Tijdschrift De Dokter - december 2021

Page 1

#M7BER 2

CE DE

75 JAAR LHV

Allemaal huisarts Terugblik vaccinatieproces ‘Huisartsen gaan het nooit meer zo doen’

Persoonlijke Gezondheidsomgeving 7 feiten en fabels over PGO’s

GGZ Regionale oplossingen voor hardnekkige problematiek

1

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

02

deDokter


advertentie

DIRECTLAB ONLINE: HANDIG APPARAATJE VERSTERKT ZELFREDZAAMHEID PATIËNT EN ONTZORGT HUISARTS

NIEUW: THUIS ZELF BLOED AFNEMEN “Eerst even bloed laten prikken”. Die ‘opdracht’, al dan niet vergezeld van een papieren laboratoriumformulier, krijgen dagelijks duizenden mensen bij bezoek aan hun huisarts. Een paar dagen later zitten zij weer met elkaar aan tafel, om de uitkomst van het diagnostisch onderzoek en, zo nodig, het behandelplan te bespreken. Dat moet beter kunnen in een tijd waarin de technologische en digitale vernieuwingen over elkaar heen buitelen en zelfregie en zelfredzaam alom gepredikt worden in de samenleving, zou men denken.

MICRONAALDJES

GEMAK EN ONTZORGEN

Het kán ook beter, handiger, efficiënter en slimmer!

Zelfafname biedt belangrijke voordelen, zowel voor de

Onlangs lanceerde Directlab Online een nieuw hulmiddel

aanvrager als voor de huisarts. Projectleider Vincent

waarmee mensen zelf thuis bloed af kunnen nemen

Molenaar bij het Digitale Innovatieteam: “De patiënt

voor diagnostiek. Met één druk op de knop neemt het

bepaalt zelf het moment en het bespaart hem reis- en

apparaatje door middel van micronaaldjes automatisch

wachttijd, doordat hij niet meer eerst naar de praktijk

en vrijwel pijnloos capillair een kleine hoeveelheid

en een afnamelocatie hoeft. Dat maakt het apparaatje

bloed af uit de haarvaten in de bovenarm. Het buisje

bij uitstek aantrekkelijk voor mensen die regelmatig

waarin het bloed opgevangen wordt, kan vervolgens

diagnostiek nodig hebben, zoals mensen met een

gewoon op de post naar het laboratorium voor analyse.

chronische aandoening Op de krappe arbeidsmarkt

Enkele dagen later ontvangt de aanvrager via het digitale

biedt het de mogelijkheid om in tijden van schaarste

uitslagenportaal van het lab de uitslag in begrijpelijke

hoogwaardige diagnostiek aan te blijven bieden.”

taal en vergezeld van deskundig medisch advies. Nu is het apparaatje al beschikbaar bij het online platform.

Molenaar benadrukt dat de kwaliteit van de diagnostiek

De huisartsenzorg zal snel volgen.

gegarandeerd is. Voorafgaand aan de introductie van het apparaatje heeft het Digital Innovation Team (DIT) van Unilabs samen met verschillende laboratoria in binnen en buitenland uitgebreid validatieonderzoek gedaan. Nu is het tijd voor de volgende stap!

MEER INFORMATIE IS IN TE WINNEN BIJ: directlabonline.nl/alle-testen/preventie-testen/cholesterol-test-thuis Directlab Online is een initiatief van Unilabs, een van de grootste diagnostische firma's van Europa. Het bedrijf levert wereldwijd een breed scala aan laboratorium-, pathologieen medische beeldvormingsdiensten. In Nederland behoren de diagnostische centra en laboratoria van Saltro, Medlon en SHO tot Unilabs.


Mirjam van ’t Veld voorzitterscolumn 75 jaar samen staan voor de huisartsenzorg

Sinds dit jaar mag ik ook deel uitmaken van dit bijzondere verband dat de LHV is. Dat is een eer, en voelt na een paar maanden al heel vertrouwd. Zoveel van jullie heb ik al mogen spreken, en de verbondenheid met het vak, de vereniging en elkaar is groot. Gelukkig, want die verbondenheid met elkaar is volgens mij de enige manier om de huidige complexiteit en druk op de zorg het hoofd te bieden.

In een wereld die snel verandert is het belangrijker dan ooit om in beweging te blijven, aandacht te vragen voor de cruciale rol die de huisartsenzorg maatschappelijk inneemt. En samen de toekomst van het vak vorm te geven. Met ruim 13.000 huisartsen hebben jullie je verenigd in de LHV, en dat is geweldig belangrijk. Een stevige basis die we in de afgelopen jaren samen hebben opgebouwd.

f oto : ro b t er b ek k e

D

it jaar hebben we een mijlpaal bereikt. De LHV bestaat 75 jaar. Al 75 jaar binnen het netwerk van de LHV elkaar ontmoeten en steunen, samenwerken en lijnen uitzetten, lief en leed delen, en bovenal het belang van het huisartsenvak uitdragen en koesteren. Een jubileumjaar dat we onder andere omstandigheden uitbundig zouden vieren. In deze bijzondere en hectische periode past ons dat niet, maar dat maakt niet dat we minder trots mogen zijn!

‘ Een jubileumjaar dat we onder andere omstandigheden uitbundig zouden vieren’

De kracht van onze vereniging zit in het samen. Samen voor én door huisartsen. Laten we elkaar ook juist de komende tijd blijven opzoeken, inspireren en steunen. Juist nu de druk zo hoog is. Met alle leden, besturen en werkgroepen blijven we bouwen aan een stevige vereniging met gezag. Aan een vereniging die elke dag inspireert, innoveert en vecht voor het prachtige huisartsenvak. Ik draag daar als voorzitter graag mijn steentje aan bij.¶

Mirjam van ’t Veld

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.000 exemplaren Twaalfde jaargang, nr 7 december 2021 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, Swanehilde Kooij, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher,

Soetekouw, Henk Veenstra, Els Wiegant

Tekst & Beeld Aad Goudappel, Rob ter Bekke, Berber Bijma, Erik Brinkhorst, Simone de Blouw, Ditta van Gent, John van Hamond, Corien Lambregtse, Joost van Lierop, Mirjam van der Linden, Roy

Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

de Dokter 7/2021

3

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


02 #M7BER 2 1

deDokter

CE DE

inhoud december 2021

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

08 75 JAAR LHV

Allemaal huisarts Terugblik vaccinatieproces ‘Huisartsen gaan het nooit meer zo doen’

06 26

08 14 Terugblik vaccinatieproces

Lichtpunten in de GGZ

Het Covid-vaccinatieproces werd een worsteling voor de huisartsen. Wat ging het afgelopen jaar mis en wat moet bij een nieuwe crisis beter?

Lange wachttijden en onduidelijkheid zorgen in de GGZ voor frustratie en schrijnende situaties. Regionaal ontstaan initiatieven die zorgen voor een betere samenwerking tussen huisartsen en ggz. Drie initiatieven door het oog van de huisarts.

32 34

Persoonlijke Gezondheidsomgeving 7 feiten en fabels over PGO’s

GGZ Regionale oplossingen voor hardnekkige problematiek

BINNENKIJKEN Voormalig patronaatsgebouw uit 1904 biedt huiskamer voor andere vorm van zorg.

MIJN WERK EN IK

18

Door het zelf mee te maken beseft Paul van de Vijver nóg beter hoe belangrijk de rol van de partner is bij een ziekte als kanker. 'Het is echt een ziekte die je sámen hebt.'

75 jaar LHV: Allemaal huisarts

NIEUWS WISSELCOLUMN Huisarts Rutger Verhoeff over haastige spoed

D

Dit jaar bestaat onze vereniging 75 jaar. Met ruim 13.000 leden verenigd in verscheidenheid. In een drieluik vertellen huisartsen over hun verenigingsgevoel.

e LHV bestaat 75 jaar! Om dat te vieren vindt u bij deze editie een cahier met, eerder in De Dokter verschenen, illustraties van Aad Goudappel. Een visuele bloemlezing van dokteren op een manier die bij u past of waar de situatie om vraagt. Als dank voor uw lidmaatschap. Want samen, verenigd in verscheidenheid, bouwen we aan

4

de Dokter 7/2021


quotes ‘Heeft u een afspraak bij dokter Schouten, dokter Schouten of dokter Schouten?’

28 Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) Alle feiten en fabels rondom de PGO’s op een rij.

75 jaar LHV (pagina 18)

‘We zaten in een rijdende trein en moesten de rit tot het eind uitzitten’ LHV-directeur Paul van Rooij over het afgelopen jaar (pagina 8)

‘Een duo-praktijk lag destijds heel gevoelig bij collega’s’ William Andrée Wiltens, 75 jaar LHV (pagina 23)

onmisbare huisartsenzorg. Op LinkedIn en op Instagram delen we deze maand columns van huisartsen die zich lieten inspireren door de illustraties uit dit cahier.

‘Alsof je over een patiënt praat, niet over je vrouw’

@lhvhuisartsen Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)

Mijn werk en ik, Paul van de Vijver, huisarts-np (pagina 36)

de Dokter 7/2021

5


binnenkijken Huisartsenpraktijk Dr. van Kleef, Maastricht TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: DIT TA VAN GENT

Een gezellige huiskamer op zolder

H

uisartsenpraktijk Dr. van Kleef in Maastricht, waar Caroline Robertson een van de huisartsen is, zat tot vorig jaar nog in het allereerste pand van de praktijk, die 62 jaar geleden werd opgericht. ‘Best een groot pand hoor, maar voor 7500 patiënten werd het toch te klein’, zegt Robertson. Haar partner vond een paar honderd meter verderop een droomlocatie: een voormalig patronaatsgebouw uit 1904. ‘Het gebouw had daarna allerlei cultureelmaatschappelijke bestemmingen, maar stond nu al een aantal jaren leeg.’ Het historische pand is zo groot dat het zelfs voor de forse huisartsenpraktijk een veel te ruime jas is. De huisartsen maakten samen een visiedocument en bedachten met wie ze op de locatie samen wilden werken. Er zit nu een verscheidenheid aan disciplines waaronder een apotheek, fysiotherapeuten, verloskundigen en zelfs een hartkliniek. Het gezondheidscentrum draagt de naam De Fronten, naar de oude verdedigingslinie van Maastricht die in de Eerste Wereldoorlog een medische post voor Belgische soldaten herbergde. Robertson is blij met de huiskamer

op de tweede verdieping. Ze richtte samen met een collega de stichting Huiskamer De Fronten op om een langgekoesterde droom waar te maken. ‘We zien als huisartsen zo vaak mensen die niet een medisch probleem hebben, maar bij wie bijvoorbeeld vanwege eenzaamheid of andere problemen het welzijn niet goed is. Zij hebben geen medische zorg nodig, maar een andere vorm van ‘zorg’: een luisterend oor en contact met andere mensen. Het idee van de huiskamer had ik de afgelopen jaren met verschillende mensen gedeeld, zodat we bij de start al veel enthousiaste vrijwilligers hadden die de schouders eronder wilden zetten. Binnen de groep vrijwilligers is er een coördinator die het team ondersteunt en veel dingen regelt. Het mooie is dat ik patiënten soms letterlijk over de drempel kan helpen door ze vanuit de spreekkamer naar de huiskamer te brengen. Er wordt gelachen, gegeten, gedanst – ze hebben een hoop lol boven.’ Op dezelfde bovenverdieping is daarnaast ook ruimte voor dagbesteding, onder leiding van een verpleegkundige. ‘Er staat hier iets heel moois. We werken er met veel plezier.’ ¶

6

de Dokter 7/2021

De historische foto van de medische post voor Belgische soldaten in de Eerste Wereldoorlog is afgedrukt op akoestisch doek

De ‘oude’ kerkbank in de wachtkamer is een knipoog naar het verleden van het gebouw dat enkele jaren als noodkerk diende


Huisarts Caroline Robertson

(Ver)bouwadvies nodig? LHV Bouwadvies denkt graag met u mee. We kunnen u in contact brengen met onafhankelijke, deskundige adviseurs. Nieuwbouw en verbouw Bij nieuwbouw of verbouw is het belangrijk dat u en uw team straks prettig en efficiënt in de praktijk kunnen werken. In de Gouden Regels van LHV Bouwadvies staan de belangrijkste kenmerken van een goed ontworpen huisartsenpraktijk. U kunt ze downloaden op www.lhv.nl/bouwadvies

Het historische pand is op een duurzame manier gerenoveerd en is van het gas af

Bij huisartsenpraktijk Dr. van Kleef werken 6 huisartsen, 1 aios, 3 POH’s (somatiek), 2 POH’s-GGZ (volwassenen), 1 POH-GGZ (jeugd), 7 doktersassistenten, 1 praktijkmanager, 1 maatschappelijk werker en 1 diëtist. Daarnaast draaien 2 psychologen vanuit de zorggroep mee in de spreekuren.

De belangrijkste kleuren van de praktijk zijn wit, mosgroen, hout en zwart; de bewegwijzering is lichtgeel

de Dokter 7/2021

7


LHV WIL LEREN VAN COVID-VACCINATIEPROCES

‘ Huisartsen gaan het nooit meer zo doen’ Het Covid-vaccinatieproces is voor de huisartsen een worsteling geworden. De leerevaluatie die de LHV heeft laten uitvoeren, laat zien wat er het afgelopen jaar misging en wat er bij een nieuwe crisis beter moet, ook in de rol van de LHV. Van ‘Yes, we can’ tot ‘We gaan dit nooit meer zo doen’. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

N

og nooit kreeg de LHV zoveel wanhopige telefoontjes, mailtjes en berichten van leden als tijdens het Covid-vaccinatieproces. ‘Hoe zijn we hierin terecht gekomen?’, ‘Ziet niemand hoe belastend dit voor huisartsenpraktijken is?’, ‘Waarom heeft de LHV dit niet voorkomen?’ en ‘Kan die minister niet worden ontslagen?’. Wat op de LHV-ledenvergadering in november 2020 begon met een dapper en optimistisch besluit ‘Yes, we can’, werd in de maanden daarna een lange worsteling, erkennen LHV-bestuurslid Guus Jaspar en LHV-directeur Paul van Rooij. ‘De vraag is: hadden we als LHV andere keuzes moeten maken? Waren er mogelijkhe-

8

de Dokter 7/2021

den om bij te sturen? Hebben we de uitgangspunten voor huisartsenzorg uit het oog verloren? Die vragen hebben wij onszelf ook gesteld. Daarom leek het ons goed om het proces door een onafhankelijke partij te laten evalueren, met als doel om te leren en ons te verantwoorden. Een crisis van deze omvang is voor ons allemaal de eerste keer. Wat kunnen we doen om ons op een volgende crisis voor te bereiden?’ ◼ 6 MILJOEN COVID-VACCINATIES Eind november kwam het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement met de rapportage over de leerevaluatie. Het rapport brengt de hele vaccinatieaanpak in beeld, inclusief alle kritieke momenten, besluiten en dilemma’s. Het is een beeld dat Van Rooij herkent. ‘In de zomer van 2020 hadden we de eerste gesprekken met VWS over een mogelijke bijdrage van huisartsen in het vaccinatieproces. Tot dan toe hadden we aangegeven hier geen rol voor de huisartsen in te zien. Maar het was al snel duidelijk dat de GGD het niet aankon om in een paar maanden tijd 12 miljoen mensen te vaccineren. Huisartsen hebben al jarenlang ervaring met massale griepvaccinaties en inmiddels ook met de pneumokokkenvaccinatie. Na een uitvoerige


Ledenpeiling vaccinatieproces In opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging voerde onderzoeksbureau Newcom in augustus 2021 een groot onderzoek uit onder de leden van de LHV. 1150 huisartsen vulden de vragenlijst in.

Eindhovense huisartsen vaccineren samen in het Evoluon, voorjaar 2021

‘Het gevoel dat huisartsen niet serieus werden genomen, bleef hangen’

FOTO: BART VAN OVERBEKE

Ontevreden zijn huisartsen over:

Duidelijkheid informatievoorziening vanuit overheid (RIVM, VWS) Tijdige informatievoorziening vanuit overheid (RIVM, VWS) Benodigde tijdsinvestering Registraties rondom de vaccinaties Zichtbaarheid inzet en rol huisartsen in de media

rapportcijfer

3,9 3,3 3,1 4,0 3,8

(Meer) tevreden zijn huisartsen over:

De manier waarop zij de vaccinatie met Astra Zeneca zelf hebben georganiseerd Vaccinatiebereidheid patiënten Tijdige levering van vaccins Logistiek rondom vaccins (bestellen, bewaren, vervoeren)

7,0 7,0 6,6 6,2

Wat vinden leden van de LHV in het eerste half jaar van 2021? discussie is op de LHV-ledenvergadering in november 2020 besloten om als huisartsen een extra inspanning te leveren. Huisartsen zouden de helft van de Covidvaccinaties uitvoeren; 6 miljoen dus. De randvoorwaarden waren goed en duidelijk afgesproken. De sfeer was heel positief, er was zelfs enthousiasme.’ Maar nog geen maand later sloeg de stemming om. ‘Alle huisartsen waren druk bezig met de voorbereidingen voor het vaccinatieproces. Toen kregen we ineens te horen dat huisartsen niet onder de groep acute zorgverleners vielen die als eersten een vaccinatie zouden krijgen. Dat voelde als een grove miskenning van wat huisartsen doen en waar ze mee te maken krijgen. We hebben als LHV als een leeuw gevochten om die vaccinatie voor huisartsen alsnog voor elkaar te krijgen. Dat is ons gelukt. Sterker nog: in twee

Beantwoording van uw vragen (per mail, telefoon, persoonlijk) Duidelijkheid van de informatie van de LHV Tijdigheid van de informatie van de LHV Bruikbaarheid van tips en handreikingen van de LHV Inzet LHV voor uitvoerbaarheid vaccinaties door huisartsen Resultaat belangenbehartiging door LHV rond vaccinaties Zichtbaarheid LHV in de media

de Dokter 7/2021

9

6,8 6,9 6,3 7,0 6,0 5,5 5,2


Leerpunten

Het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement voerde in opdracht van de LHV in augustus en oktober een leerevaluatie uit onder leden, medewerkers en ledenraadsleden. Zij kwamen onder meer tot de volgende leerpunten:

◻ ◻ ◻ ◻ ◻ ◻ ◻

uisartsenpraktijken kunnen in een gezondheidscrisis een H productieve en constructieve bijdrage leveren, maar dan wel vanuit hun kracht: bekendheid met risicodoelgroepen, fijnmazig netwerk, flexibiliteit en improvisatievermogen V WS en RIVM hadden weinig oog voor het specifieke werk van huisartsen en weinig kennis van de wereld van de huisartsen. De rol van de LHV als crisismanager past niet altijd bij wat er door de leden van de LHV wordt gevraagd en bij de rol die de LHV als belangenbehartiger normaal gesproken heeft. De Covid-vaccinatie leek op geen enkele manier op de griepvaccinatie. De LHV werd regelmatig verrast door allerlei last minute wijzigingen en niet afgesproken communicatie. In een crisissituatie is het belangrijk dat LHV, Ineen en NHG elkaar vasthouden en één lijn trekken richting de gedeelde achterban Stel een LHV-crisisplan op met rol, positie, invulling en mandaten van de LHV-crisisorganisatie. De volledige ‘Rapportage Leerevaluatie Rol Landelijke Huisartsen Vereniging bij het vaccinatieproces Covid-19 crisis’ is te vinden op www.lhv.nl

weken tijd waren alle huisartsen gevaccineerd. Een megaprestatie van iedereen die erbij betrokken was: LHV-kringen en kringbestuurders, LHV-medewerkers, regio-organisaties, huisartsenposten en de mensen op de prikposten. Maar het gevoel dat huisartsen niet serieus werden genomen, bleef hangen.’ ◼ GROTE VERWARRING De grote verwarring moest toen nog beginnen: de problemen met de distributie van de vaccins, de onverwachte bijwerkingen van het Astra Zeneca-vaccin en de tijdelijke vaccinatiestops in maart en april. ‘Voor huisartsenpraktijken was het geen doen’, zegt Jaspar. ‘Wij zijn het griepvaccinatieproces gewend. Dat is een geoliede machine: alle huisartsenprakijken trekken één of twee dagen voor de vaccinatie uit waardoor er in no time 4 miljoen mensen worden geprikt. Maar de Covid-vaccins kwamen steeds in plukjes. We hoorden

10

de Dokter 7/2021

twee dagen van tevoren hoeveel vaccins er kwamen en voor welke groep. Het oproepen van groepen patiënten gaf niet alleen extra werk, maar leidde ook tot onduidelijkheid, waardoor er heel veel extra vragen van patiënten kwamen, terwijl het al zo druk was.’ Van Rooij: ‘Daar kwam bij dat huisartsen ook voor de registratie van de vaccinaties moesten zorgen, zodat gevaccineerde patiënten een QR-code konden krijgen. Maar de koppelingen tussen de HIS’en en het RIVMsysteem werkten niet of niet goed. Dat gaf nog eens extra stress.’ ◼ NOODKRETEN Bij de LHV stroomden intussen de noodkreten van huisartsen binnen. Het was duidelijk dat de huisartsenpraktijken het vaccineren er niet langer bij konden hebben. Die dringende boodschap bracht de LHV over aan VWS, waarna de vaccinatiestrategie in het voorjaar van 2021 werd gewijzigd. Huisartsen bleven nog wel de patiëntengroepen selecteren en uitnodigen voor een vaccinatie, maar de prik zelf werd door de GGD gezet. Voor mensen die niet in staat waren om naar een GGD-priklocatie te gaan, werd alsnog een beroep gedaan op de huisartsen, die de prikken bij mensen thuis gingen zetten, ter ondersteuning van Thuisvaccinatie.nl. Pas in juli 2021 werd een webportaal gelanceerd dat vaccinatie-uitvoerders, onder wie huisartsen, in staat stelde een bewijs van volledige vaccinatie aan te maken. Daarmee was eindelijk ook de administratieve afhandeling onder controle en konden huisartsen zich weer focussen op hun kerntaken: het verlenen van huisartsenzorg. De tijdlijn in de rapportage maakt duidelijk dat het vaccinatieproces totaal anders is verlopen dan vooraf was gedacht. Van Rooij: ‘We zaten in een rijdende trein en moesten de rit tot het eind uitzitten. Met de kennis van toen konden we niet veel anders dan we deden, zo blijkt uit het evaluatierapport. Maar met de kennis van nu zeggen we: huisartsen gaan het nooit weer zo doen, en wij als LHV ook niet. Die overtuiging hadden we overigens al na het ledenonderzoek van

‘In de chaos van het vaccinatieproces stonden onze kerntaken onder druk. Dat mag niet weer gebeuren’


◼ GELEERDE LESSEN De belangrijkste les die de leerevaluatie heeft opgeleverd, is volgens Jaspar dat het primaire proces van de huisarts altijd door moet kunnen gaan. ‘In de chaos van het vaccinatieproces zijn onze kerntaken onder druk komen te staan. Dat mag niet weer gebeuren. Dat heeft de Ledenraad in september 2021 ook besloten. Als LHV-bestuur hebben we dat besluit aan het ministerie van VWS en de GGD overgebracht. Voor nieuwe grootschalige vaccinaties hoeven ze niet meer bij ons aan te kloppen. Dus ook niet voor de boosterprikken. We willen helpen bij het selecteren en uitnodigen van risico- en leeftijdsgroepen en medische informatie aanleveren als dat nodig is, maar verder kunnen we niet gaan. Onze primaire taak is goede huisartsenzorg leveren.’ De ervaringen met het Covid-vaccinatieproces gaan ongetwijfeld meespelen bij de evaluatie van de griepen pneumokokkenvaccinatie die in 2022 gepland staat, verwacht Van Rooij: ‘Ik denk dat we daar een flinke discussie over zullen krijgen. Willen huisartsen die vaccinaties wel blijven doen of is het beter om die taak aan de GGD over te dragen? De GGD heeft inmiddels een hele vaccinatie-infrastructuur ingericht. Qua proces zijn de pneumokokken- en griepvaccinaties niet te vergelijken met de Covid-vaccinaties. Maar toch, er zitten voor- en nadelen aan waar we het over moeten hebben. Er zijn ook veel huisartsen die het leuk vinden en die juist wel een toegevoegde waarde zien.’ Een andere les uit de leerevaluatie is dat de LHV zich beter moet voorbereiden op een crisis. Van Rooij: ‘Het COT-rapport eindigt met zeven aanbevelingen waar we als LHV mee aan de slag moeten. Zoals: maak een LHV-crisisplan en werk daarin de rol, positie, invulling en mandaten van de landelijke LHV-crisisorganisatie en de Ledenraad uit. Maak een plan van aanpak voor verschillende Covid-scenario’s en geef per scenario aan wat de acties, rollen en taken van de LHV zijn, want de Covidcrisis is nog niet voorbij. Communiceer als LHV nog veel duidelijker wat er bij acute landelijke crisismaatregelen allemaal op een huisartsenpraktijk afkomt. Daar blijken veel landelijke partijen geen idee van te hebben. Diverse hoge ambtenaren van VWS

FOTO: RIKKERT HARINK

augustus. Daaruit bleek dat huisartsen nog best tevreden waren over de manier waarop zij zelf de vaccinaties hadden georganiseerd en over de informatie die ze vanuit de LHV kregen. Maar ze waren zeer ontevreden over de informatievoorziening vanuit VWS en RIVM, en over de tijd die ze kwijt waren aan de vaccinaties en de registratie daarvan (zie kader ‘Evaluatie vaccinatieproces’). Die uitkomsten zijn door de leerevaluatie bevestigd.’

zijn op onze uitnodiging bij huisartsenpraktijken op werkbezoek geweest, maar die hebben alweer plaats gemaakt voor anderen. En verder zullen we nog beter moeten kijken hoe we als LHV in crises als deze met ketenpartners kunnen samenwerken.’ ◼ TROTS De terugblik op het afgelopen jaar laat zien hoe heftig het allemaal was. Jaspar: ‘Het is de grootste crisis geweest die we met z’n allen hebben meegemaakt en die crisis is nog steeds niet voorbij. Er zijn door iedereen fouten gemaakt, maar dat kwam ook omdat niemand wist wat we konden verwachten. Het is logisch dat bij een leerevaluatie de dingen die zijn misgegaan onder het vergrootglas worden gelegd. En het is belangrijk om daar lessen uit te trekken voor de toekomst. Maar laten we niet vergeten hoe hard er is gewerkt, in de huisartsenpraktijken, op het landelijk bureau en de regiokantoren, om de zorg overeind te houden en daar de beste wegen voor te zoeken.’ Volgens Jaspar kunnen huisartsen en hun praktijkteams daar nog steeds ontzettend trots op zijn. ‘In een ongelooflijk ingewikkelde situatie hebben we met z’n allen gedaan wat we konden. En wat de toekomst betreft, wij zullen als huisartsen in crisistijd zeker onze bijdrage blijven leveren, alleen niet meer ten koste van de zorg voor onze patiënten.’ ¶

de Dokter 7/2021

11


mijn werk&ik ‘Samen leven, samen werken, samen ziek zijn’

FOTO: SIMONE MICHELLE

‘Dat je met alle vakgebieden in aanraking komt, eigen baas bent, de variatie en de vrijheid van het onderSamen met zijn – toen toekomstige – vrouw deed Paul van de nemerschap hebt: dat vind ik erg leuk Vijver de huisartsopleiding. Samen met haar vormde hij een aan het huisartsvak. Mensen willen duopraktijk, onderdeel van een HOED in Purmerend. Samen waren helpen was niet mijn belangrijkste ze huisartsopleider. Nu zijn ze ‘samen ziek’. drijfveer toen ik geneeskunde koos. Dat aspect ben ik geleidelijk aan beTEKST: ELS WIEGANT langrijk en erg leuk gaan vinden. Dat je een band met mensen opbouwt, iets nuttigs doet, ik heb nooit één seconde spijt van mijn keuze gehad. Mijn vrouw en ik kenden elkaar van de studie en het was voor ons allebei duidelijk: zo willen wij het. Samen leven en samen werken. In 1988 is mijn vrouw in de praktijk gekomen. Sommigen waarschuwden ons dat een maatschap zwaarder is dan een huwelijk, maar dat hebben wij toch heel soepeltjes in de praktijk gebracht.’

12

de Dokter 7/2021

◼ BESTE BESLISSING ‘In 1989 werd ik gevraagd huisartsopleider te worden. Dat was een van de beste beslissingen in mijn carrière. Mijn vrouw en ik zijn het tot het einde van onze praktijk, in 2015, geweest. Elk jaar een nieuw gezicht in de praktijk, iemand die nieuwe kennis en vaardigheden meeneemt. Dat brengt inspiratie, je leert er zelf veel van en het doorbreekt de routine. Iedereen in de praktijk heeft dat altijd erg leuk gevonden. Degene die mij er destijds voor vroeg, zag een leermeester in mij. Dat klopte ook wel. Ik had zelfs iets te veel de neiging om een leermeester te zijn, terwijl het belangrijkste als opleider is dat je faciliteert, de aios zijn eigen weg laat gaan. Dat heb ik gaandeweg, mede dankzij de terugkomdagen, beter onder de knie gekregen. Mijn vrouw was eerst zijdelings betrokken bij het opleiden. Als ik er niet was, voerde zij de leergesprekken met de aios. Zij legde andere accenten: meer op het emotionele vlak, ik meer op het medisch-technische. Voor de aios was dat fijn. Het kon ook wel eens verwarrend zijn omdat wij niet altijd dezelfde mening hadden, maar dat is nuttig. Het bevorderde het zelf nadenken van de aios. Er is immers niet één waarheid in de geneeskunde.’


LHV Academie Geaccrediteerde nascholing, ook online Grip op leidinggeven

◼ VERANTWOORDELIJKHEIDSGEVOEL ‘Naast de praktijk heb ik altijd dingen gedaan om bij te dragen aan kwaliteitsverbetering. Ik was onder meer coördinator van de regionale nascholing, bestuurslid van de huisartsenpost en lid van diverse commissies. Die dingen komen op je weg, het is leuk om te doen en een eer als je ergens voor wordt gevraagd. Achteraf gezien was het soms te veel, was ik te weinig thuis. Een van de kinderen heeft me dat wel eens verweten: je bent er nooit. Dat was confronterend. Dat ik zoveel deed, heeft zeker te maken met verantwoordelijkheidsgevoel. Het is niet zo dat ik de nieuwe dingen bedenk om de zorg te verbeteren, maar ze moeten wel opgepakt worden. Niet alleen de gebaande paden bewandelen, ook nadenken over hoe je het anders kunt doen; dat vond ik er mooi aan.’

‘ Nog tijdens de praktijk ben ik betrokken geraakt bij de oprichting van een hospice’ ◼ BEVREDIGEND ONDERDEEL ‘In 2015 zijn we met de praktijk gestopt. Daarna ben ik meer uren gaan werken voor Huisartsopleiding Nederland en ben ik onder andere lid geworden van het Verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds voor huisartsen. Tijdens mijn praktijk was ik de terminale zorg steeds meer als een heel bevredigend onderdeel van ons vak gaan zien. Zorg geven aan mensen die uitbehandeld zijn, maar wel zorg nodig hebben, een sterke band met ze opbouwen, gebaseerd op onderling vertrouwen. Dat maakt dat werk plezierig, al is dat misschien een raar woord in deze context. Nog tijdens de praktijk ben ik betrokken geraakt bij de oprichting van een hospice. Ik heb daar ook in het bestuur gezeten en later ben ik bestuurslid geworden van het In-

loophuis Wij Allemaal. De 75 Inloophuizen in Nederland ondersteunen mensen die kanker hebben (gehad) en hun naasten. Het gaat niet zozeer om het medische aspect van de ziekte, maar juist om alle andere aspecten van het leven, om het lotgenotencontact. Als huisarts kende ik de Inloophuizen amper, ik heb er helaas nooit iemand naar doorverwezen, maar er is enorme behoefte aan.’ ◼ TWIJFELS EN ONZEKERHEID ‘Nu lopen werk en privé weer door elkaar. Afgelopen zomer heeft mijn vrouw de diagnose uitgebreide darmkanker gekregen. Ze is inmiddels geopereerd, het gaat elke dag beter. Net als bij andere patiënten komen daarna de vragen, twijfels en onzekerheid over de toekomst. Dat is voor een medisch professional niet anders. Met de behandelend artsen kun je op collegiaal niveau overleggen. Dat is een voordeel. Het risico is dat je je achter de strikt medische zaken verschuilt en onvoldoende stilstaat bij je emoties. Alsof je over een patiënt praat, niet over je vrouw. Dat hebben we allebei een beetje, maar we zijn ons er wel van bewust. Deze ervaring heeft me ook wel andere inzichten gebracht over ziek-zijn. In mijn dertig jaar als huisarts heb ik veel meegemaakt, ook (terminale) kanker. Voor wat er na een behandeling speelt, had ik wel oog, maar misschien onvoldoende, denk ik nu. Door het zelf mee te maken besef ik bijvoorbeeld nóg beter hoe belangrijk de rol van de partner is. Het is echt een ziekte die je sámen hebt, een proces dat je sámen doormaakt.’ ¶

de Dokter 7/2021

13

Deze praktijkgerichte workshop sluit aan op de actuele personele - en leiderschapsvraagstukken die bij u leven. Onder leiding van de trainer bespreekt u uw eigen casussen. U krijgt concrete tips en adviezen hoe u "grip" krijgt op uw eigen personele vraagstukken. Voor deze training ontvangt u 5 accreditatiepunten. Tijdstip: 14:00 – 20:00 Amsterdam: 25 januari 2022 Arnhem: 19 mei 2022 Assen: 13 september 2022 Breda: 17 november 2022

Gesprekstechnieken bij beeldbellen Beeldbellen brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Hoe vangt u bijvoorbeeld online de emotie van patiënten op? En hoe staat u patiënten online te woord over moeilijke kwesties zoals "wilt u gereanimeerd worden" en "wilt u wel naar de ic?". In deze nascholing via Zoom experimenteert u in een kleine groep huisartsen met een trainer en patiënt-acteur met casuïstiek uit uw eigen praktijk. De eerstvolgende data waarop deze cursus wordt gegeven zijn: 20 januari 2022 14 maart 2022 Tijdstip: 19:30-21.15

Webinar Beleid en bekostiging 2022 We hebben het beste uit de regiobijeenkomsten (240 min) voor u samengevat in een webinar van 80 minuten. Leden kunnen dit webinar gratis terugkijken en krijgen bovendien toegang tot het online magazine.

U kunt alle nascholing ook incompany aanvragen. Ga voor het hele overzicht naar www.lhv.nl/lhv-academie


Regionale oplossingen voor hardnekkige ggz-problematiek Huisartsen blijven kampen met de problemen in de geestelijke gezondheidszorg. Vooral lange wachttijden en onduidelijkheid waar een patiënt precies (eerst) naartoe moet, zorgen voor frustratie en soms schrijnende situaties. Tegelijk ontstaan er – juist door die voortslepende problematiek – goedlopende regionale initiatieven voor betere samenwerking tussen huisartsen en ggz. Drie initiatieven door het oog van de huisarts. TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: ROB TER BEKKE

◼ VERWIJSHULP Het gesprek tussen huisartsen en ggz verloopt, mede door de oplopende problemen, steeds beter, maar ‘het zijn verschillende werelden die elkaar nog niet goed kennen’, ziet Hogendorp. ‘Je merkt bijvoorbeeld dat het belangrijk blijft om uit te leggen waar de huisarts wel en niet van is, ondersteund

door de POH-GGZ (namelijk huisartsenzorg). Dat is bij ggz-instellingen nog lang niet altijd duidelijk.’ Landelijk wordt gewerkt aan betere afspraken. Zo verschijnt er dit jaar een verwijsmatrix, opgesteld door psychiaters. Hogendorp: ‘Een van de belangrijke problemen waar huisartsen tegenaan lopen is: welk probleem moet als eerste aangepakt worden als een patiënt bijvoorbeeld een cocaïneverslaving en een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft. De matrix van de psychiaters moet als een soort verwijshulp werken, waarmee de huisarts kan zien welke hulp deze patiënt als eerste moet krijgen. Als LHV zijn we erg benieuwd hoe deze matrix in de praktijk uitpakt; alles valt of staat met de vraag of ggz-aanbieders zich hier ook daadwerkelijk aan gaan houden. Dat gaan we dus nauwkeurig monitoren.’

FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

‘H

uisartsen hebben soms te maken met ggz-wachttijden van meer dan een halfjaar en bij complexe problematiek is niet altijd duidelijk waar de patiënt als eerste naartoe moet.’ Jelly Hogendorp, senior beleidsadviseur bij de LHV, ziet dat de problematiek rond verwijzen naar de ggz taai is, ondanks de gesprekken die landelijke partijen daarover voeren. ‘Aanbod en vraag bij elkaar brengen – dat is de grote uitdaging van dit moment. Huisartsen zijn altijd generalistisch blijven werken, terwijl de ggz gaandeweg steeds specialistischer is georganiseerd. Het komt voor dat patiënten een paar maanden op een wachtlijst staan, dan toch een andere soort hulp nodig blijken te hebben dan de instelling kan bieden en opnieuw moeten beginnen op een andere wachtlijst.’ Patiënten zijn dus vaak de dupe en huisartsen krijgen onverantwoord lang de zorg voor patiënten die zij niet de juiste hulp kunnen bieden. ‘Inmiddels zie je her en der in het land initiatieven ontstaan voor betere samenwerking tussen huisarts en ggz en voor betere interne organisatie bínnen de ggz, om patiënten eerder adequaat te kunnen helpen.’

14

‘Naast landelijke afspraken moet de oplossing ook in regionale samenwerking worden gevonden’, zegt Hogendorp. ‘Iedere regio heeft vaak z’n eigen werkwijze en kenmerken, zowel in de huisartsenzorg als in de ggz. Daarom is het belangrijk dat grote ggz-instellingen en regionale huisartsenorganisaties elkaar weten te vinden om hun samenwerking vorm te geven.’ De initiatieven in Gennep, Amersfoort en Tilburg (zie volgende pagina’s) zijn daarvan voorbeelden. ◼ MENTALE WEERBAARHEID Een brede coalitie van partijen uit de eerste lijn, de ggz en het sociaal domein, samen met zorgverzekeraars, heeft dit najaar een brief gestuurd aan staatssecretaris Blokhuis over de ggz-problematiek. De LHV is een van de ondertekenaars. ‘In de brief schetsen we wat de stand van zaken is rond afgesproken verbeteringen en wat nog meer nodig is om de problematiek aan te pakken en de basis in de ggz op orde te krijgen’, vertelt Hogendorp. ‘Daarnaast pleiten we voor een breed debat over mentale weerbaarheid: hoe voorkomen we dat lichtere problematiek te snel gemedicaliseerd wordt, in plaats van bijvoorbeeld in het sociaal domein wordt opgelost? We zien de vraag naar ggz toenemen, terwijl het aanbod afneemt. Met die schaarste moeten we op een creatieve manier omgaan. De zorg moet gaan naar de mensen die het ’t hardst nodig hebben. Het is belangrijk dat de huisarts niet alleen staat in dat gesprek.’


‘Het voordeel van de korte lijnen is dat we ook tussen twee psychiateruren door makkelijk even kunnen bellen'

‘ Voor iedereen winst om regelmatig een psychiater in huis te hebben’

M

ijke Verhagen, huisarts in het Noord-Limburgse Gennep, heeft eens per twee maanden één dagdeel een psychiater in de praktijk. Zorggroep Syntein financiert het werk van de psychiater als consultatie, vanuit de reguliere consultatie-, e-health- en triagegelden (CET) binnen de POH-GGZ module. ‘Met zes huisartsen hebben we een praktijk met ruim 9000 patiënten,’ vertelt Verhagen. ‘Gennep ligt in het puntje van Noord-Limburg, dichtbij zowel Gelderland als NoordBrabant. Dat maakt verwijzen naar de ggz soms ingewikkeld. De psychiater draait nu twee jaar in onze praktijk. Dat bevalt zo goed, dat we inmiddels niet meer zonder willen.’ ‘Eens in de twee maanden drie of vier patiënten door een psychiater laten zien, lijkt misschien weinig voor zo’n grote praktijk, maar omdat de inzet van de psychiater heel specifiek is, komen we daar

goed mee uit. Het psychiatrische spreekuur is bedoeld voor anderhalvelijns zorg, níet voor langdurige behandeling. Vaak gaat het om een medicatievraag óf om gerichte vraagverheldering om direct passend aanbod te vinden binnen de specialistische ggz. Een patiënt met antidepressiva, die niet goed meer onder controle was, ondanks medicatie en begeleiding in de basis-GGZ, zou ik gewoonlijk naar de specialistische ggz hebben ingestuurd, maar kon nu in onze eigen praktijk naar de psychiater voor aanpassing van de medicatie. Het voordeel van de korte lijnen is dat we ook tussen twee psychiaterspreekuren door makkelijk even kunnen bellen. Daarnaast kan een patiënt na overleg met de psychiater tussentijds naar de GGZ-locatie voor consultatie. Een patiënt hoeft dus geen twee maanden te wachten op hulp.’ ‘Naast dit initiatief is onze zorggroep betrokken bij een geza-

menlijk, regionaal initiatief waarbij we patiënten kunnen aanmelden voor een overleg tussen alle ggz-spelers en huisartsen, als het maar niet lukt om passende ggzhulp voor die patiënt te vinden of als je een patiënt meteen op de goede plek wilt krijgen. Het gezamenlijke doel is om elke patiënt na dit overleg een passende plek bij een van de deelnemende ggz-instellingen te bieden, of zelfs gelijktijdig bij meerdere instellingen.' ‘Iedereen in de praktijk profiteert van deze samenwerking. Onze POH’s-GGZ proberen zoveel mogelijk bij de consulten van de psychiater te zijn als het gaat om een patiënt die eerder bij hen is geweest. Hun zorginhoudelijke kennis en hun kennis van de sociale kaart en de ggz-instellingen in de regio is daardoor de afgelopen jaren flink groter geworden. Daar profiteren wij als huisartsen weer van. Zo had ik laatst een patiënt met een autismespec-

de Dokter 7/2021

15

trumstoornis en ADHD die graag ADHD-medicatie wilde. De POHGGZ kende – door de samenwerking met de psychiater – een gespecialiseerde autismepoli waar ik deze patiënt naartoe kon verwijzen. Dat scheelt mij veel uitzoekwerk en de patiënt is meteen op de juiste plaats. Voor mijzelf vind ik het ook fijn om met korte vragen over andere patiënten even te kunnen bellen, bijvoorbeeld: hoe ga ik om met extreem claimend gedrag bij een patiënt die geen eigen verantwoordelijkheid wil nemen?’ ‘Voor patiënten is het fijn dat ze “gewoon” bij de huisarts naar de psychiater kunnen. Ze krijgen sneller de juiste specialistische hulp, hoeven minder ver te reizen en hoeven niet – of niet meteen – in een ggz-gebouw binnen te stappen. Dat is voor veel mensen toch nog best een drempel.’


‘ Binnen een week een concreet verwijsadvies’

I

n Midden- en West-Brabant hebben ggz-aanbieders GGz Breburg en Indigo Brabant in de loop van dit jaar negen ‘mentale gezondheidscentra’ opgericht, bedoeld om bij te dragen aan kortere wachtlijsten en betere doorverwijzing. Andia Salimi Gilani, huisarts in TilburgNoord, heeft al enkele patiënten doorverwezen naar een mentaal gezondheidscentrum. ‘Met name voor complexere problematiek is het al jaren moeilijk om een patiënt op de juiste plek te krijgen binnen een aanvaardbare tijd. Ik werk in een achterstandswijk, waar problemen soms complexer worden door bijkomende sociaaleconomische problematiek. Bij doorverwijzing overleg ik vaak eerst met de ggz-instantie: kan deze persoon bij jullie terecht? En dan nog kan het gebeuren dat je drie maanden na doorverwijzing

hoort dat er bij nader inzien toch geen plek is voor die patiënt of dat er toch een ander soort hulp nodig is. Heel frustrerend.’ ‘De ggz-instanties zagen ook dat de wachttijden oplopen en dat er te veel afstand is tussen huisarts en ggz. Dat is mede de aanleiding geweest voor GGz Breburg en Indigo Brabant om mentale gezondheidscentra in te richten. In zo’n centrum wordt een patiënt binnen vijf werkdagen gezien, wordt de hulpvraag verduidelijkt en gekeken wie die hulp kan bieden. Dat kan ook een andere ggz-aanbieder zijn, of een instantie uit het sociale domein; het is mooi dat die blik zo breed is. De patiënt komt met een concreet verwijsadvies terug bij de huisarts. Binnen de mentale gezondheidscentra hebben we daarnaast als huisartsen per wijk vaste contactpersonen: een voor

jeugd en een voor volwassenen. Van die contactpersonen hebben we het mobiele nummer, dus het contact is snel en laagdrempelig gelegd.’ ‘De mentale gezondheidscentra zijn pas in de loop van dit jaar opgericht. Het aantal patiënten dat ik ernaartoe heb verwezen, is nu nog op één hand te tellen. Het is dus nog wat te vroeg om te zeggen of patiënten hiermee echt sneller de juiste hulp krijgen. Dat moet nog uit evaluaties blijken. Het is in ieder geval fijn dat je als huisarts binnen een week een concreet advies hebt. Voor méér dan dat zijn de centra overigens ook niet bedoeld: patiënten gaan er in principe naartoe voor een eenmalig gesprek en advies, niet voor langdurige begeleiding.’ ‘Met de mentale gezondheidscentra de wachtlijsten wegwerken, lijkt me een flinke uitdaging,

‘Het siert deze ggzinstanties dat ze er vol voor gaan, willen uitzoeken wat helpt en dat ze openstaan voor feedback'

16

de Dokter 7/2021

omdat de centra daarvoor ook afhankelijk zijn van de andere instanties waarnaar ze doorverwijzen. In ieder geval siert het deze ggz-instanties dat ze er vol voor gaan, willen uitzoeken wat helpt om wachtlijsten korter en verwijzingen effectiever te maken, én dat ze openstaan voor feedback. Die betere onderlinge communicatie is absoluut winst vergeleken bij de verschillende eilandjes van de afgelopen jaren.’ ‘Het is mooi dat overal in het land initiatieven worden ontplooid om iets te doen aan de ggz-problematiek. We zitten nu nog in de fase van uitproberen wat werkt. Iedere regio heeft natuurlijk eigen kenmerken, maar er is tegelijk een redelijke kans dat iets wat in de ene regio werkt, het ook in een andere regio goed zal doen. We kunnen hierin veel van elkaar leren.’


‘We krijgen heel zelden dezelfde patiënt terug. Dat is een goed teken'

‘ Er is een enorme drive om voor iedere patiënt de beste oplossing te zoeken’

G

gz-instanties, huisartsen, POH’s-GGZ, instanties uit het sociale domein en de verslavingszorg uit de regio Amersfoort zitten iedere week een halfuur rond een digitale ‘overlegtafel’ om concrete casussen te bespreken. Marjolein van den Brink, kaderhuisarts ggz, is daarbij een van de vertegenwoordigers van zorggroep Huisartsen Eemland. Het initiatief voor de overlegtafel is genomen door de ‘Taskforce wachttijden’, met GGz Centraal als kartrekker. ‘Andere partijen zagen de problemen die we als huisartsen op ons bord kregen omdat doorverwijzen niet lukte en ggz-instellingen de Treeknorm niet haalden.

Patiënten die bij de specialistische ggz geholpen moeten worden, blijven bij de huisarts. Daardoor is er minder plek voor patiënten met lichte problematiek die een beroep willen doen op de huisartsenzorg.’ ‘In eerste instantie zijn ggz-aanbieders en huisartsen bij elkaar om tafel gaan zitten, maar al snel werd duidelijk dat er veel meer partijen bij betrokken moesten worden: het wijkteam, de crisisdienst, de verslavingszorg. Het initiatief is van twee jaar geleden en gaandeweg hebben we een werkwijze ontwikkeld die nu heel goed bevalt. Iedere huisarts uit de regio kan een casus inbrengen – iedere ggz-aanbieder overi-

gens ook. Dat kan via een digitaal formulier, waarna je als inbrenger een nummer krijgt voor jouw casus. Wekelijks bespreken we anoniem twee tot zes casussen. De betreffende huisarts of POH-GGZ haakt online aan en kan na het inbrengen van de patiënt weer afhaken. Het hoeft de huisarts en/of POH dus helemaal geen vol halfuur te kosten, je kunt gewoon in- en uitvliegen. De besprekingen worden strak en efficiënt voorgezeten en we hebben goede afspraken over aanwezigheid en vervanging.’ ‘Ik heb zelf ook wel casussen ingebracht, bijvoorbeeld van een vrouw die ik naar allerlei instanties had verwezen, maar zonder

de Dokter 7/2021

17

resultaat. Na bespreking aan de digitale overlegtafel is afgesproken dat ik nu eerst met het wijkteam en deze vrouw de mogelijkheid voor een andere woning ga bespreken, omdat haar omgeving het belangrijkste probleem lijkt. Als dat slaagt, kan de patiënte aan de slag met de andere problematiek. Zo’n gezamenlijk overleg werkt dan zó fijn. Als huisartsen hebben we minder het gevoel dat een complexe patiënt zomaar weer op ons huisartsenbordje ligt. Aan onze overlegtafel is juist een enorme drive om voor iedere patiënt de beste oplossing te zoeken, ook als die out-of-the-box is.’ ‘Hoe efficiënt de overlegtafel is, moet nog uit evaluaties blijken, maar we krijgen heel zelden dezelfde patiënt terug ter bespreking. Dat is een goed teken. En we merken dat ons initiatief in het hele land belangstelling wekt. Er kijkt regelmatig iemand mee uit een andere regio.’ ¶


LHV 75 JAAR ALLEMAAL HUISARTS Een vereniging is als een familie, verbonden door hetzelfde vak. Soms is de binding dubbelop, zoals bij de familie Schouten. Allemaal huisarts, elk op eigen wijze.

18

de Dokter 7/2021


‘ Als er écht iets is, hebben we aan een half woord genoeg’ de Dokter 7/2021

19


advertentie

advertentie

VAN DER SCHOOT

ARCHITECTEN

bv BNA SCHIJNDEL

ONTWERP • A RCHI T E CT U U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID 26

de Dokter 7/2021

W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L


Stephan

Naomi

Rita

Odette

Hoe is het om vier huisartsen in één familie te hebben? Gezellig, handig en vertrouwd, vinden Stephan, Rita, Naomi en Odette Schouten. Ook patiënten geeft het een vertrouwd gevoel om dezelfde naam regelmatig tegen te komen. Al kan het soms verwarrend zijn, de enkele keer dat ze alle vier tegelijk in dezelfde praktijk werken. ‘Hebt u een afspraak bij dokter Schouten, dokter Schouten, dokter Schouten of dokter Schouten? TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: ROB TER BEKKE

S

tephan (64) en Odette (53) Schouten komen uit een gezin met negen kinderen, van wie Stephan de oudste is en Odette de op één na jongste. Ze schelen twaalf jaar en zijn beiden huisarts, net als Stephans vrouw Rita (63) en hun dochter Naomi (34). ‘Stephan begon aan de huisartsenopleiding toen ik geneeskunde ging studeren’, vertelt Odette. ‘Soms zaten we in dezelfde kantine.’ Odette werkt in Dordrecht als waarnemend huisarts en NHG-kaderarts supervisie en coaching. Stephan ontmoette Rita tijdens de studie geneeskunde en nam samen met haar een praktijk in Oss over. Naomi is sinds januari dit jaar medepraktijkhouder en beoogd opvolger.

LEVENSLANGE BAND

Alle vier hebben ze hun eigen weg afgelegd naar het huisartsenvak. Stephan: ‘Ik wilde eigenlijk kinderarts worden, maar er waren onvoldoende opleidingsplekken. Als huisarts houd je je ook bezig met kindergeneeskunde, dus toen besloot ik de huisartsopleiding te doen.’ Rita voelde wel voor het vak van gynaecoloog, maar merkte dat het niet makkelijk was om als vrouw toe te treden tot het – toen nog – mannenbolwerk van de gynaecologie. ‘Bovendien was ik net bevallen van Naomi. Dat was beter te combineren met een huisartsenopleiding.’ ‘Ik heb geloof ik in mijn eerste jaren zo’n beetje overal gestaan, tot en met in archiefkasten’, reageert Naomi lachend. Zelf is ze, met de praktijkovername in zicht, net

bevallen van haar tweede dochter. De levenslange band die je met patiënten aangaat, vinden ze alle vier het aantrekkelijke van het huisartsenvak. ‘Je maakt leuke dingen mee, maar ook het afscheid’, zegt Rita. ‘En saai wordt het nooit, want je weet nooit wat hierna komt.’ ‘Je kunt het ene moment bij een hartinfarct worden geroepen en dan weer een indringend gesprek met iemand hebben’, vult Stephan aan. Voor Odette speelde ook mee dat haar man cardioloog is. ‘Twee specialisten in één bed, dat leek me niet handig. Als huisarts ben je veel flexibeler, kun je in loondienst en in deeltijd werken. Bovendien krijg je door die continuïteit een heel andere band met je patiënten dan een specialist.’ ◼

OPVOLGING

Voor Naomi was het geen uitgemaakte zaak dat ze huisarts ging worden. ‘Ik werd in eerste instantie uitgeloot voor geneeskunde en ben toen Engelse taal en cultuur gaan studeren. In mijn derde studiejaar had ik een paar keer voor de klas gestaan en wist ik dat ik dat niet mijn hele leven wilde doen. Gelukkig werd ik toen wél ingeloot bij geneeskunde.’ Ze overwoog nog even om zich tot neuroloog te specialiseren, maar wist na de eerste stage in een huisartsenpraktijk: dit is het.’ Na haar afstuderen twee jaar geleden ging ze her en der waarnemen, ook bij haar ouders. ‘Ik ging er open in. Inmiddels ben ik dus geassocieerd en de bedoeling is dat mijn ouders

de Dokter 7/2021

21

volgend jaar met pensioen gaan.’ Rita: ‘We gáán met pensioen, toch?’ Naomi lacht. ‘De bedoeling is wel dat ik nog een medepraktijkhouder vind.’ Hoe is het om als ouders en dochter in één praktijk te werken? ‘Het is altijd een gezellige boel bij ons’, zegt Rita. Naomi: ‘Het scheelt dat we in een HOED zitten met drie praktijken en zes praktijkhouders. We hebben dezelfde visie op patiëntenzorg. Ik ben soms wel iets zakelijker in wat wel of geen taak is voor de huisarts, waar mijn vader eerder denkt: dat doe ik wel even.’ Stephan en Rita hopen voor Naomi dat het lukt een collega-praktijkhouder te vinden met wie ze de verantwoordelijkheid kan delen. Stephan: ‘Het geeft mij een goed gevoel dat Naomi de praktijk overneemt. Het is nogal wat om dertig jaar werk over te dragen. Naomi deelt onze visie en via haar blijven we toch nog verbonden met de praktijk.’ ◼

VERTROUWD

Odette bemoeit zich niet met de opvolging in Oss. ‘Dan krijg ik ruzie met Stephan’, lacht ze. Vanuit Dordrecht rijdt ze enkele malen per jaar naar Oss om een dag waar te nemen. ‘Het voelt vertrouwd, voor de patiënten ook. Ze begrijpen niet altijd in één keer wat mijn band met de andere Schoutens is, maar alleen al de naam wekt vertrouwen. En soms verwarring: hebt u een afspraak bij dokter Schouten, dokter Schouten, dokter Schouten of dokter Schouten? Het is een heel eind rijden, maar ik doe het om Stephan, Rita en Naomi uit de brand te helpen én omdat ik het zelf enorm leuk vind.’ Tussendoor bellen broer en zus ook regelmatig even. ‘Als er echt iets aan de hand is, zoals toen ik bij de toetsingscommissie voor euthanasie moest komen of na een kinderreanimatie in shock was, dan bel ik Stephan. In zo’n situatie hebben we aan een half woord genoeg.’ ¶


LHV 75 JAAR ALLEMAAL HUISARTS De LHV verenigt huisartsen van alle generaties. Het ene lid is net zo oud als de vereniging zelf, het andere nog maar kort toegetreden. Hoe kijken zij naar hun vak en de vereniging?

Jorieke van der Stelt boven de andere indicatoren zijn: hét kader waarbinnen wij ons werk inrichten. De gezondheidszorg heeft een aandeel van 7 procent in de CO2-uitstoot en grote footprint op onze leefomgeving. Met de beste bedoelingen zorgen we zowel in Nederland als wereldwijd voor nieuwe gezondheidsproblemen, ongelijkheid en – uiteindelijk – maatschappelijke instabiliteit. We krijgen de rekening terug.’ ‘Duurzaamheid is bij uitstek een onderwerp waarin je samen moet optrekken. Onder meer binnen de LOVAH en de KNMG ben ik bij het onderwerp betrokken. Duurzaamheid krijgt een duidelijker plek in de huisartsenopleiding. Ondertussen probeer ik zelf mijn werk duurzaam te doen: ik ga altijd op de fiets, zelfs met de erge sneeuwval van vorig jaar.’ ‘Of ik na mijn opleiding lid blijf van LHV en NHG, moet ik nog uitzoeken. Ik heb nog niet voldoende zicht op wat het lidmaatschap biedt en het ligt nog open wat ik na mijn opleiding ga doen. Wat ik wel weet: het is absoluut goed dat we ons verenigen om onze stem te laten horen in de maatschappij. Als wij alleen in onze spreekkamer blijven zitten, verandert er niets.’

‘Samen optrekken om duurzamer te worden’ 22

de Dokter 7/2021

FOTO: ROY SOETEKOUW

J

orieke van der Stelt (36): ‘Op m’n achttiende was er veel te kiezen. Ik vond alles leuk. Het werd geneeskunde. Ik hou ervan om de blik naar buiten gericht te hebben en voelde me meteen als een vis in het water bij de opleiding tot tropenarts. Tijdens de coschappen had ik van het huisartsenvak niet zo’n goede indruk, maar dat kwam vooral omdat ik alleen maar op een kruk mocht zitten. Mijn vriend is ook huisarts. Het komt denk ik vooral door zijn enthousiasme dat ik uiteindelijk toch de huisartsenopleiding ben gaan doen. Daarvóór hebben we een tijd samen in Papoea Nieuw Guinea gewerkt.’ ‘Ik ben supernieuwsgierig, wil altijd iets nieuws leren en houd nog steeds van die brede blik, die bij huisartsen past. Inmiddels ben ik bijna klaar met de huisartsenopleiding. In het laatste jaar werkte ik 90 procent, omdat we inmiddels een zoontje hebben. Die laatste 10 procent maakt het verschil om er iets anders bij te kunnen doen. Ik ben veel bezig met duurzaamheid, een onderwerp dat onder huisartsen in opleiding enorm leeft. Er wordt gesproken over duurzaamheid als nieuwe prestatieindicator, maar het moet juist de paraplu


‘Samenwerken maakt het vak beter en het werk leuker’ William Andrée Wiltens

FOTO: KEES BEEK M ANS

W

illiam Andrée Wiltens (75): ‘Van samenwerken word je absoluut een betere dokter én een beter mens. Dat is vanaf het begin van mijn loopbaan mijn uitgangspunt geweest. Toen ik nog maar kort huisarts was, wilde ik met een collega een duo-praktijk vormen. Ik wilde dat vanwege mijn gezinssituatie, hij omdat hij naast huisarts ook opleider was. Een duopraktijk lag destijds heel gevoelig bij collega’s; we hebben veel weerstand gehad. Collega’s waren bang dat we zouden splitsen en zo twee praktijken zouden vormen, terwijl er in die tijd een overschot aan huisartsen was.’ ‘Gelukkig hebben we het voor elkaar gekregen. Als je samen optrekt, krijg je commentaar, je prikkelt elkaar, je vult elkaars kwaliteiten aan, je kunt elkaar steunen. En het is simpelweg prettig. Als ik zo terugkijk, is samenwerking de rode draad in mijn werk geweest. Zó vanzelfsprekend, dat ik het nauwelijks kan uitleggen.’ ‘Samen met een andere duo-praktijk werden we in 1992 een HOED, de eerste of een van de eersten van Nederland. Ook dat gaf weer veel reuring onder collega’s, terwijl wij

de Dokter 7/2021

23

vieren onze samenwerking als organisch ervoeren. Die HOED heeft geweldig gewerkt. Toenmalig minister Els Borst is nog komen kijken.’ ‘Op mijn 75ste ben ik nog steeds geaccrediteerd huisarts en doe ik één dag per week en één weekend per maand digitale consulten voor een e-health-organisatie. Ik zal er niet oneindig mee doorgaan, maar voor dit moment is het leuk om nog bezig te zijn als huisarts. Ik vind het gewoon een fantastisch vak.’ ‘De LHV hoeft niet meer zo veel voor mij te doen, maar ik vind het heel belangrijk dat de vereniging er is. Er zijn zoveel krachten die de huisartsenzorg bedreigen, bijvoorbeeld door marktwerking. Het is belangrijk dat er een tegenwicht is. Daarvoor heb je een organisatie als de LHV nodig. En daarnaast ook voor praktische zaken. Al met de oprichting van onze HOED hebben we gebruik gemaakt van het bouwadvies en de juridische dienstverlening van de LHV. Zo lang ik nog werk als huisarts, zal ik zeker lid blijven. Mijn dochter is trouwens ook huisarts, dus ik steun haar ook een beetje met mijn lidmaatschap, realiseer ik me.’¶


LHV 75 JAAR ALLEMAAL HUISARTS Van alle leeftijden en vanuit allerlei invalshoeken bouwen huisartsen mee aan de LHV en aanverwante organen. Enkele (voormalige) bestuurders aan het woord over hun motivatie en visie.

‘ Ik wil niet alleen meeeten, maar ook bepalen wat er op tafel komt’ SHULINI SOEKHOE-MAHESH

S

FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

hulini Soekhoe-Mahesh werd in het najaar van 2020 kringbestuurder in Amsterdam – midden in coronatijd. ‘Ik reageerde op de vacature nét voordat corona een serieus probleem werd in Nederland en liep al vanaf het voorjaar mee in het bestuur. Met ingang van januari 2020 had ik ook net een praktijk overgenomen én we hebben drie jonge kinderen. Ik heb af en toe gedacht: is dit wel handig? Aan de andere kant: een bestuursfunctie is echt iets voor mij. Ik hou ervan mijn neus in zaken te steken, om net iets meer te doen dan alleen dokter zijn. Ik wil niet alleen meeeten, maar ook bepalen wat er op tafel komt. Mijn vader is ook huisarts en zat ook in van alles, dus ik heb het met de paplepel ingegoten gekregen, denk ik. Het is mooi om als spreekbuis voor je collega’s te kunnen optreden en ook je eigen inbreng te kunnen hebben; ik heb bijvoorbeeld een passie voor preventie.’ ‘In Covid-tijd was het natuurlijk lastig om collega’s te leren kennen, omdat alles digitaal moest. Ik heb ze leren kennen door tijdens de eerste besmettingsgolf alle collega’s van de zorggroep dagelijks te bellen, twee tot drie weken lang. Achteraf denk ik: hoe heb ik dat voor elkaar gekregen? Ze waardeerden

24

de Dokter 7/2021

het enorm. Ik vroeg niet alleen naar bijvoorbeeld hun voorraad beschermingsmiddelen, maar ook hoe het met ze ging. Toen mijn kinderen gingen klagen dat ik toch wel de héle tijd aan het werk was, ben ik het iets rustiger aan gaan doen.’ ‘Wat ik nooit had verwacht: ik vind vergaderen leuk, het geeft me energie. Van het doorlezen van beleidsdocumenten gaat mijn hart niet sneller kloppen, maar als je vervolgens met elkaar over die onderwerpen spreekt – dat is echt leuk. Ik vind het fijn om in zo’n samenwerking een rol te spelen. Alle ideeën worden meegenomen, ook mijn mening telt.’ ‘Ik denk dat het belangrijk is om samen op te trekken als huisartsen en een beroepsvereniging te hebben die voor je opkomt. Je maakt elkaar samen sterk. Samenwerken was door alle beperkingen natuurlijk best lastig de afgelopen anderhalf jaar, maar het was juist ook fijn steun van elkaar te hebben. Ik heb binnen de kring de portefeuille kindermishandeling en in die rol heb ik weleens collega’s gebeld. Ik merkte dat ze het echt fijn vonden hun verhaal even kwijt te kunnen.’


T

FOTO: HENK VEENSTR A

ineke Slagter-Roukema was van 2000 tot 2002 voorzitter van de LHV. Daarna zat ze twaalf jaar in de Eerste Kamer. ‘Het is belangrijk dat je als groep eenheid uitstraalt. Als je bij een bepaalde groep hoort – op welk vlak ook – en daar is een vereniging van, vind ik het belangrijk dat je daar lid van bent. Ik werd bewust LHV-lid, om de ervaringen met het vak met anderen te kunnen delen. Op een gegeven moment trad ik toe tot het districtsbestuur – voorloper van de huidige kringbesturen. Ik heb het huisartsenvak altijd heel ‘Voor de politiek mooi, maar ook best belangrijk dat zwaar gevonden. Als bestuurder kun je er huisartsen van een afstandje met één stem naar kijken; dat vond spreken’ ik een goede combinatie.’ TINEKE SLAGTER‘Toen er in 1996 een ROUKEMA

nieuwe voorzitter in het bestuur van het district Groningen moest komen, bleek de aftredende voorzitter dat in mij te zien. Dat voelde als een grotere stap dan de stap die daarop volgde: naar het landelijke voorzitterschap. Landelijk voorzitter werd ik na een plotselinge crisis, midden in de bestuursperiode van iemand anders en dus relatief kort. Ik was de eerste vrouwelijke voorzitter. Het was best een spannende tijd en geen gemakkelijke opgave om alle kikkers in de kruiwagen te houden. We hadden de eerste grote demonstratie in de RAI waar ineens allemaal huisartsen stonden te roepen “Actie! Actie! Actie!” Toen heb ik wel even gedacht: mijn hemel, waar ben ik in terechtgekomen? Mijn inzet was altijd: blijven praten tot je voor zoveel mogelijk leden een compromis bereikt. De voorzitter die mij opvolgde, was meer een harde onderhandelaar. Iedere tijd vraagt om z’n eigen stijl en iedere

voorzitter heeft haar eigen stijl. ‘Vanuit de Eerste Kamer zag ik opnieuw hoe belangrijk het is dat huisartsen met één stem spreken. We zaten regelmatig met de KNMG en de LHV om tafel en kregen ook input van de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen. Dat was vrij overzichtelijk. Als de huisartsen allerlei verschillende trompetters hadden gehad, die elk op eigen wijze een deelbelang hadden verdedigd, had hun stem zeker aan belang ingeboet. De taak van de LHV is om de hele beroepsgroep samen te binden en in de belangenbehartiging de grootste gemene deler te vinden. Wat de LHV vond, daar hechtten we in de politiek waarde aan.’ ‘Ons vak is mij altijd aan het hart gegaan, en nóg. Ik heb afgelopen nacht nog een bevalling gedaan, hoewel ik al twee jaar met pensioen ben. Opkomen voor de belangen van dat vak, vond ik een pittige, maar vooral mooie taak.’

‘ Doen waar je goed in bent en samen zorgen dat je verder komt’

aan één regio. Als het lukt om in breder huisartsenverband de input van waarnemers in te brengen en HANNAH VAN WERVEN diezelfde waarnemers een platform en waar ze terechtkunnen met alte bieden waar ze elkaar kunnen annah van Werven, waarlerlei vragen voor niet-praktijkhou- vinden, dan is dat mooi.’ nemend huisarts in Hen‘Als huisartsen sta je samen sterker, gelo en Glanerbrug, is be- dende huisartsen.’ op alle niveaus. Lokaal wil je graag stuurslid van de Wagro Twente. ‘In ‘Ik vind het best een uitdaging om dat collega’s voor je klaar staan als de zomer van 2020 verhuisde ik van de hele groep waarnemers goed te vertegenwoordigen. Er zijn er iets is. In de stad en de regio kun Arnhem naar Twente. De Wagro je dingen samen regelen om te leek me een mooi middel om men- waarnemers die binnen een paar jaar praktijkhouder willen worden, voorkomen dat je allemaal hetzelfsen te leren kennen. In Nijmegen, waarnemers die dat uit overtuiging de doet; daar werkt samenwerking waar ik mijn opleiding volgde, zat níet van plan zijn en waarnemers echt werkdrukverlagend. Landelijk ik ook in het Wagrobestuur. Toen die jarenlang praktijkhouder zijn is het belangrijk dat de stem van ik in Twente toetrad, bestond het de huisarts goed wordt vertegenbestuur nog maar uit één persoon. geweest. Dat zijn heel verschillende groepen, met uiteenlopende woordigd door een vereniging. De Er waren net drie bestuursleden belangen.’ een vindt het heerlijk om op een of praktijkhouder geworden. Het ‘De binding met de Wagro is niet bij meerdere niveaus bestuurlijk bij te Wagro-lidmaatschap is voor veel mensen natuurlijk maar tijdelijk. De iedereen even sterk. Het allerliefst dragen aan die samenwerking, de zouden we álle waarnemers bij ander zit er niet op te wachten. Dat meesten worden op een gegeven moment praktijkhouder. In die tus- elkaar brengen en werken aan een is geen probleem. Samenwerken zie senliggende jaren vind ik de Wagro stevig saamhorigheidsgevoel, maar ik ook als: ieder voor zich doen waar blijkt lastig – ook al omdat waarne- je goed in bent en samen zorgen een goede plek waar waarnemers en hidha’s elkaar kunnen opzoeken mers lang niet altijd zijn gebonden dat je verder komt.’

de Dokter 7/2021

25

FOTO: ERIK BRINKHORST

H


advertentie

26

de Dokter 7/2021


‘ We hebben er baat bij ons te verbinden’ CHRISTIANA SCHOEMAKER ‘Tijdens onze opleidingsperiode zijn we automatisch lid van de LHV, daarna is het een bewuste keuze. Ik ben, doordat ik al best veel bij de LHV om tafel heb gezeten, geen gemiddelde aios; ik zie echt de meerwaarde van de vereniging wel. Nederland is maar zo klein, laten we dan als huisartsen niet elk op ons eigen eilandje blijven zitten, maar in groepsverband nadenken over waar we heen willen met onderwerpen als e-health en duurzaamheid. Ik vind het belangrijk dat iedere huisarts zijn of haar stem laat horen binnen de vereniging – en in dat kader toch jammer dat aios in de nieuwe verenigingsstructuur geen stemrecht hebben.’ ‘De charme van ons vak zit voor mij in het eigen spreekuur met patiënten, maar óók in de verbinding met collega’s. We hebben er baat bij ons te verbinden. Na mijn afscheid als LOVAH-voorzitter heb ik nu even geen bestuurstaak, maar met mijn achtergrond denk ik dat de kans groot is dat ik in de toekomst ook weer een actieve rol bij een vereniging op me wil nemen – ik ben gewoon in hart en nieren een verenigingsmens.’ ¶

FOTO: JOHN VAN HA MOND

C

hristiana Schoemaker is na anderhalf jaar net afgetreden als voorzitter van de LOVAH, de vereniging van huisartsen in opleiding. Daarvoor was ze bestuurder van de Nijmeegse afdeling van de LOVAH. ‘Als je in je opleidingstijd bestuurswerk wilt doen, moet je niet te lang wachten. Daarom raakte ik al snel betrokken bij de afdeling Nijmegen. Ik denk graag mee over de toekomst, óók over de toekomst van de opleiding, al ben ik er zelf dan al af. Regionaal heb je maar tot een bepaald niveau invloed. Als het gaat om overkoepelende onderwerpen als het curriculum of aandacht voor preventie, is het landelijk bestuur een mooie plek om mee te praten.’ ‘Als je al iets langer in opleiding bent, heb je meer zicht op die opleiding dan de eerstejaars. Daarom denk ik dat juist de periode dat je bijna klaar bent met de opleiding, een goed moment is om mee te praten over de toekomst daarvan. Drie jaar is best een korte lidmaatschapsperiode om echt een ‘clubgevoel’ te krijgen binnen de LOVAH, maar toch ontstaat dat wel. Je zit allemaal in dezelfde fase en hebt dezelfde belangen.’

KENT U DE LHV BESTUURSACADEMIE AL? Ambieert u een bestuursfunctie naast uw huisartsenvak of bent u al actief als bestuurder? Met het aanbod van de LHV Bestuursacademie helpen we u bij het ontwikkelen en versterken van uw bestuurlijke vaardigheden. Zo biedt de Leergang besturen een oplei-

dingstraject van drie dagen waarin strategievorming, omgaan met de achterban, juridische aspecten en samenwerking uitgebreid aan bod komen. In de training Vakkundig voorzitten leert u in een dag relevante inhoudelijke discussies te agenderen en sturen en kunt u

de Dokter 7/2021

27

het vergaderproces en de sfeer bewaken. Of kies voor de training Effectief vergaderen. Nieuw in het aanbod is een 2-daags Leerprogramma Ambassadeurs. Het volledige aanbod vindt u op academie.lhv. nl, kies als onderwerp: LHV Bestuursacademie.


7 feiten en fabels over de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) Online inzage in het medisch dossier door patiënten: veel praktijken bieden dat al aan via een patiëntenportaal. Maar de volgende stap komt eraan. Bij veel praktijken wordt het voor patiënten ook mogelijk om hun gegevens in te zien in een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Voor wie nog niet precies weet hoe dat zit: 7 feiten en fabels over PGO’s. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE / ILLUSTR ATIES: JOOST VAN LIEROP

FABEL Heb je een patiëntenportaal, dan ben je al helemaal klaar voor de aansluiting bij PGO’s

H

uisartsen die meedoen aan het OPEN-programma, kunnen er inderdaad op rekenen dat hun HIS op tijd klaar is voor de uitwisseling van informatie met PGO’s. Daar hebben de HIS-leveranciers en andere partijen binnen het OPEN-programma het afgelopen jaar hard aan gewerkt. Er zijn standaarden en technieken ontwikkeld om de verschillende systemen op elkaar te laten aansluiten, Technisch gezien zijn alle HIS’en en goedgekeurde PGO’s inmiddels nagenoeg gereed voor de koppeling. Op dit moment worden er testen uitgevoerd om na te gaan of de koppeling werkt en of de juiste informatie vanuit het dossier correct en op de juiste manier in de verschillende PGO’s wordt getoond. Dat is best een klus: er zijn maar

liefst 130 combinaties van PGO’s, HIS’en en koppelsystemen (de zogeheten DVZA’s). Die moeten allemaal goed informatie kunnen uitwisselen. Het OPEN-programma zal huisartsen in de loop van 2022 ondersteunen om stapsgewijs met de aansluiting op de PGO’s aan de slag te gaan. U moet als huisarts zelf nog wel wat praktische zaken regelen, zoals een geldige inschrijving in het UZI-register, een overeenkomst met een dienstverlener zorgaanbieder (DVZA) via uw HIS-leverancier en een vermelding op de Zorgaanbiederslijst. Dit zal voor u echter geen verrassing zijn. Alle huisartsenpraktijken hebben via de regionale OPEN-coalities en de LHVnieuwsberichten informatie over de benodigde stappen ontvangen.

28

de Dokter 7/2021

FABEL Het verschil tussen een digitaal patiëntenportaal en een PGO is niet uit te leggen

D

at valt mee; er is echt wel een verschil. Een patiëntenportaal is gekoppeld aan een zorginstelling of zorgverlener, zoals de huisarts. Bij een PGO is het juist andersom. Een PGO is gekoppeld aan een individuele patiënt. De zorgverleners sluiten daar met hun zorginformatiesystemen, zoals HIS’en, op aan. Elke patiënt kiest zelf een PGO (met Medmij-label, zie punt 3 Fabel). Dat kan een website of een app zijn. Via die PGO krijgt hij inzage in zijn persoonlijke gegevens bij verschillende zorgverleners. Patiënten hoeven dus niet meer apart in te loggen in de portalen van de huisarts, het ziekenhuis of de fysiotherapeut, maar kunnen alle relevante medi-

sche informatie via hun PGO inzien. Een PGO maakt het voor patiënten dus een stuk gemakkelijker om hun medische gegevens te vinden en daar overzicht over te houden. En dat is precies de bedoeling van deze digitale innovatie: patiënten krijgen meer regie over hun gezondheid. Inzicht in de eigen medische gegevens helpt om beter met de eigen gezondheid om te gaan. Zorgverleners die meedoen aan het OPEN-programma gaan patiënten vanaf volgend jaar de mogelijkheid bieden hun medisch dossier via een PGO in te zien. Of patiënten daar gebruik van maken, is aan hen. Patiënten zijn daar niet toe verplicht.


FEIT Alle PGO’s waaruit patiënten kunnen kiezen, zijn betrouwbaar

D

at is waar – tenminste, als het PGO’s zijn met een MedMij-label. In het overzicht op de website van MedMij staan al enkele tientallen PGO-aanbieders vermeld. Het kunnen er meer worden als er nieuwe aanbieders bijkomen die aan de Medmij-eisen voldoen, het kunnen er ook minder worden als aanbieders niet meer voldoen aan de eisen. PGO’s met het MedMij-label voldoen aan de eisen van de NEN en ISO-certificering en daarmee aan alle wettelijke privacy- en beveiligingsaspecten. Dit wordt beoordeeld door een onafhankelijk

FABEL

auditor. De Autoriteit Persoonsgegevens (APG) houdt toezicht op de naleving van de regels. Patiënten die via een PGO hun patiëntendossiers willen inzien, moeten bij hun keuze voor een PGO dus checken of die een MedMij-label heeft. Met een PGO met MedMijlabel kunnen zij straks bij alle zorgaanbieders hun medisch dossier ophalen. Alle combinaties tussen PGO’s en zorginformatiesystemen zijn mogelijk. Patiënten kunnen dus de PGO kiezen die bij hen past, zorgaanbieders het zorginformatiesysteem dat bij hen past.

Huisartsen moeten patiënten straks gaan helpen bij het kiezen van hun PGO

D

at is niet de bedoeling. Die taak ligt bij de Patiëntenfederatie Nederland. Zij is al vanaf het begin groot voorstander van de digitale inzage van medische dossiers door patiënten. De Patiëntenfederatie is druk bezig met het programma PGO on Air. Zo komt er een publiekscampagne om mensen te informeren over het bestaan van PGO’s, het nut ervan en hoe PGO’s werken. Ook komt er een instrument om mensen te helpen kiezen welk PGO bij hen past. Verder

worden er materialen zoals flyers gemaakt die zorgverleners in hun praktijk kunnen leggen of digitaal kunnen verspreiden. Als patiënten met vragen komen, kunt u hen dus naar de juiste plek verwijzen voor meer informatie. Bovendien komt er een digi-hulplijn om mensen met praktische zaken te helpen, zoals het kiezen, installeren en gebruiken van een PGO. Daar hoeft u zich als huisarts dus niet mee bezig te houden, en uw praktijkteam ook niet.

FABEL Bereid je voor op een storm van vragen over dossiers, als patiënten PGO’s gaan gebruiken

T

sja. Denkt u dat de informatie in de dossiers daar aanleiding toe geeft? Of zou het kunnen dat het patiënten helpt om na een consult de gemaakte afwegingen en afspraken thuis nog eens rustig in hun dossier na te lezen? In dat geval zou het aantal telefoontjes naar de praktijk juist wel eens kunnen afnemen. Het doel is in ieder geval dat de online inzage in de eigen gezondheidsgegevens patiënten helpt om samen met de huisarts beslissen te nemen. Huisarts en patiënt hebben allebei dezelfde informatie. Dat helpt om samen ‘het betere gesprek’ te voeren.

De voortekenen zijn gunstig. Sinds de openstelling van de patiëntenportalen in 2020 heeft 11 procent van de patiënten daadwerkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn of haar dossier online in te zien. Kijk maar eens hoe dat in uw eigen praktijk is verlopen: heeft dat tot een stortvloed aan extra vragen van patiënten geleid? De verwachting is dat het met de PGO’s niet anders zal gaan. Een voordeel van het online beschikbaar stellen van gegevens is ook dat patiënten niet bij u hoeven aan te kloppen als ze die gegevens nodig hebben. Dat levert u tijd op.

de Dokter 7/2021

29

Het aantal vragen zou kunnen toenemen als de informatie in de dossiers voor patiënten niet begrijpelijk is opgeschreven. Daar ligt dan nog wel een uitdaging. Nederland telt 2,5 miljoen laaggeletterden: mensen van 16 jaar en ouder die moeite hebben met taal en rekenen. Het is belangrijk om met die groep rekening mee te houden. Het is een misverstand om te denken dat begrijpelijke informatie afbreuk doet aan de kwaliteit van de dossiervoering. Voor huisartsen die hier meer over willen weten, zijn er adviezen en trainingen beschikbaar, zoals de e-learning van OPEN.


advertentie

Doorontwikkelen in de huisartsenzorg? Volg je bachelor- of postbacheloropleiding bij Avans+! Je werkt in de huisartsenzorg en wilt doorgroeien binnen jouw vakgebied. Meer specialistische zorg bieden aan patiënten. Maar waar begin je? En hoe combineer je een opleiding met je werk? Avans+ helpt je om het beste uit jezelf te halen. Bereik meer met onze opleidingen Of je jezelf wilt verdiepen of juist verbreden: bij Avans+ kun je verschillende opleidingen volgen. Van Praktijkondersteuner en Praktijkverpleegkundige tot verschillende specialisaties in de GGZ of ziektebeelden zoals Diabetes type 2. Bij Avans+ weten we wat nodig is in de huisartsenzorg. Dat zie je terug in onze praktijkgerichte opleidingen: deze worden continu vernieuwd en verbeterd. Na de opleiding ben je gegroeid als zorgprofessional en lever je een extra bijdrage aan de kwaliteit van zorg. Studeer zoals jij dat wilt We houden studeren flexibel. Je hebt de keuze om een hele opleiding of losse modules te volgen. Wanneer en op welk tempo je studeert, bepaal je grotendeels zelf. Bovendien maak je gebruik van wat je al weet. Zo kun je bepaalde thema’s overslaan of juist kiezen voor extra begeleiding. Meer weten? Er is veel vraag naar goede medewerkers in de (huisartsen)zorg. Een praktijkgerichte opleiding biedt mooie kansen. Wil je meer informatie? Bekijk onze opleidingen voor de huisartsenzorg op avansplus.nl/opleidingen/verpleegkunde-welzijn/huisartsenzorg

bereik meer advertentie Avans+ - advertentie de dokter 204x136.indd 1

16-11-21 15:46

NIEUW!

Praktijkinfo introduceert:

Anna

De digitale praktijkassistent

Nieuwsgierig wat Anna kan betekenen? Kijk op

praktijkinfo.nl/digitale-praktijkassistent Wist je dat LHV-leden 30% korting ontvangen op een website bij Praktijkinfo?


‘In de informatiestandaarden is precies vastgelegd welke gegevens kunnen worden ingezien’

FABEL Dankzij de PGO’s ligt alle medische informatie straks op straat

D

at is zeker niet de bedoeling. Er zijn niet voor niets beschermingsmuren rond PGO’s opgebouwd. In de MedMij-informatiestandaarden is precies vastgelegd welke gegevens kunnen worden ingezien. Die standaarden voldoen aan de eisen van de privacy-wetgeving. De PGO-leverancier moet bijvoorbeeld kunnen aantonen dat als er uitwisseling van informatie plaatsvindt tussen PGO en HIS, dit op verzoek van de patiënt gebeurt. De patiënt heeft dus de regie. U hoeft als huisarts geen toestemming te geven als patiënten gegevens uit hun dossier willen inzien of gebruiken. Door middel van de loggegevens kunt u wel zien dat een patiënt online inzage heeft gehad in zijn gegevens. Er zijn terecht zorgen over of alle patiënten wel in staat zijn om zorgvul-

dig met hun eigen gegevens om te gaan. Er zijn al heel wat voorbeelden van instanties die patiënten onder druk zetten om hun hele dossier met hen te delen, voor een bepaalde aanvraag of regeling. Voorheen zat u daar als huisarts nog tussen, maar dankzij patiëntenportalen en PGO’s kunnen patiënten die informatie zelf vinden. Daardoor wordt de druk op patiënten om die informatie met anderen te delen mogelijk ook groter. De huisarts heeft een medisch beroepsgeheim, de patiënt niet. Daarom wil de Patientenfederatie Nederland dat er naast het medisch beroepsgeheim ook een patiëntgeheim komt, waarop patiënten zich kunnen beroepen als een instantie informatie uit het medisch dossier wil hebben. De LHV is ook voorstander van het patiëntgeheim.

FEIT De huisarts is er niet verantwoordelijk voor dat een PGO werkt

K

lopt. Juridisch gezien is een PGO geen medisch dossier. Volgens de KNMG Richtlijn is een patiënt eigenaar van zijn PGO en daarmee zelf verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens in zijn PGO. Het is iets anders als een patiënt via zijn PGO iets in zijn medisch dossier ziet staan,

wat niet klopt. De patiënt kan u in dat geval vragen die gegevens te corrigeren. Het helpt daarbij als de informatie in het patiëntendossier correct, helder en begrijpelijk is. Want daardoor hebben patiënten minder vragen en meer inzicht in hun eigen gezondheid. ¶

Meer weten over PGO’s? Huisartsen krijgen via OPEN informatie over de voortgang en het gebruik van PGOs. OPEN is het versnellingsprogramma van InEen, LHV en NHG om huisartsen te helpen bij het veilig online delen van medische gegevens met hun patiënt. Op dit moment is de testfase in volle gang. Het doel is om tot een lijst te komen van betrouwbaar werkende HIS-PGOcombinaties. Regionale coalities en huisartsenpraktijken gaan hier in 2022 mee aan de slag. Meer weten over online inzage in de praktijk? Kijk op lhv.nl/online-inzage of Open-eerstelijn.nl

de Dokter 7/2021

31


LHV Nieuws DRINGENDE OPROEP LHV

Stop de nieuwe extra regels van de NZa De LHV heeft de NZa een brandbrief gestuurd waarin we bezwaar aantekenen tegen de extra regeldruk die de NZa oplegt aan de eerstelijnszorg. De NZa wil zorgaanbieders elk jaar een ingewikkelde vragenlijst voorleggen over hun financiën en bedrijfsvoering. De LHV roept de NZa dringend op tot heroverweging van de vragenlijst.

D

e vragenlijst treft 27.000 veelal kleine praktijken en zorgaanbieders zoals huisartsen, tandartsen en verloskundigen. In de vragenlijst worden uiterst specifieke en gedetailleerde vragen gesteld over de financiële bedrijfsvoering, personeelszaken en patiëntaantallen. Deze vragen verhouden zich niet tot de doelstelling van de verantwoordingsplicht.

LHV: heroverweeg de vragenlijst De minister van VWS en de Tweede Kamer willen allebei dat de jaarlijkse verantwoording met zo min mogelijk lastendruk moet gebeuren. Dat uitgangspunt lijkt de NZa naast zich neer te leggen als ze vasthoudt aan de huidige vragenlijst. Wij zijn van mening dat de NZa alleen daar waar daadwerkelijk problemen

2.

3.

4. 5. 6.

Onderzoek Nivel: meer werkplezier met Meer tijd voor de patiënt Huisartsen zijn positief over het concept Meer tijd voor de patiënt. Dat blijkt uit onderzoek van Nivel onder 7 MTVDP-projecten die zijn gefinancierd door zorgverzekeraars. Meer tijd voor consulten leidt tot meer werkplezier, minder doorverwijzingen en minder voorgeschreven medicatie voor patiënten.

Het onderzoek heeft de succesfactoren van de projecten in kaart gebracht. De lessen die we hiervan hebben geleerd, zijn van belang bij een verdere uitrol en structurele verankering van de MTVDP-projecten in Nederland. De geleerde lessen: 1. Zorg voor een gedeelde visie van de

32

de Dokter 7/2021

zijn of verwacht mogen worden tot nadere uitvraag en onderzoek zou moeten overgegaan. Wij willen in gesprek om te voorkomen dat de zorg opnieuw wordt opgezadeld met onnodige administratieve lasten. In de brandbrief vragen wij samen met de Eerstelijnscoalitie de NZa dringend om de vragenlijst te heroverwegen.

betrokken partijen op kwaliteit van zorg, vóór de start van nieuwe MTVDPprojecten en vóór het verankeren van bestaande MTVDP-projecten; Schep interne randvoorwaarden, zoals nieuwe functies en de wil om te veranderen binnen praktijken en zorgpartners in de regio; Schep externe randvoorwaarden, zoals financieringsafspraken voor de langere termijn en samenwerkingsverbanden binnen de regio; Richt een aparte organisatie en een apart proces in voor MTVDP-projecten; Betrek het sociaal domein in MTVDPprojecten; Continueer en evalueer MTVDP-projecten vanuit de maatschappelijke en financiële baten.

Vervolgtraject Er komt een vervolgtraject, waarbij een impuls wordt gegeven aan MTVDP door 10-15 projecten uit te rollen in het land. Dit versnellingstraject wordt ondersteund door PwC, in opdracht van de partijen van het hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg. Wilt u zelf aan de slag? Kijk op www.lhv. nl en zoek naar ‘LHV-handreiking Meer Tijd voor de Patiënt’.


LHV IN HET NIEUWS NRC, 26 november

Huisartsen en wijkverpleging kunnen geen normale zorg meer bieden De LHV meldt aan het NRC dat huisartsen en wijkverpleging geen zorg meer kunnen bieden zoals patiënten dat normaal gewend zijn. Voorzitter Mirjam van ’t Veld doet een oproep aan patiënten: 'Blijf spoedeisende klachten wel melden bij je huisartsenpraktijk of op de huisartsenpost, maar houd er in andere gevallen rekening mee dat je soms langer moet wachten.'

NOS, 25 november

Huisarts mikpunt van agressie Huisartsen zijn steeds vaker het mikpunt van agressie, ziet de LHV. De NOS interviewde een aantal huisartsen over hun ervaring met agressie in de praktijk. Huisarts Monique Tjon-A-Tsien vertelt dat 'de compassie van het begin van de epidemie na ruim anderhalf jaar compleet onder het nulpunt is gezakt'. Een van onze woordvoerders geeft bij de NOS aan dat de LHV dit gedrag intimiderend en volstrekt onacceptabel vindt.

Verzekeraars krijgen hogere tarieven nog niet ingeregeld

NZa trekt tariefbeschikking in

Z

orgverzekeraars Nederland (ZN) heeft aangegeven de aangepaste tariefbeschikking van oktober niet tijdig te kunnen verwerken in hun systemen. De NZa heeft daarom op verzoek van ZN besloten de laatste tariefbeschikking in te trekken. Hierdoor moeten huisartsen 3 maanden het verschil van 1,69% voorfinancieren. De LHV heeft vol ongeloof gereageerd op de late komst van dit nieuws en het feit dat zorgverzekeraars klaarblijkelijk zelfs in 14 weken niet de noodzakelijke tariefstijging kunnen verwerken.

2022, wel de hogere tarieven 2022 opnemen en daarbij misgelopen inkomsten over het 1e kwartaal verwerken. De LHV kijkt mee naar de verdere afhandeling en waakt voor aanvullende administratieve lasten. Ook blijft de LHV van mening dat de via de Tweede Kamer beloofde loonstijging, die ervoor moet zorgen dat de huisartsenzorg een interessante werkgever is en blijft, snel ingevoerd moet worden. De krapte op de arbeidsmarkt en de druk die deze krapte veroorzaakt bij de praktijken is een blijvende zorg.

Beloofde loonstijging

Het volledige bericht leest u op www.lhv.nl

De NZa gaat in een nieuwe tariefbeschikking, die pas in gaat op 1 april

NU.NL, 18 november

Opkomst griepprik is zo hoog dat mensen soms weer naar huis moeten Wij lieten NU.nl weten dat de opkomst voor mensen die voor de griepprik worden opgeroepen, dit jaar hoog is. Op sommige locaties moeten mensen zelfs worden weggestuurd van de priklocatie omdat de vaccins op zijn. De vaccinleveringen gaan schoon op, vertelt de LHV aan NU.nl.

TROUW, 1 november

Drukke huisartsen willen vaccintwijfelaars best over de streep trekken Om de vaccinatiegraad op te voeren, bieden sommige huisartsen patiënten de gelegenheid om hun vragen te stellen aan de huisarts en daarna direct een vaccinatie te ontvangen van een GGD-medewerker. Dat werkt, zien huisartsen, maar het levert ook extra druk op. De LHV vertelt Trouw over de situatie die wij vrezen als patiënten versneld worden ontslagen uit het ziekenhuis en als noodzakelijke ziekenhuisbehandelingen worden uitgesteld. Meer mensen hebben dan thuis zorg nodig en dat is volgens ons niet op te vangen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING POH VERNIEUWD De functie Praktijkondersteuner huisarts (POH) is opnieuw beschreven en gewaardeerd. Deze functiebeschrijving is opgenomen in de nieuwe versie van de handleiding Functiewaardering Huisartsenzorg.

Daarin worden de meest voorkomende functies in de huisartsenzorg beschreven, voorzien van een passende inschaling. U vindt de handleiding op www.lhv.nl en binnenkort ook in de Cao-app.

de Dokter 7/2021

33


wisselcolumn Rutger Verhoeff, huisarts in Amsterdam

O

pzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast – Ik snel me naar de wachtkamer. Ik heb nog maar één patiënt gezien vandaag en ik loop nu al uit. De oorzaak: een tachtigjarige dame met een rugprobleem. Alvorens ik die uit de kleren had was de helft van ons tienminuten-consult al verstreken. Gelukkig kan ik de verloren tijd nu inhalen; mijn volgende patiënt heeft waarschijnlijk een ontstoken ooglid. ‘Gaat u maar meteen op de onderzoeksbank liggen,’ verzoek ik de vijfentachtigjarige meneer Van Frummelen. Hij knikt gedwee. Nog geen twee minuten later tik ik mijn bevindingen bij het oogonderzoek in zijn medisch dossier. ‘Weet u, dokter,’ verbreekt meneer Van Frummelen de stilte. ‘U moet weten dat het thuis niet altijd goed gaat.’

‘ Heel even twijfel ik of ik doorga met typen of stop’ Heel even twijfel ik of ik doorga met typen of stop. ‘O, vertel.’ Hij kijkt me bedroefd aan. ‘Mijn vrouw vergeet steeds meer dingen en ze geeft mij daar dan de schuld van.’ Ik herinner me dat zijn vrouw lijdt aan dementie. ‘Soms denk ik weleens dat het beter zou zijn als ze er niet meer is,’ vervolgt hij, terwijl hij door

34

de Dokter 7/2021

het raam naar buiten staart. Dan barst hij in tranen uit. Ik zeg niets. Eerlijk gezegd voel ik een opkomende drang om op de klok te kijken die achter meneer Van Frummelen hangt, maar ik weiger eraan toe te geven. In plaats daarvan vertel ik hem dat zijn gedachte niet raar is en vraag ik hem of hij het thuis nog wel aan kan of dat hij hulp nodig heeft. Wat volgt is een mooi gesprek over de liefde en over verlies. Twintig minuten later schudt hij glimlachend mijn hand. ‘Dank u, dokter. Dit had ik even nodig. Nu kan ik er weer even tegenaan. Fijn dat u tijd had om naar me te luisteren.’ Die tijd had ik eigenlijk niet, denk ik bij mezelf. ‘Ja natuurlijk.’ Nadat ik afscheid heb genomen van meneer Van Frummelen, kijk ik in mijn agenda wie mijn derde patiënt van de ochtend is. Bij het zien van de leeftijd en de klacht – drieëntachtig jaar en duizeligheid – berust ik me in het feit dat mijn hele ochtendspreekuur uitloopt. De afgelopen jaren vraag ik me steeds vaker af of tien-minutenconsulten door de toenemende vergrijzing nog wel reëel zijn voor het verlenen van goede zorg. Misschien is het tijd voor verandering en moeten we vijftien-minuten-consulten en dertig-minuten-consulten gaan hanteren. Tot die tijd doe ik bijna elke dag spreekuur met Herman van Veen in mijn hoofd. Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast – ¶

FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

Opzij, opzij, opzij…


Advertorial

Schone en gezonde lucht in de praktijk

P

raktijken ontvangen op dagelijkse basis werknemers en patiënten. De belangrijkste vraag in ieders gedachten is hoe we veilig kunnen samenkomen. Als de ventilatie in praktijken niet goed is, wordt de kans op de overdracht van virussen groter. En een gezonde omgeving voor het ontvangen van werknemers en patiënten, is van het allergrootste belang. Om het risico op overdracht binnen te verlagen, beveelt de WHO luchtreinigers aan1.

Hoe luchtreinigers de overdracht van COVID-19 kunnen verminderen Er zijn aanwijzingen dat COVID-19 zich onder mensen verspreidt door direct, indirect of nauw contact met geïnfecteerde mensen. Verspreiding gebeurt via afscheidingen uit de neus en/of mond wanneer een geïnfecteerde persoon hoest, niest of spreekt. Mensen die zich dichtbij (binnen 1 meter) van een besmette persoon bevinden, kunnen het virus oplopen wanneer die besmettelijke druppeltjes direct in hun mond, neus of ogen komen. Maar aerosolen, die kleiner zijn dan druppeltjes, kunnen minuten tot uren in de lucht blijven hangen - lang genoeg om te worden ingeademd. Luchtreinigers kunnen de hoeveelheid aerosolen in een gezamenlijke ruimte verminderen. Ze werken door een constante luchtstroom in de omgeving te creëren. Hierbij wordt lucht door meerdere lagen filters gezogen die schadelijke stoffen verwijderen. Wat daarna vrijkomt is schonere, frissere en gezondere lucht.

Door samen te werken verwijderen deze componenten tot 99,9% van de virussen en aerosolen uit de lucht.1 Een onafhankelijk onderzoek van de Goethe-Universiteit in Frankfurt toonde zelfs aan dat Philips luchtreinigers in 30 minuten tijd 90% van de aerosolen verwijderden in een klaslokaal van 30 m2 met 27 studenten.2

Begrijpen hoe virussen en verontreinigende stoffen zich verspreiden, vooral binnen, is van cruciaal belang om werknemers en patiënten op een veilige manier te verwelkomen in uw praktijk. Luchtreinigers en schone lucht toegankelijker maken Door te begrijpen hoe ademhalingsvirussen en schadelijke verontreinigende stoffen zich door de lucht verspreiden, kunt u werknemers en patiënten op een veilige manier ontvangen in de praktijk. Andere stappen zijn ook belangrijk in het stoppen van de verspreiding van verontreinigende stoffen, maar het vinden van de juiste luchtreinigings-oplossing kan uw praktijk op korte termijn een veiligere en gezondere omgeving maken om in te werken en patiënten te ontvangen.

De eerste laag voorfilters vangt stof en haar op. De actieve koolstoffilterlaag neutraliseert schadelijke gassen, geuren en meer. Tot slot verwijdert het NanoProtect HEPA-filter ultrafijne deeltjes, inclusief aerosolen die virussen kunnen bevatten.

3

Lees meer over Philips-luchtreinigers op https://www.philips.nl/p-m-pa/prof-oplossingen-luchtkwaliteit

Scan de QR-code voor meer info

1 Microbial Reduction Rate Test, uitgevoerd bij Airmid Health group Ltd., getest in een met influenza A(H1N1) verontreinigde testkamer van 28,5 m3. Een luchtreiniger op zichzelf beschermt niet tegen COVID-19, maar kan deel uitmaken van een plan om uzelf en uw gezin te beschermen met meer ventilatie en schone lucht (US Environmental Protection Agency). 2 Testing mobile air purifiers in a school classroom: Reducing the airborne transmission risk for SARS-CoV-2 Joachim Curtius, Manuel Granzin, Jann Schrod medRxiv 2020.10.02.20205633 doi: https://doi.org/10.1101/2020.10.02.20205633 3 De Quiet Mark-certificering is alleen van toepassing op bepaalde producttypen. Kijk op Philips.com voor meer informatie.


advertentie

26

de Dokter 7/2021


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.