7 minute read

voor AAV en haar leden

Next Article
Andersdenkenden

Andersdenkenden

‘Nog grotere uitdagingen voor AAV en haar leden’

De vooruitzichten voor het jaar 2020 waren gezien de groei van de toeristische sector (vraag naar hotelkamers en appartementen) en overname van de raffinaderij licht positief voor de bouwsector. De bouwsector geldt in dat opzicht als een hoopgevend teken van economische groei en werkgelegenheid. Maar de directeur van de Antilliaanse Aannemers Vereniging (AAV), Raymond Jamanika, die in augustus 2019 aantrad, wist dat dat niet genoeg was: ‘Onze bouwsector is niet in positieve stemming, mijn leden moeten meer dan ooit op zoek gaan naar projecten tegen lagere marges.’

Advertisement

Tekst Denise Vijber

De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) registreerde in 2018 een economische krimp die mede werd veroorzaakt door het uitblijven van projecten voor de bouwsector, als gevolg van een daling in de particuliere investeringen. De negatieve resultaten in de bouwsector zetten zich in 2019 voort; de bouwactiviteiten namen af doordat verschillende grote projecten werden voltooid of in hun eindfase waren en omdat onderhoudswerkzaamheden bij de Isla-raffinaderij veelal wegvielen. Waar het aandeel van de bouw in het bbp (bruto binnenlands product) in het derde kwartaal van 2017 nog was gegroeid met 3,5 procent, was dit een jaar later gedaald met 2,1 procent. En in het derde kwartaal van 2019 zelfs gedaald met 8,4%. Dit jaar zal de economie van Curaçao zwaar getroffen worden door de enorme, negatieve effecten van het Covid-19-virus. Vooral de grenssluiting lijkt funest te zijn, volgens schattingen van de CBCS zal de economie hierdoor in het beste geval met 4,5% krimpen en in het ergste geval met 19,4%. Ook voor de bouwsector is Covid-19 een enorme klap. Mogelijkheden om de gevolgen van het virus op te vangen zijn er nauwelijks. Zeker omdat de meeste projecten nu on hold zijn en investeringen in zowel de particuliere als de publieke sector flink terug gaan lopen. De AAV houdt er rekening mee dat door het virus de omzet van haar leden een enorme krimp zal vertonen met alle consequenties van dien, daar een hele keten verbonden is aan de bouwsector, van investeerders tot en met leveranciers.

De AAV

De Antilliaanse Aannemers Vereniging is in 1994 opgericht om de belangen van de bonafide aannemerij op een zo breed mogelijk terrein te behartigen. De AAV fungeert als de stem van de aannemerij op Curaçao. En dat is precies hoe Jamanika zijn rol als directeur ziet, hij wil de vereniging graag gezien laten worden als dé (gespreks)partner als het gaat om de bouwsector. Het is zijn bedoeling dat als private partijen of de overheid bouwplannen hebben, ze in een vroeg stadium bij de AAV aankloppen, hetzij voor advies, hetzij voor een offerte. ‘De AAV bestaat uit technische mensen. Zij zijn vaak een beetje teruggetrokken, ze praten niet veel, maar laten hun werk voor hen spreken’, legt Jamanika uit. ‘Maar ik ben van mening dat wij de komende periode meer naar buiten toe moeten zullen treden’, vervolgt hij. Vierentwintig bedrijven zijn aangesloten bij de AAV, zij zijn zeer divers qua grootte, sector en bedrijfscultuur. Zo zijn er grote internationale ”jongens” zoals Ballast Nedam en MNO Vervat, maar ook grote bedrijven van eigen bodem, denk aan Betonindustrie Brievengat of CWM Infrastructure. Verder is er een keur aan kleinere schildersbedrijven, aannemers en installatiebedrijven. De leden van de AAV zijn onder te verdelen in een viertal sectoren: infra(structuur), normale bouw, petrochemie en installateurs. Elk van de sectoren is een specialisatie op zich met eigen uitdagingen en specifieke noden. Als directeur AAV is het van belang om de verschillende belangen te verenigen. Dit is geen eenvoudige opgave, maar deze taak wordt volgens Jamanika vereenvoudigd doordat de leden inspraak hebben in alles wat de vereniging doet. Ook wordt hij bijgestaan door verschillende commissies die zich bezighouden met specifieke thema’s en een bestuur dat erg betrokken is. Het bestuur bestaat bovendien uit vertegenwoordigers van de verschillende bouwsectoren, waardoor Jamanika een goed beeld heeft van wat er gaande is in de branche.

Bouwagenda

De belangrijkste thema’s voor de AAV zijn opgenomen in de zogenaamde bouwagenda, een soort missiedocument. De prioriteitsgebieden zijn: veiligheid, oneerlijke concurrentie, scholing en duurzaamheid. ‘Werken in de bouw is niet zonder gevaar, daarom zijn we flink bezig met veiligheid’, legt Jamanika uit. ‘In 2009 zijn we een stichting gestart die puur gericht is op het trainen van onze leden op het gebied van veiligheid. We willen goed werk leveren, veilig werken is daar een onderdeel van’, weidt de directeur uit. De trainingen zijn vrijblijvend, desalniettemin verplicht een aantal leden hun werknemers deze training te volgen. Maar het gaat niet alleen om veiligheid op de werkplek, het gaat ook om veiligheid qua toekomst, vervolgt hij. ‘Het is voor ons belangrijk dat je belasting afdraagt en premies betaalt, want dan kunnen je werknemers ook verder bouwen. Echter, onze leden hebben concurrenten die onder de prijs werken.’ Er is heel veel oneerlijke concurrentie gaande, en dit is een van de grootste problemen in de sector. Leden van de AAV lopen opdrachten mis, omdat mensen nogal eens worden verleid door een lage offerte. ‘Onze leden leveren kwaliteit en dat heeft zo zijn prijs, je kunt niet onder de prijs gaan zitten om de opdracht te krijgen. Je materialen moeten goed zijn en je mensen vakkundig, over 20 jaar moet je project er nog steeds staan, zonder scheuren en zonder dat het ingezakt is. Scholing is daarom heel belangrijk. Het wordt steeds moeilijker om lokaal kwalitatief goed personeel te werven. We willen graag meer jongeren interesseren en opleiden voor werk in de bouw, maar een grote hindernis is dat je ze geen baangarantie kan geven. Ik ben laatst aangesteld in de Raad van Onderwijs en Arbeidsmarkt, ik wil zo proberen om vakmanschap te bevorderen, niet alleen in de bouw, maar voor het gehele bedrijfsleven. Wat betreft de duurzaamheid willen we dat er innovatie plaatsvindt zodat er duurzamer gebouwd kan worden.’ Jamanika probeert de bouwagenda zoveel mogelijk te delen met relevante stakeholders, zoals investeerders, partijen die willen bouwen en de overheid. ‘Zo weten ze wat onze speerpunten zijn voor de komende tijd, maar ook dat we een belangrijke partij zijn. De bouw is een belangrijke sector. Wij willen mee kunnen dingen naar mogelijkheden die komen. We moeten onszelf in de markt zetten als de eerste partij die geraadpleegd wordt bij bouwprojecten. Wij als betrouwbare, kundige belastingbetalers.’

Cheerleader

‘Als directeur heb ik verschillende petten op, ik ben het gezicht van de vereniging, ik lobby en ben ook een beetje een cheerleader. Mijn manier van werken is dat ik zaken eerst internationaal bekijk, daarna regionaal en vervolgens zoom ik in op Curaçao. Je moet een stukje kunnen benchmarken en niet al te veel intern gericht zijn. Belangrijk in mijn rol is om het overzicht te bewaren en kennis te delen.’ Verder wil Jamanika inzetten op samenwerkingsverbanden. Zo zit hij mede namens de AAV in de VBC, ‘zo hebben we ook een stem in het algemene beleid dat het bedrijfsleven op Curaçao aangaat’. Tevens zit de AAV regelmatig met de overheid om tafel. Het plan is om als vertegenwoordiger van de lokale aannemers vaker bij de stakeholders aan te kloppen om zo de lijntjes kort te houden.

Bouwen met vertrouwen

In de optiek van Jamanika is samenwerking niet alleen in het belang van de AAV, maar ook noodzakelijk om het

Raymond Jamanika

Directeur Antilliaanse Aannemers Vereniging

eiland vooruit te helpen. Het gaat om een gezamenlijke langetermijnvisie: ‘Alle directeuren, beleidsbepalers, het Parlement, ministers, zelfs docenten moeten eigenlijk een idee hebben, van waar we Curaçao naartoe brengen. We kunnen niet doorgaan met alleen maar overleven. We moeten gaan plannen hoe wij dit eiland verder willen ontwikkelen. Als duidelijk is waar we naartoe gaan, kun je invulling gaan geven aan wat er van je verwacht wordt.’ Bouwen staat eigenlijk synoniem met ontwikkeling. Om de economie verder te laten groeien moet je volgens Jamanika bouwen met en op vertrouwen. Je moet het vertrouwen hebben dat je verder kunt bouwen. Als er geen vertrouwen is, zal niemand concrete stappen zetten. Volgens Jamanika heeft bouwen grote symbolische waarde: ‘Als je mensen ziet werken, of je ziet bouwwerkzaamheden, dan denk je o het gaat toch goed. Het geeft een soort hoop.’ De bouwsector is tastbaar, je kunt het zien. Volgens Jamanika moet de bouw op Curaçao een eigen karakter krijgen. Hij denkt terug aan zijn jeugd: ‘Vroeger als ik met mijn familie bij Berg Altena reed dan wees mijn moeder ons de gebouwen waar mijn opa aan mee had gebouwd. Ik dacht dan wauw iets van ons. Die trots moeten wij koesteren. Of als we met investeerders over de brug rijden zijn ze erg onder de indruk van de bouwkunde. We vergeten dat we dat zelf hebben gemaakt, we zijn onze eigenheid een beetje kwijtgeraakt. Of kijk naar onze bouwstijl, de historische panden hebben ons naamsbekendheid gegeven. Mensen bezoeken New York, Rotterdam of Medellín om de architectuur. Als wij wat van de unieke kenmerken incorporeren in de nieuwbouw kunnen wij ook een interessante architectonische bestemming worden. Onze bouwwerken zijn een deel van onze identiteit. We moeten dit aanzien kweken. Want het is juist de erkenning die ervoor zorgt dat je iets harder je best doet, de trots die je voortdrijft.’

This article is from: