Tijdschrift De Dokter - mei 2022

Page 1

LHV DRINGT AAN OP KEIHARDE AFSPRAKEN

‘Zadel huisartsen niet op met problemen hele zorgsector’

M

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

#E3I 2022

deDokter


advertentie


Mirjam van ’t Veld voorzitterscolumn

E

lke dag draait voor ons om jullie en jullie vak, om te zorgen dat de huisarts zoals we die in ons land kennen en koesteren behouden blijft. De uitdagingen en de urgentie zijn groter dan ooit. Zeker nu een groeiend deel van de huisartsen laat weten zich zorgen te maken over de toekomst. Zij voelen zich overbelast en overwegen soms zelfs te stoppen als huisarts. Dat kunnen we niet laten gebeuren! Niet met betrekking tot de huisarts in kwestie en ook niet omdat we echt elke huisarts nodig hebben, nu én in de toekomst.

Zoals jullie weten werken we veel samen met onze collega’s van NHG, InEen en VPH. Zo hebben we ook in COVID-tijd nauw samengewerkt, om in de dynamiek van de pandemie voor duidelijkheid en praktische informatie te zorgen. We streven samen naar structurele oplossingen voor bijvoorbeeld de druk op de ANW-zorg en de inzet van ICT in de huisartsenzorg. Ook zetten we in op toekomstbestendige bekostiging.

Meer en meer voelen we dat het belangrijk is samen sterker te staan in dat het nu toch echt anders moet. Samen blijven aandringen op urgentie, zodat ‘het kwartje valt’, bij het ministerie, de zorgverzekeraars en brancheorganisaties. We willen perspectief op de toekomst en concrete afspraken voor de korte én langere termijn. Dat heeft ertoe geleid dat LHV en VPH onlangs samen een eerste stap hebben gezet. We gaan verkennen of we de intensieve samenwerking van de afgelopen tijd verder kunnen bundelen, in de vorm van één huisartsenvereniging. We vinden elkaar op inhoud, richting en aanpak, met de huisarts in de buurt van zijn patiënten, gevestigd als praktijkhouder als belangrijkste basis. Laten we dan ook met één stem spreken voor een helder, krachtig en eenduidig geluid. Natuurlijk is dat ook een spannende stap, ook al is een deel van onze leden zowel van de LHV als VPH lid. Onze overeenkomsten en gezamenlijke koers hebben ons sterker gemaakt en we geloven daarom in deze stap.

f oto : ro b t er b ek k e

Eén stem, een krachtiger geluid

‘ Samen blijven aandringen op urgentie, zodat het kwartje valt, bij ministerie, zorgverzekeraars en brancheorganisaties'

De komende tijd houden we jullie op de hoogte van onze verkenning. Met NHG en InEen blijven we uiteraard ook nauw samenwerken en het gesprek voeren over een eventueel samengaan. ¶

Mirjam van ’t Veld

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.000 exemplaren Dertiende jaargang, nr 3 mei 2022 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, Swanehilde Kooij, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Maartje Spaargaren Tekst & Beeld Rob ter Bekke, Berber Bijma, Simone de Blouw, Ferdy Damman, Ditta van Gent, Aad Goudappel, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Jeannet Verbeek

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

de Dokter 3/2022

3

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


M

deDokter

#E3I 2022

inhoud mei/juni 2022

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

08

LHV DRINGT AAN OP KEIHARDE AFSPRAKEN

‘Zadel huisartsen niet op met problemen hele zorgsector’

06

12 Cao Huisartsenzorg

Zowel werkgevers als werknemers willen dat de huisartsenzorg aantrekkelijk is voor bestaande en nieuwe medewerkers. Uit de nieuwe Cao Huisartsenzorg spreekt dit gezamenlijk belang, constateert huisarts en onderhandelaar Antonie van Schothorst.

16

18 Verenigingsdemocratie in de praktijk

31 34

De rol van huisartsen bij vaccinaties, het aanbod huisartsgeneeskundige zorg: vraagstukken waarbij de mening van ieder lid telt, legt bestuurslid Aard Verdaasdonk uit.

BINNENKIJKEN Nog net voor hun pensionering een nieuwe praktijkruimte in Leiden voor broers Geert en Roel Zaaijer.

MIJN WERK EN IK ‘Je kunt alleen goed voor anderen zorgen als je eerst goed voor jezelf zorgt.’ Huisarts Marnix van der Leest schreef een boek op zijn vaste vrije dag.

NIEUWS WISSELCOLUMN Huisarts Sasja Verhoeff

quickscan van... Hilbert Kraaij, huisarts in Wezep

‘D

e knelpunten die in het artikel over de zorg aan Oekraïense vluchtelingen worden genoemd, zijn precies de knelpunten waar wij hier op de Veluwe tegenaanlopen. Er is geen landelijke aanpak, geen centrale coördinatie. We kunnen moeilijk continuïteit in zorg bieden en we zijn maar niet eens begonnen aan het declareren van de zorg, omdat dat zoveel tijd kost.

Elke huisarts is tijd kwijt met het improviseren van oplossingen. Het artikel over nieuwe verenigingsdemocratie laat zien hoe belangrijk het is dat alle huisartsen hun stem laten horen. Maar ook: hoe belangrijk het is dat de LHV laat merken dat alle stemmen worden gehoord. Veel huisartsen zeggen dat het water hen aan de lippen staat. Ik hoop dat de LHV dat geluid luid en dui-

4

delijk doorgeeft aan de politiek, VWS, de zorgverzekeraars en de ketenpartners in de zorg. We moeten als huisartsen vaker ‘nee’ zeggen tegen zorg die niet bij ons hoort. Maar nog belangrijker is dat wij in de positie worden gebracht om ‘ ja’ te kunnen zeggen. Wij zijn de enige artsen die niet achter een dichte muur zitten, maar achter een open balie. Om dat vol te kunnen houden,

de Dokter 3/2022

24 Waarom wachten op oplossingen? Oekraïense vluchtelingen hebben nog steeds geen goede toegang tot de huisartsenzorg. De LHV trekt al sinds begin maart aan de bel. Bestuurslid en huisarts Guus Jaspar: ‘De oplossingen liggen al op de plank. Er moeten nu knopen worden doorgehakt.’


quotes ‘Vloerbedekking in de spreekkamers, in 1986 het idee van een huiselijke praktijk’ Geert Zaaijer, gepensioneerd huisarts, in Binnenkijken (pagina 6)

28 Praktijkstart Huisarts Leila Hopman opende in februari haar nulpraktijk in hartje Arnhem voor patiënten zonder huisarts. ‘Sommige patiënten zijn al jaren niet bij een huisarts geweest en komen nu met klachten en vragen waar ze al lang mee liepen.’

‘Hoe meer leden meedoen, hoe beter de besluitvorming’ Huisarts Mura Franssens (pagina 18)

‘Elk consult levert informatie op waar je wat aan hebt als er echt iets aan de hand is’

FOTO: FERDY DA MM AN

Huisarts Marnix van der Leest (pagina 16)

moet er wel voldoende doorstroming zijn. Het interview met Leila Hopman, over haar nulpraktijk in Arnhem, onderstreept het belang van goede financiële randvoorwaarden. Zij houdt het eerste jaar geen cent voor zichzelf over. De gemeente, zorgverzekeraars, iedereen kan blij zijn dat er een huisartsenpraktijk bijkomt. Daar hoort een goede ondersteuningsregeling tegenover te staan.’ ¶

‘We kunnen met z’n allen vaker ‘nee’ zeggen’ Huisarts Annelies van der Hulst (pagina 8)

de Dokter 3/2022

5


binnenkijken Huisartsenpraktijk op 11, Leiden TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: DIT TA VAN GENT

Nog net voor pensionering een mooie vernieuwing

Op meerdere plekken in de praktijk hangt behang met een bladerenmotief

W

at ze al tien jaar geleden hadden gewild, lukt pas vlak voor hun pensionering: de Leidse huisartsen en broers Geert en Roel Zaaijer kunnen hun praktijk tóch met een goed gevoel achterlaten aan hun beide opvolgers. Roel (68) en Geert (65) Zaaijer gaan dit voorjaar met pensioen. Hun ene opvolger, Mijke Hensing, zit al vijftien jaar in de maatschap; de tweede, Kim Groothuis, werkt er sinds twee jaar. De broers openden in 1986 hun Huisartsenpraktijk Zaaijer en Zaaijer (inmiddels Huisartsenpraktijk op 11) in een gloednieuw appartementengebouw. ‘Ons appartement is meteen gebouwd als huisartsenpraktijk. We begonnen met nul patiënten, dus in eerste instantie was honderd vierkante meter meer dan genoeg’, vertelt Geert Zaaijer. Met de komst van patiënten en de veranderingen in de huisartsenzorg werd de praktijk steeds krapper. Een bescheiden uitbouw bood nog even soelaas. ‘Tien jaar geleden zijn we gaan zoeken naar een nieuwe plek. Eerst hadden we een leegstaand politiebureau op het oog, later een voormalig kinderdagverblijf. Dat laatste zouden we van de gemeente huren, maar op het

Vrijwel het gehele meubilair van de praktijk is vernieuwd

De vernieuwde praktijk voldoet na enig puzzelwerk aan alle richtlijnen van LHV Bouwadvies

6

de Dokter 3/2022


Geert Zaaijer en Roel Zaaijer, tot hun pensioen huisarts bij Huisartsenpraktijk op 11

Binnenkort een oplevering of sleuteloverdracht? Dan is het belangrijk dat u toetst of u geleverd krijgt wat u heeft afgesproken in het contract. Schakel LHV Bouwadvies in voor een keuring en voorkom dat u achteraf gebreken ontdekt. Een adviseur van LHV Bouwadvies controleert of de praktijkruimte voldoet aan de gestelde eisen. Ledenkorting U krijgt persoonlijk advies en als LHV-lid bovendien een aantrekkelijke korting. Kijk voor alle diensten van LHV Bouwadvies op www.lhv.nl/ bouwen-verbouwen-of-huren

moment dat de aannemer zou beginnen, bedacht de gemeente zich.’ Omdat de gemeente ‘blijkbaar het gevoel had iets goed te moeten maken’, mochten de huisartsen op de bestaande plek de hele tuin volbouwen. En zo hebben ze nu in feite een gloednieuwe praktijk op de plek waar ze al 36 jaar zitten. ‘We besloten dan ook meteen álles aan te pakken, tot en met vernieuwing van het meubilair. Dat was ook hard nodig, want in de hoop op een nieuwe locatie hadden we al jarenlang weinig meer geïnvesteerd. Er lag zelfs nog vloerbedekking in de spreekkamers – dat was in 1986 het idee van een huiselijke praktijk.’ Financieel gezien een lastige puzzel, zo’n ingrijpende verbouwing vlak voor pensionering, maar ze kwamen uit op een voor iedereen acceptabele constructie. Ook logistiek was de verbouwing uitdagend: de praktijk verhuisde voor een halfjaar naar drie leegstaande kamers in een verzorgingshuis. ‘Het team heeft zich er uitstekend doorheen geslagen’, zegt Zaaijer. ‘We gaan met een tevreden gevoel weg.’ ¶

De praktijkruimte is toegenomen van 125 tot 170 vierkante meter

Hout en zachtgroen zijn de hoofdkleuren

Ook de ventilatie is up-to-date gemaakt; op het dak staat ‘een enorm apparaat’

Bij Huisartspraktijk op 11 werken 4 huisartsen (van wie 2 bijna met pensioen), 2 POH’s, 2 POH’s-GGZ en 4 assistentes

de Dokter 3/2022

7


LHV-voorzitter Mirjam van ’t Veld:

‘Wij gaan D voor een Integraal Zorgakkoord met keiharde afspraken’

e problemen in de huisartsenzorg staan scherp op haar netvlies. Mirjam van ’t Veld spreekt heel veel huisartsen en gaat ook wekelijks bij huisartsartsenpraktijken op bezoek. Ze ziet de boosheid, de frustraties én de liefde voor het vak. Daardoor weet ze wat er voor huisartsen op het spel staat bij het overleg over een integraal zorgakkoord (IZA), waar nu in Den Haag over wordt overlegd.

Hoe hangt de vlag erbij in huisartsenland?

Het Integraal Zorgakkoord moet een akkoord worden dat oplossingen biedt voor de problemen waar huisartsen tegenaan lopen. LHV-voorzitter Mirjam van ’t Veld wil keiharde afspraken over meer tijd voor de patiënt, de aanpak van de wachtlijsten en de huisvestingsproblematiek. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE, BEELD: A AD GOUDAPPEL

‘Het beeld is zorgelijk. De taken voor de huisarts hebben zich de afgelopen jaren opgestapeld. Sinds corona is de zorg nog verder verstopt geraakt. De wachtlijsten in de ggz, jeugdzorg, verpleeghuizen en ziekenhuizen zijn alleen maar langer geworden. En zolang patiënten daar niet terecht kunnen, blijft de huisarts met de verantwoordelijkheid zitten. Dat is niet te doen. Veel huisartsen zeggen dat het werk hen over de schoenen loopt. Een van de meest knellende problemen is de spoedzorg. ANW-diensten worden steeds hectischer. Naast een drukke dagpraktijk zijn de nachtdiensten een zware last. Door het tekort aan huisartsen is dat moeilijk op te lossen. Ook ondersteunend personeel is lastig te vinden. Veel huisartspraktijken zitten ook nog eens met huisvestingsproblemen. Betaalbaar maatschappelijk vastgoed is schaars, omdat gemeenten het erbij laten zitten.’

Maakt u zich zorgen? ‘Zeker. Het meest over de huisartsen in achterstandswijken en met veel complexe problematiek. Patiënten hebben vaak niet alleen medische problemen, maar ook veel sociale en financiële problemen, en die zijn vaak de oorzaak voor de medische problemen. De huisarts is voor velen van hen de enige vertrouwenspersoon. Daarom is meer tijd voor de patiënt voor ons prioriteit nummer 1. De sleutel tot verbetering en herstel ligt in veel gevallen bij werk, inkomen, schuldhulpverlening en gezondere huisvesting. De huisarts kan die problemen niet oplossen, maar mensen wel doorverwijzen naar de instantie die daarover gaat. De huisarts moet erop kunnen rekenen dat de patiënt bij het juiste loket wordt geholpen.’

Er zijn huisartsen die erover denken hun dokterstas aan de wilgen te hangen. ‘Die kom ik natuurlijk ook tegen. Ik begrijp hun frustraties heel goed. In feite willen bijna alle huisartsen niets liever dan huisarts blijven. Maar dan moeten we er wel in slagen om de kernwaarden van de huisartsenzorg overeind te houden: kleinschalig, persoonsgericht en dichtbij. Daar maakt de LHV zich samen met alle huisartsen sterk voor. We moeten op de bres gaan staan voor het mooiste vak van de wereld en voor de beste zorg voor patiënten.

8

de Dokter 3/2022


de Dokter 3/2022

9


Daarin ligt voor mij en voor iedereen bij de LHV een geweldige motivatie: er zijn structurele oplossingen nodig, geen lapmiddelen. Er moet een eind komen aan de stapeling van taken, de wachtlijsten in de zorg, de veel te hoge regeldruk én de huisvestingsproblemen.’

Zei de LHV dat ook al niet bij de vorige hoofdlijnenakkoorden? ‘Dit zijn de knelpunten waar wij als LHV elke week, elke dag mee bezig zijn. Als de oplossingen voor het grijpen lagen, hadden we die natuurlijk al lang gevonden. Sommige problemen hebben wij zelf op te lossen, voor andere problemen hebben we de inzet en medewerking van andere partijen nodig: de politiek, VWS, gemeenten, zorgverzekeraars en alle ketenpartners. Langzamerhand begint het tot andere partijen door te dringen dat bij de huisartsen de maat echt vol is. Het overleg over het Integraal Zorgakkoord is de gelegenheid om daar keiharde afspraken over te maken. Ik weet dat we daarin door de andere partijen worden gesteund. Zij zien ook dat huisartsen niet langer met de problemen van andere zorgdisciplines en de maatschappij kunnen worden opgezadeld.’

Welke afspraken moeten er worden gemaakt? ‘Afspraken met de gemeente over huisvesting. Afspraken met het sociaal domein over betere samenwerking. Met de ggz, de jeugdzorg en de ouderenzorg over de aanpak van de wachtlijsten. Met de zorgverzekeraars over meer tijd voor de patiënt. Met het ministerie van VWS over extra opleidingsplekken voor huisartsen. Met ketenpartners over de organisatie van de spoedzorg. Door de knelpunten van alle kanten tegelijk aan te pakken, moet het weer voor iedereen leuk worden om huisarts te zijn en voor dit vak te kiezen. Wordt het ook weer interessant om een praktijk over te nemen. Want dat is toch nog steeds wat 78 procent van de jonge huisartsen het liefst wil.’

En als die afspraken er niet komen? ‘Dan zullen de LHV en VPH het IZA zeker niet ondertekenen. Wij ondertekenen pas als de afspraken concreet en de doelen meetbaar zijn. Ook willen wij de zekerheid dat alle partijen zich aan de afspraken committeren én daarop kunnen worden aangesproken. Bij het lopende hoofdlijnenakkoord (20182022) zagen huisartsen in de praktijk te weinig terug van de afspraken die waren gemaakt, met name in de contracten van de zorgverzekeraars. Ook daarover willen we nu keiharde

‘Bel je huisarts maar’ Annelies van der Hulst, huisarts in Harderwijk, postte in september 2021 een bericht op HAweb, onder de titel ‘Bel je huisarts maar…’ Over alle taken die ten onrechte naar de huisarts worden geschoven. Haar bericht is al meer dan 12.450 keer bekeken. Er werden 467 inhoudelijke reacties op gegeven. ‘Als huisarts heb je een vertrouwensband met je patiënten. Dat is onze kracht, maar ook onze grootste valkuil. Je wilt dat vertrouwen immers niet schaden. Daarom is het moeilijk om ‘nee’ te zeggen, ook tegen taken en vragen die niet bij ons horen. Ik kan honderden voorbeelden noemen. De specialist die een controle of bloedonderzoek afschuift of een nieuwe

10

verwijzing vraagt. De gemeente, de school of een indicatiesteller die de patiënt ten onrechte instrueert: ‘bel je huisarts maar…’ Het zijn vaak kleine vragen die los van elkaar niet eens zoveel tijd vergen, maar opgeteld wel veel tijd vragen en de hele dag voor onrust zorgen. Ik had het gevoel dat mijn dagen vol zaten met taken die echt niet door mij hoeven worden gedaan, waardoor ik weinig tijd overhield voor taken die wel bij mij horen en voor patiënten die ik meer aandacht zou willen geven, zoals kwetsbare of terminale patiënten. Wij krijgen taken toegeschoven omdat andere zorgverleners te weinig capaci-

de Dokter 3/2022

teit hebben of omdat bij hen de zaken niet goed geregeld zijn. Die problemen kunnen wij als huisartsen niet oplossen. Integendeel. Door de wachtlijsten in de GGZ, blijven patiënten hangen bij de POH GGZ. Daardoor heeft mijn POH GGZ inmiddels ook een wachtlijst van 2 maanden. We moeten ophouden het ene gat met het andere te vullen en stoppen met het oplossen van problemen van anderen. Zolang we dat blijven doen, komen anderen niet in beweging. Ik ben niet tegen substitutie van de tweede naar de eerste lijn, maar het moet wel zinnig zijn. Een specialist hoort controles uit te voeren en kan dan ook meteen hechtingen verwijde-


afspraken. Meer tijd voor de patiënt bekent ook écht meer tijd voor de patiënt. Dus langere consulten, meer praktijkondersteuning, verkleining van de normpraktijk. Er zijn pilots genoeg geweest, het is tijd voor structurele verandering.’

Welke problemen heeft de LHV zelf op te lossen?

‘ Langzamerhand begint het tot andere partijen door te dringen dat bij de huisartsen de maat echt vol is’

‘Er zijn een paar hardnekkige problemen waar ook de LHV al langer tegenaan loopt. Huisartsen worstelen met hun grenzen: wat is de basishuisartsenzorg die van alle huisartsen in het land verwacht kan worden en wat is de zorg die daarbuiten valt. Huisartsen zijn er niet goed in om ‘nee’ te zeggen; patiënten gaan vaak voor alles. Toch zullen ze dat vaker moeten doen. Bijvoorbeeld als een kleinschalige woonvorm niet aan de randvoorwaarden voor samenwerking voldoet. Of als een specialist zorg- en regeltaken zonder overleg afschuift. Als er niet voldoende, goed opgeleid personeel beschikbaar is, krijgt een huisarts een verantwoordelijkheid die niet bij de huisarts hoort en die ook risico’s in zich heeft. Ook de ANW-zorg is een hoofdpijndossier. Er wordt al zes jaar met mogelijke oplossingen geëxperimenteerd, maar een grootscheepse verandering is uitgebleven. Daarom moeten er nu knopen worden doorgehakt.’

ren. Dat valt gewoon onder de dbc; daar hoef ik geen tijd aan te besteden. Sterker nog, als ik dat doe, worden dubbele kosten gemaakt. Niemand is er bewust op uit om misbruik van ons als huisartsen te maken. Het is onze taak om ‘nee’ te zeggen als iets niet bij ons hoort. Daar ben ik rigoureus mee begonnen, samen met mijn praktijkteam. Als er een vraag komt, denken we eerst even na of die vraag bij ons hoort, of het tot de kerntaken van de huisarts behoort. Daarna geven we pas antwoord. Als de vraag niet bij ons hoort, leggen we uit waar iemand wel moet zijn. Dat kost in eerste instantie iets meer tijd, want dat is niet wat mensen graag willen horen. Maar als we dit consequent volhouden, levert het uiteindelijk tijd op en meer werkplezier. En ik merk

Welke knopen worden doorgehakt over de ANW-zorg? ‘We gaan de ANW-zorg anders inrichten. Er zijn de afgelopen jaren heel veel overleggen, debatten en pilots geweest, ook is er vorig jaar een grote ledenenquête gehouden. Op basis daarvan legt het bestuur een voorstel voor aan de landelijke LHV-Ledenvergadering. De ledenvergadering zal hier voor de zomer een besluit over nemen. Dat besluit zal ongetwijfeld niet iedereen blij maken, want de meningen over de ANWzorg lopen uiteen. Maar we scheppen wel duidelijkheid, en die duidelijkheid is hard nodig.’

Wat houdt het voorstel in?

dat mensen het na de uitleg ook best begrijpen. Met mijn bericht op HAweb wil ik alle huisartsen oproepen om op te komen voor ons mooie vak. Het feit dat er zoveel reacties op mijn bericht kwamen, heeft me verrast én hoop gegeven. We kunnen met z’n allen vaker ‘nee’ zeggen. Wij zijn er niet om zaken op te lossen die elders niet goed gaan. We moeten onze tijd en energie bewaken om onze eigen belangrijke kerntaken uit te voeren. Alleen dan zullen jonge collega’s voor dit mooie vak willen kiezen en een praktijk starten of overnemen. Alleen dan kunnen we ervoor zorgen dat de zorg zinnig en betaalbaar blijft en dat patiënten een vaste huisarts in de buurt hebben die hen kent.’

de Dokter 3/2022

‘Het voorstel is op hoofdlijnen als volgt: we organiseren een andere verdeling van diensten tussen waarnemers en praktijkhouders, op basis van vrijwilligheid en solidariteit, door middel van afspraken in de dienstenstructuren. We willen dat het ANW-tarief wordt bijgesteld en gedifferentieerd. De spoedzorg in de nacht wordt beperkt tot urgentie 1 en 2. En we zetten een stip op de horizon: we werken met alle andere spoedzorg-partners toe naar geïntegreerde spoedposten.’

Hoe denkt u dat de huisartsenzorg er over tien jaar uitziet? ‘De LHV vecht elke dag voor de huisartsenzorg in Nederland: persoonsgerichte, integrale en continue zorg. Ook over tien jaar willen we de huisartsenzorg nog steeds dicht bij mensen organiseren, in kleinschalige praktijken overal in het land, met voldoende personeel en goede ondersteunde organisaties. Ik begrijp de wanhoop en de frustratie, ook bij huisartsen die denken: help, de dokter verzuipt. We staan met z’n allen aan dezelfde kant en strijden voor hetzelfde doel.’ ¶ Meer weten over de LHV-inzet voor en de voortgang van het Integraal Zorgakkoord (IZA) of over het Actieplan Werkdruk in de ANW? Kijk op de website lhv.nl, onder Nieuws of Actueel, of zoek op IZA of Acute zorg en ANW-zorg

11


Nieuwe cao: gericht op aantrekkelijke sector Uit de nieuwe Cao Huisartsenzorg spreekt een gezamenlijk belang: zowel werkgevers als werknemers willen dat de huisartsenzorg aantrekkelijk is voor bestaande en nieuwe medewerkers. ‘Een concurrerende cao is zeker nu met alle personele problemen van groot belang voor onze sector.’ TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: MIR JAM VAN DER LINDEN

‘A

mbitie, concurrentie en duidelijkheid. Dat is wat we met deze cao voor ogen hadden en ik ben blij dat dat is gelukt.’ Antonie van Schothorst, huisarts op Urk en onderhandelaar voor de werkgevers aan de cao-tafel, kijkt met een tevreden gevoel terug op een effectief en soepel traject. In minder dan drie maanden lag er een nieuw cao, ingaand per 1 januari 2022 en met een looptijd van twee jaar. ‘De vorige had een looptijd van een jaar. Een wat langere looptijd biedt rust en tijd om bepaalde thema’s volgens afspraak verder uit te werken.’ Het LHV-onderhandelingsteam bestond uit twee praktijkhouders en twee LHV-medewerkers (zie kader: Hoe komt een cao tot stand?). Marja de Kruijff, medewerker van de Decentrale Frontoffice van de LHV, was een van de LHV-medewerkers. ‘Een aantal jaren geleden hebben we afgesproken om bij de cao-onderhandelingen niet meer te werken met inzetbrieven. Dat was voorheen gebruikelijk: werknemers lieten weten wat ze vroegen, werkgevers wat ze konden bieden en dan ging het onderhandelen van

12

de Dokter 3/2022

start. Sinds een paar jaar is het uitgangspunt niet meer wat ons scheidt, maar wat ons bindt: het gezamenlijke belang van en voor een aantrekkelijke sector. Dat gezamenlijke startpunt werkt heel fijn. We staan nooit lijnrecht tegenover elkaar, maar voeren een open gesprek.’ De uitkomst is daar ook naar, zegt Van Schothorst. ‘Vroeger was de cao een momentonderhandeling, nu veel meer een proces omdat we elkaar ook tussendoor regelmatig spreken. Je weet wat je aan elkaar hebt en bespreekt samen wat je maximaal kunt doen binnen de financiële ruimte die er is.’ De meeste aandacht gaat doorgaans uit naar de ‘harde’ uitkomsten van de cao. Die bestaat deze keer onder meer uit: per 1 mei dit jaar 3 procent loonsverhoging voor de schalen 9 en lager, en 2 procent voor de schalen 10 en hoger; een jaar later voor iedereen een structurele verhoging van 2,6 procent. Daarnaast gaat de eindejaarsuitkering in twee stappen omhoog naar een volledige dertiende maand in 2023. Ook de ANW-toeslag gaat omhoog, evenals de vergoeding van de kosten voor (her)registratie. Dergelijke financiële afspraken zijn bepaald niet de enige in een cao, maar wel heel belangrijk. De Kruijff: ‘Geld is niet zaligmakend, maar we moeten niet onderschatten hoe werknemers en potentiële werknemers daarnaar kijken. De Cao Ziekenhuizen heeft bijvoorbeeld die dertiende maand al. We waren het er aan de cao-tafel snel over eens dat deze percentages goed zijn voor de aantrekkelijkheid van de huisartsenzorg.’ Van Schothorst: ‘We zijn nu concurrerend met (academische) ziekenhuizen, ggz en vvtsector. Sterker nog: een doktersassistente in de huisartsenpraktijk verdient meer. Een concurrerende cao is zeker nu met alle personele problemen van groot belang voor onze sector.’ ◼ DUURZAME INZETBAARHEID Naast de financiële afspraken besloten cao-partijen om een aantal thema’s gedurende de looptijd van de cao verder uit te werken. Veel van die thema’s hebben te maken met duurzame inzetbaarheid: het behoud van bestaande medewerkers. ‘Duurzame inzetbaarheid is bepaald geen nieuw onderwerp’, zegt Van Schothorst. ‘Met name de SSFH is er al een aantal jaren mee bezig, onder meer met de gesprekskaarten ‘Goed voor elkaar’ en ‘Werkdruk’. De afgelopen


‘Een concurrerende cao is zeker nu van groot belang voor de huisartsensector ’

cao-looptijd is er ook een arbeidsmarktcampagne geweest. Als cao-partijen gaan we die SSFH-activiteiten de komende tijd monitoren en kijken of er meer nodig is.’ Ook over het Persoonlijk Levensfase Budget (PLB) gaan cao-partijen de komende tijd verder met elkaar in gesprek. De Kruijff: ‘Uit een enquête is gebleken dat werknemers behoefte hebben aan zo’n PLB en dat de werkgevers het belang ervan inzien. Werknemers willen bijvoorbeeld uren sparen voor mantelzorg, een sabbatical te kunnen nemen of eerder stoppen met werken. Hoe we dat precies vormgeven, gaan we verder onderzoeken. De vraag is bijvoorbeeld: moeten de gespaarde uren uit de vakantie-uren of meeruren komen, of kunnen mensen uren kopen? En wat zijn eventuele fiscale consequenties? Andere sectoren hebben daar al ervaring mee; daar willen we uiteraard van leren.’ ◼ DIGIVAARDIGHEID Een ander onderwerp waarin de cao-partijen zich de komende tijd verder verdiepen, is scholing en digivaardigheid. Van Schothorst: ‘Op het gebied van digivaardigheid

blijkt er nog veel te winnen. Onderzoek laat zien dat ongeveer een derde van de medewerkers in de huisartsenzorg nog onvoldoende digivaardig is. Dan gaat het om vragen als: haal je uit het HIS wat mogelijk is, of: hoe combineer je Word met het HIS? SSFH biedt scholing aan in digivaardigheid. Wij volgen dat de komende tijd en kijken of het nodig is in de volgende cao nog iets extra’s over digivaardigheid vast te leggen.’ De cao-teksten over scholing zijn tijdens het onderhandelingstraject herschreven, omdat ze soms nog voor onduidelijkheid zorgen. ‘Inhoudelijk staat er nog bijna hetzelfde, maar dan wat duidelijker’, zegt De Kruijff. ‘De komende twee jaar houden cao-partijen bij of er veel vragen over de cao-tekst worden gesteld en op dat moment kunnen we de FAQ van de cao-app verduidelijken.’ ◼ AGRESSIE Werkgevers en werknemers gaan ook verder praten over sociale veiligheid in de dokterspraktijk. ‘Agressie en gevoelens van onveiligheid nemen toe, mogelijk versterkt door de coronapandemie. Daar moeten we dus zeker iets mee’, zegt Van Schothorst. ‘Ook dat past onder de kapstok van duurzame inzetbaarheid: als we medewerkers willen behouden, willen we niet dat ze gestresst raken door agressie in de praktijk. De komende tijd gaan we bekijken wat we daaraan kunnen doen. Je kunt denken aan trainingen in het omgaan met agressie, maar wellicht zijn er ook andere mogelijkheden. We willen eerst dieper kijken naar de oorzaken: hoe komt het dat die agressie er is, waardoor wordt die veroorzaakt? Dan pas kunnen we over oplossin-

de Dokter 3/2022

13

Antonie van Schothorst, onderhandelaar voor de werkgevers aan de caotafel, in zijn huisartsenpraktijk op Urk


advertentie

GEACCRE DIT studieaa EERD nbod

wegens succes herhaald!

Psychoses

15 PE-punten

Hoe maakt u écht verbinding met de patiënt om weer in contact te komen met de realiteit?

Zet de juiste technieken en vaardigheden in om het beste uit uw medewerkers te halen!

Fysiek & online!

Leer meer over o.a. emotiemanagement, coachtechnieken en teamdynamiek.

Datum: donderdag 6 oktober Meer info: medilex.nl/psychoses

25 PE-punten

CURSUS Intercollegiaal coachen Leer alles wat u moet weten om uw collega’s effectief te coachen! Review: “Uitstekende, praktische toepasbare training die nieuwe en verrassende inzichten heeft gegeven.” Startdata: 8 september en 1 november Meer info: medilex.nl/intercollegiaal_coachen

Het Fonds Alledaagse Ziekten stimuleert en financiert onderzoek Het Fonds is er om onderzoek

Huisartsen hebben deze

mogelijk te maken naar wat de

onderwerpen (naast vele

huisarts nog niet weet over

andere) op de Nationale

alledaagse ziekten. Hierdoor

Onderzoeksagenda

krijgen patiënten een beter

Huisartsgeneeskunde gezet.

advies over wat de beste en meest effectieve behandeling is

Steunt u ons met uw donatie?

bij veel voorkomende kwalen.

Wilt u periodiek doneren of een legaat aan het Fonds schenken?

Bij de keuze van projecten

Kijk op onze website

letten wij op wat huisartsen en

www.fondsalledaagseziekten.nl

patiënten belangrijk vinden:

of scan de QR code.

Hoe kun je acne bij een donkere huid het best behandelen?

Wat is een veilige aanpak voor vrouwen met hinderlijke vaginale klachten na de menopauze?

CURSUS Coachend leidinggeven

Hoelang en waarmee kan de huisarts het beste mannen met een blaasontsteking behandelen.

Startdatum: 10 november Meer info: medilex.nl/ coachendleidinggeven

fysiek & online!

CURSUS Gezondheidrecht voor zorgprofessionals Weet u welke regels er gelden? Of nog belangrijker: wat ze voor de praktijk betekenen én hoe u er het beste mee om kunt gaan? Accreditatie: 15 PE-punten Startdata: 7 juni, 6 september en 11 november Meer info: medilex.nl/gezondheidsrecht


Hoe komt een cao tot stand? Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) hebben een looptijd die de cao-partijen onderling afspreken. Bij de Cao Huisartsenzorg zijn van werknemerskant betrokken: de NVDA, de NVvPO en de vakbonden FNV en CNV. Van werkgeverskant schuiven LHV en InEen aan. Samen met een onafhankelijk voorzitter en een notulist bestaat de groep uit zo’n zeventien personen.

LHV en InEen bespreken vooraf welke financiële ruimte werkgevers hebben voor de komende cao. Daarnaast halen beide organisaties input op bij hun achterban om te weten welke onderwerpen belangrijk zijn om te bespreken. De onderhandelaars komen net zo lang samen tot er overeenstemming is – dat was deze keer heel vlot. De onderhandelingen voor de nieuwe Cao Huisartsenzorg waren

gen nadenken. Dat is dus niet iets wat je even in de onderhandelingsfase van drie maanden met elkaar bespreekt en besluit. Daar moeten we ons verder in verdiepen.’ Het laatste onderwerp dat de cao-partijen verder uitdiepen is ‘het groene werken’. Tijdens de looptijd van de cao moeten er tips en tools komen voor praktijken die minder afval willen produceren en duurzamer willen werken. Van Schothorst: ‘Veel huisartsen geven aan dat ze aan de slag willen met duurzaamheid, maar het is niet altijd duidelijk wat de meest duurzame keuze is of waar je vrij gemakkelijk mee aan de slag kunt.’ ◼ KATALYSATOR Niet alle ‘verdiepingsonderwerpen’ hoeven een plek te krijgen in de cao die in 2024 ingaat, zegt De Kruijff. ‘Een onderwerp als sociale veiligheid is echt een cao-onderwerp; dat gaat over arbeidsomstandigheden. Ook een Persoonlijk Levensfase Budget hoort onderdeel te zijn van de cao. Overige onderwerpen kunnen wellicht een plek krijgen in de cao-app. Waarschijnlijk zullen cao-partijen weer werkgroepen gaan vormen en met sommige bestaande werkgroepen doorgaan om de verdiepingsslag op de diverse onderwerpen te maken. Ook daarin hebben we gezegd: we gaan naar al die onderwerpen kijken vanuit wat ons bindt en niet wat ons scheidt. Als je dat centraal afspreekt, werkt het door op alle niveaus waar die onderwerpen vervolgens op tafel liggen.’ Ook al zijn niet alle besprekingen bedoeld voor de volgende cao, het is wel belangrijk dat al die onderwerpen aan de cao-tafel ter sprake komen, benadrukt Van Schothorst. ‘Als cao-partijen kunnen wij fungeren als katalysator: met deze onderwerpen moeten we iets in onze sector. Dit is hét gremium waarin werkgevers en werknemers bij elkaar

digitaal en vonden plaats tussen december 2021 en februari 2022. Als de onderhandelaars overeenstemming hebben, leggen ze het onderhandelaarsakkoord voor aan hun achterbannen. De Ledenvergadering van de LHV heeft op 8 maart unaniem ingestemd met het akkoord. De nieuwe cao gaat met terugwerkende kracht in per 1 januari 2022.

komen. Wij kunnen onderwerpen agenderen ter bespreking op andere tafels.’ Voor Van Schothorst zelf is dit de derde cao waarbij hij als onderhandelaar is betrokken. ‘Bij de term cao denken we misschien al snel aan een kwartje meer of minder, maar dat is maar een klein onderdeel van waar het in zo’n traject om draait. Ik vind het mooi om iets te kunnen betekenen voor de breedte van de huisartsenzorg, zeker als dat in zo’n goede sfeer gaat en als alle achterbannen daarmee zo goed als unaniem instemmen. De inbreng van de LHV-medewerkers is enorm belangrijk: zij komen met heel veel input en organiseren het mandaat. Ik kan mijn rol daardoor goed invullen. We hebben het echt als team gedaan. De onderhandelingsteams van LHV en InEen vormen samen de werkgeversdelegatie – een heel prettige samenwerking waarin we elkaar aanvullen en ondersteunen’. ¶

Nu in de maak: de cao Hidha Kort na het afsluiten van de Cao Huisartsenzorg is het traject voor een nieuwe Cao Hidha gestart. Dat is een kleinere cao waarbij van werknemerskant de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) aan tafel zit. De huidige Cao Hidha loopt af op 1 augustus 2022.

de Dokter 3/2022

15


mijn werk&ik ‘Het gaat om de ziel van ons vak’

‘Huisarts zijn is het mooiste vak dat er is. De huisartsenzorg in Nederland is fantastisch geregeld. Maar als we dat zo willen houden, moeten we ons daar nu samen sterk voor maken. We krijgen als huisartsen steeds meer TEKST: CORIEN L AMBREGTSE taken naar ons toegeschoven. Om die taken uit te voeren, nemen we steeds meer praktijkmedewerkers in dienst en zoeken we oplossingen in digitalisering. Dat is op zichzelf prima, als dat maar niet ten koste gaat van wat de kern is van ons vak: vanuit een vertrouwensband met de patiënt persoonsgerichte zorg geven. Ik vind het belangrijk om mijn patiënten geregeld te zien en te spreken; ook bij minder complexe klachten. Elk consult levert informatie op waar je wat aan hebt als er echt iets aan de hand is. Dan weet je dat er iets ‘niet pluis’ is. Twee patiënten kunnen met precies dezelfde klachten komen, de ene patiënt stuur ik door voor nader onderzoek, de andere stel ik gerust. Zo’n beslissing is voor een belangrijk deel gebaseerd op de persoonlijke kennis die ik heb van een patiënt.

FOTO: SIMONE MICHELLE

Elke donderdag is voor Marnix van der Leest (1977), huisarts in Leusden, anti-burn-outdag. Vorig jaar gebruikte hij zijn vrije dagen om een boek te schrijven over de dilemma’s waar hij in zijn praktijk tegenaan loopt. ‘Je doet je best, maar je weet dat het beter kan.’

16

de Dokter 3/2022

◼ WANHOPIG EN BOOS De huisarts is de enige zorgverlener bij wie een patiënt altijd terecht kan. Dat is mooi, maar het heeft ook een nadeel. Andere zorgverleners kunnen gemakkelijker taken afhouden dan een huisarts. Ik krijg steeds vaker het gevoel dat wij de problemen van andere disciplines in de schoenen krijgen geschoven. Veel huisartsen, onder wie ikzelf, vinden het lastig onze grens aan te geven. Daar valt nog veel te winnen. Ik heb het een tijdje geleden meegemaakt met een patiënt: 84 jaar, bedlegerig, zwaar verslaafd aan alcohol, bijna blind, slechte nieren, hoge bloeddruk en een complexe psychiatrische problematiek. Ze belde elke dag met de praktijk of de huisartsenpost en elk week wel een keer naar 112 voor een ambulance. We hadden bijna dagelijks overleg met de thuiszorg en andere betrokkenen om betere oplossingen te vinden, maar die waren er niet. Op een hete zomerdag belde de thuiszorg met de boodschap: ‘Wij kunnen Petra niet meer de zorg bieden die ze nodig heeft.’ Toen wist ik dat de situatie thuis definitief onhoudbaar was geworden. In de weken erna zijn mijn collega’s en ik op zoek gegaan naar oplossingen. Ik begon te bellen, maar het ene na het andere verpleeghuis zei nee. Het eerste huis had geen


Nascholing LHV Academie De rol van de huisarts bij lijkschouw

ervaring met verslaving, het tweede was niet ingericht op blinden, het derde had een personeelstekort en het vierde huis zei nee omdat er al drie andere huizen nee hadden gezegd. Het was om wanhopig en boos van te worden. Het enige wat ik nog kon bedenken, was dreigen met de Inspectie Gezondheidszorg. Pas toen kreeg ik een ja, van een verpleeghuis 100 kilometer verderop. Daar is de patiënt naar toe verhuisd. Na een tijdje belde ze zelf met onze assistente om te zeggen dat het heel goed met haar ging en dat ze binnenkort weer thuis zou komen. Toen ik dat hoorde, heb ik meteen met de directie van het verpleeghuis gebeld. Die zei gelukkig dat daar geen sprake van was. Verhalen als deze staan niet op zichzelf. Het kost geregeld ontzettend veel tijd en moeite om een patiënt op de juiste plek met de juiste zorg te krijgen. Ik besteed veel tijd aan patiënten die al lang op een andere plek meer zorg hadden moeten krijgen. Hoe ver kun je gaan? Onlangs zijn twee artsen berispt door de tuchtcommissie omdat ze te lang

‘ Twee patiënten met dezelfde klachten: de ene patiënt stuur ik door, de andere stel ik gerust’ waren doorgegaan met het verlenen van zorg in een situatie die onverantwoord was. Maar wat moet je als huisarts als anderen niet thuis geven? Je doet je best, maar je weet dat het beter kan. ◼ FOUTEN EN DILEMMA’S We hebben een enorm gevarieerd vak. De ene patiënt komt met een ontstoken vinger, de volgende met buikklachten en tussendoor stapt er soms ook nog een patiënt binnen die het leven niet meer ziet zitten. Bij elke patiënt moet je er helemaal zijn. Je wil niets over het hoofd zien. Ook niet bij een patiënt die elke week met een klacht langskomt. Je kunt veel voor mensen betekenen, maar je hebt ook een grote verantwoordelijkheid. Die is volgens mij alleen te dragen als er een goed praktijkteam achter je staat, als je collega’s hebt om stoom bij af te blazen én als je ook een

leven hebt naast je werk. Daarom heb ik een wekelijkse vrije dag en neem ik tijd om muziek te maken, te sporten en te hardlopen. Je kunt alleen voor anderen zorgen als je eerst goed voor jezelf zorgt. Er zijn perioden waarin ik het werk zwaar vind. Op sommige dagen eindig ik met meer werk dan waarmee ik begon, terwijl ik de hele dag hard werk. Tot nu toe zijn die tijden weer voorbijgegaan. Het moeilijkst is het als je een fout maakt. Niet alle fouten lopen slecht af, maar sommige wel. Ik heb wel eens een ernstige diagnose gemist. Een patiënt met alvleesklierkanker in een vergevorderd stadium. Dat is iets wat onder je huid gaan zitten, ook al krijg je alle begrip van collega’s. Ik vind het heel belangrijk om open te zijn over fouten en dilemma’s. De praktijk is doorgaans lastiger dan de theorie. Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je je weg vindt. Maar dan nog: elke patiënt is anders. Neem euthanasieverzoeken. Soms is dat niet alleen voor de patiënt, maar ook voor jou als arts een zoektocht, een proces met veel twijfels. Het is fijn als je in zo’n traject gezamenlijk kunt optrekken met patiënt en familie. Ik vind het heel bijzonder om in die laatste levensfase zoveel voor mensen te kunnen betekenen. De vertrouwensband die je opbouwt met patiënten, daar zit de ziel van ons vak. Laten we als huisartsen samen een vuist maken om die te behouden.’¶ Meer lezen over de dilemma’s van huisarts Marnix van der Leest? ‘Huisarts op recept’ is verschenen bij Uitgeverij Arbeiderspers, 2021’

de Dokter 3/2022

17

In deze nascholing leert u alles over uw rol bij lijkschouw. Zo leert u diverse postmortale verschijnselen onderscheiden en herkennen en krijgt u technieken mee voor het juist inschatten van de tijdzone en het tijdstip van overlijden. Allemaal om de structurele werkwijze van een lijkschouw te garanderen. Data en locatie: er is nog plek op dinsdag 20 september 2022 van 16.00-20.00 uur in Zwolle en op donderdag 3 november van 16.0020.00 uur in Utrecht.

Leergang Medisch Leiderschap De leergang Medisch Leiderschap biedt professionele handvatten om beter te leren inspelen op de veranderingen in de zorg. In de leergang leert u hoe u de manier waarop u zorg biedt aan een patiënt kunt beïnvloeden. Met als resultaat: betere zorg voor de patiënt, voor uzelf en voor de maatschappij. De leergang bestaat uit 6 trainingsdagen + 3 uur persoonlijke coaching. De leergang is geaccrediteerd bij ABAN voor 36 punten. De volgende leergang wordt aangeboden vanaf 29 september 2022 van 09.30-17.30 uur in Doorn.

Meer tijd voor de patiënt Wilt u meer tijd hebben voor uw patiënten, maar weet u niet goed hoe u dit moet aanpakken? Tijdens deze nascholing leert u hoe u kwaliteit kunt blijven leveren en met plezier uw vak kunt uitoefenen, ook in drukke tijden. We helpen u een passende aanpak te vinden, waarmee u de volgende dag aan de slag kunt gaan. Data en locatie: donderdag 1 december 2022 van 16.00-20.00 uur in Utrecht Op lhv.academie.nl vindt u ons ruime aanbod aan workshops en opleidingen. Ook vaak op aanvraag en incompany beschikbaar.


Nieuwe verenigingsdemocratie in de praktijk

De mening van ieder lid telt 18

de Dokter 3/2022


Verbinding zoeken met alle huisartsen. Dat is de grote uitdaging waar de LHV voor staat, in een tijd waarin de huisartsenzorg onder grote druk staat. Het traject MOVE (modernisering vereniging) is in volle gang. Via allerlei vormen van participatie kunnen leden hun stem laten horen. De mening van ieder lid telt. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE / FOTOGR AFIE: ROB TER BEKKE / ILLUSTR ATIE: A AD GOUDAPPEL

‘W

e hebben een paar jaar over MOVE gepraat en de eerste stappen gezet, dit jaar wordt de modernisering van de vereniging echt zichtbaar. 2022 is het overgangsjaar naar een nieuwe verenigingsstructuur en besluitvorming-nieuwe-stijl’, zegt LHV-bestuurslid Aard Verdaasdonk, verantwoordelijk voor MOVE. ‘Deze tijd vraagt nieuwe vormen van verbinding. Democratischer, dichter bij de leden en efficiënter. Dus geen dubbele vergaderingen meer van LHV-kringen en regionale huisartsenorganisaties. Door een duidelijker structuur en betere samenwerking met andere huisartsenorganisaties willen we meer leden bij beleid en besluitvorming betrekken. Ieder lid heeft een stem, of je nu in loondienst, praktijkhoudend of waarnemend huisarts bent. Samen geven we invulling aan het vak.’

Judie Knol, huisarts in Utrecht: ‘Mooi dat leden vaker de kans krijgen om inbreng te leveren. Ik heb meegedaan in de focusgroep aanbod huisartsenzorg, omdat ik dit een heel belangrijk onderwerp vind. Het gaat erom dat we voor onszelf en anderen duidelijk maken wat het basisaanbod is dat huisartsen leveren, wat het extra aanbod is en ook wat de randvoorwaarden zijn om die zorg te kunnen leveren. Die randvoorwaarden zijn minstens zo belangrijk, want daar schort het op dit moment juist aan. Het wordt steeds moeilijker om goede zorg te leveren. Dit wordt door alle huisartsen gevoeld, maar zeker ook door huisartsen in achterstandswijken, zoals mijn collega’s en ik. Een van de belangrijkste randvoorwaarden is: meer tijd voor de patiënt. Dus langere consulten, minder patiënten per huisarts, meer praktijkmedewerkers, extra financiering voor zorgcoördinatie en afstemming met andere zorgprofessionals, en

De nieuwe verenigingsstructuur wordt dit jaar uitgerold. Geen 23 kringen meer, maar 19 afdelingen. Geen kringbestuurders meer, maar ambassadeurs die de stem van hun afdeling in de LHV-Landelijke ledenvergadering vertegenwoordigen en een verbindende, uitnodigende en activerende rol vervullen. Verdaasdonk: ‘Toen ik zelf nog kringvoorzitter was van LHV-kring De Gelderse Rivieren, zag ik steeds minder leden opdagen bij kringvergaderingen. Het wordt tijd voor andere vormen van participatie. Dus niet alleen fysieke, maar ook online bijeenkomsten, focusgroepen, debat- en thema-avonden, flitspeilingen en enquêtes. Het is belangrijk om niet alleen de leden te horen die zich altijd melden, maar ook de leden die we weinig horen. Niet alleen de mensen die ergens tegen zijn, maar ook die voor zijn. Echte democratie is ‘diepe democratie’. Natuurlijk houden we een LHV-bestuur dat voorstellen doet en een Landelijke Ledenvergadering die beslissingen neemt, maar de voorstellen en beslissingen zijn gebaseerd op de inbreng van alle soorten huisartsen vanuit het hele land.’ ◼ OEFENEN MET PARTICIPATIE Met de besluitvorming-nieuwe-stijl kan dit jaar meteen flink worden geoefend. Er staan belangrijke vraagstukken op de agenda, zoals de rol van huisartsen bij vaccineren, de herziening van het basisaanbod huisartsenzorg en later dit jaar wellicht het integrale zorgakkoord dat het ministerie van VWS wil sluiten. Verdaasdonk: ‘De vaccinaties zijn een onderwerp dat veel huisartsen hoog zit. Met de covid-vaccinaties is wel wat

een inschrijftarief dat nog beter is afgestemd op de praktijkpopulatie. ‘Krachtige basiszorg’ is een bewezen integrale aanpak voor het leveren van een goed basisaanbod in een achterstandswijk en moet structureel gefinancierd worden. Ik hoop dat het document op dit punt wordt aangescherpt. Met dit aanbod in de hand kunnen we het gesprek aangaan met de overheid, de politiek, zorgverzekeraars en samenwerkingspartners. Het maakt het mogelijk om ‘nee’ te zeggen als niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan. En ook om ‘nee’ te zeggen tegen taken die niet tot het basisaanbod behoren en waar je als huisarts geen tijd voor hebt. Ik vind het belangrijk dat ik mijn inbreng heb kunnen leveren. Ik hoop dat we als focusgroep nog een terugkoppeling krijgen van wat er met onze inbreng is gedaan. Dat motiveert om de volgende keer weer mee te doen. Het zou mooi zijn als steeds meer huisartsen van zich horen.’

de Dokter 3/2022

19

‘Randvoorwaarden aanscherpen’


FOCUSGROEP AANBOD HUISARTSGENEESKUNDIGE ZORG

‘ Waar zijn we van en waar zijn we niet van’ Welke zorg valt onder de basis-huisartsenzorg en welke zorg is extra? Dit jaar wordt het aanbod huisartsgeneeskundige zorg opnieuw bekeken. Een focusgroep van LHVleden dacht mee. ‘Het is belangrijk om het aanbod huisartsgeneeskundige zorg van tijd tot tijd te herzien. De laatste keer dat dit gebeurde, was 2015. Sinds die tijd is er veel veranderd’, vertelt Jenny Heering, LHV-beleidsmedewerker en huisarts. ‘Huisartsen krijgen steeds meer taken op hun bord. Daarom moet heel duidelijk zijn welke zorg tot het basisaanbod behoort en welke zorg extra is. Een LHV-werkgroep heeft het aanbod huisartsenzorg opnieuw doorgenomen en waar nodig aangepast. Daarna hebben we huisartsen uitgenodigd voor een digitale focusgroep om mee te kijken en aan te geven wat er anders of beter kon. Door dit digitaal te doen, werd het voor meer huisartsen mogelijk

om mee te doen. De samenstelling was heel divers: waarnemend huisartsen, een huisarts in loondienst en praktijkhoudend huisartsen, variërend in leeftijd en afkomstig uit stads- en dorpspraktijken, achterstands- en nieuwbouwwijken.’ Een van de punten die de focusgroep naar voren bracht, was dat de randvoorwaarden voor het basisaanbod huisartsenzorg duidelijker moeten worden benoemd. ‘Voorwaarde om goede basis-huisartsenzorg te kunnen leveren, is dat de organisatie, de huisvesting, de financiering en de samenwerking in de zorgketen op orde zijn. Op die randvoorwaarden moeten huisartsen kunnen rekenen en moeten we de zorgverzekeraars, overheid en ketenpartners kunnen aanspreken.’ Het basisaanbod is voor iedere huisarts gelijk en wordt standaard vergoed door de zorgverzekeraars. Voor het extra aanbod moeten aparte afspraken worden gemaakt. Een

voorbeeld van zorg die geen basiszorg is, is de overbruggingszorg die huisartsen leveren, bijvoorbeeld als een patiënt op een wachtlijst staat voor de ggz. Huisartsen willen hun patiënt in de tussentijd niet in de kou laten staan. Heering: ‘Die zorg is extra zorg en kan niet standaard van ons worden verwacht. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld vaccinaties, bepaalde verrichtingen of huisartsenzorg aan gedetineerden. Het is niet zo dat alle taken die nu naar ons worden toegeschoven, sluipenderwijs tot de basiszorg gaan behoren.’ De focusgroep heeft geholpen om het aanbod aan te scherpen en meer nadruk te leggen op de randvoorwaarden voor basiszorg. De volgende stap is dat het aanbod door de LHVLedenvergadering wordt vastgesteld. Tot er een volgende herziening nodig is. Wat is basiszorg en wat is extra zorg? Bekijk het aanbod huisartsengeneeskundige zorg op www.lhv.nl.

DE ROL VAN HUISARTSEN BIJ VACCINATIES

‘Wordt het alles of niets?’ W

elke rol kunnen en willen we als huisartsen vervullen bij vaccinaties? Een vraag die elke huisarts aangaat, maar verschillend wordt beantwoord en daardoor veel discussie oproept. Een mooi onderwerp dus om nieuwe vormen van verenigingsdemocratie voor in te zetten. ‘Huisartsen verzorgen al vele jaren de griepvaccinaties. Daar zijn we heel goed in: we vaccineren elk jaar in een paar weken tijd 6 miljoen mensen’, vertelt Iddo de Ruiter, LHVbeleidsmedewerker en huisarts. ‘In 2019 zijn daar de pneumokokkenvaccinaties bijgekomen. De afspraak was om die vaccinatie na drie jaar te evalueren. In covid-tijd kwamen daar ook de covid-vaccinaties bij. Daarbij ging zoveel mis, dat veel huisartsen anders over vaccinaties zijn gaan denken.’ De vraag is welke rol huisartsen bij vaccinaties kunnen en willen spelen. De Ruiter: ‘Het ministerie van VWS wil dat ook weten, omdat er op dit moment wordt nagedacht over de opzet en uitvoering van vaccinatieprogramma’s. We hebben er als LHV voor gekozen om de meningen

en voorkeuren zo breed mogelijk te peilen. We hebben eerst de afdelingen gevraagd om de meningen van huisartsen in hun regio op te halen. Daarbij speelden de ambassadeurs in de afdelingen een belangrijke rol. Voor de afdelingen die dat wilden, hebben we als landelijk bureau gespreksbijeenkomsten georganiseerd. Iedereen die dat wilde, kon zich daarvoor opgeven. Het zijn er uiteindelijk zeven geworden: vijf fysiek in het land en twee online. Vervolgens hebben we alle input gebruikt om een enquête op te stellen. Die is in april onder alle leden gehouden. Het was geen referendum, het ging dus niet om een keuze tussen alles of niets. We wilden weten wat huisartsen belangrijk vinden, hoe zwaar argumenten voor hen wegen en wat ze als randvoorwaarden zien.’ De uitkomst van de enquête is op 24 mei in de Landelijke Ledenvergadering besproken (maar is op het moment van het interview nog niet bekend; red). De Ruiter: ‘Wat tot nu toe naar voren is gekomen, is dat er huisartsen zijn die alle vaccinaties willen doen en huisartsen die alleen de griep- en pneumokokken-vaccinaties

20

de Dokter 3/2022

willen doen, maar er zijn ook huisartsen die het vaccineren liever helemaal overlaten aan andere partijen. Daar zijn allemaal goede redenen voor. De een vindt het om medisch-inhoudelijke reden belangrijk om patiënten in ieder geval eenmaal per jaar te zien. De ander vindt het vaccineren een te grote belasting qua tijd en aandacht – ook van het praktijkteam – en wil ervan af. Uiteindelijk moet de Landelijke Ledenvergadering tot een duidelijk standpunt komen, waarmee we voor onszelf, VWS en andere partijen helder maken welke rol wij kunnen en willen spelen. Dat standpunt zal vast niet elk lid blij maken. Daarom is het belangrijk om uit te kunnen leggen hoe het tot stand is gekomen en wat de achterliggende overwegingen zijn. Daarmee doen we maximaal recht aan ieders belangen en vergroten we het draagvlak voor het genomen besluit.’ Meer weten over de LHV-enquête over de rol van huisartsen bij vaccinaties? Kijk op lhv.nl onder Nieuws.


Mura Franssens, huisarts in Bunnik: ‘Het leek mij boeiend om deel te nemen aan een gespreksgroep over vaccineren. Ik had er al wel een mening over, maar die is gebaseerd op wat ik zelf in onze praktijk en omgeving meemaak. Ik was benieuwd naar de mening van andere huisartsen. Tijdens de bijeenkomst begreep ik dat het niet zozeer de bedoeling was om met elkaar te discussiëren, maar vooral om verschillende meningen, argumenten en gezichtspunten te inventariseren, als input voor de enquête waaraan alle LHV-leden mee konden doen. Toen ik de enquête onder ogen kreeg, zag ik die punten inderdaad terugkomen. Ik vind zelf dat wij als huisartsen alleen die vaccinaties moeten doen die op basis van de gezondheidsproblematiek van patiënten nodig zijn, zoals de griepprik.

Eventueel in combinatie met de pneumokokkenvaccinatie. Maar vaccinaties die alleen op basis van leeftijd worden gegeven, horen niet bij ons. Wij hebben al zoveel taken, laten we dingen die niet per se bij ons horen, vooral aan anderen overlaten. Het vaccineren levert misschien geld op voor de praktijk, maar dat is voor mij niet zo’n belangrijk argument. Het punt is dat er tijd in gaat zitten, terwijl bij veel huisartspraktijken het water al aan de lippen staat. Ik vind het belangrijk dat de LHV leden om hun mening vraagt. Daar wil ik gehoor aan geven. Ik hoop dat anderen dat ook doen. Het kan best zijn dat er een beslissing wordt genomen waar ik het niet mee eens ben. Dat kan ik accepteren zolang het besluit in een democratisch proces tot stand is gekomen. Hoe meer leden meedoen, hoe beter de besluitvorming.’

‘Voorstellen en beslissingen zijn gebaseerd op de inbreng van alle soorten huisartsen vanuit het hele land’

misgegaan en daar zijn frustraties over. Daarom is juist dit onderwerp heel geschikt om hiervoor nieuwe vormen van verenigingsdemocratie in te zetten. Er wordt nu landelijk niveau nagedacht over de opzet en uitvoering van het vaccinatieprogramma. Wij moeten duidelijk aangeven welke rol huisartsen daarin kunnen en willen vervullen. Door de hele achterban gelegenheid te geven om mee te praten, weten we beter wat huisartsen belangrijk vinden. Een helder, breed gedragen LHV-standpunt wordt door VWS zeer serieus genomen.’ Verdaasdonk verwacht niet dat het daarmee makkelijker wordt om besluiten te nemen. ‘Zeker niet als de meningen erg verdeeld zijn. Maar het is belangrijk om te weten dat die verschillende meningen er zijn en wat ze inhouden. Enquêtes, peilingen en gesprekken helpen om betere besluiten te nemen en die beter te onderbouwen. Er kunnen redenen zijn om van de uitslag van een enquête af te wijken, maar dan moeten we extra goed uitleggen waarom. We zitten als bestuur niet in een ivoren toren, we willen echt naar onze leden luisteren. Voor mij is dat de kern van besturen: dienstbaar zijn aan de leden.’

‘Vaccineren kost tijd’

MAATWERK PER ONDERWERP ◼

Natuurlijk zitten er ook aan participatie grenzen. Verdaasdonk: ‘We moeten per vraagstuk bekijken wat nodig is en werkt. Voor belangrijke, gevoelige onderwerpen halen we alles uit de kast: gespreksgroepen, debatavonden en enquêtes. Voor minder gevoelige onderwerpen is het wellicht voldoende om een representatieve focusgroep samen te stellen, zoals we met het aanbod huisartsgeneeskundige zorg hebben gedaan. Het is belangrijk om verschillende huisartsen over dit aanbod mee te laten denken, maar het is niet echt een onderwerp voor debat. In die zin is de nieuwe verenigingsdemocratie een zoektocht: alle leden moeten de kans krijgen om mee te denken en te praten, tegelijkertijd moeten we onze leden niet overvragen. Want elke huisarts heeft het druk.’ Verdaasdonk ziet ernaar uit dat meer leden meer van zich laten horen. ‘Als je ergens een mening over hebt, kom er mee naar buiten. We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn, het gaat erom dat alle meningen worden gehoord. Door helder te zijn over afwegingen en besluiten, laten we zien dat de LHV zich inzet voor wat alle leden willen: toekomstbestendige huisartsenzorg.’ ¶

de Dokter 3/2022

21


advertentie


5 5 vragen

Wijziging Ouderschapsverlof

Binnenkort wijzigt het ouderschapsverlof. Vanaf 2 augustus 2022 krijgen medewerkers die ouderschapsverlof willen opnemen, 9 weken van het verlof doorbetaald. Wat betekent dit voor u als werkgever? TEKST: LHV

1

Wat verandert er precies?

Vanaf 2 augustus 2022 krijgen medewerkers die ouderschapsverlof willen opnemen, de eerste 9 van de 26 weken ouderschapsverlof een uitkering van UWV. Dit geldt voor beide ouders. De medewerker moet deze 9 weken in het eerste levensjaar van het kind opnemen. Dat kan ook als het kind voor 2 augustus 2022 is geboren. Ook dan geldt de voorwaarde dat de medewerker het betaald verlof van 9 weken in het eerste levensjaar van het kind moet opnemen. De rest van het ouderschapsverlof, 17 weken, is onbetaald en kan een medewerker opnemen totdat het kind 8 jaar wordt.

2

Wat betekent dat voor mij als werkgever?

U kunt verwachten dat meer medewerkers die net een kind hebben gekregen, na deze wetswijziging daadwerkelijk verlof opnemen. Op dit moment is het ouderschapsverlof in principe onbetaald, tenzij u daar andere afspraken over hebt gemaakt met uw werknemer. Daardoor kan niet iedereen het zich veroorloven om gebruik te maken van het verlof. Dat verandert met de wetswijziging op 2 augustus a.s.

Net als nu moet uw medewerker het verlof straks ten minste 2 maanden van tevoren schriftelijk aanvragen. U mag het ouderschapsverlof in principe niet weigeren. Vanaf 2 augustus 2022 kunt u de uitkering voor uw werknemer bij UWV aanvragen via de verzuimmelder of via Digipoort. U vraagt de uitkering achteraf aan, nadat uw werknemer voor minimaal 1 keer het aantal uren van zijn werkweek verlof heeft opgenomen. Binnen 4 weken na de ingangsdatum van het verlof stuurt UWV een beslissing aan u toe over de aanvraag.

3

Wie betaalt het ouderschapsverlof?

UWV betaalt het ouderschapsverlof. De uitkering bedraagt 70% van het dagloon van de medewerker, en maximaal 70% van het maximumdagloon. U hoeft dus geen loon door te betalen. Houd er wel rekening mee dat kosten voor een eventuele vervanger voor de medewerker die met verlof gaat, voor uw rekening zijn.

4

Hoe zit het met het geboorteverlof?

Het geboorteverlof blijft hetzelfde. Moeders hebben recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof

de Dokter 3/2022

23

van minimaal 16 weken, doorbetaald door UWV. Partners hebben recht op 5 werkdagen betaald geboorteverlof bij de geboorte van het kind. Daarnaast kunnen partners in de eerste 6 maanden na de geboorte van het kind 5 weken aanvullend geboorteverlof krijgen tegen 70% van het (maximum)dagloon, ook doorbetaald door UWV.

5

Kunnen zelfstandigen ook aanspraak maken op ouderschapsverlof?

Nee, dit geldt niet voor zelfstandigen. Alleen werknemers in loondienst kunnen aanspraak maken op ouderschapsverlof. ¶

CAO-APP HUISARTSENZORG

Heeft u vragen over het ouderschapsverlof of een ander soort verlof? In de Cao-app Huisartsenzorg vindt u veel antwoorden op veelgestelde vragen. U kunt de app downloaden voor iOS en Android.


Knelpunten in de zorg voor Oekraïense vluchtelingen

‘Waarom wachten met oplossingen die er al lang zijn?’

24

de Dokter 3/2022


Oekraïense vluchtelingen hebben nog steeds geen goede toegang tot de huisartsenzorg. De LHV wil dat de randvoorwaarden met spoed worden geregeld. LHVbestuurslid Guus Jaspar: ‘We wachten op oplossingen die al lang op de plank liggen.’ TEKST: CORIEN L AMBREGSE / FOTOGR AFIE: SIMONE-MICHELLE

I

edereen in Nederland heeft recht op zorg. Dus ook de Oekraïense vluchtelingen, verspreid over gastgezinnen en opvanglocaties in Nederland. Ook huisartsen doen wat zij kunnen om mensen te helpen. Het probleem is alleen dat de randvoorwaarden voor de toegang tot de zorg, en dus ook de huisartsenzorg niet goed geregeld zijn. Dat levert huisartsen veel extra werk op: administratief, ict-technisch en financieel. De LHV heeft hierover begin maart al aan de bel getrokken bij het ministerie van VWS. ‘We zijn er haast elke dag mee bezig en dringen via allerlei wegen op oplossingen aan’, verzucht Jaspar, ‘maar tot nog toe tevergeefs. En dat terwijl de oplossingen op de plank liggen. Ze zijn of worden ook in andere situaties toegepast. Er moeten nu knopen worden doorgehakt om te voorkomen dat de kwaliteit en continuïteit van zorg mogelijk in gevaar komen. Het wordt de huisartsen en vluchtelingen zo wel heel moeilijk gemaakt.’ In zijn groepspraktijk in Terneuzen zien hij en zijn collega’s ook Oekraïense vluchtelingen, die via hun gastgezinnen naar het spreekuur komen. ‘Wij behandelen hen in principe als passanten, maar het is een getob om de kosten gedeclareerd te krijgen bij het Centraal Administratie Kantoor. We hebben weliswaar een paar weken meer tijd gekregen om declaraties in te dienen, maar het blijft een proces vol paarse krokodillen. Huisartsen willen die tijd liever aan zorg besteden. Wij zijn overigens niet de enigen die met dit probleem zitten: apothekers, specialisten

en ander zorgverleners ook. Dat moet echt anders. Deze situatie is niet even, de opvang van deze vluchtelingen gaat langer duren.’ ◼ VIER KNELPUNTEN Er zijn al vaker grote groepen vluchtelingen in ons land opgevangen. De oplossingen die in die situaties zijn bedacht, zijn volgens Jaspar ook heel geschikt om de vier grote knelpunten in de huidige situatie op te lossen: het medisch dossier, de tolkentelefoon, de declaratieregeling en de triagelijn voor spoedzorg. Een belangrijk knelpunt is het ontbreken van een goede declaratieregeling. Jaspar: ‘In het verleden is voor grote groepen vluchtelingen één zorgverzekeraar aangewezen, bij wie alle zorgaanbieders hun kosten kunnen declareren. Die oplossing zou nu ook enorm helpen. Het punt is dat vluchtelingen een statustoekenning nodig hebben voordat de zorgverzekeraar hen kan inschrijven. Dat is een onderliggend knelpunt dat moet worden opgelost, maar niet óns probleem.’ Het medisch dossier is het volgende knelpunt. ‘Vluchtelingen die zijn ondergebracht bij gastgezinnen worden door dat gezin meegenomen naar de eigen huisarts. Hoe vol praktijken ook zitten, huisartsen maken dan toch plek. Ze maken een passantendossier aan dat met de patiënt meekan als die naar een andere plek verhuist. Voor groepen vluchtelingen op opvanglocaties, ligt dat anders. Die hebben geen gastgezin dat hen meeneemt naar de huisarts. Op die locaties zijn eigen huisartsen nodig, net

‘Het is een getob om de kosten gedeclareerd te krijgen’ de Dokter 3/2022

25


VLUCHTELINGENSPREEKUUR IN HAARLEM:

‘ Deze situatie moet niet te lang duren’ Oekraïners die bij gastgezinnen in de regio Kennemerland worden opgevangen, kunnen twee dagen per week terecht bij een speciaal spreekuur op de huisartsenpost in het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Een spontaan initiatief van de Huisartsen ZuidKennemerland (HZK), maar niet meer dan een noodoplossing.

‘I

n onze regio worden zo’n 600 vluchtelingen uit Oekraïne door gastgezinnen opgevangen. Naar verwachting worden dat er minstens 2000. Gastgezinnen nemen de vluchtelingen mee naar hun eigen huisarts. Maar omdat het aantal vluchtelingen toeneemt en die consulten veel tijd kosten, hebben wij als ondersteuningsorganisatie tijdelijk een centraal spreekuur opgezet. We willen de druk op de huisartsenpraktijken verlichten’, vertelt Ron Peters. Hij is sinds vorig jaar gepensioneerd, maar nog steeds actief als voorzitter van de LHV-kring Noord-Holland Midden en bestuurslid van de HZK.

Peters coördineert het spreekuur voor Oekraïense vluchtelingen. ‘We maken gebruik van de huisartsenpost in het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Er zijn nu vier huisartsen die de spreekuren draaien, op maandag en woensdag van 11 tot 16 uur. Zo nodig spring ik zelf bij. Er is tijd om rustig een gesprek te voeren. Een jonge Oekraïense die goed Engels spreekt, fungeert als tolk.’ De gemeente is verantwoordelijk voor de zorg aan Oekraïners, maar kreeg de zorg niet snel genoeg georganiseerd. Peters: ‘Hoe druk we het als huisartsen ook hebben, we staan altijd klaar om in noodsituaties zorg te bieden. Het moet alleen niet te lang duren, want ook wij zitten met een tekort aan menskracht, zeker in de zomer. Bovendien levert deze zorg administratief en ict-technisch ontzettend veel gedoe op. Wij redden ons nu met geïmproviseerde oplossingen, maar voor de langere termijn is dit geen doen. Daarom hebben we de gemeente gemeld dat er vanaf juni een andere oplossing moet komen.’ Volgens Peters zijn er blijvende oplossingen

als bij asielzoekerscentra. Daar zou de werkwijze van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers moeten worden overgenomen. Asielzoekers krijgen een COA-dossier waarin hun persoonlijke patiëntgegevens worden vastgelegd. En al zijn vluchtelingen uit Oekraïne geen asielzoekers, waarom zouden we de COA-werkwijze niet kunnen toepassen? Om continuïteit van zorg te kunnen leveren, is het van cruciaal belang dat elke patiënt een patiëntendossier krijgt waarin diagnoses, behandelingen en medicatie worden vastgelegd, en dat die dossiers meegaan als een patiënt naar een andere plek verhuist.’ Een ander knelpunt is de tolkentelefoon. ‘Het kabinet heeft tot en met juni 1,6 miljoen euro vrijgemaakt voor de inhuur van professionele tolken’, zegt Jaspar. ‘Tot nu toe is echter onduidelijk of huisartsen die van deze regeling gebruik maken, volledig voor de kosten van de

26

de Dokter 3/2022

nodig. Zowel voor de vluchtelingen in gastgezinnen als voor vluchtelingen die op grotere locaties worden opgevangen. ‘In het begin dachten we dat de Oekraïners hier één, twee maanden zouden blijven. Inmiddels weten we wel dat het langer gaat duren. De ervaring leert dat vluchtelingen in de eerste periode met eenvoudige klachten komen. Psychische problemen en post-traumatische stressstoornissen komen er pas later achteraan. Wij kunnen als huisartsen die problematiek signaleren en begeleiden, maar voor de behandeling is specialistische GGZ nodig. Ook die zorg moet worden geregeld.’ Het blijkt lastig voor de overheid om vooruit te denken. Peters: ‘Administratieve molens draaien langzaam. Maar soms zijn we echt verbaasd. Het duurt zes weken voordat een Oekraïense vluchteling is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Maar een mevrouw die net was ingeschreven, kreeg twee dagen later al een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.’

tolkentelefoon vergoed worden.’ Het laatste knelpunt is de triagelijn voor spoedzorg. ‘Oekraïense vluchtelingen die naar de huisarts, huisartsenpost of spoedeisende hulp bellen, spreken geen Nederlands. Het taalprobleem veroorzaakt lange wachttijden aan de telefoon. Dat is zeer ongewenst, zeker als het om spoedzorg gaat. Het zou veel tijd en druk schelen als er een speciale triagelijn komt voor Oekraïense vluchtelingen, zodat mensen in hun eigen taal te woord worden gestaan. Zo’n triagelijn is er al voor asielzoekers en statushouders, die kan toch ook beschikbaar worden gesteld voor Oekraïners?’ ◼ RANDVOORWAARDEN IN ORDE MAKEN Huisartsen steken in tijden van nood met alle liefde meteen de handen uit de mouwen. Dat hebben ze de


SPREEKUUR IN NONNENKLOOSTER VEGHEL

‘Vluchtelingen hebben continuïteit in zorg nodig’

‘Voor continuïteit van zorg is het van cruciaal belang dat elke patiënt een patiëntendossier krijgt’ afgelopen maanden weer bewezen. Jaspar vindt dat huisartsen er daarbij op moeten kunnen rekenen dat de randvoorwaarden in orde zijn. ‘We hebben er begrip voor dat zaken complex zijn en dat het tijd kost om vanuit de politiek de goede beslissingen te nemen, maar dat mag geen belemmering zijn om in de tussentijd goede zorg te verlenen. Laat de zorgverleners daar niet de dupe van worden. We hebben het allemaal al druk genoeg met de nasleep van de coronacrisis.’ Er zijn inmiddels naar aanleiding van de LHV-oproepen Kamervragen gesteld, ook is er een Kamerdebat gevoerd. Jaspar: ‘Wij blijven deze knelpunten bij VWS onder de aandacht brengen tot ze geregeld zijn. Het kan toch niet zo zijn dat wij moeten besluiten de zorg stop te zetten? Dat is wat geen enkele huisarts wil. Het gaat om mensen die al heel kwetsbaar zijn. Op dit moment hebben we vooral nog met eenvoudige klachten en praktische vragen te maken, maar straks, als de vluchtelingen uit de stressmodus gaan, gaan we meer mensen met psychotrauma’s en stemmingsstoornissen zien. Die patiënten hebben specialistische zorg nodig. Daar moeten we ons nu ook op voorbereiden.’ ¶

Het artikel ging ter perse op 16 mei. De actuele situatie rond de zorg voor Oekraïense vluchtelingen vindt u op www.lhv.nl, op de themapagina Vluchtelingen uit Oekraïne.

BEVOLKINGSONDERZOEKEN VOOR VLUCHTELINGEN De gewone huisartsenzorg is nog niet eens goed geregeld, toch krijgen Oekraïense vrouwen al wel een uitnodiging om naar de praktijk te komen voor onderzoek naar baarmoederhalskanker. Op aandringen van de LHV wordt het uitnodigen van Oekraïense vluchtelingen voor bevolkingsonderzoeken per 1 juni aanstaande tijdelijk stop gezet, heeft het ministerie van VWS inmiddels bevestigd.

De zusters Franciscanessen hadden hun klooster in Veghel net verlaten. Nu worden er 130 Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Gepensioneerd huisarts Wessel Versteeg hield er twee middagen per week spreekuur.

‘T

oen de vluchtelingen hier in maart kwamen, was de situatie in het klooster nog wat chaotisch. Ik hoorde van iemand van het Rode Kruis dat er veel medische vragen waren waar niemand raad mee wist. De hagro in Veghel had de gemeente toegezegd om de nodige huisartsenzorg te leveren, maar deze situatie vroeg meer zorg. Ik had wel tijd, want ik ben anderhalf jaar geleden met pensioen gegaan en werk nog af en toe als waarnemer’, vertelt Wessel Versteeg. Zo kwam hij in het klooster bij de Oekraïense vluchtelingen terecht. Op dinsdag- en vrijdagmiddag maakte hij een rondje. ‘De hagro was beschikbaar voor spoedgevallen en op de dagen dat ik geen spreekuur hield. Daar is een paar keer gebruik van gemaakt. In het begin was het hectisch, gaandeweg werd het rustiger. Er is inmiddels een maatschappelijk werker aanwezig die bij klachten afspraken maakt, ook met de tandarts of het ziekenhuis.’ De populatie in het klooster bestaat voornamelijk uit vrouwen en kinderen. ‘Bij deze leeftijdsgroep zijn de medische problemen doorgaans niet ernstig. Alle kinderen kregen de waterpokken, dat was even lastig. Maar verder kreeg ik vooral vragen over bloeddruk-, diabetesen schildkliermedicatie. Mensen hadden op hun vlucht nog net één doosje pillen meegenomen en hadden nieuwe nodig. Psychische problemen komen vaak pas later naar boven.’

de Dokter 3/2022

27

Versteeg zette zich in als vrijwilliger. ‘Dat bespaarde mij een hoop administratief gedoe. Ik ben er niet aan begonnen om de zorg te declareren. Ik had ook geen patiënt-informatiesysteem tot mijn beschikking om dossiers van patiënten aan te leggen. Alle informatie die ik kreeg, zette ik in een Excel-lijst. Die informatie kan ik delen met de huisartsen die de patiënten overnemen.’ Hij zag zijn inzet als een oplossing voor de korte termijn. ‘Huisartsen zijn altijd bereid om in noodgevallen bij te springen. Dat hebben we in coronatijd ook gedaan. Er ontstond toen een geweldige samenwerking met ziekenhuizen, apothekers, thuiszorg en andere zorgverleners. Bij de zorgverlening aan de Oekraïense vluchtelingen gebeurt dat weer. Ik vind het heel mooi dat we als huisartsen zo flexibel zijn en problemen helpen aanpakken, maar nu is het tijd om tot bestendige oplossingen te komen, zowel voor de huisartsen als voor deze groep vluchtelingen. Ze hebben continuïteit in zorg nodig.’ Half mei heeft hij de zorg overgedragen aan de hagro in Veghel. ‘De beste oplossing zou zijn om een paar keer per week in het klooster langs te gaan. Maar of dat haalbaar is voor de hagro, moeten ze zelf beslissen. Er is ook wat voor te zeggen om mensen naar de huisartsenpraktijk te laten komen. Zeker als deze situatie langer duurt.’ Volgens hem kunnen een Oekraïens-talige triagetelefoon en een tolk helpen om de communicatie te verbeteren en patiënten zo nodig door te verwijzen. Ook kunnen veel vragen meteen via de triagetelefoon worden opgelost. ‘Ik heb me kunnen redden met de hulp van een Oekraïense die Nederlands sprak, een vluchteling die wat Engels sprak en anders wel met een vertaal-app, maar het was toch behelpen.’


mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Leila Hopman-Benkaddour over haar praktijkstart. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

‘Iedereen is blij met een nieuwe praktijk in ArnhemCentrum’

28

de Dokter 3/2022


Spannend: een nulpraktijk starten! ‘Een groot avontuur inderdaad. Enerverend, maar ook heel erg leuk. Het oorspronkelijke plan was wel om het samen met iemand te doen. Toen dat om persoonlijke redenen niet doorging, ben ik alleen verdergegaan. Ik wilde al niet meer terug. Ik krijg gelukkig veel support van onze huisartsenorganisatie en mijn hagro. Iedereen is blij dat er een huisarts bij is gekomen. We zitten in Arnhem echt met een huisartsentekort. Mijn praktijk staat open voor patiënten die geen eigen huisarts hebben kunnen vinden. En dat zijn er heel wat in Arnhem, want de meeste praktijken zitten vol.’

Hoe loopt het? ‘Het is allemaal ontzettend snel gegaan. Ik had geluk met het vinden van een geschikt pand in de binnenstad en een huurbaas die het me gunde. In november heb ik de sleutel gekregen. Na een kleine verbouwing is de praktijk in februari opengegaan. We zijn 3 maanden open en zitten nu op 1400 patiënten.’

Wat is de zwaarste hobbel die je tegenkwam? ‘De financiële kant van het verhaal. Je moet een grote investering doen in huisvesting, personeel, apparatuur, software en licenties, maar je hebt nog geen patiënten en dus geen inkomsten. Er gaat voorlopig veel meer uit dan erin komt. Ik ga ervan uit dat ik dit eerste jaar zelf niets overhoud. Gelukkig staat mijn echtgenoot hier helemaal achter, maar anders zou dit financieel onmogelijk zijn. Het zou helpen als huisartsen die een nulpraktijk beginnen, terug kunnen vallen op een ondersteuningsregeling. Je bent ondernemer, maar je dient ook een groot maatschappelijk belang. Je moet meteen veilige en goede zorg leveren. Daar zou best iets tegenover kunnen staan, waardoor het makkelijker wordt om een nulpraktijk te starten.’

FOTO: JEANNET VERBEEK

Wat voor soort dokter ben jij? ‘Een moderne huisarts die met de tijd meegaat. Het voordeel van met nul beginnen, is dat je je praktijk kunt vormgeven zoals jij wil. Binnen bepaalde grenzen natuurlijk. Wij zetten met onze praktijk vol in op digitalisering. We werken met Spreekuur.nl. Patiënten kunnen zich via die app of website inschrijven, een vraag stellen, een herhaalrecept aanvragen, foto’s sturen of een afspraak plannen. Ik kan digitaal antwoorden, een videoconsult doen of de patiënt vragen naar de praktijk te komen. Ik denk zelf dat 60 procent van de consulten wel digitaal kan. Maar patiënten kunnen ook gewoon bellen voor een afspraak en vervolgens

WIE naar de praktijk komen. Als iemand zich inschrijft, leggen we onze werkwijze uit. Onze patiënten vinden het prima. Het is voor hen ook gemakkelijk dat ze via de app een vraag kunnen stellen en daar antwoord op krijgen. Het werkt voor bepaalde klachten zelfs drempelverlagend. Ik ben een groot voorstander van digitalisering. Om de zorg toekomstbestendig te maken, moeten we met digitale tools en oplossingen aan de slag. Het personeelsprobleem in de zorg wordt alleen maar groter. Door meer digitaal te doen, neemt de druk op de telefoon en daarmee op assistentes af. Patiënten die via Spreekuur.nl een afspraak willen maken, doorlopen eerst een triagevragenlijstje. Die vragen hoef ik dus zelf niet meer te stellen. Bij niet-spoedeisende klachten kan ik zelf bepalen op welk moment ik een vraag beantwoord. Dat levert mij tijd en flexibiliteit op.’

Waar ben je trots op? 'Op mijn assistentes, die ontzettend hard werken om alle patiënten in te schrijven, de dossiers op te halen en de praktijk administratief op orde te krijgen. Ik ben ook megatrots op alles wat ik tot nu toe heb bereikt. Het is ontzettend druk, maar ik ben heel tevreden. Ik ga elke dag met plezier naar mijn praktijk. Ook omdat de patiënten zo dankbaar zijn. Sommigen zijn al jaren niet bij een huisarts geweest en komen nu met klachten en vragen waar ze al lang mee liepen. Het was misschien makkelijker geweest om in een bestaande praktijk te stappen, maar dit is een groter avontuur. Ik heb het afgelopen half jaar ongelooflijk veel geleerd. En dat terwijl ik al heel wat jaren ervaring had als huisarts.’

Had je iets aan het LHV-mentorproject waar je aan meedeed? ‘Dat is alweer een paar jaar geleden. Mijn mentor was een huisarts die met pensioen was. Het was ontzettend fijn om met hem te kunnen sparren. Hij heeft mij adviezen gegeven waar ik nog steeds wat aan heb. Ook over de balans tussen werk en privé. Dit jaar is die balans er echter even niet. Mijn gezin en ik hebben ons daar maar gewoon op ingesteld. Dit is een pittig jaar.'

Welke tip heb je voor collega’s die dromen over een nulpraktijk? ‘Het is een stuk makkelijker om het samen met iemand te doen. Dan kun je de taken verdelen en misschien ook een paar dagen elders werken, zodat je toch een inkomen hebt. Mijn advies is dus: zoek iemand om het samen mee te doen. En ga tijdig in gesprek met de regionale huisartsenorganisatie in het gebied waar je wilt starten, de gemeente en de zorgverzekeraar, zodat die mee kunnen denken over huisvesting en ondersteuning.’ ¶

de Dokter 3/2022

29

Leila HopmanBenkaddour (1973), huisarts sinds 2010, startte in februari 2022 een nulpraktijk in Arnhem-Centrum

WAAR Een historisch pand in het centrum van Arnhem, tegenover het station. Het team bestaat uit 1 huisarts en 2 assistentes.

TIJD Meer dan fulltime. Daarnaast echtgenote, moeder van drie zonen (16, 14 en 12 jaar), bestuurslid LHV De Gelderse Rivieren en lid Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen Arnhem e.o..

JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@ lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.


advertentie


HAN DLEI

CTIE Z 2022 - FUN DING FWH

WAA RDE

ARTS RING HUIS

LHV Nieuws

ENZ ORG

g FWHZ z o rg Handleidin u is a rt se n rd e ri n g H a a w e ti c Fun

2022

Update handleiding functiewaardering (FWHZ) De Handleiding Functiewaardering Huisartsenzorg (FWHZ) 2022 is geactualiseerd en beschikbaar op de website van de LHV. 1

I

MEI 2022

n de nieuwe handleiding staat ook de geactualiseerde functie POH-GGZ. Typ in de zoekbalk ‘Handleiding FWHZ 2022’. U kunt hier ook de nieuwe tabel met salarisschalen downloaden. De handleiding FWHZ is ook beschikbaar in de cao-app (voor iPhone en Android).

Functiewaardering Binnen de huisartsenzorg werken we sinds 2004 met de Functiewaardering Huisartsenzorg (FWHZ). Dit instrument bestaat uit een set van referentiefuncties en een referentiematrix. Jaarlijks buigen partijen die bij de Cao Huisartsenzorg zijn betrokken zich over trends en ontwikkelingen in de huisartsenzorg en de consequenties hiervan voor het onderhoud van FWHZ.

OPROEP AAN OVERHEID

DOORBREEK IMPASSE FINANCIERING JEUGDHULP Zorgaanbieders in de jeugdhulp, huisartsen en cliëntenorganisaties doen een dringend beroep op de landelijke overheid en gemeenten: doorbreek de impasse over de financiering van de jeugdhulp en werk met ons samen aan verbeteringen. De onenigheid over de financiën gijzelt de inhoudelijke vooruitgang die zo hard nodig is.

A

ls huisarts zult u vaak de gevolgen van de problemen in de jeugdhulp in uw werk terugzien. Veel kinderen die u verwijst naar jeugdhulp moeten veel te lang wachten op zorg. Als LHV hebben we hier al geregeld over aan de bel getrokken bij de politiek. Daarnaast hebben we ook contact gezocht met aanbieders van jeugdhulp, om te kijken wat we met zijn allen kunnen doen om problemen te helpen oplossen.

Financiële discussie Cao-vragen Bent u praktijkhouder en heeft u vragen over de cao? Dan kunt u als LHV-lid uw vraag sturen naar cao@lhv.nl. Assistenten, praktijkondersteuners en ander ondersteunend personeel binnen uw praktijk kunnen hun vragen stellen aan hun eigen beroepsvereniging.

Sinds de zomer van 2021 werkten het ministerie van VWS, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de VNG aan verbetering van het huidige jeugdstelsel, verwoord in de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028. Maar de voortgang daarop is stil komen te liggen doordat de Rijksoverheid en

de gemeenten het oneens zijn over de financiering van de jeugdhulp. In het regeerakkoord is namelijk een extra bezuiniging opgenomen. Het gevolg: een impasse in de broodnodige verbeteringen. En dat terwijl we geen tijd te verliezen hebben, zo constateren we als LHV, andere zorgaanbieders en cliëntenorganisaties. De hulp voor honderdduizenden kwetsbare jongeren en hun gezinnen moet worden verbeterd. Duizenden professionals en vrijwilligers komen niet toe aan de hulp die ze willen bieden. Honderden instellingen kunnen niet optimaal goede jeugdhulp bieden.

Onze jeugd verdient beter Daarom hebben deze partijen – zonder de overheidspartijen – de verbetervoorstellen zelf verder uitgewerkt. Die plannen (onder de noemer “Onze jeugd verdient beter”) hebben we aangeboden aan staatssecretaris van VWS en de voorzitter van de VNG, met de dringende oproep aan hen om met elkaar en met ons samen te werken om de verbeteringen in de praktijk te brengen. Zodat de toegang tot jeugdhulp voor kwetsbare jongeren en de afstemming tussen huisartsen, gemeenten en jeugdhulpprofessionals zal verbeteren.

LHV en VPH verkennen een mogelijk samengaan De LHV en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) hebben voor ogen samen een toekomstbestendige huisartsenvereniging te vormen. Krachtenbundeling als mogelijk resultaat van de intensieve samenwerking in de afgelopen jaren. De periode tot 1 juli gebruiken beide verenigingen voor een verkenning van de

haalbaarheid van het beoogde samengaan. Voor dit onderzoek wordt een stuurgroep ingericht die bestaat uit beide voorzitters en een bestuurder van elke vereniging. In het vervolgproces betrekken we de leden van de verenigingen en de beide Ledenvergaderingen. Als hieruit blijkt dat de verwachte voordelen met een fusie worden gerealiseerd, dan wordt

de Dokter 3/2022

31

een voorgenomen besluit uitgewerkt voor 1 oktober. De LHV vindt het belangrijk dat u zich als lid vervolgens kunt uitspreken over dit voorgenomen besluit. U krijgt het voorgelegd, tegelijk met de Ledenvergaderingen van de verenigingen. Krijgen we groen licht, dan wordt de fusie uiterlijk 1 januari 2023 gerealiseerd.


advertentie

VAN DER SCHOOT

ARCHITECTEN

bv BNA SCHIJNDEL

ONTWERP • AR C H I TE C TU U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L


LHV IN HET NIEUWS LHV ZOEKT COMMISSIELID

RADIO 1, 23 april

Huisartsen verdwalen in vastgoedjungle

Verstand van financiën en op zoek naar een uitdagende adviesrol? De Financiële Commissie van de LHV zoekt een nieuw commissielid per 1 september 2022. Als onderdeel van de commissie onderzoek t en beoordeelt u het financiële beleid van het Landelijk Bestuur. De commissie vergadert 4 keer per jaar en rapporteert aan de Landelijke Ledenvergadering. Solliciteren kan tot 15 juni. Stuur uw motivatie en cv naar c.van.rooijen@lhv.nl. Meer weten over de commissie? Neem dan contact op met de voorzitter, Lysbert Hartholt: l.hartholt@lhv.nl.

NIEUW HANDBOEK HELPT BIJ AANSCHAF VAN EEN NIEUW HIS, KIS OF HAPIS Bij de aanschaf van een nieuw HIS, KIS of HAPIS komt een hoop kijken en de meeste huisartsen- en regio-organisaties hebben nog weinig ervaring met zo’n inkooptraject. Om te ondersteunen bij dat proces, hebben de LHV en InEen het ‘Handboek inkoop zorginformatiesystemen voor de huisartsenzorg’ gemaakt. Met uitleg van alle processtappen, praktische tips en modeldocumenten die u op uw eigen situatie kunt toepassen. Een HIS heeft een grote impact op het dagelijks werk in de huisartsenzorg. Het is daarom belangrijk om zorgvuldig een keuze te maken voor een zorginformatiesysteem dat bij uw wensen en werkwijze past en om tot een goede overeenkomst te komen met de leverancier. In het nieuwe handboek ‘Inkoop zorginformatiesystemen voor de huisartsenzorg’ van LHV en InEen leggen we het hele inkoopproces uit, van het voorbereiden tot beëindiging of verlenging. U vindt het handboek op de LHV-website.

Huisarts Daphne Tabak sprak in een uitzending van VPRO Argos bij Radio 1 over de problemen rond huisvesting. Ze zegt over huisvestingsproblemen: “Met name in de oude steden is gewoon weinig ruimte. Veel gebouwen zijn klein gebouwd, huisartsenpraktijken zijn daar gebouwd op de praktijk van vroeger: als man was je de dokter, je vrouw was doktersassistente en nam soms aan huis de telefoon op. Ondertussen is er nu veel meer personeel bijgekomen, die ene onderzoekskamer is lang niet meer voldoende. En de gemeente heeft steeds minder eigen panden in een stad, en dus ook minder regie om de panden toe te bedelen.”

NOS, 22 april

Website moet Oekraïense patiënten beter verdelen om zorginfarct te voorkomen Huisartsen hebben een website opgericht om te voorkomen dat gevluchte Oekraïners geen medische hulp ontvangen doordat de Nederlandse zorg overbelast is. Een van de oprichters, huisarts in opleiding Bernard Leenstra, sluit zich aan bij de uitspraak van de LHV dat er meer betaalde tolken beschikbaar moeten komen om adequate zorg te kunnen leveren. Leenstra: “Via onze website kunnen mensen met een medische achtergrond die Oekraïens of Russisch spreken zich ook aanmelden. We kunnen ze dan als tolk aan huisartsen koppelen. Dit is ontzettend belangrijk.”

NRC, 20 april

PrEP-proef blijkt te populair <tekst> Het NRC benoemt in een artikel over PrEP dat veel huisartsen zich scharen achter ons standpunt dat PrEP-zorg bij de GGD hoort. Een woordvoerder van de LHV zegt dat het goed zou kunnen dat veel huisartsen geen PrEP-zorg leveren omdat het al ontzettend druk is in de praktijk. Over het plan van minister Kuipers om de samenwerking met huisartsen in PrEP-proef te verbeteren, reageert de LHV kritisch: “Het kan niet zo zijn dat de huisarts de gaten dicht moet lopen die elders vallen.”

NOORDHOLLANDS DAGBLAD, 12 april

Vergrijzing in de regio neemt toe, maar de jonge huisartsen blijven liever in de stad Een woordvoerder van de LHV sprak het Noordhollands Dagblad over de huisartsentekorten in Noord-Holland. De huidige tekorten lopen daar de komende jaren nog flink op, met name in de Kop van Noord Holland. De LHV wil het tekort tegengaan door opleidingen meer te spreiden, zodat mensen op verschillende plekken makkelijk aan de slag kunnen: “Als huisartsen hun opleiding in de regio hebben gekregen is de kans groter dat ze zich daar vestigen. Studenten kunnen zich daar settelen, hebben contacten in de regio en weten wat er speelt.”

de Dokter 3/2022

33


wisselcolumn Sasja Verhoeff, huisarts in Waardenburg Navigatie

De deur van de kleine boerderijwoning staat al open. Als ik de gang in loop, staat er een oude man. ‘Goedemiddag mijnheer Vlietmans!’ ‘Dag Dokter, komt u maar deze kant op, we zitten in de keuken.’ Langzaam volg ik hem. Zijn wandelstok stoot tegen een van de vele lage opstapjes van dit huis aan. Vergis ik me nu? Is zijn rug krommer geworden en is hij meer schuivend gaan lopen? Vanuit de gang belanden we in een soort voorraadkamer, dan in de woonkamer, daarna de bijkeuken en uiteindelijk in de woonkeuken. Daar zit zijn vrouw aan een grote, zware tafel. Ze kijkt op met kleine ogen in haar rimpelige gezicht. ‘Het gaat nu heel niet goed met mijn vrouw.’ ‘Hoe bedoelt u?’ ‘Nou, ze is nu helemaal de weg kwijt. Vannacht was ze druk in de weer.’ Samen met de thuiszorg probeert hij zijn dementerende echtgenote nog zo goed mogelijk thuis te verzorgen. Na een uitgebreide (hetero)anamnese, vervolg ik met een lichamelijk onderzoek. Met

34

de Dokter 3/2022

de werkdiagnose delier, besluit ik tot het aanvragen van aanvullend onderzoek om de oorzaak van haar toestand te achterhalen. Zo zal er wat urine moeten worden opgevangen door de thuiszorg. Die heeft gelukkig nog wat plek in de agenda, om het echtpaar extra in de gaten te houden. Ook de dochter, die een paar boerderijen verder woont, zal wat vaker bij hen langs gaan. Met een gerust hart pak ik mijn tas in en loop naar de groene keukendeur. ‘Blijf maar zitten hoor, ik kom er zelf wel uit,’ verzeker ik het echtpaar nadat ik ze sterkte heb gewenst. Terwijl ik de deur achter me sluit, sta ik in de bijkeuken. Op dat moment realiseer ik me dat ik net

‘Ze is nu helemaal de weg kwijt’ door meerdere ruimten ben heen gekomen. De bijkeuken is makkelijk: er is maar één deur. In de woonkamer wordt het al lastiger; ik kan kiezen uit drie deuren. Bij de tweede gok zit ik, denk ik, goed. Was ik inderdaad door deze ruimte gekomen? Twijfelend trek ik een deur open. Helaas, een slaapkamertje. Dan moet het de laatste deur zijn. Ik trek hem open en wil zo de meterkast inlopen. In de verte hoor ik de krakende stem van de oude man. ‘Lukt het dokter?’ ‘Sorry, ik ben de weg kwijt in uw huis’, roep ik hard terug. ‘U moet terug en in die kamer de deur met de messing klink pakken, rechtdoor de hal in en dan achter rechts naar de gele voordeur.’ Dankzij zijn navigatie lukt het mij de weg naar buiten te vinden. ¶

FOTO: ROB TER BEKKE

V

oor de derde keer in korte tijd rijd ik naar het oude echtpaar Vlietmans. Terwijl ik me focus op tegemoetkomende landbouwvoertuigen en gaten in de weg, volg ik de aanwijzingen van het navigatiesysteem op. Ik ben nota bene al bijna vijftien jaar huisarts in deze regio en nog rijd ik vaak met navigatie. Pure gemakzucht, bekritiseer ik mezelf. Terwijl ik het erf op rijd, besluit ik de omgeving goed in mij op te nemen, zodat ik de weg een volgende keer zonder ondersteuning weet te vinden. Ik parkeer mijn auto naast een vervallen schuur, waarvan het dak op instorten staat.


advertentie

Informatie Systeem (HIS) ingevuld in het Ksyos platform, waarna de huisarts de geschikte opnameduur kiest en de holter bevestigt op de patiënt. Na afloop levert de patiënt de holterrecorder weer in. Wanneer er boezemfibrilleren wordt gevonden, kan er ook meteen een slaaponderzoek worden gestart via Ksyos.’’ Binnen drie dagen uitslag De uitslag van het holteronderzoek wordt beoordeeld door een cardioloog. De huisarts ontvangt binnen drie dagen de uitslag via EDIFACT in het HIS. Bij een afwijkend

Boezemfibrilleren en slaapapneu: goede diagnostiek voorkomt afname levenskwaliteit Mensen met asymptomatisch boezemfibrilleren hebben een verhoogde kans op beroerte. Minder bekend is de associatie met slaapapneu. Om tijdig de juiste behandeling te kunnen starten, is holterdiagnostiek van groot belang.

I

n Nederland hebben zo’n 150.000 mensen de diagnose asymptomatisch boezemfibrilleren. Het is zaak daar tijdig achter te komen en de juiste behandeling te starten. Boezemfibrilleren geeft een vijfvoudige verhoogde kans op een beroerte. Ook is het geassocieerd met slaapapneu. Harry Crijns was jarenlang hoofd van de vakgroep cardiologie van het MUMC+. Bij Ksyos beoordeelt hij onder meer holteruitslagen. “We weten dat veel patiënten die verwezen worden met boezemfibrilleren, op de achtergrond slaapapneu hebben. We merken echter dat dit maar weinig bekend is bij patiënten en huisartsen.” Volgens Crijns is het voor patiënten erg belangrijk om deze associatie goed uit te

zoeken. “Bij mensen met symptomatische slaapapneu is er een groot risico dat de behandeling van ritmestoornissen en andere cardiale problemen zal falen. Wanneer je bij een patiënt met boezemfibrilleren aan de slag gaat met katheterablaties en medicatie tegen ritmestoornissen terwijl op de achtergrond een slaapapneu speelt, ontstaat toch steeds weer een recidief. Mensen leveren veel kwaliteit van leven in als je slaapapneu niet goed behandelt.” Online zorg Bij vermoeden van een hartritme- of geleidingsstoornis kan een huisarts kosteloos via het Ksyos platform een holteronderzoek aanvragen,” vertelt Ksyos manager Cardiologie Natasja Snijders. “De gegevens worden via het Huisarts

‘Bij Ksyos werken we met ervaren cardiologen en de beste apparatuur. Ook verbeteren we continu onze kwaliteitsprotocollen.’ holteronderzoek, of als de huisarts aanvullende vragen heeft, kan die via het Ksyos platform kosteloos een consult starten met een regionale cardioloog. Zo’n consult is ook mogelijk na het maken van een rust-ECG. Ksyos biedt verschillende mogelijkheden voor de aanschaf van een ECG-apparaat, als de aanvrager dit niet heeft. Ervaren cardiologen “Bij Ksyos werken we met ervaren cardiologen en de beste apparatuur. Ook verbeteren we continu onze kwaliteitsprotocollen. Zo richten we de zorg zo goed en efficiënt mogelijk in.” Ruim achthonderd patiënten per week maken al gebruik van Ksyos Cardiologie. Diagnostiek bij patienten thuis biedt ook voordelen. Snijders: “Er zijn geen wacht- en reistijden voor de patiënt. En de kosten zijn lager, omdat de huisarts deze zorg verleent.”

www.ksyos.nl/cardiologie


advertentie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.