LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
PRAKTIJKSCAN
‘Ik wilde soms sneller dan anderen’ Nieuwe handreiking Praktijkhuisvesting vraagt om samenwerking
Informatiebeveiliging Hoe staat jouw praktijk ervoor?
Dokterstas ‘Mensen zijn verbaasd over zo’n klein tasje’
#47
3 022 022 E2R EBR MM COE DEZ
deDokter
advertentie
Aard Verdaasdonk voorzitterscolumn
H
et is bijna niet te geloven, maar 2023 loopt alweer op haar einde. Dat nodigt uit tot een terugblik, te meer omdat dit ook mijn laatste voorwoord is. Na anderhalf jaar als jullie interim-voorzitter, draag ik per 1 januari het stokje over aan Marjolein Tasche. Het was een bijzondere periode om sinds mei 2022 voorzitter van onze beroepsvereniging te zijn. Maanden met hoogtepunten maar ook lastige momenten en naast plezier en vastberadenheid ook af en toe frustratie. Belangen behartigen is steeds balanceren tussen dat wat noodzakelijk is voor ons vak en onze patiënten, de haalbaarheid van oplossingen en de belangen van anderen. Een absoluut hoogtepunt was de manifestatie op het Malieveld vorig jaar. Nooit eerder heb ik zo’n saamhorigheid gevoeld als met zo’n 10.000 collega’s daar in Den Haag. De trots op ons vak straalde eraf, evenals de zorgen om de toekomst en onze patiënten. Ondanks dat ons huisartsengeluid minder de schijnwerpers trok dan dat van de boeren, hebben onze punten allemaal een plek gekregen in de verkiezingsprogramma’s. Huisvesting voor praktijken, minder administratieve lasten, meer tijd voor de patiënt en de zorgen om commerciële investeerders staan bij veel politieke partijen op de agenda. Ook in het Integraal Zorgakkoord en inmiddels deels ook al in concreet
beleid en afspraken zien we onze inzet terug. We horen -ook tijdens de recente bijeenkomsten Beleid & Bekostiging in alle regio’s- van jullie terug dat jullie bijvoorbeeld daadwerkelijk beweging en soms al resultaat ervaren van Meer tijd voor de patiënt en de veranderingen in de ANW-uren. Dat maakt dat ik voorzichtig positief ben over de toekomst. Als LHV zijn we blijven geloven in de mogelijkheden van het IZA, en de noodzaak om in de volle breedte van de zorg tot afspraken te komen. Zoals jullie weten zijn we niet over 1 nacht ijs gegaan om mee te doen met het IZA, iets dat in de buitenwereld soms moeilijk te begrijpen was. Ik ben er trots op hoe we jullie steeds hebben meegenomen in onze afwegingen, en via peilingen en inspraak betrokken bij het uiteindelijke besluit om het IZA te tekenen. Velen van jullie hebben we gesproken en daarbij zijn ook kritische noten gekraakt. 14.000 leden zijn het zeker niet altijd eens, dat spreekt voor zich. Wat ik mooi vind, is dat we elkaar uiteindelijk altijd wel vinden in de oprechte zorg voor onze patiënten, en de overtuiging dat de huisarts(enpraktijk) een cruciale rol vervult, nu en in de toekomst. En dat het overgrote deel van de huisartsen zich binnen de LHV verenigt, omdat we samen nu eenmaal sterker staan. Ondanks de mooie en leerzame ervaringen kijk ik ernaar uit om het
f oto : d i t ta va n g en t
Voorzichtig positief
‘ We vinden elkaar in de oprechte zorg voor onze patiënten’ voorzitterschap uit handen te geven, en me weer als bestuurslid in te zetten voor de huisartsenzorg en de LHV. Ik krijg binnenkort meer ruimte om me op de patiëntenzorg en praktijkvoering te richten en dat is goed, want daar draait ons mooie vak uiteindelijk om. Ook de collega’s in mijn praktijk in Elst en mijn gezin zijn blij dat ze me weer vaker gaan zien. Ik ben hen dankbaar, want zonder hun steun was het combineren van praktijk en interimvoorzitterschap niet mogelijk geweest. Jullie allen wens ik fijne feestdagen en een gezond en veelbelovend nieuw jaar! ¶
Aard Verdaasdonk Voorzitter a.i.
colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.000 exemplaren Veertiende jaargang, nr 7 december 2023 Eindredactie Nathalie Pol
Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Annemarie Kerstens, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher, Maartje Spaargaren Tekst & Beeld Rob ter Bekke, Berber Bijma, Aad Goudappel, Babet Hoogervorst, Rob van Hoorn, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Arno Massee
Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail oscar@sgnm.nl
Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.
Drukwerk Habo da Costa, Vianen Klimaatneutraal geproduceerd
Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl
Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl
de Dokter 7/2023
3
Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht Mail: dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.
#47
deDokter
3 022 022 E2R EBR MM COE DEZ
inhoud december 2023
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
22 PRAKTIJKSCAN
‘Ik wilde soms sneller dan anderen’ Nieuwe handreiking Praktijkhuisvesting vraagt om samenwerking
Informatiebeveiliging Hoe staat jouw praktijk ervoor?
Dokterstas ‘Mensen zijn verbaasd over zo’n klein tasje’
In 'na de start' kijken deelnemers van Mijn praktijkstart terug op de jaren die daarop volgden. Hoe gaat het nu met Merel van Gelderen?
06
8
16
Praktijkhuisvesting
Dokterstas
Huisvesting voor de huisarts staat – eindelijk – op de kaart bij anderen die daarin een rol kunnen spelen, zoals gemeenten en zorgverzekeraars. Wat levert het op als iedereen de handen ineen slaat?
16
'Hoe jonger de dokter, hoe groter de tas', merkt apotheekhoudend huisarts Maurice van Gelderen. Zijn eigen tassen zijn in de loop van de jaren steeds kleiner geworden.
BINNENKIJKEN Een schoolgebouw uit 1922 energiezuinig maken, het lukte in Loppersum
DOKTERSTAS Een blik in de tas van huisarts Maurice van Gelderen
28
34
WISSELCOLUMN
PRAKTIJKSTART uisarts Daphne Mous H over haar praktijkstart in Leiden
18 Informatiebeveiliging
Drie nieuwe, laagdrempelige scans geven een globaal antwoord op de vraag: hoe staat mijn praktijk ervoor qua informatiebeveiliging? Alvast het goede nieuws: je kunt er samen mee aan de slag.
Rutger Verhoeff
‘E
en pand uit 1922 verduurzamen tot energielabel A+++ is een enorme uitdaging. ‘Binnenkijken’ laat zien dat het in Loppersum is gelukt. Wij zijn ons pand ook aan het verduurzamen. Het is een stuk jonger, maar het blijft een hele klus. We hebben dit jaar 56 zonnepanelen gekregen en in alle spreekkamers elektrische close-in boilers voor warmwater geplaatst. Binnenkort gaan we
wifi-gestuurde thermostaten ophangen, zodat we elke ruimte apart kunnen verwarmen. Verder zijn we ons aan het verdiepen in warmtepompen. Misschien lukt het ons wel om in 2024 gasloos te worden. We gaan ons pand de komende tijd ook nog verbouwen. Met 8400 patiënten, vier maten, twee waarnemers en twee PA’s komen we een spreekkamer
4
tekort. De wethouder zorg is hier pas geweest om te kijken wat er aan uitbreiding mogelijk is. Als ik het artikel over de Handreiking Huisvesting lees besef ik hoeveel geluk wij hebben met een gemeente die meedenkt. De column ‘Op eigen benen staan’ gaat over een ervaring op een huisartsenpost die elke huisarts wel eens meemaakt. Het probleem waarmee een patiënt
de Dokter 7/2023
FOTO: HAR ALD L AKERVELD
quickscan van... Gijsbert-Jan van Breukelen, praktijkhouder in Woerden
quotes
24 Actiepunten
De actiepunten uit het manifest 'Met de vuist op tafel' staan in 2024 nog steeds hoog op de agenda. Hoe staat het ervoor met de oplossingen voor de grootste knelpunten in de huisartsenzorg?
‘Het voelt niet meer gek om met lege handen aan te bellen’ Huisarts Maurice van Gelderen over zijn dokterstas (pagina 16)
‘Mijn vader dacht nog mee over de inrichting, met op schaal geknipte meubels’ Binnenkijken (pagina 6)
naar de post komt, is kleiner dan de onderliggende problemen, maar die kun je niet oplossen. Je ziet de patiënt vermoedelijk nooit weer terug. Dat is het verschil met je eigen praktijk. Daar kun je patiënten terug laten komen en over problemen in gesprek gaan. Hoe beter ik mijn patiënten leer kennen, hoe leuker ik het vind om dokter te zijn. De langdurige band met patiënten is voor mij de kern van het vak.’ ¶
‘We zijn ook ondernemer, maar in een zeer gereguleerde markt’ Huisarts en LHV-bestuurder Guus Jaspar (pagina 8)
de Dokter 7/2023
5
binnenkijken Huisartsenpraktijk Loppersum TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: MIR JAM VAN DER LINDEN
Op veel plekken in de praktijk hangen oude schoolplaten, onder meer van de gewassen die in de omgeving worden geteeld
Van het gas af in aardbevingsgebied
De grote schoolramen zijn gebleven, maar wel vernieuwd
In de hal zijn de balies van zowel de huisartsenpraktijk als de apotheek
6
de Dokter 7/2023
A
ls je érgens van het gas af wilt, dan toch wel in Loppersum, hartje aardbevingsgebied in Noordoost-Groningen. Dat is gelukt in het nieuwe pand van Huisartsenpraktijk Loppersum, vertellen Liesbeth Hesselink, Janneke Booij en Marten Wierenga. Afgelopen voorjaar betrokken zij met hun apotheekhoudende praktijk de helft van het voormalige schoolgebouw van het dorp. Daarvoor werd hun nieuwe onderkomen eerst gasloos gemaakt en flink verduurzaamd. Het drietal werkte voorheen in de praktijk waar de vader van Janneke Booij samen met Marten Wierenga praktijkhouder was. Toen hij met pensioen ging, werden Liesbeth Hesselink en Janneke Booij – tot dat moment waarnemend huisartsen – medepraktijkhouders. ‘Mijn vader heeft net niet meer in het nieuwe gebouw gewerkt, maar nog wel meegedacht over de inrichting, met op schaal geknipte meubels. Misschien heeft dat wel therapeutisch gewerkt bij het loslaten’, zegt Booij met een lach. Een schoolgebouw uit 1922 energiezuinig maken, is geen sinecure. ‘Het ging niet vanzelf, maar het is gelukt’, stelt Wierenga nuchter vast. Er is als het ware een nieuwe schil aan de binnenkant van de buitenmuren neergezet. Daarnaast kreeg het gebouw een uitbouw. ‘Verder hebben we overal nieuwe ramen en zijn het dak en de vloer geïsoleerd. Ons energielabel is nu A+++. Onze elektriciteit komt deels van onze eigen zonnepanelen en daarnaast van een windmolen in de buurt, via een lokale energiecoöperatie.’ Van de indeling van de oude school is weinig overgebleven. Hesselink: ‘Mensen herkennen de centrale hal nog wel. Maar de lange gang, met allemaal lokalen naast elkaar, bestaat niet meer.’ Wierenga: ‘Liesbeths spreekkamer zit nu waar vroeger de wc’s zaten.’ Het schoolgebouw was zo’n beetje het eerste gebouw in Loppersum dat niet meer gebruikt mocht worden wegens aardbevingsgevaar. De inwoners zijn blij dat het gebouw nu weer een mooie bestemming heeft. Hesselink: ‘Ze kunnen hun fiets nog op dezelfde plek neerzetten.’ ¶
Huisartsen Janneke Booij, Marten Wierenga en Liesbeth Hesselink
Patiënten knapten vijftig oude schoolstoelen op, die op verschillende plekken staan. ‘Ze hebben ook allerlei andere hand- en spandiensten verricht’
De apotheek heeft ‘wasabigroene’ elementen. ‘We waren een beetje huiverig dat het te fel zou zijn, maar het pakte mooi uit’
In de hal herinneren de ‘aapnoot-mies’-platen nog aan de oude school
Iedere kamer heeft een eigen, rustige steunkleur
Bij huisartsenpraktijk Loppersum werken 6 huisartsen, 5 doktersassistenten, 9 apothekersassistenten, 3 POH’s, 2 POH’s-GGZ en 1 praktijkmanager.
Adviesplattegrond Wil je zeker weten dat de indeling van jouw praktijk zorgt voor een prettige werkplek? LHV Bouwadvies maakt een adviesplattegrond voor jouw ruimte (schaal 1:50). Zo weet je hoe je de ruimte optimaal kunt indelen. Met korting voor LHV-leden. Maak een afspraak via lhv.nl/contact-lhv-bouwadvies
7
8
de Dokter 7/2023
Handreiking van landelijke koepels over huisvestingsproblemen
Een (nieuw) dak boven het hoofd vraagt samenwerking Een geschikte plek vinden voor je praktijk is een steeds nijpender probleem voor steeds meer huisartsen. LHV-bestuurder en huisarts Guus Jaspar ziet dat het onderwerp – eindelijk – op de kaart staat bij anderen die daarin een rol kunnen spelen, zoals gemeenten en zorgverzekeraars. Een nieuwe handreiking helpt huisartsen om die partijen aan te spreken op hun medeverantwoordelijkheid. In Rotterdam is te zien wat het kan opleveren als iedereen de handen ineenslaat om de huisarts aan een (nieuw) onderkomen te helpen. TEKST: BERBER BIJM A / BEELD: A AD GOUDAPPEL
H
uisvestingsproblemen voor dokterspraktijken zijn lange tijd gezien als problemen die huisartsen zelf maar moesten oplossen. ‘Als huisartsen worden we aangesproken op ons ondernemerzijn’, zegt Guus Jaspar. ‘We zijn ook ondernemer, maar wel in een zeer gereguleerde markt: we kunnen onze huisvestingslasten niet terugverdienen door onze tarieven te verhogen.’ Naarmate er bij de LHV meer en ernstiger signalen over huisvestingsproblematiek binnenkwamen, heeft het onderwerp de afgelopen jaren steeds meer prioriteit gekregen. ‘We hebben de huisvestingsproblematiek op landelijk niveau geagendeerd, ook in het kader van het Integraal Zorgakkoord.’ Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in de handreiking ‘Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra’ die begin deze maand verscheen, een gezamenlijk product van de LHV, InEen, Vereniging Nederlandse Gemeen-
ten (VNG) Zorgverzekeraars Nederland en de ministeries van VWS en BZK. Dat al die partijen het er nu over eens zijn dat huisvesting voor huisartsen een urgent probleem is én dat ze allemaal willen bijdragen aan de oplossing, is grote winst, zegt Jaspar. ◼ IEDER EEN EIGEN ROL In de handreiking staan de rollen van de huisarts, de regionale huisartsenorganisatie, de gemeente en de verzekeraar beschreven (zie kader ‘Deze partijen spelen een rol bij jouw (nieuwe) huisvesting’). Op iets meer afstand kunnen ook de ministeries van VWS en BZK, de Nederlandse Zorgautoriteit, provincies en banken bijdragen aan huisvesting. Jaspar, mede-eigenaar van een huisartsenpraktijk in Terneuzen die al twaalf jaar zoekt naar een nieuwe plek, is positief over de handreiking. ‘Verhuizen of een nieuwe praktijk laten bouwen is iets wat de meeste huisartsen maar
de Dokter 7/2023
9
‘We zien gelukkig steeds vaker dat huisartsen en gemeenten elkaar beter kunnen vinden’
Deze partijen spelen een rol bij jouw (nieuwe) huisvesting Wil je uitbreiden, ben je op zoek naar nieuwe praktijkruimte of heb je een andere huisvestingsvraag? Natuurlijk moet je daarvoor zelf aan de slag. Maar er zijn partijen die je kunnen helpen, zoals de gemeente, de zorgverzekeraar, jouw regio-organisatie, de bank en wellicht jouw provincie. In de Handreiking huisvesting huisartsen en gezondheidscentra lees je wie welke rol heeft en welke concrete acties daarbij horen. De Handreiking geeft verder achtergrondinformatie over de huisvestingsproblematiek en informatie over de financiering. Je vindt de Handreiking op www.lhv.nl, zoek op ‘Handreiking Huisvesting’. Lees het volledige dossier over dit onderwerp op lhv.nl/huisvestingsproblemen
10
één keer in hun loopbaan doen. Je kunt er geen expertise in opbouwen. Met deze handreiking ga je geïnformeerd op pad. We zien gelukkig steeds vaker dat huisartsen en gemeenten elkaar beter kunnen vinden, maar nog niet iedere gemeente ziet een rol voor zichzelf in het regelen van huisvesting voor huisartsen. Met de handreiking die samen met onder meer de VNG is geschreven, kun je de eigen gemeente laten zien welke concrete opties die heeft om huisartsen te helpen.’ Hoe hoog de nood is, zag Jaspar onlangs nog in Amsterdam tijdens een gesprek met LHV-ambassadeurs en leden. ‘Daar is überhaupt zo goed als niets vrij. Als er al iets leegstaat, krijg je te maken met astronomische prijzen.’ Voor zijn eigen praktijk had de zoektocht wellicht korter kunnen duren als hij de handreiking als hulpmiddel had gehad, denkt Jaspar. ‘In de twaalf jaar dat wij zoeken, zijn allerlei plannen voorbijgekomen, van uitbreiding van het huidige pand tot nieuwbouw van een medisch centrum. Met dat laatste waren we een heel eind, toen bleek dat ons plan door onder meer corona en de Oekraïne-oorlog onbetaalbaar was geworden. Inmiddels is er alweer een andere optie in beeld en uiteindelijk zal het echt wel lukken, maar het had ons veel tijd kunnen schelen als we niet alles zelf hadden hoeven ontdekken, met vallen en opstaan. Dat is het grote voordeel van de handreiking: die geeft een vaste route voor wat je moet doen en bij wie je moet zijn. Bovendien kun je verwijzen naar gemandateerde landelijke afspraken.’ ◼ ROTTERDAM: SUCCESVOL ‘H-TEAM’ In Rotterdam is het zonder die landelijke afspraken gelukt om intensief samen te werken met gemeente en zorgverzekeraar, vertelt Janine van Es, LHV-beleidsmedewerker voor de regio West-Nederland. In 2021 werd het ‘H-team 010’ opgericht, een samenwerkingsverband van LHVafdeling Rotterdam, gemeente Rotterdam, zorgverzekeraar Zilveren Kruis en regionale ondersteuningsstructuur Samergo. Deze laatste partij had een projectleidersrol bij de opzet en de voortgang van het H-team. Het team bespreekt concrete casussen van Rotterdamse huisartsen met een huisvestingsprobleem. Het team had een ideaal voortraject, zegt Van Es, omdat de gemeente na vragen in de gemeenteraad zelf onderzoek had laten doen naar de problematiek. ‘Daarna heeft de wethouder toegezegd dat de gemeente huisartsen wil helpen. Na die toezegging hebben we de juiste partijen bij elkaar gezocht en zijn we gewoon begonnen.’ Inmiddels ligt er een stappenplan voor de oprichting en werkwijze van teams als het H-team. ‘Bij ons is het zo gelopen dat de LHV-afdeling daarin zit. Het is ook heel goed mogelijk dat een zorggroep of regionale huisartsenorganisatie die taak op zich neemt’, zegt Van Es. De gemeente Rotterdam dacht vanaf het begin heel constructief mee. ‘De zorgverzekeraar stond aanvankelijk op
de Dokter 7/2023
iets meer afstand, omdat die terughoudend is in specifieke financiering voor individuele huisartsen. Nu we een paar jaar verder zijn, merken we dat de zorgverzekeraar enthousiast is over wat het H-team bereikt. Het contact is laagdrempeliger geworden, zeker als het gaat om praktijken met heel urgente problemen.’ Huisartsen met een huisvestingsvraag kunnen zich melden bij het H-team. Het team vraagt eerst uit waar de huisarts naar op zoek is, wat hij of zij zelf al heeft ondernomen en zoekt zo nodig vervolgens mee naar mogelijkheden. ‘Soms helpen we door huisartsen wegwijs te maken in de vastgoedwereld. Andere keren zoeken we een match met het aanbod dat bij ons bekend is. Dat krijgen we bijvoorbeeld binnen via bedrijfsmakelaars en projectontwikkelaars. Daarnaast heeft de gemeente zelf ook wat panden, bijvoorbeeld voormalige scholen of gymlokalen.’ Er zijn sinds de oprichting ongeveer 60 vragen binnengekomen waarvan een deel is opgelost en een deel een langere adem vraagt. Van Es: ‘Eén keer leek het vast te lopen, toen een huisarts pas contact met ons opnam een halfjaar voor de praktijk uit het bestaande pand moest. Gelukkig is dat op het nippertje goed gekomen. We hebben liever dat huisartsen ons eerder benaderen. Het gaat overigens niet
‘ We kunnen onze huisvestingslasten niet terugverdienen door onze tarieven te verhogen’ altijd om nieuwe huisvesting. We hebben bijvoorbeeld een vraag gehad van iemand die graag een nulpraktijk wil starten in een wijk die de komende jaren gebouwd gaat worden. Heel goed om dat al zo vroeg te weten.’ Het Rotterdamse gemeentebestuur is er goed van doordrongen dat bij nieuwbouwplannen betaalbare ruimte ingepland moet worden voor maatschappelijk vastgoed, waaronder huisartsenpraktijken, zegt Van Es. ‘De samenwerking met de gemeente op dit onderwerp is uitstekend. Natuurlijk kunnen we niet de hele huisvestingsproblematiek oplossen. We hebben bijvoorbeeld geen invloed op de hoogte van de huisvestingsvergoeding. Maar het H-team laat wel zien wat je kunt bereiken als iedereen er energie in wil steken.’
Eindelijk een nieuwe plek Paul van de Langerijt en Vera Gondrie zochten een nieuwe plek voor hun praktijk in Geldermalsen. ‘Een jaar of vijftien geleden begon het ruimtegebrek op te spelen’, vertel Van de Langerijt. ‘Ik had destijds met een collega-praktijkhouder een praktijk in haar achtertuin. Die ruimte werd op een gegeven moment te klein. We gingen op zoek naar een nieuwe plek, samen met een andere praktijk waarmee we eventueel een HOED wilden vormen.’ De gemeente liet in die tijd een nieuw gezondheidscentrum bouwen en leek er min of meer vanzelfsprekend vanuit te gaan dat de praktijk van Van de Langerijt en zijn toenmalige collega daarheen zou verhuizen. ‘Maar we vonden de plek buiten het centrum niet geschikt. Bovendien was er geen mogelijkheid om de ruimte te kopen en vonden we de huur te hoog. We
hadden ook geen inspraak in de plannen. We besloten dus niet mee te doen. Vanaf dat moment hebben we eigenlijk alleen nog maar tegenwerking van de gemeente ervaren. Een ander pand dat wij even later op zicht hadden, is door de gemeente voor onze neus weggekocht.’ Een andere optie ging niet door omdat er volgens de gemeente te weinig parkeerplek in de buurt was. De huisartsen kregen geen vergunning. Inmiddels is Vera Gondrie medepraktijkhouder. Ook zij voelde tegenwerking van de gemeente. ‘We vonden een pand met bedrijfsbestemming dat geschikt te maken was. De gemeente weigerde echter om de bestemming te veranderen, ook al zat er een paar panden verderop een fysiotherapeut, wiens pand wel de juiste – maatschappelijke – bestemming had. Later gaf de gemeente op ons verzoek drie sug-
de Dokter 7/2023
11
gesties voor nieuwe huisvesting, maar die waren respectievelijk veel te klein, met opnieuw de verkeerde bestemming en niet beschikbaar.’ Een paar jaar geleden lukte het, op eigen kracht, uiteindelijk toch. Van de Langerijt: ‘We hebben een voormalige apotheek gekocht, die alleen van binnen verbouwd hoefde te worden. Daar hadden we dus geen vergunning voor nodig. De apotheek stond al langer leeg, maar was te klein om ook de andere praktijk te huisvesten, waarmee wij overwogen een HOED te vormen. Op een gegeven moment hebben we dus maar besloten los van elkaar verder te zoeken. Zo is het uiteindelijk gelukt.’ De praktijk van Gondrie en Van de Langerijt zit sinds het voorjaar van 2021 op de nieuwe plek, tot volle tevredenheid.
advertentie
IEDER IEDER HIS HIS IEDER IEDER HIS IEDER HIS HIS ELK ELK APPARAAT APPARAAT ELK ELK APPARAAT ELK APPARAAT APPARAAT NIS2 NIS2 COMPLIANT COMPLIANT NIS2 NIS2 COMPLIANT NIS2 COMPLIANT COMPLIANT
ALTIJD ALTIJD ALTIJD ALTIJD ALTIJD TOEGANG TOEGANGTOT TOTJE JEHIS HIS TOEGANG TOEGANGTOT TOTJE JEHIS HIS TOEGANG TOT JE HIS Altijd, Altijd,overal, overal,op opieder ieder Altijd, Altijd,overal, overal,op opieder ieder Altijd, overal, op ieder apparaat apparaaten enop opieder ieder apparaat apparaaten enop opieder ieder apparaat en op ieder platform. platform.Wij Wijmaken maken platform. platform.Wij Wijmaken maken platform. Wij maken het hetmogelijk, mogelijk,met met het hetmogelijk, mogelijk,met met het mogelijk, met welk welkHIS HISjejeook ookwerkt. werkt. welk welkHIS HISjejeook ookwerkt. werkt. welk HIS je ook werkt.
MEER MEER WETEN? WETEN? MEER MEER WETEN? MEER WETEN? WETEN?
085-024 085-024 0800 0800 085-024 085-024 0800 085-024 0800 0800 www.cloudhis.nl www.cloudhis.nl www.cloudhis.nl www.cloudhis.nl www.cloudhis.nl
‘Gemeenten kunnen meedenken, maar geen oplossing garanderen’ Cathelijne Dortmans, voorzitter van de VNG-Commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs en wethouder in Helmond, wil geen misverstanden: ‘Gemeenten kunnen niet alle huisvestingsproblemen van huisartsen oplossen. Dat wil ik vooraf hebben gezegd.’ Maar, zegt ze er meteen achteraan, de VNG heeft niet voor niets meegewerkt aan de handreiking die begin deze maand verscheen. ‘De beschikbaarheid en toegankelijkheid van huisartsenzorg is belangrijk voor inwoners. Daarom is het wel een onderwerp dat bij gemeenten op het bord komt en waar gemeenten bij betrokken kunnen worden. Het is goed dat de handreiking dat helder maakt.’ Voor de langere termijn scheelt het dat het onderwerp ‘zorg’ een expliciete plek krijgt in de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 ingaat. De kans dat huisartsenzorg nog wordt ‘vergeten’ bij nieuwbouwplannen is onder deze nieuwe wet heel klein, stelt Dortmans. ‘Ik ben me ervan bewust dat huisartsenpraktijken die nú een probleem hebben, daar niet zoveel aan hebben.’ Wat gemeenten voor die huisartsen kunnen doen, is met name zorgen
voor overleg en verbinding. ‘Gemeenten kunnen met huisarts en zorgverzekeraar om tafel gaan zitten en meedenken, mogelijkheden verkennen. Nu de handreiking er ligt, kunnen gemeenten dat gesprek niet weigeren. Financiering is geen optie, want gemeenten hebben geen financiële middelen voor de huisvesting van huisartsen.’ De mogelijkheden om vrijkomende gemeentelijke panden beschikbaar te stellen voor huisartsenzorg, zijn volgens Dortmans klein. Als er al een keer een oude school beschikbaar komt, zijn er tal van mogelijke bestemmingen, van vluchtelingenopvang tot wijkgebouw. ‘Gemeenten kunnen hun best doen voor huisartsenzorg, maar iedere gemeente worstelt met de schaarse ruimte. Meedenken kan zeker, maar het is niet te garanderen
‘Trek in een zo vroeg mogelijk stadium aan de bel bij de gemeente’
◼ LOBBY VOOR BETERE FINANCIERING Nu er een handreiking ligt met landelijke afspraken, hoopt LHV-bestuurder Jaspar dat alle gemeenten in Nederland zien wat zij kunnen bijdragen aan oplossingen voor de huisvestingsproblematiek. Groot gemis is wel dat het vooralsnog niet is gelukt om afspraken te maken over een betere financiering van huisvesting. Jaspar: ‘De lobby daarvoor zetten we door, met dezelfde koepelorganisaties die de handreiking hebben opgesteld.’ Financiële problemen kunnen variëren van een te hoge grondprijs tot het gebrek aan een startkapitaal voor een nulpraktijk. Jaspar ziet zowel voor gemeenten als voor zorgverzekeraars een rol hierin. ‘Het is ontzettend belangrijk dat een gemeente bij de ontwikkeling van nieuwbouw ruimte reserveert voor zorgverleners. Daarmee voorkom je dat huisartsen zich er niet kunnen vestigen omdat de commerciële grondprijzen voor hen simpelweg te hoog zijn. Tegelijkertijd kunnen
dat daar altijd een oplossing uit komt.’ De rol die gemeenten willen spelen in de huisvestingsproblematiek van huisartsen, is op dit moment erg uiteenlopend: van zeer proactief zoals in Rotterdam tot eerder tegenwerkend zoals in Geldermalsen (zie hoofdtekst). Dortmans hoopt dat de handreiking leidt tot kleinere verschillen. ‘Het is goed dat de rollen van huisartsen zelf, gemeenten, zorgverzekeraars en andere partijen nu allemaal duidelijk zijn omschreven. Dat is een belangrijke stap in meer bewustwording bij gemeenten die voor zichzelf nog geen rol zien in deze problematiek.’ De VNG stuurt de handreiking naar alle gemeenten in Nederland. Huisartsen kunnen daaraan refereren als ze aankloppen met een huisvestingsprobleem, zegt Dortmans. ‘Of die handreiking nogmaals meesturen als ze het idee hebben dat de gemeente die niet goed genoeg op het netvlies heeft. Verder zou ik huisartsen vooral aanraden: trek in een zo vroeg mogelijk stadium aan de bel bij de gemeente. Vaak kan er, met alle betrokken partijen, dan toch wel een oplossing worden gevonden.’
gemeenten niet de financiële gaten voor alle huisartsen dichten. We kijken daarom ook naar de Rijksoverheid voor bijvoorbeeld een verhoging van de vergoedingen.’ Zorgverzekeraars kunnen in samenwerking met regionale huisartsenorganisaties en gemeenten iets betekenen voor starters, die net een extra financieel zetje nodig hebben om de eerste fase als praktijkhouder door te komen. ‘Ik begrijp dat zorgverzekeraars terughoudend zijn om extra geld te geven aan specifieke regio’s, want dat kan een prijsopdrijvend effect hebben. Maar hoe ingewikkeld ook, we moeten toch samen zoeken naar mogelijkheden. Want uiteindelijk hebben we één gezamenlijk doel: alle huisartsen een structureel dak boven het hoofd.’ ¶
de Dokter 7/2023
13
mijn werk&ik ‘Ingrijpende jeugdervaringen werken door’
FOTO: SIMONE MICHELLE
‘Denk niet dat ik de hele dag met kindermishandeling bezig ben. Ik ben gewoon huisarts. Ik heb al bijna twintig jaar een solopraktijk in Roelofarendsveen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat juist huisartsen kunnen bijdragen aan de aanpak van kinderHet thema kindermishandeling en huiselijk geweld mishandeling en huiselijk geweld. is de laatste jaren ondergesneeuwd geraakt in de Dit probleem komt in alle groepen huisartsengeneeskunde. Dat moet volgens Els Schoorl, en lagen van de samenleving voor. huisarts in Roelofarendsveen en lid van de LHVPersoonlijke aandacht helpt om dat expertgroep kindermishandeling, anders. ‘Huisartsen bespreekbaar te maken. kunnen een belangrijke rol spelen in de aanpak van Het woord ‘kindermishandeling’ is kindermishandeling. Dat begint bij aandacht voor misschien wat verwarrend. Het is vrijouders. Wees nieuwsgierig naar hun jeugd.’ wel nooit zo dat ouders kinderen doelbewust mishandelen. Beter is het om TEKST: CORIEN L AMBREGTSE over ‘ingrijpende jeugdervaringen’ te spreken. Uit onderzoek van de Augeo Foundation blijkt dat 11 procent van de volwassenen meer dan vier negatieve jeugdervaringen heeft. Denk aan lichamelijke of psychische mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, ervaring met geweld tussen ouders, ouders met psychische ziekten of verslavingsproblemen, het overlijden van een ouder, structurele armoede of chronisch pesten.
14
de Dokter 7/2023
◼ IMPACT VAN JEUGDERVARINGEN Mensen met vier of meer ingrijpende jeudervaringen lopen een groot risico om die ervaringen aan hun kinderen door te geven. Dat is wat ze niet willen, maar wel gebeurt. Dat komt omdat er door kindermishandeling ook iets in de hersenen verandert. Er worden verbindingen aangelegd of juist niet aangelegd. Je leert als kind om op een bepaalde manier met boosheid en frustratie om te gaan. Het is heel lastig om als ouder in een moeilijke situatie met kinderen niet in dat oude patroon te vervallen. Die negatieve ervaringen hebben ook grote impact op je gezondheid. Je hebt meer kans op het ontwikkelen van een depressie, diabetes en een ongezonde leefstijl. Je hebt zelfs kans om tot twintig jaar eerder te overlijden. Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar kindermishandeling en hoe dat te voorkomen is. Die kennis moet veel meer beschikbaar worden gemaakt voor huisartsen. De LHV heeft dit jaar een expertgroep ingesteld van vier huisartsen, onder wie ikzelf, die zich voor dit onderwerp inzetten en de LHV daarover adviseren. Ik hoop dat ook het NHG dit onderwerp nu weer gaat oppakken, zodat huisartsen de beschikbare kennis kunnen implementeren in hun huisartsenpraktijk.
Nascholing LHV Academie Excursie 3 praktijken ◼ VERNIEUWDE MELDCODE Er waren de laatste jaren zoveel andere urgente zaken in de huisartsenzorg, dat het probleem kindermishandeling is ondergesneeuwd. De publicatie van de net vernieuwde KNMG-meldcode is een goed moment om het thema weer onder de aandacht te brengen. De stappen die je bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld moet zetten, zijn niet veranderd. Wat wel is veranderd, is dat als Veilig Thuis jou als huisarts informatie vraagt over een bepaald gezin, je de ouders eerst toestemming moet vragen om die informatie te delen. Er zijn een paar rechtszaken geweest over zaken waarin artsen zonder toestemming informatie hadden gedeeld. Ze waren er vanuit gegaan dat het voldoende was dat Veilig Thuis de ouders toestemming had gevraagd. Maar de
‘ Wees nieuwsgierig naar de jeugd van ouders zelf, mensen hebben vaak meer meegemaakt dan je vermoedt’ tuchtrechter zag dat anders. Je moet als arts dus eerst toestemming vragen aan ouders en hen laten lezen wat je met Veilig Thuis wilt delen, voordat je dat ook echt mag doen. Deze aanscherping maakt het nog noodzakelijker om als huisarts in gesprek te gaan met ouders. Daar sta ik helemaal achter. Het is belangrijk om alert te zijn op signalen van kindermishandeling, zowel bij kinderen als bij ouders. Probeer bespreekbaar te maken wat er aan de hand is. En wees nieuwsgierig naar de jeugd van ouders zelf, want mensen hebben vaak meer meegemaakt dan je vermoedt. Als je het daarover kunt hebben, kun je het ook over de actuele situatie in het gezin hebben. Als je twijfelt of er sprake is van kindermishandeling, vraag dan anoniem hulp en advies bij Veilig Thuis. Als je twijfelt of iemand een ernstige somatische aandoening heeft. denk je ook niet: het zal wel niet. Dan verwijs je door. Een melding bij Veilig Thuis is geen doel op zich, maar kan wel helpen als verder onderzoek nodig is. ◼ DURVEN LEUNEN Een tijdje terug had ik een gesprek met een patiënt, een man van 32. Hij had burn-outklachten. Hij kwam bij mij nadat hij onderweg naar zijn werk zijn auto had stilgezet, omdat hij zichzelf betrapte op de gedachte om de vaart in te rijden. Dat wilde hij helemaal niet. We hebben daarna een aantal positieve-gezondheidsge-
sprekken gevoerd. Een prachtige tool. Zo’n geprek gaat over wat iemand belangrijk vindt, waar hij of zij mee aan de slag wil. De man vertelde dat zijn gezin heel belangrijk voor hem is, maar hij merkte dat hij in ruzies met zijn kinderen heel fel werd. Hij was zelf als kind geslagen door zijn vader en vaak heel bang. Dat wilde hij zijn kinderen niet aandoen. Hij was al gestopt met alcohol omdat hij niet agressief wilde worden. Door deze gesprekken te voeren, kon ik hem doorverwijzen naar passende hulp. ◼ VERTROUWEN OPBOUWEN De aanpak van kindermishandeling vraagt alles waar de huisartsenzorg voor staat: persoonsgerichte, medisch generalistische, continue zorg en samenwerking. Samenwerking met ouders, het sociaal domein, verslavingszorg, het Centrum voor Jeugd en gezin, jeugdzorg, de jeugdverpleegkundige of de orthopedagoog. En daarnaast een lange adem. Ik hoop heel erg dat ‘Meer tijd voor de patiënt’ tot meer echte gesprekken met patienten leidt. Mensen die bijvoorbeeld seksueel misbruik hebben meegemaakt, doen er wel zes of zeven gesprekken over voor ze daarover durven vertellen. Je moet moeite doen om het vertrouwen op te bouwen. Daarom is het ook zo belangrijk dat mensen een vaste, eigen huisarts hebben. Ik denk dat wij als huisartsen vaak in de hulpverlenersvalkuil stappen en dingen voor iemand willen oplossen. Dat werkt bij deze problematiek meestal niet. Vaak hebben mensen al heel veel hulpverleners over zich heen gehad. Als jij ook nog eens gaat vertellen hoe het moet, sta je drienul achter. Je moet durven leunen en durven luisteren naar wat een patiënt jou vertelt, waar hij of zij tegenaan loopt. En dan kun je een stap verder maken.” ¶
de Dokter 7/2023
15
Heb je bouwplannen? Bouwtekeningen zeggen veel, maar niet alles. Op excursie met LHV Bouwadvies kun je nieuwbouwpraktijken aan den lijve ervaren, in de keuken kijken bij collega’s en alles vragen wat je maar wil. Je krijgt informatie over de functionele indeling van de praktijk, de 7 gouden regels en het bouwproces. In elke praktijk geeft een van de praktijkartsen toelichting. Je bezoekt de 3 praktijken per luxe bus. In de bus kun je vragen stellen aan Harry Eltink, architect-adviseur van de bouwadviesgroep-LHV. De dag duurt van 9.00 tot 16.00 uur en vindt plaats op zaterdag 13 april en zaterdag 28 september.
Omgaan met dillema's Als huisarts weet je zelf het best wat jouw dilemma’s zijn. Deze nascholing richt zich dan ook op die dilemma's. Voorbeelden van eerdere dilemma's: Hoe bied je met een werkweek van 44 uur en consulten van 10 minuten goede zorg aan patiënten, zonder daarbij zelf ‘op’ te raken en de zin in je werk te verliezen? - Hoe zet je patiënten op het spoor van een gezonde levenswijze, terwijl je tegelijkertijd hun eigen autonomie respecteert en accepteert hoe beperkt je invloed hierop is. Hoever ga je in de ondersteuning van patiënten met psychische klachten die je niet doorverwezen krijgt naar de juiste zorg: wanneer is jouw zorg voor hen ‘genoeg’? In deze nascholing proberen we dergelijke vraagstukken helder te krijgen en van antwoorden te voorzien in drie stappen, met hulp van filosofie en een socratische dialoog. We oefenen met de ethische cyclus in morele sensibiliteit, -analysevermogen, -creativiteit, -oordeelsvermogen en -besluitvaardigheid. Deze nascholing vindt plaats in Utrecht, op donderdag 13 juni, van 16.00 - 20.00 uur
Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Als huisarts heb je steeds meer te kiezen. Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas? Maurice van Gelderen, huisarts in Gorssel, over zijn hele kleine dokterstas. TEKST: BERBER BIJM A / FOTO: BABET HOOGERVORST
EEN BLIK IN JOUW TAS? We zijn nieuwsgierig naar jouw dokterstas! Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.
16
de Dokter 7/2023
WIE? MAURICE VAN GELDEREN (62) 28 JA AR HUISARTS SINDS: HOE EN WAAR? END APOTHEEKHOUD SEL HUISARTS IN GORS
D
e dokterstassen van Maurice van Gelderen zijn in de loop van de jaren steeds kleiner geworden. Inmiddels heeft hij misschien wel de kleinste van Nederland. ‘Hoe jonger de dokter, hoe groter de tas. Hoewel ik ook wel collega’s van mijn leeftijd met hele grote tassen zie. Ik zou me inmiddels heel ongemakkelijk voelen.’
Aan de tas hangt een buisje met daarin een mondkapje voor reanimaties. ‘Mensen die gereanimeerd moeten worden, hebben soms overgegeven. Eén keer had ik niet zo’n mondkapje bij me. Sindsdien gaat het altijd mee, hoewel ik het gelukkig nog nooit heb hoeven gebruiken.’
‘In mijn tasje zitten de basale spullen waar ik bij 95 procent van de visites mee uit de voeten kan. Ik doe veel visites; die leveren waardevolle informatie op. En vaak genoeg laat ik zelfs dat kleine tasje in de auto liggen, bijvoorbeeld bij een geboorte of voorbespreking van euthanasie. Het voelt allang niet meer gek om met lege handen aan te bellen. Ik ken mijn patiënten, dus ik weet vaak wel of ik wel of geen spullen nodig heb.’
‘Niet iedere huisarts zal een rolmaat in de tas hebben. Ik vind het handig om bijvoorbeeld het verschil in beenomtrek op te nemen.’
‘Ik vond dit tasje in een winkel in Breda, een jaar of vijf geleden. Ik wist meteen: die is van mij. Een klassieke leren dokterstas, maar dan heel klein. Mensen zijn vaak verbaasd over zo’n klein tasje, collega’s ook. Maar ik kom niet met lege handen hoor. Ik heb de kofferbak vol met aanvullende spullen. Die gaan er alleen uit als ik de kofferbak ergens anders voor nodig heb. Het kleine tasje blijft altijd in de auto, zelfs op vakantie. Ik heb het onderweg al heel vaak gebruikt.’
‘ Ik zou me heel ongemakkelijk voelen met een grote tas’ de Dokter 7/2023
In de kofferbak ligt véél meer dan wat in de gemiddelde dokterstas zit: een zuurstoffles, kathetermateriaal en zelfs een AED. ‘Als het nodig is, loop ik even terug naar de auto. Maar dat gebeurt minder dan eens per maand. Al die rode tasjes staan heel leuk bij elkaar – daar hou ik van.’
17
Informatiebeveiliging: houd de aandacht vast Leuker wordt het misschien niet, maar belangrijker wel: als huisarts moet je de beveiliging van persoonsgegevens en medische informatie goed op orde hebben. Gelukkig hoef je dat niet alleen te doen. De regionale huisartsenorganisatie kan vaak een belangrijke rol spelen. De LHV bracht onlangs samen met InEen en NHG een nieuw webdossier uit, met daarin onder meer drie scans die een eerste indruk geven van hoe jouw praktijk ervoor staat. TEKST: BERBER BIJM A , BEELD: MIR JAM VAN DER LINDEN
18
O
m meteen maar een misverstand uit de wereld te ruimen: huisartsen zijn níet te klein om interessant te zijn voor hackers. Johan Snijders, senior beleidsmedewerker ICT bij de LHV, kent helaas verhalen van kleinere zorgverleners die slachtoffer werden van digitale criminelen. ‘Vorig jaar was er nog een ransomware-aanval bij een groep tandartsen, die wel een week duurde en bij mijn weten de tandarts aardig wat losgeld heeft gekost. Hackers worden slimmer, dus de bedreiging neemt toe. Informatiebeveiliging blijft daardoor een ingewikkeld onderwerp, maar je ziet aan zo’n voorbeeld tegelijk hoe belangrijk het is, want je wilt echt
de Dokter 7/2023
geen hack of datalek.’ Mede door de nare voorbeelden die in het nieuws komen, ziet Snijders dat de bewustwording bij huisartsen de laatste jaren is toegenomen. ‘Zeker wanneer huisartsen zaken gaan doen met een nieuw bedrijf, zijn ze alert op de veiligheid van persoonlijke gegevens van patiënten. Dat is absoluut winst. Maar informatiebeveiliging gaat ook over: wat als je backupsysteem niet werkt, wat gebeurt er als de stroom plotseling uitvalt, hoe gaan medewerkers om met gevoelige gegevens?’ ◼ LAAGDREMPELIGE
VEILIGHEIDSSCANS
Om een eerste antwoord op die
AMSTERDAM:
Coöperatie en koploperpraktijken plaveien de weg
D
e Regionale Organisatie Huisartsen Amsterdam (ROHA) is volop aan de slag met informatiebeveiliging. In eigen huis, maar ook bij de 150 aangesloten huisartsenpraktijken. ‘Informatiebeveiliging staat bij ons hoog in het vaandel’, vertelt Ben Stoltenborg, security officer bij de ROHA. Hij wijst erop dat ‘NEN 7510’, de norm voor informatiebeveiliging in de zorg, expliciet benoemd staat in het Integraal Zorgakkoord (IZA). ‘In 2025 moeten alle zorgorganisaties in Nederland – dus ook huisartsenpraktijken – aan die norm voldoen. Voor een individuele praktijk is dat niet te doen: het gaat om maar liefst 117 beheersmaatregelen.’ Vijf ‘koploperpraktijken’ in Amsterdam zijn sinds afgelopen zomer onder begeleiding van de ROHA bezig met het traject dat komend voorjaar tot de NEN-certificering moet leiden. De praktijk van huisarts Pieter Jan van Empel, met een vestiging in Amsterdam-Noord en een vestiging in het Amstelkwartier, is een van de koploperpraktijken. ‘Ict heeft altijd mijn interesse gehad’, vertelt hij. ‘Toen ik in 2016 een nulpraktijk opende, kon ik de ict meteen zo modern en veilig mogelijk opzetten. Bovendien zit ik in het ROHA-bestuur. Vanuit die rol wil ik het goede voorbeeld geven. Vandaar dat ik heb ingestemd toen Ben mij vroeg een van de koploperpraktijken te zijn.’
vragen te krijgen, heeft de LHV samen met InEen en NHG drie laagdrempelige scans uitgebracht die een globaal antwoord geven op de vraag: hoe staat mijn praktijk ervoor qua informatiebeveiliging? De eerste scan is een privacyscan, waarbij het gaat om vragen als: hebben alleen bevoegden toegang tot het dossier, wordt bijgehouden wie wanneer een patiëntendossier heeft geraadpleegd, kan de patiënt dat ook opvragen en wat doe ik als het fout gaat? De integriteitsscan gaat over de nauwkeurigheid, volledigheid en consistentie van de dossiervorming en over traceerbaarheid: is het altijd duidelijk wie informatie heeft ingevoerd of gewijzigd? De laatste scan gaat over de beschikbaarheid van gegevens: kan
De ROHA en de koploperpraktijken plaveien momenteel samen de weg voor de andere praktijken die op een later moment het certificeringstraject doorlopen. Van Empel: ‘Afgelopen maanden hebben we het voortraject voor de nulmeting gehad. De ROHA had een checklist opgesteld die wij als koploperpraktijken hebben doorlopen en van commentaar voorzien. Zo ligt er nu een goede checklist voor de nulmeting bij andere praktijken.’
een praktijkmedewerker erop vertrouwen dat er relevante informatie uit het dossier tevoorschijn komt, op de plek en tijd waar dat nodig is? Iedere scan bestaat uit een paar vragen, die via de LHV-site beantwoord kunnen worden. ‘De uitkomst laat zien wat je al hebt geregeld en wat nog niet’, legt Snijders uit. ‘Zo kun je bepalen wat vervolgstappen zijn en besluiten wat je prioriteit wilt geven. Wat die prioriteiten zijn, hangt af van wat je al hebt gedaan, maar ook van hoe de praktijk eruitziet. Kan een bezoeker bijvoorbeeld bij de computer van een baliemedewerker? Dan kun je besluiten daar allereerst maatregelen voor te nemen. Daarnaast werken de vragen van de scans natuurlijk ook als
de Dokter 7/2023
◼ ‘WELKOM123’
De checklist maakt duidelijk wat er nog moet gebeuren voor een praktijk aan de NEN-norm voldoet. Stoltenborg: ‘Deels zijn dat dingen die we op coöperatieniveau regelen, zoals een risicoanalyse, het leveranciersmanagement, een verwerkingsregister. Andere zaken moet je juist binnen de praktijk regelen.’ Van Empel somt een heel aantal voorbeelden op: ‘Is de 2-factorauthenticatie goed geregeld, wie heeft toegang tot welke gegevens, wat is er geregeld voor als iemand uit dienst gaat en dus niet meer moet kunnen inloggen, hoe sla je documenten op, mag iemand een
19
advertentie
Denkt u na over het behandelen van een Strep A keelinfectie? Behandeling van Strep A: Verkort de besmettelijkheid en verkleint het risico op verspreiding1 Verkort het ziekteverloop met 1-2.5 dagen2 Verkleint de kans op complicaties en ernstige secundaire ziektes welke geassocieerd zijn aan strep A infecties2,3
QuikRead go® Strep A test geeft bij verdenking op Strep A nog tijdens het consult uitsluitsel.
1. Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Group A Streptococcal Disease. Pharyngitis (Strep Throat), 2022. https://www.cdc.gov/groupastrep/diseases-hcp/strep-throat.html 2. Spinks A, Glasziou PP, Del Mar CB. Antibiotics for sore throat. Cochrane Database Syst Rev 2013;:CD000023 3. Edouard S, Michel-Lepage A, Raoult D. Does it make sense to detect Streptococcus pyogenes during tonsillitis in Europe to prevent acute rheumatic fever? Clin Microbiol Infect 2014;20:O981-2
info@aidian.nl / aidian.nl
‘Het goede nieuws: je hoeft het niet alleen te doen én niet alles hoeft niet in één keer’ trigger: je realiseert je bij het invullen wat er allemaal bij komt kijken bij informatieveiligheid.’ De scans zijn onderdeel van een nieuw webdossier over informatiebeveiliging, vertelt Snijders. ‘Tot voor kort hadden we een praktijkboek informatiebeveiliging. Het webdossier dat we nu hebben, is actueler, toegankelijker en praktischer. Zo hopen we dat de drempel om met informatiebeveiliging aan de slag te gaan, lager is.’ ◼ TREK SAMEN OP MET DE REGIO-ORGANISATIE Of je op dit moment al veel of weinig hebt geregeld op het gebied van informatiebeveiliging, ‘het kan altijd beter dan gisteren’, zegt Snijders. ‘Je móet er dus mee aan de slag, ook als het potentieel veel werk is. Vergelijk het met het kwaliteitsmanagement, waar ook iedere praktijk aan hoort te werken. Het goede nieuws is dat je het
usb-stick gebruiken, staat de schermbeveiliging aan tijdens de lunch?’ Met dat laatste raakt Van Empel aan wat hij ‘het meest ingewikkeld’ vindt aan informatiebeveiliging: bewustwording en gedrag. ‘Jonge waarnemende huisartsen zijn zich lang niet altijd bewust van de gevaren van hun omgang met gevoelige gegevens en de mogelijke schade voor patiënten. Wij vragen waarnemers altijd om met hun UZI-pas in te loggen. Dat levert vaak weerstand op, want ze zijn gewend om in te loggen met een waarnemerspas. Gebruikersnaam Waarnemer1, wachtwoord Welkom123. Daarmee kan zoveel méér misgaan dan met je persoonlijke UZI-pas. Die UZI-pas is ook veel handiger, want je kunt makkelijker terugvinden wie wanneer heeft gewerkt en welke patiënten heeft gezien.’ Ook bij assistenten blijft Van Empel erop hameren dat ze veilig met persoonsgegevens omgaan. ‘We hebben bijvoorbeeld de duidelijke regel: geen medische gegevens op het bureaublad van een computer. Maar toch vind ik er nog weleens een brief van het ziekenhuis. Of zelfs een eigen salarisstrook. Bij een waarnemend huisarts trof ik een keer een hypotheekovereenkomst aan op het bureaublad. Wat mij betreft geen probleem als je tussen het werk door even iets voor je privé doet, maar als je je eigen persoonlijke gegevens al op het bureaublad achterlaat, hoe kan ik er dan op vertrouwen dat je veilig met patiëntgegevens omgaat? Patiënten zelf zijn soms ook slordig, trouwens. We hebben meegemaakt dat een patiënt heel graag een papieren uitdraai van zijn dossier wilde en dat we die even later terugvonden in de wachtkamer.’
niet alleen hoeft te doen én dat alles niet in één keer hoeft. Ik adviseer huisartsen altijd om samen op te trekken met hun regionale huisartsenorganisatie. Daar zit meestal veel deskundigheid op het gebied van informatiebeveiliging.’ Het is verstandig om binnen de praktijk één medewerker aan te stellen die informatiebeveiliging in zijn of haar portefeuille heeft. ‘Diegene kan bijvoorbeeld het beleidsplan informatiebeveiliging opstellen – dat klinkt overigens zwaarder dan het is. In veel praktijken is het de praktijkmanager die over informatiebeveiliging gaat, maar het kan ook iemand anders zijn. Belangrijk is wel dat de anderen daarmee niet denken: fijn, dat is dan geregeld. Informatiebeveiliging is een onderwerp dat iedereen aangaat, vooral omdat het ook over menselijk gedrag gaat. Daarom is het goed om het regelmatig op het teamoverleg terug te laten komen.’ ¶
◼ BEWUSTWORDINGSCAMPAGNE
Bewustzijn en veilig gedrag wordt een belangrijk onderdeel van het certificeringstraject dat de ROHA begeleidt, vertelt Stoltenborg. ‘We gaan een campagne organiseren en materiaal verspreiden dat bedoeld is om alle medewerkers van de praktijk alert te houden.’ Lonneke Reuser, manager Zorg en Innovatie bij de ROHA, hoopt dat Van Empel en de andere ‘koploperhuisartsen’ na het eerste traject hun collega’s enthousiast zullen maken. ‘De andere 145 praktijken hoeven niet allemaal vanaf nul te beginnen, natuurlijk. De meeste hebben echt al wel iets geregeld. Maar zij – en wij – moeten nog wel flink wat werk verrichten om in 2025 aan de NEN-norm te voldoen. Overigens betekent dat “voldoen” niet dat dan alles geregeld moet zijn, maar vooral dat je continu werkt aan verbetering, en dat ook blijft doen na 2025. Met de koploperpraktijken ontwikkelen wij daar momenteel een goede werkwijze voor. En we staan er zeker voor open om de producten die wij nu ontwikkelen, zoals de checklist voor de nulmeting, te delen met andere regionale huisartsenorganisaties.’
Scan jouw praktijk Benieuwd hoe de informatiebeveiliging in jouw praktijk ervoor staat? Met drie scans krijg je een eerste indruk hoe het nu geregeld is en welke verbeteringen je kunt doorvoeren: de privacyscan, de integriteitsscan en de beschikbaarheidsscan. Vul de scans in en je krijgt jouw uitkomsten en verbetertips in je mailbox. Je vindt de scans op onze website.
de Dokter 7/2023
21
‘Ik heb geleerd af en toe op de rem te trappen’ Merel van Gelderen (35) vertelde begin 2020 in De Dokter over haar kersverse praktijkstart in het Limburgse Landgraaf. Wat ze toen – gelukkig – nog niet wist, was dat even later de coronapandemie zou uitbreken. Een kleine vier jaar later is ze met haar praktijk in een volgende fase beland. Wat houdt haar op dit moment bezig? TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: ROB VAN HOORN
22
‘Toen de coronapandemie losbarstte, heb ik weleens gedacht: ik had nog best even onder de vleugels van een andere praktijkhouder willen werken. Dan had ik nu niet de eindverantwoordelijkheid gehad over spatschermen, videoconsulten, later de vaccinaties. En dat in een fase waarin ik nog zoekende was naar mijn rol als leidinggevende. Ik had het geluk dat ik in een HOED werk. We konden heel veel dingen samen bedenken.’ Haar rol als leidinggevende bleef een verkenningstocht, ook toen de pandemie luwde. ‘Ik hou van veranderen en doe liefst alles in één keer. Ik wilde soms sneller dan de anderen in de praktijk of in de HOED, dus ik moest een beetje op de rem. Ook het delegeren was iets waarin ik moest groeien. Ik merkte dat de assistenten soms wilden dat ik meer uit handen gaf.’ Het leren delegeren was een van de
de Dokter 7/2023
redenen waarom ze afgelopen jaar de LHV-Praktijkscan (zie kader) liet doen. ‘De Praktijkscan heeft me geleerd dat het niet per se beter is als ik alles zelf doe. Het is namelijk ook ontzettend belangrijk dat de assistenten werkplezier hebben. Daar hoort bij dat je verantwoordelijkheden krijgt. Ik wíl natuurlijk ook heel graag dat ze plezier in hun werk hebben. Dat vergroot ook de kans dat ze bij de praktijk blijven – niet onbelangrijk in deze tijd van krapte.’ ◼ STRENGE DOKTER De bereikbaarheid van de praktijk is sinds kort wat efficiënter geregeld. ‘We waren altijd zo’n beetje de hele dag telefonisch bereikbaar. Dat hebben we nu wat ingeperkt, zodat de assistenten vaker tijd hebben om gefocust met iets anders bezig te zijn.’ De Praktijkscan liet daarnaast zien dat Van Gelderen in financiële zin niet
na de start
In februari 2020 vertelde Merel van Gelderen over haar praktijkstart. Hoe gaat het nu met haar praktijk? patiënt heel boos wordt. Als het nodig is, bel ik ze zelf op om daar wat van te zeggen. En als ze dan sorry tegen mij zeggen, verwijs ik ze door naar de assistente. Zij is degene tegen wie ze sorry moeten zeggen. Soms is het gemakkelijker om mensen maar hun zin te geven, maar dat doen we niet.’
Huisarts Merel van Gelderen en haar team
optimaal werkte. ‘Mijn declaraties van verrichtingen, consulten en visites waren lager dan gemiddeld. Ik heb tips gekregen om dat te verbeteren. Overigens is het ook voor een deel bewust beleid. Ik ben een vrij strenge dokter, vind de eigen regie en zelfredzaamheid van patiënten belangrijk. Mede daardoor doe ik nooit middagconsulten. Dat is op zich natuurlijk positief, maar de praktijk moet in financieel opzicht wel goed draaien. Daar heb ik nu een betere balans in gevonden.’ De keerzijde van een consequente dokter is dat patiënten soms boos worden dat ze niet binnen een dag mogen langskomen. ‘Iemand met keelpijn zonder koorts moet dat eerst even aanzien. Daar is niet iedere patiënt blij mee. Zulke telefoontjes vergen veel geduld en begrip van de assistenten. Ik vraag ze altijd om het meteen aan mij door te geven als een
◼ ‘PROJECTJES’ ‘We hebben nu als team meer werkplezier, de assistentes denken mee over allerlei dingen en ik kan ze beter meenemen in mijn beweegredenen om te investeren in een goed opgevoede patiëntenpopulatie. Wat er de komende jaren verder komt, zien we wel. We hebben er net een nieuwe groep patiënten bijgekregen omdat er een verzorgingshuis in de buurt is gekomen. Dat geeft eerst wel weer voldoende uitdaging. Ook het dagelijkse werk in zo’n grensregio met veel arbeidsmigranten, heeft best veel reuring. Ik heb regelmatig een consult in het Duits, soms in het Frans. Arabisch, Hongaars, Pools en Oekraïens gaat met Google Translate en soms met plaatjes van bijvoorbeeld een rode kleur of een vuurtje. Je wordt gaandeweg best creatief.’ Als solo-praktijkhouder begon ze met 2350 patiënten, inmiddels zijn het er 2510. ‘Het is behapbaar omdat ik consequent ben. Ik vind het gewoon ontzettend belangrijk dat mensen die hierheen verhuizen, huisartsenzorg krijgen. Patiënten die van een huisarts in de buurt naar mijn praktijk willen, weiger ik.’ Zelfs met zoveel patiënten heeft ze het nodig ‘projectjes’ te doen om het werk leuk te houden. ‘Zo ben ik bezig met een nieuw telefoonsysteem voor de HOED en de opleiding van assistenten. Ik ben bang dat ik anders toch ga denken: pfff, weer eczeem.’ ◼ ‘HET KAN OOK MORGEN’ De titel van haar volgende project heeft ze al bedacht, zegt ze lachend: ‘Waar ligt mijn grens? Ik hoef niet per se te groeien, maar ik vind het wel heel belangrijk dat de zorg wordt
de Dokter 7/2023
geborgd, dat iedereen een huisarts heeft. Alleen, dat hoeft niet allemaal in praktijk Van Gelderen. Ik ben de afgelopen jaren ook psychische zorg heel mooi gaan vinden, maar dat betekent natuurlijk niet dat alle patiënten met ggz-problematiek maar naar mij moeten.’ ‘In de toekomst wil ik denk ik nog weleens opleider worden, maar ik ben nu net 35, dus ik hoop nog wel dertig jaar te werken. Nog tijd zat om opleider te worden dus. Als ik één ding heb geleerd de afgelopen jaren, is het wel om af en toe op de rem te trappen. Voorheen dacht ik: wat nú kan, doe ik nu. Dat is echt een valkuil, want anderen gaan daardoor ook denken: Merel doet ’t wel. Zo krijg je het alleen maar drukker. Nu denk ik vaker: het kan ook morgen, dan ga ik nu even wandelen. Goede zelfzorg is heel belangrijk.’ ¶
De LHV-praktijkscan – iets voor jou? innovatie. Voor Merel was haar rol als werkgever aanleiding Een ervaren en onafhanom de LHV-praktijkscan kelijk adviseur komt langs voor een brede analyse te doen. Loop jij in jouw praktijk ook tegen vragen van jouw praktijk. Daarna aan die je graag eens met besluit je samen welke twee specifieke thema’s iemand wilt onderzoeje wilt uitdiepen. Daarken? Bijvoorbeeld hoe mee krijg je een compleet je jouw praktijkvoering efficiënter maakt, de sa- beeld van wat er in jouw menwerking in het team praktijk speelt, welke invloed externe factoren en verbetert of effectiever partijen hebben en hoe declareert? Of heb je te maken met een grote ver- je daarmee kunt omgaan. andering zoals opvolging De Praktijkscan duurt in totaal zo’n drie maanden, of samenvoeging van praktijken? De Praktijks- met een halfjaar later een can van de LHV helpt om evaluatiemoment. Meer info: inzicht te krijgen in wat goed gaat en waar kansen liggen voor verbetering, professionalisering of
23
HARD WERKEN AAN 10 ACTIEPUNTEN
LHV houdt de vuist op tafel
Anderhalf jaar geleden stonden duizenden huisartsen en praktijkmedewerkers met spandoeken op het Malieveld. Het manifest ‘Met de vuist op tafel’ bevatte tien actiepunten om de huisartsenzorg overeind te houden. Hoe staat het ervoor met de concrete, afdwingbare oplossingen voor de grootste knelpunten in de huisartsenzorg?
D
e actiepunten uit het manifest staan in 2024 nog steeds hoog op de agenda. Ad Vermaas en Marjolein van Harten, LHV-specialisten bekostiging, trokken tijdens de LHV-regiotoer samen met andere LHV-adviseurs door het land om ontwikkelingen in de bekostiging 2024 en de voortgang aan de IZA-tafels toe te lichten. ‘De IZA-tafels bieden de LHV de mogelijkheid om de actiepunten uit ‘Met de vuist op tafel’ aan de orde te stellen’, vertelt Van Harten: ‘Bij eerdere sectorale hoofdlijnakkoorden hebben we gezien dat mooie beloften geen garantie zijn voor daden. Daarom moeten we scherp blijven. Bij het IZA zitten alle betrokken partijen aan tafel en kunnen gezamenlijk oplossingen worden gezocht.’ Op de actiepunten Meer tijd voor de patiënt (MTVP) en ANW-zorg zijn het afgelopen jaar mooie resultaten bereikt, meldt Vermaas. ‘Vooral dankzij het feit dat de LHV deze punten als voorwaarden had gesteld voor de ondertekening van het IZA. Maar we zijn er nog niet, want MTVP moet ook structureel worden bekostigd.’ Betere bekostiging is sowieso een belangrijk actiepunt voor 2024. Van Harten: ‘De NZa werkt momenteel aan de inkomensherijking en het praktijk-
kostenonderzoek. De uitkomsten daarvan zijn voor alle huisartsenpraktijken van groot belang, want de nieuwe tarieven moeten in 2025 ingaan.’ Andere actiepunten zijn de vermindering van administratieve lasten en de aanpak van de huisvestingsproblemen waar veel huisartsenpraktijken mee worstelen. De noodzaak om de knelpunten op te lossen, wordt alleen maar groter, meent Vermaas. ‘Door de toenemende zorgvraag en het groeiende tekort aan huisartsen en ondersteunend personeel neemt de druk op de huisartsenzorg toe. We moeten nadenken over de vraag hoe het werk draaglijk blijft en hoe we ervoor kunnen blijven zorgen dat iedereen in Nederland een huisarts heeft.’ Aan de IZA-tafels wordt op dit moment aan een visie op de eerstelijns zorg gewerkt: een zienswijze van eerstelijns zorgverleners, zorgverzekeraars en overheid op de zorgvraagstukken. De LHV gaat komend jaar aan de slag om binnen dit brede raamwerk een eigen visie op de toekomst van de huisartsenzorg op te stellen. Die visie moet helpen om noodzakelijke keuzes te maken, bijvoorbeeld als het gaat om bekostiging en nieuwe (praktijk)vormen.
‘Scherp blijven op alle actiepunten’
24
de Dokter 7/2023
Meer tijd voor de patiënt
Structureel meer geld voor langer consult
M
eer tijd voor de patiënt (MTVP) was naast gedifferentieerde en hogere ANW-tarieven voorwaarde voor de LHV om het IZA te ondertekenen. Die voorwaarden zijn vervuld. Voor MTVP is per jaar 220 miljoen euro extra beschikbaar: 200 miljoen voor de huisartsenpraktijken en 20 miljoen voor regionale huisartsenorganisaties. Huisartsen kunnen aanspraak maken op dit geld als ze daadwerkelijk langere consulten (15 minuten) invoeren, deelnemen aan intervisie en meedoen in een regionale aanpak, ondersteund door een regionale huisartsenorganisatie. Die aanpak bestaat uit interventies als Anders werken in de praktijk, Samenwerken met het netwerk, Uitbreiding van personele capaciteit en het Voeren van het goede gesprek. Een zorgpunt is wel dat de financiering in 2023 en 2024 nog slechts tijdelijk is. Vanaf 2025 moet MTVP structureel worden vergoed.
Grenzen aan het aanbod
Verbeterplan ANW
Met minder mensen meer zorg leveren
O
ver het hele land groeit het tekort aan huisartsen en ondersteunend personeel. Op dit moment hebben ruim 507.000 mensen geen huisarts. Vijf jaar geleden waren dat er nog 323.000. Volgens Erik Dijkstra, senior beleidsmedewerker LHV, vraagt dat een actief arbeidsmarktbeleid. ‘In de toekomst moeten we met minder mensen meer zorg leveren. Daar zijn landelijk beleid en landelijke oplossingen voor nodig, maar ook inzet vanuit de regio’s en de huisartsen zelf. In oktober dit jaar hebben we samen met Zorgverzekeraars Nederland en kenniscentrum Vektis een eerste dashboard gepresenteerd dat per regio het zorggebruik, zorgaanbod en de tekorten aangeeft. Het dashboard wordt nog aangevuld. Op basis daarvan kan de juiste aanpak worden ontwikkeld. Om de instroom van huisartsen en ander personeel te verhogen, moet het aantrekkelijker worden om voor de huisartsenzorg te kiezen. Bijvoorbeeld door in de huisartsenopleiding meer aandacht te besteden aan praktijkhouderschap. Maar ook door
Tevreden over vrij roosteren
voldoende opleidingsplaatsen beschikbaar te stellen. Het zou enorm helpen als huisartsenpraktijken het als gezamenlijke verantwoordelijkheid zien om personeel op te leiden. Als er onvoldoende mensen worden opgeleid, wordt het alleen maar drukker. Daarnaast is het belangrijk dat mensen die in de huisartsenpraktijk werken, daar blíjven werken. Dat vraagt meer aandacht voor een goede inwerkperiode, duurzame inzetbaarheid, een aantrekkelijke cao en arbeidsomstandigheden. De LHV onderzoekt op landelijk niveau wat er nodig is om het voor praktijken makkelijker te maken om personeel op te leiden, en biedt informatie en handreikingen over thema’s als werven, inwerken en behouden van personeel. Onze aanpak is erop gericht om de kernwaarden in de huisartsenzorg te behouden. Nieuwe toetreders kunnen onderdeel zijn van de oplossing, maar alleen als ze voldoen aan de kernwaarden en de kerntaken van de huisartsenzorg én als huisartsen er zeggenschap in hebben.
N
de Dokter 7/2023
a jaren praten over de problemen met de ANW-zorg zijn er het afgelopen jaar dankzij het Actieplan ANW grote stappen gezet, meldt Iddo de Ruiter, senior beleidsmedewerker van de LHV en zelf huisarts. ‘Op bijna alle huisartsenposten is het afgelopen jaar een systeem van vrij roosteren ingevoerd, met gedifferentieerde en hogere tarieven voor de avond, nacht, weekenden en feestdagen. Het is een enorme prestatie dat dit zo snel is gelukt. In het voorjaar is een eerste indicatieve, kwalitatieve monitoring uitgevoerd onder een kleine groep huisartsenposten. Daaruit bleek dat 94 tot 99 procent van de diensten vrijwillig is ingevuld, 64 procent van de waarnemers zich heeft gecommitteerd en een derde van de diensten door waarnemers wordt uitgevoerd. 97 procent van de huisartsen bleek tevreden met het vrije roosteren. We krijgen echter ook signalen van huisartsen die zich zorgen maken. Zo is in regio’s met een tekort aan huisartsen de ANW-druk nog steeds hoog. Ook zijn er zorgen over praktijkhouders die de diensten waarvoor zij aan de lat staan alsnog tegen hogere tarieven verkopen. In het net ingevoerde systeem zijn praktijkhouders en waarnemers juist gelijkwaardig en hebben ze dezelfde rechten en plichten. Hogere tarieven voor het overnemen van diensten leggen een bom onder dit systeem. In 2024 gaan we samen met InEen monitoren hoe dit zich verder ontwikkelt. Naast de gedifferentieerde en hogere tarieven bevat het ANW-actieplan nog twee andere maatregelen om de druk op de ANW-zorg te verlichten: Spoed is Spoed en zorgcoördinatie. Op veel huisartsenposten is inmiddels ‘Spoed is Spoed’ ingevoerd, al is daar minder aandacht naartoe gegaan dan naar het vrije roosteren. Op huisartsenposten waar alleen patiënten met een hoge urgentie worden gezien, worden de diensten als rustiger ervaren. Maar dit heeft zich nog niet vertaald in minder inzet van huisartsen. De stip op de horizon is coördinatie van de spoedzorg op regionaal niveau. Betere afstemming tussen de verschillende disciplines leidt naar verwachting tot efficiënter gebruik van de schaarse capaciteit in de spoedzorg. Daar gaan we komend jaar mee verder.’
25
Beschikbaarheid vervolgzorg Bekostiging en geld voor organisatie en infrastructuur
Meer transparantie en eenvoud
D
e LHV dringt er al jaren bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op aan om het bekostigingssysteem simpeler en transparanter te maken en vergoedingen voor bewezen innovaties en verbeteringen sneller structureel te maken. Mogelijk gaat dat nu gebeuren. De NZa werkt momenteel aan drie projecten: de doorontwikkeling van de bekostiging, de inkomensherijking en het praktijkkostenonderzoek. Het eerste project gaat over hoe er voor huisartsenzorg wordt betaald, de laatste twee over hoeveel er wordt betaald. Een strijdpunt zijn de NZa-tariefbeschikkingen voor 2023 en 2024. LHV en VPH hebben het afgelopen jaar bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven een rechtszaak aangespannen tegen de te lage tarieven. De uitspraak wordt in december verwacht. Meer weten over bekostiging? Zie de LHVthemapagina Bekostiging van huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
Binnen twee weken een verkennend gesprek
D
e beschikbaarheid van vervolgzorg is voor huisartsen een groot knelpunt. Vanwege lange wachtlijsten, met name in de ggz, blijven patiënten bij de huisarts hangen, waardoor de druk op de huisartsenzorg toeneemt. Aan de IZA-tafel wordt samen naar oplossingen gezocht, vertelt Jenny Heering, senior-beleidsadviseur LHV en huisarts. ‘Als LHV zitten we samen met de ggz, zorgverzekeraars en gemeenten (VNG) aan tafel om oplossingen te vinden. Een van de afspraken in het IZA is dat de inzet van een praktijkondersteuner ggz wordt verhoogd van 12 naar 16 uur per normpraktijk. Maar daarmee wordt het gebrek aan doorstroming nog niet opgelost. Om dit aan te pakken, komen er mentale gezondheidscentra: regionale netwerken waarin huisartsen en vertegenwoordigers van ggz en sociaal domein met elkaar kunnen overleggen. In een zogeheten ‘verkennend gesprek’ bekijken partijen (samen) hoe een door de huisarts aangedragen patiënt kan worden geholpen. Dit overleg kan fysiek zijn, maar ook online. Onze inzet is dat het verken-
Vermindering administratieve lasten
Tegen de stapeling
D
e LHV voert samen met de Eerstelijns Coalitie (alle zorgaanbieders in de eerste lijn) een campagne tegen de doorgaande stapeling van administratieve lasten. De LHV wil dat de controle- en verantwoor-
dingseisen voor huisartsenpraktijken worden verminderd, waaronder de eisen vanuit de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Meer weten? Zie LHV.nl, Administratieve lasten voor huisartsen verminderen
26
de Dokter 7/2023
nend gesprek binnen twee weken na aanmelding van een patiënt plaatsvindt. En als in dat gesprek blijkt dat de patiënt ggz-zorg nodig heeft, willen we dat de ggz die verantwoordelijk binnen vier weken overneemt. Er zijn al voorbeelden waar dit soort digitale overlegtafels zijn ingesteld, bijvoorbeeld in Midden-Holland. Huisartsen hebben hier positieve ervaringen mee opgedaan. Het oprichten van die mentale gezondheidscentra is een taak voor de ggz, gemeenten en regionale huisartsenorganisaties. 2024 wordt het jaar van de experimenten, betaald met transformatiegelden. 2025 moet het jaar worden waarin in alle regio’s zo’n netwerk wordt ingericht. Daarvoor moet structurele bekostiging komen. Er moet nog heel wat werk worden gedaan voor het daadwerkelijk zover is. Als je als huisarts iets hoort over een initiatief in jouw omgeving, meld je dan vooral aan. Het is ontzettend belangrijk dat huisartsen hier samen achter gaan staan en bevorderen dat er concrete afspraken over vervolgzorg worden gemaakt.’
Digitaal werken en gegevensuitwisseling
Concrete en afdwingbare afspraken
Versterk de eerstelijns zorg
ICT moet huisartsenzorg ontlasten
D
I
e boodschap van LHV, VPH, NHG en InEen aan alle politieke partijen en het komende kabinet is dat de afspraken in het IZA over de versterking van de eerstelijns zorg moeten worden waargemaakt. Op elk van de actiepunten is voortgang nodig om de huisartsenzorg in Nederland overeind te houden.
Huisvesting
In elke buurt een huisartsenpraktijk
R
uim drie op de vier huisartsen hebben een probleem met huisvesting. Daarom moet huisvesting de komende jaren hoge prioriteit krijgen. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat elke Nederlander een huisartsenpraktijk in de buurt heeft en houdt. De Handreiking Huisvesting Huisartsen die de LHV onlangs samen met VWS, NZA, VNG, InEen en ZN heeft uitgebracht, geeft informatie over de huisvestingsproblematiek, de betrokken partijen, concrete acties en financieringsmogelijkheden. Zie het artikel op pagina 8, of kijk op www.lhv.nl/huisvestingsproblemen.
CT gaat pas echt helpen als de administratieve lasten omlaaggaan en er meer tijd overblijft voor de patiënt. Daar zet de LHV volgens Johan Snijders, seniorbeleidsmedewerker ICT, hard op in. ‘ICT is geen doel op zichzelf, het is een middel om de zorg te verbeteren en zorgverleners te ontlasten. ICT kan bijdragen aan een oplossing voor het toenemende personeelstekort in de zorg, maar daar moeten we dan wel op sturen. Anders kan ICT juist meer werk opleveren en dat is het laatste wat huisartsen willen. Daar zitten we dus bovenop aan de IZA-tafel. Een belangrijk doel op het gebied van ICT is betere gegevensuitwisseling. De eerste mijlpaal is de verbetering van de communicatie tussen huisartseninformatiesystemen. Op dat punt is het afgelopen jaar vooruitgang geboekt; voor de meeste huisartsenpraktijken is de overdracht van patiëntendossiers fors verbeterd. Daarnaast moet ook de uitwisseling van patiëntgegevens met andere zorgverleners, ziekenhuizen bijvoorbeeld, worden verbeterd. Daarover hebben we nu overleg aan de IZA-tafel. Hierbij gaat het deels om techniek: wat worden de nieuwe standaarden, welke aanpassingen zijn er nodig en van wie worden die aanpassingen gevraagd. Maar het gaat ook over wetten en re-
gels: welke informatie mag met wie worden gedeeld en hoe en wanneer wordt daar toestemming voor gegeven? We willen voorkomen dat huisartsen veel dingen anders of extra moeten doen en daardoor juist meer tijd kwijt zijn met het bijhouden van dossiers. Oplossingen voor ICT-problemen zijn ingewikkelder dan vaak wordt gedacht. Het afgelopen jaar is er veel gepraat, het komend jaar moeten er duidelijke plannen en afspraken worden gemaakt, onder meer over standaardisatie van dossiers, verbetering van gegevensuitwisseling, de functionaliteiten van de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) en het investeren in hybride zorg: de combinatie van fysieke en digitale zorg. Het goed inrichten van systemen kost tijd; reken op een paar jaar. Het implementeren van nieuwe systemen in de praktijk is voor doorsnee huisartsenpraktijken niet te doen. Huisartsen moeten worden ondersteund door regionale huisartsenorganisaties. Met de invoering van het elektronisch patiëntendossier hebben wij daar via het programma OPEN ervaring mee opgedaan. De lessen die wij in dat programma hebben geleerd, willen we graag met andere zorgdomeinen delen.’
Regiotoer gemist? Kijk het webinar beleid en bekostiging terug De LHV heeft dit jaar zeven regiobijeenkomsten gehouden om het beleid en de bekostiging voor 2024 toe te lichten en daarover met leden in gesprek te gaan. Twee daarvan waren speciaal voor praktijkmanagers. De regiotoer trok in totaal bijna 700 deelnemers. Op 7 december was er een afsluitend live webinar. Collega-huisartsen en LHV-adviseurs praten je bij over ontwikkelingen in de bekostiging, ICT en de voortgang van het IZA. Het webinar kun je via de LHVwebsite terugkijken.
de Dokter 7/2023
27
mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisarts Daphne Mous over haar praktijkstart. TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: ARNO M ASSEE
‘Ik kwam als het ware extra en kan gaandeweg extra taken op me nemen’ 28
de Dokter 7/2023
WIE Na een hele tijd in het ziekenhuis werken, ben je tóch huisarts geworden. Hoe ging dat? ‘Tijdens mijn studie geneeskunde vond ik alle coschappen leuk en was ik pas 23. Ik wist nog niet wat ik wilde, dus ging eerst maar een tijd als ANIOS aan de slag. Ik zou een jaartje werken bij kinderchirurgie, maar kreeg het aanbod om te promoveren. Zo ben ik daar 5,5 jaar gebleven. Na het eerste jaar combineerde ik mijn onderzoek – op het gebied van celbiologie – met diensten op de afdeling. Het waren hele drukke, maar ook heel leerzame jaren. Ik leerde steeds meer wat ik wel en niet leuk vond. Het klinische werk op de afdeling met kinderen, maar ook met hun gezinnen, vond ik ontzettend leuk. Ik werkte met kinderen met een aangeboren afwijking en maakte sommige kinderen daarom vijf jaar lang mee. Kleine chirurgische ingrepen vond ik ook mooi om te doen, maar de grote operaties hoefden van mij niet zo. Gaandeweg realiseerde ik me dat ik juist die band opbouwen met patiënten het mooiste onderdeel van het werk vind. En dat je daarvoor toch echt het beste huisarts kunt worden.’
En dan liefst in de vorm van praktijkhouder? ‘Ik ben meer van: ik zie wel wat er op mijn pad komt. Maar inderdaad, in mijn achterhoofd had ik wel dat ik ‘ooit’ praktijkhouder wilde worden. Na de huisartsenopleiding ging ik eerst waarnemen. Wel zo snel mogelijk op een vaste plek, juist met het oog op die band met patiënten. Ik ben daar gevraagd praktijkhouder te worden, maar wilde heel graag op de fiets naar mijn werk kunnen. Praktijkhouderschap kies je voor de rest van je carrière en ik wilde niet al die jaren een halfuur met de auto moeten. Toen ben ik gaan rondkijken en ontdekte ik een vacature in mijn eigen wijk, bij mijn eigen huisarts zelfs. Daar ben ik in het voorjaar van 2021 begonnen als waarnemer. Sinds juli vorig jaar ben ik praktijkhouder. Dat kan ik overigens iedereen aanraden: beginnen als waarnemer om te onderzoeken hoe het voelt in een praktijk.’
Hoe verliepen alle regelzaken om praktijkhouder te worden? ‘Heel soepel. Al was er wel een bijzondere omstandigheid: op het moment dat ik tot de maatschap toetrad, was ik net 9 dagen met zwangerschapsverlof. Ik ging op 21 juni met verlof als waarnemend huisarts en kwam half oktober terug als praktijkhouder. Ik moest tijdens mijn verlof nog wel een aantal dingen regelen, maar dat is goed gekomen. Ik kreeg veel hulp van een administratief medewerkster. Sommige dingen
kon zij doen, van andere dingen had ze uitgezocht dat ik die moest doen. Zo is het eigenlijk heel soepel verlopen. Tijdens mijn verlof moest er uiteraard een waarnemer voor mij komen, maar ook dat was geen probleem.’
In wat voor praktijk werk je nu? ‘We hebben een maatschap van zes praktijkhouders die werken in drie duo’s. De duo-huisartsen vervangen in principe elkaar en als ze er beiden niet zijn, vangen de andere huisartsen dat op. Verder delen we alles. Ik had tijdens mijn huisartsenopleiding zowel in een praktijk met drie huisartsen als in een maatschap van zeven huisartsen gewerkt en beide beviel me wel. Het voordeel van een grote maatschap is dat je de taken goed kunt verdelen en dat iedereen tot op zekere hoogte de eigen voorkeurstaken op zich kan nemen. Voordat ik toetrad, bestond de maatschap uit vijf huisartsen. Ik kwam dus als het ware ‘extra’ en kan gaandeweg steeds meer taken op me nemen. In mijn eerste jaar heb ik bijvoorbeeld gewerkt aan digitalisering, een verandering in het telefoniesysteem, het regelen van waarnemend huisartsen en LEAN werken. Zo ontwikkelt zich dat gaandeweg.’
Voelt het anders, praktijkhouder zijn? ‘Eigenlijk niet. Ik kwam binnen met het doel om op een gegeven moment praktijkhouder te worden. Daardoor ben ik ook al vrij snel meegenomen in allerlei verantwoordelijkheden en zat ik bij maatschapsvergaderingen. Daardoor voelde het al gauw alsof ik met mijn eigen patiënten werkte. In het begin vroegen patiënten nog weleens naar hun eigen huisarts; inmiddels zijn ze er helemaal aan gewend dat ik dat ben. En nieuwe patiënten weten natuurlijk niet beter.’
Daphne Mous (35) is sinds juli 2022 praktijkhouder in Leiden, in een maatschap van zes huisartsen. Ze werken met drie duo’s. Mous en haar collega werken elk drie dagen en hebben 2900 van de in totaal 8500 patiënten. Ze woont samen met haar vriend en dochter Lisa van anderhalf.
DOCENT Iedere woensdag werkt ze als docent aan de huisartsopleiding. ‘Heerlijk, halverwege de week een dag met iets anders dan patiëntenzorg.’
VEEL ENERGIE Naast dokteren en lesgeven houdt ze energie over voor zaalvoetbal, hardlopen (al dan niet met kinderwagen) en soms zeilen en duiken. Verder speelt ze gitaar en maakt ze thuis graag muziek met haar vriend. ‘Ik heb veel energie en doe graag van alles wat. Daarom past het huisartsenvak ook bij mij: ik ben geen superspecialist, maar werk liever breed.’
MOUS OF MUIS? Believe it or not: de duo-collega van Mous heet Muis. ‘Puur toeval. Het zorgt weleens voor misverstanden. Zeker bij patiënten van buitenlandse afkomst, die beide namen gelijk uitspreken.’
Hoe is het om in je eigen wijk huisarts te zijn? ‘Dat bevalt uitstekend. Soms kan ik zelfs even bij mijn vriend en onze dochter thuis gaan lunchen. Mijn meeste directe buren zitten bij een andere huisarts, die nóg dichter bij ons huis zit. Bekenden vinden het meestal juist fijn dat ik hun huisarts ben. Een heel enkele keer willen ze liever naar mijn collega. Dat is prima. Op straat word ik bijna nooit aangesproken. Hooguit kijken mensen extra enthousiast als de dokter met de kinderwagen langsloopt. En ik vind het mooi dat ik soms een patiënt zie lopen en dan kan denken: hé, het gaat al een stuk beter met hem of haar.’ ¶
de Dokter 7/2023
29
JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.
advertentie
Bergman Clinics Kwaliteitskompas
Bewegen
Nummer 1 in orthopedische zorg in Nederland Onze superspecialisatie helpt uw patiënten weer beter bewegen • 100% vergoed door alle zorgverzekeraars na verwijzing van huisarts en bij medische indicatie • Hoge Proms & Prems score • 9.0 op Zorgkaart Nederland • 10 Orthopedische klinieken • >60.000 huisartsverwijzingen per jaar • >6.500 heup & knieprotheses per jaar • Meer dan 60 specialisten • Korte toegangstijden
Knie
Rijswijk
Heup
Arnhem
Schouder
Naarden
Voet & Enkel
Breda
Rug & Nek
Capelle a/d IJssel
BMC Bewegen Adv Huisarts & Wetenschap 204x136_v2.indd 1
VAN DER SCHOOT
ARCHITECTEN
bv BNA SCHIJNDEL
ONTWERP • A R C H ITE C TU U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L
Hand & Pols
Amsterdam
www.bergmanclinics.nl/huisartsen 088 9000 599 | huisarts@bergmanclinics.nl Bergman Clinics | Focus maakt het verschil
13-11-2023 14:32
LHV Nieuws Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld vernieuwd De nieuwe KNMG-meldcode is op een aantal inhoudelijke punten aangepast, de structuur is verbeterd en er is een toegankelijke digitale versie beschikbaar. De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen op een rij: -De artikelen over informatieverstrekking aan Veilig Thuis, gezinsvoogd, Raad voor de Kinderbescherming en justitie/politie (artikelen 6-9) zijn vervangen door twee nieuwe stappenplannen. -In stap 2 van het stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld is het anoniem advies vragen aan een of meerdere collega’s verplicht gesteld. -Er is meer aandacht voor de toepassing van de meldcode in de geestelijke gezondheidszorg en de sector verstandelijk gehandicapten. Ook de factsheets bij de meldcode zijn aangevuld. Je vindt er nu een factsheet over Ouderschap bij psychische en/of verslavingsproblematiek. In de factsheets krijg je informatie over het type geweld, belangrijke risicofactoren en signalen, tips voor het doorlopen van het stappenplan van de meldcode, cijfers en verwijsmogelijkheden. Lees meer over de vernieuwde meldcode op lhv.nl/meldcode
Onderhandelaarsakkoord Cao Huisartsenzorg De ledenvergadering van de LHV stemde eind november in met het onderhandelaarsakkoord Cao Huisartsenzorg. In het akkoord zijn afspraken vastgelegd over onder andere salarisverhoging, verruiming van de vergoeding woon-werkverkeer en
de introductie van een PLB-regeling. De nieuwe cao krijgt een looptijd van 18 maanden, van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025. Lees welke afspraken er precies zijn gemaakt op lhv.nl. Heb je vragen over het onderhandelaarsakkoord? Mail dan naar cao@lhv.nl.
Reactie internetnetconsultatie jaarverantwoording De Eerstelijnscoalitie (ELC) pleit voor de pauzeknop voor de jaarverantwoording voor alle zorgaanbieders. Dat laat de ELC weten in een reactie op de internetconsultatie voor het besluit de werkingssfeer voor de jaarverantwoording te beperken. Nu geldt het uitstel alleen voor zorgaanbieders die voor 1 januari 2022 hun praktijk zijn gestart. Nieuwe aanbieders of aanbieders
de Dokter 7/2023
31
die van rechtsvorm zijn veranderd na 1 januari 2022 moeten wel voldoen aan de jaarverantwoordingsplicht. Wij zijn van mening dat een onderscheid in aanbieders leidt tot rechtsongelijkheid en verwarring in het veld. Wij adviseren minister Helder om de pauzeknop voor alle zorgaanbieders in te stellen. De hele reactie van de Eerstelijnscoalitie lees je op lhv.nl/reactie-elc.
advertentie
Snel de beste zorg Op zoek naar goede electieve zorg met korte wachttijden? Bij de Diak Clinic kunnen uw patiënten meestal binnen 2 weken terecht. Daarna plannen we de behandeling zo snel mogelijk in. Het liefst binnen 6 weken en altijd in overleg met de patiënt. Voor iedereen Onze zorg is er voor jong en oud. U kunt kinderen doorverwijzen, bijvoorbeeld bij oor- en oogproblemen. Maar ook volwassenen, met bijvoorbeeld een rug- of nekhernia, een liesbreuk, nierstenen of knieletsel. En oudere mensen, met klachten als staar, mogelijke huidkanker en slijtage aan heup, knie, schouder en hand. Gewoon vergoed Verwijzen gaat gemakkelijk via ZorgDomein (onder zorgaanbieder Diakonessenhuis) en de behandelingen worden
Dé kliniek van Midden-Nederland
gewoon vergoed.
Kijk op diakclinic.nl/onze-wachttijden voor de actuele wachttijden.
DiakClinic2023_advertentie_204x136mm_v2.indd 1
De gegevens van jouw patiënten veilig in hun PGO met MedMij MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen zorggebruikers en gezondheidsprofessionals. Door het MedMij-label weet je dat jouw patiënten hun medische gegevens veilig in hun persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kunnen verzamelen. Ontdek alles over MedMij op medmij.nl/zorgaanbieders
26-10-2023 13:35
LHV Nieuws Reactie LHV op internetconsultatie Wet VBar
M
et de Wet Verdui- deze wet waarneming in de delijking beoorde- huisartsenpraktijk zo goed als ling arbeidsrelaties onmogelijk wordt, ook in het en rechtsvermoeden (Vbar) geval van ziek, piek en uniek. In onze reactie op de wordt de inzet van waarnemers in de huisartsenpraktijk internetconsultatie pleiten moeilijk, zo niet onmogelijk. wij voor verduidelijking van Dat is de kern van onze reac- verschillende hoofdpunten tie op de internetconsultatie en voor behoud van movoor het wetsvoorstel van de delovereenkomsten voor beroepsgroepen als fiscaal opvolger van de Wet DBA. Met de wet Vbar wil de over- instrument voor het werken heid verduidelijken wanneer buiten dienstbetrekking. De hele reactie lees je op lhv.nl/ er sprake is van werken als werknemer in loondienst en reactie-internetconsultatiewet-vbar. wanneer iemand als zelfstandige aangemerkt moet worden. Het doel van het wetsvoorstel is om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. De LHV staat achter die doelstelling, maar we vrezen dat door
Duurzame inrichting van je praktijk Wil je aan de slag met de inrichting van jouw huisartsenpraktijk? Dan kun je bij de aanschaf van meubilair en apparatuur voor een duurzame optie kiezen. Maar ook voor bestaande inrichting liggen er genoeg kansen voor verduurzamen. We geven je een aantal tips.
Apparatuur Met de aanschaf van energiezuinige apparatuur, zoals de koelkast van de huisartsenpraktijk, kun je veel energie besparen. Denk ook eens aan de optie van leasen. En heb je meerdere printers nodig of lukt het ook met één centrale printer in de praktijk?
Medische apparatuur Wist je dat er een tweedehands markt is voor medische apparatuur?
Hardware Wanneer je laptops en smartphones zo lang mogelijk gebruikt vermindert de CO2-uitstoot van de productie van nieuwe hardware. Je kunt ook kiezen voor het laten repareren of zoveel mogelijk tweedehands of refurbished aanschaf van je hardware.
Meubilair
Win een boek
Ook het aanschaffen van meubilair kan op een duurzame manier. Kijk bij de aanschaf bijvoorbeeld naar het materiaal, productieproces en het transport. Of kies voor tweedehands meubilair. Meer tips en inspiratie voor een duurzamer 2024 vind je op de website van de LHV. We geven je tips om energie te besparen en je kunt de pdf met quickwins downloaden. Ook vind je er het E-boek de groene huisartsenpraktijk.
Aan de slag met Lean werken in jouw praktijk? Dan mag het Handboek werkplekmanagement niet ontbreken op je boekenplank. De Dokter mag 3 exemplaren weggeven. Wil jij kans maken? Mail dan naar dedokter@lhv.nl, met in de titel ‘handboek werkplekmanagement winnen’.
de Dokter 7/2023
33
wisselcolumn Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht
I
n de behandelkamer van de huisartsenpost word ik welkom geheten door een peuter. Hij toont een vrachtwagen. ‘Broem. Broem. Broem.’ Zijn eenentwintigjarige moeder ligt opgekruld op de onderzoeksbank. Stil met de ogen gesloten. Zijn vader – ook rond de twintig schat ik – zit in een hoekje verscholen met een Maxi-Cosi op schoot. ‘Ik ben Jack.’ Hij ziet mij kijken naar de baby in het autostoeltje. ‘Ze slaapt...nog.’ Dan schouderophalend naar de bank. ‘Vanavond was er niets met Demi aan de hand.’ In een notendop hun privésituatie: ‘We zijn sinds kort uit elkaar. Ik slaap boven met de kids en zij slaapt beneden.’
‘ Ik help je met staan’ Onverschillig vat hij samen: ‘Ik ben een halfuur geleden wakker geschreeuwd. Ze zat schokkerig op de bank. Overal tintelingen. Niet meer op de eigen benen staan. En nu dit.’ Ik buig me over Demi en introduceer mezelf harder dan normaal. ‘Dokter Verhoeff!’ Achtereenvolgens begint ze wild met de oogleden te knipperen, knijpt de ogen tot spleetjes en mompelt nauwelijks verstaanbaar. ‘Hal-lo.’ Ik leg mijn hand op haar rechterschouder. ‘Vertel eens wat er gebeurd is.’ Mijn handoplegging is helend. Ze draait haar lichaam naar mij. Ogen volledig geopend. Lispelend
34
de Dokter 7/2023
herhaalt ze haar ex. Dan zakt ze weer weg. Geen reactie meer. Op de achtergrond: ‘Broem. Broem. Broem.’ Tijdens het lichamelijk onderzoek kondig ik een vingerprikje aan en zij trekt reflexmatig haar hand terug. Ik breng zowel de rechterals de linkerhand tot boven haar gezicht en zij laat die in een vloeiende beweging voorlangs vallen. De Hoover test brengt nog meer zekerheid. Tussenstand: geen tekenen van een neurologische aandoening. Haar ex kijkt op van zijn mobiel. ‘Prima.’ Als reactie krult zij weer op haar zij. Ik spreek haar bemoedigend toe. ‘Je klachten lijken te verbeteren. Ik zie dit wel vaker. Laten we stap voor stap kijken wat je kan.’ Ik laat het hoofdeinde omhoogkomen. Versuft kijkt ze me aan. Ik leg haar benen over de bedrand. ‘Ik help je met staan.’ Wankel op de benen zet ze samen met mij kleine pasjes vooruit. Onaangekondigd laat ik los. Houterig loopt ze naar de deur, soepel terug naar mij. Ik, weer bemoedigend: ‘Kijk, het gaat steeds beter.’ Haar ex: ‘Kan ze weer op haar eigen benen staan?’ ‘Lichamelijk of geestelijk?’ wil ik uitbrengen, maar ik antwoord anders: ‘Ja.’ Hij veert overeind en gebaart naar zijn zoontje. ‘Kom Melvin, we gaan naar huis.’ Melvin pakt de hand van zijn vader beet. ‘Mama beter?’ Samen lopen ze de deur uit. ‘Mama is niet goed in haar hoofd.’ Demi volgt zwijgend. Ik kijk ze na en vraag me af of ik heb geholpen. En wie? ¶
FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN
Op eigen benen
advertentie
advertentie
Broxil® feneticilline
Smalspectrum antibioticum1 Broxil® (feneticilline) is een smalspectrum antibioticum en bevat het maagzuurstabiele penicillinederivaat feneticillinekalium. Broxil® wordt gebruikt voor behandeling van niet ernstige tot matig ernstige infecties veroorzaakt door voor feneticilline gevoelige micro-organismen, met name streptokokken infecties, zoals bij bovenste en onderste luchtweginfecties, infecties van de huid en weke delen.
Broxil® is beschikbaar in 250 mg en 500 mg capsules en 125 mg/5 ml flacon poeder voor orale suspensie. Indien een behandeling met antibiotica noodzakelijk is, dan is het volgens de richtlijnen aangeraden om smalspectrum antibiotica te gebruiken.2 Feneticilline is opgenomen in de LCI-richtlijnen van het RIVM2, het Kinderformularium3 en het Nationale Antibioticaboekje van de SWAB.4
Meer weten?
www.ace-pharm.nl Schepenveld 41 • 3891 ZK Zeewolde
Retouradres LHV Landelijke Huisartsen Vereniging T.a.v. Afdeling Ledenadministratie Postbus 20056 3502 LB Utrecht
www.broxil.nl
NL_BROXIL_202311_170
De verkorte SmPC en referenties vindt u elders in deze uitgave.