Tijdschrift De Dokter - december 2022

Page 1

#4ZOMER2022 Huisartsopleiding Meer en eerder kennismaken met praktijkmanagement Sociaal domein Dorpsondersteuner en Wally als wegwijzer voor de huisarts Actieplan ANW Samen koers zetten naar oplossingen voor spoedzorg
deDokter #7 DECEMBER2022 ‘Ik kreeg scherp wat ze echt nodig hebben’ EEN ANDER GESPREK MET PATIËNTEN
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

Aard Verdaasdonk

voorzitterscolumn

Elke mening telt

Op de rand van elk jaar sta ik graag even stil om terug te blikken. Hoewel mijn werk als huisarts en ook als bestuurder altijd een bepaalde onvoorspelbaarheid en hoogte- en dieptepunten in zich heeft, spande 2022 wel de kroon.

De verrassingen hadden dit jaar onder andere te maken met de start van het kabinet Rutte en de plannen van minister Kuipers voor een zogeheten Integraal Zorgakkoord. Vanaf de start van onze gesprekken daarover met een groot aantal partijen, hebben we een behoorlijk hobbelige weg afgelegd. Met pittige onderhandelingen, talloze gesprekken met huisartsen en een 'Nee, tenzij' tegen het IZA.

Het mooiste moment van 2022 heeft overigens ook te maken met de urgente problemen van onze sector. Zelden ben ik zo trots geweest op ons huisartsen en heb ik zoveel saamhorigheid gevoeld als op 1 juli op het Malieveld. We stonden daar samen, meningsverschillen voor even vergetend, met 1 stem en een duidelijke oproep: voor iedereen in Nederland een eigen huisarts. Daarvoor is meer tijd voor onze patiënten nodig, minder stress en druk op de huisartsenpost, betaalbare huisvesting en een oplossing voor de wachtlijsten in ziekenhuizen, ggz en jeugdzorg. Dat heeft indruk gemaakt, en terecht. In

colofon

De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.

Oplage 14.250 exemplaren

Dertiende jaargang, nr 7 december 2022

Eindredactie Nathalie Pol

het IZA hebben alle betrokken partijen oprecht hun best gedaan om oplossingen af te spreken, maar die waren ons niet concreet genoeg.

Op het moment van schrijven van deze column is het nog steeds onvoorspelbaar of de uitwerking van de voorwaarden ook voldoende is voor een volmondig ja van onze ledenvergadering. Het was en is een lange route naar concrete afspraken over noodzakelijke verbeteringen voor de huisartsenzorg.

Een ander mooi moment heeft minder de aandacht gekregen die het wel verdient. Als vereniging hebben we in 2022 een enorme grote stap gezet om de LHV toekomstproof te maken. Kringen werden afdelingen en fuseerden met de landelijke LHV, daardoor zijn we nu 1 LHV met meer directe inspraak voor leden. Overal in het land werden en worden ambassadeurs gekozen, nieuwe teams van vertegenwoordigers van huisartsen. Ik kijk erg uit naar nauwe samenwerking met al deze ambassadeurs, waaronder bekende en nieuwe gezichten!

De LHV is nóg meer een vereniging van alle huisartsen geworden, waarin ieders stem welkom is. Ik sluit dan ook graag af met een uitnodiging: laat je horen! Dat kan via je ambassadeur,

ledenvergaderingen in jouw regio of via een van de ledenpeilingen. Maar ook door contact met het bureau van de LHV via mail of telefoon. Wist je dat we in de eerste 3 kwartalen van 2022 al een kleine 8.000 ledenvragen en -reacties beantwoordden? Elke mening telt. En in woelige tijden is het extra belangrijk dat we naar elkaar luisteren, samen discussiëren en met elkaar afwegen.¶

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, Swanehilde Kooij, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Maartje Spaargaren

Tekst & Beeld Rob ter Bekke, Berber Bijma, Bart van Dieken, Aad Goudappel, Jeroen Jazet, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Wim Naarding, Paul Remmelts, Henk Veenstra, Ronals Zijlstra

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl

Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail oscar@sgnm.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen Klimaatneutraal geproduceerd

Verdaasdonk vice-voorzitter

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht Mail: dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter

Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.

foto : ditta van gent 3 de Dokter 7/2022 advertentie
‘De LHV is nóg meer een vereniging van alle huisartsen geworden, waarin ieders stem welkom is’

‘Ik moet toch ergens naartoe kunnen met de kweekstokjes en urinepotjes?’

Actieplan ANW-zorg

Met het Actieplan ANW dat op 29 november is aangenomen, zetten de huisartsen samen koers naar duurzame oplossingen voor de spoedzorg in avond,nacht en weekend. Hoe gaat dat er concreet uitzien?

Mijn praktijkstart

Heumen was eigenlijk het enige dorp waar Isabella Plato huisarts wilde worden. ‘Echt een warme dorpsgemeenschap.’ Met nu voor het eerst een eigen dokter.

quickscan van...

Inge Rutten, hidha in Beringe

‘E

en nulpraktijk beginnen, zoals Isabella Plato in de Praktijkstart vertelt, daar moet je lef voor hebben. Mijn eigen collega had dat lef ook. Ze is vier jaar geleden hier in Beringe op dezelfde manier gestart. Ik ben als waarnemer begonnen en hidha geworden. Misschien dat ik in de toekomst nog eens de stap maak naar mede-praktijkhouderschap.

We hebben een fijne praktijk. Eerst zagen we vooral de ouderen uit het dorp, nu ook steeds meer jonge gezinnen. Doordat we met nul patiënten begonnen, was er tijd om nieuwe patiënten te leren kennen. Ik weet zeker dat we hen daardoor beter kunnen behandelen. Ik ben het helemaal eens met de huisartsen in het artikel ‘Hoe kom ik verder met deze patiënt’. Ik

heb meteen het boek Huisarts in de knoop van Indra Wamelink gedownload en ben heel benieuwd naar de methode Anders luisteren.

Er staan vast tips in waar ik wat aan heb. Ook aan de tip van Karel

Bos om patiënten te vragen wat het schokkendste is dat ze ooit hebben meegemaakt. De kunst is om de vraag achter de vraag te ontdekken.

Praktijkmanagement

in de opleiding

Nieuwe landelijke lesmodules geven praktijkmanagement op alle opleidingsinstituten binnenkort een prominentere rol. Aios Nina Schepers doordacht in haar derde jaar als opdracht haar ideale praktijk. ‘Ik wist al dat ik praktijkhouder wil worden, maar door deze opdracht is mijn enthousiasme enorm aangewakkerd.’

In een van de artikelen gaat het over het belang om als huisartsenpraktijk terug te kunnen vallen op een vaste persoon die de verbinding maakt met het sociale domein. In onze gemeente is er per dorp een dorpsondersteuner die als verbinder fungeert en bijvoorbeeld huishoudelijke hulp regelt. Dat scheelt ons tijd.’ ¶

‘Soms zie ik een vraag eerder aankomen

#4ZOMER2022 Huisartsopleiding Meer en eerder kennismaken met praktijkmanagement Sociaal domein Dorpsondersteuner en Wally als wegwijzer voor de huisarts Actieplan ANW Samen koers zetten naar oplossingen voor spoedzorg LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING deDokter #7 DECEMBER2022 ‘Ik kreeg scherp wat ze echt nodig hebben’ EEN ANDER GESPREK MET PATIËNTEN 4 de Dokter 7/2022 5 de Dokter 7/2022 FOTO: WIM NAARDING
28 06 BINNENKIJKEN Mirjam Andeweg, Huisartspraktijk Andeweg Groningen 14 MIJN WERK EN IK 27 5 VRAGEN Kan ik verzuim voorkomen? 33 NIEUWS 34 WISSELCOLUMN Huisarts
Sociaal domein De afgelopen jaren zijn steeds meer initiatieven ontstaan om de onderlinge samenwerking met het sociaal domein te verbeteren. Waar is Wally, de dorpsondersteuner in Wedde, Welzijn op recept: hoe helpen zij de huisarts verder?
Rutger Verhoeff
ik (pagina 14)
Huisarts
Anneloes, Mijn werk en
‘Een praktijk in een mooi pand met visgraatvloer en assistenten die nooit ziek zijn – hoe realistisch is dat?’
Huisarts
in opleiding Nina Schepers (pagina 22)
dan de patiënt zelf’
Huisarts Mijke Verweij
(pagina 28)
december 2022
inhoud
quotes
22
20 08 12

binnenkijken

Bij de buurtkerk in

Ze moet zichzelf soms nog even in de arm knijpen: na al die jaren is het écht gelukt.

De Groningse praktijk van Mirjam Andeweg betrok onlangs een nieuwe plek, een aanbouw van buurtkerk De Fontein. ‘Vijftien jaar geleden nam ik een solopraktijk over, op de eerste verdieping van een klein gezondheidscentrum. Vanaf het begin was ik op zoek naar andere ruimte.

Op het moment van overname waren er al plannen om nieuwbouw naast het gebouw te plaatsen. Dat ging niet door, net als diverse plannen daarna.

Op een gegeven moment heb ik de bestaande praktijk nog verbouwd, om er langer te kunnen blijven.’

Een van de praktijkondersteuners, getrouwd met een predikant, wees Andeweg zes jaar geleden op de Fonteinkerk, die een deel van de ruimte wilde afstoten. ‘Het gesprek met de kerk heeft even geduurd. We hebben van beide kanten de tijd genomen om elkaars wensen te horen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot deze oplossing.’

De praktijk van Andeweg zit nu in het linkerdeel van het gebouw; de rechterkant bestaat uit een grote, ronde

kerkzaal. Voor de praktijk werd links een extra stuk aangebouwd.

De wachtruimte was een puzzel, omdat het kerkbestuur de grote ontvangstruimte graag wilde behouden. ‘We hebben een deel van die ruimte nu doordeweeks met verplaatsbare schermen afgezet als wachtruimte voor de praktijk.’ Andere zalen in het gebouw worden gebruikt voor onder meer huiswerkbegeleiding en als multicultureel vrouwencentrum. ‘De afsluiting is niet hermetisch, dus er is best wat reuring in de wachtruimte. Voor erg zieke patiënten hebben we zo nodig een aparte ruimte.’

Andeweg zit op het moment van het interview nog maar één week op de nieuwe plek. Hoe eventuele kruisbestuiving uitpakt, is nog afwachten. ‘Wat me aanspreekt, is dat deze kerk een echte buurtkerk is, met diverse activiteiten voor de buurt. Ik zal mensen niet “de kerk in” sturen, maar ik denk zeker dat we wat aan elkaar zullen hebben.’ ¶

Bij Huisartspraktijk Andeweg werken 2 huisartsen, 1 aios, 3 assistenten, 1 POH, 1 POH-GGZ en 1 praktijkmanager.

Advies bij onderhandeling huur of koop

Staat de kwaliteit van het gebouw waarin u bent gevestigd wel in verhouding tot de prijs die u betaalt? Dat beoordelen de LHV Bouwadviseurs voor u. U krijgt advies over de huurprijsberekening en ondersteuning bij de onderhandelingen over bouwkosten en huur. Plan een afspraak via lhv.nl/ contact-lhv-bouwadvies.

TEKST: BERBER BIJMA // FOTOGRAFIE: RONALD ZIJLSTRA
‘Een heerlijke koffieruimte – voorheen kropen we achter de balie’ Voor en achter de kerk is in de tuin plek voor een zitje: ‘We hebben nu al zin in de zomer’ Een deel van de ontvangsthal van de kerk is doordeweeks afgezet met schermen. Daarachter zit de wachtruimte van de praktijk. ’s Zondags zitten kerkgangers op de banken van de wachtkamer Hier en daar in de praktijk hangen schilderijen van patiënten
Huisarts
Kunstwerk van een overleden dierbare vriend: een lichtbak met foto’s van fietsers die door dezelfde plas heen rijden 6 de Dokter 7/2022 7 de Dokter 7/2022
Mirjam Andeweg

Op koers naar toekomstbestendige spoedzorg

Samen voor de spoedzorg. Met het Actieplan ANW dat op 29 november is aangenomen, zetten de huisartsen samen koers naar duurzame oplossingen voor de spoedzorg in avond, nacht en weekend (ANW). Hoe dat er concreet gaat uitzien, bepalen de regionale huisartsenorganisaties zelf, binnen de kaders van het plan.

De aanloop naar het besluit over het Actieplan ANW bevestigde nog maar eens hoe complex en gevoelig het ANW-dossier altijd al lag. Een hevig discussiepunt was de verplichte aansluiting voor alle huisartsen bij minimaal één huisartsenpost of -dienstenstructuur. Die verplichting stond in de toelichting bij het actieplan, waarbij werd uitgegaan van het scenario dat de meeste zekerheid geeft over de invulling van de roosters. Die verplichting zat veel niet-praktijkhoudend huisartsen ontzettend dwars. Vier dagen voor de ledenvergadering op 29 november besloot het bestuur de verplichting te schrappen; het invullen van diensten blijft vrijwillig. Dankzij een amendement van de LHV-afdeling Drenthe hoeft het aantal diensten bovendien niet precies gelijk over alle huisartsen te worden verdeeld. Met deze aanpassingen kreeg het Actieplan ANW brede steun van de ambassadeurs.

Huisarts Carin Littooij kreeg het dossier in 2016 als LHVbestuurslid in haar portefeuille. In 2021 was haar bestuurstermijn voorbij, maar de afgelopen maanden was ze als adviseur van het LHV-bestuur bij dit dossier betrokken en werkte ze mee aan een voor alle huisartsen acceptabel actieplan. ‘Er zijn zeker pittige discussies geweest binnen de vereniging. Op een aantal informatiebijeenkomsten ging het er flink aan toe. Prima, het mag best schuren. De spoedzorg gaat immers alle huisartsen aan; het raakt iedereen in zijn of haar privéleven. Het was goed om te zien dat iedereen hier een mening over heeft en die ook liet horen. Ik vond het een mooi voorbeeld van het democratiseringsproces binnen de LHV. De LHV-ambassadeurs in de regio’s hebben daarin een belangrijke rol gespeeld.’

Wat maakte het ANW-vraagstuk zo urgent? ‘De ANW-zorg wordt al jaren als een van de grootste knelpunten in de huisartsenzorg gevoeld. Dat zit ‘m in verschillende dingen. Door een tekort aan huisartsen en grote drukte in de dagpraktijk, verschuift de drukte naar de ANW-uren. De ANW-diensten worden daardoor als heel belastend ervaren. Zeker de nachtdiensten. Daar bleef de financiële vergoeding dan ook nog eens zwaar bij achter. Daar komt bij dat alleen de praktijkhoudend huisartsen contractueel verantwoordelijk zijn voor de invulling van deze diensten. Als hun waarnemer niet kan, moeten zij alsnog komen opdraven. Die verantwoordelijkheidsverdeling wordt in toenemende mate als scheef ervaren, doordat het aantal praktijkhoudend huisartsen afneemt en het aantal huisartsen zonder eigen praktijk groeit.’

Die financiële vergoeding is intussen geregeld?

‘Klopt. Het Integraal Zorgakkoord gaf de opening om de tarieven voor de ANW-diensten aan te passen en te differentiëren. Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen diensten overdag, in de avond, de nacht en op feestdagen. Dat was nodig om het Actieplan ANW voor alle huisartsen te laten werken. De NZa heeft de nieuwe tarieven eind september bekendgemaakt. Daar zitten wel voorwaarden aan. Zo moeten de ANW-diensten solidair en evenwichtig onder alle huisartsen worden verdeeld, moet het rooster dekkend zijn en mogen de vergoedingen aan zzp’ers niet hoger zijn dan de NZa-tarieven. Die voorwaarden komen overeen met het Actieplan ANW, maar dat plan moest dus nog wel binnen de LHV worden besproken en door de LHVledenvergadering worden goedgekeurd.’

De LHV heeft het IZA nog niet ondertekend. Hangen de nieuwe tarieven daar nog van af? ‘Nee. De nieuwe tarieven zijn gekoppeld aan de nieuwe organisatie van de ANW-zorg. Als het Actieplan ANW wordt uitgevoerd, kunnen de nieuwe tarieven worden gedeclareerd. De huisartsendienstenstructuren regelen de betaling voor de diensturen aan de huisartsen. De discussie over het IZA en wel of niet ondertekenen staat dus los van de invoering van de nieuwe tarieven voor de ANWdiensten.’

Wat is de kern van het Actieplan ANW? ‘Het actieplan is opgesteld door vier koepelorganisaties: LHV, VPH, InEen en NHG. We zijn vanaf het begin samen opgetrokken, omdat we allemaal beseffen dat het vraagstuk van de spoedzorg alleen gezamenlijk kan worden opgelost. Het plan bestaat uit drie actielijnen. De derde actielijn is de stip op de horizon. Op de lange termijn werken we toe naar een geïntegreerde spoedpost, waar alle disciplines die betrokken zijn bij de spoedzorg samenwerken. Het is de enige manier om de spoedzorg als geheel overeind te houden. Alle zorgsectoren worstelen met een capaciteitsprobleem. Door samen te werken, wordt de beschikbare menskracht efficiënter ingezet.

De tweede actielijn gaat over de huisartsenzorg in de nacht. Het doel is dat huisartsenposten ’s nachts alleen zorg met de hoogste urgentie leveren: U1 en U2. Patiënten met minder urgente klachten worden doorverwezen naar het ochtendspreekuur van hun eigen huisarts. Als de zorg in de nacht beperkt blijft tot echte spoedzorg, zijn er ’s nachts

9 de
7/2022 de Dokter 7/2022 8
Dokter

Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SmPC. FARMACEUTISCHE

VORM: Gel. Een witte tot zeer lichtgele, ondoorzichtige gel. THERAPEUTISCHE INDICATIES: Cutane behandeling van Acne vulgaris wanneer comedonen, papels en pustels aanwezig zijn.

CONTRA-INDICATIES: Zwangerschap. Vrouwen die zwanger willen worden (zie rubriek 4.6 van de SmPC). Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SmPC.

EN VOORZORGEN BIJ

BIJZONDERE

GEBRUIK: Effezel Gel mag niet aangebracht worden op een beschadigde huid, kapotte huid (snij- of schaafwonden), ofwel op zonverbrande huid ofwel op eczemateuze huid. Effezel mag niet in contact komen met de ogen, mond, neusgaten of slijmvliezen. Als het product toch in het oog terechtkomt, spoel dan onmiddellijk met warm water. Dit geneesmiddel bevat 40 mg propyleenglycol (E1520) per gram, overeenkomend met 4% m/m, het kan huidirritatie kan veroorzaken. Indien overgevoeligheid voor de werkzame stof of een van de hulpstoffen wordt vermoed, dient het gebruik van Effezel gestaakt worden. Overmatige blootstelling aan zonlicht of UV-straling moet vermeden worden. Effezel mag niet in contact komen met gekleurd materiaal inclusief haar en gekleurde stoffen, aangezien dit kan leiden tot bleken en ontkleuren.

BIJWERKINGEN: Oogaandoeningen: niet bekend (post-marketing surveillance data): ooglidoedeem; Immuunsysteem: niet bekend: anafylactische reactie; Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: niet bekend: dichtgeknepen keel, dyspneu; Huid- en onderhuidaandoeningen: vaak (≥1/100 <1/10): droge huid, irritatieve contactdermatitis, huidirritatie, branderig gevoel, erytheem, schilfering; soms (≥1/1.000, <1/100): jeuk, zonnebrand; niet bekend: allergische contactdermatitis, zwelling in het gezicht, pijnlijke huid (stekende pijn), blaren (blaasjes), huidverkleuring (hyperpigmentatie en hypopigmentatie), urticaria, brandwond op de toedieningsplaats. Indien na toepassing van Effezel huidirritatie optreedt, zijn de tekenen van intolerantie (erytheem, droge huid, huidafschilfering, branderig gevoel en pijnlijke huid (stekende pijn) in het algemeen van milde tot matige intensiteit met een piek tijdens de eerste week en die dan vervolgens spontaan afneemt. FARMACOTHERAPEUTISCHE CATEGORIE: D10A antiacnegeneesmiddel voor topisch gebruik. WERKINGSMECHANISME: Effezel combineert twee actieve bestanddelen die een verschillend, maar complementair werkingsmechanisme hebben. ATC-code: D10AD53. Adapaleen: is een chemisch, stabiel derivaat van naftoëzuur met een retinoïdeachtige werking. Biochemische en farmacologische profielstudies tonen aan dat adapaleen werkt op de pathologie van Acne vulgaris: het is een krachtige modulator van de cellulaire differentiatie en keratinisatie en adapaleen beschikt over antiinflammatoire eigenschappen. Mechanisch bindt adapaleen zich aan specifieke nucleaire retinoïnezuurreceptoren. Huidig resultaat wijst erop dat adapaleen aangebracht op de huid de differentiatie van folliculaire epitheelcellen normaliseert, wat resulteert in een afname van de vorming van micro-comedonen. Adapaleen inhibeert de chemotactische (gerichte) en chemokinetische (willekeurige) reacties van menselijke polymorfonucleaire leucocyten in in vitro modellen, bovendien verhindert adapaleen het metabolisme van arachidonzuur tot inflammatoire mediatoren. In vitro studies hebben de inhibitie van AP-1 factoren en van de expressie van toll-like 2 receptoren aangetoond. Dit profiel suggereert dat de celgemedieerde inflammatoire component van acne gewijzigd kan worden door adapaleen. Benzoylperoxide: heeft een antimicrobiële werking, in het bijzonder tegen C. acnes, welke overmatig aanwezig is in de door acne aangedane haartalgfollikel. Daarnaast heeft benzoylperoxide een afschilferende en keratolytische werking. Benzoylperoxide is ook sebostatisch omdat het de overmatige productie van talg tegengaat die met acne gepaard gaat. REGISTRATIEHOUDER: Galderma Benelux B.V., Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. REGISTRATIENUMMER: RVG 120233. AFLEVERSTATUS: U.R. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING: 29 juni 2017. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 02/2022 Referentie: 1. NVDV Acne Richtlijn 2022 Galderma Benelux B.V. Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda Tel. +31 (0) 182 69 19 19 info.nl@galderma.com www.galdermabenelux.com NL-EDG-2200006 Opgesteld op 09/2022

minder huisartsen en ondersteunend personeel nodig en hoeven er wellicht ook minder huisartsenposten open te zijn. Als er meer mensen voor de dagzorg beschikbaar zijn, gaat de werkdruk overdag ook omlaag. De eerste actielijn gaat over de nieuwe organisatie van de AWN-zorg. Het idee is dat alle diensturen over alle 13.000 praktiserende huisartsen worden verdeeld. Alle huisartsen roosteren zich op basis van vrijwilligheid in voor de diensten die zij willen doen en worden daarvoor door de huisartsendienstenstructuur (HDS) betaald, conform het nieuwe door de NZa-vastgestelde tarief.’

Hoe gaat die nieuwe organisatie er concreet uitzien?

‘De regionale huisartsenorganisaties hebben erop aangedrongen dat zij dat zelf mogen invullen. Er wordt op dit moment samen met de zorgverzekeraars een implementatieplan opgesteld, dat de regio’s de gelegenheid geeft om hun eigen oplossingen te kiezen. Een oplossing die in Zeeland werkt, werkt wellicht niet in andere regio’s. In Brabant zijn andere oplossingen nodig dan in Twente. De regionale huisartsenorganisaties en hun huisartsendienstenstructuren zijn hier nu druk mee bezig.’

Wanneer gaat de nieuwe organisatievorm in? ‘Het liefst zo snel mogelijk en met zoveel mogelijk regionale huisartsenorganisaties tegelijk. Anders ontstaat er

misschien ongewenste concurrentie. Als de ene huisartsenpost eerder met vrijwillige roostering begint en daarmee eerder aanspraak maakt op de nieuwe tarieven, komt de aangrenzende huisartsenpost waarschijnlijk in de problemen, omdat alle waarnemers zich dan al bij die andere huisartsenpost hebben ingepland. We moeten de problemen niet van de ene regio naar de andere verhuizen, maar samen het hele vraagstuk oplossen. Elke regio kan daarbij eigen accenten leggen, maar de koers is voor alle regio’s dezelfde.’

Zijn er al goede voorbeelden in het land? ‘We horen mooie verhalen over het Doetinchems model en het Venlose model. In die regio’s wordt al gewerkt met vrijwillige roostering. Naar verluidt is in de eerste ronde al 90 procent van de diensten ingevuld, in de tweede ronde worden alsnog zoveel mogelijk diensten ingevuld. Het kleine aantal diensten dat daarna nog overblijft, wordt uiteindelijk verdeeld en toegewezen. Het is belangrijk dat over de manier van toewijzing goede afspraken worden gemaakt, zodat alle betrokkenen daar achter staan. Dit betekent dat alle huisartsen daar een stem in moeten hebben. Er zijn huisartsenposten waar niet-praktijkhoudend huisartsen nog geen stemrecht hebben of niet voldoende in het bestuur zijn vertegenwoordigd, die staan dus voor een extra uitdaging.’

Het Actieplan ANW is voor iedereen winst, vindt Tjarda Kroese, praktijkhoudend huisarts in Beuningen. Huisartsen krijgen meer regie over de diensten die ze doen en daarmee meer werkplezier.

‘De spoedzorg is iets waar we als huisartsen samen voor staan. Daarom is het belangrijk dat het Actieplan ANW door alle huisartsen gezamenlijk wordt gedragen. Voor waarnemend huisartsen was het belangrijk om de aansluitverplichting te schrappen, dat snap ik wel. Een verplichting voelt voor niemand goed. Ik heb er vertrouwen in dat alle huisartsen op basis van vrijwilligheid hun aandeel in de diensten

nemen. Zoals dat nu ook al gebeurt. Ik hoor om mij heen veel positieve geluiden over het vrij roosteren van diensten. Laten we er morgen mee beginnen! Als je je eigen diensten kunt plannen, heb je veel meer grip op je eigen agenda. Dat geeft meer werkvreugde. Dit geldt zowel voor praktijkhoudend als niet-praktijkhoudend huisartsen. Het over mijn eigen agenda kunnen gaan, was voor mij juist een belangrijke reden om praktijkhouder te worden. Er is een pittige discussie geweest over dit onderwerp, maar de uitkomst geeft mij het vertrouwen dat we samen verder kunnen. Ik zie ernaar uit dat we met onze huisartsenpost,

Nijmegen-Boxmeer, met het plan aan de slag gaan. Dit plan schept nieuwe kansen. We moeten met alle betrokkenen aan tafel om afspraken te maken over hoe we roosteren, hoe lang vooruit, of er een minimum aantal diensten komt en hoe we omgaan met diensten die bij de vrijwillige ronde niet meteen worden ingevuld. Maar daar komen we vast uit.

De stip op de horizon, een geïntegreerde spoedpost, zal nog wel even duren. Het is belangrijk dat we het probleem van de ANW-diensten nu samen aanpakken op een manier waar alle huisartsen zich prettig bij voelen.’

11 de Dokter 7/2022
Tjarda Kroese, praktijkhouder in Beuningen: ‘Zelf roosteren geeft meer grip op agenda en meer werkplezier’
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Effezel 1 mg/g + 25 mg/g, gel. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: 1 g gel bevat: Adapaleen mg (0,1%) en Benzoylperoxide 25 mg (2,5%). Hulpstof met bekend effect: propyleenglycol (E1520; 4,00%).
WAARSCHUWINGEN
WWW.VANDERSCHOOTARCHITECTEN.NL ONTWERP • ARCHITECTUUR INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID VAN DER SCHOOT ARCHITECTEN bv BNA SCHIJNDEL advertentie

UITNODIGING

Geaccrediteerde scholing proctologie en bekkenbodem

Herkennen en adequaat behandelen leveren de meest dankbare patiëntencategorie in uw praktijk op.

Scan de QR code of meld u aan via www.coloplastacademy.nl

Zodra u aangemeld bent ontvangt u uitgebreide informatie

Coloplast nodigt u uit voor de 2-delige scholing proctologie en bekkenbodem, speciaal ontwikkeld voor huisartsen. Uw kennis wordt opgefrist en uitgebreid met gangbare en minder gangbare proctologische aandoeningen zoals fecale incontinentie, obstructief defecatiesyndroom en peri-anale pijnsyndromen. U krijgt handvatten voor een optimale behandeling, die u vaak direct in de praktijk kunt toepassen.

Deze scholing bestaat uit 2 delen: een webinar op 11 januari om 20.00 uur en een fysieke bijeenkomst in Amersfoort op 8 maart, 15.30 uur-20.30 uur. Beide bijeenkomsten worden geleid door dr. Edgar Furnée, colectoraal chirurg in het UMCG. Accreditatie voor beide delen is aangevraagd.

De aansluitingsverplichting moest van tafel. Dat was voor Puck Prince, waarnemend huisarts in NoordHolland en LHV-ambassadeur in de regio Amsterdam/Almere, het belangrijkst. Ze is blij dat dat gelukt is. Toch stemde ze bij de stemming over het Actieplan ANW tegen.

‘Het is dubbel. We zijn heel blij dat de verplichte aansluiting in de toelichting bij het actieplan is geschrapt. Daar hebben we als niet-praktijkhoudend huisartsen echt voor gevochten. De reden om alsnog tegen te stemmen, is dat we zekerheid willen dat waarnemend huisartsen door de nieuwe organisatie van de AWN-zorg geen problemen krijgen met de Belastingdienst over het zelfstandig ondernemerschap. Als dat geen probleem blijkt te zijn, staan wij helemaal achter

het plan. Waarom die aansluitverplichting zo erg was? Omdat er waarnemend huisartsen zijn die om persoonlijke redenen geen vaste verplichtingen aan kunnen gaan. Daar heb ik heel veel mailtjes en telefoontjes over gekregen. En vooral ook omdat zo’n verplichting totaal niet nodig was. Een verplichting leg je op als je geen vertrouwen hebt in een oplossing op basis van vrijwilligheid. Er is helemaal geen reden om te twijfelen aan die vrijwilligheid. Waarnemend huisartsen leveren hun aandeel al in de diensten. In Doetinchem en Venlo is het vrijwillig roosteren ingevoerd, en het blijkt daar uitstekend te werken. Het is ook precies wat er sinds het begin in het Actieplan ANW staat: de diensten worden anders verdeeld, op basis van vrijwilligheid. Het is jammer dat de discussie over

Voldoen waarnemers straks nog wel aan de eisen voor zelfstandig ondernemerschap?

‘We hebben dat nagevraagd bij onze juridisch adviseurs. Zolang een waarnemend huisarts drie of meer opdrachtgevers heeft (en geen gezagsrelatie), wordt aan een belangrijk criterium voor zelfstandigheid voldaan.’

Kan het ANW-buikpijndossier nu eindelijk worden afgesloten?

‘Dit plan wijst de weg naar een volgende, tijdelijke oplossing. De stip op de horizon is dat de hele spoedzorg opnieuw vorm krijgt. De eerstvolgende stap is de vaststelling van het implementatieplan dat samen met de zorgverzekeraars is opgesteld. Daarin staan de voorwaarden waaraan huisartsendienstenstructuren moeten voldoen om de nieuwe ANW-tarieven uitbetaald te krijgen. Dit implementatieplan wordt in de ledenvergadering in december besproken en mogelijk ook al vastgesteld. Parallel daaraan zijn de regionale huisartsenorganisaties al bezig om concrete oplossingen te bedenken, zowel als het gaat om de spoedzorg in de nacht als om de nieuwe organisatie van de ANW-zorg.

Het gaat om grote veranderingen, waarvoor heel veel geregeld moet worden. Dat zal niet van de ene op de andere

het actieplan de verhoudingen tussen praktijkhoudend en niet-praktijkhoudend huisartsen heeft gepolariseerd. Tegelijkertijd is het mooi om te zien hoe dit onderwerp bij alle huisartsen leeft. Het democratisch proces is hierdoor versterkt.

Ik hoop dat we vanaf nu in alle regio’s samen gaan bouwen aan oplossingen. Ik ben ervan overtuigd dat dit actieplan voor iedereen winst oplevert.

Praktijkhoudend huisartsen zijn niet meer alleen verantwoordelijk voor de diensten. Niet-praktijkhoudend huisartsen kunnen hun eigen diensten kiezen en zich vrijwillig inroosteren.

Dat is fijner dan afwachten welke diensten je van een huisarts mag overnemen. De volgende stap is dat niet-praktijkhoudend huisartsen ook meer zeggenschap krijgen binnen de huisartsenpost.’

dag gaan. We komen onvermijdelijk hobbels tegen die we op dit moment nog niet voorzien. Problemen die we nu wel voorzien, zullen misschien meevallen. Het wordt een proces van leren en bijstellen. Dat is een uitdaging, maar schept zeker ook kansen. Bijvoorbeeld voor hidha’s. De nieuwe ANW-tarieven worden in de cao verwerkt en zullen het voor een deel van de waarnemers wel eens aantrekkelijker kunnen maken om hidha te worden. Ik zie ernaar uit wat er gaat veranderen en wat regio’s daarbij van elkaar kunnen leren.’ ¶

Meer weten over het Actieplan ANW

Alle informatie over het ANW-actieplan, de toelichting en het implementatieplan zijn te vinden op lhv.nl, op de themapagina ANW-zorg. Alle informatie over het IZA en de voortgang van de besluitvorming daarover is te vinden op de themapagina

13 de Dokter 7/2022
Puck Prince, waarnemend huisarts, ambassadeur regio AmsterdamAlmere: ‘Waarnemers leveren hun aandeel in de diensten’
of het Integraal Zorg Akkoord?
Integraal Zorgakkoord.
Het Coloplast logo is een geregistreerd merk van Coloplast A/S. ©2022-11. Alle rechten voorbehouden Coloplast A/S. PM-24775
Rachel
11 januari 20.00 uur
15.30
8 maart
uur-20.30 uur

‘Werken in een noodopvang is elke dag improviseren’

Anneloes (1987, drie maanden huisarts) verdeelt haar werktijd over een Utrechtse huisartsenpraktijk, een detentiecentrum en een noodopvang voor asielzoekers en is dan ook nog buddy voor een vluchteling. Haar hart ligt bij kwetsbare groepen voor wie toegang tot zorg niet vanzelfsprekend is.

‘Voordat ik aan de huisartsenopleiding begon, was ik anderhalf jaar tropenarts in Suriname. Na mijn specialisatie tot arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde was ik daar blijven hangen. Het liep alleen anders dan ik dacht. Daarom heb ik op een bepaald moment de beslissing genomen om terug te gaan naar Nederland en ben ik de huisartsenopleiding gaan doen. Als tropenarts doe je wat meer met chirurgie en gynaecologie, maar verder is het verschil met een huisarts eigenlijk niet zo groot.

Die tijd in Suriname heeft me heel veel gebracht, op persoonlijk en professioneel vlak. Ik ben op allerlei gebieden aan het denken gezet. Ik besef hoeveel geluk ik heb gehad doordat mijn wieg in Nederland stond. Ik heb de kans gekregen om me te ontwikkelen, veel mensen met dezelfde capaciteiten krijgen die kans niet. Daarom voel ik het als verantwoordelijkheid om iets voor anderen te doen. Terug in Utrecht miste ik de internationale contacten. Daarom heb ik me aangemeld bij Buddy to Buddy Utrecht, een organisatie die nieuwkomers en Utrechters aan elkaar koppelt. Ik werd gekoppeld aan een vluchteling uit Jemen. Het doel was om een paar maanden samen op te trekken, zodat hij ons land en onze cultuur beter zou leren kennen. We hebben alle provincies bezocht en zijn echt vrienden geworden. We zien elkaar nog steeds geregeld, af en toe ook met zijn vrouw en kind erbij. Ondanks alle verschillen is er een klik. We staan op dezelfde manier in het leven. Ik vind het een verrijking om iets van zijn cultuur en geschiedenis mee te krijgen en om vanuit zijn perspectief naar Nederland te kijken. Ik kan het iedereen aanraden om een tijdje buddy te worden.

◼ LUISTEREND OOR

In september 2022 ben ik afgestudeerd als huisarts. Uiteindelijk wil ik een eigen praktijk, maar ik blijf eerst nog even rondkijken. Ik werk twee dagen per week in een huisartsenpraktijk in een redelijk internationale wijk in Utrecht, een dag per week in een detentiecentrum en een dag per week in een noodopvang voor vluchtelingen. Het werk in het detentiecentrum doe ik via MedTzorg, een organisatie die eerstelijnszorg levert in justitiële en Wlz-instellingen, het werk in de noodopvang via Arts & Specialist.

In het detentiecentrum en de noodopvang zie ik patiënten met gewone huisartsenklachten, maar ook patiënten met ernstige psychische of psychiatrische problematiek. Voor

die mensen wil ik het verschil maken. Althans, dat probeer ik. Want in de noodopvang ben ik de hele dag aan improviseren. Er zijn niet altijd tolken aanwezig en vaak ontbreken de juiste faciliteiten. Ik probeer het voor elkaar te krijgen dat mensen passende zorg krijgen, maar dat is heel lastig als mensen nog geen vast adres hebben, nog niet verzekerd zijn en ook nog geen medisch dossier hebben. Soms is het enige wat ik kan doen een luisterend oor bieden.

Er zijn vluchtelingen bij die al maanden in Nederland zijn, maar nog geen medische intake hebben gehad, terwijl ze direct medische zorg nodig hebben. Denk aan zwangere vrouwen met zwangerschapsvergiftiging. Ik heb zelf een suïcidale jongvolwassen man gezien voor wie ik geen passende psychiatrische zorg kon vinden. Ik vreesde dat hij zichzelf zou suïcideren in de dagen daarna; gelukkig is dat niet gebeurd.

Vluchtelingen spreken onze taal niet, kennen de weg niet en hebben beperkt tot geen toegang tot gezondheidszorg. Het is toch verbijsterend dat we in een land als Nederland die zorg niet beter organiseren? Het probleem is dat op elke noodopvang het wiel opnieuw moet worden uitgevonden. Ontzettend inefficiënt. Ik werk met mijn eigen laptop

vang achterlaat geen kant op kunnen en al maanden in onzekerheid verkeren. In hun eigen land hebben ze al zoveel nare dingen meegemaakt, daar komt in Nederland nog meer narigheid en onzekerheid bij. Er zijn situaties bij die je inhumaan kunt noemen.

◼ WERELDVERBETERAAR

Het werken in de zorg zit in mijn familie. Mijn vader is fysiotherapeut, mijn moeder doet vrijwilligerswerk in de zorg, mijn opa was huisarts in Soest. Het was dus geen verrassing dat ik voor geneeskunde koos, maar ik had geen idee dat ik hier zou belanden. Ik koos voor de tropenopleiding vanuit een drang naar avontuur. Ik wilde reizen en iets van de wereld zien.

Nascholing

LHV Academie Wendbaarheid

Leer hoe u makkelijker kunt meebewegen als de omstandigheden veranderen in uw praktijk en binnen uw team. In deze nascholing van één dag brengt u de wendbaarheid van uw praktijk in kaart en leert u welke oplossingsrichtingen er zijn om de wendbaarheid bij u in de praktijk te vergroten.

Dinsdag 11 april, van 9.00-17.00 uur in de Domus Medica in Utrecht

Accreditatie: 7 punten (BIG)

Strategische personeelsplanning en -ontwikkeling

en heb een basisuitrusting in mijn dokterstas zitten. Maar ik moet toch ergens naar toe kunnen met de kweekstokjes en urinepotjes?

UITDAGENDE ZORG

Het werken in een asielzoekerscentrum, noodopvang, justitiële instelling of detentiecentrum vraagt meer dan gewoon huisarts zijn. Alles is ingewikkeld: de taalbarrière, de cultuurverschillen en het ontbreken van faciliteiten en verwijsmogelijkheden. Ondanks dat probeer ik patiënten dan toch de best mogelijke zorg te bieden. Dat is een enorme uitdaging, maar ook heel erg de moeite waard. Aan het eind van een werkdag ben ik vaak aangedaan door wat ik heb gezien. Als ik naar huis rijd, met een hoofd vol met verhalen, besef ik heel erg dat ik naar mijn eigen fijne, warme huis rijd, terwijl de mensen die ik in de noodop-

Tijdens mijn studie leerde ik andere (aspirant-)tropenartsen kennen. Mensen met idealen die de wereld willen verbeteren. Hun gedrevenheid raakte mij en stak in mij een vlammetje aan. Ik zag mezelf nooit als wereldverbeteraar, maar misschien ben ik het in mijn hart toch wel een beetje. Mijn hart ligt bij mensen in achterstandswijken, in detentie- en asielzoekerscentra. Dat is niet standaard, dat weet ik. Van de twaalf aio’s met wie ik de opleiding deed, ben ik een van de weinigen met deze interesse. Ik weet nog niet waar ik als huisarts uiteindelijk terechtkom. Voorlopig blijf ik dit werk met hart en ziel doen.

Er is zoveel meer dan de Nederlandse cultuur en manier van leven. Daarvoor hoef ik niet terug naar Suriname of een ander land, ik kan hier in Nederland ook iets voor patiënten betekenen. Dat besef is voor mij heel waardevol. Ik zit al op de plek waar ik wil zijn.’¶

Ga aan de slag met strategische personeelsplanning (SPP) voor uw praktijk. Zo zorgt u ervoor dat uw praktijk en uw team klaar zijn voor het werk van vandaag en voor ontwikkelingen in de toekomst. In deze nascholing leert u via een stappenplan hoe u uw praktijk toekomstbestendig maakt.

Maandag 13 maart van 9.00-17.00 uur in de Domus Medica in Utrecht

Praktijkmanagement (voor aios)

In vier dagen leert u over de belangrijkste zaken die komen kijken bij de start van een eigen praktijk. Van ondernemerschap tot praktijkvoering, en van personeelsbeleid tot financiën. Deze nascholing is speciaal voor huisartsen in opleiding.

Deze vierdaagse nascholing vind plaats in Amsterdam (start op 9 januari), Eindhoven (start op 18 januari) en Nijmegen (start 6 februari). Accreditatie: 28 punten. Kijk voor alle data op academie. lhv.nl/praktijkmanagement

Op academie.lhv.nl vindt u ons ruime aanbod aan nascholingen.

mijn werk&ik 14 de Dokter 7/2022 15 de Dokter 7 /2022
‘Ondanks alle verschillen is er een klik. We staan op dezelfde manier in het leven’
FOTO: SIMONE MICHELLE
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE

Hoe kom ik verder met deze patiënt?

Iedere huisarts kent ze: patiënten die heel regelmatig terugkomen op het spreekuur, vaak met vage klachten en aan wie je als huisarts wel zo’n beetje iedere vraag hebt gesteld die je kunt bedenken. Is het mogelijk zo’n vastgelopen patiëntencontact vlot te trekken? Huisartsen Indra Wamelink en Karel Bos ontwikkelden er elk hun eigen methode voor, die ze met succes inzetten. Ze kunnen hun patiënten beter helpen en halen zelf meer voldoening uit hun werk.

Wamelink is huisarts in Amsterdam. Al snel na haar opleiding realiseerde ze zich dat haar werkplezier onder druk kwam te staan door vluchtige contacten met patiënten.

‘Toen ik van waarnemer praktijkhouder werd, maakte dat een groot verschil, want je ziet dezelfde patiënten regelmatig terug.Toch hield ik een onbevredigend gevoel over de manier van consultvoering. Wat er werkelijk speelt, krijgen we vaak niet goed boven tafel.' De afgelopen jaren heb ik daarom de methode Anders Luisteren ontwikkeld en daarover een boek geschreven: Huisarts in de knoop. Anders Luisteren is gebaseerd op de modellen van Geweldloze Communicatie van Marshall Rosenberg en De Zeven eigenschappen van Effectief Leiderschap van Stephen Covey. Kernpunt van geweldloze communicatie is dat je je realiseert dat behoeftes de basis zijn van alle menselijk handelen en ook de drijfveer om in actie te komen. Achter de vraag waarmee een patiënt zich presenteert, zit een behoefte waar de patiënt zich lang niet altijd van bewust is. Als je als dokter bij de vraag blijft – in plaats van naar de behoefte gaat – kun je vastlopen. Als ik bij de patiënt én bij mezelf merk dat we beiden onszelf blijven herhalen, zie ik dat als een teken dat ik een spade dieper moet. Anders Luisteren draait erom dat je je focust op de gevoelens die je tussen de regels door hoort. Die gevoelens geven een aanwijzing van wat de behoefte van de patiënt is. Ik benoem de gevoelens die ik hoor expliciet en check dat bij de patiënt, bijvoorbeeld: klopt het dat u gefrustreerd bent omdat u zich niet gehoord voelt? En dan hoor je soms dat een patiënt al jarenlang niet zelf de regie heeft, maar dat besluiten voor of over hem of haar zijn genomen. Als je gewoon luistert, hoor je enkel de triggers van gevoelens. Bij Anders Luisteren richt je de aandacht op de onvervulde behoeftes die achter negatieve gevoelens schuilgaan. Iemand die over de diagnose van de buurvrouw begint, is misschien bang zelf erg ziek te zijn. Ik ga in het gesprek voortdurend op zoek naar: wat wil de patiënt,

wat zoekt de patiënt, welke behoefte staat onder druk?

◼ OMMEZWAAI

Voor de patiënt kan het heel veel betekenen als het lukt om de echte behoefte boven tafel te krijgen. In de woorden van Stephen Covey: de patiënt gaat van de cirkel van betrokkenheid naar de cirkel van invloed. Iemand die er bijvoorbeeld al jarenlang last van heeft geen erkenning van haar moeder te krijgen, kan op zoek gaan naar erkenning bij bijvoorbeeld haar vriend, of bij zichzelf. Als je patiënten helpt om hun werkelijke behoefte boven tafel te krijgen, stel je ze in staat daar iets mee te doen. Ik vind het fantastisch om zo’n ommezwaai te zien. Door te verwoorden wat iemand anders probeert te zeggen – misschien zonder het zich bewust te zijn – kun je van grote betekenis zijn in iemands leven.

Mensen voelen zich begrepen. Dat geeft ook een vertrouwensbasis voor verdere samenwerking.

Mijn ervaring is dat Anders Luisteren vooral kan helpen bij patiënten die je regelmatig ziet zonder ermee verder te komen en bij patiënten met wie je verschil van inzicht hebt. Een patiënt die per se ‘eens goed nagekeken’ wil worden, vraag ik bijvoorbeeld wat zijn of haar grootste zorg is. Vaak komt dan de

angst en de behoefte daarachter wel boven en blijkt het niet altijd nodig om de patiënt te verwijzen. Er zijn patiënten die van de ene naar de andere specialist gaan en met veel boosheid of angst blijven rondlopen. Voor de patiënt is het schadelijk om steeds maar op zoek te blijven naar de bevestiging van de eigen gezondheid. Bovendien kom je als huisarts dan tegenover in plaats van naast de patiënt te staan. Je verliest het contact.

◼ OPLUCHTING

Meestal lukt het prima om Anders Luisteren in te zetten in een consult van 10 tot 15 minuten. Het hoeft natuurlijk niet bij ieder consult. Ik denk dat ik het ongeveer in de helft van de gevallen gebruik. Ik heb op een gegeven moment de assistente gevraagd om een uitdraai te maken van alle patiënten die het meest frequent langskomen en hen in te plannen voor een consult van 20 minuten. Voor deze groep is het een enorme opluchting dat iemand écht naar hen luistert en met hen meedenkt. Ik kreeg scherp wat ze echt nodig hebben, en kan daardoor beter meedenken over een effectieve strategie.

Ik onderbreek patiënten gerust als ze met een hele serie voorbeelden komen. Dan snij ik meteen naar de kern toe: ‘Ik hoor dat u gefrustreerd bent’. Dat vinden patiënten niet vervelend, want ze merken dat ik oprecht wil weten wat hen bezighoudt.

Anders Luisteren heeft mijzelf veel werkplezier gebracht. Ik heb gemerkt hoe ontroerd en verbonden ik me voel als het lukt om écht contact te maken – dat is dan weer de vervulling van míjn behoefte. En voor patiënten het verschil maken, dat is toch waar je als huisarts je bed voor uitkomt?’

Het boek ‘Huisarts in de knoop’ van Indra Wamelink is gratis te downloaden via huisartsindeknoop.nl

FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN 16 de Dokter 7/2022 17 de Dokter 7/2022
TEKST: BERBER BIJMA
‘Als het lukt écht contact te maken, voel ik me ontroerd en verbonden’
Indra

‘We hebben allemaal patiënten van wie we denken: ik zou u graag willen helpen, maar ik weet niet hoe’, zegt Karel Bos. Hij is huisarts, huisartsopleider en leefstijlhuisarts in Amersfoort. ‘Ook na tien keer geruststellen komen ze terug. Op een gegeven moment ga je je ergeren aan jezelf en aan de patiënt. En als ik me erger, kan ik geen goede dokter zijn.

Tien jaar geleden ben ik begonnen aan deze patiënten de vraag te stellen: “Wat is het meest schokkende dat u ooit hebt meegemaakt?” Bijna iedereen kan daar direct een antwoord op geven. Inmiddels stellen collega’s en aiossen die ik opleid deze vraag ook regelmatig aan een patiënt met wie ze niet verder komen. Zo hebben we in de loop van de jaren heel wat ervaring opgebouwd met “De Vraag”, vaak met goed resultaat. Ik ben me er steeds meer van bewust dat we in de gezondheidszorg relatief veel mensen tegenkomen die een traumatische ervaring achter de rug hebben. Juist door die ervaring loopt deze groep extra risico op bijvoorbeeld verslavingsproblemen, onbegrepen lichamelijke klachten of een ongezonde leefstijl. Daardoor is deze groep oververtegenwoordigd in de zorg, ook in onze spreekkamer. Ik zie dat regelmatig bevestigd worden.

Sinds ik mensen vraag naar de meest schokkende gebeurtenis die ze ooit hebben meegemaakt, hoor ik regelmatig verhalen over traumatische gebeurtenissen. Dat kan misbruik zijn of een verblijf in een Jappenkamp. Soms kende ik patiënten al jarenlang en wist ik dit nog niet van hen. Het maakt een groot verschil om het wel te weten: ik erger me nooit meer aan iemand die in een Jappen-

kamp heeft gezeten of die misbruikt is.

◼ VERBAND

Ik heb bijvoorbeeld veel beter contact met een patiënte van wie ik pas na vele jaren een heel ingrijpend misbruikverhaal hoorde. Zij had al jaren onbegrepen buikklachten. In zo’n situatie moet je natuurlijk niet zeggen: “Aha, nú begrijp ik waarom u buikpijn heeft!” Dat roept meteen weerstand op en dan verlies je het contact. Wat ik wel doe als ik zoiets hoor, is vertellen dat er bij sommige mensen een verband is tussen zo’n traumatische gebeurtenis en klachten die vergelijkbaar zijn met die van haar. En dan vraag ik hoe zij denkt over een mogelijk verband in haar situatie. Mensen zien vaak zelf het verband wel en dan praten we door over de eenheid van lichaam en geest.

Als ik denk dat er mogelijk een lichamelijke ziekte speelt, stuur ik mensen uiteraard door. Maar door deze vraag te stellen kan het patiënten toch best vaak bespaard blijven om naar het ziekenhuis te gaan. Ze kunnen zelf een klacht ook beter loslaten als ze de relatie zien met een eerdere ingrijpende gebeurtenis.

Een collega, die ik deze tip aan de hand deed, vertelde later dat dit hem enorm had geholpen in het contact met een oudere patiënt

die steeds veel stress kreeg bij lichamelijk onderzoek. Deze patiënt bleek een traumatische beleving te hebben overgehouden aan bezoeken van járen geleden aan de kinderarts.

◼ MOOIE VERHALEN

Als opleider raad ik ook aiossen aan om deze vraag aan patiënten te stellen bij onbegrepen klachten. Het duurt soms even voordat ze eraan denken, maar ook van hen hoor ik regelmatig mooie verhalen terug. Bijvoorbeeld over een jonge vrouw met pijn op de borst waarvoor geen oorzaak te vinden was. Bij een tweede gesprek bleek dat haar broer een jaar eerder aan een hartprobleem was overleden.

Ze had zelf het verband nog niet gelegd, maar kreeg dat inzicht tijdens het gesprek. Mijn vrouw, die internist is, heeft er ook vaak baat bij te vragen naar de meest schokkende gebeurtenis, met name als een patiënt met onbegrepen klachten komt. Hierdoor kan zij haar patiënten helpen om op een andere manier naar hun klachten te kijken. Een consult hoeft niet uit te lopen als een patiënt vertelt wat zijn of haar meest schokkende gebeurtenis is geweest. Ik maak eigenlijk nooit mee dat een patiënt totaal van slag raakt. Mensen hebben een trauma soms vijftig jaar lang onder de oppervlakte gehouden, dan is het al heel wat om die gebeurtenis even te benoemen. Ik bied ze meestal aan om er eventueel later in een langer consult nog eens over door te praten.

Deze vraag is niet de enige die ik gebruik om verder te komen met patiënten die vaak langskomen of vage klachten hebben. Soms werkt het beter om te vragen of iemand zich zorgen maakt. Bij leefstijlinterventies werkt het juist weer goed om te vragen wat iemands doel of drijfveer is. Dat is vaak een goede motivator om bijvoorbeeld te stoppen met roken of iedere dag een stukje te gaan wandelen.

Als ik vraag naar de meest schokkende gebeurtenis, moet ik exact bij de letterlijke vraag blijven, heb ik in de loop van de jaren geleerd. De gesloten vraag “Hebt u weleens iets schokkends meegemaakt?” werkt lang niet zo goed. En één keer vroeg ik aan een patiënt: “Wat is het meest indrukwekkende dat u ooit hebt meegemaakt?” waarop hij antwoordde: “De Rocky Mountains”.’

Patiënten hebben er baat bij dat ze hun verhaal en hun emotie bij de huisarts kwijt kunnen, dus lijkt het logisch om te denken: laat ze even uitpraten. Uit een recent onderzoek van Nivel, Radboud Universiteit en Radboudumc blijkt dat huisartsen hun patiënt gemiddeld na 36 seconden onderbreken.

Fout? Nee, helemaal niet, zegt Sandra van Dulmen, bijzonder hoogleraar Communicatie in de gezondheidszorg, die het onderzoek begeleidde.

‘Uit eerdere onderzoeken is al vaker gebleken dat huisartsen hun patiënten vrij snel onderbreken – meestal kwam er zelfs minder dan 36 seconden uit. Daar heeft altijd een negatieve sfeer omheen gehangen, alsof de huisarts meteen van onderwerp verandert. Uit dit nieuwste onderzoek blijkt dat we er veel genuanceerder naar moeten kijken. Er zijn coöperatieve en verstorende onderbrekingen. Een verstorende onderbreking is bijvoorbeeld dat je van onderwerp verandert. De patiënt vertelt bijvoorbeeld dat ze slecht slaapt en de huisarts komt ertussen met: “Hoe gaat het met de medicatie?” Er is misschien wel een verband tussen die twee, maar de patiënt heeft haar zorgen nog niet geuit en de huisarts heeft niet doorgevraagd op de klacht.’

‘Bij coöperatieve onderbrekingen gaat het er bijvoorbeeld om dat de huisarts instemt met iets wat de patiënt zegt, begrip toont of verduidelijking vraagt. De huisarts gaat dan mee in het onderwerp van de patiënt. Het doel

van een coöperatieve onderbreking is om te laten zien dat je als huisarts de patiënt hoort of op zoek bent naar verheldering van de klacht.’

De onderzoekers bekeken 84 op video opgenomen consulten van huisartsen. Daaruit blijkt dat maar liefst 82 procent van de onderbrekingen coöperatief van aard zijn. ‘Dat heeft mij blij verrast’, zegt Van Dulmen. ‘De negatieve connotatie die onderbreken heeft, is dus niet terecht. Huisartsen doen het heel goed. Ik vind het mooi dat ons onderzoek leidt tot die positieve conclusie.’

De onderzoekers constateerden nog een paar opvallende zaken. Patiënten zorgen in een consult iets vaker voor een verstorende onderbreking dan huisartsen. Vrouwelijke patiënten doen dat bovendien vaker dan mannelijke patiënten. Bij de huisartsen is het net andersom: mannelijke huisartsen breken vaker op een verstorende manier in dan vrouwelijke huisartsen. Het onderzoek richtte zich niet op de achtergronden van deze verschillen.

Van Dulmen: ‘Vrouwelijke patiënten roepen misschien harder omdat ze zich wellicht minder gehoord voelen. En mannelijke huisartsen houden wellicht meer dan hun vrouwelijke collega’s graag de regie. Maar gelukkig blijkt dat zowel mannelijke als vrouwelijke huisartsen in verreweg de meeste gevallen op een opbouwende manier onderbreken. Huisartsen doen duidelijk veel moeite om het gesprek met een patiënt gaande te houden op geleide van wat de patiënt zegt.’

FOTO: ROB TER BEKKE 18 de Dokter 7/2022 19 de Dokter 7/2022
Huisartsen onderbreken hun patiënten snel, maar vaak op een helpende manier
‘Op “de vraag” kan bijna iedereen direct een antwoord geven’
Sandra van Dulmen, bijzonder hoogleraar Communicatie in de gezondheidszorg

mijn praktijkstart

Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Isabella Plato over haar praktijkstart.

WIE

Huisarts in het dorp waar je als puber woonde, is dat leuk?

‘Dat is fantastisch! Heumen was eigenlijk het enige dorp waar ik huisarts wilde worden. Ik heb hier van mijn elfde tot mijn negentiende gewoond. Daar heb ik warme herinneringen aan. Het voelt alsof ik nu iets terug kan doen. Heumen is een vriendelijke, gemoedelijke gemeenschap, waar veel mensen met elkaar in harmonie wonen en waar de meeste kinderen het goed hebben. Ik vind veel mensen ook verstandig in hoe ze met gezondheidsvragen omgaan. Echt een warme dorpsgemeenschap.’

Die nu voor het eerst een eigen dokter heeft?

‘Klopt, Heumen heeft nooit eerder een eigen huisartspraktijk gehad. Mensen zijn altijd in een naburig dorp naar de huisarts gegaan. Ik moest er destijds ook vijf kilometer voor fietsen, wat je als puber natuurlijk niet leuk vindt. Er wonen hier inmiddels 2000 mensen, dus het dorp is groot genoeg voor een eigen huisartspraktijk. Veel mensen die nu in Heumen wonen, ken ik niet van vroeger, maar ik heb inmiddels wel oud-klasgenoten in mijn praktijk. Ontzettend leuk.’

Wilde je per se praktijkhouder worden?

‘Hiervoor was ik vier jaar waarnemend huisarts. Dat was prima, maar ik miste de verdieping in het contact met patiënten. Ik voelde me vaak geleefd door een veel te volle agenda. Als waarnemer moet je je schikken naar de situatie waarin je terechtkomt. Mijn belangrijkste drijfveer voor mijn eigen praktijk was de autonomie. Ik wilde volledige beschikking over mijn dag, mijn agenda en de zorg die ik wil leveren. Associëren was daarom voor mij geen optie. Ik ben wat ik noem een nieuwerwetse huisarts, in een kleinschalige praktijk waar patiënt en huisarts een warme binding hebben.’

Hoe ziet dat er concreet uit?

‘Ik vind het belangrijk om patiënten te leren kennen, hun levensvisie, hun hobby’s, hoe ze denken over gezondheid. Daar neem ik in deze opbouwfase de tijd voor. Een consult duurt nu minimaal vijftien minuten, een kennismaking een halfuur. Bij de kennismaking bij een patiënt thuis merkte ik laatst ineens dat het ondertussen donker was geworden. Ik had er wel anderhalf uur gezeten en heb er enorm van genoten. Bij de tweeduizendste patiënt zal dat

niet meer lukken, nee, maar nu nog wel. Ik vind het heerlijk dat ik zelf mag bepalen hoeveel tijd ik aan een patiënt besteed. Het voelt als een voorrecht om zoveel verschillende mensen te leren kennen. Ik zie geneeskunde steeds meer als een middel om contact met mensen te leggen. De geneeskundige kant van het werk boeit me meer dan ooit, juist omdat ik die nu kan plaatsen in de context van de hele mens.’

Hoe heb je de start ervaren?

‘In november 2019 besloot ik om een vrije vestiging in Heumen te beginnen. Ik zocht contact met een andere huisarts die dat had gedaan om te vragen hoe zoiets in z’n werk gaat. Daarna begon de hele voorbereiding met alles wat daarbij komt kijken. Heel veel en heel divers, maar het lukte allemaal. Op 1 januari van dit jaar opende ik de praktijk. Ik had flyers rondgebracht en kreeg al vrij snel veel aanmeldingen. Nog steeds komen er iedere week nieuwe patiënten bij, uit Heumen en soms uit omliggende dorpen. Ik voel me soms best trots dat ik dit helemaal from scratch heb opgebouwd. Deze praktijk voelt als een op maat gemaakte jas. Eindelijk ben ik huisarts die ik wil zijn.’

Op je site meld je bijzondere hobby’s, waaronder schaken en jongleren.

‘Ik vind jongleren gewoon iets heel grappigs, met balletjes, kegels of ringen. Het is goed voor de coördinatie tussen je hersenhelften. In de praktijk heb ik een paar balletjes liggen – soms pak ik ze even tussen de bedrijven door. Schaken vind ik héérlijk. Als ik schaak gaat alles in mij leven.

Je kunt op veel manieren schaken: aanvallend, verdedigend, slordig, bedachtzaam. Ik hou ervan om goed na te denken over dé beste zet op dat moment. Daarin zie ik een parallel met geneeskunde: samen met de patiënt probeer je te bedenken wat de beste strategie is.

Ik weet van mezelf dat ik primair in mijn hoofd zit – dat is mijn veilige zone. Daarom doe ik ook aan yoga, hoelahoep en ben ik onlangs begonnen met aikido, een vorm van zelfverdediging zonder agressiviteit. Zo kruip ik ook in mijn lichaam, om te voorkomen dat het cognitieve de overhand neemt.’ ¶

Isabella Plato (41), huisarts in Heumen sinds januari 2022, daarvoor 4 jaar waarnemend huisarts in Nijmegen en omgeving. Daar volgde ze ook haar huisartsopleiding en woont ze met haar gezin: echtgenoot, dochter (7) en zoon (5).

WAT

Vrije vestiging in Heumen, met steeds meer patiënten. Kleinschalige praktijk met één huisarts en één assistent.

WERKTIJD

Twee dagen per week van 9 tot 16 uur, twee dagen per week tot 15 uur en één middag in de week tot 12.30, met daarnaast tijd voor nascholingen, eigen hobby’s en gezin.

GEZIN

‘Ik besteed veel tijd aan mijn kinderen. Ik zoek de balans tussen werk en andere dingen en hoop zo tot mijn 85ste door te werken.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK?

Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart?

En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.

20 de Dokter 7/2022 21 de Dokter 7/2022
TEKST: BERBER BIJMA
FOTO: BART VAN DIEKEN
‘Deze praktijk voelt als een op maat gemaakte jas’

‘Meer praktijkmanagement in opleiding wakkert enthousiasme aan’

Huisartsen in opleiding leren relatief weinig over praktijkmanagement. Jammer, vinden de opleidingsinstituten, de aios en de LHV, want juist door een grondige kennismaking worden toekomstige huisartsen enthousiast voor praktijkmanagement. En die kennismaking hoeft zeker niet pas in het derde opleidingsjaar te beginnen. Nieuwe landelijke lesmodules geven praktijkmanagement op alle opleidingsinstituten binnenkort een prominentere rol.

Iedere huisarts in opleiding moet tijdens de hele opleiding regelmatig met praktijkmanagement in aanraking komen, of het nu gaat om financiën, leidinggeven, ict of nog andere onderwerpen die onder praktijkmanagement vallen. Dat staat voor LHV-bestuurder Hilly ter Veer als een paal boven water. ‘Het huisartsenvak staat in z’n kracht als patiënten een vaste huisarts hebben. Dat kan een praktijkhouder zijn, maar ook een hidha of hid. In elk van die drie rollen – maar ook voor waarnemend huisartsen – is het belangrijk om te begrijpen hoe praktijkmanagement werkt. Als je dat begrijpt, wordt het vak ook veel leuker.

Met name als praktijkhouder kun je zelf grotendeels invullen wat jouw patiënten nodig hebben voor optimale zorg. Als je goed doorgrondt hoe praktijkmanagement werkt, dúrf je ook meer.’

Meer aandacht voor praktijkmanagement in de opleiding zal leiden tot meer praktijkhouders en hidha’s, is Ter Veers overtuiging. ‘We weten uit onderzoek dat ook de jongste generaties huisartsen en veel aios nog steeds in merendeel een eigen praktijk willen uiteindelijk, maar dat

ze wel een drempel voelen. Meer kennis van hoe een huisartsenpraktijk functioneert kan hopelijk al iets van die drempel wegnemen en het praktijkhouderschap aantrekkelijker maken.’

VERSCHILLEN TUSSEN OPLEIDINGEN

Er zijn best grote verschillen in de hoeveelheid aandacht die de afzonderlijke huisartsopleidingen geven aan praktijkmanagement en in de manier waarop ze dat doen. Een landelijke stuurgroep praktijkmanagement werkt aan meer gelijkheid (zie kader ‘Meer aandacht voor praktijkmanagement met nieuwe lesmodules’).

In die stuurgroep zitten de LHV, Huisartsopleidingen Nederland, de Landelijke Huisartsen Opleiders Vereniging, de LOVAH (huisartsen in opleiding), het NHG, de SBOH (werkgever van artsen in opleiding) en onderwijscentrum Schola Medica.

De stuurgroep buigt zich over aandacht voor praktijkmanagement tijdens de opleiding, maar ook daarna. In de opleiding kan het niet vroeg genoeg aan de orde komen, vindt Ter Veer. ‘Het is essentieel om in het eerste jaar te beginnen.

Elske Princen is tweedejaars aios en bestuurslid van de LOVAH, de organisatie die huisartsen in opleiding vertegenwoordigt. Namens de LOVAH praat ze mee over het opleidingscontinuum praktijkmanagement met zes nieuwe lesmodules, dat momenteel in ontwikkeling is (zie ook hoofdtekst). ‘Het continuüm is het gehele onderwijsaanbod vanaf het eerste jaar van de opleiding totdat je als huisarts met pensioen gaat. Voor de opleidingsperiode is de afgelopen tijd de PRO-class ontwikkeld. Voor afgestudeerde huisartsen worden de PROF-classes verder ontwikkeld. Die komen beschikbaar via de LHV Academie.’

De PRO-class bestaat uit zes modules

voor huisartsen in opleiding: personeelsmanagement, financieel management, visieontwikkeling & medisch leiderschap, proces- en facilitair management en een zesde module over alles wat in de tijd rondom het afstuderen relevant is.

HOGERE SCORE

‘Aios hebben een duidelijk signaal afgegeven dat de aandacht voor praktijkmanagement in de opleiding op dit moment onvoldoende is’, zegt Princen. Dit blijkt onder meer uit de NIVEL-enquête van 2021, waarin slechts 24 procent van de aios aangaf tevreden te zijn over de hoeveelheid onderwijstijd die gewijd wordt aan praktijkmanagement. ‘Onder andere naar aan-

leiding hiervan is het opleidingscontinuüm praktijkmanagement ontwikkeld. Alle opleidingsinstituten hebben zich hieraan gecommitteerd. Vanuit de LOVAH juichen we van harte toe dat de modules van dit opleidingscontinuüm zo snel mogelijk op alle instituten worden geïmplementeerd.’ Uit recent onderzoek van de LOVAH, dat momenteel wordt uitgewerkt, blijkt dat maar liefst 85 procent van de aios binnen tien jaar na de opleiding praktijkhouder wil worden. Princen: ‘Een veel hogere score dan je zou verwachten op basis van berichten in de media dat “niemand meer praktijkhouder wil worden”. En ook alle aanleiding dus om binnen de opleiding genoeg aandacht te geven aan praktijkmanagement, want onbekend maakt onbemind.’

MODULES

De modules over praktijkmanagement zijn echter niet alleen interessant voor aios die (mogelijk) praktijkhouder willen worden, benadrukt Princen. ‘Ook waarnemend huisartsen en hidha’s krijgen te maken met bijvoorbeeld declareren of medewerkers aansturen.’

De nieuwe modules zijn grotendeels klaar en kunnen vanaf het tweede kwartaal van 2023 worden gebruikt. ‘Het is nog even afwachten hoe en hoe snel opleidingen deze nieuwe modules zullen opnemen in hun curriculum. De LOVAH hoopt dat ze zo snel mogelijk beschikbaar zijn en ook dat ze goed over de opleidingsjaren zullen worden verdeeld. Via de de landelijke werkgroep onderwijs en de regionale onderwijscommissies zullen we dat als LOVAH monitoren. De hoeveelheid aandacht voor dit thema en de verdeling over de drie opleidingsjaren verschilt op dit moment nogal per opleidingsinstituut. Wij hopen dat dat met dit nieuwe opleidingscontinuum meer gelijkgetrokken wordt. Ik zou alle aios willen oproepen om er mede op toe te zien dat de mooie modules die ontwikkeld zijn, inderdaad hun weg naar de verschillende curricula vinden, en om aan de bel te trekken bij de regionale onderwijscommissie van de LOVAH op het moment dat dit te lang op zich laat wachten.’

22 de Dokter 7/2022 23 de Dokter 7/2022
‘Meer aandacht voor praktijkmanagement met nieuwe lesmodules’
BERBER BIJMA
TEKST:

Dan wordt een zaadje geplant voor iets waar je je hopelijk de rest van je werkzame leven mee gaat bezighouden. Wat je niet meteen leert, ga je later niet snel doen. Als je in een driejarige opleiding vrijwel uitsluitend met consultvoering bezig bent, zie je dát als het huisartsenvak. Terwijl het in de praktijk veel breder is, of in ieder geval: kan zijn. Hoe eerder je je verdiept in praktijkmanagement en onderdelen daarvan probeert op te pakken, hoe sneller je geneigd bent de stap naar praktijkhouder, hidha of hid te zetten.’

‘Het zou bijvoorbeeld prima zijn als een aios in de tweede of derde week van het eerste opleidingsjaar een tijdje naast de assistente gaat zitten. Als je al in dat stadium grondig kennismaakt met haar werk, kun je later optimaal samenwerken. Je gaat dan ook inzien hoe belangrijk die samenwerking is én dat je daar in de rol van vaste huisarts regie op kunt voeren. Het zou bijvoorbeeld zo maar kunnen dat je besluit om zelf aan de telefoon of chat te gaan zitten, terwijl jouw collega haar Spreekuur Ondersteuner Huisarts gaat doen. Vooral die regie geeft meer lol in het werk.’

Hetzelfde geldt voor een heel ander onderwerp als ict, zegt Ter Veer. ‘In de loop van de opleiding moet je met verschillende digitale mogelijkheden kennismaken, zodat je je er gaandeweg meer in kunt verdiepen en je voorkeur kunt bepalen.’

TAKEN UITPROBEREN

Juist de brede diversiteit van praktijkmanagement maakt dat structurele en voldoende aandacht nodig is. ‘Als je verschillende taken probeert, ontdek je wat je wel en niet leuk vindt en krijg je een duidelijker beeld van wat voor dokter je wilt zijn. Hoe je wilt dokteren is zóveel meer dan wat je tijdens het spreekuur doet.’

De LHV heeft via de stuurgroep meegepraat over het opleidingscontinuüm en blijft graag bij de invulling van praktijkmanagement in de opleiding betrokken, geeft Ter Veer aan. ‘Ik zou het mooi vinden om in het eerste en derde opleidingsjaar bij de aios langs te komen. We kunnen dan natuurlijk vertellen wat de LHV doet aan ondersteuning en belangenbehartiging – zeker op het gebied van praktijkmanagement – en wellicht kunnen we ook binnen de modules een concrete inbreng hebben, bijvoorbeeld in de vorm van docenten met een bepaalde expertise. De goede samenwerking binnen de stuurgroep was daarvoor een mooie start.’

Een praktijkvisie uitwerken wakkerde mijn enthousiasme enorm aan’

Op de huisartsopleiding in Rotterdam werken aios in het derde jaar in groepjes hun ideale praktijk uit. Ze doordenken daarbij allerlei aspecten van een praktijk, waaronder de visie, de financiën, de samenstelling van het team en de huisvesting. De opdracht is onderdeel van verschillende opdrachten op het gebied van praktijkmanagement in het derde jaar van de opleiding, vertelt docent en huisarts Ronald van der Knaap.

Nina Schepers, recent afgestudeerd huisarts, werkte met een groepje van vijf aios een ideale praktijk uit. ‘Hoewel, ideaal… Wij kozen ervoor een realistisch scenario uit te werken. We begonnen met deze opdracht rond de actiedag van 1 juli op het Malieveld.

We waren daar met een grote groep aios en realiseerden ons dat we een antwoord moesten formuleren op de vraag: hoe gaan we met het dreigende zorginfarct om? Een praktijk

in een mooi pand met visgraatvloer en assistenten die nooit ziek zijn – hoe realistisch is dat? In werkelijkheid zullen we te maken krijgen met vergrijzing, huisvestingsproblemen, assistententekort, minder mantelzorgers, minder plek in verpleeghuizen. Bij dat toekomstperspectief wilden we een scenario schetsen.’

EIGEN REGIE

De groep kwam uit op een praktijk met drie huisartsen zonder assistenten en een triagesysteem dat gebruik maakt van kunstmatige intelligentie. Praktijkondersteuners zijn wel in het plan opgenomen, om ketenzorg te kunnen leveren. ‘We zouden absoluut nog patiënten gaan zien – de computer vervangt het dokterscontact niet – maar wel veel meer zaken digitaal en op afstand regelen dan nu gebruikelijk is. Dat maakt de zoektocht naar huisvesting ook makkelijker.’

Het helemaal doordenken van een

eigen praktijk is in haar ogen een heel nuttige exercitie. ‘Ik wist al dat ik praktijkhouder wil worden, maar door deze opdracht is mijn enthousiasme enorm aangewakkerd. Ik denk nu: misschien word ik wel op veel kortere termijn praktijkhouder dan ik eerder in gedachten had. Op de manier waarop wij het hebben uitgewerkt, hou je het goed vol om praktijkhouder te zijn. Je hebt veel eigen regie én veel flexibiliteit. Ik zie mijzelf het wel op deze manier doen.’

Van der Knaap is erg enthousiast over het uitgewerkte praktijkplan van deze groep. ‘Op basis van de actualiteit hebben ze een sterke en realistische visie ontwikkeld op hoe ze willen dokteren. Dat is precies wat we met deze opdracht beogen.’

OVER VIJF JAAR

‘De opdracht zette ons op het spoor: zo kan het ook’, zegt Schepers. ‘De combinatie van huisarts en ondernemer spreekt mij erg aan.

Ik hou er vooral van om bezig te zijn met de visie: waar willen we over vijf jaar staan? De finesses van de financiën zou ik liever

aan een maat overlaten. Het is goed om je dat soort dingen te realiseren tijdens de opleiding. We hebben voor een eerdere opdracht een keer een persoonlijkheidstest gedaan, waaruit blijkt of je bijvoorbeeld een ‘blauw’ of ‘rood’ persoon bent. In onze hele groep aios zag je vrijwel de normaalverdeling van kleuren die je ook in de hele maatschappij ziet. In het groepje waarmee we onze ideale praktijk ontwikkelden, bleken we ook goede combi’s te hebben. Daardoor realiseer je je: als je met iemand een praktijk wilt starten, is het goed om iemand met een andere persoonlijkheid te zoeken dan je zelf bent.’

MEER AANDACHT

Dat de aandacht voor praktijkmanagement geconcentreerd is in het derde opleidingsjaar, is voor Schepers wel prima. ‘Dan ben je er het meest ontvankelijk voor. Consultvoering heb je dan wel zo’n beetje in de vingers. In het laatste jaar kijk je vooruit.’ De huisartsopleiding Rotterdam werkt net als de andere opleidingsinstituten evenwel aan meer aandacht voor praktijkmanagement in alle drie de opleidingsjaren, vertelt Van der Knaap (zie hoofdtekst en kader ‘Meer aandacht voor praktijkmanagement met nieuwe lesmodules’). ‘We voeren nu al pilots uit met die modules, met de mogelijkheid om ze in 2023 in het curriculum op te nemen.’

Of de vergaand gedigitaliseerde praktijk van het aios-groepje van Schepers ooit werkelijkheid wordt, is de vraag. ‘Omdat het zo’n nieuw concept is, zouden we een nulpraktijk moeten starten. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Maar bij een borrel rond ons afstuderen hebben we wel grappend tegen elkaar gezegd: “Wie weet tot volgend jaar!”’

LHV Academie: Praktijkmanagement voor aios

De

LHV Academie heeft voor huisartsen in opleiding de vierdaagse cursus Praktijkmanagement. In acht onderdelen maken derdejaars aios grondig kennis met wat er komt kijken bij een eigen praktijk: van ondernemerschap tot praktijkvoering. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder meer het ondernemersplan, verschillen tussen waarnemen en in loondienst, financiële planning en pensioen, financiële praktijkvoering, onderhandelen, leiderschap, personeelsbeleid en organisatie.

Lennart Rijkers, senior beleidsmedewerker bij de LHV, werkt als docent mee aan de vierdaagse cursus. ‘Aios komen vaak met veel basale vragen naar deze cursus. Ik krijg regelmatig te horen dat ze praktijkmanagement onderbelicht vinden tijdens hun opleiding. Het is erg leuk om deze cursus te geven, omdat de deelnemers supergemotiveerd en geïnteresseerd zijn. We leggen in deze cursus een basis voor een breed scala aan onderwerpen. Daarmee proberen we er in ieder geval voor te zorgen dat áls een onderwerp in de jaren daarna aan de orde komt, dat niet geheel nieuw in de oren klinkt.’

De cursus Praktijkmanagement werd de afgelopen jaren al door meer dan 2000 aios gevolgd. Zij gaven de cursus het gemiddelde rapportcijfer 8. Begin 2023 staat de cursus gepland in Amsterdam, Eindhoven en Nijmegen.

Meer informatie op academie.lhv.nl, zoek op ‘praktijkmanagement’.

FOTO'S: MIRJAM VAN DER LINDEN 24 de Dokter 7/2022 25 de Dokter 7/2022

Is uw patiënt gedupeerde van de Toeslagenaffaire? En heeft hij of zij kinderen die uit huis zijn geplaatst of elders zijn gaan wonen?

Wijs hem of haar dan op gratis en onafhankelijke ondersteuning van Het Ondersteuningsteam.

Kijk voor meer info op: www.hetondersteuningsteam.nl

Kan ik verzuim voorkomen?

Verzuim voorkomen is beter dan genezen. Maar hoe doet u dat? Welke signalen wijzen erop dat een medewerker mogelijk uitvalt? En hoe gaat u het gesprek aan over verzuim?

1

Kan ik eerder merken dat een medewerker mogelijk gaat uitvallen?

3

De arbodienst heeft een open spreekuur. Wat houdt dat in?

5 Kan ik als werkgever zelf ook advies inwinnen bij de arbodienst?

De

gegevens van jouw patiënten

veilig in hun PGO met MedMij

MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen zorggebruikers en gezondheidsprofessionals.

Door het MedMij-label weet je dat jouw patiënten hun medische gegevens veilig in hun persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kunnen verzamelen.

Ontdek alles over MedMij op medmij.nl/zorgaanbieders

Vaak valt iemand niet zomaar uit. Zorg ervoor dat u weet hoe het met uw medewerkers gaat. Let op vroegtijdige signalen dat er iets aan de hand kan zijn: maakt een medewerker een vermoeide indruk, is hij of zij prikkelbaar, snel het overzicht kwijt of heeft hij moeite met concentreren? Deze signalen geven aanleiding om een gesprek aan te gaan. Dat hoeft geen formeel gesprek te zijn. ‘Hoe gaat het eigenlijk met je?’, kan al een goede opening zijn voor een gesprek.

2

Hoe begin ik het gesprek?

Wacht niet tot het jaargesprek, maar ga op tijd het gesprek aan als u een probleem signaleert. Zo weet u waar u aan toe bent en vergroot u de kans dat u samen met uw medewerker een oplossing vindt die voor beide partijen werkt. Neem de tijd voor dit gesprek. Probeer daarbij een balans te vinden tussen het welzijn van de medewerker en het draaiende houden van de praktijk. Een goed gesprek is een mix tussen de zakelijke kant en belevingsvragen. De SSFH heeft twee gesprekskaarten met vragen waar u uit kunt putten. U hoeft niet de hele lijst af te werken, maar het kan houvast geven. U vindt de gesprekskaarten op www.ssfh.nl/gesprekskaarten.

De arbodienst biedt een preventief spreekuur aan. Medewerkers kunnen dit open spreekuur van de bedrijfsarts bezoeken, nog voordat zij mogelijk uitvallen. Ze kunnen op eigen initiatief op dit spreekuur terecht, met gezondheidsvragen die mogelijk gevolgen hebben voor de werksituatie. In de Arbowet staat dat u uw medewerker moet informeren over deze mogelijkheid. Sommige arbodiensten bieden hier een voorbeeldtekst voor aan. Gebruik bijvoorbeeld de voorbeeldtekst van ArboNed: ga naar arboned.nl en zoek op Open spreekuur bedrijfsarts

4

Zijn er meer manieren om verzuim te voorkomen?

Zorg in de eerste plaats voor een goede en veilige werkplek voor uw medewerkers. Spreek uw waardering uit en neem de tijd en aandacht voor elkaar. U kunt zelf bijdragen aan een open cultuur waarin iedereen zich durft uit te spreken. Houd oog voor elkaar, communiceer duidelijk en pik signalen tijdig op, als u merkt dat er iets speelt.

Valt een medewerker uit, kijk dan eerst naar tijdelijke oplossingen om langdurig verzuim te voorkomen, zoals tijdelijk minder uren werken, hybride werken of de werkuren anders verdelen over de dag of de week.

Ja, als werkgever kunt u ondersteuning vragen. Uw contactpersoon bij de arbodienst kijkt samen met u naar de situatie in uw praktijk en een passend verzuimbeleid.

Soms worstelt een werknemer met een probleem waar hij liever niet voor uitkomt, maar dat wel voor een beperking in het functioneren zorgt.

Denk aan mantelzorg, een onbalans tussen werk en privéleven of financiële zorgen. De bedrijfsarts kan u adviseren over preventieve maatregelen. ¶

Nascholing duurzame inzetbaarheid

Wilt u meer praktische tips over duurzame omgang met uw medewerkers? Volg de nascholing Duurzame inzetbaarheid bij de LHV Academie (3 accreditatiepunten). Kijk op www.academie.lhv.nl voor het programma.

5 27 de Dokter 7/2022
advertentie
5 vragen
TEKST: LHV

Een vast gezicht als verbinder met het sociaal domein

Huisartsen die patiënten voor niet-medische problemen willen doorsturen naar het sociaal domein, lopen soms vast in het oerwoud van aanbieders en regels. Behálve wanneer er de afgelopen jaren een goede lokale of regionale samenwerking is opgezet. Dat gebeurt inmiddels op steeds meer plaatsen, bijvoorbeeld onder de noemer Welzijn op Recept of Waar is Wally? Een vaste persoon die optreedt als verbinder met het hele sociale domein, blijkt eigenlijk altijd de succesfactor.

Het aanbod binnen het sociaal domein is groot en divers.

Wijkteam, maatschappelijke opvang, jongerenwerker, ouderenadviseur, maatschappelijk werker, buurthuis, jeugdzorg, financieel hulpverlener, vluchtelingenwerk –waar stuur je als huisarts een patiënt het beste naartoe? Veel patiënten hebben nu eenmaal niet precies één niet-medisch probleem dat ‘volgens het boekje’ naadloos aansluit bij één hulp- of zorgaanbieder.

Dat de gemiddelde huisarts veel tijd kwijt is aan uitzoek- en regelwerk binnen het sociaal domein, is al jaren bekend. De afgelopen jaren zijn daarom ook steeds meer initiatieven ontstaan om de onderlinge samenwerking te verbeteren. Welzijn op Recept, waarbij huisarts en praktijkondersteuner samenwerken met een vaste wel-

zijnscoach, heeft de oudste papieren. Daarnaast zijn er succesvolle initiatieven als Waar is Wally? in Deventer en Wedde dat ’t lukt in het Groningse Wedde (zie tekstkaders).

◼ BETERE SAMENWERKING

Op landelijk niveau werkt de LHV onder meer samen met de VNG, Sociaal Werk Nederland en De Nederlandse ggz om de samenwerking tussen de huisartsenzorg en het sociaal domein te verbeteren, vertelt Jelly Hogendorp, senior beleidsmedewerker bij de LHV. ‘De VNG is aangesloten omdat gemeenten de Wmo uitvoeren, Sociaal Werk Nederland is de brancheorganisatie voor het sociaal werk in Nederland en de Nederlandse ggz zit aan tafel omdat er regelmatig raakvlakken zijn tussen sociaal werk, ggz en huisartsenzorg. Samen werken

Wedde valt niemand tussen wal en schip’

‘W

edde dat ’t lukt’ was de naam waarmee huisarts, organisaties in het sociaal domein en vrijwilligers rond het Groningse dorp Wedde in 2015 nauw gingen samenwerken. Zeven jaar later kan de conclusie kort zijn: het ís gelukt. Huisarts Hans Berg nam samen met zijn echtgenote het initiatief voor Wedde dat ’t lukt (WDL), mede om zijn praktijk aantrekkelijk te maken voor een opvolger. Die opvolgster is er gekomen. Berg is inmiddels gepensioneerd, maar werkt nog veel als waarnemend huisarts in de regio. ‘De goede constructie voor de samenwerking met sociaal domein en vrijwilligers speelde voor mijn opvolgster zeker een rol in haar besluit om de praktijk over te nemen.’

◼ DORPSONDERSTEUNER

WDL is er voor de inwoners van Wedde, Vriescheloo en Veelerveen. Spil van WDL is dorpsondersteuner Marian Beltman. Haar functie wordt sinds 2015 betaald uit gemeentelijke Wmo-gelden. Ze vormt de schakel tussen de formele en informele zorg in de drie dorpen. Het belangrijkste moment om concrete casussen te bespreken, is het zeswekelijkse multidisciplinaire overleg (MDO) complexe zorg. Beltman: ‘We zitten dan

om tafel met huisarts, praktijkverpleegkundige, vier verschillende thuiszorgorganisaties, Wmo-consulent en dorpsondersteuner om discipline-overstijgende vraagstukken te bespreken. Iedere deelnemer kan een of meerdere casussen indienen. Als er aanleiding toe is, schuift er iemand extra aan, bijvoorbeeld de specialist ouderengeneeskunde, iemand van het maatschappelijk werk, de buurtagent of een medewerker van de woningbouwvereniging. De praktijkverpleegkundige bepaalt de volgorde van de casussen en wijst een “tijdslot” toe. Zo gebruiken we onze tijd zo efficiënt mogelijk. De inbrenger van de casus blijft verantwoordelijk en zorgt dat de vraag daadwerkelijk afgehandeld wordt. Zo valt er niemand tussen wal en schip. Meestal vinden we tijdens het MDO een oplossing voor een casus. Daarnaast heb ik regulier overleg met het maatschappelijk werk en de Wmofunctionaris van de gemeente.’

◼ SOCIAAL NETWERK

‘Inwoners weten mij steeds beter te vinden’, ziet Beltman. ‘Het is voor iedereen fijn dat ik onafhankelijk ben. Ik word weliswaar betaald door de gemeente, maar het bestuur van Wedde dat ’t Lukt stuurt mij aan.’

De afgelopen jaren heeft WDL zijn nut bewezen voor de huisarts, vertelt Berg. ‘Op vrijdagmiddag zijn er veel minder spoedtelefoontjes. We hebben als het ware het sociale netwerk dat er al was in Wedde, geformaliseerd en tegelijk de samenwerking met de formele zorg en ondersteuning verbeterd. Voor mijn opvolgster is de organisatie van het MDO heel tijdseffectief en efficiënt: zowel de voorbereiding als de afhandeling van het MDO zijn in handen van de praktijkverpleegkundige en de dorpsondersteuner.’

◼ RUST

De inwoners van de drie dorpen zijn zich door WDL minder kwetsbaar gaan voelen, ziet Berg. ‘Mensen weten dat ze in beeld zijn. Tijdens de avonden en weekenden, als ze de dorpsondersteuner of de huisarts niet kunnen bellen, weten ze elkaar te vinden. Daardoor komen ze beter het weekend door.’

Beltman weet van diverse ouderen die onzeker werden na het overlijden van hun partner, maar meer zelfvertrouwen kregen doordat zij regelmatig even contact met ze heeft. ‘Als huisarts deed ik voorheen best veel sociale visites’, zegt Berg. ‘Daar is geen tijd meer voor, maar het hoeft nu ook niet meer. Het

geeft mij als huisarts rust dat ik weet dat ik niet de enige ben die een oogje in het zeil houdt. Dat scheelt de assistentes overigens ook veel telefoontjes.’

◼ WEDERKERIGHEID

Lastige of ‘taaie’ casussen zijn er eigenlijk niet, zeggen Beltman en Berg na enig nadenken. ‘We brengen alles op de rit’, constateert Berg. ‘En daardoor wonen hier veel mensen zelfstandig die dat anders niet hadden gekund. Dat komt door de goede samenwerking met het sociaal domein, maar zeker ook door het goed georganiseerde vrijwilligerswerk. Mensen weten dat ze bij nood niet meteen afhankelijk zijn van professionele zorgverleners. De wederkerigheid is belangrijk: jij helpt iemand met de belastingaangifte en die persoon doet jouw tuin.’

Berg is weliswaar geen praktijkhouder meer in Wedde, maar als waarnemend huisarts maakt hij nog vaak gebruik van zijn eigen initiatief. ‘Bovendien ben ik nog bestuurslid van de stichting Wedde dat ’t Lukt en zijn mijn vrouw en ik beiden vrijwilliger bij WDL. Want het is natuurlijk moeilijk om ons “kind” zomaar los te laten.’

28 de Dokter 7/2022 29 de Dokter 7/2022
‘Het geeft mij als huisarts rust dat ik weet dat ik niet de enige ben die een oogje in het zeil houdt’
‘In
Huisarts Hans Berg en dorpsondersteuner Marian Beltman FOTO: HENK VEENSTRA

we aan afspraken over ieders rol in de zorg rondom één persoon en een goede onderlinge afstemming.’

Sociaal werk valt niet 1-op-1 samen met het sociaal domein, verduidelijkt Truus van Tiggelen, senior adviseur domeinoverstijgende samenwerking bij Sociaal Werk Nederland. ‘Het sociaal domein omvat alles dat gemeentelijk gefinancierd wordt. Dat is breder dan het sociaal werk en staat vaak ook iets verder van de mensen af. Sociaal werkers zijn professionals die in de wijken dichtbij en samen met de bewoners aan het werk zijn, met name in buurten waar de bestaanszekerheid onder druk staat. Sociaal werkers zijn bijvoorbeeld jongerenwerker, ouderenwerker of welzijnscoach; ze

‘Zeker als een gemeente werkt met aanbestedingen kan dat voor een huisarts betekenen dat je regelmatig een nieuw gezicht hebt, omdat de gekozen aanbieder kan wisselen’

uit coronamiddelen en weer andere uit de reguliere financiering. Wij zijn het absoluut met de huisartsen eens dat problemen als eenzaamheid of stress door geldproblemen níet bij de huisarts opgelost hoeven worden. We vragen daarom van de overheid om vanuit zorg- én welzijnsoogpunt een visie te ontwikkelen op de aanpak van dit soort domeinoverstijgende problematiek en daarbij ook te zorgen voor structurele financiering voor de samenwerking tussen zorg en welzijn.’

◼ ROL VAN RHO’S

Huisartsen doen er op hun beurt goed aan om bij hun regionale huisartsenorganisatie (RHO) aan de bel te trekken als ze verbetering nodig vinden, adviseert Hogendorp. ‘Goede samenwerking met het sociaal domein vraagt van huisartsen dat ze elkaar opzoeken. De regionale huisartsenorganisatie kan wellicht helpen die samenwerking te organiseren – kijk naar de rol die de Huisartsencoöperatie in Deventer en Omstreken heeft gespeeld in het opzetten van Waar is Wally? Vanuit de LHV willen we goede voorbeelden uit het land bekendheid geven en huisartsen mobiliseren om hun RHO om ondersteuning te vragen in de samenwerking met het sociaal domein.’

fungeren vaak als de spil tussen de formele en de informele zorg.’

‘De financiering van sociaal werk kan per gemeente enorm verschillen. Dat maakt het voor huisartsen ingewikkeld om verbinding te krijgen. Zeker als een gemeente werkt met aanbestedingen kan dat voor een huisarts betekenen dat je regelmatig een nieuw gezicht hebt, omdat de gekozen aanbieder kan wisselen. Wij benadrukken daarom aan de landelijke overlegtafels steeds dat er structurele financiering nodig is om de samenwerking tussen huisartsen en sociaal werk duurzaam vorm te geven. Bij Welzijn op Recept zie je dat sommige gemeenten dat betalen uit projectmiddelen, andere

Voor een goede samenwerking, zowel landelijk als lokaal of regionaal, is tijd nodig, zegt Van Tiggelen. ‘Je moet elkaars wereld leren kennen en samen zorgen voor realistische verwachtingen over en weer. Bij de succesvolle initiatieven zien wij steeds hoe belangrijk de rol van een intermediair is.

Zo’n vast gezicht als verbinder tussen de wereld van zorg en die van welzijn heb je nodig om te zorgen dat mensen hun leven weer op de rit krijgen en weer onderdeel worden van de gemeenschap.’

In Deventer heeft iedere huisarts zijn of haar eigen ‘Wally’. Zo hoeft de vraag “Waar is Wally?” – naar de bekende stripfiguur die heel lastig te vinden is – nooit onbeantwoord te blijven. Een Wally is in Deventer een ervaren sociaal werker, die voor de huisarts fungeert als verbinder en wegwijzer in het sociale domein. Patienten – of liever: burgers – kunnen ook rechtstreeks contact opnemen met de Wally. Het programma ‘Waar is Wally?’ is een samenwerking tussen de Huisartsencoöperatie Deventer en Omstreken (HCDO) en de gemeente Deventer. Het sociale domein is in Deventer in feite in drieën geknipt: preventie, begeleiding en jeugd. De bijbehorende teams zijn per wijk georganiseerd, terwijl de huisartsen vanouds juist relatief veel patiënten buiten hun eigen wijk hebben. Alle aanleiding dus, vond de HCDO, om de samenwerking tussen huisarts en sociaal domein met een relatief eenvoudig principe goed te organiseren.

◼ MEERDERE HULPVERLENERS

Huisarts Mijke Verweij en ‘Wally’ Andy Scholten werken sinds twee jaar samen. Scholten is lid van een van de Voor Elkaar-teams in Deventer, dat zich met name op preventie richt. Verweij, die in een achterstandswijk werkt, heeft regelmatig iemand in haar spreekkamer voor wie ze hulp in het sociaal domein zoekt. ‘Er komen bijvoorbeeld patiënten met ingewikkelde gezinsproblematiek, bij wie al meerdere hulpverleners over de vloer komen zonder dat

duidelijk is wie de regie heeft. Ik heb ook patiënten met huisvestingsproblemen, patiënten die niet verzekerd zijn of patiënten die de zorg die ze nodig hebben – bijvoorbeeld fysiotherapie –niet kunnen betalen.’

Bij eenduidige problematiek zoals verslaving, verwijst Verweij patiënten nog weleens rechtstreeks door. In veel andere gevallen niet, zeker niet als er meerdere problemen tegelijk spelen. Deze patiënten draagt ze voor de nietmedische hulp over aan Scholten, die binnen het sociale domein de juiste hulp zoekt. Eens in de zes weken – zonodig eens in de vier weken – bespreken ze actuele casussen. Vaste afspraak is dat de Wally altijd aan de huisarts terugkoppelt hoe het met de patiënt in het sociale domein is gegaan.

◼ ZORGVRAGEN VOORKOMEN

Scholten: ‘Op verzoek van Mijke zoek ik

bijvoorbeeld uit wat er bij een bepaald gezin gebeurt, of juist wat er nodig is. Mijke en ik vullen elkaars kennis aan, uiteraard met respect voor de privacy.’ Het reguliere overleg zorgt er ook voor dat ze samen proactief kunnen optreden. Verweij: ‘Ik kan het niet staven voor de zorgverzekeraar, maar ik denk wel dat we zorgvragen voorkómen door op tijd in actie te komen.’

Zo was er onlangs een wijkbewoner die met behulp van het wekelijkse Geldfitspreekuur in de bibliotheek zijn zaken op orde had gekregen, maar Verweij maakte zich zorgen over de net meerderjarige dochter. Op haar verzoek belde Scholten met de dochter. ‘Alles prima, zei ze’, vertelt Scholten. ‘Maar drie weken later belde ze dat het niet goed ging en hebben we hulp ingezet. Mijkes gevoel klopte dus en we waren er op tijd bij.’

‘Soms zie ik een vraag eerder aankomen

dan de patiënt zelf’, zegt Verweij. ‘Door daar iets mee te doen, bespaar ik wellicht niet echt tijd, maar de kwaliteit van zorg wordt wel beter. En dat ik me niet hoef te verdiepen in het hele aanbod van het sociale domein en alle regels daarbinnen, bespaart wél tijd. Los van de tijdsbesparing: deze manier van samenwerken geeft mij veel werkplezier. Het zou ontzettend jammer zijn als ik niet kan doorverwijzen voor problemen die ik zie.’

NIET PERFECT

Scholten is opgeleid als maatschappelijk werker. ‘In die rol had ik veel contact met huisartsen over gezinnen waar ik eens een kijkje moest nemen. Op die ervaring wordt nu weer een appèl gedaan. Soms ben ik maar een kwartier bij mensen; als het nodig is, zit ik ergens een uur om uit te zoeken: wat is hier aan de hand, wat wil deze persoon, wat kan wel of niet en welk hulpaanbod hebben we daarvoor?’ Verweij stelt na een globale rekensom vast dat Scholten haar ‘ongeveer twee dagen per maand’ aan werkzaamheden bespaart. Het zorgsysteem is zowel aan huisartsenkant als binnen het sociaal domein niet perfect ingericht op intensieve samenwerking. Verweij heeft bijvoorbeeld zelf in haar HIS een mogelijkheid gecreëerd om bij patiënten aan te geven dat ze die naar het sociaal domein wil verwijzen en daarom met haar ‘Wally’ wil bespreken. Ook privacyvraagstukken kosten soms hoofdbrekens. Verweij: ‘Dat het tussen Andy en mij goed klikt, komt waarschijnlijk omdat we beiden werken vanuit dezelfde insteek: we wachten niet tot het perfect is, maar doen het met wat we hebben.’

De inzet van de Wally’s werkt in Deventer zo goed, dat Provinciale Staten onlangs geld hebben vrijgemaakt om het programma in tien Overijsselse gemeenten te introduceren. De Huisartsen Coöperatie Deventer en Omstreken streeft ernaar dat iedere huisarts in de regio een vaste Wally krijgt. ¶

30 de Dokter 7/2022 31 de Dokter 7/2022
Huisarts Mijke
Verweij en ‘Wally’ Andy Scholten
‘Vaste afspraak is dat de Wally altijd aan de huisarts terugkoppelt hoe het met de patiënt in het sociale domein is gegaan’
Deventer: een vaste ‘Wally’ wijst de weg in het sociaal domein
FOTO: JEROEN JAZET

8.000 LEDENVRAGEN

werden er tussen januari en oktober dit jaar gesteld op de telefoonlijn van de LHV. U vroeg advies over veel verschillende onderwerpen, van ICT tot Oekraïne. De meeste vragen stelde u over juridische zaken, arbeidsrecht, declareren en over Bouwadvies. Heeft u een vraag? Wij staan dagelijks voor u klaar op 085 – 04 80 000 (8.30 – 17.00 uur).

WORDT U ONS NIEUWE BESTUURSLID?

Komt

De LHV heeft een bestuur dat bestaat uit een voorzitter en huisarts-leden met ieder een eigen inhoudelijk aandachtsgebied. We maken onderlinge afspraken over de portefeuilleverdeling. Onze belangrijkste opdracht is visievorming, bepalen van het beleid en het uitzetten en houden van de koers, het contact met de leden en stakeholders en het behalen van resultaten voor de

huisartsenzorg. Bestuurswerk bij de LHV is altijd teamwerk: u werkt nauw samen met uw collega-bestuurders en wordt bijgestaan door LHV-medewerkers met kennis van zaken.

Solliciteren

Tot dinsdag 3 januari 2023 kunt u uw interesse kenbaar maken door een korte sollicitatiebrief met uw CV te sturen naar vacaturebestuurslid@lhv.nl. Liever vooraf sparren? Laat dit vooral weten via hetzelfde mailadres. Een van de bestuurders neemt dan contact met u op.

NIEUWE VISIE HUISARTSENZORG VOOR PATIËNTEN MET PSYCHISCHE PROBLEMATIEK

In de nieuwe visie beschrijven we de rol van de huisartsenzorg in de zorg voor mensen met psychische klachten en wat er nodig is om deze rol goed te kunnen uitvoeren. De essentie: psychische huisartsenzorg moet bovenal huisartsenzorg blijven. De visie is gezamenlijk ontwikkeld door InEen, LHV, NHG en psyHAG.

Huisartsen en poh’s-ggz moeten zich kunnen inzetten op waar zij goed in zijn: het verlenen van die psychische zorg die past binnen de huisartsenzorg. Samenwerking met en goed kunnen verwijzen naar de ggz en het sociaal domein zijn hierbij cruciaal.

Psychische huisartsenzorg moet huisartsenzorg blijven De huisartsenpraktijk is bij uitstek geschikt voor de eerste beoordeling en diagnostiek bij psychische problematiek. Ook de behandeling van milde psychische klachten

en eenvoudige veelvoorkomende psychische stoornissen vindt in de huisartsenpraktijk plaats. Overige zorgtaken horen niet thuis in de huisartsenzorg. Huisartsen mogen (en moeten soms) dus nee zeggen tegen oneigenlijke taken om de basis huisartsenzorg te kunnen blijven bieden aan patiënten die in de huisartsenpraktijk behandeld kunnen worden.

Meer ondersteuning door Regionale Huisartsen Organisaties De Regionale Huisartsen Organisaties (RHO’s) kunnen een grotere rol vervullen in de samenwerking tussen huisartsenpraktijken, ggz en sociaal domein. Zo kunnen huisartsen hun RHO vragen om regionaal samenwerkingsafspraken met de ggz-aanbieders te maken, zodat verwijzen en samenwerken beter gaat verlopen. Denk aan afspraken over bereikbaarheid en op- en afschalen van zorg.

LHV IN HET NIEUWS

AD, 26 november

Animo voor griepprik valt tegen

Huisartsen blijven met griepvaccins zitten, omdat de opkomst dit jaar lager is dan voorgaande jaren. Een woordvoerder van de LHV vertelt aan het AD dat nog geen goed beeld is te geven van hoeveel vaccins er over zullen zijn. De LHV heeft wel om een coulanceregeling voor huisartsen gevraagd bij een tegenvallende opkomst.

NU.NL, 25 november

Meeste huisartsen zijn online bereikbaar,

maar patiënt weet ze nog niet te vinden

Veel patiënten weten hun huisarts nog niet te vinden voor digitaal contact, blijkt uit een rondgang van NU.nl. Een woordvoerder van de LHV wijst op de voordelen van digitaal contact, voor patiënt en huisarts: “De patiënt hoeft niet op pad om de huisarts te bezoeken en kan het gesprek bijvoorbeeld makkelijker tussendoor plannen.” Voor huisartsen kan digitaal contact soms efficiënter zijn, maar vaak duurt een digitaal consult langer dan een fysieke afspraak. De tijdswinst geldt vooral voor de patiënt, niet voor de huisarts.

De hoge inflatie en sterk stijgende energiekosten raken ook werknemers in de huisartsenzorg. Werkgeversorganisaties LHV en InEen hebben in overleg met de bonden besloten de loonparagraaf in de lopende Cao huisartsenzorg aan te passen. De lonen worden met ingang van 1 januari 2023 verhoogd met 4,35% in plaats van met 2,6% per 1 mei 2023. Naast de loonsverhoging per 1 januari wordt de eindejaarsuitkering in 2023 verhoogd met 0,83%.

De loonsverhoging leidt voor werkgevers in de huisartsenzorg tot substantieel hogere personeelskosten. In het Integraal Zorgakkoord is afgesproken dat zorgverzekeraars de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (de zogeheten OVA) volledig en zonder korting doorvertalen in de prijzen en contracten met zorgaanbieders. De NZa heeft de OVA al verwerkt in de tarieven vanaf januari 2023.

SKIPR, 17 november

Charmeoffensief van Kuipers: bezoek aan

alle LHV-regio’s

Minister Kuipers trekt langs alle regio’s van de LHV om huisartsen te overtuigen van het IZA. VWS zegt dat Kuipers met zijn bezoeken wil ‘horen tegen welke dingen huisartsen aanlopen’. De minister is ook benieuwd naar de oplossingsrichtingen van de LHV-leden die hij spreekt.

LHV Nieuws 33
advertentie
u bij ons werken? De LHV zoekt en huisarts-bestuurder voor het landelijk bestuur van de LHV (16 uur).
Extra loonsverhoging medewerkers huisartsenzorg Een mooie, prettige omgeving die rust uitstraalt én de juiste routing heeft, dát is belangrijk bij de inrichting van een huisartsenpraktijk. Meer weten over hoe we met de inrichting bijdragen aan een fijne praktijkvoering? zorg voor jouw interieur tel
specialist in praktijk inrichtingen
: 0547-275225 technoplanning.nl

Vuisten

Meneer Bedfeldt (tweeenveertig jaar) stroopt zijn mouwen hoog op.

Verspreid over zijn armen meen ik verschillende namen te zien.

‘Mag ik eerst vragen hoe het met u gaat?’

Overvallen door zijn vraag werp ik vluchtig een blik op zijn medisch dossier. Mijn vermoeden wordt bevestigd: meneer Bedfeldt en ik zijn nieuw voor elkaar. ‘Dat mag…’

Hij gaat voorbij aan zijn eigen vraag. ‘Mag ik mijn mening geven over uw situatie?’

In één klap zet hij mijn korteen langetermijngeheugen aan

huisartsendemonstratie van een maand geleden?’

‘Inderdaad. Zeg maar waar en wanneer,’ klinkt hij overtuigend. Desondanks imponeren zijn woorden minder door de twee hartjes.

Ik weet niet precies wat ik met zijn steunbetuiging aan moet, maar ik wil zeker geen rellen op mijn geweten hebben. ‘Fijn dat u ons een hart onder de riem wil steken. Laten we afwachten of ze ingaan op onze eisen.’

‘Akkoord. We wachten het af.’ Zijn dreigende blik verandert in een vragende. ‘Welke eisen trouwens?’

Ik geef hem een kort en simpel antwoord. ‘Betere samenwerking, makkelijkere huisvesting, minder controle, minder druk, meer geld voor betere zorg en meer tijd voor de patiënt.’

het werk: Mijn privésituatie of mijn werksituatie? Ik kan me geen situatie voor de geest halen, zeker geen situatie waarin meneer Bedfeldt een rol speelt. ‘Tuurlijk.’ ‘Ik wil niet voorbarig overkomen…’ Hij gooit twee gebalde vuisten woest de lucht in. Ik bespeur op de achterzijde van zijn bovenarmen – respectievelijk rechts en links – een hartje met daarin ‘Daddy’ en ‘Mummy.’

Dat dat laatste woord verkeerd gespeld is hou ik gemakshalve voor me.

‘Maar als die lui in de Den Haag jullie niet gaan helpen, zwaait er wat. Dan ga ik hoogstpersoonlijk daar voor u protesteren en neem ik wat mensen mee die er net zo over denken. Dat zijn er best veel, kan ik u vertellen.’

Het kwartje valt. ‘U doelt op de

Meneer Goedfeldt vat het ongevraagd samen: ‘Betere zorg, daar draait het om.’

Ik maak snel een bruggetje. ‘Nu we het toch over zorg hebben. Waar kan ik u mee helpen?’

Hij legt zijn mobieltje op tafel en veegt over het scherm waardoor er een lijstje tevoorschijn komt. ‘Ik kom niet zo vaak, dus heb ik wat dingen opgespaard.’

Ondertussen zijn we vijf minuten van het tienminutenconsult verder.

‘Hoeveel dingen?’

‘Eén, twee, drie, vier,’ telt hij.

Na zijn steunbetuiging merk ik dat het me meer moeite kost dan bij andere patiënten om hem in zijn zorgvraag in te perken. ‘Oei, we hebben nog maar tijd voor één klacht.’

Zijn vuisten gaan weer de lucht in. ‘Die ellendelingen uit Den Haag!’ ¶

34 de Dokter 7/2022 advertentie
wisselcolumn
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht
‘ Ik kom niet zo vaak, dus heb ik wat dingen opgespaard.’
Effezel® is aanbevolen als eerste stap in de richtlijn bij elke vorm van acne1 Nieuwe ACNE richtlijnen Nederlandse dermatologen Scan de code en ontdek de nieuwe Nederlandse acne richtlijn! Effezel = Vaste combinatie Adapaleen + Benzoylperoxide Gravinnen van Nassauboulevard 91 • 4811 BN Breda • The Netherlands • Tel. +31 (0)183 69 19 19 • info.benelux@galderma.com • www.galdermabenelux.com NL-EDG-2200006 Opgesteld op 09/2022 advertentie

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.