13 minute read
Effectief leren in organisaties
Wereldwijd spendeerden organisaties in 2018 ruim 366 miljard US dollar aan trainingen voor medewerkers. Toch blijkt uit onderzoek dat het management over het algemeen niet tevreden is met de uitkomsten van de inspanningen op het gebied van Learning & Development (L&D). Ook blijkt dat een groot deel van de medewerkers een blijvende behoefte heeft aan (meer) trainingen om hun werk nu en in de toekomst succesvol te blijven doen. Wat gaat er mis? En belangrijker nog, wat kunnen organisaties doen om wél optimaal rendement te halen uit hun investering in L&D?
Tekst Christel Cornelisse-de Vries
Advertisement
De Vergeetcurve
Eén van de grootste vijanden van leerprogramma’s in organisaties is ons eigen brein. Psycholoog Ebbinghaus ontwikkelde aan het einde van de 19e eeuw de “Vergeetcurve”. Hiermee toonde hij aan dat de aanwezigheid van nieuwe informatie in ons geheugen over tijd exponentieel afneemt. Hij onderscheidde twee factoren die hieraan bijdragen, namelijk de relevantie van de nieuwe informatie en de termijn waarbinnen een beroep werd gedaan op de geleerde kennis en vaardigheden. Met andere woorden, hoe belangrijker de informatie en hoe sneller we het geleerde kunnen toepassen, hoe groter de kans is dat we de informatie daadwerkelijk onthouden. Zijn deze elementen niet of onvoldoende aanwezig, dan is de kans groot dat we binnen 6 dagen ruim 75 procent van wat we geleerd hebben alweer vergeten zijn (!).
Herinneringsvermogen
100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0 %
Onmiddelijke herinnering 20 minuten 1 uur 8 uur 1 dag 2 dagen
Verstreken tijd
Figuur 1. De Vergeetcurve van Ebbinghaus
1 week 1 maand
De Cognitieve Belasting Theorie van Sweller geeft een biologische verklaring voor deze schokkende cijfers. Ons werkgeheugen - het deel van ons brein waarin nieuwe informatie tijdelijk opgeslagen wordt - heeft namelijk een beperkte opslagcapaciteit. Om niet overbelast te raken, zorgt het werkgeheugen ervoor dat minder belangrijke informatie ook snel weer verwijderd wordt om plaats te maken voor nieuwe informatie. Vanuit evolutionair perspectief zijn we hierdoor op dat moment weer in staat om iets nieuws te leren dat bijdraagt aan onze overlevingskans. Door een complex proces van onder andere herhaling, interesse en het koppelen van nieuwe kennis aan bestaande kennis vergroten we de kans dat informatie wordt opgeslagen in ons langetermijngeheugen en we iets echt onthouden.
Timing is everything
Los van een biologische verklaring is er ook nog een logistieke reden waarom investeringen in L&D in de praktijk vaak niet tot de gewenste output leiden. Leerprogramma’s zijn vaak zo ingericht dat medewerkers standaardmodules doorlopen over algemene onderwerpen, conform een algemene jaarplanning. Door deze uniformiteit ontbreekt vaak de actuele relevantie voor het werk en de uitdagingen waar de medewerker op dat moment voor staat. Hierdoor kunnen de nieuwe kennis en vaardigheden niet direct toegepast worden, terwijl dit de focus en motivatie van mensen om te leren juist versterkt. Edwin Locke beschreef in 1968 in zijn “Goal Setting Theory” al het belang van feedbackloops om gemotiveerd aan een specifiek doel te werken. Zonder actief aan de slag te kunnen met het geleerde en de afwezigheid van effectieve feedbackkanalen blijken mensen niet in staat om gedrag aan te passen of om zich nieuw gedrag eigen te maken.
Concrete ervaring
Doener
Actief experimenteren
Beslisser Beschouwer
Reflectieve observatie
Denker
Abstracte conceptualisatie
Figuur 2. Leerstijlen van Kolb
Een tweede nadeel dat de uniforme planning van leerprogramma’s met zich meebrengt is dat trainingen vaak worden aangeboden gedurende één dag of een paar aaneengesloten dagen. In deze specifieke periode wordt de medewerker ondergedompeld in nieuwe informatie om vervolgens weer terug te keren naar de werkplek en de dagelijkse werkzaamheden te hervatten. Het spacing effect uit de psychologie leert ons dat de kans dat nieuwe informatie in ons langetermijngeheugen wordt opgenomen - en we ons die dus blijven herinneren - toeneemt wanneer studiesessies in een bepaalde periode opeenvolgend plaatsvinden in plaats van op één moment aaneengesloten. Organisaties zouden meer rendement kunnen halen uit hun trainingen als ze verspreid zouden worden over een langere tijdsperiode.
Do’s voor leren in organisaties
Besproken theorieën en modellen geven organisaties praktische handvatten om leerprogramma’s effectief vorm te geven en optimaal rendement te kunnen halen uit L&D-investeringen. Een samenvatting van deze praktische tips:
1 Zorg voor relevantie Laat het onderwerp aansluiten bij individuele behoeften en actuele vraagstukken en uitdagingen waarmee de medewerker op dat moment te maken heeft.
2 Pas het geleerde direct toe Maak direct een koppeling tussen de nieuwe kennis en vaardigheden en de praktijk, door bijvoorbeeld praktijkopdrachten en real life-casussen en -projecten.
3 Bied meerdere leervormen aan Bied de leerstof in verschillende leervormen aan. Idealiter kan de medewerker zelf kiezen op welke wijze hij of zij zich de nieuwe kennis en vaardigheden eigen maakt.
4 Houd rekening met leerniveaus Stem de leerstof en -methoden af op de leerniveaus van de deelnemers. Bied het gehele leerprogramma op hetzelfde niveau aan.
5 Geef feedback Zorg voor frequente en waardevolle feedback, bijvoorbeeld als onderdeel van evaluatiegesprekken of via moderne technologieën als apps en instant messaging.
6 Zorg voor herhaling Maak meerdere leermomenten onderdeel van het leerprogramma, bijvoorbeeld door fysieke of virtuele terugkomdagen of intervisie met collega’s.
Ieder mens is uniek
Ook het unieke individu heeft invloed op het wel of niet slagen van een leerprogramma. Ieder mens leert namelijk op een andere manier. De klassieke leerstijlentheorie van Kolb beschrijft dat elke persoon een individuele voorkeursstijl heeft voor het leren van nieuwe kennis en vaardigheden. Waar de ene persoon het beste leert door actief te experimenteren en concreet te ervaren, geeft een ander de voo rkeur aan conceptualiseren en reflecteren. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om binnen één trainingsprogramma rekening te houden met verschillende leerstijlen en leerniveaus; de leerstof wordt vaak, omwille van kosten, tijd en efficiëntie, met eenzelfde methode aan een groep mensen aangeboden. Hierdoor zal het leereffect dus niet voor iedereen even groot zijn.
Leren om de juiste redenen
Tot slot speelt de reden voor het willen leren een rol bij het bepalen van het succes van een leerprogramma. Een mogelijke promotie of salarisverhoging, het behoud van een professionele certificering of het uitbreiden van het eigen curriculum vitae zijn veelgehoorde argumenten om een training of opleiding te volgen. Hoewel begrijpelijk, blijkt uit deze argumentatie niet de intrinsieke motivatie om te leren, maar is het een means to an end. Ook dit is niet bevorderlijk voor het zich daadwerkelijk eigen maken van nieuwe kennis en vaardigheden. Zodra het werkelijke doel immers bereikt is, verdwijnt de noodzaak om het geleerde te behouden, en zullen we snel vergeten.
Monumentale gebouwen met historische én moderne waarde
Jonathan Jukema directeur Stichting Monumentenfonds Curaçao
Curaçao kent veel monumentale panden met een rijke historie en grote economische waarde. Toeristen vinden het prachtig, bedrijven maken er statige kantoren van en ondernemers starten er karakteristieke hotels. Toch is er nog steeds sprake van veel leegstand. Met snelle achteruitgang van de staat van die monumenten als gevolg. Coaching Magazine sprak met Jonathan Jukema, directeur Stichting Monumentenfonds Curaçao en ondernemer Clayton Lasten van Bario Hotel in Ser’i Otrobanda.
Tekst Lise Anna Janson ‘M onument’ is een beschermde status die door de overheid aan panden wordt toegekend. De overheid richtte in 1992 Stichting Monumentenfonds Curaçao op om het herstel en behoud van Curaçaose monumenten te bevorderen. Sindsdien heeft de stichting ongeveer 225 restauraties gefinancierd.
‘Wij verstrekken restauratiefinancieringen in de vorm van subsidies en leningen aan particulieren en organisaties. Voorwaarde daarbij is dat het Monumentenfonds de restauratie begeleidt en adviseert met betrekking tot de monumentale aspecten. We houden een lijst bij met deskundige architecten en restaurateurs die restauraties kunnen uitvoeren. Deze lijst is echter niet statisch. We moedigen nieuwe professionals juist aan deze sector te betreden. Zo is er een speciale subsidiemogelijkheid voor een leertraject voor jongeren. Doel is de lijst met deskundigen uit te breiden en te verjongen’, aldus Jukema. Het Monumentenfonds maakt samen met de uitvoeringsorganisatie Ruimtelijke Ordening en Planning (van het ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning), de Faculty of Engineering van de University of Curaçao en het Kadaster een inventarisatie van de staat van het onderhoud van de monumenten. ‘Tegelijkertijd zoeken we contact met de eigenaren over hun plannen met betrekking tot onderhoud of restauratie’, vervolgt Jukema. ‘We zijn daarbij aan het experimenteren met
IJzerstraat 59-61
het aanbieden van een haalbaarheidsscan voor restauratieplannen. Het is belangrijk om een duidelijke businesscase uit te werken waarin alle benodigde kosten voor de restauratie, het onderhoud, en mogelijke subsidie- en leningberekeningen realistisch zijn meegenomen. Met onze expertise kunnen wij hierbij helpen. Zo proberen we eigenaren over de streep te trekken iets met hun “juweeltje” te doen.’ Historisch Willemstad staat sinds december 1997 op de Unesco Werelderfgoedlijst. ‘Dit kan fungeren als toeristische trekpleister. Maar de status is niet vrijblijvend’, benadrukt Jukema. ‘Als we deze status willen behouden, moeten we blijven investeren in ons erfgoed. Het Managementplan voor Historisch Willemstad geeft duidelijke richtlijnen over wat ons te doen staat, maar moet nog handen en voeten krijgen in de praktijk.’
Inspelen op mogelijkheden en ontwikkelingen
Gebruik van de monumenten is van groot belang. Leegstand creëert achteruitgang van de panden en kan bovendien een negatief effect hebben op de omgeving. ‘Monumenten moeten in leven blijven en dat creëer je enkel door gebruik. Bovendien kan goed gebruik van toonaangevende monumenten, zogenaamde “landmarks”, fungeren als vliegwiel voor de revitalisatie van een stadswijk’, vertelt Jukema. ‘Een mogelijkheid is het wonen boven winkels in de monumentale panden van Punda’, oppert Jukema. Zo kan je nieuwe woonmogelijkheden creëren voor bijvoorbeeld young professionals, en ga je de leegstand in de binnenstad tegen. Hiervoor is het, in sommige gevallen, wel nodig dat men bepaalde aanpassingen maakt in bijvoorbeeld de gevels van de monumenten. Dit is nodig om met de tijd mee te kunnen gaan. Samenwerking tussen de verschillende betrokken instanties is hierbij essentieel.’ ‘Door een initiatief als Kaya Kaya zie je dat er een beweging op gang komt. Verschillende mensen
Curaçaostraat 34
OTROBANDA
Florencestraat 9
zijn zo bij Monumentenfonds gekomen om te informeren naar bepaalde monumenten in die wijk’, stelt Jukema. Samen met Raygen Zuiverloon en Kurt Schoop organiseerde Clayton Lasten in 2018 voor het eerst de streetparty Kaya Kaya. De ontwikkeling van de wijk staat centraal. Eind vorig jaar kreeg het team van Kaya Kaya toestemming van de private Stichting Monumentenzorg om drie maanden een leegstaand monumentaal pand in de Hoogstraat te gebruiken als tijdelijk kantoor. ‘Zo’n oplossing past perfect bij wat wij willen promoten’, aldus Lasten. ‘Het monument heeft een artistieke uitstraling, het straalt direct sfeer uit. Ook toont het wat rafelige randjes zoals vocht op de muren. Juist de schoonheid van de imperfectie willen wij tonen. En wat er allemaal mogelijk is op dit soort plekken.’
OTROBANDA
Schrijnwerkerstraat 12-14
Groenesteeg 4
Pietermaaiweg 56
PIETERMAAI
Pietermaaiweg 85
Clayton Lasten Bario Hotel
Monumenten vertellen over onze cultuur en geschiedenis
Schoop en Lasten startten in mei 2019 Bario Hotel, bestaande uit 28 karakteristieke appartementen en kamers verspreid over een deel van Ser’i Otrobanda. ‘Kurt verhuurde al enkele appartementen aan toeristen en sprak met twee eigenaren over diverse monumentale panden die werden gerenoveerd. We kozen ervoor de verschillende gebouwen samen te brengen in een nieuw concept: Bario Hotel. We hebben een hoofdlocatie waar onze receptie is. Vanaf daar wijzen we onze gasten de verschillende locaties in de wijk waar zij verblijven’, aldus Lasten.
‘De monumenten zijn indrukwekkende gebouwen. En als je goed kijkt toont het ook ons land en wie wij zijn. In details van de huizen, zoals de gevels, zie je de historie van Curaçao terug’, vertelt Lasten. ‘Met alles wat wij doen willen wij
onze gasten Curaçao laten ervaren. Onze cultuur, geschiedenis, de verschillende wijken, de fantastische monumentale bouw, de talen die we spreken, de muziek, de feesten die we vieren, de diverse dansstijlen, het eten. En zo kan ik nog wel even doorgaan! Dat is de rijkdom van het Curaçaose leven. En dat is wat wij onze gasten graag meegeven als zij bij ons verblijven.’
‘Het is belangrijk om onze gasten te vertellen over de geschiedenis, de bouw en het restauratieproces van de panden. Zo ontstaat er begrip en waardering voor hetgeen zij zien. Als we bijvoorbeeld uitleggen dat de muren blijven “leven” door het koraal, zeezand en zout dat gebruikt is, zijn die paar vochtplekken op de muren ineens geen probleem meer’, vertelt Lasten.
Wonen of werken in een monumentaal pand kent ook de nodige uitdagingen. Tijdens het restauratie- en onderhoudsproces dient er rekening te worden gehouden met regelgeving rond monumentale gebouwen. ‘Gebruiks- en onderhoudskosten zijn daarbij erg hoog’, stelt Lasten. ‘Een simpel voorbeeld is het aanleggen van ons wifinetwerk. Voordat gasten hebben gevraagd waar het centrum is, vragen ze naar de wificode. Een goed functionerend netwerk is essentieel. Maar in een van onze panden, met acht kamers, hebben we twaalf ontvangsystemen nodig om het bereik goed te krijgen door de dikte van de muren.’
Toegankelijkheid
Een veelbesproken onderwerp is de toegankelijkheid van monumenten. Jukema en Lasten zijn het er beiden over eens dat dit van groot belang is. Lasten licht toe: ‘Belangrijk uitgangspunt van Bario Hotel is juist de toegankelijkheid. We zitten in een wijk, werken voornamelijk met buurtbewoners, en verwelkomen graag Curaçaoënaars om binnen te wandelen, rond te kijken, een drankje te doen bij onze bar, of te blijven overnachten. Het is geweldig om alle herinneringen van mensen te horen die bijvoorbeeld zijn grootgebracht in een van de monumenten.’
BARIO HOTEL
BUITENGEBIED
SCHARLOO 44
Bargestraat
Montaña Rey 231
Facts & Figures Stichting Monumentenfonds Curaçao (MFC) • Curaçao kent 870 monumenten. - Ongeveer de helft hiervan verkeert in goede staat van onderhoud. • MFC adviseert de klanten over alle aspecten van de monumentenrestauratie en faciliteert de aanvraag van de benodigde monumentenvergunning. • MFC biedt subsidies en leningen. - Indien gebruik wordt gemaakt van subsidie via MFC, moet een gedeelte van de restauratiekosten bij MFC worden geleend, tegen een rentepercentage van 6,5%. - Subsidies gelden alleen voor de subsidiabele kosten. - Een monument met woonfunctie heeft recht op 60% subsidie. - Een monument met een commerciële functie heeft recht op 40% subsidie. - MFC biedt ook zonder subsidie een laagrentende leningcombinatie. - Het leningspercentage voor de subsidiabele kosten is 2%. - Het leningspercentage voor de overige kosten is 4,5% • Een restauratiefinanciering dient te zijn aangevraagd voordat het project wordt uitgevoerd. • Na oplevering van het project start de aflossing van de lening. - Tijdens het restauratieproces wordt er 6% bouwrente gerekend.
Organisaties gericht op behoud van cultureel erfgoed Curaçao • Stichting Monumentenzorg Curaçao • Stichting Monumentenfonds Curaçao • Uitvoeringsorganisatie Ruimtelijke Ordening en Planning, van Ministerie van Verkeer,
Vervoer en Ruimtelijke Planning • Monumentenraad Curaçao • N.V. Stadsherstel Willemstad • Fundashon Pro Monumento • Stichting National Archaeological
Anthropological Memory Management -
NAAM • Documentation and Conservation of the
Modern Movement - DOCOMOMO