Voor u ligt het
HANDBOEK BOUW EERSTE LIJN , hét standaardwerk voor de (ver)bouw en inrichting van gebouwen voor eerstelijnszorg.
U overweegt een praktijk, gezondheidscentrum of ander eerstelijns zorggebouw te laten (ver)bouwen. Bij het ontwerpen, realiseren en in gebruik nemen van een gebouw komt veel kijken. Dat is voor u als arts geen dagelijkse kost. Dit handboek helpt u stapsgewijs om een gedegen fundament te leggen. Uw gebouw moet immers een plek worden waar het goed en prettig werken is, een gebouw waarin uw patiënten zich prettig en in goede handen voelen én waarvoor u niet te veel betaalt aan huisvestingslasten.
Het eerste initiatief tot en met de oplevering van het gebouw is een gefaseerd en ingewikkeld proces. Zorgvuldige voorbereiding is noodzakelijk. Het gebouw moet een maatpak zijn: goed passend en geschikt voor de langere termijn. Daarnaast is belangrijk dat het betaalbaar is. Tijdens het hele proces moet u veel keuzes maken op bouwkundig, financieel, organisatorisch en juridisch vlak. Dit handboek biedt handvatten om die keuzes weloverwogen te maken: plattegronden op schaal 1:100 en 1:50, opsommingen van aandachtspunten, begrotingen en kostenberekeningen per vierkante meter, architectenkeuze, organisatieprincipes en juridische modellen.
In 2006 bracht LHV Bouwadvies (toen nog de ‘Bouwadviesgroep-LHV’) samen met de LVG (Landelijke Verenging Georganiseerde eerste lijn) het Handboek Bouw Eerste Lijn uit. In 2008 volgde een herdruk. De tijd heeft ondertussen niet stilgestaan. Huisartsen kregen te maken met termen als decentralisatie, transitie en zelfmanagement. De term eerstelijnscentrum dekt de lading allang niet meer, want ook vanuit de tweedeen nulde lijn krijgen patiënten zorg in hun eigen buurt. In 2012 publiceerde de Bouwadviesgroep het Handboek Bouw Praktijkruimte voor de Huisarts. In dat handboek worden solopraktijken, duopraktijken en grotere huisartsenpraktijken belicht, naast de (ver)bouw van HAP-SEH en de apotheekhoudende huisartsenpraktijk. Handboek Bouw Gezondheidscentra volgde in 2015. Dat belicht de opzet van en de verschillende disciplines in gezondheidscentra. Dit nieuwe Handboek Bouw Eerste Lijn is de logische opvolger met actuele tekeningen en begrotingen en nieuwe adviezen rondom infectiepreventie en toegankelijkheid.
Het handboek is daarmee voor huisartsen én voor andere disciplines een onmisbaar naslagwerk voor de functionele en technische vereisten van een eerstelijns zorggebouw.
Dienstverlening van LHV Bouwadvies
LHV Bouwadvies kan u helpen bij grote en kleine vragen. U vindt diensten voor iedere huisvestingsvraag. Van een kosteloos telefonisch adviesgesprek tot een uitgebreid projectadvies. Onze dienstverlening is gericht op sleutelmomenten in het (ver)bouwproces. Denk aan het opstellen van ruimtelijke eisen, onderzoek naar de haalbaarheid van plannen, advies en hulp bij onderhandelingen van huur of koop, het maken van gedetailleerde ontwerpstudies, beoordeling van overeenkomsten en offertes en een adviseur die u ondersteunt bij de oplevering. Bekijk het volledige overzicht op lhv.nl/ bouwadvies.
UITGANGSPUNTEN PER RUIMTE EN PER DISCIPLINE
In dit hoofdstuk zetten we uiteen wat voor iedere ruimte in de huisartsenpraktijk de uitgangspunten bij de (ver)bouw zijn. Die de uitgangspunten gaan met name over de afmetingen en inrichting van de diverse ruimten. In het tweede deel van dit hoofdstuk staan we stil bij de vragen en aandachtspunten die gesteld kunnen worden aan disciplines die in een gezondheidscentrum een plaats kunnen krijgen.
Uitgangspunten per discipline
Vanaf papier is het vaak moeilijk inschatten hoe de ruimtes in uw gebouw er precies uit gaan zien. Ze moeten in alle opzichten comfortabel aanvoelen, zowel voor zorgverleners als voor patiënten. Op basis van onderzoek en ervaring heeft LHV Bouwadvies voor de verschillende disciplines in een gezondheidscentrum de minimale functionele maten per ruimte vastgesteld. In dit hoofdstuk vindt u verschillende voorbeelden ter inspiratie, voorzien van de belangrijkste maatgegevens en gebruiksmaten. Bij elke discipline en ruimte vermelden we de belangrijkste aandachtspunten.
Deze functionele aspecten bepalen de grootte en indeling van een ruimte: maatvoering van het meubilair: stoel, bureau, onderzoeksbank, aanrecht ruimte om die meubels te kunnen gebruiken aantal mensen dat in een vertrek aanwezig moet kunnen zijn activiteiten die in de ruimte plaatsvinden gebouwgebonden factoren: plaats van wanden, ramen, kolommen ligging ten opzichte van de andere ruimtes
Daarnaast hebben de volgende zaken invloed op de beleving van de ruimte: kleurgebruik
materiaalkeuze (glad, grof, hard/zacht) akoestiek licht (daglicht en kunstlicht) afmetingen van de ramen (lichtinval en uitzicht) reflectie van de wanden, vloer en plafonds (donker/licht) keuze van het meubilair
We belichten de volgende ruimtes: algemene (gedeelde) ruimten ruimtes van de huisartsenpraktijk ruimtes van de fysiotherapie, caesar, mensendieck, manuele geneeskunde, haptotherapie apotheek
mondzorgpraktijken consultatiebureau wijkteam, orthopedagogiek, jeugdzorg, wijkverpleegkundige buitenpoli paramedici
SPREEK-/ ONDERZOEKKAMER
Schaal 1:50
netto vloeroppervlakte 19,4 m2
onderkastjes
printer
meten
wegen
wandhoogte 2100mm + vloer
kleedhoek 100 x 80cm
diagnostisch wandstation
hoog-laagbank
onderzoekslamp aan de wand
oogkaart visustest
bovenkastjes
wandhoogte 2100mm + vloer
kinder hoekje
4.1.9
Universele behandelkamer
De universele behandelkamer is een kamer die het midden houdt tussen een ‘gewone’ spreek-/onderzoekkamer en een ‘gewone’ behandelkamer. Qua oppervlakte is de universele behandelkamer meestal kleiner dan de spreek-/onderzoekkamer van de huisarts. Naar functies kunt u er hetzelfde in doen: een gesprek voeren met drie mensen en onderzoek doen.
Op drie punten wijkt de universele behandelkamer (UB) af van de gewone spreek-/ onderzoekkamer:
1 De UB is kleiner dan de spreek-/onderzoekkamer (ongeveer 18 m2 tegenover 21 tot 24m2).
2 De UB heeft geen echte scheiding tussen het spreekgedeelte en het onderzoekgedeelte; er is hoogstens een gordijn aangebracht.
3 In de UB kunt u de onderzoeksbank vrij opstellen. Zo kunt u met meerdere mensen (aios, arts, begeleider) om de bank staan.
De universele behandelkamer is bedoeld als werkruimte voor bijvoorbeeld de aios, POH of GGZ-verpleegkundige en de verpleegkundig specialist. Wij raden u aan om voldoende’ universele behandelkamers te realiseren, met het oog op de mogelijke toename van medewerkers in de toekomst.
Plaats in de praktijk
De UB is gelegen in de rustzone aan de medewerkersgang met, vanaf de wachtkamer gezien, de spreek-/onderzoekskamer ertussen.
Vanuit de UB kan de medewerker via de rustige gang direct naar de ophaaldeur van de wachtruimte, de backoffice, de behandelkamer, collega-artsen en het medewerkerstoilet.
De UB ligt aan de gevel met raam en uitzicht op ooghoogte. In geval van inkijk gebruikt u bijvoorbeeld verstelbare lamellen.
Interieurelementen
bureau of tafel met ergonomisch verantwoorde stoel twee stoelen met armleggers voor patiënten weegschaal, meetlat bergruimte behandelstoel
onderzoekbank
verrijdbaar, in hoogte verstelbaar krukje (om bepaalde handelingen zittend te kunnen verrichten)
verrijdbaar tafeltje of medicar
horizontaal en verticaal verstelbare verlichtingsarmatuur vanaf de wand of het plafond keukenblokje van 90 à 100 bij 60cm met onder- en bovenkastjes/laden voor het opbergen van instrumenten of een wasbak met zijvlak (80 à 90 bij 60cm) zeep- en handdoekautomaten, alcoholdispenser, afvalbak kleedhoek met kruk en haakjes, afgeschermd met een gordijn
UNIVERSELE BEHANDELKAMER
Schaal 1:50
netto vloeroppervlakte 18,3 m2
Oppervlakte en indeling
De universele behandelkamer heeft een oppervlak van 15 tot 21 m2. Er zijn twee werkgebieden: de bespreekhoek en het behandelgedeelte. Bij de indeling let u op de volgende zaken: De onderzoekbank kan vrijopgesteld staan, zodat u met meerdere mensen rond de bank kunt staan.
Ook de patiëntenstoel met armleuningen staat vrij, zodat u bij een zittende patiënt bijvoorbeeld bloed kunt afnemen.
Naast de behandelbank is een wasbak met aflegvlak en boven- en onderkastjes. Voor het aan- en uitkleden van de patiënt is er een kleedhoek met gordijn. De UB moet toegankelijk zijn voor patiënten in een rolstoel.
kleedhoek
behandelbank
onderzoeklamp aan plafond 85cm vrij van obstakels
behandelstoel
behandelruimte 1500x1500
brandcard
bovenplankjes
4.1.10
Toiletten en bergingen
Toiletten
Naast de werkruimten zijn in de praktijk bergingen en toiletten onmisbaar. In een kleine praktijk is 1 bezoekerstoilet en 1 medewerkerstoilet voldoende. Zo mogelijk is een van deze twee toiletten toegankelijk voor mindervaliden en voorzien van een verschoonplek. Zo houdt u ook direct rekening met mensen met een kinderwagen.
In de grotere praktijk (vanaf 10.000 patiënten):
Plaats minimaal twee bezoekerstoiletten, centraal gelegen bij het wachtgebied voor patiënten.
Plaats minimaal twee medewerkerstoiletten, bij voorkeur nabij de teamkamer of de backoffice.
Een van de toiletten is ook het mindervalide toilet.
De deuren van de toiletten draaien naar buiten open: als iemand onwel wordt, kan een hulpverlener er van buitenaf in.
De toiletten mogen inpandig liggen en de ventilatie moet goed zijn.
Een van de bezoekerstoiletten grenst bij voorkeur aan het laboratorium, eventueel met een doorgeefluikje voor urine naar het lab (let wel op de geluidsisolatie van het doorgeefluikje).
Bergingen
In de praktijk moet u rekenen met tenminste de volgende bergruimtes: natte berging: werkkast met uitstortgootsteen met voldoende ruimte voor het bergen van een schoonmaakwagen, stofzuiger en schoonmaakmateriaal (1,5 tot 5m2) droge berging voor de ‘patchkast’ (de centrale computerserver) met een klein werkblad voor de systeembeheerder ruimte voor containers voor gescheiden vuilinzameling (in of buiten het gebouw)
4.1.11
Parkeren
Het aantal parkeerplaatsen dat u nodig heeft, is sterk afhankelijk van de situatie. Zit uw praktijk in stedelijk gebied of in een dorpse setting? Kunnen bezoekers gratis op straat parkeren, of moet dat op het terrein van de praktijk? Parkeerplaatsen realiseren is duur. Het bruto oppervlak van een parkeerplaats is 20 tot 23m2
LHV Bouwadvies gaat uit van:
2 parkeerplaatsen per medische ruimte, plus een of meer plaatsen voor mindervaliden
5 plekken voor fietsen per fte huisarts. Dat betekent voor een praktijk van 5 fte huisartsen een stalling voor 25 fietsen
De plek van de parkeerplaats is belangrijk. Er wordt onderscheid gemaakt in: parkeerplaats voor snelle uitruk, nabij medewerkersentree parkeerplaats mindervaliden nabij hoofdentree ‘gewone’ parkeerplaats
Het is aan te raden om een maand lang (niet in vakantietijd) in de bestaande praktijk(en) het aantal patiënten dat met de auto komt te tellen. Dit doet u tijdens de piekdrukte van de praktijk. Zo krijgt u een vrij nauwkeurig beeld van de behoefte.
Solopraktijk (2095 patiënten)
De praktijkruimte huisvest een normpraktijk met 2095 patiënten. De praktijk is de kleinst mogelijke volwaardige solopraktijk die voldoet aan de LHV-Bouwadvies voorwaarden: compact en efficiënt ingedeeld.
Huisartsen
BO backoffice
FO frontoffice
KEU keuken
UB universele behandelkamer
LAB laboratorium
W wachtkamer
SPOK spreek-/ onderzoekskamer
BK behandelkamer
Alle disciplines/divers
WK werkkast
Verkeersgebied onrustig
MK meterkast
Verkeersgebied rustig
Aandachtspunten
De balie ligt een stukje terug in de gang, zodat men hier rustig kan passeren of op z’n beurt wachten.
Vanaf de balie kan de assistent zicht houden op de wachtkamer. Laboratorium en behandelkamer grenzen aan de overige assistentieruimten, beide kamers zijn inpandig gesitueerd.
Als de behandelkamer een raam zou hebben zou het geschikt zijn voor langdurig verblijf en bijvoorbeeld geschikt voor een AIO.
De teamkamer is onderdeel van de backoffice.
De praktijkondersteuners delen de universele behandelkamer.
Probleempunten
Er is weinig bergruimte.
Om het mindervalide toilet te bereiken moet de patiënt het ‘rust gebied’ betreden. Bovendien is dit toilet ook berstemd voor het personeel.