van Ton Zwaard, die met pensioen ging. De praktijk telt 3450 patiënten.

31

‘Het kost tijd en het is hard werken, maar het hebben van een praktijk slokt echt niet je hele leven op. We hopen dat we andere huisartsen kunnen enthousiasmeren om praktijkhouder te worden.’

SUPERVISIE ‘Je kunt goede vriendinnen zijn, maar betekent dat ook dat je goede maten kunt zijn? Voor die vraag zijn we met een supervisor gaan praten. Het helpt enorm om er met een derde naar te kijken.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaring delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail je gegevens naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.


DE TOEKOMST VAN DE ANW-ZORG

Nu alle schijnwerpers op Covid-19 staan, lijkt het vraagstuk ‘spoedzorg’ haast minder urgent. Maar achter de schermen, in het land en in de regio, gebeurt van alles om misschien wel het grootste knelpunt in de huisartsenzorg op te lossen. Van geleerde lessen in coronatijd tot de VWS-houtskoolschets: hoe de spoedzorg van de toekomst vorm begint te krijgen. Spoed is niet alleen spoed, spoed is vooral: samen. 32

de Dokter 7/2020


LHV-LEDENONDERZOEK:

ANW-diensten, hoe kan het anders

D

GELEERDE LESSEN IN CORONATIJD:

NIEUWE WERKWIJZE OP DE HAP

Z

omaar even langsgaan bij de huisartsenpost is er in coronatijd niet meer bij. De meeste patiënten krijgen een telefonisch of digitaal consult. Alleen als het nodig is, worden patiënten gezien. De druk op de ANW-diensten is daardoor wat van de ketel gegaan. Het stilvallen van het uitgaansleven en teamsporten draagt daar natuurlijk ook aan bij. ‘Covid-19 heeft al heel wat lessen opgeleverd’, zegt Carin Littooij, LHV-bestuurslid en huisarts in Driebergen. ‘Een van die lessen is dat het heel goed mogelijk is om alleen patiënten te zien die echt spoedzorg nodig hebben. Veel huisartsen vinden de ANWdiensten op dit moment een stuk beter te doen. Dat is iets wat we willen vasthouden, ook na coronatijd.’ Dat zal niet helemaal vanzelf gaan, zegt LHV-regiocoördinator Patricia Brands er meteen bij. ‘Nu is Covid-19 de stok achter de deur, maar als die stok er niet meer is, kun je als HAP zomaar terugvallen in de oude werkwijze. Als je alleen spoedzorg wilt bieden, vergt dat een bewuste keuze voor een andere manier van werken: strengere triage,

meer telefonische en digitale consulten, patiënten vaker verwijzen naar de eigen huisarts. Dat vraagt ander gedrag van huisarts én patiënt.’ Een andere les van Covid-19 is dat er heel veel mogelijk is als de zorg centraal staat en de rest volgt. Littooij: ‘Er wordt veel meer samengewerkt, ook over zorgdomeinen heen. Wat voorheen maandenlang overleg kostte, wordt nu in recordtijd geregeld.’ Een voorbeeld is het probleem van de inzage in medische dossiers van patiënten op de huisartsenpost. ‘We zijn samen met VWS, de Autoriteit Persoonsgegevens en het Openbaar Ministerie tot de afspraak gekomen dat een patiënt die zich bij de HAP meldt, ter plekke mondeling toestemming kan geven voor inzage in de ‘Professionele samenvatting’ van zijn dossier via het LSP. Deze corona opt-in geldt voor zolang de corona-epidemie duurt, maar het werkt zo goed dat we VWS gevraagd hebben dit structureel wettelijk te regelen. Dat voorkomt heel veel gedoe. Zo’n wettelijk traject zal even duren, maar is wel de moeite waard.’

de Dokter 7/2020

e ANW-zorg geeft niet alleen druk, maar veroorzaakt ook spanning tussen huisartsen. Ook al vervullen waarnemend huisartsen zeker de helft van de ANW-diensten, de formele verantwoordelijkheid ervoor ligt bij de praktijkhoudende huisartsen. Zou dat ook anders kunnen? Wat vinden huisartsen daar zelf van? Die vraag heeft de LHV dit najaar laten onderzoeken door onderzoeksbureau MWM2. Het bureau ging met 24 betrokkenen in gesprek: praktijkhouders, waarnemers, hidha’s en medisch managers van huisartsenposten. Twee van hen waren Simon Kleijkers, praktijkhouder van Gezondheidscentrum Hoensbroek Noord, en Bas Vestjens, waarnemer en voorzitter van de wagro in de regio Nijmegen. ◼◼

‘ER IS NOG ZOVEEL TE VERBETEREN’

‘Het zegt natuurlijk wel wat dat ik kaderarts spoedzorg ben en medisch adviseur van de huisartsenpost in Heerlen. Spoedzorg vind ik een heel interessant onderdeel van ons vak’, zegt Kleijkers meteen. ‘Ik snap dat de ANW-diensten als druk worden ervaren, maar ik zie ook mogelijkheden om daar wat aan te doen. Dat begint bij de organisatie van de dagpraktijk. Hoe makkelijker patiënten overdag bij hun huisarts terecht kunnen, hoe minder ze zullen uitwijken naar de huisartsenpost. We kunnen zowel in de dagpraktijk als op de HAP tijd winnen door meer gebruik te maken van digitale consulten, bellen en beeldbellen. Het is lang niet altijd nodig om een patiënt fysiek te zien.’ Daarnaast denkt hij dat het helpt als elke huisarts de ABCDE-methode voor spoedzorg aanleert. ‘Die methode wordt door alle disciplines in de spoedzorg gebruikt, ook de ambulancediensten en de SEH. Als iedereen dezelfde taal spreekt, geeft dat een bepaalde rust.’ Het probleem dat praktijkhouders formeel verantwoordelijk zijn voor de ANW-diensten en waarnemers de diensten kunnen kiezen die ze willen, ziet hij ook. ‘Wij hebben er in Heerlen voor gekozen om de waarnemers via de wagro actief bij de post te betrekken en mee te laten denken en beslissen. Daardoor voelen waarnemers zich ook verantwoordelijk voor de diensten. Dat scheelt enorm.’ Dat waarnemers een hoger tarief vragen, vindt hij niet vreemd. ‘Ik denk niet dat waarnemers voor het tarief moeten gaan werken dat praktijkhouders krijgen voor een ANW-dienst. Het NZatarief voor ANW-diensten is bespottelijk laag, dat zou omhoog moeten. Huisartsenposten moeten kwalitatief goede zorg bieden. De eisen zijn hoog: je werkt samen met een team waarmee je nooit samenwerkt en je ziet vooral patiënten die je niet kent.

33


POSITIEVE ERVARINGEN VAN KOPLOPERS: Misschien zit daar ook nog wel een verbeterpunt. Mogelijk kunnen we voor een bepaalde continuïteit in ANW-teams zorgen, door per avond een vaste teamleider aan te stellen. Intensievere samenwerking met de SEH biedt ook mogelijkheden. Onze huisartsenpost zit in het ziekenhuis. We overleggen zo nodig en helpen elkaar als het heel druk is. Door meer samen te werken, en bijvoorbeeld een gezamenlijke triage te doen, kunnen zowel de HAP als de SEH efficiënter werken en zijn er uiteindelijk minder mensen nodig. Die kant moeten we zeker uit.’ ◼◼

‘ALLEMAAL EEN STAPJE NAAR HET MIDDEN’

‘In coronatijd zijn de ANW-diensten een stuk rustiger dan ze voor die tijd waren. Er zijn ook minder diensten te doen, omdat praktijkhouders meer diensten zelf doen’, zegt Bas Vestjens. ‘Maar ik denk dat het na corona weer net zo druk wordt als voorheen. Als patiënten overdag moeilijk bij hun vaste huisarts terecht kunnen, wijken ze uit naar de HAP. Het is niet de bedoeling, maar ik snap het wel.’ ‘Dat schisma tussen praktijkhouders en waarnemers, ik word er heel moe van. Het is onzin dat de waarnemers alleen maar de fijne diensten overnemen en de praktijkhouders met de andere diensten laten zitten. We zijn als huisartsen samen verantwoordelijk voor spoedzorg. Het hoort bij ons ons vak. Acute zorg is een vaardigheid die je moet onderhouden. Je moet in stressvolle situaties weten hoe je moet handelen.’ Vestjens heeft een oplossing: ‘Ik zou het een goed idee vinden als waarnemers zich aan een huisartsenpost verbinden en zich committeren om een minimaal aantal diensten te doen. Daarmee leren zij de huisartsenpost beter kennen en krijgen ze ook meer binding met de regio. Dan wordt er vanzelf minder geshopt. Daar moet wel iets tegenover staan. Je kunt alleen meer commitment van waarnemers vragen, als zij ook de kans krijgen om mee te denken en mee te beslissen over die huisartsenpost. Veel waarnemers hebben nu het gevoel dat ze als werkpaard worden gebruikt, maar geen inspraak hebben.’ Huisartsen hebben elkaar allemaal nodig, zeg hij. ‘De groep praktijkhouders slinkt, de groep waarnemers groeit. Aan de ene kant omdat jonge huisartsen met een jong gezin flexibiliteit willen, maar ook omdat jonge huisartsen opzien tegen de sores die een praktijk tegenwoordig met zich meebrengt. Het is een vicieuze cirkel. Een tekort aan praktijkhouders leidt tot een tekort in de dagzorg en tot meer druk op de ANW-diensten. We kunnen de kloof overbruggen, maar dan moet iedereen bereid zijn een stapje naar het midden te zetten. Praktijkhouders kunnen eerder een maat zoeken, die later ook de praktijk kan overnemen. En waarnemers? Wij moeten de bal oppikken en bereid zijn om als maat in te stappen en praktijken over te nemen. Wat voor soort huisarts we ook zijn, we houden allemaal van dit vak. We moeten vormen vinden waarbij we het samen doen.’

34

ALLEEN U1 EN U2 IN DE NACHT

D

e pilot ‘Alleen U1 en U2 in de nacht’ had met Covid-19 de wind zogezegd mee. Dit jaar zijn er twaalf huisartsenposten met de pilot aan de slag gegaan, met als motto ‘Spoed is spoed’. Deze koplopers hebben afgesproken om in de nacht alleen patiënten met de hoogste urgentiecategorieën, U1 en U2, te zien. Patiënten met U3 of U4 krijgen de boodschap dat ze op het ochtendspreekuur van hun eigen huisarts terecht kunnen. De huisartsen houden daar ’s ochtends een spoedplekje voor vrij. De koplopers zijn positief over wat de pilot heeft opgeleverd. De nachtdiensten zijn minder zwaar geworden. Triagisten en huisartsen kregen er speciale trainingen voor, patiënten kregen er goede informatie over. De net verzelfstandigde Huisartsenspoedpost Nieuwegein gaat volgend jaar met de aanpak beginnen. Medisch directeur Pim Achterberg heeft zich als ambassadeur gemeld om de aanpak te verbreiden. ‘De verlaging van de werkdruk op de huisartsenpost is een noodzakelijke stap om de huisartsenzorg, ook overdag, te kunnen volhouden. Voor veel huisartsen is de combinatie van een intensieve dagpraktijk en intensieve nachtdiensten te zwaar. Het valt nu misschien mee, maar na coronatijd komt dit probleem ongetwijfeld in alle hevigheid terug. Daar moeten we een oplossing voor vinden.’ Het aantal diensten kan niet omlaag, want er heeft ’s nachts maar één huisarts dienst. ‘We werken al zo efficiënt mogelijk.

de Dokter 7/2020

We hebben samen met de HAP in Zeist een post in Houten, waar een huisarts zit die voor visites kan worden ingezet. Daarmee voorkomen we dat onze huisarts te lang onderweg is voor visites. We kunnen ook altijd terugvallen op de SEH, die in hetzelfde gebouw zit als wij. Daar zijn we in coronatijd heel intensief mee gaan samenwerken. Dankzij corona zijn veel zaken versneld, waar we anders heel lang over hadden moeten overleggen. In die zin is corona een blessing in disguise.’ Achterberg verwacht dat ‘Alleen U1 en U2 in de nacht’ gaat helpen om de werkdruk te verlichten. ‘Er kan nog eens een U3 bij zitten, als de patiënt vroeg in de nacht belt of heel ongerust is. Dit vergt heel goed overleg en samenwerking tussen de triagist en dienstdoende arts. Maar patiënten met klachten die een paar uur kunnen wachten, verwijzen we naar de eigen huisarts. We vragen alle huisartsen om in hun ochtendspreekuur een plekje vrij te houden voor zo’n patiënt. Dat zal per huisarts een of twee keer per maand voorkomen, dus niemand hoeft bang te zijn dat het ochtendspreekuur ineens volloopt met mensen uit de nacht.’ Minder druk op de ANW-diensten heeft volgens hem een dubbel effect: ‘Het is makkelijker om een dienst zelf te doen, maar het is ook makkelijker om een waarnemer te vinden die de dienst wil overnemen. Dat betekent dat we overdag meer fitte huisartsen hebben, waardoor de dagzorg ook beter vol te houden blijft.’


VWS-HOUTSKOOLSCHETS ACUTE ZORG:

De spoedpost van de toekomst

H

et ministerie van VWS heeft begin juli in een schets gepresenteerd hoe de spoedzorg er in de toekomst uit zou kunnen zien: de Houtskoolschets acute zorg. Het doel is dat mensen, middelen en huisvesting efficiënter worden ingezet, om overal in het land goede spoedzorg te kunnen blijven bieden. Aan alle betrokken partijen is gevraagd hun reactie te geven. De LHV, NHG, InEen en VPhuisartsen hebben een gezamenlijke reactie geformuleerd. ‘De houtskoolschets gaat de richting uit die wij zelf ook voor ogen hebben’, vat LHV-bestuurslid Carin Littooij samen. ‘Een integrale spoedpost waarbij alle ketenpartners intensief samenwerken: HAP, SEH, ambulancediensten, GGZ en thuiszorg. Voor ons is

het van cruciaal belang dat de huisartsen een belangrijke rol blijven houden in de acute zorg. Niet alleen omdat verreweg de meeste acute zorgvragen overdag en in de ANW-uren bij de huisartsen terecht komen, zo’n 6 miljoen, maar ook omdat huisartsen veilig en efficiënt werken en kwaliteit bieden. Daarom is het goed dat de triage in de toekomst een huisartsgeneeskundige insteek houdt. Huisartsen kunnen het best de inschatting maken of een klacht werkelijk spoed heeft of tot de volgende dag kan wachten. En dat geldt helemaal als die huisarts de eigen huisarts is. Wij willen onze rol als poortwachter behouden.’ De grote winst van een gezamenlijke aanpak is dat er een eind komt aan de versnippering in de acute zorg. ‘Bij een

de Dokter 7/2020

35

probleem moet je als patiënt kiezen tussen huisarts, wijkverpleegkundige, de SEH of de GGZ-crisisdienst. De houtskoolschets geeft aan dat er één telefoonnummer voor spoedzorg komt, naast 112. Dit is het coördinatiepunt dat ervoor zorgt dat de patiënt de juiste zorg krijgt op de juiste plek. Dat gaat huisartsen heel veel tijd opleveren. Wij hoeven geen dingen meer te doen die bij anderen thuishoren. We gaan het veel meer samendoen, samen met andere zorgdisciplines. Daardoor worden de ANW-diensten lichter en kunnen we met z’n allen betere spoedzorg leveren.’ De houtskoolschets wijst de richting voor een oplossing voor de lange termijn. Voor de korte termijn zullen eerst nog andere oplossingen nodig zijn. Volgens Littooij bestaat er niet één oplossing voor het hele land. ‘Als er één winnende oplossing zou bestaan, hadden we die natuurlijk al lang gevonden. De werkelijkheid is dat het probleem van de spoedzorg in elke regio net iets anders is. Elke regio moet een eigen invulling kunnen geven aan acute zorg. In een krimpregio zijn de wensen en mogelijkheden anders dan in een drukke stad. Ook moet de schaal niet te klein, maar ook niet te groot zijn om de juiste zorg op de juiste plek te kunnen bieden.’ Volgens Littooij zal de komende tijd worden onderzocht wat mogelijke oplossingen zijn, wat de consequenties daarvan zijn en hoe dat organisatorisch, contractueel en juridisch geregeld moet worden. ‘Wij gaan als LHV naast het kwalitatieve onderzoek in ieder geval ook een kwantitatief onderzoek doen onder leden. We willen weten welke mogelijkheden zij zien om de ANW-diensten zo te organiseren dat alle huisartsen daar samen de verantwoordelijkheid voor dragen, en wat zij daar zelf aan zouden willen bijdragen. Want spoed is niet alleen spoed, spoed is vooral ook samen.’ ¶


a dv er t en t ie

Hier stond een advertentie


LHV Nieuws Handige regiokaart ondersteunt bij samenwerken

Ondersteuningsfonds voor (huis)artsen

TEGEMOETKOMING BIJ GEZONDHEIDSPROBLEMEN COVID-19

B

ent u als huisarts ernstige gezondheidsproblemen ondervonden door het coronavirus? Dan kunt u een tegemoetkoming aanvragen bij Stichting Ondersteuningsfonds KNMG (StOF). De tegemoetkoming is voor artsen die als huisarts of o.a. medisch specialist ingeschreven staan in het RGS. Artsen of nabestaanden van deze

artsen die slachtoffer zijn van Covid-19 en voldoen aan de inhoudelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor een uitkering door ZWIC, maar worden uitgesloten vanwege de RGS-registratie, kunnen een aanvraag doen bij StOF. Meer informatie over de voorwaarden en het aanvragen vindt u op www.knmg.nl

M

et welke regiosamenwerking kunt u als huisarts uw voordeel doen, bij wie kunt u terecht met vragen over regionale vraagstukken en ondersteuning bij onder andere automatisering, arbeidsmarkt, bedrijfsvoering en kwaliteitsbeleid? Of als u wilt afstemmen om tot goede zorg voor uw patiënten te komen. Een nieuwe interactieve regiokaart ondersteunt u bij het samenwerken in uw regio. Met een klik op een regio verschijnt een overzicht van de samenwerkende organisaties,

kerngetallen en – wanneer beschikbaar - een regioplan en een aantal uitgelichte activiteiten. Een uitgebreide zoek- en filterfunctie helpt om makkelijk en snel te vinden wat u zoekt. Alle regio’s die een activiteit op het gebied van ouderenzorg hebben uitgelicht bijvoorbeeld. Of de regio’s met een bepaalde preferente zorgverzekeraar en een regioplan. Of simpelweg de regio die gekoppeld is aan uw gemeente. U vindt de regiokaart op www. hechtehuisartsenzorg.nl.

EXTRA OPLEIDINGSPLEKKEN VOOR DE HUISARTSENZORG

O

p initiatief van D66 komen er 20 extra opleidingsplekken voor huisartsen bij. Het voorstel wordt gesteund door de andere regeringspartijen. Dit is een van de uitkomsten van het begrotingsdebat Volksgezondheid. LHV-voorzitter Ella Kalsbeek: ‘Wij pleiten al langer voor veel meer opleidingsplaatsen voor huisartsen, zoals het Capaciteitsorgaan eerder dit

de Dokter 7/2020

37

jaar ook heeft geadviseerd. In bijna elke regio dreigt er een tekort aan huisartsen, dus het is pure noodzaak om meer huisartsen op te leiden. De minister besloot om voor volgend jaar 50 extra opleidingsplekken te creëren. Met deze 20 erbij is dat een stap in de goede richting. Maar we zijn er nog niet.’ Het volledige bericht leest u op www.lhv.nl


wisselcolumn Sofie de Haan, huisarts in Den Helder

I

’m on call, to be there, blèr ik het nummer ‘ On Call’ van Kings of Leon mee, onderweg in de auto naar de huisartsenpost. Het is weekend en ik heb nachtdienst. Op tijd beginnen en lekker doorknallen tot in de vroege ochtend. Al doe ik dat eigenlijk liever op een festival, maar die zijn door de corona toch allemaal afgelast. Rond een uur of één gok ik het erop. De agenda is leeg, dus kruip ik in bed. Mijn lijf is moe, maar mijn hoofd staat nog volop aan. Na wat bladeren in

‘ Tijdens het vernevelen haalt moeder een voltallig repertoire aan kinderliedjes uit de kast’ de LINDA en scrollen door de Wehkamp-app om mijn straksgaat-de-telefoon-gedachten wat te verzetten, is het toch gelukt om slaperig te worden. Anderhalf uur later schrik ik wakker van het gerinkel van de telefoon. De assistente heeft een kindje laten komen dat benauwd is. Ze zitten al op me te wachten in de coronakamer. Door de gang haast ik mij die kant op. ‘If you’d call me now baby, I’d come a running’, galmt de songtekst van Kings of Leon door mijn hoofd. In het omkleedportaal van de

38

de Dokter 7/2020

coronakamer tref ik een paar handschoenen, mondkapje en een beschermingsbril van de bouwmarkt. Het is nog het begin van de coronacrisis, persoonlijke beschermingsmiddelen zijn schaars. Schorten zijn nog niet beschikbaar, maar het management van de post laat ons niet onbeschermd ons werk doen. Dus wat tref ik daar... Een regenponcho! Niet om me te beschermen tegen regen, prut en bierspetters. Nee, een regenponcho als beschermingsmiddel tegen de corona-aërosolen. Ik zet mijn mondkapje op en realiseer me opeens waarom ik elke ochtend mijn tanden poets. De goedemorgen-walm blijft er lekker in hangen. Eenmaal aangekleed stap ik de kamer in. Een benauwd, astmatisch, tweejarig meisje zit bij haar moeder op schoot. De Ventolin hebben ze al flink gebruikt, zonder baat. Tijd om de vernevelaar in te zetten. Tijdens het vernevelen haalt moeder een voltallig repertoire aan kinderliedjes uit de kast. Het meisje blijft rustig en de vernevelaar doet zijn werk. Teruglopend naar de piketkamer geniet ik nog even na van dit intieme optreden. Blij dat het meisje weer naar huis kon. Ook blij dat mijn bed geen opblaasbaar matje in een tent is. En nog blijer dat het mondkapje weer afkan en ik, zonder rij voor de wasbak, mijn tanden kan poetsen. ¶

FOTO: ROSEM ARIE VAN BENTUM

Regenponcho


a dv er t en t ie

PRAKTIJK.nl

Continu bereikbaar en meer rust in de praktijk Versnelde digitalisering van en ín de huisartsenzorg zet in de tweede coronagolf verder door. Om continuïteit van zorg te bieden werken huisartsen op een andere manier, én ze verwachten dit te blijven doen. PRAKTIJK.nl biedt een totaalpakket aan oplossingen die de praktijk hierbij ondersteunen. Drie huisartsen vertellen over de voordelen van Assistent op afstand, videobellen en e-consulten. Meer rust in de praktijk en daarom meer tijd voor patiënten.

Huisarts Miranda Buckley

Huisartsenpraktijk Buckley in Rotterdam-Noord “Sinds maart werken we met Assistent op afstand van PRAKTIJK.nl. Het voordeel is dat je nooit meer zonder assistente zit als er iemand ziek is. En wat ik echt heerlijk vind, is de rust in de praktijk. Nu de telefonie deels is uitbesteed aan Assistent op afstand, word ik niet meer afgeleid omdat de telefoon constant roodgloeiend staat. Onze praktijk stimuleert mensen ook om afspraken zoveel mogelijk te plannen via onze website of het patiëntenportaal. Op die manier kan ik zelf beoordelen of een patiënt naar de praktijk moet komen. Of dat ik de vraag ook telefonisch, via een e-consult of videobellen kan beantwoorden.

Het voordeel van assistentes op afstand: je zit nooit meer zonder”

Veertig procent van de consulten kan de huisarts of POH gemakkelijk op afstand doen. Daar ben ik van overtuigd. Je wint er geen tijd mee is mijn ervaring. Maar het is wel gemakkelijk en rustig voor de patiënt en de huisarts. Door zorg op afstand zit onze wachtkamer niet meer tjokvol. Loopt het spreekuur toch uit: dan voel ik minder druk als de patiënt thuis op mijn telefoontje wacht, dan wanneer hij in de wachtkamer zit.”

Huisarts Barth Kappeyne van de Coppello

Huisartsenpraktijk Kappeyne van de Coppello in Amsterdam “Voor de crisis maakte ik al gebruik van de diensten van PRAKTIJK.nl. Daardoor was ik tijdens de eerste golf beter voorbereid om zorg op afstand te verlenen. Het e-consult en beeldbellen had ik bijvoorbeeld al omarmd. Omdat ik structureel bemanning tekortkom, krijg ik ook versterking van Assistent op afstand. Dat zorgt voor continuïteit van zorg als door drukte of uitval even niemand de telefoon kan opnemen.

mogelijk online “ Zoveel afspraken, daar helpt PRAKTIJK.nl mij bij”

Huisarts Lydia Voorkamp

Huisartsenpraktijk Voorkamp in Den Haag “Middenin de eerste golf zat ik ineens tweeëneenhalve dag per week zonder assistente. Sindsdien heb ik nog één assistente in dienst, omdat ik geen tweede kan vinden. Om het personeelstekort op te vangen, werk ik sinds kort met Assistent op afstand van PRAKTIJK.nl. Elke dag vangen assistentes op afstand de overloop van telefoontjes in mijn praktijk op. Mijn patiënten staan nooit langer dan twee minuten in de wacht, en ze worden vriendelijk te woord gestaan. Dat geeft een prettig gevoel. Waar ik uiteindelijk naar toe wil, is dat mensen zo min mogelijk naar de praktijk bellen. En dan bedoel ik: niet voor recepten, afspraken of vragen die ze online kunnen stellen. Assistent op afstand kan helpen om patiënten daarin op te voeden. Ik denk dat mensen nu meer open staan voor digitale zorg. Want tijdens de eerste golf bleek beeldbellen een prima oplossing voor een deel van de zorg. Denk aan vervolgconsulten, psychische klachten of vragen op het gebied van dermatologie. Deze kan ik meestal prima beoordelen met videobellen. Ik vind beeldbellen ook een goede methode om te beoordelen of ik iemand wel of niet moet doorsturen naar de coronapost.”

had “ Ikvideobellen al omarmd voor corona”

Corona zorgt voor veel onrust en hectiek. Ik moet de kwetsbare mensen thuis goed beoordelen en tijdig insturen. Tegelijkertijd gaat de reguliere zorg nu veel meer door dan tijdens de eerste golf. Digitale oplossingen ontlasten mij als huisarts. Mensen die niet naar de praktijk kunnen of willen komen, krijgen via een videoconsult toch een goed medisch advies. Daar wordt de patiënt en de dokter blij van. In coronatijd loop ik daardoor minder zorgachterstand op. Dat geeft rust. Maar ook na de crisis blijft zorg op afstand wat mij betreft een toegevoegde waarde.”

Kijk voor meer informatie op www.praktijk.nl of bel met 085 - 27 34 790


a dv er t en t ie

Hier stond een advertentie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.