Tijdschrift De Dokter februari 2022

Page 1

Bekostiging ‘Zorgverzekeraars blijven innovaties jaar na jaar als pilot vergoeden’ Zelfzorg Breinvriendelijk werken zorgt voor meer balans

DRIE OP DE VIER HUISARTSEN KAMPT MET RUIMTEGEBREK

‘Onze huurprijs ligt vér boven de NZa-tarieven’

22

Intervisie Wat levert het op en hoe richt je het in?

#RU1ARI 20

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

B FE

deDokter


advertentie

DIRECTLAB ONLINE: HANDIG APPARAATJE VERSTERKT ZELFREDZAAMHEID PATIËNT EN ONTZORGT HUISARTS

NIEUW: THUIS ZELF BLOED AFNEMEN “Eerst even bloed laten prikken”. Die ‘opdracht’, al dan niet vergezeld van een papieren laboratoriumformulier, krijgen dagelijks duizenden mensen bij bezoek aan hun huisarts. Een paar dagen later zitten zij weer met elkaar aan tafel, om de uitkomst van het diagnostisch onderzoek en, zo nodig, het behandelplan te bespreken. Dat moet beter kunnen in een tijd waarin de technologische en digitale vernieuwingen over elkaar heen buitelen en zelfregie en zelfredzaam alom gepredikt worden in de samenleving, zou men denken.

MICRONAALDJES

GEMAK EN ONTZORGEN

Het kán ook beter, handiger, efficiënter en slimmer!

Zelfafname biedt belangrijke voordelen, zowel voor de

Onlangs lanceerde Directlab Online een nieuw hulmiddel

aanvrager als voor de huisarts. Projectleider Vincent

waarmee mensen zelf thuis bloed af kunnen nemen

Molenaar bij het Digitale Innovatieteam: “De patiënt

voor diagnostiek. Met één druk op de knop neemt het

bepaalt zelf het moment en het bespaart hem reis- en

apparaatje door middel van micronaaldjes automatisch

wachttijd, doordat hij niet meer eerst naar de praktijk

en vrijwel pijnloos capillair een kleine hoeveelheid

en een afnamelocatie hoeft. Dat maakt het apparaatje

bloed af uit de haarvaten in de bovenarm. Het buisje

bij uitstek aantrekkelijk voor mensen die regelmatig

waarin het bloed opgevangen wordt, kan vervolgens

diagnostiek nodig hebben, zoals mensen met een

gewoon op de post naar het laboratorium voor analyse.

chronische aandoening Op de krappe arbeidsmarkt

Enkele dagen later ontvangt de aanvrager via het digitale

biedt het de mogelijkheid om in tijden van schaarste

uitslagenportaal van het lab de uitslag in begrijpelijke

hoogwaardige diagnostiek aan te blijven bieden.”

taal en vergezeld van deskundig medisch advies. Nu is het apparaatje al beschikbaar bij het online platform.

Molenaar benadrukt dat de kwaliteit van de diagnostiek

De huisartsenzorg zal snel volgen.

gegarandeerd is. Voorafgaand aan de introductie van het apparaatje heeft het Digital Innovation Team (DIT) van Unilabs samen met verschillende laboratoria in binnen en buitenland uitgebreid validatieonderzoek gedaan. Nu is het tijd voor de volgende stap!

MEER INFORMATIE IS IN TE WINNEN BIJ: directlabonline.nl/alle-testen/preventie-testen/cholesterol-test-thuis Directlab Online is een initiatief van Unilabs, een van de grootste diagnostische firma's van Europa. Het bedrijf levert wereldwijd een breed scala aan laboratorium-, pathologieen medische beeldvormingsdiensten. In Nederland behoren de diagnostische centra en laboratoria van Saltro, Medlon en SHO tot Unilabs.


Mirjam van ’t Veld voorzitterscolumn

E

en van de huisartsen die ik recent sprak noemde zich na ruim 3 jaar ‘moegestreden’. In haar zoektocht naar een geschikt praktijkpand voor haar snelgroeiende nulpraktijk liep ze tegen zoveel muren op, dat ze vreest haar droom van een duurzame toekomstgerichte praktijk annex gezondheidscentrum te moeten bijstellen. Zij is helaas niet de enige huisarts, zo blijkt ook uit ons recente LHV-onderzoek. Verderop in deze editie zijn de resultaten te lezen, en de oplossingsrichtingen die wij als LHV zien. Met de veelzeggende uitkomsten van ons onderzoek kunnen we dit onderwerp met nog meer urgentie agenderen. Urgentie is er zeker, want passende en betaalbare ruimte -of die nu gekocht of gehuurd is- vinden voor je huisartsenpraktijk is al lang geen lokaal of regionaal probleem meer. Huisartsen in het hele land worstelen ermee. Het vormt een belemmering voor het aannemen van nieuwe patiënten en voor het opleiden van nieuwe collega’s. Het heeft vervelende gevolgen voor sommige patiënten die geen huisarts in hun woonplaats kunnen vinden en daarmee staat een groot goed, huisartsenzorg dichtbij mensen, onder druk. Huisvesting is een cruciale randvoorwaarde geworden voor de toekomst van de huisartsenzorg. Het is belangrijk dat praktijken voldoende gespreid

en toegankelijk blijven. Op veel plaatsen – ook in de zorg – ligt de focus juist op grootschaliger, concentratie, meer afstand. Die beweging past in mijn ogen volstrekt niet bij de huisartsenzorg. De maatschappij is juist gebaat bij de huisarts dicht bij de patiënt, in de wijk; de huisarts die de achtergrond van patiënten kent en daar rekening mee kan houden, die persoonlijke zorg kan leveren en een gids is in het zorglandschap. Het huisvestingsvraagstuk is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars. We zullen samen met deze partners moeten zorgen dat de problematiek wordt aangepakt en dat tekorten worden opgelost. Met de onderzoeksresultaten in de hand voeren wij als LHV natuurlijk het gesprek op landelijk niveau. Maar eigenlijk zouden alle 345 gemeenten het huisvestingsvraagstuk voor huisartsen hoog op de agenda moeten zetten. Ook daar zetten we op in, zeker met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Sommige gemeenten hebben al goede stappen gezet. Bijvoorbeeld door een informatieloket voor huisartsen te openen en hen te informeren wanneer er bestaande ruimtes vanuit de gemeente vrijkomen. Wat nog veel logischer is, is het vaststellen van nor-

f oto : ro b t er b ek k e

Een eigen pand, een plek onder de zon

‘ Huisvesting is een cruciale randvoorwaarde geworden voor de toekomst van de huisartsenzorg’ men voor huisartsenvoorzieningen. Door bijvoorbeeld per 1000 nieuwe woningen 330m2 te reserveren voor huisartsenpraktijk(en). Dit gebeurt nog slechts sporadisch. Ik hoop van harte dat ook de gemeente van de bovengenoemde huisarts op korte termijn in beweging komt. Op onze oproep om als huisarts gebruik te maken van je inspreekrecht bij je eigen gemeente hebben al tientallen huisartsen gereageerd. Geweldig, zo sturen we samen krachtig aan op concrete oplossingen. Want zonder pand geen praktijk en dus geen dokter in de wijk (meer). ¶

Mirjam van ’t Veld

colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.000 exemplaren Dertiende jaargang, nr 1 februari 2022 Eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, Swanehilde Kooij, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Tekst & Beeld Aad Goudappel, Rob ter Bekke, Berber Bijma, Simone de Blouw, Ditta van Gent, Franco Gori, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Bas van Spankeren, Peter Venema

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Drukwerk Habo da Costa, Vianen

de Dokter 1/2022

3

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.


22 #RU1ARI 20

deDokter

B FE

inhoud februari 2022

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

Intervisie Wat levert het op en hoe richt je het in? Bekostiging ‘Zorgverzekeraars blijven innovaties jaar na jaar als pilot vergoeden’ Zelfzorg Breinvriendelijk werken zorgt voor meer balans

DRIE OP DE VIER HUISARTSEN KAMPT MET RUIMTEGEBREK

08

‘Onze huurprijs ligt vér boven de NZa-tarieven’ DD2201_01_Cover.indd 1

16-02-2022 12:46

06

16 Bekostiging

‘Nieuw hoofdlijnenakkoord moet huisartsen in staat stellen om op een gezonde manier praktijk te voeren’

22 Zelfzorg Hoe blijf je als huisarts staande onder de druk, hoe zorg je goed voor jezelf? ‘Breinvriendelijk’ werken kan helpen om in balans te blijven.

BINNENKIJKEN Van een praktijk aan huis bij haar ouders, naar een gloednieuw pand met ruimte voor meer.

14

MIJN WERK EN IK

32

MIJN PRAKTIJKSTART

34 38

NIEUWS

De overeenkomsten tussen een huisarts en een ethisch hacker? Beiden zoeken naar bugs.

‘Als huisarts moet je heel veel competenties hebben, de belangrijkste is kunnen samenwerken.’

WISSELCOLUMN Huisarts Sofie de Haan

24 Tuchtrecht Het wordt hoog tijd om het tuchtrecht aan te passen, vindt de LHV. Individuele zorgverleners worden ten onrechte gestraft voor problemen in de organisatie van de zorg. ‘Een huisarts is niet verantwoordelijk voor capaciteitsproblemen in de GGZ of ouderenzorg.’

'B

reinvriendelijk werken. Mooi woord, dat kende ik nog niet. Het onderwerp zelfzorg spreekt me heel erg aan. Goed dat De Dokter daar aandacht aan besteed. Volgens GZ-psycholoog Gabriëlle van Geffen is het eigenlijk bizar wat we van huisartsen vragen. Dat zeg ik zelf ook vaak. Als je niet uitkijkt ben je continu aan het rennen en

ren je jezelf voorbij. Daarom werk ik al jaren bewust een dag minder. Op woensdag lees ik vakliteratuur en neem ik tijd om even niks te doen. Dat niks doen is hard nodig om je brein gezond te houden. Het artikel over intervisie sprak me ook aan. Het is belangrijk om het met een vast groepje collega’s te kunnen hebben over alles wat je bezighoudt. Daar groei je

4

door, als mens en professional. Ik wil collega’s echt niks extra’s opleggen, maar intervisie helpt echt om je werk op een goede manier te doen en vol te houden. In het artikel over het nieuwe hoofdlijnenakkoord las ik dat de LHV blijft inzetten op meer tijd voor de patiënt. Sta ik helemaal achter. Wij zijn in onze praktijk zelf net een pilot gestart. Nee, we

de Dokter 1/2022

FOTO: ROBFR ANCO GORI

quickscan van... Wim Heggen, huisarts met een duopraktijk in Heel


quotes ‘In mijn opleidingscontract stond niets over het winnen van prijzen’ Huisarts Jonathan Bouman, Mijn werk & ik (pagina 12)

26 Intervisie Wat levert intervisie op en hoe richt je die in als je een nieuwe groep wilt opzetten of een bestaande groep nieuw elan wilt geven?

‘Zorgverleners kunnen geen winkelprijzen betalen’ Huisarts en LHV-bestuurslid Guus Jaspar (pagina 8)

‘Door het hele huis hingen telefoons om maar bereikbaar te zijn’ Huisarts Elise Nillesen-Hermens (pagina 6)

wachten maar niet op de zorgverzekeraar. Voor kleine klachten plannen we consulten van 10 minuten, voor grotere klachten 20 minuten. Die 10- en 20-minutenconsulten wisselen elkaar af. We zien dus vier patiënten per uur. Over 3 maanden evalueren we hoe het uitpakt, organisatorisch en financieel. Maar het voelt nu al fantastisch.' ¶

‘Je hoeft je echt niet alleen op de vogeltjes te concentreren’ Psycholoog Gabrielle van Geffen (pagina 20)

de Dokter 1/2022

5


binnenkijken Huisartspraktijk Nillesen-Hermens, Bergharen TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: DIT TA VAN GENT

Betere zorg in een gloednieuw, ruim pand

De zwart-witfoto’s – genomen in Bergharen en omgeving – steken mooi af tegen de turquoise muren

E

lise Nillesen-Hermens groeide op met het huisartsenvak, in een woning met praktijk aan huis in Bergharen. Vader huisarts, moeder assistente. Wat ze eerst niet van plan was, gebeurde toch: zes jaar geleden nam ze de praktijk van haar ouders over. De eerste drie jaar in diezelfde praktijk aan huis, inmiddels in een gloednieuw pand. ‘We verhuisden een klein jaar voor corona uitbrak. Achteraf een enorm geluk. In het oude pand hadden we nooit anderhalve meter kunnen houden. Het was – ook los van corona – veel te klein.’ Een eerste plan om het dorpshuis te verbouwen, sneuvelde. Daarna volgde een verbouwingsplan voor het kinderdagverblijf van het dorp. Toen bleek dat meerdere zorgverleners er graag in wilden, moest het grootser aangepakt worden: het dagverblijf ging tegen de grond en maakte plaats voor een gloednieuw gezondheidscentrum. Naast de praktijk van Nillesen-Hermens is er ruimte voor een fysiotherapeut, podotherapeut, huidtherapeut, diëtiste en een psycholoog. De architect van LHV Bouwadvies en later ook de interieurbouwer waren haar steun

Bij huisartspraktijk Nillesen-Hermens werken 3 huisartsen, 3 assistenten, 1 POH somatiek en ouderen en 1 POH-GGZ.

Een onverwacht voordeel: de manshoge kiepramen aan de achterzijde konden in de eerste lockdown dienen als ingang voor coronaverdachte patiënten

De open balie grenst aan de wachtkamer, zodat patiënten met assistentes kunnen praten. ‘Niet volgens de regels van privacy en rust, maar wel gemoedelijker’

6

de Dokter 1/2022


Huisarts Elise Nillesen-Hermens

(Ver)bouwadvies nodig?

Een van de assistentes, met gevoel voor styling, zorgde onder meer voor mooie items in de vakkasten

en toeverlaat. ‘Beide echte Brabanders, lekker no-nonsense.’ Houtkleur speelt een belangrijke rol in de inrichting. ‘Ik wilde een wat huiselijke uitstraling, maar het moet natuurlijk wel goed schoon te maken zijn. Dat is precies wat we nu hebben, met veel meubels op maat, die helemaal naar mijn wensen zijn ingericht en ingedeeld. Heerlijk.’ De nieuwe praktijk biedt ruimte om bijvoorbeeld ECG’s te maken en personeel wat meer uren te geven. ‘We kunnen hier echt betere zorg verlenen. Bovendien: mocht ik in de toekomst huisartsen willen opleiden, dan is daar ook de ruimte voor.’ Haar ouders moesten ondertussen wennen aan het vertrek van de praktijk aan huis. ‘Door het hele huis hingen telefoons om altijd maar bereikbaar te zijn. Zeker in de begintijd vonden mijn ouders het wel érg stil. Nu helpen ze soms nog met hand- en spandiensten. Mijn ouders hebben bijvoorbeeld nog geholpen bij alle extra coronavaccinatierondes. Ze doen dat heel graag en de patiënten vinden het fantastisch om hen weer eens te zien.’ ¶

LHV Bouwadvies heeft bijgedragen aan de realisatie van deze huisartsenpraktijk. LHV Bouwadvies brengt u in contact met één van de bouwadviseurs die bij uw situatie past. U profiteert dan van de speciale ledenkorting. Ons netwerk bestaat uit externe architecten/bouwkundigen verspreid door het hele land. Deze bouwadviseurs hebben jarenlange ervaring met het ontwerpen en realiseren van eerstelijns zorggebouwen. Uitgangspunt is de LHV Bouwnorm. Op de LHV-website stellen we de bouwadviseurs en hun expertise aan u voor. www.lhv.nl/bouwadviseurs

Echt groene vingers heeft niemand van het team. Bovendien komt er vanwege de privacy weinig daglicht binnen. Mooie droogboeketten zijn daarom een uitkomst

De turquoise kleur hier en daar op de wand zorgt voor wat leven in de brouwerij. ‘Alleen maar aardetinten leek me geen goed idee’

de Dokter 1/2022

7


8

de Dokter 1/2022

FOTO: SHUT TERSTOCK


LHV-BESTUURDER GUUS JASPAR OVER FORSE HUISVESTINGSPROBLEMEN:

‘ Samenwerking met gemeenten is noodzakelijk’ Meer dan drie op de vier huisartsen heeft op de een of andere manier een huisvestingsprobleem: te krap, te duur, ongeschikt – noem maar op. Met die alarmerende onderzoeksuitkomst zoekt de LHV samenwerking met gemeenten. Landelijk, maar zeker ook plaatselijk, zegt bestuurder Guus Jaspar. ‘Dit probleem moet duidelijker op het netvlies van gemeenten. Als we niets doen, dreigt de huisarts uit de wijk te verdwijnen.’ TEKST: BERBER BIJM A

rijwel iedere collega die ik spreek, heeft een huisvestingswens.’ De uitkomsten van het onderzoek onder LHV-leden bevatten voor huisarts en LHV-bestuurder Guus Jaspar dan ook geen grote verrassingen, al zijn de cijfers wel érg fors: 77 procent van de huisartsen kampt met ruimtegebrek. ‘Te weinig ruimte betekent: geen plek voor nieuwe medewerkers en dus ook niet voor nieuwe patiënten, geen ruimte om huisartsen of ondersteunend personeel op te leiden, om nieuwe vormen van zorg of onderzoek aan te bieden waarvoor je mensen dus naar het ziekenhuis moet blijven sturen. Door ruimtegebrek moeten we als huisartsen keuzes maken: óf een extra POH óf een physician assistant – en soms allebei niet. Er zijn al verscheidene praktijken die een patiëntenstop hebben ingesteld, simpelweg omdat ze niet kunnen groeien, terwijl ze dat wel willen. Tegelijk hebben veel huisartsen regelmatig wanhopige mensen aan de lijn die geen huisarts kunnen vinden.’ Huisvestingsproblemen spelen in het hele land, ziet Jaspar. ‘Zowel in

de Dokter 1/2022

9

de stad als op het platteland zijn er ruimteproblemen: huisartsen kunnen op hun huidige locatie niet uitbreiden en mogen nergens nieuw bouwen omdat bestemmingsplannen dat niet toelaten. Of er worden grote nieuwbouwwijken neergezet waarin geen ruimte wordt gereserveerd voor huisartsenzorg. In grote steden is ruimte onbetaalbaar. Op veel plekken dekt onze vergoeding voor huisvesting de kosten niet. Maar ook in andere gebieden zien we dat er steeds vaker commerciële huurprijzen en kavelprijzen worden gevraagd.’ De huisvestingsproblemen zorgen ervoor dat steeds meer patiënten geen eigen huisarts hebben, of dat die niet in de buurt zit. ‘In grote steden raken centrumwijken steeds vaker verstoken van zorg, op het platteland moeten mensen soms één of twee dorpen verderop naar de dokter. Of, als ze minder mobiel zijn, moet je als huisarts verder reizen naar je patiënten toe. De huisarts verdwijnt steeds vaker uit de wijk en dat probleem dreigt te verergeren. Met te krappe of verouderde huisvesting worden praktijken ook duidelijk minder aantrekkelijk om over te nemen.’


RUIMTEGEBREK IN CIJFERS

77% 52% 43% 40% 86%

van alle huisartsen ondervindt nadelen door ruimtegebrek van de praktijkhouders wil dringend verhuizen, verbouwen of uitbreiden van de huisartsen vindt de praktijkruimte niet geschikt voor patiëntengroei van de praktijken kan door ruimtegebrek geen extra personeel opleiden of aannemen van de huisartsen verwacht een actieve rol van gemeenten in huisvestingsproblematiek

Bron: onderzoeksbureau Newcom, in opdracht van de LHV, september 2021, ingevuld door 1894 huisartsen

Inspreken in de gemeenteraad? De LHV helpt u op weg Is uw gemeente zich nog onvoldoende bewust van de urgentie van de huisvestingsproblematiek en loopt u vast in uw gesprekken met de huidige contactpersonen? Uw verhaal breder onder de aandacht brengen van de gehele gemeenteraad kan de situatie wellicht vlot trekken. De raad kan bij het gemeentebestuur aandringen op een oplossing. Op lhv.nl/huisvesting vindt u een voorbeeldbrief die u naar de griffie kunt sturen om te vragen om inspreektijd. U vindt hier ook een opzet voor de toespraak die u als inspreker kunt houden om de urgentie en de gezamenlijke verantwoordelijkheid duidelijk te maken. Uiteraard kunt u beide documenten aanpassen naar uw eigen situatie en inzicht.

10

◼ FRUSTRERENDE TRAJECTEN Jaspar kan uit eigen ervaring meepraten over huisvestingsproblemen: ‘Wij zijn voor onze praktijk in Terneuzen al tien jaar bezig nieuwe ruimte te zoeken. Het huidige pand kan niet worden uitgebreid. We hebben een plek gevonden die zorgt voor een betere spreiding van de huisartsenzorg over de stad, maar: vergunningen, wijziging van bestemmingsplan en stedenbouwkundig plan – het sleept zich voort. Toen kwam corona, waardoor de bouwprijzen zodanig omhooggingen dat het geen reëel plan meer was. Het hele traject is een aaneenschakeling van dit soort dingen, nu dus al tien jaar lang. De wethouders zien het belang, maar ambtenaren en stedenbouwkundigen maken een andere afweging. Uiteindelijk zal het wel goed komen, maar het kost ons als huisartsen enorm veel energie en het is vaak frustrerend. Ondertussen improviseren we met onze huidige ruimte.’ ◼ ROL VAN DE GEMEENTE Uit het onderzoek blijkt dat huisartsen vooral een actieve rol van de gemeente verwachten in het oplossen van het ruimtegebrek. Jaspar: ‘Veel gemeenten reserveren in nieuwbouwplannen geen ruimte voor eerstelijnszorg. Dat is geen onwil, maar meestal een blinde vlek. Woningen, winkels en parkeerruimte – dat zijn vaak de vaste onderdelen van nieuwbouw. De huisartsenzorg staat simpelweg nog niet voldoende op het netvlies bij gemeenten, blijkt uit ons ledenonderzoek. Gemeenten realiseren zich niet wat het op termijn betekent als je wel heel veel nieuw bouwt, maar de huisartsenzorg niet mee laat groeien.’ De LHV zoekt daarom nadrukkelijker samenwerking met gemeenten, vertelt Jaspar. ‘Ons huisvestingsprobleem moet beter bekend worden bij gemeenten, zodat ze hun rol daarin kunnen nemen. Want gemeenten

de Dokter 1/2022

zijn inderdaad de eerstaangewezen partij om te zorgen voor ruimte voor huisartsenzorg: zíj gaan over bestemmingsplannen, zíj kunnen bij projectontwikkelaars afdwingen dat bij nieuwbouwplannen een bepaald percentage van de ruimte beschikbaar komt voor eerstelijnszorg. Dat móet een aandachtspunt zijn bij de 1 miljoen nieuwbouwwoningen die de komende jaren gebouwd gaan worden.’ De uiteindelijke afspraken en beleidsregels moeten op gemeentelijk niveau worden gemaakt, maar de LHV werkt sinds enige tijd aan intensievere samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘We zien de VNG als strategische samenwerkingspartner. Op koepelniveau kun je beleidshoofdlijnen afspreken. Je wilt niet dat het in Assen straks goed is geregeld en in Terneuzen niet – of andersom. Gelukkig verlopen de gesprekken met de VNG constructief. Als we kunnen komen tot landelijke richtlijnen, kunnen huisartsen en gemeenten daar samen op terugvallen. Wellicht kunnen we een richtlijn afspreken voor vierkante meters huisartsenzorg per x-aantal bewoners. Dat kunnen gemeenten vervolgens opnemen in hun woonzorgvisie, die ze sinds kort verplicht zijn te maken. Ook over betaalbare tarieven kunnen we wellicht landelijke afspraken maken. Zorgverleners kunnen geen winkelprijzen betalen.’

‘Er zijn al praktijken die een patiëntenstop hebben ingesteld, simpelweg uit ruimtegebrek’


‘ De vraag was steeds: bij wie ligt nu eigenlijk die zorgplicht?’ Nienke Reuvers heeft samen met haar duocollega vorig najaar een nulpraktijk geopend in Haarlem. Daar ging een taaie zoektocht naar praktijkruimte aan vooraf. ‘Sinds najaar 2019 hebben we gesprekken gehad met de gemeente, de regionale huisartsenorganisatie, twee projectontwikkelaars en een bouwadviseur voor tijdelijke, modulaire bouw. Onze regio krijgt nieuwbouw in twee delen. In het eerste deel zijn zorg- en welzijnsvoorzienin-

gen over het hoofd gezien, in het tweede deel is daar wel ruimte voor gereserveerd. Het is nog afwachten hoe die ruimte eruitziet en wie die te zijner tijd mag gaan gebruiken – dat kan ook een welzijnsorganisatie worden.’ ‘Wij zijn voor onze nulpraktijk uiteindelijk terechtgekomen bij vrije huur. We hebben een huurcontract voor drie tot acht jaar. We zitten nu heel mooi, maar betalen een huurprijs vér boven de NZa-tarieven. Bovendien hebben

◼ INSPRAAKMOGELIJKHEID Juist omdat de huisvestingsproblematiek taai is, is het belangrijk dat huisartsen en gemeenten samenwerken en niet tegenover elkaar komen te staan. ‘We móeten uiteindelijk met de gemeente door één deur.’ Jaspar kent de verhalen over huisartsen die – soms na jarenlang overleg – zijn moegestreden en de gesprekken met de gemeente hebben gestaakt. ‘De gemeente heeft er baat bij dat er voor burgers goede zorgvoorzieningen zijn. Vanuit dat gezamenlijke belang moet je toch die samenwerking steeds opnieuw zoeken. Gemeenten zien

we eerst flink moeten verbouwen: het pand had bijvoorbeeld geen tussenmuren en geen wateraansluiting en -afvoer. De verzekeraar heeft geen enkele coulance getoond voor het feit dat we als nulpraktijk zijn gestart. Kortom: wat wij hebben gedaan kan alleen als je een financieel gunstige thuissituatie hebt. Ik ben blij dat we dit hebben gedaan, maar maak me zorgen over anderen die zoiets niet voor elkaar krijgen, simpelweg omdat

huisvestingsproblemen nog te vaak als het probleem van de huisarts. We moeten ons ervoor blijven inspannen dat gemeenten ruimtegebrek gaan zien als een gezamenlijk probleem. Dat onze huidige voorzitter een achtergrond heeft als burgemeester, helpt zeker om op koepelniveau de samenwerking te intensiveren. Maar als huisartsen kunnen we ook zelf nieuwe wegen bewandelen in onze eigen gemeente, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de inspraakmogelijkheid.’ De LHV helpt huisartsen daarbij met onder meer een voorbeeldbrief voor

de Dokter 1/2022

het te ingewikkeld of te duur is.’ ‘Het moeilijkste punt was steeds: bij wie ligt nu eigenlijk die zorgplicht voor mensen die in een nieuwbouwwijk komen wonen? Zowel de gemeente als de zorgverzekeraar doen alsof het een gunst is als ze met ons meedenken. Gelukkig zien we bij de gemeente het bewustzijn nu toenemen, maar de vraag is of dat genoeg oplevert.’

het aanvragen van die inspraakmogelijkheid (zie kader ‘Inspreken in de gemeenteraad?’). ‘Als het contact met de wethouder is vastgelopen, probeer het dan door in te spreken in een raadsof commissievergadering’, adviseert Jaspar. ‘Maak je zorgen kenbaar, wijs op het gezamenlijke belang en alle inspanningen totnogtoe. Bovendien: er liggen nu actuele cijfers waar iedereen van schrikt en die ons betoog ondersteunen. Een wethouder die “nee” heeft gezegd, moet kritische vragen van de raad kunnen beantwoorden. Veel huisartsen kennen al wel mensen in de politiek of de gemeentelijke or-

11

FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN

TAAIE ZOEKTOCHT NAAR PRAKTIJKRUIMTE


advertentie

GEACCRE DIT studieaa EERD nbod Corona-p roof!

Wilsonbekwaamheid

Een tuchtklacht, en dan?

• actuele wetgeving (curatele, bewindvoering en mentorschap) • levenstestament en volmacht • beoordelaars wilsonbekwaamheid en bijbehorende criteria • kwaliteitsborging vertegenwoordigers

• tuchtprocedure: van binnenkomst klacht tot de uitspraak • impact van tuchtklacht op werk en leven: een vakgenoot aan het woord • peersupport: wat houdt het in en waarom is het zo belangrijk?

Accreditatie: 5 PE-punten fysiek & online!

Datum: woensdag 13 april Meer info: medilex.nl/wilsonbekwaamheid

wegens succes herhaald!

Over rouw, kwetsbaarheid en de veerkracht van jongeren.

Verdiep u in één dag in de behandelmogelijkheden bij ondraaglijk lijden en wilsonbekwaamheid.

Met o.a. Manu Keirse en Riet Fiddelaers-Jaspers

Met expertsprekers Annemarie den Dulk en Ronald van Nordennen.

Accreditatie: 5 PE-punten Datum: dinsdag 31 mei Meer info: medilex.nl/rouwjongeren

Datum: donderdag 19 mei Meer info: medilex.nl/tuchtklachten

1-daagse CURSUS Terminale zorg bij wilsonbekwaamheid

Jonge mensen, groot verdriet

wegens succes herhaald!

Met o.a. advocaat Oswald Nunes

fysiek & online!

Datum: woensdag 22 juni Meer info: medilex.nl/terminale_zorg

VAN DER SCHOOT

ARCHITECTEN

bv BNA SCHIJNDEL

ONTWERP • A RCHI T E C T U U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L


ganisatie, maar dat zorgt er lang niet altijd voor dat er een oplossing komt voor hun huisvestingsprobleem. Via een inspraakprocedure kunnen we ons verzoek verbreden naar de gehele gemeenteraad en zo eraan bijdragen dat ruimtegebrek een gezamenlijk probleem wordt.’ Inspreken kan ook samen met andere partijen uit de eerste lijn. Jaspar: ‘Dat maakt je betoog breder en sterker: samen kun je erop wijzen dat zorgprofessionals geen commerciële partij zijn en dat een bepaald voorzieningenniveau cruciaal is om burgers gezond te houden – iets wat de gemeente tenslotte ook wil. Wijs er bijvoorbeeld op dat nieuwe seniorenwoningen alleen interessant zijn voor kopers als die ook zorgvoorzieningen in de buurt hebben. Een gezamenlijk signaal is interessanter voor de gemeente, en wellicht ook voor een projectontwikkelaar.’ ◼ STERKE DRIEHOEK Ook zorgverzekeraars kunnen meer doen om ruimtegebrek bij huisartsen vlot te trekken, zegt Jaspar. ‘Zorgverzekeraars zijn vaak via de regionale overlegteams al goed op de hoogte van huisvestingsproblemen. De verzekeraar heeft als financier belang bij goede voorzieningen voor de volksgezondheid. Een belangrijke vraag die wij voor zorgverzekeraars hebben, is: kun je in sommige regio’s iets doen aan de financiering, om huisvesting betaalbaar te houden? Daarnaast: verzekeraars hebben overzicht én denkkracht. Ook zij kunnen er meer aan doen om bewustzijn bij gemeenten te stimuleren.’ ‘Huisartsen, zorgverzekeraars en gemeenten kunnen een driehoek vormen waarbij partijen elkaar versterken. Een van die drie schakels – de gemeenten – is nog te weinig zichtbaar, terwijl die een cruciale rol speelt. Als zorgverzekeraars en huisartsen moeten we er daarom alles aan doen die derde schakel aan te sluiten.’ ¶

VNG: ‘Gemeenten zullen een creatieve en verbindende rol nemen’ Leonard Geluk, algemeen directeur van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, ziet ook bij de VNG signalen binnenkomen over huisvestingsproblematiek onder huisartsen. ‘Positief is dat die problematiek steeds vaker breder wordt opgepakt, bijvoorbeeld vanuit de wijkteams. Daaruit komen mooie voorbeelden van multifunctionele centra tot stand. De denktank waartoe LHV en KNMG het initiatief hebben genomen en waarbij ik me als VNG-directeur heb aangesloten, werkt ook aan een bredere aanpak van de problematiek rond eerstelijnsvoorzieningen en kijkt waar co-creatie kan leiden tot betere zorg en ondersteuning.’ ‘Niet iedere gemeente heeft vastgoed of grondposities. Met het oog op de stijgende vastgoedprijzen zullen gemeenten een creatieve en verbindende rol aannemen om geschikt vastgoed voor eerstelijnszorg te verkrijgen. Daarbij zijn goede financieringsafspraken met het Rijk overigens cruciaal, want de gemeenten krijgen van het huidige kabinet nogal een uitdagende rol in het verdelen van budgetten vanuit de Wmo en Jeugdwet.’

‘Het is zeker goed als gemeenten huisartsenvoorzieningen standaard onderdeel maken van nieuwbouwplannen. Veel gemeenten doen dat overigens al. In de gemeentelijke woonzorgvisies ligt de focus nu nog voornamelijk op ouderen. Als VNG zetten we er samen met de ministeries op in dat de woonzorgvisies breder worden.’ ‘Gemeenten hebben wel te maken met stevige uitdagingen: groeiende zorguitgaven verdringen belangrijke collectieve uitgaven, bijvoorbeeld voor preventie en welzijn. Daarnaast is de druk op de eerste lijn toegenomen, juist door bezuinigingen op diezelfde gebieden: preventie en welzijn. Gemeenten en zorgverzekeraars hebben samen de verantwoordelijkheid die druk te verlagen en te zorgen voor toegankelijke en preventieve voorzieningen in de wijk.’ ‘Wij zijn vanuit de VNG zeker bereid deze vraagstukken gezamenlijk op te pakken – vandaar ook mijn deelname aan de denktank. We hechten er belang aan om voor de toekomst samen te werken aan verbetering van de huisvesting voor de eerstelijnszorg.’

Dit doet de LHV voor u ◼ De actuele onderzoeksresultaten gebruiken we voor de gesprekken met relevante partijen die kunnen bijdragen aan toekomstbestendige en betaalbare huisvesting. ◼ Iedere LHV-afdeling (voorheen kring) ontvangt een regionale uitwerking van het onderzoek om te gebruiken in de lokale en regionale gesprekken, waaronder met de gemeente. Ook zijn cijfers opgenomen van een vergelijkbare regio. ◼ De LHV ondersteunt u bij het gebruik maken van het inspreekrecht bij hun gemeente (zie kader ‘Inspreken in de gemeenteraad?’). ◼ De LHV werkt aan een overzicht met bestaande oplossingsrichtingen uit het hele land. ◼ We breiden de komende tijd onze dienstverlening en producten uit om huisartsen verder te ondersteunen bij hun huisvestingsvraagstuk. Daarvoor vragen we huisartsen eerst naar hun behoeftes. Voor algemene informatie, bijvoorbeeld over het opzetten van een nulpraktijk, verbouw of nieuwbouw heeft de LHV diverse cursussen en hulpmiddelen ontwikkeld. Die vindt u op www.lhv.nl.

de Dokter 1/2022

13


mijn werk&ik ‘Ethisch hacker en huisarts: de ideale combinatie’

FOTO: SIMONE MICHELLE

‘Een vreemde eend in de bijt, zo kun je me zien. Geen standaard huisarts, maar ook geen standaard ethisch hacDe overeenkomsten tussen een huisarts en een ethisch hacker? ker. Twee dagen per week werk ik in Beiden zoeken naar bugs. Jonathan Bouman (34) is huisarts en een huisartsenpraktijk in Diemen en ethisch hacker. Zijn missie: de wereld gezonder, digitaal veiliger en één dag per week als adviseur van het transparanter maken. Academisch Huisartsnetwerk Amsterdam UMC. De rest van de tijd besteed TEKST: CORIEN L AMBREGTSE ik aan ethisch hacken. De combinatie is onwijs leuk en de kennis die ik opdoe, kan ik in beide werelden toepassen. Neem het contact met patiënten: dat is continu schakelen. Elke 10, 15 minuten zit er een nieuwe patiënt in de spreekkamer. Hoe kom je zo snel mogelijk tot de kern van de vraag en tot een oplossing die aansluit bij wat de patiënt wil en nodig heeft? Wat is pluis en wat is niet pluis? Hoe voorkom je dat je patiënten ziek(er) worden? Bij het inbreken op digitale systemen is dat niet veel anders. Er zijn heel veel websites die mogelijk kwetsbaar zijn, hoe vind je dat ene systeem dat lek is? Hoe vertel je een organisatie dat je een gigantisch datalek hebt aangetroffen? En hoe kan het bedrijf voorkomen dat zijn website wordt gehackt?

14

de Dokter 1/2022

◼ HACKWEDSTRIJDEN Ik was altijd al bezig met het programmeren, verbeteren en beveiligen van websites. Het lag dan ook voor de hand dat ik informatica zou gaan studeren. Maar toen ik in 6-vwo naar een voorlichtingsdag informatica ging, schrok ik mij rot van de taaie studieprogramma’s en collegezalen vol mannen. Dat laatste is nu anders, maar het was voor mij een reden om een plan B te maken. Het werd geneeskunde. Naast mijn studie geneeskunde bleef ik programmeren en werkte ik mee aan het opbouwen van verschillende internet-startups. Daardoor leerde ik met veel data te werken, persoonsgegevens te beveiligen en hackers te weren. Toen ik eenmaal basisarts was, ben ik als straatdokter gaan werken bij de GGD in Amsterdam Centrum. Een straatdokter is er voor iedereen die geen huisarts heeft; veelal daklozen, verslaafden en vluchtelingen. Dat werk vond ik zo leuk dat ik na 2,5 jaar besloot om de huisartsenopleiding te gaan doen. Helaas stond in het contract dat ik geen commerciële werkzaamheden mocht verrichten naast de opleiding. Dat was het einde van mijn programmeerwerk. Maar halverwege mijn opleiding zag ik op de NOS een item over de 19-jarige Gerben. Hij deed als ethisch hacker mee aan hackwedstrij-


LHVmentorschapsprogramma Persoonlijk advies van een ervaren collega den en won daar heel veel prijzengeld mee. Ik dacht dat hij blufte en besloot het te proberen. In mijn opleidingscontract stond namelijk niets over het winnen van prijzen. Zo ben ik de wereld van het ethisch hacken ingerold. ◼ AMAZON-HACKWEDSTRIJD Hackwedstrijden worden georganiseerd door grote internetbedrijven die het principe ‘Coordinated Vulnerability Disclosure’ (CVD) omarmen. Ze nodigen ethisch hackers uit om hun websites te kraken, omdat ze willen weten waar de zwakke plekken zitten. Zo kunnen ze hun websites veiliger maken. De afgelopen drie jaar heb ik ongeveer 400 bugs gevonden bij bedrijven als Amazon, Goldman Sachs, IKEA, Albert Heijn, Bol.com, HEMA en Philips. Bij Amazon kennen ze me inmiddels goed, ik sta bij hen bekend als de hacker met meest gemelde bugs. Dat levert mij geregeld uitnodigingen voor wedstrijden op. Ik heb met de huisartsenpraktijk in Diemen afgesproken dat ik vrij kan nemen als er zo’n wedstrijd is. Heel gaaf dat ze me daarin steunen. Ik sluit me dan tien dagen op in ‘mijn hol’. Soms werk ik alleen, soms in teamverband. Veel hackers hebben van hacken hun werk gemaakt, voor mij blijft het een hobby. Dat is een bewuste keuze. Ik denk niet dat ik

‘ Wat je moet doen om je cybersecurity te verbeteren? Denk als een hacker’ mijn hele leven op competitieniveau blijf hacken, maar ik weet zeker dat ik mijn hele leven huisarts blijf en daar plezier uit haal. Er is een tekort aan huisartsen, maar eveneens aan ethisch hackers. Ook de zorgsector kan een hack-doelwit zijn. Het afsluiten van een cyber- en datariskverzekering die losgeld vergoedt bij digitale gijzeling is niet de oplossing, maar geeft juist een extra prikkel om te hacken. Het zou beter zijn als alle bedrijven en overheden ethische hackers omarmen. Ik ben voor maximale openheid en transparantie over dataleks en hacks, omdat het de enige manier is om internet veiliger te krijgen. Hoe opener we zijn over beveiligingsrisico’s, hoe beter we die risico’s kunnen aanpakken. Het is ook de enige manier om te zorgen dat patiënten vertrouwen krijgen of houden in digitale dossiers en de digitale uitwisseling van gegevens.

◼ DENK ALS EEN HACKER Wat je als huisarts kunt doen om je cybersecurity te verbeteren? Denk als een hacker. Hoe makkelijk is het om je wachtwoorden te vinden of te raden? Hoeveel vreemde mensen komen er in je praktijk over de vloer die de wachtwoorden kunnen vinden? Welke gegevens bewaar je op je telefoon? Hoe makkelijk hebben je kinderen toegang tot je telefoon en welke apps installeren zij daarop? Weet je wat die apps doen en welke data ze binnenhalen? Niet elke huisarts heeft verstand van ict of cybersecurity. Daarom is er nu in bijna elke zorggroep een chief medical information officier (CMIO), bij wie je met vragen terecht kunt. De CMIO’s vormen samen het CMIO Netwerk Eerste Lijn. Daar ben ik bestuurslid van. We hebben in januari dit jaar een manifest uitgebracht met de oproep om de inzet van informatietechnologie en innovatie in de eerste lijn op een veilige manier te versnellen. Het gaat erom dat we veel slimmer gebruik maken van technologie. Pak de overload aan informatie in de huisartsenpraktijk aan en richt een integraal informatiesysteem in om patiëntinformatie te verzamelen en uit te wisselen. En vooral: zorg dat de computer ten dienste staat aan de zorg voor de patiënt. Veel huisartsen hebben een groot scherm op hun bureau en geven dat scherm meer aandacht dan de patiënt. In de ideale situatie besteed je per consult hoogstens 3 minuten aan computerwerk, en dan het liefst samen met de patiënt. Met achter de schermen ethische hackers die alles veilig houden. Die kant moeten we op.’ ¶ Het CMIO Netwerk Eerste Lijn heeft in januari een manifest uitgebracht om de toepassing van informatietechnologie

Bent u net begonnen als huisarts en heeft u behoefte aan een sparringpartner? Of heeft u al veel ervaring en wilt u een jongere collega op weg helpen? Dan is het LHV-mentorschapsprogramma iets voor u. Het programma gaat uit van het principe ‘voor huisartsen, door huisartsen’. Enthousiaste huisartsen kunnen zich aanmelden als mentor voor collega’s met minder ervaring (mentees), en lopen een tijd samen met elkaar op. Op die manier wisselt u persoonlijke en professionele vaardigheden uit, als mentor of mentee. Een laagdrempelig contact waarin u van de ervaring van een andere huisarts leert; win-win voor beide partijen.

‘Een goed contact tussen een startende en meer ervaren huisarts in een cruciale fase van je carrière is goud waard!’ In uw eigen regio Wij hechten er veel waarde aan dat iedere deelnemer aan het programma zoveel mogelijk verbonden blijft met zijn of haar regio. Daarom koppelen we bij voorkeur een mentee aan een mentor uit de eigen regio. De procesfacilitator kijkt of de mentor qua doelen, ervaring en op persoonlijk gebied voldoende raakvlakken heeft met de mentee. Daarnaast is het van belang dat u qua afstand niet te veraf en voor de onafhankelijkheid niet te dichtbij elkaar woont.

in de huisartsenzorg te versnellen. Zie https://www.cmionetwerk.nl/manifest/

de Dokter 1/2022

15

Aanmelden als mentee Wilt u deelnemen als mentee? En heeft u minder dan 10 jaar werkervaring? Dan kunt u zich tot 2 maart aanmelden op academie.lhv.nl (zoek op trefwoord ‘mentorschap’).


LHV ZET IN OP NIEUW HOOFDLIJNENAKKOORD ZORG

‘Stel huisartsen in staat om op een gezonde manier praktijk te voeren’ 16

de Dokter 1/2022


Het kabinet Rutte-IV zet in op passende zorg. De rol en capaciteit van huisartsen worden versterkt. Een mooi perspectief voor een nieuw hoofdlijnenakkoord, maar geen garantie, zo is bij vorige akkoorden gebleken. Daarom staat de LHV op scherp. Huisartsen moeten op een goede en gezonde manier hun praktijk kunnen voeren.

Uitkomsten 4 jaar contracteringsonderzoek Huisartsen zijn nog steeds ontevreden over het contract dat ze van hun zorgverzekeraar krijgen. De contracten zijn onvoldoende om patiënten de juiste zorg te geven en om de praktijk op een gezonde manier draaiend te houden. Dat is de belangrijkste conclusie van de contracteringonderzoeken die de LHV de afgelopen vier jaar heeft laten uitvoeren door Newcom Research & Consultancy. LHV-beleidsadviseur Robbert Polet coördineert vanuit het landelijke LHV-bureau het contracteringsproces en begeleidt de regionale overlegteams huisartsen (OTH’s). ‘Uit het vierde ledenonderzoek op rij, van december 2021, blijkt dat de zorgverzekeraars gemiddeld een 4,9 scoren op de inhoud van contracten, een 4,6 op het contracteringsproces en een 3,2 op de mogelijkheden voor maatwerk-afspraken. De belangrijkste knelpunten zijn: het uitblijven van structurele financiering voor innovaties, te lage tarieven en het ontbreken van maatwerkmogelijkheden.’ De uitkomsten verschillen wel per verzekeraar. ‘De trend is negatief, maar sommige verzekeraars doen het beter dan andere. De waardering ligt hoger naarmate huisartsen zich meer gehoord voelen, de inhoud van de contracten beter is en er meer maatwerkafspraken mogelijk zijn. Daarom is het belangrijk dat verzekeraars niet alleen inzetten op de inhoud, maar ook op het proces. Hoe beter ze luisteren, hoe beter het contract en hoe hoger de waardering. En naarmate het contract beter aansluit op de praktijkvoering, hoe beter de zorg die huisartsen kunnen leveren aan de patiënten. Want zorg is maatwerk.’ Ondanks de ontevredenheid staan huisartsen positief tegenover een nieuw hoofdlijnenakkoord. Polet: ‘Maar ze willen dan wel dat het akkoord aandacht geeft aan de voornaamste knelpunten en vooral ook dat het door zorgverzekeraars wordt nageleefd.’ De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ontvangt het gehele Newcom-rapport over het contracteringsonderzoek. De overlegteams huisartsen beschikken over de deelrapportages per verzekeraar en kunnen die met hun verzekeraar bespreken.

TEKST: CORIEN L AMBREGTSE / FOTOGR AFIE BAS VAN SPANKEREN

A

ls Ernst Kuipers, de nieuwe minister van VWS, de lijn van zijn voorgangers doorzet, zal in de loop van dit jaar een nieuw hoofdlijnenakkoord (HLA) worden gesloten. Een overkoepelend akkoord voor de zorg als geheel dan wel deelakkoorden per sector. In een HLA worden de kaders, prioriteiten en het budget per zorgsector voor de komende kabinetsperiode vastgelegd. De LHV-delegatie staat al in de startblokken om samen met de andere huisartsenorganisaties het overleg met het ministerie van VWS en de zorgverzekeraars aan te gaan. LHV-bestuurder Aard Verdaasdonk heeft de bekostiging van de huisartsenzorg en alles wat erbij komt kijken in zijn portefeuille: ‘Het huidige hoofdlijnenakkoord loopt dit jaar af. Het was op zichzelf een goed akkoord, met extra geld om de knelpunten in de huisartsenzorg aan te pakken, maar het heeft niet opgeleverd wat we er met z’n allen van hadden verwacht. Huisartsen zagen er over het algemeen te weinig van terug in de contracten waar de zorgverzekeraars mee kwamen. Dat moet bij een nieuw hoofdlijnenakkoord beter.’

◼ ONTEVREDENHEID De belangrijkste knelpunten zijn de afgelopen vier jaar niet opgelost, zo bleek uit het onderzoek dat de LHV jaarlijks liet uitvoeren om de tevredenheid van huisartsen te meten. Volgens het onderzoek van Newcom Research & Consultancy willen huisartsen nog steeds meer tijd voor de patiënt, oplossingen voor de ANW-zorg en minder administratieve lasten. Maar dat is niet het enige dat speelt,

zegt Verdaasdonk. ‘Een bron van ontevredenheid is ook dat zorgverzekeraars ‘innovaties’ jaar na jaar als pilot blijven vergoeden, in plaats van deze structureel te maken. Kijk naar de pilots Meer Tijd voor de Patiënt: sommige lopen al jaren, maar zijn ondanks de positieve resultaten nog steeds niet definitief in contracten verankerd en ook niet vrij toegankelijk voor huisartsen die dat willen. Hetzelfde speelt bij de inzet van praktijkondersteuners; een innovatie die nog steeds niet structureel wordt gefinancierd. Voor huisartsen en personeel veroorzaakt dit grote onzekerheid. Wat als de zorgverzekeraar de bekostiging ineens stopzet?’ Die angst blijkt terecht. Zo besloot Zilveren Kruis vorig jaar, ondanks grote bezwaren van het overlegteam huisartsen (OTH), de vergoeding voor

‘Het gevoel dat huisartsen niet serieus werden genomen, bleef hangen’ praktijkondersteuners (POH’s) te beperken tot een vergoeding per consult of verrichting. Dit betekent dat de regisserende functie van de POH, het organiseren, overleggen en nabellen, niet meer wordt vergoed. Huisartsen vreesden dat hun praktijkondersteuner daardoor onbetaalbaar zou worden. Volgens Zilveren Kruis is de wijziging budgetneutraal, maar bij de LHV

de Dokter 1/2022

Meer weten over contractering en de uitkomsten van de Newcom-onderzoeken? Kijk op www.lhv.nl/contractering

17


Woordenlijstje bekostiging huisartsenzorg Bekostigingssysteem Het huidige bekostigingssysteem is in 2015 ingevoerd. Bij dit model zijn drie partijen betrokken, met elk hun eigen taak en verantwoordelijkheid: het ministerie van VWS, de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders. De gedachte is dat het tripartiete model tot een goede balans leidt tussen kwaliteit, kosten en toegankelijkheid. Het bekostigingsmodel bestaat uit een gemengd systeem van een inschrijfvergoeding en declaraties op basis van verrichtingen en consulten, verdeeld over 4 segmenten (zie Segmentenbekostiging).

Contracteringsproces Een cyclisch proces waarbij zorgverzekeraars en overlegteams huisartsen (OTH's) overleggen over de inhoud van een contract. Het gaat om overleg, niet om onderhandelingen. De Mededingingswet staat huisartsen niet toe om collectief te onderhandelen over voorwaarden of vergoedingen. De zorgverzekeraars bepalen dus uiteindelijk wat er in het contract komt te staan. Dit leidt bij veel

huisartsen tot het gevoel dat zij moeten ‘tekenen bij het kruisje’. Om de onvrede onder huisartsen over het contracteringsproces te verbeteren, heeft de LHV de afgelopen vier jaar veel energie gestoken in de versterking en begeleiding van de regionale overlegteams huisartsen (zie Overlegteams huisartsen).

Hoofdlijnenakkoord (HLA) De HLA’s geven per zorgsector de kaders, prioriteiten en budgetten aan voor de komende kabinetsperiode. Het doel is dat alle betrokken partijen (ministerie van VWS, zorgaanbieders en zorgverzekeraars) weten wat ze van elkaar kunnen verwachten (zie Contracteringsproces).

Overlegteam huisartsen (OTH) Er zijn 8 regionale overlegteams huisartsen (OTH’s), elk gekoppeld aan een zorgverzekeraar, die met de zorgverzekeraar overleggen over de vertaling van de afspraken uit het HLA naar het contract (zie Contracteringsproces).

Segmentenbekostiging Het bekostigingsmodel huisartsenzorg bestaat uit 4 segmenten: Segment 1: basishuisartsenzorg (circa 75 procent van de omzet van een huisartsenpraktijk). Deze zorg wordt standaard bekostigd volgens het vergoedingenoverzicht van de Nederlandse Zorgautoriteit en is voor alle huisartsen gelijk. De vergoedingen worden periodiek via een bekostigingsonderzoek bijgesteld. Segment 2: chronische zorg ofwel ketenzorg (circa 10 procent van de omzet van een huisartsenpraktijk). Op dit moment loopt de vergoeding van de ketenzorg via

18

de Dokter 1/2022

zorggroepen en regionale huisartsenorganisaties. Zij ondersteunen huisartsenpraktijken bij de uitvoering van ketenzorg en betalen de huisartsenpraktijken een vergoeding voor die uitvoering. Segment 3: de kraamkamer voor innovaties op het gebied van digitalisering, organisatie & inrichting, spoedzorg en meer tijd voor de patiënt. De hoogte van de vergoedingen wordt bepaald door de zorgverzekeraars (circa 15 procent van de omzet van een huisartsenpraktijk). Segment 4: bijzondere verrichtingen als vaccinaties en keuringen.

Versnellingstrajecten Vanwege de teleurstellende resultaten in de eerste helft van het hoofdlijnenakkoord 2019-2022 zijn er in 2021 drie versnellingstrajecten op poten gezet: O&I: versterken van de regionale organisatiekracht in circa 10 regio’s met een gerichte, landelijk georganiseerde ondersteuning in de regio. Digitalisering en e-health: opstellen van een gedragen digitaliseringsplan en starten met de uitvoering, in maximaal 25 regio’s Meer tijd voor en met de patiënt. Doelen: 1. beter inzicht in de huidige zeven door zorgverzekeraars gefinancierde MTVDP-projecten en 2. uitbreiding van het aantal MTDVP-projecten met 10 tot 15 projecten, resulterend in een advies voor het bekostigen en uitrollen van MTVDPprojecten in heel Nederland.


regende het klachten. Verdaasdonk: ‘Het vervelende was dat Zilveren Kruis de bewijslast bij de huisartsen legt. Wij moesten aantonen dat de wijziging wel degelijk tot problemen in de financiering van de POH leidt. Dat kost ons dus tijd en energie.’ In het Newcom-onderzoek daalde de tevredenheid over Zilveren Kruis tot een dieptepunt. Meer dan 500 huisartsen en POH’s ondertekenden een petitie met een oproep aan Zilveren Kruis om de afbraak van de POH’s te stoppen en niet te bezuinigen op preventie en zorgcoördinatie. Een groep van 168 huisartsen kondigde een kort geding aan. Onder die grote druk heeft Zilveren Kruis inmiddels besloten het ingezette beleid voorlopig terug te draaien en huisartsen de optie te geven om de POH op de huidige manier te blijven financieren. ◼ VERSNELLINGSTRAJECTEN Het Newcom-onderzoek was niet het enige onderzoek dat laat zien dat de uitvoering van het lopende HLA tekort schiet. In 2020 voerde managementadviesbureau Rebel een tussentijdse evaluatie uit. Daaruit kwam eveneens naar voren dat de uitvoering van het HLA de eerste twee jaren geen harde, meetbare effecten had opgeleverd. Volgens Rebel moest er ‘een tandje bij’. De HLA-partijen besloten daarop de uitvoering op drie concrete thema’s te versnellen: Organisatie & Infrastructuur (O&I), Meer tijd voor de Patiënt (MTVDP) en Digitalisering (zie kader Woordenlijst: Versnellingstrajecten). De thema’s zijn vorig jaar uitgewerkt in projectvoorstellen, waarvoor regio’s zich kunnen aanmelden. Zo richt het versnellingsproject MTVDP zich op uitbreiding van het aantal MTVDPprojecten in het land. Er kunnen vijftien regio’s aan meedoen, met groepen van circa tien huisartsenpraktijken en/of gezondheidscentra. De zorgverzekeraars stellen voor de versnellingstrajecten extra geld beschikbaar, zoals in het HLA was afgesproken. Aan het eind van 2022 zal duidelijk

worden of de versnellingsprojecten daadwerkelijk effect hebben, maar daar kunnen de onderhandelaars over het nieuwe HLA niet op wachten. De inzet van de LHV is voor de komende jaren opnieuw gericht op het oplossen van de knelpunten in de huisartsenzorg, meldt Verdaasdonk. ‘Het nieuwe HLA moet huisartsen in staat stellen om op een goede en gezonde manier praktijk te voeren. Dat betekent meer tijd voor de patiënt, betere ondersteuning, adequate bekostiging, maar ook minder administratieve lasten. Daarom moet het bekostigingssysteem worden vereenvoudigd.’ ◼ MEER TIJD VOOR DE PATIËNT Om goede huisartsenzorg te kunnen blijven leveren, is het volgens Verdaasdonk van cruciaal belang om de fijnmazigheid en kleinschaligheid van huisartsenpraktijken in stand te houden. ‘Huisartsen hebben een cruciale rol in hoe we de zorg in Nederland hebben geregeld. Het kabinet ziet

‘Er blijven miljoenen euro’s op de plank liggen, terwijl huisartsen met de problemen blijven zitten’

de Dokter 1/2022

Nieuwe training Meer tijd voor de patiënt Wilt u meer tijd voor je patiënten, maar weet u niet waar u moet beginnen? De nieuwe training ‘Meer tijd voor de patiënt’ van de LHV academie laat u kennismaken met oplossingsrichtingen, verschillende aanpakken en praktijkvoorbeelden. De training vindt plaats op donderdag 24 maart 2022, van 16 tot 20 uur. locatie: Utrecht. Meer info en aanmelden: www.lhv.nl/lhv-academie, zoek op de naam van de training.

passende zorg als de norm. Dat kan alleen als huisartsen meer tijd krijgen voor de patiënt en in de buurt bereikbaar zijn. Zij kennen hun patiënten, patiënten vertrouwen hen. Huisartsen zijn het best in staat om samen met de patiënt te beoordelen wat die nodig heeft. Zo nodig moeten zij patiënten kunnen doorverwijzen: naar de tweede lijn of naar het sociaal domein. Huisartsen zijn er dus niet om alle problemen in de zorg op te lossen, zoals het tekort aan specialisten ouderengeneeskunde en de wachtlijsten in de ggz, maar om goede huisartsenzorg te leveren.’ ◼ EENVOUDIGER BEKOSTIGING Om op een gezonde manier praktijk te kunnen voeren, moeten daarnaast de administratieve lasten omlaag. Dat begint bij een eenvoudiger bekostigingssysteem. Verdaasdonk: ‘Het huidige systeem is nodeloos ingewikkeld. Het is continu zoeken wat waar en hoe gedeclareerd moet worden. Het gemengde systeem van een inschrijfvergoeding en declaraties van consulten en verrichtingen is op zichzelf prima, maar de verdeling in drie segmenten moet eenduidiger en simpeler.’ De LHV stelt een eenvoudig basisprincipe voor. ‘Begin bij de basishuisartsenzorg en vergoed die zorg aan degene die de zorg levert.’ Daarmee wordt de bekostiging volgens Verdaasdonk

19


advertentie

Het Fonds Alledaagse Ziekten stimuleert en financiert onderzoek Het Fonds is er om onderzoek

Huisartsen hebben deze

mogelijk te maken naar wat de

onderwerpen (naast vele

huisarts nog niet weet over

andere) op de Nationale

alledaagse ziekten. Hierdoor

Onderzoeksagenda

krijgen patiënten een beter

Huisartsgeneeskunde gezet.

advies over wat de beste en meest effectieve behandeling is

Steunt u ons met uw donatie?

bij veel voorkomende kwalen.

Wilt u periodiek doneren of een legaat aan het Fonds schenken?

Bij de keuze van projecten

Kijk op onze website

letten wij op wat huisartsen en

www.fondsalledaagseziekten.nl

patiënten belangrijk vinden:

of scan de QR code.

Hoe kun je acne bij een donkere huid het best behandelen?

Wat is een veilige aanpak voor vrouwen met hinderlijke vaginale klachten na de menopauze?

Hoelang en waarmee kan de huisarts het beste mannen met een blaasontsteking behandelen.


Input LHV-leden voor simpeler bekostiging Het bekostigingssysteem voor de huisartsenzorg moet eenvoudiger. De betrokken partijen NZa, VWS, zorgverzekeraars, Patiëntenfederatie Nederland, LHV, InEen en VPHuisartsen zijn daarover inmiddels in overleg. Aanleiding is de evaluatie van het huidige 3-segmentenmodel, dat in 2015 is ingevoerd. Het streven is dat het nieuwe systeem in 2024 in werking treedt. Om de wijzigingen tijdig door te kunnen voeren in systemen en contracten, moeten die voor 1 juli 2023 duidelijk zijn. Voor die tijd moeten alle achterbannen de kans hebben gekregen om hun inbreng te leveren. De LHV heeft een heel traject opgezet om input van leden te krijgen, door middel van een serie enquêtes in de LHV-nieuwsbrieven, workshops en regiobijeenkomsten. De LHV blijft ook de komende periode de mening van huisartsen over de bekostiging peilen. In de novembereditie van De Dokter verscheen het artikel 'LHV-regiotoer 2021 belicht beleid, plannen en ontwikkelingen in de huisartsenzorg. U kunt het terugvinden op www.lhv.nl/actueel/de-dokter

een stuk eenvoudiger. ‘Het betekent meer financiering voor segment 1: het leveren van basisgezondheidszorg. De financiering in segment 2 betreft de vergoeding voor de zorggroepen en regionale huisartsenorganisaties; zij leveren regionaal maatwerk en ondersteunen de huisartsenpraktijken. Segment 3 blijft een aparte pot voor zorginnovaties, maar die kan een stuk kleiner als alle bekende en bewezen innovaties in de basiszorg komen.’ ◼ MEER UNIFORMITEIT Het probleem van de pot voor segment 3 is dat er geld in blijft zitten. Verdaasdonk: ‘Zorgverzekeraars stellen hoge eisen aan innovatievoorstellen. Zo moet er vaak een businessplan worden aangeleverd. De eisen zijn zo hoog dat je als huisartsenpraktijk of groep

huisartsen niet eens aan een projectvoorstel begint. De zorgverzekeraars zeggen vervolgens dat zij het geld dat beschikbaar is voor innovaties niet kunnen uitgeven. Het effect is dat er miljoenen euro’s voor de huisartsenzorg op de plank blijven liggen, terwijl de huisartsen met de problemen blijven zitten.’ De LHV wil dat innovaties die bewezen effectief zijn, zoals de inzet van praktijkondersteuners en praktijkmanagers, worden opgenomen in de basishuisartsenzorg (segment 1). Deze zorg bestaat grotendeels uit gereguleerde zorgprestaties waar de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) maximum tarieven voor vaststelt. Deze tarieven worden periodiek herijkt via een kostenonderzoek gebaseerd op cijfers uit een vorig jaar. Dit is voor het laatst

de Dokter 1/2022

gedaan over 2015. Het feit dat de NZa de prestaties én tarieven vaststelt, scheelt niet alleen veel discussies met verzekeraars, maar zorgt ook voor meer uniformiteit in de contractering: de tarieven liggen vast en zijn voor iedereen gelijk. Dat geeft huisartsen de zekerheid dat ze extra personeel kunnen aannemen of hun huisvesting kunnen uitbreiden. Verdaasdonk hoopt dat het nieuwe HLA er komt én dat het een goede basis wordt voor de gesprekken tussen de overlegteams huisartsen en de zorgverzekeraars, die komend jaar ook weer van start gaan. ‘En laten we dan ook toewerken naar langjarige contracten. Dat geeft huisartsen veel meer zekerheid over de investeringen die ze kunnen doen om de continuïteit van goede zorg voor patiënten te borgen.’¶

21


22

de Dokter 1/2022


Breinvriendelijk werken: staande blijven onder hoge druk De druk op huisartsen is hoog, zeker nu de coronapandemie van een sprintje, langzaam maar zeker is overgegaan in een marathon. Hoe blijf je als huisarts staande onder die druk, hoe zorg je goed voor jezelf? ‘Breinvriendelijk’ werken kan een van de instrumenten zijn om in balans te blijven, vertelt GZ-psycholoog Gabriëlle van Geffen.

heeft, zegt ze met een glimlach, helpt ze huisartsen graag om hun brein zodanig in te zetten dat ze bij al die verplichtingen beter staande blijven. Zeker in coronatijd: wat eerst een kwestie leek van ‘even knallen’, is een gezondheidscrisis geworden die nu al twee jaar duurt. ◼ VLIEGWIELEFFECT VAN STRESS ‘Onze hersenen zijn erop gebouwd om met kortdurende stress om te gaan. Als er een leeuw op ons afkomt, hebben we allerlei mechanismen voorhanden die dan heel nuttig zijn. Op langdurige stress zijn we juist helemaal níet gebouwd. Bij stress maken onze hersenen adrenaline en cortisol aan. Cortisol activeert de hippocampus, die de stress afremt. Maar de hippocampus kan dat niet langdurig doen en wordt uiteindelijk door die stress aangetast. Langdurige stress heeft dus een vliegwieleffect: je kunt er steeds minder goed tegen, waar je weer nieuwe stress van krijgt, waar je vervolgens wéér minder tegen kunt. We kunnen alleen goed met stress omgaan als we tussendoor ontspannen.’ Juist voor die ontspanning, zegt Van Geffen, is ons Brain Reward System de stoorzender. ‘Ons beloningssysteem zorgt er namelijk voor dat we het heel fijn vinden om van alles te doen: even een mailtje, daarna een belletje. Dat levert adrenaline en dopamine op. Op zo’n moment voelt een pauze helemaal niet lekker, want dan voel je die fijne stoffen niet meer. Als je op zo’n moment een minuutje uit het raam gaat staren, ga je je slechter voelen. En dus blijven we onze hersenen liever uitdagen, ook al weten we dat ontspanning belangrijk is. Dus ja, als je als huisarts heel veel te doen hebt, graag mensen helpt en als het dan ook nog eens niet fijn voelt om te ontspannen, dan ís het gewoon heel lastig om dat wél te doen.’

TEKST: BERBER BIJM A / ILLUSTR ATIE: A AD GOUDAPPEL

E

ven een mailtje tussendoor, nog een kort telefoontje en éven iets tegen de assistente zeggen – en dan mag de volgende patiënt binnenkomen. Ons brein vindt het héérlijk, zoveel vinkjes kunnen zetten in misschien maar twee minuten. Weer een paar klusjes geklaard, lekker efficiënt. Toch? Het beloningssysteem in onze hersenen smult er inderdaad van als we allemaal kleine taakjes aftikken, zegt Gabriëlle van Geffen, maar op de lange termijn is het helemaal niet gezond om op dagelijkse basis zo veel te schakelen. Van Geffen is GZ-psycholoog bij een landelijke organisatie voor psychologische dienstverlening op de werkvloer. Ze geeft onder meer trainingen in ‘breinvriendelijk werken’ en komt veel over de vloer bij zorginstellingen, zoals ziekenhuizen en huisartsenpraktijken. ‘Het is voor huisartsen heel zwaar om het vol te houden in deze tijd’, ziet ze. ‘De praktische werkdruk is enorm en dan is er nog de maatschappelijke druk, patiënten die soms veel noten op hun zang hebben, alle administratieve verplichtingen en nascholingen. Eigenlijk is het bizar wat we van huisartsen vragen.’ Omdat ze op dat laatste nu eenmaal geen invloed

‘Maar al te vaak zitten we de hele dag in de switch focus, een aaneenschakeling van taken die korte tijd de aandacht vragen’ de Dokter 1/2022

23


‘ Alleen als je goed voor jezelf zorgt, kun je voor patiënten zorgen’ Margreet Teelken gaf een tijdlang mindfulnesscursussen aan collegahuisartsen; inmiddels richt ze zich meer op mindfulness voor patiënten. Ze werkt als waarnemend huisarts en opent dit jaar een nulpraktijk als leefstijlhuisarts. ‘Een jaar of vijftien geleden kwam mindfulness op mijn pad. Dat is bij mij gebleven als een heldere, rustige manier om naar de wereld te kijken. Inmiddels mediteer ik iedere ochtend zo’n vijftien minuten, als ik niet hoef te werken langer. Ik merk dat ik daardoor met een rustige mindset aan de dag begin. Voor mij is het inmiddels zo gewoon als tandenpoetsen: ik mis het als ik het niet doe.’ ‘Met twee collega-huisartsen en een mindfulnesstrainer hebben we mindfulnesscursussen aan huisartsen gegeven. Ik zie soms bij collega’s dat ze hun liefde voor het vak dreigen kwijt te raken door de werkdruk. Mindfulness helpt om uit de ratrace te stappen en weer de helderheid en de liefde voor het vak terug te vinden.’ ‘Als de signalen van te veel druk of een dreigende burnout zich manifesteren, ben je vaak al te laat: vermoeidheid, geïrriteerdheid, twijfel aan het vak, bij binnenkomst van een patiënt niet denken ‘wat is het beste voor deze

patiënt’, maar ‘hoe krijg ik hem zo snel mogelijk de deur weer uit’ – en dat dan voor jezelf ook nog plausibel vinden. Als je bij dat soort verschijnselen stilstaat, realiseer je je dat dat niet is hoe je wilt werken.’ ‘Als huisartsen kunnen we zulke signalen heel lang negeren, vanuit onze loyaliteit. We denken wellicht dat doorgaan met patiënten helpen beter is dan goed voor onszelf zorgen. Terwijl we ook allemaal weten hoe het bij nood in een vliegtuig werkt: eerst zelf een zuurstofmasker opzetten, dan je kind helpen. Een beetje egoïsme is liefdevol, uiteindelijk ook voor de patiënt. Want alleen als je goed voor jezelf zorgt, kun je voor de patiënt zorgen. Een patiënt die zich niet gehoord voelt en het idee heeft dat hij of zij met een pilletje eruit gewerkt wordt, komt bovendien weer terug. Pas als je in staat bent achterover te leunen en vanuit je eigen rust naar de patiënt te kijken, voelt de patiënt zich echt gezien.’ ‘Wat voor mij mindfulness is, is voor iemand anders douchen, de sauna, hardlopen. Als je maar een manier vindt om dat sneeuwbolletje, dat flink geschud is, zo nu en dan stil te zetten en de vlokjes te laten neerdwarrelen. Dan kan het water weer helder worden.’

En toch is dat verstandig, zegt Van Geffen, juist om het stresssysteem rust te geven. ‘Naast een beloningssysteem hebben onze hersenen ook een Default Mode Network: hersengebieden die actief worden als we ons niet op iets focussen. Als je dat netwerk regelmatig activeert, is er meer ruimte voor reflectie en inlevingsvermogen.’ De default modus is ook goed voor onder meer het creatieve deel van ons brein. ‘Vandaar dat we onder de douche vaak de beste ideeën hebben.’ Naast regelmatig ontspannen hebben onze hersenen ook baat bij zo weinig mogelijk wisselingen. Maar er zit wel iedere tien minuten een andere patiënt in de spreekkamer – hoe gezond is dat? Goeie vraag, zegt Van Geffen. ‘Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat we onze hersens minder belasten als we minder vaak wisselen. Zes patiënten

24

de Dokter 1/2022

‘Als het lastig wordt om een kwartier pauze te nemen, ga dan één minuut van je schermen af’ in één uur vraagt duidelijk meer van ons dan bijvoorbeeld vier. Hoe minder we switchen, hoe beter we werken en hoe gezonder we zijn. Met het oog daarop is er best iets voor te zeggen om meer tijd per patiënt te hebben.’ ◼ RUIMTE VOOR RUST Huisartsen vertellen iedere dag wel aan een patiënt hoe belangrijk het is om regelmatig te ontspannen en goed voor zichzelf te zorgen. Toch lukt het henzelf lang niet altijd, ziet Van Geffen. Hoe doorbreek je dat patroon van wel weten maar toch zelf niet doen? Dat vraagt bewuste afspraken en handelingen. ‘Deel je agenda bijvoorbeeld in in blokken. Zorg ervoor dat je zo weinig mogelijk hoeft te switchen, want dat kost veel energie. Ik haal weleens een Engelse uitspraak aan: when you’re hunting elephants, don’t get distracted by chasing rabbits. Zorg voor blokken voor de grote taken – de olifanten – die veel concentratie vragen en aparte blokken voor de konijntjes, de kleine klusjes. Als je een ochtendspreekuur als een olifant ziet, stuur dan niet tussen twee consulten door óók nog even een mailtje. We zijn soms geneigd om eerst een hele serie kleine klusjes te doen en dan aan een grote klus te beginnen. Terwijl ’s ochtends juist onze beste focustijd is. Je kunt het dus ook andersom doen.’ Een andere tip die Van Geffen geeft om niet te trappen in de valkuil van ‘wel weten maar toch niet doen’: doe het samen. ‘Als iedereen het wil, lukt het beter. Spreek bijvoorbeeld af om samen te wandelen of om aan het begin van een overleg even een paar minuten stil te zijn om de overgang te maken. Of maak goede bereikbaarheidsafspraken, zodat je zo nu en dan écht vrij bent.’ Daarnaast is het goed te weten dat verandering in kleine stappen het meest kansrijk is. ‘Van helemaal niets naar twee keer per week yoga – dat hou je misschien twee weken vol. Begin met een stap die klein en haalbaar is. Dan is de kans het grootst dat je het volhoudt. Als je weet dat het lastig wordt om een kwartier pauze te nemen, besluit dan dat je één minuut van je schermen afgaat. Of verander dingen als: neem je telefoon niet langer mee naar de wc, lees geen nos.nl in de pauze – dat is misschien wel ontspanning, maar geen breinrust.’ ◼ OVERDAG PIEKEREN Of we echt het Default Mode Network activeren in rust, hangt er natuurlijk ook vanaf hoe we die rusttijd invullen.


Zo zorgt u met kleine veranderingen beter voor uzelf Met kleine stappen is de kans groter dat u een verandering volhoudt dan wanneer u het roer radicaal omgooit. U kunt kleine veranderingen om meer breinvriendelijk te werken aanbrengen op drie gebieden.

Werkstijl Van Geffen: ‘Even wandelen of een minuutje uit het raam staren is prima voor breinrust. Maar als je zo’n wandeling gebruikt om eens flink te piekeren over bijvoorbeeld de situatie rond een patiënt, dan rust je brein nog niet erg uit. Het is prima als er allerlei gedachtes bovenkomen tijdens het wandelen, je hoeft je echt niet alleen maar op de vogeltjes te concentreren, maar het is wel belangrijk dat je niet helemaal in één gedachtegang opgaat. Als dat gebeurt, kan het helpen om even je aandacht op je ademhaling of de natuur te richten, zodat je in ieder geval stopt met over dat ene onderwerp na te denken.’ Wie een probleem heeft dat grondige doordenking vraagt, kan, naast de benodigde breinrust, prima ‘piekertijd’ in de agenda inbouwen. ‘Zeker als je ergens ’s nachts van wakker ligt. ’s Nachts werkt het relativerende deel van ons brein, de prefrontale cortex, namelijk minder goed en lijken problemen dus veel groter. Je kunt dan besluiten om overdag tijd vrij te maken om een probleem helemaal te doordenken zodat je ofwel vaststelt wat je eraan kunt doen, ofwel dat het buiten je cirkel van invloed ligt en je het dus los moet laten. Op die manier kom je ’s nachts meer toe aan de ultieme vorm van rust: slaap.’ ◼ DRIE VERSNELLINGEN Als we te lang te hard doorwerken, is de kans groot dat ons lichaam gaat protesteren: hoofdpijn, hartkloppingen, chaotische gedachtes, somberheid. Maar het kan ook subtieler, ziet Van Geffen. ‘Als een huisarts iedere week wel een keer een paracetamol neemt, alleen maar om dóór te kunnen gaan, gaan mijn wenkbrauwen toch wel omhoog. Dan is het volgens mij tijd om te kijken naar meer structurele oplossingen van de problemen.’ Een oplossing kan zijn om de hoogste en laagste versnelling van ons brein (weer) meer ruimte te geven. ‘Ons brein kan in drie versnellingen werken: ontfocussen, switch focussen en diep focussen. Bij ontfocussen geven we ons brein écht even rust en bij een diepe focus gaan we geconcentreerd aan de slag met een complexe taak – een olifant – en is er even niks anders. Maar al te vaak zitten we de hele dag daartussenin, in de switch focus: een aaneenschakeling van taken die korte tijd de aandacht vragen. Ons brein heeft die andere twee versnellingen ook nodig. Als je daarin meer evenwicht kunt aanbrengen, kom je meer in balans en hou je het uiteindelijk langer vol.’ ¶

◼ Schrijf de dingen op die u moet onthouden; dan hoeven ze geen ruimte in uw hoofd ‘bezet’ te houden. ◼ Deel uw dag zoveel mogelijk in in blokken en laat u tijdens één blok niet afleiden door dingen die in een ander blok thuishoren. Bijvoorbeeld: tijdens het spreekuur geen mailtjes, tijdens uw administratieblok – zo mogelijk – geen overleg met de assistente. ◼ Probeer (complexe) taken die concentratie en focus vragen, zoveel mogelijk op de ochtend te plannen. ◼ Neem uw mobiele telefoon niet mee naar de wc. ◼ Probeer pauzes schermvrij door te brengen. ◼ Ligt u wakker van iets dat u dwars zit? Maak overdag ‘piekertijd’ vrij om daarmee verder te komen óf het los te laten.

Werkomgeving ◼ Als u focustijd hebt, sluit dan uw deur en zet mail en telefoon uit. Als iemand u stoort, vraag dan of het even kan wachten. ◼ In uw focustijd last van rumoer? Zet zachte muziek op of gebruik een noise cancelling koptelefoon. ◼ Gebruik zo mogelijk een zit-stabureau.

Werkorganisatie ◼ Maak afspraken met collega’s om samen te wandelen of voor een overleg even ‘omschakeltijd’ (stilte) in te bouwen. ◼ Maak afspraken over de bereikbaarheid per mail en telefoon, zodat u om de beurt echt vrij bent.

MEER LEZEN OF LEREN OVER OMGAAN MET STRESS? De coronapandemie zorgt voor meer en andere stress bij medewerkers van huisartsenpraktijken. Op lhv.nl leest u onder ‘Tips bij psychosociale stress tijdens de COVID-19-crisis’ hoe u in coronatijden goed voor uzelf en uw team kunt zorgen. U vindt hier onder meer het e-book Zorgen voor professionals, met allerlei tips en adviezen. In de cursus ‘Met meer energie aan het werk!’ van de LHV Academie leert u hoe u in het dagelijks leven stress de baas kunt blijven. De cursus is gebaseerd op de HeartMath methode voor zelfregulatie. Aanmelden kan via academie.lhv.nl, zoek op de cursustitel.

de Dokter 1/2022

25


LHV wil met spoed verbetering tuchtrecht Het wordt hoog tijd om het tuchtrecht aan te passen, vindt de LHV. Individuele zorgverleners worden ten onrechte gestraft voor problemen in de organisatie van de zorg. LHV-bestuurslid Guus Jaspar ziet dat het tuchtrecht tot defensief handelen leidt. ‘Daar is het niet voor bedoeld.’ TEKST: CORIEN L AMBREGTSE

26

de Dokter 1/2022

D

e directe aanleiding voor de LHV om de problemen met het tuchtrecht aan de orde te stellen, is een uitspraak van het Regionale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven, van december 2021. ‘De betrokken huisarts werd berispt omdat hij te weinig had gedaan om de suïcide van de patiënt te voorkomen’, zegt Jaspar. 'Het ging om een patiënt met ggz-problematiek. De huisarts had hem eerder al verwezen naar de generalistische basis ggz. Toen de klachten verergerden, belde de huisarts met de crisisdienst, maar die verwees naar de psychologenpraktijk waar de patiënt inmiddels in behandeling was. De psychologenpraktijk verwees op zijn beurt weer naar de crisisdienst en zo verder. De trieste afloop was uiteindelijk dat de patiënt zich van het leven beroofde. En de huisarts werd als behandelend arts verantwoordelijk gesteld.’ De situatie lijkt volgens Jaspar op een eerdere uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, in augustus 2021, waarbij een specialist ouderengeneeskunde (SO) een berisping kreeg. ‘De SO had geprobeerd om in haar eentje de zorg voor honderden kwetsbare ouderen in de lucht te houden. Na een klacht over het overlijden van een bewoonster werd de SO berispt omdat zij onvoldoende invulling had gegeven aan haar rol als regiebehandelaar.’ De uitspraken van de tuchtcolleges zijn volgens Jaspar teleurstellend en zelfs contraproductief. ‘De individuele arts wordt verantwoordelijk gesteld, terwijl het de organisatie


van de zorg is die faalt. Wat is het lerend effect van dit soort tuchtrechtuitspraken? Het leidt er alleen maar toe dat artsen defensieve geneeskunde gaan bedrijven. Er worden onnodig onderzoeken uitgevoerd, patiënten worden onnodig doorverwezen, waardoor de zorgkosten stijgen. Daarmee zijn we alleen maar verder van huis.’ ◼ BREDE ONVREDE Er is al langer onvrede over het tuchtrecht. En niet alleen bij de LHV. Tal van deskundigen constateerden de afgelopen jaren dat het tuchtrecht niet goed functioneert en niet voldoende aansluit bij de moderne praktijk van de gezondheidszorg. In 2019 schreef de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving dat het wenselijk is ‘dat het tuchtrecht minder als een openbare terechtstelling van individuele zorgverleners fungeert’. Uit een peiling onder het KNMG Artsenpanel in datzelfde jaar bleek dat de helft van de artsen het eens was met de stelling dat het tuchtrecht zijn primaire doel bereikt: de kwaliteit van de beroepsuitoefening bevorderen en bewaken. Maar een aanzienlijk deel van de artsen dacht er anders over: een kwart van de artsen was het daar (helemaal) niet mee eens, een kwart was neutraal. ◼ TUCHTRECHT OF HERSTELRECHT ‘Het tuchtrecht heeft als doel om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, maar niet over de rug van een individuele zorgverlener. Een huisarts is niet verantwoordelijk voor de capa-

citeitsproblemen in de GGZ of de ouderenzorg, maar wordt daar soms wel op aangesproken. Een huisarts kan nooit niet-thuis geven.’ Jaspar begrijpt dat een patiënt of diens naasten willen dat de verantwoordelijke op een klacht of fout wordt aangesproken. ‘Dat moet ook een organisatie of een team of netwerk kunnen zijn die/dat in gebreke is gebleven.’ Volgens het regionale tuchtcollege Eindhoven had de huisarts van de suïcidale patiënt moeten zorgen dat de patiënt wél was geholpen. Jaspar vindt dat een bizarre redenering. ‘Waar zijn we mee bezig als de samenwerking in de zorg zo onder druk moet worden gezet? Ik doe het zelf ook wel eens, maar met tegenzin. Bijvoorbeeld als ik een patiënt wil insturen, terwijl de specialist die ik bel het nog niet zo nodig vindt. Dan zeg ik: ‘De patiënt is al met de ambulance onderweg. Over 10 minuten is hij bij jullie.’. Als het moet, druk ik door, maar willen we echt zo met elkaar omgaan? Het tekort aan capaciteit of menskracht en onduidelijkheid in verantwoordelijkheidsverdeling zijn problemen van de organisatie van zorg die op een hoger niveau moeten worden aangepakt.’ Het wordt dus hoog tijd om het tuchtrecht aan te passen. Misschien moet het woord ‘tuchtrecht’ wel worden vervangen door ‘herstelrecht’. Jaspar: ‘Het gaat erom dat de arts bij een klacht een spiegel voorgehouden krijgt. Je kijkt wat er is gebeurd en wat er de volgende keer beter kan. De behandeling van klachten heeft pas zin als we er zowel individueel als zorgverlener als met de beroepsgroep lessen uit kunnen trekken voor de toekomst.’ ¶

KNMG wacht onderzoek VWS af 'Tuchtrecht is voor de KNMG een belangrijk onderwerp. We maken ons continu sterk voor verdere verbeteringen. Daarom neemt de KNMG deel aan een stuurgroep die de afgelopen anderhalf jaar besprekingen heeft gevoerd met het ministerie van VWS, over de toekomstbestendigheid van de wet BIG, inclusief het tuchtrecht. De conclusie is dat het doel en het wettelijk kader van de Wet BIG volstaan, maar dat op onderdelen een nadere analyse en eventueel aanpassing gerechtvaardigd zijn. Daarom vindt in opdracht van VWS nader onderzoek plaats, onder meer naar de lerende werking van het tuchtrecht en team- en netwerkverantwoordelijkheden binnen het tuchtrecht. Wij hopen dat dit onderzoek als eerste stap kan dienen tot verbetering van het tuchtrecht. Wij willen dit onderzoek en de plannen van VWS eerst afwachten, voordat wij bepalen of en zo ja welke verdere stappen nodig zijn om het tuchtrecht verder te verbeteren. We volgen het tuchtrecht nauwgezet en blijven ons inzetten voor verdere verbeteringen.'

de Dokter 1/2022

27


Intervisie: een betere dokter worden met de ik-vraag Huisartsen die in een intervisiegroep zitten, willen doorgaans niet meer zonder. Wat levert intervisie op en hoe richt je die in als je een nieuwe groep wilt opzetten of een bestaande groep nieuw elan wilt geven? ‘Ook van kleine dingen kun je leren als je groep daarop doorvraagt.’ TEKST: BERBER BIJM A

‘A

ls huisarts kom je best vaak dingen tegen die je raken. Of het nu ingewikkelde casuïstiek is of een eigenschap van jezelf waar je niet goed grip op krijgt. Intervisie kan dan helpen om je persoonlijk professioneel functioneren te verbeteren.’ Ilonka Brugemann is kaderhuisarts supervisie-coaching, begeleider van meerdere intervisiegroepen en zelf al twintig jaar lid van een intervisiegroep. Voor accreditatie zijn slechts twee uren intercollegiale toetsing per jaar nodig. Veel huisartsen kiezen voor méér, met een intervisiegroep die vier tot tien keer per jaar samenkomt. ‘Bij intercollegiaal overleg staat meestal een medisch vraagstuk centraal. Intervisie gaat over de huisarts zelf. Er wordt casuïstiek ingebracht en andere ervaringen tijdens het werk die raken of blijven hangen. Bij die inbreng is steeds een vraag: ‘Hoe kan ik…’, ‘Wat maakt dat ik…’’ In evaluaties van intervisiegroepen ziet Brugemann dat de leden de groep om verschillende redenen waarderen. ‘Intervisie is een manier om levens-

lang leren in stand te houden, om jezelf als professional nog beter te leren kennen en lastige aspecten van het vak uit te wisselen. Maar ook een manier om het zelf vol te houden, om zo vitaal mogelijk je werk te blijven doen. Intervisiedeelnemers vinden dat hun handelen verbetert door intervisie.’ Uit onderzoek blijkt dat het leereffect van ‘frontaal’ onderwijs zoals colleges en webinars evident kleiner is dan dat van interactieve leervormen, zoals intervisie. ‘Als ik onder gelijkgestemden inbreng wat ik heb meegemaakt en zij bevragen mij daarop, dan kan ik daar morgen iets mee in de spreekkamer. Deze casuïstiek onthoud je ook heel goed, omdat het gaat om eigen ervaringen en daarmee vanzelfsprekend relevant is. Van colleges blijken we over het algemeen maar weinig te onthouden.’ ◼ BEGELEIDE INTERVISIE Intervisie levert alleen accreditatiepunten op als die onder leiding staat van een Erkend KwaliteitsConsulent (EKC’er) of een kaderhuisarts supervisie-coaching. In dat laatste geval is

28

de Dokter 1/2022

sprake van ‘begeleide intervisie’. Vaak ontstaan intervisiegroepen vanuit de huisartsenopleiding, waarbij een van de deelnemers de EKC-opleiding volgt. Brugemann: ‘Zo’n start vanuit de opleiding is mooi, omdat je dan al met elkaar hebt geleerd hoe intervisie werkt. Bij groepen die later beginnen en waarbij de deelnemers van verschillende opleidingsinstituten komen, kan het even zoeken zijn voor je een goede gezamenlijke werkwijze hebt. In dat geval kan het handig zijn eerst een aantal keer begeleide intervisie te doen. Ook groepen die samen van de opleiding komen kiezen trouwens in het begin regelmatig voor begeleide intervisie.’ Een veel voorkomende valkuil voor onbegeleide intervisiegroepen is ‘dat het een theekransje wordt’, zegt Brugemann. De EKC’er heeft de taak de kwaliteit van de intervisie te bewaken, maar kan dat niet alleen. ‘Als de andere deelnemers niet meehelpen om het proces te bewaken, wordt het voor de EKC’er niet makkelijk.’ Ook dan kan het helpen om – voor een aantal keren – de hulp van een kaderhuisarts


Jildou van Duijvendijk is huisarts in Arnhem en vormt sinds bijna tien jaar een intervisiegroep van vier mensen, destijds vanuit de huisartsenopleiding samengekomen. ‘We begonnen als derdejaars met twee intervisiegroepen onder leiding van dezelfde EKC’er. Dat werd voor die EKC’er te veel, waarna één van ons vieren de EKC-opleiding heeft gevolgd en ons groepje is gaan leiden. We komen zes keer per jaar samen: vier keer een avond en twee keer een lange sessie vanaf vier uur ’s middags. We zijn zo gemotiveerd, dat we er vrijwel altijd alle vier zijn. Mocht er toch iets tussenkomen, dan verschuiven we de bijeenkomst.’ ‘Vier mensen is misschien wat krap, maar we zijn de afgelopen jaren een heel hecht groepje geworden, waar ook niet zomaar een nieuw iemand bij past. Het voelt als een diepe vriendschap: we hebben in die tien jaren samen gelachen en gehuild.’ ‘In verschillend tempo zijn we inmiddels ook allemaal praktijkhouder geworden, maar wel in heel verschillende praktijken: groot en klein en zowel in de stad als in een dorp. Een week voor we samenkomen, inventariseren we: wie heeft een onderwerp? Dat kan een privékwestie zijn die doorwerkt op de praktijk, een incident dat je hebt meegemaakt, gedoe binnen de maatschap. Soms kun je over relatief kleine dingen zomaar 45 minuten praten. Als iets je heel hoog zit, is het fijn om dat te bespreken. Ik kan ook wel kort even iets bij mijn maten kwijt, maar met mijn intervisiegenoten heb ik diepere gesprekken. En als het gaat om gedoe in de maatschap, kun je het gesprek daarover voorbereiden met je intervisiegroep.’ ‘Ik zie mijn intervisiegroep als een soort eerste opvang, een veilige plek waar je kunt laten zien wat bepaalde gebeurtenissen met je doen, met daarna ook een professioneel gesprek daarover.’ ‘We vragen ons regelmatig af: willen we nog zo door? Voorlopig zeker. We vinden allemaal dat de groep té waardevol is om mee te stoppen. Onze EKC’er stopt binnenkort, dus nu ga ik de EKC-opleiding doen. We hebben de groep goed op de rails, dus ik zie dat niet als een enorme extra klus, maar wel als een mooie aanleiding om weer iets nieuws te leren.’

Jildou van Duijvendijk

de Dokter 1/2022

29

FOTOGR AFIE: PETER VENEM A

‘ Intervisie is een veilige plek waar je jezelf kunt laten zien’


◼ DIVERSITEIT Hoe divers is de ideale intervisiegroep? ‘Grote leeftijdsverschillen voegen in mijn ogen niet per se veel toe. Vaak is het juist fijn als dokters ongeveer in dezelfde fase van hun loopbaan zitten. Diversiteit in manieren van werken is vaak wel goed: stad en dorp, praktijkhouders, huisartsen in loondienst en waarnemers. Dat helpt om een ingebrachte vraag vanuit verschillende invalshoeken te bekijken.’ De allerbelangrijkste vorm van diver-

Ilonka Brugemann

30

de Dokter 1/2022

FOTOGR AFIE: MIR JA M VAN DER LINDEN

siteit die een intervisiegroep nodig heeft, zijn verschillen in persoonlijkheid. ‘Als je mensen grofweg indeelt in doeners en denkers of in beschouwers en aanpakkers, dan is het echt belangrijk om een goede mix te hebben. Veel huisartsen hebben een pragmatische inslag. Als een groep veel leden heeft die daarin op elkaar lijken, krijgt iemand die inbrengt vaak snel en veel praktische tips en goedbedoelde suggesties, maar is het leereffect niet heel groot.’ Het te snel aandragen van praktische oplossingen is een tweede veelvoorkomende valkuil bij intervisie, zegt Brugemann. ‘De bedoeling van intervisie is dat iemand een casus inbrengt met daarbij een vraag waar het woord ‘ik’ of ‘mij’ in zit: hoe kan het dat dit mij zo raakt, hoe kan ik dit oplossen, hoe kan het dat ik hier een onbevredigend gevoel aan overhoud? “Hoe zouden

supervisie-coaching in te schakelen. ‘Alleen al de aanwezigheid van iemand die je hebt ingehuurd om de kwaliteit van het gesprek te verbeteren, maakt de sfeer meteen serieuzer. Begeleide intervisie helpt vaak enorm bij het aanbrengen van structuur en diepgang en vergroot daarmee de opbrengst van intervisie.’

jullie dit aanpakken”, is niet de juiste vraag. Een medisch-technische of praktische vraag hoort dus ook niet in de intervisiegroep thuis. Het gaat erom dat de andere leden bij de inbrenger doorvragen op die ik-vraag. Het gericht zijn op de persoonlijke professionaliteit maakt intervisie juist anders dan bijvoorbeeld een FTO. Het leereffect voor de inbrenger zit in dat bevraagd worden; niet in de oplossingen die collega’s aangedragen. Ook dat is aan de EKC’er om te bewaken.’ ◼ PLEZIERIGE FREQUENTIE De meeste intervisiegroepen komen eens in de zes tot acht weken samen. Brugemann: ‘Voor een beginnende groep is het belangrijk vaak genoeg bijeen te komen, om de intervisie goed in de steigers te zetten. Als het de groep bevalt, kun je een hogere frequentie ook aanhouden. Ik zit zelf al twintig jaar in een groep die maandelijks bijeenkomt. Dat vinden we allemaal een plezierige frequentie. Als een groep eenmaal goed draait, kan de frequentie eventueel wel omlaag zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit, maar minder dan eens per kwartaal lijkt me niet verstandig.’ De gemiddelde intervisiegroep heeft tussen de vijf en acht leden. ‘Met het oog op de benodigde diversiteit van de deelnemers is minder dan vijf niet aan te raden. Stel dat je met z’n vieren bent en eentje is verhinderd, dan heb je nog maar één inbrenger en twee bevragers. Dat is krap. Intervisie werkt überhaupt het best als iedereen er zoveel mogelijk is, zodat er een zekere continuïteit is.’ In coronatijd zijn sommige intervisiegroepen overgegaan op digitale bijeenkomsten, andere zijn tijdelijk stopgezet. ‘Een fysieke bijeenkomst heeft vaak meer effect en diepgang. Maar als fysiek samenkomen niet kan, dan liever digitaal dan overslaan. Niet te lange digitale bijeenkomsten, altijd met een pauze, in combinatie met fysieke bijeenkomsten, is dan een prima oplossing.’


‘Na een klacht of calamiteit kan tijdelijke intervisie met lotgenoten verbindend zijn’ Vincent Muller is huisarts (n.p.) en kaderarts supervisie-coaching. Hij begeleidt al jaren negen intervisiegroepen. Een daarvan, opgezet vanuit de stichting Van Klacht naar Kracht, is specifiek bedoeld voor (huis)artsen die te maken hebben met een klacht of calamiteit. Huisartsen kunnen daar naar behoefte een aantal keren aanschuiven. ‘Voor de een is twee keer genoeg, de ander komt liever vijf keer’, zegt Muller. Voor corona kwam de groep fysiek samen in Amsterdam, sindsdien een aantal keren digitaal. ‘Als je een fout hebt gemaakt, onder een vergrootglas ligt na een calamiteit, of wordt aangeklaagd, kan het heel spannend zijn om dat met collega’s te delen. De meerwaarde van een tijdelijke groep met lotgenoten is dat je elkaars gevoelens begrijpt en niet over elkaar oordeelt.

◼ RONDJE ‘SPUIEN’ Een fysieke bijeenkomst duurt vaak zo’n 2 tot 2,5 uur, soms voorafgegaan door een etentje. ‘Het is goed om te beginnen met een rondje “spuien”, zegt Brugemann. ‘Als je vooraf samen eet, kan dat tijdens het eten, en anders aan het begin van de bijeenkomst. Iedereen kan dan even delen wat hem of haar bezighoudt en hoe hij of zij erbij zit. Door dat aan het begin te doen, wordt het risico kleiner dat het

‘Verschillen in persoonlijkheid is de allerbelangrijkste vorm van diversiteit die een intervisiegroep nodig heeft’

Iedereen heeft dezelfde moeilijkheid. Dat voelt veilig en werkt heel verbindend, blijkt uit de feedback van de deelnemers. Een optimale omgeving om te verwerken en te leren.’ Delen en bevraagd worden in de ‘gewone’ intervisiegroep kan uiteraard ook na een klacht. Er is echter niet elke keer tijd en ruimte om hetzelfde weer in te brengen, zegt Muller. ‘Vaak is er bovendien te weinig kennis over een klachtenprocedure of calamiteitenonderzoek, simpelweg omdat de gemiddelde huisarts dat heel zelden meemaakt – gelukkig. De kennis en inbreng van een supervisor-coach heeft dan meerwaarde, ook omdat die diverse psychologische concepten kan inzetten om op een andere manier naar jezelf en je situatie te kijken.’ Huisartsen die behoefte hebben aan intercol-

gesprek later, tijdens de casusbespreking, afdwaalt naar iets wat een van de deelnemers hoog zit.’ Een bijeenkomst biedt meestal ruimte voor twee casusbesprekingen, die de leden beurtelings inbrengen. ‘Sommige groepen werken met een kalender, zodat je al ruim van tevoren weet wanneer jij iets kunt inbrengen. Anderen inventariseren kort tevoren wie iets heeft om in te brengen en dan is het zaak om ervoor te zorgen dat iedereen ongeveer evenveel aan de beurt komt.’ Niets hebben om in te brengen is eigenlijk onmogelijk, vindt Brugemann. ‘Iedere huisarts heeft wel íets dat hem of haar bezighoudt. Wat de één belangrijk genoeg vindt, vindt de ander misschien te klein als inbreng voor intervisie, maar ook van kleine dingen kun je leren als je groep daarop doorvraagt. Net als van positieve ervaringen, overigens. Het mooiste is als deelnemers iets kunnen inbrengen dat niet al te lang geleden is gebeurd en dat hen heeft geraakt. Als je met een kalender werkt, kun je eventueel ruilen om een actuele casus in te kunnen brengen. Een ingrijpende

de Dokter 1/2022

legiale opvang na een klacht of calamiteit, weten de landelijke intervisiegroepen vaak niet te vinden, merkt Muller. Van Klacht naar Kracht werkt aan meer bekendheid, om een netwerk te kunnen ontwikkelen van vijf regionale begeleide intervisiegroepen, aangevuld met één digitale intervisiegroep. ‘Daarmee zouden we een landelijk dekkend netwerk hebben om huisartsen te kunnen opvangen na een klacht of calamiteit.’ Heeft u te maken met een klacht of calamiteit? Het netwerk ‘Van klacht naar kracht’ kan u ondersteunen, met de intervisiegroep die voor dit doel is opgericht en daarnaast met praktisch advies en peersupport via de landelijke Peer Support telefoonlijn (085-1303270). Meer informatie op www.vanklachtnaarkracht.org

gebeurtenis kan overigens ook té kortgeleden zijn. Dan is het meer iets voor de spuironde en wellicht voor een latere bijeenkomst. Je moet er met een zekere afstand naar kunnen kijken om ervan te kunnen leren.’ ◼ WAARDEVOLLE NASCHOLING Hoe verstandig is het om een intervisiegroep jarenlang gelijk van samenstelling te houden? Dat is helemaal niet gek, vindt Brugemann. Haar eigen groep is ook al twintig jaar vrijwel gelijk gebleven. ‘Als iedereen tevreden is en je samen concludeert dat er nog steeds geleerd wordt, is er geen reden om de samenstelling te veranderen. Maar veranderen mag natuurlijk wel en opheffen ook, als je merkt dat intervisie met deze groep niet meer goed werkt. Uit ervaring weet ik: als je regelmatig het eigen functioneren van de groep evalueert en bijstelt, kan intervisie zomaar twintig jaar lang de nascholingsvorm zijn waar je ’t meest aan hebt.’ ¶ Erkende intervisiebegeleiders vindt u op coachesvoormedici.nl

31


LHV Nieuws DRINGENDE OPROEP LHV

heroverweeg de jaarverantwoording De LHV doet opnieuw een oproep aan Den Haag om de jaarverantwoording aan de kleine eerstelijnszorgaanbieders te heroverwegen. Disproportioneel, gebaseerd op de verkeerde uitgangspunten en zonder enig draagvlak in het veld, zo ziet de eerstelijnscoalitie de jaarverantwoording zoals die door VWS en NZa zijn uitgewerkt.

‘Stop met deze schot hagel’ Al jaren is de regeldruk in de zorg een groot probleem, zelfs een van de belangrijkste redenen waarom zorgpersoneel de zorg verlaat. Die regeldruk in de zorg moet omlaag, zo vindt ook het kabinet Rutte IV. Met die ambitie voor ogen roept

de LHV nogmaals op tot een heroverweging. We pleiten als eerstelijnscoalitie voor maatwerk en proportionaliteit. Stop met deze schot hagel en maak werk van het daadwerkelijk aanpakken van de cowboys en fraudeurs. Als eerstelijnscoalitie kaarten we deze kwestie aan in de Tweede Kamer, in een brief en tijdens een debat over de aanpak van zorgfraude.

Aandacht voor contracteeren preferentiebeleid Het contracteer- en preferentiebeleid dat zorgverzekeraars de laatste jaren voeren, blijft tot onvrede en frustratie bij apotheekhoudende huisartsen leiden.

besparingen via deze weg niet meer mogelijk. De CAZ heeft dit in het verleden al regelmatig bij betrokken stakeholders onder de aandacht gebracht. Bij de nieuwe minister van VWS zullen we opnieuw benadrukken dat het preferentiebeleid e leden van de Commissie Apotheekhoudende Zaken weliswaar tot grote besparin(CAZ) LHV herkennen dit beeld gen heeft geleid, maar dat de besparingen nu nog maar nihil van onvrede en frustratie en blijken. De veelal kwetsbare pazien dat het gevoerde beleid de apotheekhoudende huisarts tiënten moeite met veelvuldig steeds meer in een hoek drijft. overstappen van medicatie en Onderhandelen door contrac- apotheekhoudende huisartsen teerpartijen over het contract is ervaren grote administratieve (bijna) niet meer mogelijk. Ver- lasten die niet in verhouding der is het preferentiebeleid niet staan tot de steeds kleiner wordende besparingen. transparant en blijken verdere

D

34

de Dokter 7/2021


LHV IN HET NIEUWS HART VAN NEDERLAND, 4 februari

Geen ruimte voor huisartsen om uit te breiden, patiënten de dupe

Verhoogd risico cyberaanvallen Controleer uw ICT-systemen

Hart van Nederland interviewt huisarts Marieke Poley over haar zoektocht naar praktijkruimte voor uitbreiding van haar praktijk. Het blijkt tot nu toe onmogelijk. En dat terwijl duizenden patiënten in haar gemeente zitten te springen om een huisarts. De oplossing ligt in het bundelen van de krachten, vertelt Poley. "Gemeenten, de zorgverzekeraar, de bank én de overheid moeten meer gaan samenwerken om samen met huisartsen dit probleem op te lossen. De patiënten zijn nu de dupe."

NU.NL, 2 februari

Huisartsen en wijkverpleging merken nog niets van dalende ziekenhuiscijfers Hoewel het aantal coronapatiënten in de Nederlandse ziekenhuizen afneemt, zien zorgverleners in de eerstelijnszorg de druk juist verder toenemen. Een woordvoerder van de LHV legt uit aan nu.nl dat bij huisartsen de druk niet afneemt, onder andere door de nazorg van coronapatiënten na een ziekenhuisopname.

TIP

W

ij adviseren u dringend om zo snel mogelijk de ICT-systemen in uw huisartsenpraktijk te laten controleren. Het risico op cyberaanvallen is namelijk verhoogd. ICT-experts slaan alarm nadat zij een kwetsbaarheid in veelgebruikte software hebben gevonden. Met weinig moeite kunnen kwaadwillende mensen ook in huisartsenpraktijken schade aanrichten, bijvoorbeeld aan uw HIS.

Wat kunt u doen? Het veelgebruikte type software waar het over gaat is Apache Log4j. Wij adviseren u om zo snel mogelijk deze acties te ondernemen om ervoor te zorgen dat u beveiligd bent tegen cyberaanvallen:

1. Vraag uw ICT-dienstverlener/ beheerder om alle systemen, netwerkcomponenten en hardware in uw praktijk te scannen

In onze Prak tijk wijzer informatiebeve iliging vindt u handvatten om uw digitale weerbaarheid te vergroten. U vindt de Prak tijk wijzer op w w w.lhv.nl . Typ in de zoekbalk ‘Prakt ijk wijzer informatiebeve iliging’.

TROUW, 31 januari

Huisartsen hebben problemen met huisvesting Meer dan driekwart van de huisartsen heeft te maken met huisvestingsproblemen, kopte Trouw op de voorpagina. ‘De LHV publiceerde een peiling onder meer dan 1.800 huisartsen, van wie 77 procent aangaf dat zij problemen hebben bij de uitbreiding van hun praktijk of bij het vinden van nieuwe praktijkruimte. Wij willen huisartsen oproepen om in hun eigen gemeenteraad te gaan inspreken. Dat plan werken we nu uit.’

MEDISCH CONTACT, 27 januari

op de aanwezigheid van Apache Log4j. Laat de dienstverlener ook alle beschikbare updates voor de systemen installeren en vraag daarvan een bevestiging.

‘Ik wil dat Den Haag zich bewust is van de kracht van huisartsen’ LHV-voorzitter Mirjam van ’t Veld wijst in een interview met Medisch Contact beleidsmakers op de drukte die corona bij huisartsen teweegbrengt. Voor de langere termijn wil ze de huisarts beschermen tegen te veel taken. Ook benadrukt ze de kracht van de huisarts: ‘De huisarts is belangrijk voor mensen, als iemand die dichtbij, benaderbaar, veilig is. Dat staat enorm onder druk. Terwijl ik denk dat het maatschappelijk zo belangrijk is dat die zorg dicht bij mensen blijft.’

2. Vraag ook aan de ICT-dienstverlener/beheerder om te onderzoeken of er signalen zijn dat kwetsbare systemen al misbruikt zijn. Als dat het geval is, moet de dienstverlener contact opnemen met Z-CERT (expertisecentrum voor cybersecurity in de zorg).

de Dokter 1/2022

35


LHV Nieuws ‘Met de LHV, hoe kan ik u helpen?’

WINACTIE BOEK HUISARTS OP RECEPT Huisarts Marnix van der Leest schreef een openhartig boek over het huisartsenvak. Als een van de weinigen mag hij een heel mensenleven volgen, dat is de schoonheid van het vak. Maar dat brengt ook een worsteling met zich mee, want kent hij zijn patiënten wel goed genoeg? De redactie van De Dokter mag 5 exemplaren van het boek weggeven. Leest u graag? Mail dan vóór 10 maart 2022 naar dedokter@lhv.nl, en maak kans op het boek Huisarts op recept.

LEDENTEVREDENHEID Het afgelopen jaar wist u de LHV goed te vinden voor uw vragen. Wij luisterden, hielpen u op weg én vroegen uw mening in het ledentevredenheidsonderzoek. Door uw uitgebreide reacties op het onderzoek kunnen wij onze dienstverlening verder verbeteren in 2022. Een aantal cijfers van het afgelopen jaar:

Met uw deelname geeft u de redactie toestemming u te benaderen voor de rubriek Quickscan. Hierbij leest u als eerste de artikelen voor de komende editie van De Dokter, en geeft u uw mening over de inhoud.

13.635

In totaal beantwoordden wij ledenvragen juridische vragen Waarvan bijna vragen waren gerelateerd aan Corona vragen gingen over Bouwadvies Ruim

5.000

3.175 1.500

U kreeg in de meeste gevallen binnen op uw vraag In totaal bood de LHV Academie deelnemers 2021, met

5.000

één dag antwoord

285 nascholingen aan in

Corona: het laatste nieuws voor huisartsen Een vraag over zaken rondom COVID-19? De LHV zet voor u alle actuele informatie voor huisartsen over het coronavirus op een rij op www.lhv.nl/coronablog. We plaatsen de berichten zodra er nieuwe informatie beschikbaar is. Zo blijft u bij en heeft u alle relevante gegevens bij de hand.

36

de Dokter 1/2022


NASCHOLING OP AANVRAAG

Een training op uw eigen locatie? De LHV Academie biedt een groot aanbod aan praktijkgerichte en goed gewaardeerde scholingen. Sommige cursussen bieden we uitsluitend op aanvraag aan. Ze

maken geen onderdeel uit van het vaste programma. U bepaalt zelf de locatie en de samenstelling van de groep bestaande uit minimaal 5 personen. Een van onze

Coaching consult: voor zelfmanagement van de patiënt Gesprekken om patiënten te bewegen om hun gezondheid zelf meer te managen, kunnen soms dramatisch verlopen. In deze praktische training leert u hoe u en uw patiënt in een modus komen, die coaching daadwerkelijk mogelijk maakt. Via een rollenspel oefent u met een acteur. Daarnaast is er veel aandacht voor uw eigen casuïstiek. LEERDOELEN ◼ U wordt bewust van en krijgt meer inzicht in de rol en de aansturing bij zelfmanagement. ◼ U leert nieuwe effectieve vaardigheden in te zetten. ◼ U weet om te gaan met moeilijke consulten. ◼ U krijgt inzicht en weet om te gaan met persoonlijke valkuilen.

In verschillende korte oefeningen werkt u met elkaars casuïstiek. We simuleren geen volledige gesprekken, maar halen die momenten eruit die van belang zijn. Kort en kernachtig oefenen van vaardigheden, zien wat het effect is, feedback ontvangen en opnieuw doen. Het benutten van elkaars deskundigheid in de communicatie met patiënten levert veel op. Theorie tijdens de training wordt opgeknipt in korte onderdelen en staat in dienst van de toepasbaarheid in de praktijk.

scholingsadviseurs zal samen met u en de docent de datum vaststellen. We lichten graag twee goed gewaardeerde cursussen voor u uit.

Uw patiënten- en financiële administratie op orde Zelfs huisartsenpraktijken die goed lijken te draaien, lopen inkomsten mis. In deze nascholing krijgt u meer overzicht in de patiënten- en financiële administratie. U leert hoe u efficiënter kunt werken én een hoger rendement kunt behalen. We leggen de basis voor een veranderproces binnen uw praktijk. U krijgt inzicht, tips en tools bij de dagelijks terugkerende werkprocessen en administratie.

MEER WETEN? Bent u op zoek naar een programma dat precies past bij uw vraag en behoeften? De LHV Academie denkt graag met u mee om nascholingen op maat te maken en aan te passen aan uw specifieke vraag. U kunt onze scholingsadviseurs bereiken via academie@lhv.nl of 085 04 80 000.

de Dokter 1/2022

37

LEERDOELEN ◼ U wordt zich meer bewust van het belang van optimale werkprocessen in de praktijk ◼ U krijgt meer zicht op waar het mis kan lopen bij patiënten- en financiële administratie De cursus bestaat uit twee modules. Deze eerste module gaat over de basis van de praktijkvoering en doorkruist hiermee alle disciplines. We kijken over elkaars schotten heen en richten ons op transparantie, overdraagbaarheid van taken, lean werken en een optimale omzet. We sporen blinde vlekken en onterechte aannames op naar aanleiding van de thema’s ‘Omzet’, ‘Patiëntenadministratie’, ‘Factureren’ en ‘Verwerking van declaraties’.


wisselcolumn Sofie de Haan, huisarts in Den Helder Glijmiddel

38

de Dokter 1/2022

FOTO: ROSEM ARIE VAN BENTUM

N

et zoals de rest van de eigenlijk nergens meer zin in wereld ben ik heeelete hebben. Dat is begonnen bij maal klaar met die K*T de eerste lock-down. Nu we opcorona. Alles is anders. Al zo nieuw in een lock-down zitten lang. Het werk is anders. Het is ze continue somber. ‘Voel je je sociale leven is anders. Hoe mijn af en toe zo rot, dat je denkt, was kinderen opgroeien is anders. ik er maar niet meer?’ De maatschappij is anders. En Zachtjes begint ze te snikken en het duurt zo lang. De ontspanzie ik een grote bos haar knikning die ik normaal gesproken ken. Misschien niet zo profesgraag haal uit het bezoeken van sioneel, maar het raakt me dit concerten, heeft alweer een meisje zo verdrietig te zien. tijdje niet kunnen plaatsvinden. Na het uitvragen van de suïGelukkig zijn er ook in deze cidaliteit en inzetten van het tijden voordelen aan het werk vervolgbeleid is het tijd voor als huisarts. We mogen ‘gewoon’ de volgende patiënt. Mevrouw naar ons werk toe. Zitten niet Peeters wil graag haar spiraal steeds in dezelfde ruimte. Zien laten verwijderen. Nadat die is mensen. Praten met mensen. verwijderd, kleedt zij zich achter Onze kinderen kunnen met het gordijntje weer aan. Terwijl of zonder lock-down, op onze ik achter mijn bureau bezig werkdagen ben met de vergewoon naar komt ‘Al handenwrijvend slaglegging, school. Lang zij al handenwrijkomt mevrouw vend achter het leve het cruciale Peeters achter het gordijn vandaan. beroep. gordijn vandaan’ Wanneer ze op Maar niet alle kinderen de stoel plaats mogen naar school. Janneke neemt, wrijft ze nog steeds in komt samen met haar moeder haar handen. Ze kijkt me vrade spreekkamer in gelopen. gend aan. ‘Dat potje dat op het Haar moeder groet vriendelijk aanrecht stond, dat is toch wel goedemorgen. Janneke mijdt handengel?’ het oogcontact. Moeder begint Heel even is het stil, maar dan te vertellen. Haar dochter is kan ik mijn lach niet meer moe. Al ontzettend lang. Terwijl inhouden. ‘Nee joh, dat is glijmoeder het verhaal doet, zit middel!’ Janneke ernaast. Haar blik is ‘Oh ik dacht al, wat plakt dat’, naar beneden gericht. Langs waarna we het allebei niet meer haar gezicht hangen haar lange droog houden van het lachen. haren naar beneden. Uit de Wat fijn dat ik huisarts mag tractusanamnese komt weinig zijn. Nu ik even niet naar een naar voren. Met tegenzin geeft optreden of het theater kan, ze antwoord op de vragen. Als ik word ik op mijn werk toch vervolgens de symptomen van geroerd. Met een lach en een een depressie uitvraag, blijkt ze traan. ¶


advertentie


advertentie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.