De Dokter, april 2021, nummer 2, jaargang 12

Page 1

#2L 202

RI AP

1

deDokter LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

COVIDVACCINATIES

‘Lastig en anders, maar het lukt’

PUCK PRINCE IN GESPREK MET ELLA KALSBEEK

‘Waarnemers en praktijkhouders hebben elkaar nodig’ Wet DBA Mijn werk en ik ‘Hidha geworden om echt ‘Ik ben meer geïnteresseerd bij de praktijk te horen’ in mensen dan in kwalen’

LHV frontoffice ‘De telefoon staat roodgloeiend in deze coronatijd’


a dv er t en t ie

PGO

GEEN PANACEE MAAR HET HELPT WEL MEE

Onlangs ging in de provincie Utrecht een experiment van start met een zogeheten persoonlijke gezondheidsomgeving, kortweg PGO. Een PGO is volgens de makers van het platform een website of een app, waar patiënten informatie over hun gezondheid bij kunnen houden en actief aan de slag kunnen met hun gezondheid. Zij kunnen er medische gegevens verzamelen en beheren en deze desgewenst ook delen met anderen. Van behandeling tot labuitslagen, medicatie en inentingen. Dat alles volgens het afsprakenstelsel van MedMij, dé standaard voor het veilig uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen patiënten en zorgprofessionals. In het Utrechtse experiment stelt diagnostisch centrum Saltro, onderdeel van Unilabs, als eerste Nederlandse laboratorium de labuitslagen van de klinische chemie, voorzien van duiding en advies via PGO beschikbaar aan de deelnemende patiënten. De huisartsen maken al langer gebruik van het digitale Uitslagenportaal van Saltro.

ONLINE INTERACTIE Huisarts Willem van der Kraan, werkzaam in huisartsenpraktijk Mariahoek aan de Utrechtse Catharijnesingel, doet mee aan het experiment, samen met 17 van zijn patiënten. Van der Kraan juicht de ontwikkeling toe. Het is een goeie zaak dat patiënten hun eigen gegevens kunnen inzien en beheren en online interactie kunnen hebben met hun huisarts en andere aangesloten zorgprofessionals, zoals bijvoorbeeld de specialist of de apotheker. In de toekomst kunnen zij er ook zelf gegevens delen over metingen die zij zelf doen van, bijvoorbeeld bloeddruk, gewicht of trombose.

De PGO is nu nog een beetje houtje touwtje georganiseerd. De techniek vertoont kinderziektes, toestemming regelen is lastig en de beeldschermindeling kan beter, meer gericht op de patiënt. Maar het perspectief is veelbelovend. Dit soort experimenten helpen mee om de techniek te verbeteren en nieuwe functionaliteiten te ontdekken.

WELKOME AANVULLING Ondanks zijn anciënniteit – hij is al ruim 35 jaar huisarts – is Van der Kraan warm voorstander van digitalisering. Niet alleen voor het vereenvoudigen van allerlei werkprocessen, maar ook voor de zorg en de communicatie met de patiënt. Beeldbellen, digitale consultaties en andere vormen van eHealth vormen naar zijn overtuiging een welkome aanvulling op de bestaande huisartsenzorg, met name voor de begeleiding van chronische aandoeningen en het behandelen van overzichtelijke kwalen. De vernieuwingen dragen tevens bij aan het stimuleren en versterken van de gewenste zelfredzaamheid en zelfregie en de zogenoemde positieve gezondheid.

MENSELIJK CONTACT Maar, weet de Utrechtse huisarts uit ervaring, het is geen panacee, geen wondermiddel. Direct, menselijk contact is en blijft de basis van de huisartsenzorg. Mensen willen persoonlijke aandacht en gerustgesteld worden, dat kan het beste in direct contact met anamnese, lichamelijk onderzoek en een gesprek over de uitkomsten en wat dat voor iemand betekent. Zelfzorg, zelfregie en positieve gezondheid zijn mooie idealen, maar we moeten er niet te veel van verwachten en niet alle verantwoordelijkheid bij de patiënt leggen. Voor de meeste mensen is gezondheid iets vanzelfsprekends, waar zij echt niet de hele dag mee bezig zijn. De gemiddelde patiënt komt maar heel af en toe bij de dokter. Kortom, de maakbaarheid is beperkt. Daar verandert de digitalisering weinig aan. Maar het is wèl een verdraaid handig hulpmiddel.

MEER WETEN? Wim Knol, corporate communicatie Unilabs Nederland E-mail

WKnol@saltro.nl

Mobiel

06 151 79 285

ONDERDEEL VAN


Ella Kalsbeek voorzitterscolumn Voor alles is een laatste keer

A

ls u dit voorwoord leest ben ik net met pensioen. Gek idee, nu ik dit schrijf. Het is voor mij een tijd van afscheid nemen en terugdenken. Wat is er veranderd in die jaren? Ter inspiratie las ik het interview terug dat ik na de eerste 100 dagen als voorzitter van de LHV heb gegeven aan de Dokter. Veel van wat ik daar gezegd heb, hebben we gedaan. Zo werken we veel intensiever samen met andere huisartsenorganisaties zoals NHG, InEen en VPHuisartsen. En we hebben met Het Roer Moet Om de verbinding gezocht. Tot genoegen! Op landelijk niveau maar ook regionaal is de verhouding tussen huisartsen en huisartsenorganisaties vrijwel overal geïntensiveerd. En dat moet ook. We hebben afspraken gemaakt over hoe de samenwerking tussen huisartsen en hun organisaties er uit zou moeten zien. Dat wordt nu geïmplementeerd en gekoppeld aan een modernisering van de LHV. We hebben met elkaar de grenzen van het huisartsenvak verkend in het project Kernwaarden. De LHV heeft voor haar leden veel functies. Natuurlijk belangenbehartiger. Maar ook vraagbaak voor allerlei kwesties. Soms ook steunpi-

laar en niet zelden klaagmuur. Als LHV-bestuur vinden we dat iedereen gehoord moet worden. Als huisartsen ons dus benaderen, pakken we de telefoon als het enigszins kan. Ook om de boze huisartsen te bellen. Meestal wordt het dan toch een goed gesprek. Maar niet altijd. De klachten en boosheid zijn soms zo groot dat de LHV die met de beste wil van de wereld niet kan verhelpen. Jammer vind ik dat. En het verbaast me soms ook. U hebt zo’n mooi vak en u wordt zó gewaardeerd. Dat is toch goud waard? Zeker, het is ook hard werken, daar doe ik niets aan af. En daar is niet altijd wat aan te doen. Maar is het niet uiteindelijk heerlijk om er voor mensen op essentiële momenten te kunnen zijn? Huisartsen kunnen zo’n groot verschil maken, dat is een bijzondere positie. Ik hoop van harte dat die wetenschap en dat gevoel u de energie geeft om oplossingen te zoeken voor de zware kanten van het huisartsenvak. En ik zou zeggen doe dat samen: praktijkhoudende en waarnemende huisartsen, huisartsen in loondienst. Samen ook met de regionale organisaties die u proberen te ondersteunen. En: huisartsen zijn het niet altijd met elkaar eens, maar samen heeft u vaak wel meer kracht en ideeën. Gebruik dat. De afgelopen zesenhalf jaar heb ik

‘ Huisartsen zijn het niet altijd met elkaar eens, maar samen heeft u vaak wel meer kracht en ideeën’ ontzettend veel huisartsen leren kennen. Vaak door werkbezoeken. Ook door benen-op-tafel-gesprekken in de regio. En met de kringbesturen tijdens de jaarlijkse zomertour. Met de wagro’s tijdens de pandemie via het scherm. Vrijwel zonder uitzondering leuk, interessant en leerzaam. Ik heb aan al die contacten veel plezier beleefd, en me ook vaak laten inspireren. Verderop in deze editie van De Dokter leest u daar meer over. Het ga u goed! Ik blijf u graag van een afstand volgen! ¶ Ella Kalsbeek

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.800 exemplaren Twaalfde jaargang, nr 2 april 2021 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, David Renkema, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Tekst & Beeld Berber Bijma, Simone de Blouw, Paul van Bueren, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Arno Massee, Bart van Overbeeke, Henk Veenstra, Gijs Versteeg, Els Wiegant

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl Joost Hijl T : 06 27 14 99 76 E. joost@sgnm.nl

de Dokter 2/2021

3

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


inhoud april 2021

A

1 #PR2IL 202

deDokter LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

COVIDVACCINATIES

‘Lastig en anders, maar het lukt’

PUCK PRINCE IN GESPREK MET ELLA KALSBEEK

14

‘Waarnemers en praktijkhouders hebben elkaar nodig’ Wet DBA Mijn werk en ik ‘Hidha geworden om echt ‘Ik ben meer geïnteresseerd bij de praktijk te horen’ in mensen dan in kwalen’

LHV frontoffice ‘De telefoon staat roodgloeiend in deze coronatijd’

Op de cover: Puck Prince, huisarts in Amsterdam. Zij is een van de zes huisartsen die terugkijkt op een gesprek met afscheidnemend voorzitter Ella Kalsbeek. DD2102_01_Cover.indd 1

31-03-2021 12:27

06

08 COVID-vaccinaties door huisartsen In Zeeland, Brabant en Limburg begonnen huisartsen in maart met het vaccineren van de eerste patiëntengroepen. ‘Lastig en anders, maar het lukt’, vertelt Iddo de Ruiter.

24 Frontoffice LHV

38

BINNENKIJKEN Diana Lucassen is trots op de samenwerking met andere zorgverleners in het nieuwgebouwde Medisch Centrum Vinkeveen.

MIJN WERK EN IK

‘We kregen de afgelopen maanden meer dan 50 vragen per dag.’ Wie helpen u verder als u de LHV belt?

36 38

Huisarts Hanneke van der Veer

NIEUWS WISSELCOLUMN Sasja Verhoeff over een lastig domino-effect.

28 Mijn praktijkstart Op de koffie tijdens haar zwangerschapsverlof bij haar opleidingspraktijk vroeg de andere groepspraktijk naar haar toekomstplannen, ze zochten een opvolger. ‘Het was gemakkelijk dat we elkaar al kenden.’

‘S

asja Verhoef maakt zich in haar column ongerust over praktijken die worden overgenomen door commerciële partijen, omdat er geen opvolgers zijn. Als jonge starter zie ik nieuwe mogelijkheden voor diverse praktijkvormen. Recent heb ik de opleiding afgerond en zal nu enige tijd gaan waarnemen, maar vast niet lang. Een eigen praktijk

is een doel dat ik zeker ambieer in de nabije toekomst, misschien wel in een dorp. Deze tijd kent nieuwe technische mogelijkheden, zoals digitale triage. Dat is een interessante ontwikkeling. Het verhaal over de Decentrale Frontoffice laat zien wat er achter de schermen bij de LHV gebeurt om

4

vragen van leden te beantwoorden. Mooi om te weten dat je als lid met elke vraag bij de LHV terecht kunt. Zo’n vraagbaak voorziet dus echt in een behoefte, zeker in coronatijd. Er zijn veel onzekerheden en onduidelijkheden. Ook een mooi verhaal over het vaccineren door huisartsen. In de

de Dokter 2/2021

FOTO: KEES HUMMEL

quickscan van... Pieter Timmerman, net gestart als huisarts, regio Haarlem


quotes ‘Misschien moeten we bij de tweede vaccinatie maar vlaai aanbieden’ Huisarts Jolanda Verstrate (pagina 10)

30 Waarnemen of in loondienst? ‘Eindelijk kan ik echt voor deze praktijk gaan.’ Fiscale regels voor zzp’ers waren aanleiding voor huisarts Martine Dam-Rehorst om zich, nu als hidha, meer aan de praktijk waar ze eerst waarnam te verbinden.

‘Ik ben meer geïnteresseerd in mensen dan in kwalen.’ Huisarts Hanneke van der Veer (pagina 22)

‘Voor de laatste doses lieten een paar 62-jarigen alles uit hun handen vallen’ Huisarts Maurits Westein (pagina 11)

regio Haarlem heb ik er nog weinig over gehoord, maar dat gaat vast nog komen. Ik denk dat het heel goed is dat de huisartsen zijn ingeschakeld om bepaalde patiëntengroepen te vaccineren, ook al vraagt het een hele organisatie. Het is voor patiënten toch het fijnst als ze bij de eigen huisarts terecht kunnen.’ ¶

‘Waarom langer doorzoeken als het hier zo oké is?’ Huisarts Suzanne van der Els (pagina 28)

de Dokter 2/2021

5


binnenkijken Huisartsenpraktijk De Heuvelink in Vinkeveen TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: SIMONE MICHELLE

Klaprozen van een Vinkeveense kunstenaar sieren de wachtkamer.

Volop samenwerking in een duurzaam pand

H

De buitenkant van Medisch Centrum Vinkeveen is van hout: duurzaam en met een natuurlijke uitstraling.

et heeft meer dan elf jaar geduurd, maar het resultaat mag er zijn: huisartsenpraktijken De Heuvelink en De Beuk in Vinkeveen trokken net voor de coronacrisis samen met verscheidene andere zorgverleners in het nieuwgebouwde Medisch Centrum Vinkeveen. De afgelopen jaren liepen drie eerdere plannen vast doordat de huisartsen en de gemeente er samen niet uitkwamen, vertelt Diana Lucassen, huisarts bij De Heuvelink. ‘En dat terwijl de situatie steeds nijpender werd op onze oude locatie. We huurden ruimte van anderen om überhaupt onze spreekuren te kunnen draaien.’ De beide huisartsenpraktijken schakelden een procesmanager in die gespecialiseerd is in de samenwerking tussen gemeente en zorgverleners omtrent huisvesting. ‘Die stap is cruciaal geweest om te komen tot een gedragen project.’ Alle zorgverleners stonden na de opening in februari 2020 in de startblokken om prachtige samenwerkingsprogramma’s op te zetten, maar al na drie weken moest de deur grotendeels dicht vanwege het coronavirus. ‘Dat is enorm schakelen geweest. Maar inmiddels rolt het ene na

6

de Dokter 2/2021

het andere samenwerkingsproject van de band. Daar ben ik enorm trots op. Met de fysiotherapeut hebben we bijvoorbeeld een post-Covidprogramma en een artroseproject ontwikkeld.’ Het gebouw biedt behalve aan huisartsen en fysiotherapeuten ook ruimte aan een apotheek, prikpost, wijkzorg en diverse andere zorgverleners. ‘Verdeeld over de week werken er 108 mensen in ons gebouw.’ Ze schakelden zoveel mogelijk lokale professionals in, onder wie een architect en een kunstenaar, en kozen voor duurzame materialen en natuurlijke kleuren. ‘We wonen in een prachtig gebied met veel natuur. Daar wilden we in ons gebouw bij aansluiten. Zonnepanelen waren in eerste instantie te duur in verhouding tot de opbrengsten. We werken nu met partijen uit omliggende gebouwen – onder andere een school en een buurthuis – aan gezamenlijke aanschaf van zonnepanelen.’ ¶ Bij huisartsenpraktijk Heuvelink werken 5 huisartsen, twee praktijkverpleegkundigen, 1 POH-GGZ, 1 POH-GGZ Jeugd, 5 assistentes en 1 praktijkmanager. Vijf van de vijftien medewerkers zijn net bevallen of zwanger van een ‘Covid-baby’.


Huisarts Diana Lucassen

Collega-praktijk De Beuk was tot voor kort drie generaties lang in dezelfde familie; opa’s apothekers­ potten herinneren daar nog aan . De wand naast de trap in de centrale hal heeft een ‘wandbeleving’ in natuurlijke kleuren.

De meubels zijn zo duurzaam mogelijk gekozen. Deels daardoor wat duurder dan normaal, deels tweedehands.

de Dokter 2/2021

7


COVID19-VACCINATIES:

LASTIG EN ANDERS, MAAR HET LUKT

‘We proberen ervoor te zorgen dat het vaccineren zo efficiënt en voorspelbaar mogelijk verloopt’ 8

de Dokter 2/2021


De vaccins tegen het coronavirus hebben onzekere levertijden, komen in kleine aantallen en met specifieke bewaarvoorschriften. Bovendien moet er ruimte zijn om mensen na de prik nog een kwartier in huis te houden. Kortom: ingewikkeld, die coronavaccinaties. De LHV werkt hard om het vaccineren voor huisartsen zo werkbaar mogelijk te maken, zegt Iddo de Ruiter, huisarts en LHV-beleidsmedewerker. ‘Uit de eerste ervaringen blijkt: het is lastig en anders, maar het lukt.’ TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: BART VAN OVERBEKE, PAUL VAN BUEREN

H

uisartsen zijn begonnen met het vaccineren van patiëntengroepen. Dat gaat niet zonder slag of stoot: langsgaan bij bewoners van kleinschalige woonvoorzieningen levert logistieke puzzels op, de 63- en 64-jarigen vormen soms maar een kleine groep, de planning moet soms op het laatste moment worden aangepast. En tóch, zegt Iddo de Ruiter, is het echt niet alleen maar kommer en kwel, dat vaccineren. ‘Huisartsen zagen vanaf het begin hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en wílden graag een aandeel leveren in de vaccinaties. Aanvankelijk hadden we het idee dat we een paar keer grote hoeveelheden patiënten zouden vaccineren. Het is allemaal ingewikkelder geworden, het vraagt regeltijd en er wordt een flink beroep gedaan op de flexibiliteit van huisartsen, maar het lukt. Bij huisartsen die nog moeten begin-

nen, zie je vaker wat twijfels en weerstand dan bij de huisartsen die nu een duidelijk begin hebben gemaakt, met de 63- en 64-jarigen. Uit hun ervaringen blijkt: het is lastig en anders, maar het is behapbaar. Het heeft ook echt voordelen dat juist de huisartsen vaccineren. De GGD zou nog wel uit haar systemen kunnen halen wie 63 of 64 is, maar niet wie in een medische risicogroep valt. Via de huisartsen heb je die groepen vrij snel geïdentificeerd.’ ◼  ONTZORGEN De LHV werkt eraan huisartsen zoveel mogelijk te ontzorgen in hun vaccinatietaken. De Ruiter: ‘De twee struikelblokken die huisartsen het meest melden, zijn de kleine hoeveelheden waarin vaccins worden geleverd en de ruimte die nodig is om iedereen na de vaccinatie een kwartier te laten wachten. Wat betreft die hoeveelheden: we zijn nu vanuit het zuiden van het land begonnen met de vaccinaties van de 63- en 64-jarigen. Door regionaal te verdelen kan elke praktijk een redelijke hoeveelheid vaccins krijgen. Als alle praktijken in heel Nederland tegelijk beleverd zouden worden, zouden de aantallen per praktijk veel kleiner zijn. Je ziet hier het spanningsveld waarin we elke keer zitten: het belang van de huisarts is zoveel mogelijk vaccins te krijgen en het belang van de patiënt in bijvoorbeeld Friesland is dat die niet later gevaccineerd wordt dan de patiënt in Zeeland. Over zulke keuzes is de LHV voortdurend in gesprek met VWS, RIVM, NHG en SNPG, de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie.’ ◼  RUIMTEGEBREK Voor verscheidene huisartsen biedt de eigen praktijk niet genoeg ruimte om patiënten

WIE GAAT U VACCINEREN? De overheid heeft de huisartsen gevraagd om deze groepen te vaccineren: ◼ 60- tot 65-jarigen, mensen met het syndroom van Down, mensen met morbide obesitas en mensen met ademhalingsproblemen door een neurologische ziekte ◼ 60-minners met een medische indicatie ◼ Niet-mobiele thuiswonende 65-plussers ◼ Een deel van de 18- tot 60-jarigen als de GGD tegen de capaciteitsgrens aanloopt Actuele informatie vindt u op www.lhv.nl/corona

de Dokter 2/2021

9

IGJ: ONDER DE INDRUK De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft bij vijf huisartsenpraktijken in Zeeland en Brabant meegekeken bij de start van het vaccineren. In haar ‘Zorgsignalen’ meldt IGJ: ‘De inspectie is onder de indruk van de flexibiliteit, de kwaliteit en het vele werk dat huisartsen in korte tijd hebben verzet. De inspectie heeft geen risicovolle zaken gezien en heeft vertrouwen in de wijze waarop het vaccinatieproces in de praktijk wordt uitgevoerd.’ De inspectie constateerde ook dat het selecteren van patiënten, vooral die met morbide obesitas, een ‘tijdrovende klus’ is en dat de administratieve afhandeling veel tijd kost.

te vaccineren én een kwartier op anderhalve meter te laten wachten. ‘De LHV praat op landelijk niveau met VWS en met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, om ervoor te zorgen dat op lokaal niveau gemeentes welwillend meewerken aan het zoeken naar vaccinatieruimte. Huisartsen die ruimte zoeken, kunnen dus met hun gemeente contact opnemen. Daarnaast heeft het RIVM aangeboden huisartsen te helpen bij het opzetten van priklocaties buiten de praktijk. Het is nog afwachten wat de rol van de huisartsen wordt in het vaccineren van 18- tot 60-jarigen zonder medische indicatie. ‘De afspraak is nu dat huisartsen bijspringen als de GGD-capaciteit tekortschiet’, vertelt De Ruiter. ‘Dat speelt pas verderop in het voorjaar en hangt onder meer af van de grootte van de leveringen.’ ‘In allerlei overleggen, met name met RIVM en VWS, proberen we ervoor te zorgen dat het vaccineren voor huisartsen uitvoerbaar is en zo efficiënt en voorspelbaar mogelijk verloopt. Dat werk is voor een groot deel onzichtbaar, maar we zien dat het iets oplevert, zoals die regionale fasering voor de 63- en 64-jarigen. Echt eenvoudig is het vooralsnog niet voor de huisartsen en de ervaringen verschillen ook per huisarts, maar gelukkig zien we dat het uiteindelijk bij iedereen haalbaar blijkt.’


‘ Vaccineren is heel dankbaar werk’ Jolanda Verstraten, huisarts in Beringe oppert de mogelijkheid om een advertentie in de krant te plaatsen om geen enkele patiënt uit de doelgroep te missen. ‘Mensen zijn enorm opgelucht dat ze aan de beurt zijn.’

In ruim twee uur vaccineerde huisarts Jolanda Verstraten met haar medewerkers 102 mensen. Gewoon in hun eigen praktijk in het Limburgse Beringe, waar de spreekkamers lekker groot zijn.

‘W

e stonden al vanaf november in de startblokken, met het idee: laat ons dit maar doen, wij hebben ervaring met de vaccinaties voor griep en pneumokokken. Uiteindelijk was deze vaccinatie wel anders, onder meer omdat je de vaccins zelf moet optrekken en vanwege het kwartier wachten na afloop. Op 20 februari, een zaterdag, heb-

10

ben we de hele doelgroep en de praktijkmedewerkers gevaccineerd. Omdat veel 63- en 64-jarigen nog werken, leek het ons beter om het op zaterdag te doen. Dat viel nog best mee omdat wij een kleine praktijk hebben. We hebben 102 doses gehaald uit 11 flacons: meestal 11 per flacon, soms 12. Voor zover op dat moment bekend was, was een open flacon maar zes uur houdbaar, dus voor onze laatste dosis hebben we op de dag zelf uit de straat een 62-jarige met een hoog BMI uitgenodigd. Die was heel blij verrast. Dat was trouwens iedereen die we uitnodigden. Veel mensen hadden nog niet verwacht

de Dokter 2/2021

dat ze al aan de beurt waren. We hebben heel veel complimenten gehad. Een van de gevaccineerden is een patiënte die wachtte op een operatie voor kanker en kort daarvoor een negatieve coronatest moet overleggen. Het was heel dankbaar werk om haar te kunnen vaccineren. En de praktijkmedewerkers waren ook superblij dat ze een vaccin kregen. We hebben alle patiënten een kopje koffie aangeboden. Gek genoeg heeft helemaal niemand een appel genomen. Wie weet kwam het door het bordje dat we erbij hadden gezet: ‘An apple a day keeps the doctor away, but if the doctor is cute, forget about the fruit.’ Misschien moeten we bij de tweede vaccinatie maar vlaai aanbieden.’


‘ Een iconische plek om te vaccineren’ Maurits Westein en zijn collega-huisartsen in Zuidoost-Brabant voorzagen ruimteproblemen door het kwartier wachten na vaccinatie en kozen samen een plek met lekker veel ruimte: het Evoluon.

‘W

e wilden de praktijk niet verstoren, dus we kozen voor prikken op zaterdagmiddag. Alle huisartsen van onze kring moesten samen 15.000 mensen vaccineren, van wie ongeveer een derde in Eindhoven. In de dorpen heb je vaak wel een kerk waar je gebruik van kunt maken, maar voor de stad verwachtten we ruimteproblemen.

Daarom hebben we met alle Eindhovense huisartsen samen in het Evoluon gevaccineerd. De kring en de zorggroep hebben goed samengewerkt in de voorbereiding. We waren al weken met de GGD in gesprek om hun locatie daarvoor te gebruiken, maar op het laatste moment lukte dat toch niet. De GHOR heeft geholpen een plek te zoeken – het Evoluon dus – en de GGD hielp met het inrichten van de locatie. Zij hebben daar natuurlijk inmiddels veel ervaring mee, dus je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zo’n prikronde is geen straf om te doen. Voor de laatste doses die op moesten

de Dokter 2/2021

hebben een paar 62-jarigen alles uit hun handen laten vallen om te komen. Voor ons team geven de vaccinaties ook een heel goed gevoel. Onze medewerkers zullen waarschijnlijk niet overlijden aan COVID19, maar het is fijn om als team minder kwetsbaar te zijn voor uitval. Er belden vooraf wel een paar 65-plussers die niet begrepen waarom zij niet mochten, maar toen we dat uitlegden, leverde het geen problemen op. Uit ons HIS hadden we de mensen gehaald met een BMI van hoger dan 40. Het Evoluon is natuurlijk een prachtige, iconische plek voor Eindhovenaren. Ik heb er zelf vroeger mijn eerste 3D-bril opgehad en een proefje gedaan met vloeibaar stikstof. Echt een plek die tot de verbeelding spreekt. Mooi om juist daar te vaccineren.’

11

Maurits Westein en zijn Eindhovense collega’s vaccineerden hun patiënten in het Evoluon. ‘Bij het wachten na de vaccinatie hadden mensen uitzicht op de koepel. Dat was geen slecht kwartiertje.’


a dv er t en t ie


‘ Dit voelt als de weg naar de vrijheid’ Het grand café naast de groepspraktijk waar huisarts Jantien Bruijnzeel werkt in het Zeeuwse Heinkenszand, bood genoeg ruimte om in één dag 235 patiënten te vaccineren. Op logistiek vlak leerden ze een paar lessen voor de tweede ronde.

‘W

e hebben 240 uitnodigingen verstuurd en 235 mensen gevaccineerd. De animo was groot. Mensen ervaren de vaccinaties als de weg naar de vrijheid. Ze vinden het ook wel spannend: of een zo snel ontwikkeld vaccin wel goed kan zijn, of het wel werkt tegen al die mutaties. En toch laten ze zich in-

enten, vaak om anderen te beschermen of omdat ze bang zijn als niet-gevaccineerde te worden uitgesloten. We hebben onze uitnodigingen op vrijdag verstuurd. Maandag stond de telefoon roodgloeiend voor afspraken. Een paar oudere patiënten waren wel teleurgesteld dat zij nog niet aan de beurt waren en een paar mensen belden: ik ben óók te zwaar. ‘Kom maar even wegen’, hebben we tegen sommigen gezegd. De praktijkmedewerkers hadden we een week eerder geprikt op vrijdag en dat was achteraf heel verstandig, want er waren er toch wel een paar die er een

de Dokter 2/2021

dag beroerd van waren en niet hadden kunnen werken. De logistiek hadden we goed voorbereid, maar gaan we de volgende keer toch nog wat anders doen. Er kwam bijvoorbeeld een kleine opstopping aan het begin, waar de administratieve afhandeling was. Ook het aanvullen van de prikken per prikster gaan we de volgende keer efficiënter doen. Bovendien hadden we per ongeluk alle vaccins uit de koelkast gehaald, waardoor we op de dag zelf nog 35 mensen van 62 jaar hebben moeten oproepen. Dat was wat hectisch. De uitvoering vond ik ondanks alle richtlijnen nog best wel een puzzel. Ik denk dat we als huisartsen daar onderling wel wat tips over kunnen uitwisselen.’

13

Jantien Bruijnzeel merkte dat mensen door ‘de pandemie waar we al een jaar in zitten’ het coronavaccin als beladen ervaren. ‘Het houdt meer in dan een willekeurige reisvaccinatie – daar hebben weinig mensen problemen mee.’


Verbinder in hectische jaren Verbinding. Dat woord stond misschien wel centraal in het voorzitterschap van Ella Kalsbeek. Waar ze kwam, legde ze verbinding. Binnen de LHV, maar ook met andere huisartsen- en zorgorganisaties, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS. Met iedereen ging ze in gesprek, ook met wie kritiek had, op zoek naar een gemeenschappelijk belang. Ze reisde stad en land af voor werkbezoeken, en toen dat vanwege corona niet meer kon, ging ze digitaal. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE // FOTOGR AFIE: MIR JAM VAN DER LINDEN

‘H

et waren hectische jaren’, blikt ze terug. ‘Toen ik in september 2014 begon, was er bijvoorbeeld net een nieuw bekostigingssysteem ingevoerd, waar veel commotie over was. In de jaren daarna kwam er een nieuw hoofdlijnakkoord met VWS, zorgverzekeraars en de Patiëntenfederatie. Een overwinning was dat de ACM meer ruimte gaf voor samenwerking tussen huisartsen. Ook is er veel tijd en energie geïnvesteerd in beter overleg met de zorgverzekeraars. De rode draad is dat er steeds meer van huisartsen wordt gevraagd. Je ziet het aan de uitbreiding van de praktijkteams.’ Wat niet is veranderd, zijn de kernwaarden van de huisartsenzorg. ‘De kernwaarden zijn in 2019 herijkt, maar nauwelijks gewijzigd. Dat was een belangrijk moment. Alle huisartsen willen persoonlijke, generalistische en continue zorg leveren. Uit het onderzoek ‘Hoe wilt u dokteren’, dat we in 2020 hebben uitgevoerd, blijkt dat ook jongere huisartsen het liefst een eigen praktijk willen, maar wel met een goede balans tussen werk en privé. Het is belangrijk dat er vormen van praktijkhouder-

schap worden gevonden die daarbij passen, met de benodigde randvoorwaarden. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van praktijkhoudend en waarnemend huisartsen en een grote uitdaging.’ ◼  VERNIEUWING Verbinding gaat niet zonder vernieuwing. Ook daarvoor zette Kalsbeek zich in. ‘De LHV is er voor álle leden: waarnemers, praktijkhouders en huisartsen in loondienst. Ieder lid heeft er recht op gehoord te worden en mee te denken. Daarom moet de LHV zich blijven vernieuwen, zowel landelijk als regionaal.’ Ze vond het heel belangrijk om het contact tussen LHV en de leden te verbeteren. ‘Elke vraag verdient een antwoord. Of het nu om een juridische, financiële, personele of bouwtechnische vraag gaat, onze frontoffice gaat op zoek naar het juiste antwoord. Als vragen vaak worden gesteld of terugkomen, wordt gekeken of er iets nodig is in beleid of aanbod.’ Dat gold ook in coronatijd. ‘Ik ben er heel trots op dat het bureau er samen met NHG en InEen in coronatijd in is geslaagd om de leden zo goed van

14

de Dokter 2/2021

dienst te blijven. Alle medewerkers hebben het afgelopen jaar keihard gewerkt. Vanuit huis, en toch met grote inzet en saamhorigheid.’ ◼  VERANTWOORDELIJKHEID Kalsbeek kwam op voor het belang van de huisartsen, maar vond ook dat huisartsen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. “We hebben ervoor gevochten dat huisartsen met voorrang werden gevaccineerd. De samenleving mag dan ook verwachten dat huisartsen hun bijdrage leveren aan het vaccineren, zelfs als het behoorlijk complex en zwaar is. Ik ben blij dat de Ledenraad in maart heeft besloten achter deze belofte te blijven staan. Je mag opkomen voor je eigen belangen, maar je moet er ook zijn als de samenleving je nodig heeft. Mensen rekenen op hun huisarts.’ Ze klinkt nog net zo actief en betrokken als toen ze begon. ‘Ik had nog wel even door kunnen gaan na mijn pensionering, ik voel me enorm betrokken bij de huisartsen en de LHV, maar het is een goed moment om te stoppen. Mijn man heeft in 2018 de diagnose Parkinson gekregen. We hopen dat we samen nog een heel aantal jaren in relatief goede gezondheid leuke dingen kunnen doen. Dat heeft nu prioriteit. Ik heb me 44 jaar voor de publieke zaak ingezet: de politiek, de jeugdzorg, het onderwijs, de zorg, het is goed geweest.’

In bijgaande kaders kijken Ella en huisartsen terug op een scala aan werkbezoeken.

FOTO: SIMONE MICHELLE

TERUGBLIK OP 6,5 JAAR VOORZITTERSCHAP ELLA KALSBEEK


Huisartsentekort in krimpregio Ella bij de Slochterkring

‘M

ijn collega’s en ik vonden het ontzettend leuk om Ella te laten zien hoe het is om op het Groninger platteland huisarts te mogen zijn. Officieel is dit geen achterstandsgebied, maar als je naar de problemen kijkt, lijkt het er wel op. Mensen vragen niet zo snel zorg, maar hebben die wel nodig. Het is mijn missie om hier de best mogelijke zorg te bieden, zo dicht mogelijk bij huis. Daarom hebben we een eigen apotheek, doen we zelf bloed-, snurk- en doppleronderzoeken en maken we ECG’s. En ik denk erover om ook sterilisaties te gaan doen. Ik werk hier sinds 2012. Daarvoor werkte ik met veel plezier in een gezondheidscentrum in Putten. Op een dag kreeg ik een telefoontje van mijn zus, ook huisarts in Groningen. Ze zei dat deze apotheekhoudende praktijk in Woldendorp vacant was en dat het echt iets voor mij was. Ik kon het niet laten om te gaan kijken. Ik heb een ochtend meegelopen met mijn voorgangster en was meteen verliefd. Een half jaar later heb ik de praktijk overgenomen. Mijn man heeft alle praktische taken in de praktijk op zich genomen. Hij is meteen begonnen om het pand te verbouwen en uit te breiden. We zijn van twee naar acht spreekkamers gegaan. We hebben

een huisarts in opleiding, vier POH’s voor somatiek, ouderenzorg en ggz en vijf apothekers- en doktersassistentes. Drie dagen per week zit hier ook een fysiotherapeut. De inzet van de POH’s ggz was een pilot. Inmiddels is de pilot afgelopen en de financiering gestopt, maar nu kan ik die POH’s niet meer missen. Ik moet dus echt iets verzinnen om financiering te vinden. Zouden we toch niet in aanmerking kunnen komen voor financiering uit een Achterstandsfonds? De afgelopen jaren is het aantal patiënten in mijn praktijk gedaald naar 1800. Om de praktijk financieel gezond te houden moet dat niet lager worden. Er is een collega-huisarts die met pensioen gaat. We kijken nu met de praktijken in de buurt of we allemaal een deel van de patiënten kunnen overnemen. Daar lossen we dan meteen het opvolgingsprobleem mee op. Bijna alle praktijken hier in de omgeving zijn solopraktijken, maar we staan altijd voor elkaar klaar. Ik voel me dus eigenlijk helemaal geen solist. Het kan zijn dat we in de toekomst de handen ineenslaan, ook om onze praktijken aantrekkelijker te maken voor opvolgers. Een van mijn eerste acties toen ik hier begon, was inderdaad het activeren van de AED-apparaten in de omgeving. Aanleiding was dat er in korte tijd drie mensen waren overleden aan een hartaanval. Sindsdien worden de apparaten geregeld gecontroleerd en staat er een hele groep vrijwilligers klaar om die zo nodig te bedienen. Dat loopt dus als een trein.’

Ingrid Gerrits, solopraktijk Woldendorp

de Dokter 2/2021

15

Ella

FOTO: HENK VEENSTR A

‘ De beste mogelijke zorg zo dicht mogelijk bij huis’

‘Ingrid Gerrits won in 2013 de LHV Praktijkstart Award. Ze nodigde me uit om bij haar en haar collega’s in Noordoost-Groningen te komen kijken. We reden met een bus door het aardbevingsgebied. Ze lieten me zien hoe belangrijk hun functie is als apotheekhoudende huisartsen en dat ze juist met apotheek de patiënten betere zorg kunnen geven. Noordoost-Groningen staat bekend als krimpgebied. Een gebied waar het moeilijk is om praktijkopvolgers te vinden. Wat mij trof, was het enthousiasme van Ingrid en haar collega’s, die er bewust voor kiezen om zich in deze regio als huisarts te vestigen. Ze deden er alles aan om de mensen in het gebied de best mogelijke zorg te geven. Ze pakten het probleem van het huisartsentekort aan door meer samen te werken. Een typerend voorbeeld is dat Ingrid er nog maar net zat als huisarts, en meteen een actie begon om de AEDapparaten in de omgeving te repareren en mensen te enthousiasmeren om een reanimatiecursus te doen. Ik ben benieuwd hoe het daarmee staat: werken de apparaten nog steeds en zijn er genoeg vrijwilligers om deze in te zetten als dat nodig is?’


Huisartsenzorg in achterstandswijk Ella in de Schilderswijk

‘ We kunnen nu betere huisartsen zijn’

‘D

e Schilderswijk in Den Haag is een achterstandswijk. We zitten hier met twee huisartsenpraktijken, De Blauwe Tulp en Mozaïek, en hebben samen zo’n 11.500 patiënten. We zijn onderdeel van Gezondheidscentrum De Rubenshoek, samen met veel andere disciplines: fysiotherapeuten, diëtisten, een opvoedsteunpunt, ouderenadviseurs, zorgconsulenten en Veilig Thuis. De maatschappelijk werkers en het sociaal wijkteam zitten in een gebouw om de hoek. We werken heel nauw met elkaar samen. We hadden Ella vijf jaar geleden uitgenodigd om te laten zien hoe wij de eerstelijnszorg in de wijk organiseren en om aandacht te vragen voor de financiële problemen die wij ondervonden. Ten eerste het probleem van de financiering van de eerstelijns gezondheidscentra (EGC’s). Om de zoveel jaar moesten we een nieuwe aanvraag doen met projectvoorstellen, zorgpaden en business cases. Dat speelde ook in de tijd van het werkbezoek. We hadden geen flauw idee wat we ons bij businesscases moesten voorstellen. Het gaf stress, terwijl de werkdruk al zo hoog was. Daarnaast was er het probleem van de financiering van de huisartsgeneeskundige zorg in achterstandswijken. We kregen wel extra geld uit het Achterstandsfonds, maar veel te weinig om de extra zorg te kunnen leveren die onze patiënten

nodig hebben. Het was niet meer te doen. De stoom kwam uit onze oren. Tijdens het werkbezoek heeft Ella ons bemoedigd, ze zou het bij de zorgverzekeraars aankaarten. En dat heeft ze gedaan. In de periode daarna zijn beide punten met succes aangepakt. Naast de bijdrage uit het Achterstandsfonds voor de huisartsgeneeskundige zorg, krijgen we nu ook een opslag op het normale inschrijftarief: 20 euro per patiënt per jaar. Daardoor konden we extra medewerkers aanstellen en hebben we eindelijk meer tijd voor de patiënt. Behalve een extra huisarts hebben we ook een POH ouderenzorg aangenomen, in ons geval is dat een wijkverpleegkundige. De financiering is daar weliswaar niet op berekend, maar een wijkverpleegkundige weet alles van de care en dat is voor ons heel belangrijk. Wat de financiering van het gezondheidscentrum betreft, de business cases zijn de doofpot ingegaan. En als de periodieke financiering voor gezondheidscentra weer eens afloopt, word ik daar niet meer zenuwachtig van. Er komen namelijk altijd oplossingen. We werken hier maximaal samen en dichter bij de mensen kunnen we de zorg niet brengen. Dat beseffen de zorgverzekeraars ook. De eerste lijn wordt alleen maar belangrijker. Het gaat dus een stuk beter dan vijf jaar geleden. Als je heel erg druk bent, heb je geen tijd voor een goed gesprek met een patiënt. Nu hebben we die tijd wel en verwijzen we veel minder vaak door naar de tweede lijn. We kunnen nu betere huisartsen zijn.’

Jan Wuister, gezondheidscentrum Rubenshoek, Den Haag

16

de Dokter 2/2021

Ella ‘De LHV heeft zich enorm ingezet voor een betere bekostiging van de huisartsenpraktijken in achterstandswijken, zoals huisartsenpraktijk De Blauwe Tulp, in de Schilderswijk in Den Haag. Mensen in een achterstandswijk hebben veel meer nodig dan alleen medische zorg. Een patiënt komt met een klacht als hoofdpijn of buikpijn, maar die klacht komt voort uit stress, schulden of werkloosheid. Zo’n klacht los je dus niet op met medicijnen, maar met een goed gesprek en een verwijzing naar de juiste hulpverlener. De huisartsen van De Blauwe Tulp en Mozaïek waren enorm toegewijd aan hun patiënten en werkten heel nauw samen met andere zorgverleners en met de hulpverleners in het sociale domein. Dat is me bijgebleven. Het is mooi dat we hebben bereikt dat huisartsenpraktijken zoals zij meer financiële ruimte hebben gekregen om iets voor hun patiënten te betekenen. Meer tijd voor de patiënt, dat is voor alle huisartsen en patiënten van belang, maar zeker in achterstandswijken. De huisarts is een vertrouwenspersoon bij wie iedereen terecht kan, zonder drempel. Bij wie anders kan dat nog?’


Meer tijd voor de patiënt Ella in Werkendam

‘ Deze werkwijze gun ik iedere huisarts’

Ella

Vincent Coenen, huisartsenpraktijk Hoogstraat in Werkendam

‘D

e manier waarop wij in Werkendam werken, gun ik iedere huisartsenpraktijk. Er is rust en we werken met heel veel plezier. Dat hebben we bereikt dankzij de VGZ-pilot Meer tijd voor de patiënt en door onze praktijk anders te organiseren. Vier jaar geleden hebben we Ella laten zien hoe dat werkt. Wij zijn een groepspraktijk van vijf huisartsen (3,4 fte) met 6000 patiënten. Dankzij de pilot kunnen wij 3 dagen per week een extra huisarts inzetten (1 dag per normpraktijk), maar het zou ook een extra POH of verpleegkundig specialist kunnen zijn. We hebben een rekenmodel dat aangeeft hoeveel huisartsen, POH’s en doktersassistenten je moet hebben om aan de pilot MTVDP mee te kunnen doen. De extra menskracht geeft ons de mogelijkheid om consulten te verlengen naar een kwartier en zo nodig een half uur. Ik zie nog hooguit 20 patiënten op een dag, aan wie ik dan alle aandacht kan geven. Door de dag heen zijn er twee spreekuren voor eenvoudige vragen of klachten. Een van de huisartsen doet die spreekuren samen met een assistente en ziet in een uur tijd wel tien patiënten. Wat ook heel goed werkt, is de inzet van een

regiedokter. De regiedokter zit ’s ochtends in de backoffice bij de assistentes, verwerkt alle post van de dag ervoor en is intussen beschikbaar voor vragen en overleg. De regiedokter lost al heel wat vragen op en voorkomt daarmee onnodige consulten. En hij doet alle spoedjes. Dat geeft iedereen rust. Een van de doelen van de pilot is minder doorverwijzen. Dat gaat heel goed. Het aantal doorverwijzingen is tot wel 20 procent afgenomen. Ook komen patiënten minder vaak terug met een klacht, omdat we in het begin goed uitzoeken wat het probleem is, wat er nodig is om het op te lossen en wat de patiënt er zelf aan kan doen. De zorg wordt daar een stuk effectiever van. In oktober 2016 zijn we samen met 7 andere praktijken in de regio Gorinchem met de pilot begonnen, nu doen al 39 van de 45 praktijken mee. Ik gun het elke huisarts om op deze manier te kunnen werken. Je hebt een zorgverzekeraar nodig die geld beschikbaar stelt voor extra menskracht, maar ik weet zeker dat die investering zich terugverdient. Wij geven alleen nog zinnige zorg.’

de Dokter 2/2021

17

‘De huisartsenpraktijk van Vincent Coenen en zijn collega’s in Werkendam straalde rust uit. Dat herinner ik me heel goed. De praktijk deed mee aan een VGZ-pilot Meer tijd voor de patiënt. Ze waren een van de eerste praktijken die begonnen met consulten van 15 minuten. En als het nodig was trokken ze wel 30 minuten voor een patiënt uit. Er zijn gesprekken waar je de tijd voor moet nemen, bijvoorbeeld als het gaat over de beslissing om wel of niet te behandelen. Niet elke behandeling is zinvol, mogelijk zijn er andere oplossingen of kan er op een andere manier in een wens worden voorzien. Naast die lange spreekuren was er ook een spreekuur met heel korte consulten, bedoeld om even snel naar een plekje of oorontsteking te kijken. Het was mooi om te zien hoe goed de praktijk was georganiseerd. Dat leverde voor de patiënten, de huisartsen en de medewerkers heel veel rust op.’


a dv er t en t ie

Overweeg je een praktijk over te nemen maar twijfel je nog? Wij geven je 4 redenen om er voor te gaan!’ Coöperatieve Huisartsengroep Haaksbergen zoekt een collega huisarts van HOED de Esch. 1. Een leuk team en tijd voor de patiënt Je komt werken in een HOED van 4 goed georganiseerde praktijken. We vormen een prettig team samen met onze assistentes, praktijkondersteuners (POH O, S en GGZ), praktijkmanager en Hagro-manager. “Werken in deze HOED voelt als thuis komen”. De sfeer is open, we hebben wat voor elkaar over, iedereen heeft een betrokken arbeidsethos en er is ruimte voor ieder individu. De medewerkers zijn in gezamenlijke dienst. Hierdoor benutten we de voordelen van taakdelegatie en samenwerken zodat de huisarts zich zoveel mogelijk kan richten op patiëntenzorg.

3. Een fijne werkomgeving Haaksbergen is een verstedelijkte plattelandsgemeente met 25.000 inwoners en uitstekende maatschappelijke voorzieningen. Haaksbergen heeft een mooi buitengebied om te wonen of te recreëren. Grotere plaatsen zoals Enschede en Hengelo zijn nabij. Haaksbergen kent nog de wat dorpse gemoedelijkheid en mentaliteit. De huisarts is hier nog vaak levenslooparts en huisarts van het hele gezin en/of meerdere generaties.

4. Gelegenheid om bovenstaande zelf te ervaren Om de praktijk en de collega’s te leren kennen en om zelf te ervaren hoe fijn het is om te werken in Haaksbergen, bieden we de mogelijkheid eerst waar te nemen. Daarna verkennen we wat er nodig is om, waar mogelijk, toe te werken naar een praktijkovername.

2. Door goede samenwerking meer werkplezier In de HOED werken de artsen 4 dagen. We nemen op de vrije dag voor elkaar waar. Hierdoor creëren we een goede balans tussen werk en privé. Wij zijn onderdeel van een hechte Hagro van 12 Haaksbergse huisartsen en werken verspreid over 3 locaties in HOED-verband. De Hagro is proactief en innovatief. We halen veel werkplezier uit de onderlinge samenwerking en de multidisciplinaire samenwerking in ons lokale eerstelijnszorgnetwerk. De diensten worden ’s avonds en in de nacht op de Huisartsenpost in Enschede gedaan. De weekenddiensten zijn altijd in Haaksbergen voor je “eigen” patientenpopulatie. Dit wordt als een verlichting in de dienstbelasting ervaren.

Is je interesse gewekt en wil je meer weten? Dan maken we graag op korte termijn kennis. Neem daarvoor bij voorkeur telefonisch contact met ons op of stuur een sollicitatiebrief. Denise de Zwart (Hagro-manager) T: 06-188 47 155 Mirella Nijmeijer (huisarts van De Esch en Hagro-voorzitter) T: 053-711 35 32 E-mail denisedezwart@huisartsenhaaksbergen.nl

Coöperatieve Huisartsengroep Haaksbergen Meer informatie over onze zorg en samenwerking is te vinden op onze websites: www.hoeddeesch.nl, www.huisartsenhaaksbergen.nl en www.eerstelijnszorghaaksbergen.nl

VAN DER SCHOOT

ARCHITECTEN

bv BNA SCHIJNDEL

Van lezen word je beter Boekentips voor in de huisartsenpraktijk www.cultureleapotheek.nl/boekenoprecept/

ONTWERP • ARC H ITE C TU U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L


Praktijkopvolging Ella in Den Helder

‘ Laat zien hoe leuk het is om praktijkhouder te zijn’

‘A

ls we het huisartsentekort willen oplossen, dan helpt het niet dat praktijkhouders zoveel klagen over de werkdruk en over waarnemers die het zoveel makkelijker hebben en meer verdienen. Als je wil dat waarnemers praktijken overnemen, laat dan zien hoe leuk het is om praktijkhouder te zijn. Dat verhaal vertelde ik op een bijeenkomst voor huisartsen in Schagen, waar ook Ella bij aanwezig was. Zij wilde wel eens zien hoe wij dat in onze praktijk hebben geregeld. Daarom kwam ze vorig voorjaar op bezoek. Onze praktijk telt 6000 patiënten. We zijn met vier maten. We doen allemaal drie dagen patiëntenzorg en de andere taken hebben we goed verdeeld. Op die manier kunnen we een goede balans houden tussen werk en privé. We hebben alle vier jonge kinderen thuis. Bert Prummel, de huisarts die met het idee kwam om onze praktijk op deze manier te organiseren, is begin dit jaar met pensioen gegaan. Ondanks het huisartsentekort hebben we op tijd een opvolger

kunnen vinden. Iemand die op dezelfde manier in het vak staat als wij. Net als in het begin hebben we een coach in de arm genomen om ons te helpen de samenwerking vorm te geven. Hoe kom je met z’n vieren tot goede beslissingen, bijvoorbeeld als twee van ons voor en twee van ons tegen zijn? Hoe zorg je dat dat niet gaat wringen? De coach helpt ons om op een goede manier samen verder te komen. Wij vinden het als praktijk belangrijk om bij te dragen aan de oplossing van het tekort aan huisartsen en ander personeel. Daarom zijn wij een opleidingspraktijk geworden en steken wij tijd en energie in de opleiding van huisartsen en ander ondersteunend personeel. Zo investeren we in de toekomst en blijven we zelf ook bij de tijd. Het gaat dus heel goed met onze praktijk. Ook in coronatijd is de reguliere zorg zoveel mogelijk doorgegaan. We hebben de consulten verlengd naar 15 minuten, om uitloop en een volle wachtkamer te voorkomen. Wat dat betreft willen we niet meer terug; het is een stuk fijner werken. Daar staat tegenover dat we alles wat telefonisch kan ook telefonisch doen, waardoor we dan weer tijd besparen. Wellicht gaan we ook meer doen met beeldbellen. Het coronavirus heeft dus ook goede veranderingen teweeggebracht.’

Hadassa Hofman, het Middenschip in Den Helder

de Dokter 2/2021

19

Ella ‘Huisartsen die de pensioengerechtigde leeftijd naderen, lopen steeds vaker tegen het probleem aan dat ze geen opvolger kunnen vinden. Aan de ene kant omdat er een tekort aan huisartsen is, maar ook omdat waarnemers langer blijven waarnemen en tegen het praktijkhouderschap aanhikken. Hadassa Hofman, van huisartsenpraktijk het Middenschip in Den Helder, vertelde me hoe het ook anders kan. Haar voorganger, Bert Prummel, had het idee opgevat om de patiënten over te nemen van een collega die met pensioen ging, maar geen opvolger had gevonden. Hij zocht drie collega’s die de praktijk samen met hem parttime wilden runnen, en zou dan zelf na een aantal jaar met pensioen gaan. Het parttime praktijkhouderschap bleek een gouden idee. Dat is precies wat veel waarnemers als ideaal in hun hoofd hebben. Met een goede taakverdeling zijn het praktijkhouderschap en een jong gezin goed te combineren. Ik denk dat het een inspirerend voorbeeld is waar anderen ook iets aan kunnen hebben.’


Positieve Gezondheid Ella in Meppel

FOTO: GIJS VERSTEEG

Ella

Carola Penninx, Spectrum Medisch Centrum, Meppel

‘ Met preventie valt positieve gezondheidswinst te behalen’

‘A

lle eerstelijns zorgverleners in Spectrum Medisch Centrum werken vanuit de visie op Positieve Gezondheid, ontwikkeld door Machteld Huber. Daar was Ella erg in geïnteresseerd. We zijn in 2014 begonnen met een groepje van vier huisartsen, een apotheker en een fysiotherapeut, vanuit het idee dat de eerstelijnszorg om een nieuwe invulling vraagt. Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar partijen die daar samen met ons vorm aan wilden geven: verloskundigen, diëtisten, psychologen en andere disciplines. In 2015 is ons medisch centrum geopend: een voormalig Gamma-pand, opgedeeld in zes vleugels die samen de zes kleuren van Positieve Gezondheid weerspiegelen. Het streven is om zoveel mogelijk verbinding te maken tussen de zes domeinen van Positieve Gezondheid en om de kracht van verschillende disciplines te combineren. Onze praktijk telt 14.500 patiënten, opgedeeld in clusters. Ons team bestaat uit vier praktijkhouders, twee hidha’s, vier verpleegkundig specialisten, zeven POH’s en zestien assistentes. Elke huisarts heeft een eigen aandachtsgebied, ik ben zelf bijvoorbeeld kaderhuisarts bewegingsapparaat.

Wij vinden het belangrijk en leuk om ruimte te maken voor innovaties en experimenten. Als we daar geen geld voor kunnen krijgen van de zorgverzekeraar of de gemeente, financieren we het zelf. Daar reserveren we graag gelden voor. We proberen bijvoorbeeld allerlei spreekuren uit, zoals spreekuren voor stress, adhd, verslaving en groepsconsulten voor ouderen met zingevingsproblematiek. En we organiseren bijeenkomsten om de gezondheidsvaardigheden van mensen te verbeteren, zoals een bijeenkomst over ‘Diabetes en de ramadan’. Ik weet niet of het meer tijd kost om vanuit Positieve Gezondheid te werken. Het helpt wel om met patiënten een ‘Ander Gesprek’ aan te gaan over ingewikkelde of vage klachten. Bij een deel van de patiënten werkt het goed, anderen vinden het lastig. De nadruk ligt op wat mensen zelf willen, ik hoef daar niet zo hard aan te trekken. Het gaat ook niet om grote stappen of doelen. Het kunnen juist verrassend kleine stapjes zijn die het verschil maken. Positieve Gezondheid begint bij preventie. Wij vinden dat een belangrijke taak voor huisartsen, maar dat is niet iedereen met ons eens. Ik denk dat het belangrijk is dat we het daarover hebben, ook binnen de LHV. Die wens hebben we ook aan Ella meegegeven. Wat ons betreft zouden huisartsenpraktijken meer middelen en mogelijkheden moeten krijgen om werk te maken van preventie, omdat daarmee echt positieve gezondheidswinst valt te behalen.’

20

de Dokter 2/2021

‘Het bezoek bij Spectrum Medisch Centrum in Meppel heeft veel indruk op me gemaakt. Het centrum is gehuisvest in een voormalige bouwmarkt, waar naast de huisartsenpraktijk ook veel andere zorgverleners gehuisvest zijn, die allemaal nauw samenwerken. Het hele gebouw is vormgegeven in de kleuren van het spinnenweb van Positieve Gezondheid van Machteld Huber. Een heel prettige sfeer. Een van de initiatiefnemers van het medisch centrum was huisarts Carola Penninx. Zij vertelde over de visie op zorg en gezondheid en hoe ze daarmee als centrum verschil willen maken voor patiënten. Haar vijf collegahuisartsen zijn ook allemaal heel gedreven. Zo betalen ze zichzelf een normsalaris, en alles wat ze als praktijk meer verdienen gaat in een pot. Uit die pot financieren ze projecten en activiteiten waar anders geen geld voor zou zijn. Ze hadden bijvoorbeeld net een informatiebijeenkomst georganiseerd over vasten tijdens de ramadan, en wat dat met gezondheid doet. Het is mooi dat er aandacht is voor thema’s die voor patiënten belangrijk zijn.’


Zeggenschap en betrokkenheid Ella ontmoet de wagro

‘ De tegenstelling tussen waarnemers en praktijkhouders is niet zo groot’

‘E

en fysieke bijeenkomt met ons als wagrobestuur zat er in oktober vorig jaar vanwege corona niet in, daarom werd het een online meeting. Dat ging ook prima. We hebben het met Ella gehad over alles wat ons bezig houdt. Een van die dingen is hoe wij waarnemers kunnen overtuigen dat het belangrijk is om lid te worden van de LHV en daarmee van de wagro. Waarnemers vinden het vaak lastig om te zien wat de LHV voor hen doet, terwijl de kosten van het lidmaatschap best hoog zijn. Het is dus belangrijk om duidelijk te maken dat de LHV ook opkomt voor hun belangen. De coronatijd helpt helaas niet. Normaal zouden we als wagro borrels en bijeenkomsten organiseren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, maar dat gaat nu even niet. We hebben wel een flyer gemaakt waarin we de wagro presenteren. Die komt in het informatiepakketje dat huisartsen na hun afstuderen meekrijgen.

Een ander punt dat wij hebben ingebracht, is dat er in de huisartsenopleiding meer aandacht zou moeten komen voor het praktijkhouderschap. De aandacht gaat nu vooral uit naar alles wat je moet weten en regelen als je waarnemer wordt. Maar de meeste waarnemers willen, net als ikzelf, op termijn toch praktijkhouder worden. Het zou fijn zijn als je in de opleiding al meekrijgt hoe je je daarop kunt voorbereiden. Er wordt vaak geklaagd dat er zo weinig waarnemers zijn die een praktijk willen overnemen. Ik denk dat veel waarnemers zich eerst een tijdje willen oriënteren op welke praktijk bij hen past of willen wachten tot hun kinderen wat groter zijn, maar ook opzien tegen de administratieve en beleidsmatige rompslomp die bij het praktijkhouderschap komt kijken. Ook daar moeten we het binnen de LHV over hebben. Wat is er nodig om het praktijkhouderschap aantrekkelijker te maken? Daar moeten de waarnemers zeker ook over meepraten. De tegenstelling tussen waarnemers en praktijkhouders is helemaal niet zo groot als vaak wordt gesuggereerd. Er is veel meer wat ons verenigt. Waarnemers en praktijkhouders hebben elkaar nodig. Laten we van onze eilandjes komen en ons samen inzetten voor de toekomst van ons vak.’ ¶

Puck Prince, bestuurslid Wagro Amsterdam-Almere

de Dokter 2/2021

21

Ella ‘Vanwege corona kon ik het afgelopen jaar helaas niet meer op werkbezoek, in plaats daarvan heb ik een aantal wagro-besturen uitgenodigd voor een digitale meeting. Dat waren boeiende gesprekken. Bij een van de meetings zat ook Puck Prince, lid van het bestuur van de Wagro AmsterdamAlmere. Ik herinner me dat ze vertelde hoe lastig het is om waarnemers te betrekken bij activiteiten. Terwijl zij het als wagro zo belangrijk vinden dat alle waarnemers hun stem laten horen en dat niet alleen aan praktijkhouders overlaten. Maar veel waarnemers zitten in een drukke fase van hun leven en zitten dus niet zo op bijeenkomsten van de wagro of de LHV-kring te wachten. Bij de ledenraad en kringbesturen speelde ongeveer hetzelfde probleem. Toen ik als voorzitter begon, zag ik vooral veel grijze heren in besturen en commissies. Gelukkig begint het te veranderen. Inmiddels is een groot aantal leden van de Ledenraad waarnemend huisarts en vaak ook jonger. Dat is goed, want het gaat over de toekomst van het vak. Het is heel belangrijk dat zij daarover meedenken en -beslissen.’


mijn werk&ik ‘Ik vind het juist leuk als het persoonlijk wordt’

FOTO: SIMONE MICHELLE

‘Mijn vader is reumatoloog en zijn vader was bedrijfsarts. Ik behoor dus tot de derde generatie dokters. Toch wilde ik zéker geen geneeskunde Ze koos voor geneeskunde omdat ze mensen wilde helpen en het werd de huisartsenopleiding studeren, want ik raakte in paniek van omdat ze álle aspecten van de geneeskunde even leuk vond. De mensen en de breedte, die prikken. Ik ben op school wel eens maken het huisartsenvak zo aantrekkelijk voor Hanneke van der Veer-Janssen (40). Twee dagen flauwgevallen bij een tekenfilm over per week neemt ze waar in een Arnhemse praktijk, daarnaast doet ze losse waarnemingen. Ze witte bloedlichaampjes. Uiteindelijk is moeder van vier kinderen tussen de 5 en 14 jaar, sinds begin 2020 voorzitter van de wagro en leek dokter zijn me toch een mooi sinds november lid van het kringbestuur De Gelderse Rivieren. ‘Ik ben meer geïnteresseerd in vak en van flauwvallen heb ik in mijn mensen dan in kwalen.’ werk inmiddels geen last meer. Ik TEKST: ELS WIEGANT wilde mensen helpen, iets nuttigs doen en geneeskunde was ook een veilige keuze. Je bent als dokter ook in economisch slechtere tijden nooit werkloos. Wat eraan heeft bijgedragen dat ik voor de huisartsenopleiding koos, was het ziekteproces van mijn moeder. Zij overleed toen ik 23 was en nog geneeskunde studeerde. Mijn vader regelde alles zelf. Samen zagen wij op een scherm hoe mijn moeders longen stampvol uitzaaiingen zaten, terwijl zij nog onder de ct-scan lag. Toen ze na een paar goeie maanden achteruitging, kwam de huisarts elke dag. Ze had veel pijn, maar wilde geen morfine. Dan zei de huisarts: doe dat nou maar. Het gaf mijn vader de ruimte om zijn rol als dokter af te leggen en weer vooral haar man te zijn. Dat gaf rust, mooi vond ik dat.’

22

de Dokter 2/2021

◼  RAAKVLAKKEN ‘Eigenlijk heb ik aan alle kanten van het artsenvak gestaan: als dochter van een arts, als moeder van kinderen die wel eens ziek zijn, als patiënt. Daar neem je dingen uit mee en die gebruik je in de praktijk. Zo vertel ik patiënten soms over voorvallen uit mijn eigen leven, dat ik ook wel eens flauwval bijvoorbeeld. Dat stelt mensen gerust en ik vind het juist leuk als het persoonlijk wordt. Ik kan mijn werk alleen maar goed doen als patiënten mij vertrouwen. Een aanzienlijk deel van de klachten waar patiënten mee komen, is puur medisch gezien niet goed verklaarbaar. Dan is het belangrijk om de persoon achter de klacht te begrijpen. Het helpt als iemand zich gezien weet. Je zoekt


LHV Academie Geaccrediteerde nascholing, ook online Gesprekstechnieken bij beeldbellen (online)

naar raakvlakken, daarin laat ik dus ook iets van mezelf zien.’ ◼  PARADIJSVOGELS ‘Ik heb een voorliefde voor de paradijsvogels, voor mensen die je verrassen. Ze verruimen je blik. Af en toe werk ik als huisarts bij een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Dokteren voor die doelgroep vraagt dat je oog hebt voor wie ze zijn, ziet wat belangrijk voor ze is. In mijn jeugd nam mijn moeder ons regelmatig mee naar mijn tante, die chronisch psychiatrisch patient was en in een instelling woonde. Mensen waren vaak bang voor haar omdat ze onvoorspelbaar en wantrouwend was, maar voor ons was ze lief en ze deed de raarste dingen. Poedelnaakt in een riviertje springen als we met onze familie een boottochtje maakten, wat ik natuurlijk schitterend vond. Ze was enorm creatief en trok zich weinig aan van de heersende norm. Ik geniet erg van bijzondere mensen. Maar ik weet inmiddels ook dat als je patiënten goed leert kennen, zelfs de doodnormaalste mensen iets hebben dat ze heel bijzonder maakt.’ ◼  BELANGEN BEHARTIGEN Wat mijn toekomst betreft, ga ik niet erg planmatig te werk. Ik zie wel hoe het loopt. Dat komt ook door de kinderen. Dan ben je vaak druk met andere dingen, hoewel mijn man – die beeldend kunstenaar is – ook veel doet in ons gezin. Eigen patiënten, dat wil ik in ieder geval wel. Toen ik bij mijn vorige waarneemplek stopte, heb ik echt verdriet gehad omdat ik afscheid moest nemen van mijn patiënten. Maar of ik ooit een eigen praktijk wil, weet ik niet zo goed.

‘ Ik heb een voorliefde voor de paradijsvogels, voor mensen die je verrassen’

Misschien als het op mijn pad komt. Ik vind het nu ook fijn om te denken dat ik ook nog ineens iets heel anders kan doen met mijn leven. Wat niet betekent dat ik niet van mijn vak houd: ik vind het prachtig en ik voel me enorm bevoorrecht. Het bestuurswerk ben ik ingerold. Er kwam een oproep voorbij voor de wagro en ik dacht: dat kan ik er wel bij doen. Het is belangrijk dat dingen goed geregeld zijn en belangen behartigen past wel bij mij. Als tijdens de opleiding om feedback werd gevraagd, was ik vaak degene die zijn mond opendeed als anderen zwegen, omdat de boodschap soms wat lastiger was. ◼  KNOOP DOORHAKKEN Later werd ik voor het bestuur van de kring gevraagd. Het biedt me een intellectuele uitdaging, iets waarin ik me kan ontwikkelen. Je moet je collega’s vertegenwoordigen, maar over sommige onderwerpen – zoals de coronavaccinaties door huisartsen – wordt verschillend gedacht. Wat doe je dan? Lastig om dat te wegen en een knoop door te hakken. Je bent zo sterk als de zwakste schakel en iets in mij wil juist de zwakkeren beschermen. De sterkeren kunnen wel voor zichzelf opkomen, maar de bedoeling is dat iederéén meekomt. Door het besturen leer je dat je moeilijke beslissingen moet durven nemen. En dan kan het soms zijn dat er een besluit valt dat niet het jouwe is, maar waar je toch achter gaat staan.’¶

de Dokter 2/2021

23

Hoe vang je emotie op tijdens een consult op afstand? En hoe staat u oudere patiënten te woord over moeilijke kwesties? tijdens een online training via Zoom oefent u in een kleine groep huisartsen met een trainer en patiënt-acteur met cases uit uw eigen praktijk. Aanmelden voor deze geaccrediteerde training (2 punten) kan via www.lhv.nl/lhv-academie. U vindt daar ook meer data. Ma 10 mei, ma 7 juni 2021 19:30 - 21:15

Lesgeven via Zoom (online) Het is voor veel mensen nieuw en soms ook spannend: lesgeven via Zoom. Lukt het om uw presentatie en filmpjes te delen, om breakout rooms te maken en hoe kunt u ervoor zorgen dat het geen eenrichtingsverkeer wordt? Na deze korte maar krachtige cursus kunt u gebruik maken van de mogelijkheden die Zoom biedt en bent u in staat om ook online insprirerend en interactief onderwijs te verzorgen. Di 25 mei, di 15 juni 2021, 19.00-21.00

Bij u in de buurt Op de website kunt u ook eenvoudig zien welke cursussen bij u in de buurt plaatsvinden. Kies voor de optie 'Op de kaart'en filter zo een workhshop bij u in de buurt. www.lhv.nl/lhv-academie

U kunt alle nascholing ook incompany aanvragen. Ga voor het hele overzicht naar www.lhv.nl/lhv-academie


‘WIJ ADVISEREN HUISARTSEN OVER ZAKEN WAARIN ZE NIET ZIJN OPGELEID’

‘De telefoon stond roodgloeiend met coronavragen’

Betty

Marja

Welke verdeelsleutel kunnen we aanhouden bij het toetreden tot een kostenmaatschap?

De medewerkers van de telefonische advieslijn van de LHV beantwoorden soms wel vijftig mailtjes en telefoontjes op een dag. De onderwerpen variëren van de vaccinatievolgorde tot een slecht functionerende medewerker. Betty Notenboom, Marja de Kruijff en hun collega’s zijn van alle markten thuis en als ze zelf het antwoord niet weten, kunnen ze bij collega’s terecht. De afgelopen maanden werden ze bijna vier keer zo vaak gebeld als gewoonlijk. ‘Je moet wel van de hectiek houden.’ TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: ROB TER BEKKE

V

ijf dames bemensen samen de LHV-afdeling die leden telefonisch en per mail adviseert – officieel de ‘Decentrale Frontoffice’ (DFO). De afgelopen maanden zijn daar twee collega’s van de LHV Academie aan toegevoegd, vanwege de enorme toename van het aantal Covid-vragen. Marja de Kruijff: ‘In het laatste kwartaal van 2020 kregen we 280 coronagerelateerde

24

vragen. In het nieuwe jaar waren dat er in ruim twee maanden al 950. De telefoon stond regelmatig roodgloeiend. Als we geen hulp van collega’s hadden gekregen, was het echt spaak gelopen.’ De vele vragen aan het begin van dit jaar gingen vooral over de eigen vaccinaties voor de huisartsen. Daarnaast leverden de eerste vaccinatierondes van specifieke doelgroepen door huisartsen de nodige vragen op.

de Dokter 2/2021

De Kruijff is met een dienstverband van bijna twintig jaar een van de ‘oudgedienden’ bij de LHV. Ze begon bij de afdeling Juridische Zaken met het beantwoorden van ledenvragen. ‘Later kwam daar Bouwadvies bij, die met eenzelfde werkwijze begon voor het adviseren van leden. Een paar jaar geleden ontstond de wens om ook voor de afdeling Beleid en Belangenbehartiging het ledenadvies meer te structureren.’ Dat resulteerde in de huidige Decentrale Frontoffice, die alle werkdagen bereikbaar is voor vragen van leden. ‘We zijn in principe van half negen tot vijf uur bereikbaar, maar we worden soms al om half acht op ons rechtstreekse nummer gebeld’, vertelt Betty Notenboom, een van de DFOmedewerkers. Er zijn altijd minimaal


Moet ik als hidha zelf een rechtsbijstandsverzekering afsluiten?

Kan een basisarts ook langer dan één jaar in mijn praktijk werken?

Heb ik zorgplicht in de situatie met deze patiënt?

Wie krijgt u aan de lijn?

Margaret

twee medewerkers die telefoondienst hebben. Ook Notenboom heeft al een stevige staat van dienst bij de LHV: twaalf jaar. Zij begon bij Bouwadvies. ‘Het is gewoon ontzettend leuk om bij de LHV te werken’, vertelt ze. ‘Ons werk doet ertoe. Uit de ledentevredenheidsonderzoeken blijkt dat leden zeer tevreden zijn met onze dienstverlening. Het ledenadvies vanuit Juridische Zaken en Bouwadvies werd al heel goed gewaardeerd, met Beleid en Belangenbehartiging gaan we nu ook die kant op. We krijgen vaak reacties als ‘bedankt voor de snelle service’.’ De Kruijff vindt de LHV ‘een ontzettend leuke vereniging met een leuke, gevarieerde achterban’. ‘Huisartsen vinden het fijn dat ze bij ons terechtkunnen. Ze stellen ons vragen over

De Decentrale Frontoffice van de LHV heeft een standaard bezetting van vijf medewerkers: Mariëlle Besamusca, Tjitske de Bruijn, Betty Notenboom, Marja de Kruijff en Margret Leferink. Vanwege de enorme hausse aan vragen begin dit jaar – met name over de eigen vaccinaties van huisartsen – waren LHV-collega’s Wendy van den Brink en Yvette Haasbroek tot medio maart tijdelijk aan de Decentrale Frontoffice ‘uitgeleend’. De Decentrale Frontoffice is dagelijks bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur via 085-0480000.

de dingen waarin ze niet zijn opgeleid zoals arbeidsrecht, ict-zaken of bouwadvies. ◼  STRESSBESTENDIG ‘Bouwtekeningen, associatie of juist dissociatie, hoe zit het precies met vakantiedagen van praktijkmedewerkers, een huisarts die zelf geen coronavaccin wil maar wel anderen moet vaccineren,…’ Notenboom somt op wat voor vragen er zoal voorbij kunnen komen op een werkdag. ‘We kregen de afgelopen maanden meer dan 50 vragen per dag, aan de telefoon of per e-mail. Je moet wel van de hectiek houden, stressbestendig en flexibel zijn om dit werk te kunnen doen. Ik vind het een ongelooflijk leuke baan, met al dat schakelen. Er is geen dag hetzelfde.’

de Dokter 2/2021

Behoorlijk veel vragen kunnen de medewerkers van de DFO zelf beantwoorden, vertelt Notenboom. ‘Modelovereenkomsten kunnen we zelf aan leden sturen. Een juridische vraag leggen we voor aan een onze juristen en voor andere vragen schakelen we bijvoorbeeld een beleidsmedewerker in. De LHV heeft zestig beleidsmedewerkers en wij weten wie in welk onderwerp gespecialiseerd is.’ De Kruijff: ‘We streven ernaar dat iedere vraag binnen vijf werkdagen wordt beantwoord en als dat niet lukt, dat de vragensteller in ieder geval bericht heeft gehad. Dat lukt in 95 procent van de gevallen. Soms zijn er weken dat we zelfs ruim 80 procent binnen één dag hebben beantwoord. Dat vind ik een enorm compliment waard voor al onze collega’s. Iedereen spant zich

25


a dv er t en t ie

Ik heb een visite gebracht aan een echtpaar, zowel man als vrouw hadden een zorgvraag. Hoe kan ik dat nu declareren?

Vervallen bij ziekte de wettelijke verlofuren?

“Ik word niet meer nagekeken op straat” Richard viel 33 kilo af met behulp van een maagverkleining Krijgt u als (huis)arts in deze tijd meer vragen van patiënten die bezorgd zijn over hun overgewicht? Wij zijn hét centrum voor patiënten met morbide obesitas. Onze multidisciplinaire behandeling bestaat uit een maagverkleinende operatie in combinatie met een intensief leefstijltraject. www.obesitaskliniek.nl

in om de leden snel en goed antwoord te geven.’ Dat houden de DFO-medewerkers nauwkeurig bij. Notenboom: ‘Als een huisarts na drie dagen nog niets heeft gehoord van een collega, attenderen wij die collega daar nog even op.’ Het grote voordeel van de gestructureerde administratie van de vragen en adviezen, is dat de LHV overzicht heeft van welke vragen er leven onder de leden. Notenboom: ‘We geven alle binnenkomende vragen een codering en draaien per week een overzicht uit van welke vragen waarover binnenkomen. Zo zag je bijvoorbeeld eind februari dat de vraag “Wanneer wordt mijn personeel gevaccineerd?” eruit sprong. In het begin van de coronacrisis vroegen veel huisartsen zich af wat ze moesten met personeel dat


Moet ik een verklaring afgeven voor patiënten die genezen zijn van Covid-19?

Mariëlle

Hoe kan ik mijn praktijkruimte aanpassen aan alle maatregelen?

Tjitske

terugkwam uit oranje gebied in het buitenland: zijn dat vrije dagen of ziektedagen? Een paar jaar geleden was de AVG een onderwerp waar veel huisartsen over belden. Door zicht te hebben op de informatie die veel huisartsen op een bepaald moment zoeken kan de LHV daarop inspelen, bijvoorbeeld met informatie op de website of met nieuwe producten als een handleiding of een cursus.’ ◼  EXCELLENT De frontoffice streeft naar ‘excellente dienstverlening’, vertelt Notenboom. ‘Dat begint met goed luisteren en de naam goed hebben als je iemand aanspreekt. We willen net een stapje verder gaan dan mensen verwachten. Als iemand belt, ga je aan de hand van het lidnummer meteen na wie je aan

de lijn hebt en kun je bijvoorbeeld zeggen: “Ik zie dat u hier een halfjaar geleden ook met die-en-die collega over hebt gesproken”. Of, als je ze doorverwijst naar een andere organisatie, geef je daar meteen het telefoonnummer bij. Dat soort extra service vinden mensen plezierig.’ Eerlijk is eerlijk: het is ook weleens níet leuk. De Kruijff: ‘Met huisartsen die ontzettend boos zijn, heb ik op zich geen probleem. Het helpt om wat meer op leeftijd te zijn. Dan trek je je dat soort dingen steeds minder aan. Maar als mensen niet reëel zijn in hun verwachtingen, is dat soms wel moeilijk. De vaccinatiestrategie bijvoorbeeld – dat waren soms uurkoersen. Dat beleid maken wij niet, maar soms heb je toch mensen die dat óns kwalijk nemen.’

de Dokter 2/2021

27

Soms wil een beller héél snel geholpen worden. ‘Bijvoorbeeld iemand die over een halfuur een gesprek heeft met een slecht functionerende medewerker en meer wil weten over ontslagmogelijkheden. Dan gaan we ons best doen om binnen een halfuur een jurist te laten bellen, maar dan zeg ik ook eerlijk: “U belt rijkelijk laat”. Dat beamen huisartsen dan meestal ook wel. In de hectiek van de dag zijn ze vergeten eerder te bellen. Ik probeer in ieder geval altijd mee te denken over een oplossing.’ Echt moeilijke telefoontjes zijn er eigenlijk niet, vindt Notenboom. De kunst is om eerst goed te luisteren, door te vragen en ervoor te zorgen dat huisartsen het telefoontje met een goed gevoel beëindigen. Meestal lukt dat wel.’ De Kruijff herinnert zich één telefoontje van jaren geleden. Een boze huisarts beet haar toe: ‘Ik gelóóf u gewoon niet!’ ‘Toen heb ik geantwoord: “Tsja, het geloof kan ik u niet geven.” Achteraf vond ik dat best brutaal van mezelf; het is me al die jaren bijgebleven. Maar ja, het ging over cao en wetgeving en ik had al twintig keer verteld hoe het zat. Als iemand het dan nog niet wil aannemen, kan ik er niets aan doen. Maar zoiets komt echt maar zó weinig voor.’ De leukste vraag die ze ooit hebben gehad? Daar weten Notenboom en De Kruijff beiden niet zomaar op te antwoorden. De Kruijff: ‘Het aantal praktijkmanagers dat ons belt neemt toe, nu steeds meer huisartsen een praktijkmanager in dienst hebben. Er is één die ik inmiddels regelmatig spreek en die dan steeds weer zegt: “Ja, ú moet ik hebben, want u weet alles.” Dat is natuurlijk maar de vraag, maar toch ontzettend leuk om te horen.’ ¶


mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Suzanne van der Els-Schoenmaker kijkt terug op haar start in Amersfoort.

‘Het was makkelijk dat we elkaar al kenden’

28

de Dokter 2/2021


Altijd al huisarts willen worden? ‘Ik dacht heel lang dat ik kinderarts zou worden. Maar als anios kwam ik erachter dat kindergeneeskunde toch niet mijn roeping was. Je moet je als kinderarts eigenlijk specialiseren in een bepaald ziektebeeld. Ik vind het juist leuk om breder te kijken en patiënten langer te volgen. Daarom heb ik gesolliciteerd bij de huisartsenopleiding. Die heb ik in 2016 afgerond.’

Wilde je meteen een eigen praktijk? ‘Eigenlijk wel. Tijdens de opleiding zag ik hoe belangrijk praktijkhouders zijn voor de manier waarop de huisartsenzorg in Nederland is ingericht. Ze houden praktijken overeind, hebben mensen in dienst, zijn bezig met innovaties en borgen vooral ook de continuïteit van de patiëntenzorg. Dat wil ik graag in stand helpen houden. Bovendien sprak de breedheid van taken mij aan. Ik ben erg blij dat ik de beslissing heb genomen om praktijkhouder te worden.’

Waarom deze maatschap? ‘Ik heb mijn laatste opleidingsjaar bij de groepspraktijk Maan gedaan en ging daarna met zwangerschapsverlof. Toen de baby geboren was, ging ik er nog een keer koffiedrinken. De huisartsen van groepspraktijk Zon vroegen mij of ik al toekomstplannen had, want zij zochten een opvolger. Zo is het dus begonnen. Het was gemakkelijk dat we elkaar al kenden. De collega’s, de patiëntenpopulatie, de omvang van de praktijk, ik vond alles leuk. Ik dacht: waarom zou ik langer doorzoeken als het hier zo oké is? Ik heb eerst een jaar als waarnemer in de praktijk gewerkt. Mijn voorganger Jacob Mus heeft voor een warme overdracht gezorgd. In juni vorig jaar ben ik officieel in de maatschap gestapt. We zijn met z’n drieën. Daarnaast hebben we ook een maatschap met huisartsenpraktijk Maan. We delen samen het pand en het ondersteunend personeel.’

FOTO: ROY SOETEKOUW

Hoe is het om in te stappen in een bestaande maatschap? ‘Ik vind het fijn dat ik niet alles zelf hoef uit te vinden en dat mijn collega’s al zoveel ervaring hebben. Je kunt het als nadeel zien dat het meer tijd kost om samen beslissingen te nemen. In je eentje gaat dat sneller. Dat was wel even wennen. Maar het voordeel is dat ik me niet over alles druk hoef te maken. Niet alle problemen

WIE hoeven dezelfde dag te worden opgelost. Daardoor kan ik het werk goed combineren met een jong gezin.’

Hebben jullie dezelfde visie op dokteren? ‘Wij vinden continuïteit van de patiëntenzorg allemaal extreem belangrijk. Als een collega uitvalt of met vakantie is, lossen we dat in principe zelf op. We willen dat patiënten een vertrouwd gezicht zien. We vinden het ook heel belangrijk dat de sfeer op de praktijk goed is, dat medewerkers een prettige werkplek hebben. Daar hebben we het afgelopen jaar veel aandacht aan besteed.’

Welke taken heb jij op je genomen? ‘Ik ben al lang geïnteresseerd in innovaties in de zorg. Die passie heb ik natuurlijk ook meegenomen naar onze huisartsenpraktijk. We zijn aan het onderzoeken of en hoe wij in onze praktijk meer met ict kunnen doen. In het begin ging ik te snel, ik heb geleerd dat veranderingen tijd nodig hebben. Ik ben nu samen met de praktijkmanager een ictplan aan het maken. We kunnen bijvoorbeeld nog meer doen met videobellen en patiënten nog meer helpen om gebruik te maken van e-consulten en het patiëntenportaal.‘

Hoe zit jullie praktijk er over tien jaar uit? ‘Ik denk dat we over tien jaar veel meer gebruikmaken van digitale hulpmiddelen. Het is ontzettend belangrijk dat we daar ook de mensen met lagere gezondheidsvaardigheden mee bereiken, anders wordt de kloof in gezondheid tussen hoger en lager opgeleiden alleen maar groter. In de spreekkamer staat mijn stoel nu naast de stoel van de patiënt zodat we samen naar mijn scherm kunnen kijken. Ik laat de patiënt zien wat er aan de hand is en gebruik daarbij bijvoorbeeld de websites Begrijpjelichaam.nl of Thuisarts.nl. De goede inzet van digitale hulpmiddelen vraagt zowel van huisartsen en medewerkers als van patiënten dat we onze digitale vaardigheden blijven ontwikkelen.’

Jouw beste tip voor starters? ‘Als je niet alles zelf wil uitvinden, kies dan voor een maatschap. Je bent dan medeverantwoordelijk voor de praktijk, maar ook onderdeel van een team en je kunt taken verdelen. Ga eerst een tijdje als waarnemer in de praktijk werken waar je maat wilt worden, dan voel je vanzelf of het klikt.’ ¶

de Dokter 2/2021

29

Suzanne van der ElsSchoenmaker (34) werd in 2020 lid van de maatschap Zon, onderdeel van Orion Huisartsen. Haar voorganger Jacob Mus ging met pensioen. Ze woont in Naarden, samen met haar man en twee kinderen (1 en 3 jaar).

WAAR Orion Huisartsen is gevestigd in Amersfoort. De huisartsenpraktijk bestaat uit twee praktijken: Zon en Maan. Beide praktijken hebben elk zo’n 5000 patiënten, gedeeltelijk afkomstig uit een achterstandswijk.

PROFCLASS ‘In de aanloop naar het praktijkhouderschap, heb ik de PROFclass gedaan, een opleiding van de LHV Academie. Je leert hoe je een praktijk en personeel managet en een visie ontwikkelt. Daar heb ik heel veel aan gehad.’

NAAR BUITEN ‘Mijn hobby is heerlijk met de kinderen naar buiten gaan. En als het weer kan, graag ook samen met vrienden.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaring delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail je gegevens naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.


Afweging voor praktijkhouder én waarnemer Waarnemen of in loondienst? De ene waarnemend huisarts vindt het heerlijk om in verschillende praktijken voor kortere tijd te werken, de andere wil juist meer aarden in één praktijk, maar kiest (nog) niet voor het praktijkhouderschap. In dat laatste geval is het vaak aan te raden om in loondienst te gaan, zegt LHVjurist David Renkema. Dat voorkomt problemen met de Belastingdienst. En het betekent zeker niet alle vrijheid en zelfstandigheid opgeven, stelt LHVbeleidsmedewerker Anke de Boer. ‘Als je als praktijkhouder en aankomend hidha maar tijdig in gesprek gaat over de wensen en mogelijkheden van beide kanten.’ TEKST: BERBER BIJM A

30

D

e politieke richting is onmiskenbaar: de overheid wil het aantal zzp’ers, onder andere in de zorg, terugdringen. De Wet DBA wordt mogelijk op zeker moment gehandhaafd (zie kader: Wet DBA - hoe zat het ook alweer?). Voor waarnemend huisartsen en de praktijkhouders die hen inhuren betekent het dat ze zich moeten bezinnen op hun arbeidsrelatie. David Renkema ziet als LHV-jurist een toename van waarnemend huisartsen die in loondienst treden als huisarts in dienst van een huisarts (hidha). ‘Ik zie een één-op-één-relatie met de toenemende aandacht voor de fiscale risico’s die waarnemers nu al lopen en die praktijkhouders gaan lopen bij handhaving van de Wet DBA.’ Een minstens zo belangrijk argument om in loondienst te gaan is dat hidha’s meer dan waarnemend huisartsen kunnen ‘landen’ in de praktijk. Renkema: ‘Het voelt soms alsof ik in

de Dokter 2/2021

een spagaat zit als ik met waarnemers spreek. Als jurist moet ik hen adviseren om een beetje op afstand van de praktijk te blijven en bijvoorbeeld niet al te veel in de praktijkoverleggen mee te draaien. Fiscaal gezien doe je er simpelweg niet goed aan als waarnemer de verbinding te zoeken met de praktijk, omdat er dan sneller sprake is van een verkapt dienstverband. Tegelijk is dat een gek advies aan het adres van een huisarts, want betrokkenheid hoort tot de kern van het vak.’ ◼  VLIEGUREN LHV-beleidsmedewerker Anke de Boer was betrokken bij het LHV-onderzoek Hoe wil de huisarts dokteren? uit 2019 en zag daarin dat ‘jonge huisartsen vaak eerst ervaring willen opdoen én hun werkuren een beetje willen beperken in verband met een jong gezin’. Als ze eenmaal aardig wat ‘vlieguren’ hebben gemaakt, kiezen velen voor het praktijkhouderschap.


M

artine Dam-Rehorst is sinds dit jaar hidha bij de praktijk waar ze de afgelopen jaren als waarnemend huisarts werkte. ‘Nadat ik mijn opleiding had afgerond, heb ik eerst vijf jaar als hidha gewerkt en vervolgens, toen ik tegelijkertijd bij een tweede praktijk ging werken, vijf jaar als waarnemer. Bij die tweede praktijk ben ik begin dit jaar in dienst getreden als hidha.’ ‘De wet DBA en de fiscale regels waar je als zzp’er aan moet voldoen, waren de directe aanleiding. Ik wilde graag in één praktijk waarnemen, maar dat is best ingewikkeld. Ik moest daarnaast flink wat diensten doen bij verschillende huisartsenposten om aan de vereisten van de Belastingdienst te voldoen. Wat ik nog vervelender vond, was dat ik afstand moest houden tot de praktijk. Ik mocht eigenlijk niet op de site staan, kon geen aanspreekpunt voor klachten blijven, moest ‘nee’ zeggen tegen het verzoek om de ketenzorg voor ouderen te ontwikkelen. En dat allemaal terwijl ik me juist meer aan deze praktijk wilde verbinden. Dat voelde niet goed.’ Ze ging in gesprek met een collega-huisarts die hidha is en bestudeerde de cao. De praktijkhouder stond open voor een dienstverband en zo was de zaak snel beklonken. ‘Over een aantal jaren wil ik de praktijk graag overnemen. Ik zou dat vanuit het waarnemerschap kunnen doen, maar blijf dan nog een paar jaar met die fiscale risico’s zitten. Nu weten we zeker dat daar in de tussenliggende jaren geen gedoe van komt.’ Financieel ging ze er niet op achteruit. ‘Een beginnend waarnemer verdient weliswaar relatief veel, maar behalve inflatiecorrectie heb je weinig groeimogelijkheden, terwijl er voor een hidha loonschalen zijn. Na een aantal jaren is er daardoor helemaal geen groot verschil meer, zeker niet voor de dagpraktijk.’ Met de praktijkhouder sprak ze af dat ze vanuit haar dienstverband als hidha geen verplichtingen krijgt voor ANW-diensten. ‘Dat is tekenend voor de positieve arbeidsrelatie die we hebben.’ Ze doet wel ANWdiensten, maar dan buiten haar dienstverband om en vooral op plekken en tijden die haar voorkeur hebben. ‘Die geef ik bij de Belastingdienst op als “resultaat overige werkzaamheden”, dus zonder gebonden te zijn aan zzp-regels.’ ‘Ik ben vooral hidha geworden om écht bij de praktijk te horen. Mijn collega’s zeggen dat ik er allang bij hoorde, maar het voelt toch anders. Nu kan ik nog meer gaan voor deze praktijk.’

FOTO: ARNO M ASSEE

‘EINDELIJK KAN IK ECHT VOOR DEZE PRAKTIJK GAAN’

Anderen willen hun dokterswerk blijven combineren met bijvoorbeeld onderwijs en kiezen daarom eerder voor een baan in loondienst. ‘Als je op het kruispunt van hidha of praktijkhouder staat, is het belangrijk om uitgebreid stil te staan bij je werkwensen voor de langere termijn. Wil je op termijn praktijkhouder worden? Zijn er mogelijkheden om als het ware junior-praktijkhouder te worden met beperkte taken? Of past een baan als hidha beter, bijvoorbeeld omdat je er andere dingen naast wilt blijven doen of omdat het ondernemerschap je niet

‘Van beide kanten levert het dienstverband wat op en kost het iets’

aanspreekt? Ook de praktijkhouder moet zich vragen stellen: is hij of zij op zoek naar een volwaardige maat, of is er ook ruimte voor een huisarts die de komende jaren eerst stapsgewijs wil groeien, bijvoorbeeld als hidha? Wellicht maakt een gezamenlijk toekomstperspectief nu al een groeimodel mogelijk waar beide partijen zich goed bij voelen.’ ◼  FINANCIËLE CONSEQUENTIES Waarnemend huisartsen verwachten doorgaans dat ze er financieel flink op achteruit gaan als ze hun zzp-schap opgeven. Dat verschilt per persoon, zegt Renkema. ‘Je hebt onderhandelingsvrijheid over je hidha-salaris; dat ligt niet bij voorbaat vast. Daarnaast maakt het bijvoorbeeld ook uit hoeveel ANW-diensten je als waarnemer deed. De ANW-tarieven die aan waarnemers worden betaald, liggen veel hoger dan dat wat hidha’s in de ANW-zorg krijgen. De inkomsten

de Dokter 2/2021

31


in de dagpraktijk lopen niet zo ver uiteen voor een hidha en een waarnemend huisarts, al hangt dat af van de looninschaling van de hidha. Als je als waarnemer veel ANW-diensten draait, zul je er waarschijnlijk financieel op achteruit gaan als je kiest voor een dienstverband. Maar je moet naar het brede plaatje kijken, want naast inkomen speelt bijvoorbeeld ook werkzekerheid een rol. In coronatijd zijn sommige waarnemers plotseling veel minder ingezet. Dat risico loop je als niet als je in loondienst bent. Ook je inkomen bij langdurige ziekte moet je meenemen in de afweging. De inkomensvergelijking is dus niet zomaar te maken.’ Ook de praktijkhouder heeft uiteraard een afweging te maken, stelt Renkema, zeker met het oog op mogelijke handhaving door de Belastingdienst. Een waarnemend huisarts die hidha wordt, levert geen risico meer op voor naheffingen van de loonbelasting en

Waarnemer of hidha – de afwegingen Bent u waarnemend huisarts en overweegt u hidha te worden? Deze vragen kunnen helpen bij uw keuze: ● Valt het mij zwaar om op (zekere) afstand te blijven van de praktijk waarin ik werk? ● Ben ik op zoek naar continuïteit in de relatie met praktijkmedewerkers en patiënten? ● Wat is het ondernemersrisico mij waard? Denk aan het risico om tijdelijk geen werk te hebben, niet (automatisch) arbeidsrechtelijk beschermd te zijn, het risico van slechte re-integratiemogelijkheden bij langdurige ziekte en mogelijke fiscale onzekerheid. ● Vind ik het prettig om de bedrijfsvoering en administratieve lasten uit handen te geven?

kan meer ‘landen’ in de praktijk. ‘Van beide kanten levert het dienstverband iets op en kost het iets. Voor de praktijkhouder kan het fijn zijn om wat organisatorische taken te delegeren, samen te werken met een huisarts die echt verankerd is in de praktijk en ook om patiënten een vast gezicht te bieden. Mogelijk vraagt de hidha wel flexibiliteit in ruil voor het in dienst treden. De voors en tegens daarvan moeten beide partijen afwegen.’ ◼  PRAAT OVER WENSEN Een open gesprek over de wensen en

‘Een open gesprek over de wensen en mogelijkheden van flexibiliteit is belangrijk’

‘Overgang geeft rust, maar levert lastige vragen op’

● Vind ik het prettig om onder het gezag van een collega-huisarts te werken?

A

ntine van Kuilenburg, huisarts in Woerden, nam per 1 januari twee vaste waarnemers aan als hidha. Beiden werken al enige tijd in de praktijk, vanuit een heel verschillende situatie: de een is een jonge huisarts die na haar opleiding als waarnemer is gaan werken, de ander is zestig jaar en jarenlang praktijkhouder geweest. ‘Het vaste waarnemerschap was voor ons alle drie een prima constructie, maar ik zag ook dat het op de lange termijn niet houdbaar is. Het gaat uiteindelijk natuurlijk toch wel lijken op een verkapt dienstverband. De overstap van waarnemer naar hidha vond ik ingewikkeld, zeker omdat ik twee zulke heel verschillende waarnemers had. Het waarneemtarief kent in de praktijk niet veel verschil

Als u besluit hidha te worden, kunt u in ieder geval over deze onderdelen van uw arbeidsovereenkomst onderhandelen: salaris, aantal vakantiedagen, dagindeling en taken die u wel of niet op zich neemt. Er zijn verschillende arbeidscontracten denkbaar: voor bepaalde tijd, voor onbepaalde tijd of een flexibel contract zoals een oproepcontract, een nul-urencontract of een min-max contract. Op www.lhv.nl onder ‘Producten’ vindt u een keuzewijzer die u helpt om de afweging tussen waarnemen of loondienst te maken. Met juridische vragen kunt u – uiteraard ook als praktijkhouder – contact opnemen met de LHV.

32

de Dokter 2/2021

in ervaringsjaren. Als je het verschil in ervaring wilt waarderen zou dat betekenen dat de jongste er in inkomen op achteruit ging en de oudste ongeveer op een gelijk inkomen zou blijven. Bij collega’s in gezondheidscentra, die in de praktijk vaak onder de oude cao vallen, waren meer differentiatiemogelijkheden. Voor mij als praktijkhouder werd het hoe dan ook een stuk duurder. Kortom: voor ons alle drie was het financieel niet aantrekkelijk. Ik heb het toch gedaan omdat vast waarnemerschap op de lange termijn fiscaal simpelweg niet reëel is.’ Het argument dat hidha’s zich meer kunnen ‘geven’ aan de praktijk dan waarnemers, ziet Van Kuilenburg niet. ‘Als waarnemers waren ze ook enorm betrokken. Natuurlijk draaiden ze


mogelijkheden van die flexibiliteit is belangrijk, zegt De Boer. Een hidhacontract is niet in beton gegoten. ‘Je kunt bijvoorbeeld afspraken maken over de precieze werkdagen. Wie weet is het voor een hidha heel fijn om ’s ochtends wat later te beginnen en heeft de praktijkhouder er op zijn beurt plezier van dat de hidha een avondspreekuur op zich neemt. Niet-patiëntgebonden taken kunnen wellicht deels vanuit huis worden gedaan. Zorg er in ieder geval voor dat je een beeld hebt van elkaars wensen en verwachtingen. Misschien vindt een hidha het fantastisch om mee te gaan naar contracteringsgesprekken. Als je er niet over praat, kom je er niet achter.’ Bovendien, benadrukt De Boer nogmaals: ‘Hou bij alle afspraken de lange termijn in je achterhoofd. Een hidha die nu graag de schoolvakanties zoveel mogelijk vrij wil, vraagt dat misschien alleen maar voor de komende jaren.

◼  HIDHA ALS TUSSENSTATION Uit het onderzoek Hoe wil de huisarts dokteren? blijkt dat de jongere hidha’s hun dienstverband relatief vaak zien als tussenstation naar praktijkhouderschap. Bij oudere hidha’s is doorgaans de combinatie met andere werkzaamheden de reden dat ze structureel voor een betrekking in loondienst kiezen. Hidha worden als opstap naar praktijkhouderschap is een optie, zegt Renkema. ‘Ik zou dat alleen aanraden als het praktijkhouderschap om bepaalde redenen nog een paar jaar op zich laat wachten. Dan voorkom je met een hidha-dienstverband in de tussenliggende jaren fiscale problemen.’ ¶

DE WET DBA HOE ZAT HET OOK ALWEER? De wet DBA, die waarnemers en praktijkhouders al jarenlang boven het hoofd hangt als een zwaard van Damocles, is in 2016 al ingevoerd. Die wet regelt de fiscale verhouding tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers en beschrijft wanneer er in die verhouding wel of geen sprake is van een dienstverband. Deze wet is totnogtoe niet gehandhaafd vanwege onduidelijkheden en discussie. Het voornemen is om wel te gaan handhaven, al is het moment waarop dat gaat gebeuren onduidelijk – op zijn vroegst 1 oktober. De komst van een nieuw kabinet maakt die datum onzeker. Toch zijn er ook nu al fiscale risico’s. Waarnemers moeten meerdere opdrachtgevers hebben en niet te veel leunen op één daarvan om als ondernemer te worden gezien en bijbehorende fiscale voordelen te krijgen. Als de Belastingdienst constateert dat er geen sprake was van ondernemerschap, moeten de fiscale voordelen worden terugbetaald. De handhaving van deze regelgeving is niet opgeschort.

FOTO: ANNELIEN NIJL AND

altijd al mee in patiëntoverleggen. Dat vind ik noodzakelijk voor goede patiëntenzorg. Op de werkvloer maakt het voor ons echt geen verschil, waarnemer of hidha. En toegenomen zekerheid van beide kanten zie ik ook niet echt. Als waarnemer hadden ze een opzegtermijn, als hidha ook. Dus ik heb niet méér zekerheid dat ze blijven. En zij zelf in feite ook niet, want als het echt niet functioneert moet je toch samen een oplossing zoeken. Dat geldt trouwens ook bij een waarnemer die langer bij je werkt. Ik vond de overgang ingewikkeld, ook qua onderlinge verhoudingen. Je wordt er niet per se gelukkiger van als je braaf de wet uitvoert. Anderzijds geeft het ook wel rust dat we ons nu geen zorgen hoeven te maken over controle van de Belastingdienst – de fiscale constructie van vast waarnemerschap was inderdaad op z’n minst troebel.’

Misschien wil hij of zij nu graag drie dagen werken, maar over een paar jaar misschien wel vier of vijf dagen. Als de praktijkhouder dat weet, kan het makkelijker zijn om nu wat ruimte te bieden.’

de Dokter 2/2021

33


a dv er t en t ie

Efficiënt multitasken in de praktijk met de 34i Dell curved-monitor CGM HUISARTS is het meest complete en betrouwbare Huisarts Informatie Systeem. Naast software is CompuGroup Medical ook gespecialiseerd in de zorg voor hardware. Wij zijn een full-service leverancier. www.cgm.com/nl

Meer informatie


LHV Nieuws MIRJAM VAN ’T VELD PER 1 JULI NIEUWE VOORZITTER

D

e Ledenraad van de LHV heeft op 9 maart Mirjam van ’t Veld benoemd tot nieuwe bestuursvoorzitter van de LHV. ‘Met haar komst verwelkomen we een krachtige belangenbehartiger voor huisartsen met oog voor de patiënt en een groot relevant netwerk’, zegt huisarts Ronald Morshuis, voorzitter van de benoemingscommissie. Mirjam van ’t Veld (1970) is sinds 2017 voorzitter van de Raad van Bestuur van het Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede. Daarvoor was zij onder meer wethouder namens het CDA in

Amersfoort, burgemeester van de gemeente Maarssen en in 2014 werd zij burgemeester van Amstelveen. ‘Als verpleegkundige leerde ik de zorg van binnenuit kennen en door de jaren heen ben ik vertrouwd geraakt met het hele gezondheidszorgsysteem. De spilfunctie van de huisarts biedt maatschappelijk gezien kansen, maar voor individuele huisartsen en praktijken ook de nodige uitdagingen. Als voorzitter van de LHV wil ik ervoor staan dat de huisarts wordt gezien in deze cruciale centrale rol’, zegt Mirjam van ’t Veld.

Huisartsen-rampen-opvangplan (harop): hoe werkt dat?

M

eer covide-19-besmettingen, meer zieke patiënten en minder opnamecapaciteit bij de ziekenhuizen; het gevolg kan zijn dat patiënten dan een groot beroep doen op de huisartsenzorg. De regionale huisartsen-rampen-opvangplannen (harops) beschrijven hoe we de huisartsenzorg dan organiseren. Hoe zit dat precies? Wat staat er in een harop en hoe werkt het in de praktijk? We krijgen dit jaar regelmatig vragen van huisartsen over de regionale harops. In de huisartsenzorg kennen we deze regionale harops al lange tijd. In een harop staat beschreven hoe de huisartsenzorg wordt georganiseerd bij bijvoorbeeld een grote ramp, bij de nazorg na rampen én in het geval van grootschalige infectieziektebestrijding. Die laatste situatie is natuurlijk relevant in deze coronatijd.

FACTSHEET In het LHV-factsheet Continuïteit in de

KENNISMAKING Van ’t Veld kijkt ernaar uit in de zomer kennis te maken met huisartsen in het hele land en persoonlijk te horen wat er speelt. ‘Oog houden voor de mens achter de patiënt is voor mij een belangrijke drijfveer. Helemaal in een tijd waarin de steeds complexer wordende samenleving en zorginfrastructuur vragen om de juiste begeleiding van mensen. Vanuit mijn voorzittersrol kan ik hieraan bijdragen door huisartsen op professionele wijze te ondersteunen en vertegenwoordigen, samen met de vereniging.’ Per 1 juli neemt Mirjam van ’t Veld de functie over van voorzitter Ella Kalsbeek die op 1 april afscheid heeft genomen. Tot die tijd neemt LHV-bestuurslid Carin Littooij de voorzittersfunctie waar.

LHV en InEen: Vervang ‘langer thuis’ door ‘langer zelfstandig’

huisartsenzorg bij toename coronabesmettingen leggen we uit hoe zo’n harop in elkaar zit, welke fasen van opschaling van huisartsenzorg er zijn en welke adviezen en richtlijnen er zijn als patiënten minder in het ziekenhuis terecht kunnen en een groter beroep doen op uw zorg.

‘Langer zelfstandig zijn’ zou het uitgangspunt moeten zijn voor het inrichten van de zorg voor ouderen. Dat schrijven wij samen met InEen in een reactie op de Dialoognota Ouder worden 2020-2040 van het ministerie van VWS. Want zelfstandigheid tot op hoge leeftijd betekent niet altijd langer thuisblijven.

AFSTEMMING SECTOREN De regionale harops staan natuurlijk niet op zichzelf. De vraag naar huisartsenzorg wordt immers beïnvloed door de beschikbaarheid van ziekenhuiszorg en vice versa. Daarom is het belangrijk dat de plannen van de ziekenhuiszorg, de huisartsenzorg en alle andere sectoren daaromheen goed op elkaar worden afgestemd. De LHV heeft daarover nauw contact met andere verenigingen in de zorg en het ministerie van VWS.

Wij missen in de dialoognota een inspirerende visie en samenhang tussen beleidsopties. Ook ontbreekt het gevoel voor urgentie. We moeten nu doorpakken, op alle niveaus en met alle betrokken partijen. Dat leidt onvermijdelijk tot keuzes waarbij thuis blijven wonen niet meer mogelijk is, omdat het te complex en duur wordt, vinden LHV en InEen. Onze aanbevelingen met toelichting vindt u op www.lhv.nl. Daar staat ook de pdf ‘Reactie LHV en InEen op Dialoognota ouder worden 20202040’ en een link naar de gezamenlijke handreiking ‘Zorg voor kwetsbare ouderen thuis’.

U kunt de factsheet downloaden op www.lhv.nl.

de Dokter 2/2021

35


a dv er t en t ie

ON DEMAND MASTERCLASS ONCOLOGIE

NEUROPATHISCHE PIJN: EEN ERKEND PROBLEEM?

d editeer r c c a e g door: / NVA ABC1/ / NAPA N VSR/NV

Pijn is een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met kanker. Dit blijkt uit een systematische review over de prevalentie van pijn in de afgelopen tien jaar. Zo rapporteerden 39% van de genezen patiënten, 55% van de patiënten tijdens anti-tumor therapie en 66% van de patiënten in de palliatieve of terminale fase, pijn.1 Deze pijn blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig te behandelen. Daarover gaan deskundigen in discussie onder leiding van Tom van ’t Hek.

Deskundigen Dr. J.L.M. (Joost) Jongen

Neuroloog, Erasmus MC

Dr. J.A. (Hans) van Suijlekom

Anesthesioloog-pijnspecialist, Catharina Ziekenhuis

Dr. G. (Art) Vreugdenhil

Oncoloog, Maxima Medisch Centrum

C. (Corien) Eeltink

Verpleegkundig Specialist Hematologie, UMC

VOLG ‘M NU De gratis on demand masterclass oncologie is uitsluitend voor voorschrijfbevoegden te volgen op: www.grunenthalhealth.com/nl-nl/page/masterclassoncologie of scan de QR code.

M-NA-NL-12-20-0007

1. Van den Beuken-van Everdingen M.H. et al. J Pain Symptom Manag; 2016, 51(6):1070-1090.


LHV Nieuws LHV-CORONAPEILING

VOORZICHTIG VERBETERD BEELD VAN IMPACT OP HUISARTSENZORG Sinds afgelopen najaar peilen we als LHV met enige regelmaat bij ons Huisartsenpanel de impact die corona heeft op de huisartsenzorg. Het beeld is half maart voorzichtig positiever geworden. We bereiden ons echter wel voor op de impact van een derde golf.

H

et beeld uit de peiling van half maart is dat de uitval in de huisartsenpraktijken en onder waarnemend huisartsen terugloopt. Met name in de praktijken zien we dat er bij veel minder praktijken huisartsen en/of andere medewerkers zijn uitgevallen door ziekte of verplichte quarantaine (40% ten opzichte van 59% in najaar 2020). Wel is het percentage medewerkers dat uitvalt in die praktijken onveranderd door de maanden heen. Het gaat om een gemiddelde uitval van rond de 16%. Dat verlies wordt zoveel mogelijk opgevangen door binnen de praktijk vervanging te regelen en over te werken, maar het leidt geregeld ook tot het afschalen van de patiëntenzorg. Wanneer waarnemend huisartsen uitvallen, lukt het de betreffende waarnemers zelf, of de praktijkhouder of huisartsenpost vrijwel altijd om vervanging te regelen of zij konden vanuit huis werken.

LHV Ledenraad: verder met moderniseren vereniging

H

VERWIJSMOGELIJKHEDEN VERBETERD Zoals ook de NZa rapporteert, zijn de verwijsmogelijkheden naar ziekenhuizen de laatste tijd verbeterd. 80% van de huisartsen meldt dat zij patiënten weer voor alle reguliere zorg tijdig kunnen verwijzen naar een ziekenhuis. Dat is de hoogste score sinds de start van deze trendpeiling. Gezien de verwachte impact van de derde coronagolf op de ziekenhuiscapaciteit voor niet-COVID-zorg moeten we er echter rekening mee houden dat dit beeld weer (snel) kan verslechteren. Huisartsen zien ook veel kwetsbare patiënten die zorg in de thuissituatie nodig hebben, bijvoorbeeld wijkverpleging en WMO-ondersteuning. Daarvoor is lang niet altijd voldoende zorg beschikbaar, meldt 68 procent van het Huisartsenpanel in de laatste peiling. Een zorgelijk cijfer, al is dat wel een verbetering ten opzichte van eind 2020.

VRAAG NAAR WAARNEMINGEN Aan de waarnemend huisartsen in het panel vragen we iedere keer wat hun beeld is van de vraag naar waarnemingen. Op dit moment is ook dat beeld stabiel. 59% heeft de indruk dat de vraag naar waarnemingen gelijk is gebleven, 25% merkt een toename, 16% denkt dat de vraag afneemt. Met de LHV-coronapeilingen monitoren we de ontwikkelingen op het gebied van personeelsuitval, testmogelijkheden, PBM-voorraden en verwijsmogelijkheden in de huisartsenzorg. Oudere en toekomstige resultaten van coronapeilingen kunt u teruglezen op www.lhv.nl/corona

de Dokter 2/2021

alf maart heeft de LHV Ledenraad het voorstel van de projectgroep Modernisering Vereniging (MOVE) goedgekeurd. LHV-bestuur en bureau kunnen nu aan de slag met de implementatie (MOVE-IT) waarin zij de vereniging begeleiden naar het nieuwe verenigingsmodel. De ledenraad heeft met deze beslissing aangegeven dat het voorstel van MOVE een sluitend antwoord is op de vraag: kom met een nieuw verenigingsmodel dat voldoet aan de in 2019 vastgestelde visie met als randvoorwaarden: ● gelijkwaardig lidmaatschap en zeggenschap voor alle leden ● een herkenbare, benaderbare en betekenisvolle vereniging voor alle huisartsen ● samenwerking met andere huisartsenorganisaties

STERK EN WENDBAAR ‘We hebben MOVE positief afgesloten en een stap gezet naar een nieuwe verenigingsstructuur die klaar is voor de toekomst”, zegt Aline Pikaar, kringbestuurder en voorzitter van de werkgroep MOVE. “Alleen al als je kijkt naar hoe we in deze crisis als huisartsen (samen)werken, toont aan dat deze stap nu gezet moet worden. In MOVE hebben we de kaders neergezet en nu kunnen we de invulling samen gaan uitwerken in MOVE-IT. Als LHV hebben we gekozen voor een sterke en wendbare vereniging.’

MOVE-IT ‘Er is in de kringen veel gesproken over MOVE in de aanloop naar deze ledenraad en dat moeten we voortzetten”, zegt Aard Verdaasdonk portefeuillehouder verenigingszaken in het LHVbestuur. “De komende maanden gaan we samen verder vormgeven aan MOVE via een gezamenlijke Implementatie Traject. Aan het einde van dit jaar bespreken we in de ledenraad hoe we samen zijn omgegaan met het gelijkwaardig lidmaatschap, aantal afdelingen etc etc. Ik zie er naar uit om nu samen met de kringen en de werkgroep aan de slag te gaan.’ U kunt het MOVE-webinar terugkijken op het LHV-Ledenplein op HAweb. Een link naar het LHV-Ledenplein vindt u op www.lhv.nl.

37


wisselcolumn Sasja Verhoeff, huisarts in Waardenburg ‘Mijn dokter’

Een collega haalt me uit mijn gemijmer. ‘Sasja, de melk? Waar zat jij met je gedachten?’ Ik vertel haar over de reden waarom ik voor het huisartsenvak gekozen heb. En waarom de zorgvuldig opgebouwde vertrouwensband tijd en kosten bespaart, en boven alles veel voldoening geeft. ‘Hoe zie jij dan het opkopen van praktijken door commerciële organisaties? Daar lijkt het te gaan om het draaien van zoveel mogelijk omzet, vaak met de inzet van waarnemend huisartsen.’

38

de Dokter 2/2021

Ik beaam dat ik het met lede ogen aan zie. Het vaste gezicht in de spreekkamer is verdwenen, terwijl dát juist de kracht van de huisarts is. Echter, stel je bent huisarts in Twente en al een paar jaar op zoek naar een opvolger omdat je met pensioen wilt. Dan kan ik me voorstellen dat je uiteindelijk toch overstag gaat bij een mooie aanbieding van zo’n bedrijf. De continuïteit van zorg is dan gewaarborgd, althans in geneeskundig opzicht. En ik realiseer me ook dat de enorme werkdruk in zo’n gebied

‘Een lastig soort domino-effect, dat zich moeilijk laat oplossen’ een jonge, startende huisarts kan tegenhouden om zelf een praktijk over te nemen, mocht zijn of haar partner überhaupt ook een baan in de regio vinden. Kortom, een lastig soort domino-effect, dat zich moeilijk laat oplossen. Terwijl we onze lunchtrommels open maken, zien we verbaasd een bezorger binnenkomen met een grote tas. Hij haalt er een uitgebreide lunch uit. Er zit een kaartje bij. Ik lees het voor: ‘Ontzettend bedankt voor jullie goede zorg en hartelijke inzet’. Ontroerd kijken we elkaar aan. We weten gelijk over het waarom en om welke dankbare patiënt het gaat.¶

FOTO: ROB TER BEKKE

H

et is lunchpauze. We zitten met ons team in de koffiekamer. Binnenkort bestaat onze kleine praktijk tien jaar. Terwijl ik de melk uit de koelkast pak, gaan mijn gedachten terug naar het moment dat ik het waarnemerschap inruilde voor de praktijk in het dorp waar ik ook het laatste jaar van mijn opleiding deed. Bij sommige patiënten moest ik mijn best doen om hun vertrouwen te winnen. We moesten aan elkaar wennen. Inmiddels hebben mensen met wie ik lange discussies voerde over een verwijzing, aan een half woord genoeg. Gezinssituaties, stervensbegeleiding en wel of geen operatie bespreken ze graag met ‘mijn dokter’. Ik ken mijn patiënten en zij kennen mij. Daardoor voel ik me een ‘echte’ huisarts. Ik koester deze speciale en belangrijke band met mijn patiënten.


a dv er t en t ie

Direct toegang tot patiëntgegevens in HiX-zorgverlenersportaal vanuit Medicom of Pharmacom Voor huisartsen en apotheken van MedZwolle is de koppeling tussen Chipsoft en PharmaPartners vrijdag 5 februari werkelijkheid geworden. Ziekenhuis Isala en PharmaPartners tekenden toen een koppelovereenkomst SSO. Hierdoor krijgen de huisartsen en apotheken van MedZwolle direct toegang tot het HiX-zorgverlenersportaal van ziekenhuis Isala via een Single Sign On (SSO)-koppeling vanuit Medicom en Pharmacom. Wim Segers, voorzitter van de ICT-commissie Medrie Zwolle, noemt de ontwikkeling een voorbeeld in de samenwerking tussen eerste- en tweedelijns zorg: “we bakenen onze domeinen niet af, maar volgen de patiënt. We kijken hoe we de patiënt zo goed mogelijk kunnen helpen met alle beschikbare informatie.” Waardevol contact met patiënt en betere samenwerking dankzij gegevensuitwisseling “De centrale gedachte is betere zorg voor de patiënt”, vertelt Albert Drouven, voorzitter Stichting MedZwolle. Informatie- en gegevensuitwisseling zijn cruciaal in het contact met de patiënt. Segers: “Op het moment dat de patiënt voor je zit en hij geeft aan dat hij pas in het ziekenhuis is geweest, heb je meteen met één druk op de knop toegang tot deze gegevens. Dat biedt veel gemak voor huisarts en patiënt. Je voorkomt zo onterechte doorverwijzingen en extra laboratoriumonderzoek.” Daarnaast versterkt de gegevensuitwisseling de samenwerking tussen zorgverleners in het leveren van hoge zorgkwaliteit. Zo vertelt Albert Drouven dat hij de koppeling tussen Chipsoft en PharmaPartners gebruikt bij vragen over de combinatie van verschillende geneesmiddelen. “Via de koppeling kunnen we stukken van de specialistenbrief lezen. Zo achterhaal je de gedachte achter de therapie en stel je onderbouwde vragen aan de juiste collega.” “Op het moment dat de patiënt voor je zit en hij geeft aan dat hij pas in het ziekenhuis is geweest, heb je meteen met één druk op de knop toegang tot deze gegevens. Dat biedt veel gemak voor huisarts en patiënt. Je voorkomt zo onterechte doorverwijzingen en extra laboratoriumonderzoek.” Wim Segers | voorzitter van de ICT-commissie Medrie Zwolle Is de koppeling veilig? Veiligheid is ontzettend belangrijk in deze koppelovereenkomst. De SSO-koppeling voldoet aan alle veiligheids- en privacy-eisen. “Er is goed rekening gehouden met alle wet- en regelgeving. Dat was ook een voorwaarde van zowel PharmaPartners als Chipsoft”, vertelt Drouven, “De patiënttoestemming wordt aan de Isala-kant goed gecontroleerd, je komt als zorgverlener met je UZI-pasrol in het HiX-zorgverlenersportaal en Chipsoft heeft daar rollen gedefinieerd voor wie wat wel of niet mag zien.” Hoe kwam deze overeenkomst tot stand? “Credits gaan naar ziekenhuis Isala”, vertelt Albert Drouven, “Zij hebben zich echt hard gemaakt voor deze samenwerking. Het is nooit een discussie geweest of de koppeling er kwam. De discussie ging over ‘hoe?’” “Er moet ruimte en goede aansturing zijn vanuit het ziekenhuis, maar ook bij de huisartsen en apothekers in de regio”, antwoordt Wim Segers. Volgens hem moeten huisartsen en apotheken regionaal goed georganiseerd zijn: “Een ziekenhuis zal deze overeenkomst niet zo snel aangaan, als er tien verschillende HIS’en in haar adherentiegebied zitten. Het feit dat we ons georganiseerd

hebben tot één sterke partij, maakt ook dat je vooruitgang kan boeken.” “Er is goed rekening gehouden met alle wet- en regelgeving. Dat was ook een voorwaarde van zowel PharmaPartners als Chipsoft” Albert Drouven | voorzitter Stichting MedZwolle Elke regio is anders en kent zijn eigen behoeften aan informatie-uitwisseling. PharmaPartners gebruikt de landelijke standaarden om regionale gegevensuitwisseling mogelijk te maken en staat achter de landelijke programma’s die zich richten op gegevensuitwisseling. Aanvullend aan de landelijke standaarden voert PharmaPartners daarom een actief beleid van koppelen en integreren. Deze koppeling is daar een voorbeeld van. Het format voor deze koppelovereenkomst voldoet aan de veiligheids- en privacy-eisen en is goed formeel vastgelegd. Wat is dan voor u de volgende stap als u ook gebruik wilt maken van de koppeling tussen Chipsoft en PharmaPartners? Hoe realiseer ik de koppeling met het ziekenhuis in mijn regio? Zoals meneer Segers al eerder benoemde, is het belangrijk dat de apotheken en huisartsen in de regio goed georganiseerd zijn. Dat is stap 1. Vervolgens moet het ziekenhuis deze koppeling ook willen. Drouven: “Start daarom met de partij die wil. Als het project gaat lopen, sluiten vanzelf anderen aan.” Zorg hierna voor goede aansturing. Segers: “Je hebt te maken met softwareleveranciers, de directie van het ziekenhuis, techneuten, privacy-personen. We hadden dus een projectleider met genoeg zeggenschap vanuit het ziekenhuis nodig die het project wilde leiden.” Tijdens dit hele proces is wederzijds vertrouwen tussen de verschillende, betrokken partijen het uitgangspunt. Of zoals Wim Segers zegt: “Als er vertrouwen is en de wil is er, dan kun je ervoor gaan.” Wilt u weten of deze koppelovereenkomst ook bij u in de regio mogelijk is? Neem dan contact op met Niek Westenberg via niek.westenberg@pharmapartners.nl of Linda Coomans linda.coomans@pharmapartners.nl. Zij kunnen u helpen te starten met realisatie van deze overeenkomst.


a dv er t en t ie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.