Vaktijdschrift voor leerkrachten niet-confessionele zedenleer van het lager onderwijs
91
Driemaandelijks tijdschrift jaargang 23 nr 91 maart,april,mei 2019 Afgiftekantoor 1840 Londerzeel - P209292
V. U . : F I L I P D E B R A B A N D E R E , K N O B B A A R D S T R A A T 6 , 8 8 7 0 I Z E G E M
SAMEN
Een waaier van levensÂbeschouwingen
identiteit in dialoog
91
SAMEN
Samenspel is een vaktijdschrift voor leerkrachten nietconfessionele zedenleer lager onderwijs, uitgegeven door SAMENSPEL NCZ vzw.
EINDREDACTIE
Martine Konings KERNREDACTIE
Christel Birchen, Nancy Brouckmans, Martine Konings, Anouk Leys, Marlene Stevens , Tineke Vanlens, Inge Vrijdags VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Filip Debrabandere, Knobbaardstraat 6, 8870 Izegem lu’cifer NV Drukkerij Verbeke - Gent
VORMGEVING DRUK
ABONNEMENT
€ 40 per jaargang Te storten op het rekeningnummer van Samenspel NCZ vzw IBAN: BE10 0015 4702 4304 BIC: GEBABEBB Gelieve bij verlenging van uw abonnement uw abonneenummer te willen vermelden + jaargang. Voor een nieuw abonnement graag eerst een e-mail naar: filip.debrabandere@pandora.be of via de website: www.samenspelncz.be over bestelbonnen en met opmerkingen kan U terecht bij de abonnementendienst: SAMENSPEL NCZ vzw, p/a Knobbaardstraat 6, 8870 Izegem. filip.debrabandere@pandora.be
VOOR VERDERE VRAGEN
De artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
Een waaier van levensbeschouwingen: identiteit in dialoog
38
Levensbeschouwingen door kinderogen [ K R I S T I E N B U Y L E ] Kunst en levensbeschouwing…in verhouding [ L E S L I E R O S S E A U ] Muziek Van Altijd En Overal [ N ATA L I E M A R I J N I S S E N ] Architectuur en levensbeschouwing [ E L I N E O U W E N D I J K ] ILC Gluren bij de buren [ D A V I D N A U W E L A E R S ] Begroetingen [ T I N E K E V A N L E N S ] ILC De levensbeschouwelijke koffer [ D A V I D N A U W E L A E R S ]
42
De Oken, Poken en Token-inleefspel
4 8 16 20 24 28
[NADINE DE ROOVER]
DECEMBER 2018
1 Identiteit
De wereld is van iedereen Dit is voor de misfits die je her en der alleen ziet staan. Die onder straatlantaarns eten en drinken bij de volle maan. Dit is voor degene die je overal herkent. Het leven is voor jou en mij, want dit is ons moment. En ik hef het glas op jouw gezondheid, want jij staat niet alleen. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. The Scene
2 Vrijzinnig humanisme In die wereld groeien kinderen op en zoeken zij een plaats om te kunnen leven, samenleven, met anderen. Levensbeschouwing gaat over het hele leven; het gaat over aandacht besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen. Dit met gevoel, verstand en verbeelding. Als we de wereldburgers van morgen tools willen aanreiken en begeleiden op hun weg naar volwassenheid dan moeten we hen een open en onderzoekende houding aanleren.
Zodat ze over de eigen muurtjes heen willen kijken en genoeg verwondering hebben om anderen te respecteren. Dit als bijdrage aan de samenleving, om geïnspireerd en geïnteresseerd in elkaar te raken, elkaar voor vol aan te zien en om de wereld hoopvol te aanschouwen. Een verrijking van hun leven en verbreding van hun horizon. De lessen in dit nummer kunnen een aanzet zijn voor een kader met een gemeenschappelijke moraal en ruimte voor verwondering, diversiteit en respect. Om te onderzoeken en na te denken hoe verschillende levensbeschouwingen omgaan met levens- en zingevingsvragen. Om verschillende levensbeschouwelijke tradities te waarderen en zelf,over eigen levensbeschouwelijke gebruiken en tradities te durven en kunnen vertellen.
3 Samenleven, democratie en burgerschap
Een waaier levens waaiervan van 44 Een beschouwingen: levens beschouwingen: identiteit inindialoog identiteit dialoog
5 Economie 6 Wetenschap 7 Milieu 8 Kunst 9 Communicatie en media
|
3
Levensbeschouwingen
door
3
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 6 lestijden
D E G RA A D
Beginsituatie: Het is van belang om zoveel mogelijk verschillende attributen in verband met de diverse rituelen te verzamelen. Dit kunnen voorwerpen maar ook foto’s zijn. Alleen zo kan je een breed en open gesprek voeren en mogelijke interpretaties en variaties belichten. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
THEMA’S
>>deel 1 klasopdrachten: twee lesuren >>deel 2 groepsopdracht: twee lesuren >>deel 3 toonmoment: twee lesuren >>lesfiche en >>evaluatieblad
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN
PRO C ESDOE LEN
>>kringgesprek >>duo-opdracht >>klasgesprek >>groepsopdracht
AUTONOMIE
>>4.1 Kennismaken met verschillende levensbeschouwingen >>4.2 Gebruiken, feesten en symbolen in diverse
culturen en levensbeschouwingen
>>vrij en zelfstandig denken en handelen
MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
NODIG
4
I NH OUD
Inleiding: In het dagelijkse leven van kinderen komen er veel dingen aan bod die deel uitmaken van gewoontes en tradities binnen een gezin of familie. Ze zijn zich hiervan niet altijd bewust en deze dingen zijn niet altijd terug te vinden in andere gezinnen. Vanuit hun eigen perspectief ervaren ze deze rituelen of gewoontes dikwijls als normaal. Door dit samen te bespreken en kinderen vanuit hun eigen ervaring te laten vertellen krijgen ze waardering en respect voor elkaar.
VOORBEREIDING
>>Vormen van afwijzend of waarderend gedrag op
het anders zijn van mensen herkennen.
>>Erkennen en leren kritische nadenken over de betekenis
en de symboliek van bepaalde feesten en/of bepaalde gebruiken in diverse culturen en levensbeschouwingen.
>>Beschouwend kijken naar verschillende
levensbeschouwingen en gestimuleerd worden om aspecten van het dagelijkse leven te beschouwen vanuit verschillende levensbeschouwelijke perspectieven.
>>Het positief kunnen waarderen van verschillende
levensbeschouwelijke tradities en tegelijkertijd zelfbewust durven vertellen over de eigen levensbeschouwelijke gebruiken en tradities.
>>Levensbeschouwelijke diversiteit kunnen ervaren als een
bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>leerkracht zoekt een maand vooraf verschillende
attributen i.v.m. verschillende rituelen.
>>woordkaartjes op gekleurd papier >>4 enveloppen met 4 verknipte zinnen
MATERIAAL
>>evaluatiewerkblad (bijlage) zie website
MAART 2019
|
5
kinderogen lesverloop > Deel 1 : Klasopdrachten
AC
TI
5 VI
TEI T
1
Instap: groepsopdracht met kringgesprek
De leerlingen worden in groepjes verdeeld (4 groepen) en krijgen ieder één enveloppe met één verknipte zin: >> Een levensbeschouwing is een visie op het leven
en alle daarbij horende levensvragen >> Een levensbeschouwing bepaalt hoe je in het
leven staat en welke waarden belangrijk zijn >> Een levensbeschouwing is niet altijd gelijk
aan een godsdienst, want vrijzinnigen denken zelf na hoe ze hun leven willen leiden >> Een levensbeschouwing omvat vele aspecten
van het leven: hoe kijken we aan tegen geboorte, huwelijk en de dood? >> Wanneer de zinnen gevonden zijn, worden
ze voorgelezen aan de rest van de klas en besproken in de kring
Nabespreking: Wat is een levensvraag eigenlijk? >> Geef eens een voorbeeld
van een waarde. >> Wat is het verschil tussen
godsdienst en vrijzinnigheid? >> Hoe worden de rituelen
zoals geboorte, huwelijk, een afscheid gevierd? >> Geef eens een voorbeeld.
6
TEI T
2
TI
VI
AC
AC
TI
R i t u e l e n Partnerwerk en overleg Uitdieping van de verschillende feesten, rituelen, gebruiken, …
In de klas liggen er op vier tafels verschillende attributen die te maken hebben met volgende rituelen: >> Geboorte: babypop,
geboortekaartje, fopspeen … >> Huwelijk: sluier, ringen,
bruidsboeket … >> Overgangsfeesten: een
uitnodiging, ingepakt cadeau, diploma … >> Afscheid na de dood: doodsbrief,
foto in kader, doodsprentje …
Vooraf: Woordkaartjes worden in verschillende kleuren (per duo) afgedrukt en verdeeld onder de lln. De leerlingen krijgen een set woordkaartjes per twee en leggen ze op de juiste tafel. Ze overleggen eerst samen waar de kaartjes thuishoren.
MOGELIJKE K A ARTJES:
++ suikerbonen ++ geboortekaartje ++ wettelijk huwelijk ++ kerk ++ urne ++ trouwboekje ++ diploma ++ kleuterschool ++ samenwonen ++ middelbaar ++ puberteit ++ verliefd ++ muziek ++ crematie ++ bloemen ++ kaarsen ++ taart ++ 12 jaar ++ familie ++ zingen ++ besnijdenis ++ haarpluk ++ graf ++ meter en peter ++ 6 jaar ++ bidden ++ …
VI
TEI T
3
Nabespreking
De leerkracht en de leerlingen wandelen langs de tafels en overlopen samen de gelegde woordkaartjes. Ze bespreken waarom ze een kaartje bij een bepaald ritueel hebben gelegd. De leerkracht begeleidt de leerlingen hierbij en laat hen inzien dat er meerdere opties mogelijk zijn. Ook besluiten ze samen dat er niet op alle tafels evenveel kaartjes liggen. Verschillende interpretaties zijn mogelijk en worden besproken.
MAART 2019
|
7
VI
TEI T
1
AC
TI
Deel 2 : Groepsopdracht Voorbereiden van een tentoonstelling
Per ritueel wordt de klas in 4 nieuwe groepen verdeeld. Elke groep krijgt de opdracht om zich te verdiepen in één ritueel. Ze zoeken materiaal, voorbeelden, teksten, voorwerpen, foto’s e.a. om een voorstelling van hun ritueel te geven. De leerkracht geeft bronnen mee ter inspiratie: websites, filmmateriaal, boeken …
MOGELIJKE SITES:
++ https://onderwijs.hetarchief.be/collecties/770371 ++ http://www.erfgoedcelbrugge.be/images/ filelib/FolderDEF_1248.pdf ++ https://www.cmo.nl/pdf/smo/feestenenrituelen.pdf ++ https://www.lieveblancquaert.be/portfolio ++ …
VI
TEI T
1
AC
TI
Deel 3: Toonmoment en evaluatie Voorstellen van tentoonstelling door “andere” kinderogen
De voorgaande opdrachten kunnen ook door de andere collega’s van de levensbeschouwelijke vakken worden uitgevoerd indien je dit thema als ILC-project zou uitwerken. Na de voorbereidingen voegt iedere klas zijn materiaal samen en wordt er een kleine tentoonstelling opgesteld die door de hele school en ouders kan bekeken worden.
AC
TI
Kinderen vertellen aan elkaar over hun ontdekkingen en bevindingen.
VI
TEI T
2
Evaluatie (zie bijlage)
Alle leerlingen krijgen een werkblad en vullen het naar eigen gevoel en mening in.
7
3
V OORBE RE IDING & TIJD > afhankelijk van de gekozen activiteiten
D E G RA A D
Deze les(sen) trachten, met de nadruk op ‘beeldende’ kunst, een levensbeschouwelijk inhoudelijke en historische kijk op kunstwerken voor de leerlingen te schetsen, alsook om zelf de handen uit de mouwen te steken en ‘geëngageerde’ kunstwerkjes te maken. De activiteiten beperken zich bewust tot een aantal van de voor de leerlingen beter gekende levensbeschouwingen, maar kunnen op eigen initiatief aangevuld worden, , , En dit geldt natuurlijk ook voor de voorgestelde knutseltechnieken. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>kringgesprek, leergesprek,
THEMA’S
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN
PR O CE SDO ELEN
filosoferen, beschouwen, knutselen
AUTONOMIE
NODIG
8
I NH OUD
en
>>vrij en zelfstandig
denken en handelen HUMANISEREN >>van het samenleven met anderen
KENNIS
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>bijlage: foto’s kunstwerken en kunstenaars
>>Leven in een levensbeschouwelijk diverse samenleving
>>Ontdekken hoe verschillende achtergronden tot
anders denken en handelen kunnen leiden en leren vanuit dit inzicht eigen opvattingen te ontwikkelen.
>>Elkaars culturele en levensbeschouwelijke
achtergrond verkennen.
>>Weten dat verschillende sociale, culturele en
levensbeschouwelijke groepen verschillende waarden en normen bezitten.
>>vooraf een bezoekje aan een museum, tentoonstelling of
gebedshuis om betreffende ‘religieuze’ kunst te beschouwen, kan de verwondering versterken en zo een meerwaarde zijn alvorens de lessen te starten. Uiteraard kan je ook gewoon het nodige fotomateriaal bij elkaar zoeken.
>> glasraam: schaar, passer, lijm, vele kleurtjes zijdepapier >>A4 of A3 zwart papier (het liefst iets
dikker dan normaal printpapier)
>>zoutmandala:zout, gekleurd (stoep)krijt, sjablonen, lijm >>kalligrafie: wasknijpers (gebruik nieuwe wasknijpers
want oude knijpers zijn vettig geworden van de handen en nemen geen inkt op en geven het ook niet af) >>ecoline (verdund), keukenpapier, kladbladen om op te oefenen, stevige tekenbladen >>bakjes om de potjes of flesjes verdunde Ecoline in te doen >>sculpturen:wat kan: een oude houten plank, liefst uit puur hout, niet gelamineerd, een vork, een mes, een schaar, tandenstokers, friscostokjes, een knoflookpers, uitsteekvormpjes, een deegrol... en je eigen handen natuurlijk!
MAART 2019
|
9
levensbeschouwing
AC
TI
Beginsituatie: voor een héél lange tijd werd (wordt) de westerse kunst gedomineerd door vooral religieuze en kerkelijke kunstwerken. Rubens, Rembrandt, van Eyck, om er maar een paar te noemen, genieten wereldfaam dankzij hun prachtige ‘christelijke’ schilderijen. Maar wat maakt een kunstvoorwerp tot religieuze kunst? Hoe is de verhouding tussen kunst en levensbeschouwingen? Is er in onze moderne, geseculariseerde samenleving nog wel plaats voor ‘levensbeschouwelijke’ kunst? Moet een kunstenaar een welbepaalde levensbeschouwing aanhangen om in zijn werk levensbeschouwelijke diepgang te verkrijgen?
VI
TEI T
1
Filosofisch gesprek
De leerkracht toont de leerlingen, naast elkaar, het werk ‘de Kruisafneming’ van P.P. Rubens en het werk van Sam Dillemans. Samen beschouwen ze de werken en kan een filosofisch gesprek over kunst ontstaan. >> Vind je deze werken mooi? >> Welk gevoel krijg je bij het
bekijken van deze werken? >> De welke vind je het mooist? >> Waarom vind je ze mooi/ niet mooi? >> Zie je de gelijkenis tussen
beide werken? >> Vind je beide schilderijen
kunstwerken? >> Waarom/wel niet? >> Wat maakt een werk tot kunst? >> Weet je of de werken een
betekenis hebben? >> …
9
TI
AC
VI
TEI T
2
Leergesprek
De leerkracht houdt een leergesprek waarin hij /zij de kunstenaars van beide werken kort belicht en hun motivatie en/of inspiratie om de schilderijen te maken. De titel van Rubens’ werk is ‘de Kruisafneming’ en toont Jezus’ vrienden die het dode bleke lichaam van het kruis hebben losgemaakt, hem voorzichtig laten zakken en in een lijkwade hullen.
10
De Antwerpenaar Peter Paul Rubens was in de jaren 1600-1640 een ongelooflijk succesvolle kunstschilder. Hij heeft de kunstgeschiedenis veranderd. Alle grote musea in de wereld hebben werk van Rubens in huis. Zoals vele kunstenaars in zijn tijd, schilderde men vaak in opdracht. Vaak waren die opdrachtgevers vorsten, edellieden, gilden, maar even vaak de katholieke kerk. Hoewel Rubens ook wordt beschouwd als een katholiek gelovig man, werd dit werk geschilderd in opdracht van een ‘Kolveniersgilde’ en besteld in een sfeer van een heropstanding van het rooms katholieke geloof. De in Antwerpen wonende Sam Dillemans is een hedendaags Belgisch kunstschilder. Na zich jaren te hebben toegelegd op het kopiëren en bestuderen van oude meesters (waaronder Rubens) schildert hij volledig in zijn eigen stijl een aantal werken geïnspireerd op
bekende schilderijen van Peter Paul Rubens zoals ‘de Kruisafneming’. Het is een vertaling van het origineel, heel eigenzinnig en hedendaags, maar met groot respect voor de meester. In 2018 schonk de kunstenaar het werk ‘Hommage aan Rubens: de Kruisafneming’ van 2003 aan de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Het hangt naast Rubens kruisafneming in de zuidelijke zijbeuk. Hoewel Dillemans zichzelf niet beschouwd als een gelovig man, werd hij tijdens het creëren van dit werk overvallen door een euforie, een passie, een extatisch gevoel, een ander soort aandacht waarbij het schilderen overging in een sacrale dans.
De leerkracht stelt nog een aantal vragen m.b.t. de inhoud en thematiek van de werken en de motivatie van beide kunstenaars. >> Zijn dit religieuze kunstwerken? Waarom wel/niet? >> Zijn de kunstenaars religieuze mensen?
Waarom wel/niet? >> Wat maakt een kunstvoorwerp tot religieuze kunst? >> Heeft religie kunst nodig? Of omgekeerd,
heeft kunst religie nodig?
AC
TI
MAART 2019
VI
|
11
TEI T
3
Kerkelijke kunst: gebrandschilderde ramen
De leerkracht toont de leerlingen een glasraam (afbeelding). Samen beschouwen ze deze en kan een filosofisch gesprek over deze kunstvorm ontstaan. >> Vind je deze glasramen
mooi? Welk gevoel krijg je bij het bekijken van deze ramen? Waarom vind je ze mooi/ niet mooi? >> Vind je dat deze glasramen
kunstwerken zijn? Waarom/wel niet? >> Weet je of de werken een
betekenis hebben?
Handen uit de mouwen: glasraam van zijdepapier BENODIGDHEDEN: >> A4 of A3 zwart papier (het liefst iets dikker dan normaal printpapier) >> Schaar >> Passer >> Lijm (vloeibare kinderlijm of een lijmstick) >> Vele kleurtjes zijdepapier
ZO MA AK JE HET GLASRA AM VAN ZIJDEPAPIER: >> Teken met de passer een grote cirkel op het zwarte papier. Hoe groter de
cirkel, hoe groter het glasraam van zijdepapier zal zijn. Teken een cirkel met een kleinere straal (ongeveer 1,5 cm minder groot). Knip de grote cirkel uit. >> Vouw de cirkel nu in twee en vouw daarna nog twee keer in het
De leerkracht houdt een leergesprek waarin hij /zij de ontstaansgeschiedenis van gebrandschilderde glasramen kort belicht. Vroeger was kunst functioneel voor de godsdienst. Kunst was een onlosmakelijk onderdeel van de katholieke eredienst en het katholieke leven. Kunst moest het leven van Jezus en andere Bijbelse taferelen verbeelden want deze moesten steeds opnieuw aan de mensen getoond en verteld worden omdat veel gelovigen ongeletterd waren. Door de gebrandschilderde ramen, schilderingen en beeldhouwwerken konden zij toch kennis nemen van het geloofsgoed. Dat heette dan wel religieuze kunst, maar in feite was het veeleer een kunstige vorm van lesgeven. Daarnaast was de rol van de kunstenaar eerder die van degene die door zijn of haar schepping iets uitdrukt van de religieuze ervaring: ontzag, eerbied enerzijds; de ontroering en herkenning anderzijds. Om zo tot een ander soort aandacht te komen.
midden, zodat je een pizzapunt overhoudt. De durvers beginnen nu vormen uit de pizzapunt te knippen. Heb je niet zo’n vertrouwen in je spontane knutselvaardigheden? Dan kun je met potlood een tekening maken voordat je met je schaar aan de slag gaat. Tip: blijf steeds binnen de kleine cirkel zodat je een mooie rand overhoudt, maak geen te fijne figuren en knip zoveel mogelijk zwart weg. >> Vouw de cirkel terug open. Nu zou je een mooi gelijkmatige
cirkel met allemaal gekke gaten in moeten hebben. >> Knip het zijdepapier in vierkantjes van 3 x 3 cm. Als ze iets
groter of kleiner zijn, is dat geen probleem. >> Nu kunnen je leerlingen aan de slag. Leg het papier met het potloodrandje
omhoog op tafel. Toon je kinderen dat je eerst een beetje lijm op de zwarte rand doet en dat je daarna een stukje papier erop kleeft. Kleef daarna andere kleurtjes papier zodat de openingen gevuld worden. Gebruik eventueel ook wat lijm op al geplaatste stukjes papier zodat het een stevig geheel wordt. Even laten drogen en je kunt het glasraam van zijdepapier tegen het raam hangen! De leerlingen beschouwen elkaars werk en drukken hun appreciatie uit.
11
TI
AC
VI
TEI T
4
Boeddhistische kunst: zandmandala’s
De leerkracht toont de leerlingen een filmpje van Tibetaanse monniken die werken aan een zandmandala. (https:// www.youtube.com/watch?v=9Rnd3sElZX4). Samen beschouwen ze dit ‘creëren’ en kan een filosofisch gesprek over deze kunstvorm ontstaan. >> Vind je deze mandala
mooi? Waarom vind je ze mooi/ niet mooi? >> Welk gevoel krijg je bij het
12
bekijken van deze monniken en hun werk? >> Vind je dat mandala’s kunstwerken
zijn? Waarom/wel niet? >> Weet je of de werken een
betekenis hebben?
De leerkracht houdt een leergesprek waarin hij/zij de boeddhistische filosofie achter deze zandmandala’s kort belicht. De zandmandala is een kunstwerk dat geheel uit zand bestaat. Om het kunstwerk te maken wordt er gebruik gemaakt van onder andere kokers, schrapers en trechters. De monniken gebruiken diverse schalen om de kleuren in te kunnen bewaren. Men begint meestal eerst de lijnen en patronen vast te leggen alvorens de diverse vlakken in te kleuren. De structuren en paden die in het kunstwerk te ontdekken zijn kunnen vergeleken worden met een plattegrond. Ondanks dat er vaak meerdere monniken aan het kunstwerk werken neemt het veel tijd in beslag. Het maken van een zandmandala kan soms maandenlang duren. Dit komt omdat er vaak voorzichtig en geconcentreerd te werk wordt gegaan. Zandmandala’s staan volgens het Tibetaans boeddhisme voor positieve energie en het welzijn van iedereen die het kunstwerk kan aanschouwen. Wanneer het kunstwerk volledig tot stand is gekomen wordt het na het uitvoeren van rituelen vernietigd. Hiermee laten zij op een symbolische wijze zien dat niets permanent is.
Handen uit de mouwen: zoutmandala BENODIGDHEDEN >> Zout >> Gekleurd (stoep)krijt >> Lijm (vloeibare kinderlijm of een lijmstick) >> Sjablonen
ZO MA AK JE EEN MANDALA MET ZOUT: 1 Gekleurd zand imiteer je makkelijk door zout met krijtstof te mengen. Je
kan dit vooraf zelf doen, maar je kan ook kiezen om het samen met de leerlingen te doen. Bewaar de verschillende kleurtjes in aparte potjes. 2 Verzamel enkele mandala sjablonen en kleef ze op stevig
karton (kartonnen bordjes). Je kan er ook voor kiezen om de leerlingen zelf mandalapatronen te laten ontwerpen. 3 Vervolgens kunnen de leerlingen telkens een stukje van
hun mandala inlijmen en met een zelf gerold trechtertje het gekleurde zand strooien om de patronen in te kleuren. 4 Even laten drogen en het overtollige zout verwijderen. Klaar om
tentoon gesteld te worden! 5 Je kan er ook voor kiezen samen
met je leerlingen authentieker, dus zonder lijm, te werken. Waarna je, nadat de leerlingen een wens voor iemand geuit hebben, het kunstwerkje vernietigd door het weg te blazen. 6 De leerlingen beschouwen elkaars
werk en drukken hun appreciatie uit.
AC
TI
MAART 2019
VI
|
13
TEI T
5
Islamitische kunst: kalligrafie
De leerkracht toont de leerlingen een Koran (afbeelding) waarin kalligrafische ornamenten zijn aangebracht. Samen beschouwen ze deze en kan een filosofisch gesprek over deze kunstvorm ontstaan. >> Vind je deze versieringen
mooi? Waarom vind je ze mooi/ niet mooi? >> Vind je dat deze versieringen
kunstwerken zijn? Waarom/wel niet? >> Weet je of de werken een
betekenis hebben?
Handen uit de mouwen: kalligrafie BENODIGDHEDEN: >> Wasknijpers (gebruik nieuwe wasknijpers want oude knijpers zijn vettig
geworden van de handen en nemen geen inkt op en geven het ook niet af) >> Ecoline (verdund) >> Bakjes om de potjes of flesjes verdunde Ecoline in te doen >> Keukenpapier >> Kladbladen om op te oefenen >> Stevige tekenbladen
ZO SCHRIJF JE K ALLIGRAFISCHE LETTERS MET WASKNIJPERS: 1 Startopdracht: de leerlingen maken kennis met het materiaal en gaan
De leerkracht houdt een leergesprek waarin hij/zij de ontstaansgeschiedenis van de Islamitische kalligrafie kort belicht. Kalligrafie is het herschrijven of opschrijven van teksten in een mooi handschrift in een bepaalde stijl. Islamitische kalligrafie, ook bekend als Arabische kalligrafie, is de kunstzinnige vervaardiging van handschrift. Deze kunstvorm is gebaseerd op het Arabisch schrift. Kalligrafie is ontwikkeld als een schriftvorm om God aan te duiden. Het was immers niet toegestaan om God beeldend weer te geven. Men had voor deze islamitische kunstvorm een bijzondere eerbied, omdat ze gezien werd als het belangrijkste middel voor de doorgifte van de Koran. Figuratieve kunst werd verdacht van afgoderij. Dat leidde tot de opkomst van kalligrafie. Kalligrafie is onbetwist de meest vereerde vorm van islamitische kunst, omdat het Arabische schrift het instrument was om de inhoud van de Koran over te dragen. Dit heilige boek van de islam, de Koran, speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Arabische taal en daarmee ook van de kalligrafie van het Arabisch alfabet. Spreuken en complete passages uit de Koran vormen nog steeds een actieve bron voor de islamitische kalligrafie.
experimenteren met hun schrijfgereedschap (wasknijper). Hierbij ontdekken ze dat de stand van de wasknijper (draaien of niet-draaien) bepaalt hoe dik je lijnen worden. De leerlingen willen meestal na de basisstreken, ook letters schrijven. 2 Vervolgopdracht: de leerlingen gaan oefenen
in het letters schrijven (bijv. hun naam). Wijs de leerlingen erop dat er dan géén ‘lusletters’ geschreven worden. Kalligrafieletters worden altijd ‘onverbonden’ geschreven. 3 Opdracht: ‘Maak een boekenlegger en versier
hem met een kalligrafische boodschap’. Achteraf kunnen de boekenleggers gelamineerd worden. 4 De leerlingen beschouwen elkaars werk
en drukken hun appreciatie uit.
13
TI
AC
VI
TEI T
6
Humanistische kunst: beeldhouwwerken (sculpturen)
De leerkracht toont de leerlingen het beeldhouwwerk ‘De schrijdende man II’ van Alberto Giacometti. Samen beschouwen ze dit werk kan een filosofisch gesprek over deze kunstvorm ontstaan. (abstractie, surrealisme) >> Vind je dit beeldhouwwerk mooi? Waarom
vind je ze mooi/ niet mooi? >> Welk gevoel krijg je bij het bekijken van dit werk? >> Vind je dat dit een kunstwerk is? Waarom/wel niet? >> Weet je of de werken een betekenis hebben?
14
De leerkracht houdt een leergesprek waarin hij/zij de ontstaansgeschiedenis en de kunstenaar kort belicht. De Zwitserse kunstenaar Alberto Giacometti (1901 – 1966) maakte dit beeld op het eind van zijn carrière als kunstenaar, na tientallen jaren van perfectioneren van zijn eigen stijl. Voor hem werd kunst ook maatschappelijk engagement. Na de gruwelen van de tweede wereldoorlog was Giacometti zijn beelden steeds simpeler, langer en dunner gaan maken, als het ware aangevreten door krachten buiten hem. Het stelt de mens in vraag en wijst op zijn tekortkomingen en onvolmaaktheden. De ‘Schrijdende man’ is levensgroot (ongeveer 1,80) en toont de mens in al zijn kwetsbaarheid en eenzaamheid. Ondanks dat je het beeld zo groot is dat je het in de ogen kan kijken, blijft de blik altijd gericht in de verte. Het drukt de moeilijke weg uit die dit wezen, geboren met weinig natuurlijke bescherming en met cultuur als enig wapen, te gaan heeft op zoek naar een eigen zingeving. De mens is in deze reis ‘gedoemd’ om ‘vrij’ te zijn. De lange dunne werken van Alberto Giacometti behoren tot de meest beroemde en meest kostbare beeldhouwwerken van de moderne kunst. Het stelt, juist omgekeerd, de mens in vraag. Het wijst op zijn tekortkomingen en onvolmaaktheden.
De leerkracht houdt een leergesprek, waarin hij/zij tracht wat ‘humanistische kunst’ zou kunnen zijn, kort te belichten. In de kunst wordt ‘humanisme’ mooi uitgebeeld door de zogenaamde ‘Vitruviusman’ van Da Vinci, waarbij ‘De mens als maat van alle dingen’ wordt verbeeld. De mens staat centraal maar niets menselijks is hem vreemd, dus is hij ook zelfkritisch. ‘Humanistische kunst’ gaat dan in principe over menselijkheid en is een goed middel om humanistische waarden zichtbaar te maken (vrijheid van denken en handelen, zelfbeschikking, uitdrukking van lichamelijkheid, rechten van de mens, gelijkwaardigheid, respect voor diversiteit, inclusiviteit, dialoog, democratie …) zonder de artisticiteit in het gedrang te brengen. ‘Humanistische kunst’ kan een functie in de maatschappij vervullen. Het kan mensen een spiegel voorhouden, hen aan het denken zetten, ja soms zelfs een geweten schoppen.
MAART 2019
|
15
Handen uit de mouwen: sculpturen BENODIGDHEDEN: >> Wat kun je allemaal gebruiken? Een oude houten
plank, liefst uit puur hout, niet gelamineerd, een vork, een mes, een schaar, tandenstokers, friscostokjes, een knoflookpers, uitsteekvormpjes, een deegrol... en je eigen handen natuurlijk! >> Van 2 halve wasknijpers en een ijzerdraadje maak je
gemakkelijk een kleisnijder. Zo moet je niet graaien in de klei maar kun je de stukken netjes afsnijden. >> Klei en een schaaltje water.
ZO MA AK JE EEN SCULPTUUR MET KLEI: 1 Startopdracht: de leerlingen maken een keuze uit
de lijst van humanistische waarden en denken er even over na hoe ze die waarde met een sculptuur kunnen vormgeven. (Soms krijgt de waarde pas vorm terwijl je aan het boetseren bent). 2 De leerlingen maken kennis met het materiaal
en gaan dan experimenteren met hun blok klei. Besteed niet te veel aandacht aan technieken, het enige wat telt, is dat ze een stuk klei in handen nemen en er iets van boetseren. 3 De resultaten laat je drogen. Let er wel op
dat gedroogde klei heel breekbaar is. Als je geslaagde werken langer wilt bewaren, moeten ze gebakken worden. 4 De leerlingen beschouwen elkaars werk
en drukken hun appreciatie uit.
15
16
Muziek van altijd en overal
I N H OUD
MAART 2019
3
17
V O ORBE RE IDING > analyse liedfragmenten TIJD > tussendoortje
D E G RA A D
Muziek laat een indruk na, stemt tot nadenken en het ‘raakt’ de mens overal ter wereld. Muziek werkt inspirerend, ontspannend en bevat veel meer dan je met taal onder woorden kan brengen. Overal ter wereld wordt muziek gemaakt, welliswaar met eenzelfde taal van noten, verstaanbaar voor iedereen, soms vol met levensbeschouwelijke elementen. Maar onbekend maakt onbemind, daarom fijn om hiermee kennis te maken en onze culturele blik te verruimen. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>telkens 1 muziekfragment
THEMA’S
WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN KUNST
PRO CESDOELEN
beluisteren >>muziek-reflectie-boekje maken (eenmalig)
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
>>lesverloop voor de leerkracht >>bijlage cd-front- en backcover van de cd
>>4.2 Gebruiken (muziek) in diverse
culturen/ levensbeschouwingen
>>Eigen verbeelding/ creativiteit ontwikkelen -
zonder vooroordelen naar muziek luisteren.
denken en handelen MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
>>Erkennen en leren kritisch nadenken over
de betekenis en de symboliek van muziek in diverse culturen/ levensbeschouwingen.
>>Ervaren dat niet iedereen op dezelfde manier
door kunst/ muziek wordt aangesproken.
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
>>Respect tonen voor muzische expressie van mensen
behorende tot de eigen en/of andere culturen.
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
NO DIG
|
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>Levensbeschouwelijke/ culturele diversiteit ervaren als
een bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>Bij liedjes aangebracht door kinderen/ jezelf even bedenken
hoe je de lln. kan aanzetten tot dieper nadenken over de tekst.
>>Oud cd-doosje laten meebrengen. >>De fronts eruit halen en nieuwe erin steken (zie bijlagen). >>cd recto verso kopiëren (zie bijlagen).
17
VOORTA AK
18
Wat doet muziek met een mens?
Lkr. peilt naar de voorkennis van de kinderen. Wat is/ doet muziek? Wie maakt muziek? Wat is de bedoeling van muziek? Waaraan denk je als we het over muziek hebben? Is muziek overal en altijd aanwezig? Hoe lang bestaat muziek al? Muziek, in allerlei genres, maakt ongetwijfeld een deel uit van de leefwereld van kinderen. Het heeft een onschatbare waarde waar we ons misschien niet altijd bewust van zijn. Muziek is een middel om ons te identificeren/ onderscheiden van anderen, onze gevoelens, gedachten/ overtuigingen te uiten (zelfexpressie). Luisteren naar muziek doet nadenken over datgene dat niet op eender welke manier uitgedrukt kan worden. Liedjes onderzoeken kan ook levensbeschouwelijke aspecten blootleggen zodat we de levensvisie van de maker op het spoor komen. Ter afronding het kleine gedichtje lezen (frontcover) en mening hierover laten verwoorden.
TEI T
2
TI
1
VI
Nadenkertjes: opdrachten–waarop letten we tijdens het beluisteren?
Lkr. legt begrippen uit die moeilijk zijn voor leerlingen. Melodie, genre, oorsprong van een lied … De bedoeling is dat de leerlingen nadenken over een twee/ drietal vragen die ze vooraf zelf en/ of de leerkracht uitkiezen. WAT IS MIJN MENING? >> Volume: te luid, luid, goed,
zacht, te zacht >> Tempo: te snel, snel, aangenaam,
traag, te traag >> Melodie: mooi deuntje, blijft
hangen, klinkt eentonig >> Instrumenten: veel,
weinig, geen idee >> Is dit mijn smaak? Is dit
nummer dansbaar? Krijg ik inspiratie van deze muziek? + verantwoorden waarom. IK STEL MEZELF TELKENS VOLGENDE VRAGEN: >> Welke sfeer roept het liedje op? >> Welke gevoelens
worden geuit? >> In welke stemming zou ik het
liedje nogmaals beluisteren? >> Wil de maker een
boodschap overbrengen? >> Met welke intentie is dit
nummer gemaakt? >> Waar bevindt zich de
oorsprong van het liedje? >> Tot welk genre behoort
dit nummer?
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
De leerlingen nemen van thuis een oud cd-doosje mee. Ze halen de bestaande front- en backcover + bookled eruit en plaatsen de nieuwe (wel eerst naam en klas op de zijkant van de backcover schrijven vooraleer erin te steken). VI
TEI T
3
Beluisteren van muziekfragment
Tijdens het beluisteren schenken ze aandacht aan de door hen/ door de leerkracht uitgekozen aandachtspunten. Ze noteren niets op de cover. Ze proberen zo veel mogelijk te ervaren.
Eigen reflectie
De leerlingen knippen de cd uit. Recto verso kopiëren. De keerzijde heeft geen omtrek zodat je een mooi vlak krijgt. Ze kleuren na het beluisteren de bolletjes in die passen. Deze muziek maakt mij: blij, laat me koud, kippenvel, vreemd, grappig, wil ik nog wel eens horen, beangstigend, ontspannen, … Er is de mogelijkheid om zelf een woord in te vullen dat niet in de lijst staat. Ze duiden ook hun appreciatie aan voor het nummer: een like/ een dislike. Leerlingen (her)beluisteren het muziekfragment en toetsen hun vraagjes nogmaals af. Terwijl ze de opname voor de tweede keer horen, tekenen ze hun eigen ideeën, interpretatie, verbeelding/ fantasie, patronen die voor hen passen bij het nummer op de keerzijde van de papieren cd.
|
19
TEI T
5
Gesprek over de indrukken van het lied
Leerlingen overlopen elkaars antwoorden.
AC
4
VI
TI
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
MAART 2019
Gegevens van het lied (waar vinden op youtube, oorsprong en uitvoerder) beschrijven. Wie heeft, en waarom is, het nummer geschreven? Wie zingt het? Is het solo of een band? Waarover gaat de inhoud, denk je? Zitten er levensbeschouwelijke elementen in – thema’s die we met zedenleer behandelen (liefde, dood, gevoelens, geloof …)?
VI
TEI T
6
Slotactiviteit/ Evaluatie
De bedoeling is dat er per liedje een papieren cd wordt ingevuld. Ze worden in het doosje bewaard. Je kan ze dan bundelen met een paperclip. Zo creëer je een leuk aandenken aan de lessen wereldmuziek. Is je mening veranderd doordat je nadacht over de inhoud van een lied? Hoe is je wereldbeeld nu verruimd? Waarom zegt men dat muziek universeel is? Confronteren leerlingen met smaakverschillen. SUGGESTIES MUZIEKKEUZE:
Er is een groot aanbod te vinden op youtube. Zoek op: Qawwali, Munford and sons, Pakistan raga muziek, Afrikaanse muziek, Hozier: take me to church, hiphop, reggae, folk, kleinkunst, wereldmuziek, sikhs liedjes, sjamanistisch muziek, jain songs (Jaïnisme), Joodse muziek, Zoroastrisme music, Persian folk music, Boeddhistische muziek, Islamitische liedjes, Hindoesongs, fado-muziek, gregoriaanse muziek, Aboriginal, taoisme muziek, wicca music, gaelic storm, klassieke muziek … Je kan de kinderen ook als opdracht geven een liedje te zoeken dat ze leuk vinden om dan nadien in de klas te onderzoeken.
19
I N H OUD
Architectuu 2-3 20
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 4 lestijden
D E G RA A D
Deze les gaat over een stilteplek of ontmoetingsplek. En over ‘bezinning’ = tot inzicht komen. Het woord wordt vaak gebruikt in een religieuze context, maar vrijzinnigen doen dit ook. Je kan dit breed zien: een rustmoment in de vrije natuur, een wandeling…. Het wordt hier gekoppeld aan ‘architectuur’ en het kunnen genieten van een bepaalde plek (vorm, ruimte, sfeer, beleving). Maar, sommige mensen zoeken juist prikkels op om rustig te worden, dat kan ook. Voor iedereen is dit anders. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
PROCESDOELEN
THEMA’S
>> klasgesprek >>fotoronde >>brainstorm >>creatieve verwerking
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
denken en handelen HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
>> kennismaking met ‘bezinnings’plekken en gebouwen
>> Kunst: artistieke expressie
>>Een eigen esthetische beleving en waardeoordeel
ontwikkelen over kunst (architectuur) van vroeger en nu en van verschillende culturen.
>>Begrip en respect ontwikkelen voor verschillende
levensbeschouwelijke stromingen, tradities en de uitingen ervan.
>>Nadenken en dialogeren over de ‘functie’ van zo´n gebouw als een
gebedshuis zoals een plek van ruste en stilte, bidden, samenkomen.
>>Nadenken over overeenkomsten en verschillen tussen bidden
en stilstaan bij je eigen gedrag, mediteren, filosoferen, rustig tot jezelf komen, religieus of niet gebonden aan een religie. >>Zelf kiezen welke elementen jou inspireren uit voorbeelden van heilige gebouwen en andere ruimtes. >>Zelf een ontwerp maken voor een plek waar je je rustig kan terugtrekken of eventueel samen kan komen met anderen. VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en toekomstige generaties
NODIG
KENNIS VOORBEREIDING MATERIAAL
>>Durven vertellen over de eigen gebruiken en gewoontes. >>Respect kunnen tonen voor muzische expressie van
mensen behorende tot de eigen en/of andere culturen.
>>Met respect omgaan met de keuzes en voorkeuren van de anderen. >>Kennismaken met verschillende ‘gebedshuizen’
van verschillende levensbeschouwingen.
>> foto’s selecteren, afdrukken, lamineren en
eventueel zelf bij elkaar zoeken
>>boeken uit de bibliotheek, prints van foto´s internet. >>tekenmateriaal >>kartonnen dozen, allerlei knutselmateriaal,
verf, krijt, plakband, lijmpistool…
>>bronnen: schooltv ‘heilige huisjes’, foto´s
uit boeken en van het internet
>>https://www.youtube.com/watch?v=D8zTaDNI2Jw
(Notre Dame du Haut 3d animation (kort filmpje over het beroemde ontwerp van Le Corbusier in Ronchamp (fr)) >>foto´s van plekken en gebouwen in willekeurige volgorde terug te vinden op de website (of maak een eigen selectie)
MAART 2019
|
21
uur TEI T
1
TI
VI
Startgesprek
(niet alle vragen hoeven aan bod te komen, sommige vragen komen later nog wel ter sprake) >> Welke ‘gebedshuizen’ ken je? >> Bij welke levensbeschouwingen horen ze? >> Waarom zouden er zulke gebouwen bestaan? >> Hoe zijn deze gebouwen ontstaan? >> Hoe worden deze gebouwen gebruikt? >> Is er een verschil met bijvoorbeeld een huis
van de mens, of een clubhuis? >> Wie is er eens in zo´n gebouw geweest? >> Wat vond je er van? >> Welk gevoel had je?
Misschien wil je als leerkracht vertellen over je eigen ervaringen. >> Ga jij als je op reis bent ook op bezoek
in een kerk of moskee etc.? Zo kun je de leerlingen laten zien dat je ook kunt genieten van de schoonheid en sfeer van een bijvoorbeeld een kerk of een moskee als je niet gelovig bent.
AC
AC
TI
en levensbeschouwing VI
TEI T
2
Fotoronde
In de klas liggen foto´s, uit boeken of uitgeprint in kleur, bij elke foto ligt een blad om op te schrijven. De kinderen kijken eerst rustig rond en gaan dan zitten bij de foto die hen het meest aanspreekt en schrijven erbij wat hun bevindingen zijn: wat vind je mooi/interessant, etc. Er zijn ook foto´s van een Huis van de Mens en bijvoorbeeld van een klein hutje in de bergen, een bootje op het strand, een boomhut, een zen-achtige kamer… het hoeven niet allemaal ‘heilige huizen’ te zijn. Er kunnen meerdere kinderen bij eenzelfde foto gaan zitten, er zullen ook foto´s zijn waar niemand zit. Eventueel kun je hen meerdere foto´s laten kiezen om iets bij te schrijven.
21
TI
AC
VI
TEI T
3
Bespreken van de diverse huizen/ plekken
Je zult merken dat kinderen niet per se een gebouw of plek kiezen uit de eigen levensbeschouwing. Bespreek kort welke foto´s de leerlingen kozen, wat er bij is geschreven, eventueel kunnen ze zelf nog toelichten. Eventueel vertelt de leerkracht over zichzelf; bij een ILC kunnen de verschillende leerkrachten vertellen over hun eigen favoriete kerk/ moskee/ synagoge/ tempel. Dit hoeft niet iets te zijn van de eigen levensbeschouwing. Het kan gewoon het strand of het bos zijn, maar misschien heb je ook in een ver land een prachtige tempel bezocht, een mooie kerk of bijvoorbeeld een oude grafheuvel van de Vikingen…. 22
>> Waar ga jij naartoe als je even rust wil? >> Denk je wel eens na over belangrijke dingen? >> Hoe doe je dat?….
Kinderen laten vertellen. UITDIEPING:
Als het woord ‘bidden’ ter sprake komt: Wat is bidden? Leerlingen die een godsdienst volgen, kunnen dit misschien uitleggen aan de andere leerlingen. Als je niet in een god gelooft, bid je dan ook? Of is dat alleen voor mensen die religieus zijn? Misschien komt het gesprek op mediteren, stil zijn en nadenken over een probleem, over jezelf, over je zorgen, over… >> Wat is hetzelfde? >> Wat is het verschil?
Er zijn filmpjes te vinden op Schooltv, ‘heilige huisjes’: jodendom, islam, hindoeïsme, katholieke godsdienst en protestantse godsdienst. Ze zijn niet echt recent, maar de presentator Hakim doet dit wel op een fijne open en onderzoekende manier. Een filmpje over het huis van de mens is ook te vinden. (de filmpjes kunnen eventueel worden ingekort zodat het niet te lang duurt)
AC
TI
MAART 2019
VI
|
23
TEI T
4
Ontwerpen
Ontwerp een eigen plek en/of gebouw. Denk niet alleen na over de vorm maar ook over: de locatie, de materialen, de kleuren, de geuren en geluiden, de objecten die aanwezig zijn, eventueel een rituele handeling, andere dingen die je er kan doen.
1e ronde: ideefase
2e ronde: in dialoog
3e ronde: plan en uitwerking
4e ronde: evaluatie
Schetsen, brainstorm, woordwolk…. schrijf en/ of teken alles waar je aan denkt. Welke materialen zijn er gebruikt in jouw gebouw? Op welke plek staat het? Welke vormen, kleuren, geuren en geluiden zijn er? Zijn er andere mensen? Wat kun je daar doen? Probeer al enkele ideeën uit op papier. Er zijn nu geen goede of slechte ideeën, elk idee telt. Later ga je kiezen wat je verder wilt uitwerken.
De leerlingen gaan bij elkaar zitten per twee (ze mogen zelf kiezen met wie) en vertellen hun ideeën aan elkaar. Ze kijken naar overeenkomsten, maar ook naar verschillen. De kans is groot dat ze samen enthousiast worden om een plan uit te werken dat hun ideeën samenbrengt. Zo niet: dan blijven ze respectvol, eventueel sluiten ze zich aan bij iemand anders. Ze mogen ook alleen werken.
Alleen of samen een ontwerp maken op papier (schrijven, tekenen), eventueel uitwerken in 3D met karton, verf, ander materiaal dat voorhanden is. (Het gebeurt soms dat in de 3D-fase de kinderen hun oorspronkelijke plan helemaal ‘vergeten’. Probeer dit te voorkomen, van gedachten veranderen mag, maar met een reden/ motivatie.) Probeer steeds terug te komen tot de essentie: wat willen ze maken en waarom; zonder de creativiteit te beperken. Sommige kinderen houden niet van stilte en zeggen alleen tot rust te komen als er juist afleiding is, dit mag ook bespreekbaar zijn.
Afsluiten met een tentoonstelling in de klas en samen de kunstwerken bewonderen. De makers mogen vertellen, anderen kunnen vragen stellen. Spreek af dat er met respect wordt gereageerd.
De kinderen schrijven een korte tekst, waarom ze dit maakten. Misschien hebben ze ook een naam voor hun gebouw of plek.
Ervaring leert dat je verrassende ontwerpen kunt verwachten: bijvoorbeeld een dinomuseum, een open plek in het bos, een schip, een regenboogkasteel met eenhoorns, een bibliotheek, een zwembad….
23
I N H OUD
Gluren bij 6
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 4-5 lestijden
D E L E E RJA A R
Beginsituatie : De leerlingen hebben in het beste geval 6 jaar hun eigen levensbeschouwelijk vak gevolgd en weten door alle voorgaande ILClessen ook al heel wat over de andere levensbeschouwingen op school.
24 WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>vragen bedenken >>‘gluurles’ : interview/
leergesprek/ groepsgesprek
>>evaluatiegesprek >>meningenmuur >>individueel werk : werkblad >>eventueel : Kinder
>> voorbereiding van de vragen die leerlingen willen stellen >>gluurlessen(via een doorschuifsysteem deelnemen
aan een les uit elke levensbeschouwing aanwezig op school) en vragen stellen >>meningenmuur en evaluatiegesprek
PR O CE SDOELEN
THEMA’S
Kwaliteiten Spel en bekijken van clip ‘Wat vind jij belangrijk?
LEVEN IN EEN LEVENSBESCHOUWELIJK DIVERSE SAMENLEVING.
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
denken en handelen MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
>> Kennismaken met verschillende levensbeschouwingen
>>Ontdekken en onderzoeken, op basis van een gelijkwaardige
dialoog, van overeenkomsten en verschillen in opvattingen over levensbeschouwelijke thema’s.
>>Ontdekken van overeenkomsten en verschillen in
opvattingen over levensbeschouwelijke thema’s.
>>Onderzoeken hoe verschillende levensbeschouwingen
omgaan met levens- en zingevingsvragen.
>>Verbanden leggen tussen de eigen vragen en opvattingen en
de antwoorden en ideeën van andere levensbeschouwingen.
>>Beschouwend kijken naar verschillende levensbeschouwingen. >> Zich bereid tonen om op een respectvolle manier om
te gaan met verschillen in levensbeschouwingen.
toekomstige generaties ZINGEVING
NODIG
>>oefening in zingeving
VOORBEREIDING
>> In toenemende mate een open en respectvolle
houding ontwikkelen die harmonieus en respectvol samenleven mogelijk maakt in een multiculturele en multilevensbeschouwelijke wereld. >>Zich bereid tonen de autonomie en de zingeving van anderen een plaats te geven en te respecteren. >> kaarten of kladpapier voor de leerlingvragen klaarleggen >>’Gluren bij de buren’- vragenblad
samenstellen met LBV-collega’s
MATERIAAL
>>‘Gluren bij de buren’-vragenblad
samenstellen met LBV-collega’s
>>bron foto’s werkblad :
https://www.lambeckharms.nl/gluren-buren-woz-waarde/ en https://www.vvtt.nl/gluren-bij-de-buren/
MAART 2019
|
25
de buren
Achtergrond: Deze les werd gemaakt na een vraag van de zesdeklassers tijdens de leerlingenraad: “Mogen we eens een les volgen bij de andere LBV-leerkrachten?� We stemden hiermee in, het werd geen gewone les, maar wel een les die binnen onze ILC-werking paste. Deze les kan een afsluiting zijn van 6 jaar LBV of ILC, maar ook een deel van een langere lessenreeks i.v.m. de verschillende levensbeschouwingen.
ILC- CO M P E TE N TI E S Ik, mijn levensbeschouwing en de ander Kennis :
De leerling ontdekt en verwoordt >>de eigenheid van andere levensbeschouwingen. >>de eigenheid van een levensbeschouwing zoals een bevoorrechte getuige of een relevante vertegenwoordiger van een levensbeschouwing ze voorstelt. >>gelijkenissen en verschillen tussen levensbeschouwingen. >>de interne pluraliteit in verschillende levensbeschouwingen.
Ik, mijn levensbeschouwing en de ander Vaardigheden en attitudes :
De leerling herkent en benoemt de levensbeschouwelijke kleuring van gedachten, gevoelens, ervaringen, waarden en normen bij zichzelf en anderen. >>Hij/zij respecteert het bestaan van levensbeschouwingen. >>Hij/zij verplaatst zich in het levensbeschouwelijk perspectief van anderen. >>Hij/zij is constructief kritisch over eigen en andere levensbeschouwingen. >>Hij/zij gaat respectvol en open om met de eigenheid van andere levensbeschouwingen.
Ik, mijn levensbeschouwing en de samenleving Kennis:
>>De leerling ontdekt en verwoordt de verschillen
Ik, mijn levensbeschouwing en de samenleving
>>De leerling oefent ILD en ILS als noodzakelijke
Vaardigheden en attitudes:
tussen stereotyperingen over een levensbeschouwing en de binnenkant van een levensbeschouwing. vaardigheid voor het leven in de realiteit van een multilevensbeschouwelijke samenleving.
25
Voorbereiding: vragen stellen
Laat de leerlingen tijdens de voorgaande les al de vragen die ze hebben over de andere levensbeschouwingen (die op school worden gegeven) noteren op een blad. De vragen worden daarna bekeken door de vakleerkrachten. Vragen die onbeleefd geformuleerd werden of ongepaste vragen worden besproken met de bedenker en indien nodig aangepast. Mogelijk werkblad: De leerlingen krijgen bijkomend een door de LBVleerkrachten samengesteld werkblad met vragen mee die door elke leerling moeten beantwoord worden, zodat ze zeker iets bijleren over de andere levensbeschouwingen én aandachtig luisteren (zie bijlage).
TEI T
2
TI
VI
Startgesprek
Gluurlessen: Met een doorschuifsysteem komen alle leerlingen bij elke LBV-leerkracht/ levensbeschouwing terecht (1 lesuur per levensbeschouwing). De leerlingen mogen hun eigen vragen stellen. Ze noteren de mogelijke antwoorden die ze horen op één van hun vragen. De bijzondere leermeesters gaan in dialoog met de bezoekende leerlingen, beantwoorden en stellen vragen en vergelijken hun levensbeschouwing met die van de anders-/nietgelovige leerlingen. Het is de bedoeling dat de leerlingen al hun eigen vragen kunnen stellen en uiteraard ook op alle vragen een antwoord krijgen. Als er nog tijd over is, kunnen de leerkrachten een filmpje tonen of een spel spelen dat past bij of gaat over hun eigen levensbeschouwing. Voor NCZ kan dit bijvoorbeeld ‘Het Kinderkwaliteitenspel’ zijn of het filmpje ‘Wat vind jij belangrijk?’ op het Youtube-kanaal van deMens. nu (https://www.youtube.com/ watch?v=98T-LVEEsXE&t=5s
AC
1
TI
TEI T AC
TI
AC
26
VI
VI
TEI T
3
Evaluatiegesprek
De ervaringen en antwoorden worden na de ‘gluurlessen’ bij hun eigen vakleerkracht samengebracht en besproken. Deze bespreking kan binnen het eigen levensbeschouwelijke vak of met de hele klasgroep gebeuren. >> Heb je een duidelijk antwoord
gekregen op je vragen? >> Welke gelijkenissen en verschillen
heb je ontdekt tussen een andere levensbeschouwing en je eigen levensbeschouwing? >> Wat vond je een beetje raar,
verrassend of bijzonder aan een andere levensbeschouwing en waarom? >> Welke nieuwe zaken heb je
bijgeleerd over de andere levensbeschouwingen?
MAART 2019
|
27
AC
TI
‘Gluren bij de buren’-vragenlijst VI
TEI T
ex tra Meningenmuur
De leerlingen kunnen hun bevinding ook eerst noteren op de ‘meningenmuur’ (groot blad op het bord), zo heb je direct een overzicht van de ervaringen, bevindingen en meningen over deze les. Daarna kan het evaluatiegesprek volgen door de opgeschreven bevindingen te bespreken.
Naam:
Klas:
Wat is de volledige benaming van jullie levensbeschouwing?
Waar geloven jullie in?
Hoe heet jullie god? 27
Hoe heet jullie heilige boek?
Welke leefregels moeten jullie volgen?
Welke feesten vieren jullie?
Moeten jullie bidden? Hoe vaak en wanneer?
Hebben jullie bepaalde kledingvoorschriften?
Moeten jullie vasten? Hoelang duurt die vastenperiode?
Geloven jullie in een hemel en een hel?
Waarover leren jullie tijdens de lessen van jouw levensbeschouwing?
I N H OUD
2
Begr
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 1 à 2 lestijden
DE G RA A D
Aan de hand van allerlei leuke foto’s, filmpjes en werkvormen begroetingen in verschillende culturen en levensbeschouwingen leren kennen, vergelijken met eigen ervaringen en bespreken. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN 28
>>foto’s en filmpjes bekijken >>rollenspel >>klasgesprek >>spelletjes: bingo / een
>>leerkracht begroet de leerlingen op verschillende manieren >>klasgesprek over begroetingen >>rollenspel >>kennismaken met verschillende gewoonten en gebruiken
>>liedje beluisteren >>elkaar begroeten >>tekstballonnen invullen
>>spelletjes: bingo, lied ‘Ik hou van u’ van
THEMA’S
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
PROCESDOELEN
eigen cultuur verzinnen
AUTONOMIE
Noordkaap, een eigen cultuur uitvinden
>>werkblaadjes: tekstballonnen invullen >>elkaar begroeten de volgende lessen >>4.2. Gebruiken, symbolen en feesten in diverse
culturen en levensbeschouwingen.
>>Beseffen dat sommige mensen een andere levenswijze hebben dan
>>vrij en zelfstandig
zijzelf, wanneer ze geconfronteerd worden met beelden, informatie of mensen uit een andere cultuur en levensbeschouwing.
MOREEL DENKEN
>>Erkennen en leren kritisch nadenken over de betekenis is symboliek
denken en handelen
>>tegen onverschilligheid
van bepaalde gebruiken in diverse culturen en levensbeschouwingen.
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
KENNIS
NODIG
in andere culturen / levensbeschouwingen
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>Begrip en respect ontwikkelen voor verschillende
levensbeschouwelijke stromingen en/of culturen, tradities en de uitingen ervan.
>>Het positief kunnen waarderen van verschillende
levensbeschouwelijke of culturele tradities en tegelijkertijd zelfbewust durven vertellen over de eigen gebruiken en tradities.
>>Levensbeschouwelijke en culturele diversiteit kunnen ervaren
als een bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>Een aantal gebruiken kennen van verschillende
culturen en levensbeschouwingen.
>>foto’s afdrukken en lamineren >>bingokaarten afdrukken en lamineren (of kopiëren) >>werkblaadjes kopiëren >>foto’s van verschillende begroetingen >>bingokaarten >>filmpjes van verschillende begroetingen >>lied ‘Ik hou van u’ van Noordkaap, lippenstift >>werkblad voor kusjes te geven >>werkblaadjes met tekstballonnen >>achtergrondinformatie voor de leerkracht >>(alles is terug te vinden op de website van Samenspel)
MAART 2019
|
29
roetingen Hallo, ni hão, hi, namaste‌ Overal ter wereld begroeten mensen elkaar wanneer ze elkaar tegen komen. Toch gebeurt dit niet overal op dezelfde manier. Wat zou jij ervan denken wanneer iemand plots zijn tong naar jou uitsteekt, je 5 kussen op de wang geeft, zijn neus tegen de jouwe aandrukt of doet alsof hij op jouw voeten spuwt? Op sommige plaatsen en in bepaalde culturen is dit heel normaal. En misschien dat de andere persoon even hard schrikt wanneer jij hem een knuffel of een hand wilt geven...
29
Elkaar begroeten
De leerkracht begroet de kinderen voordat ze in de klas komen allemaal individueel en op een andere manier (knuffel, kus, hand, 3 kussen op de wang, wuiven, neuzen, vuistje...). De leerlingen beantwoorden deze groet op dezelfde manier.
AC
TI
TEI T
1
AC
TI
VI
VI
TEI T
3
Verschillende begroetingen
De leerlingen krijgen om de beurt per 2 een situatie waarin een begroeting voorkomt. Ze doen dit via een rollenspel en tonen dit voor de klas. Een korte bespreking nadien is uiteraard fijn. >> Je komt op een nieuwe school en kent nog niemand.
AC
TI
Je ontmoet er een nieuw klasgenootje.
30
VI
>> Je bent op vakantie en wilt mee spelen met een
TEI T
2
ander kind, maar dat spreekt jouw taal niet.
Klasgesprek
Hoe vonden jullie het om begroet te worden? Hoe begroeten wij elkaar normaal gezien voor elke les? Was het vandaag anders? Vond je het leuker of net niet? Had je een andere groet leuker gevonden? Waarom wel/ niet? Hoe begroet jij anderen? Is dat telkens op dezelfde manier? Wat zeg/doe je bijvoorbeeld ‘s ochtends bij je ouders / broer / zus? Hoe begroet je jouw vriendjes op school? En jouw leerkracht? Hoe begroet je jouw familieleden? Hoe begroet je iemand vreemd (vb. op straat)? Hoe begroet je de dokter? Hoe begroet je iemand van jouw eigen leeftijd? Is dat altijd anders? Waarom wel/ niet? In de hele wereld begroeten mensen elkaar, soms is dit op dezelfde manier zoals wij die kennen, maar soms is dat ook wel helemaal anders. Of wat bij ons heel normaal lijkt, is dat elders helemaal niet.
>> Je gaat op bezoek bij jouw oma, waar je
elke week minstens 1x langs gaat. >> Je bent uitgenodigd om te gaan spelen bij een
vriendje voor de eerste keer, je ontmoet de mama en de papa van jouw vriendje. >> De baas van één van jouw ouders komt op bezoek. >> Je mag helemaal alleen een brood
gaan kopen bij de bakker. >> Je wilt erg graag een handtekening van jouw idool. >> Je staat ‘s ochtends op en ziet jouw broer/ zus. >> Je komt toe in de klas bij jouw meester / juf. >> Je moet iets gaan vragen of tonen bij
de directeur van de school. De leerkracht toont enkele foto’s (en eventueel filmpjes) van hoe mensen elkaar begroeten, geeft er iets meer uitleg over (zie verder ‘achtergrondinformatie voor de leerkracht’) en laat de leerlingen dit dan even uitproberen met elkaar.
TEI T
4
TI
VI
Begroetingsbingo
De leerlingen (her)kennen nu de verschillende begroetingen uit het spel. Ze krijgen een bingokaart waar enkele van deze begroetingen opstaan, de bedoeling is deze kaart zo snel mogelijk vol te krijgen. Dat kan door bij elkaar ‘op bezoek’ te gaan (de leerlingen lopen door elkaar in de klas, of indien mogelijk kan het ook op de speelplaats of in een zaal als tikspel verlopen). De leerlingen krijgen elk een eigen ‘begroeting’ toegewezen. Wanneer ze iemand ‘tegenkomen’ moeten ze elkaar begroeten met hun eigen begroeting. Zo kunnen ze één van de prenten op hun bingokaart afvinken. Ze gaan verder rond en blijven begroeten tot hun hele bingokaart vol is. TIP: Wanneer je kleine klasgroepen hebt, kan de leerkracht
ook meespelen en wanneer deze jou tegenkomt, verandert je begroeting. Zo kunnen er op regelmatige basis begroetingen toegevoegd (en weggelaten) worden.
AC
AC
TI
MAART 2019
VI
|
31
TEI T
5
‘Ik hou van u, geef me een kus’
De leerlingen bespreken wat zij ervan vinden om zoenen te geven en/of te krijgen. Geef jij graag zoenen aan iemand anders? Krijg je graag zoenen van iemand anders? Maakt het jou uit van wie een zoen komt? Of aan wie je deze moet geven? Word jij soms verplicht om iemand te zoenen of om van iemand een zoen te krijgen, zonder dat je dat eigenlijk leuk vindt? Kan je daar iets aan doen? Heb jij het recht om ‘stop’ te zeggen of om dit niet te doen? Waarom willen jouw ouders soms wel dat je dat doet? Hoe kan je op een andere, vriendelijke manier iemand begroeten? Is het belangrijk om steeds beleefd te zijn en iemand te begroeten wanneer je die tegenkomt? Waarom wel/ niet? Wie bepaalt er wat beleefd is en wat niet of welke begroeting bij welke gelegenheid al dan niet gepast is? >> De leerlingen beluisteren het lied ‘Ik hou van u’
van Noordkaap. Daarin komt tijdens het refrein erg vaak het stukje tekst ‘geef me een kus’ voor. De leerlingen gaan telkens ze dit horen een kusje geven aan iemand van de klas (dat kan steeds hetzelfde kindje zijn, dat ze zelf uitkozen of dat naast hen zit in de klas, of dat kan door toeval bepaald worden door willekeurig door elkaar te lopen in de ruimte). Dit kusje gebeurt uiteraard op de wang, of voor kindjes die het echt niet leuk vinden op de hand of via een kushandje (wegblazen van het kusje). >> Een andere leuke opdracht kan zijn dat de leerlingen
elk een blad papier en een lippenstift krijgen. Telkens ze het stukje tekst ‘geef me een kus’ horen, plaatsen ze een kusafdruk op hun blaadje. Hoeveel kusjes staan er aan het einde van het lied op papier? >> Eventueel kan er bij het stukje tekst ‘ik hou van
u’ (dat ook erg vaak in de tekst voorkomt) een knuffel gegeven worden aan anderen.
31
TI
AC
32
VI
TEI T
6
Een eigen begroeting verzinnen
De leerlingen worden in twee groepen verdeeld en iedere groep gaat naar een eigen plekje in lokaal, liefst zover mogelijk van elkaar, indien mogelijk zelfs in twee aaneengrenzende ruimtes. Nu krijgen beide groepen even de tijd om zelf een cultuur te verzinnen, dit wil zeggen dat ze een aantal ‘gewoontes’ afspreken (hoe gekker hoe liever). Bijvoorbeeld: spreek af hoe twee jongens elkaar begroeten, dit kan zijn door met je achterwerk tegen elkaar te botsen, met je neuzen tegen elkaar te wrijven... Spreek ook af hoe twee meisjes of één jongen en één meisje elkaar begroeten. Eventueel kunnen ze ook een klederdracht uitvinden (bijvoorbeeld door één kous half op te rollen en de andere niet). Andere mogelijkheden: Spreek af wanneer je mag gaan zitten, wanneer je weer mag rechtstaan en of je daarvoor op een bepaald teken moet wachten. Er kan ook afgesproken worden dat bij een bepaalde zin, een gebeurtenis of een woord iedereen op een bepaalde manier reageert, bijvoorbeeld: als iemand niest, reageert de hele groep door in koor “heyah-mamah” te roepen of door te gaan zitten en vervolgens weer recht te staan. Als de leerlingen hier zelf niet goed uitkomen of zelf weinig ideetjes hebben, is het aan de leerkracht om hen hierbij te helpen (eventueel vooraf enkele kaartjes maken waaruit ze kunnen trekken of kiezen). Als beide groepen hun cultuur hebben bepaald, start het spel. Eén koppel (jongen+meisje) uit de ene groep wisselt van plaats met een koppel uit de andere groep, het is nu voor beide koppels de bedoeling om zo lang mogelijk in de andere groep te blijven, zonder iets fout te doen (tegen de gewoontes van de andere groep). Indien ze dit wél doen, worden ze door de andere groep weggejaagd of buiten gegooid (afhankelijk van de ‘gewoontes’ van de groep). In het begin van het spel worden de koppels wellicht na een halve minuut al buiten gegooid, maar naarmate het spel vordert kan je kijken en uitzoeken wat je wel en niet mag of moet doen. Als beide koppels weer buiten staan gaan ze terug naar hun groep. Dat er bij de koppelwissel niet gesproken mag worden, spreekt vanzelf. Het spel is voorbij als beide groepen alle gewoontes van de andere groep kennen. Als je besluit het spel te stoppen, dan wint de groep die het meest van de andere groep weet. Tip: De leerkracht kan dit spel ook een beetje opbouwen door niet alle regels en gewoontes in één keer af te spreken, maar geleidelijk aan toe te voegen ofwel door de regels in de groepjes te visualiseren met tekeningen en/of kernwoorden (maar uiteraard ergens op te hangen waar de persoon uit de andere groep deze niet kan zien, bijvoorbeeld achter de rug ofzo).
TEI T
7
TI
VI
Tekstballonnetjes invullen
De leerlingen krijgen enkele tekstballonnetjes waarin ze een begroeting kunnen noteren. Dat kunnen begroetingen zijn die echt bestaan, maar dat kan eventueel ook een uitgevonden taal zijn.
AC
AC
TI
MAART 2019
VI
|
33
TEI T
8
Elkaar begroeten de komende lessen
De leerlingen bekijken enkele filmpjes. In een eerste filmpje is te zien hoe een leerkracht elke ochtend haar leerlingen begroet met een op voorhand afgesproken beweging/ dansje. In een ander filmpje doet de leerkracht dit door de kinderen via een blaadje te laten kiezen. Deze zelfde opdracht gebeurt in een derde filmpje door de leerlingen zelf (ĂŠĂŠn van hen vervangt dan via een beurtrolsysteem de leerkracht). Leuk zou zijn dat er nu met de leerlingen beslist wordt wat zij de komende lessen gaan uitproberen. Ofwel dat de leerkracht hen allen begroet op een manier die zij kiezen, ofwel dat de leerlingen zelf elkaar begroeten via een keuzeblad.
33
Achtergrondinformatie voor de leerkracht: In België twijfelt of aarzelt men wel eens bij een eerste ontmoeting: Geef ik een hand, een knuffel, een kus, en zo ja hoeveel dan? Eén, twee, drie of misschien wel vier? Het kan bij ons allemaal. Een poll van de Standaard Online (gedaan met meer dan 900 lezers) toonde aan dat 47 procent goede vrienden begroet met een kus, 31 procent met een handdruk en 7 procent verkiest een knuffel. Opvallend is dat 14 procent goede vrienden begroet zonder aanraking. De handshakes blijken niet zo populair (slechts 1,5 procent).
Verschillende soorten begroetingen, enkele voorbeelden: 34
tong uitsteken
vingertoppen raken
neuzen
Een begroeting die voortkomt uit eeuwenoude vertellingen, is het uitsteken van de tong in Tibet. In de 9’de eeuw werd Lang Darma de koning van het land en naar verluid was hij een enorm wrede koning die het boeddhisme vervolgde. Dat geleerden later beweerden dat hij het boeddhisme niet de kop instak, maar financieel niet meer kon ondersteunen, is niet van invloed geweest op het gebruik van het uitsteken van de tong. Lang Darma zou namelijk volgens de overlevering beïnvloed zijn door kwade geesten en had een zwarte tong. Als Boeddhisten geloven Tibetanen in reïncarnatie en na het overlijden van de koning was iedereen bang dat hij zou reïncarneren. Om te tonen dat zij niet de kwade bedoelingen van de koning hadden, stak men voortaan de tong uit bij een begroeting.
In Maleisië strekt men de handen uit en raakt men met de vingertoppen de vingertoppen van de andere persoon, vervolgens beweegt men zijn/ haar handen tot het hart. Dit betekent ‘ik heet je welkom’. Mannen kunnen deze begroeting alleen bij andere mannen doen en vrouwen alleen bij vrouwen.
Neuzen is geen gewoonte van de Eskimo’s omdat ze het koud hebben, zoals de meeste mensen denken. Het komt namelijk ook voor op de Fijieilanden - waar het absoluut niet koud is - en bij sommige volken in Oceanië. Deze bijzondere vorm van begroeten neemt niet de plaats in van het handen schudden, maar je kunt het vergelijken met de zoen(en) die wij geven. Het is ontstaan vanuit een gewoonte en inmiddels traditie in bepaalde landen
de Ketnetshake De originele groet van Ketnet is vooral bekend bij kinderen, maar sinds de handshake als quizvraag in De Slimste Mens aan bod kwam, heeft elke Vlaming het wel al eens geprobeerd.
Bij de Maori is de begroeting ook intiem, voornamelijk als het gaat om de achterliggende gedachte. Tijdens de ‘hongi’ wrijven de groeters hun neuzen en plaatsen tegelijkertijd hun voorhoofden tegen elkaar aan. Hiermee wisselen ze symbolisch hun herinnering en de ‘ha’, de levensadem, uit. Ze geven elkaar hun adem, wat wordt geïnterpreteerd als het delen van de ziel. Volgends de Maorifolklore was de vrouw gecreëerd door de goden, die haar figuur uit aarde kneedden. De god Tane omhelsde haar en ademde in haar neusgaten. Hiervan moest zij niezen en kwam ze tot leven. De uitwisseling van adem is een traditie die voortkomt uit de overlevering van goddelijke daden.
MAART 2019
wuiven
handdruk
hart aanraken
In Zuidoost-Azië is een volk dat bij vertrek wenkende gebaren maakt in plaatst van wuivende. De gedacht hierachter is dat men degene die zij ‘uitzwaaien’ graag weer terug zien.
Bij formeel contact of een eerste ontmoeting schudden twee personen vaak een hand.
De ‘salaam’ wordt vooral in het Midden- Oosten gedaan: raak je hart met je rechterhand en zeg ‘Salaam alaikoem’. Dit betekent ‘vrede zij met je’ in het Arabisch.
fist bump (vuistje)
In Japan maken mensen bij een formele begroeting een buiging, waarbij de persoon die het laagste in rang staat, ook het diepste buigt. Vrienden knikken meestal met hun hoofd naar elkaar. In geen geval raken Japanners elkaar aan. In Thailand doet men de ‘wai’: plaats de handpalmen tegen elkaar, houd deze voor je borst en maak een kleine buiging. Des te hoger je je handen boven je borst plaatst, des te meer respect je de ander toont. Plaats de handen niet boven je hoofd, dat wordt gezien als een belediging. Voor de ‘Namaste’ uit India plaats je je handpalmen tegen elkaar, houd deze voor je borst en maak een kleine buiging. Namasté komt voornamelijk in India voor als begroeting, maar ook in andere Aziatische landen gebruikt men dit gebaar. Het woord komt uit het Sanskriet (Oudindisch) en betekent ‘buigen’. De groet toont respect en betekent dat men zich met zijn ziel met alle eerbied en respect richt tot de ziel van de ander. Hierbij hoort het bijeen vouwen van de handen en het lichtjes buigen van het hoofd. Dit toont dat je als persoon in balans bent en de ander respecteert.
De ‘fist bump’ komt overgewaaid uit de Verenigde Staten. Je balt je hand tot een vuist en je slaat de kneukels tegen elkaar. First lady Michelle Obama groet op die manier zelfs haar echtgenoot Barack. En ook de Dalai Lama werd door haar met een fist bump verwelkomd in Memphis.
high five Een originele manieren om de handen tegen elkaar te klappen kan met een ‘high five’.
knuffel Vooral de Amerikanen begroeten vrienden met een ‘hug’. Volgens het onderzoeksbureau Trendwolves begroeten ook de Vlaamse jongeren elkaar steeds vaker met een knuffel. Al blijft er een onderscheid tussen een mannenknuffel (mannen geven elkaar een stevige hand en slaan de andere arm half rond de schouder) en een vrouwenknuffel.
buigen
kus Belgen en Nederlanders geven één kus op de wang of drie kussen. In Wallonië geven ook mannen elkaar een kus, in Vlaanderen geven mannelijke vrienden sneller een hand. Ga je meer naar het zuiden dan zie je dat Spanjaarden en Portugezen elkaar twee kussen geven. Fransen geven ook twee kussen, maar Parijzenaars geven er soms zelfs vier. Wie geraakt er nog wijs uit?
handkus De handkus was vooral populair bij de hogere sociale klassen in de 18’de en de 19’de eeuw. Nu wordt het af en toe nog gebruikt om respect te tonen tegenover een vrouw. Zo groette de Franse president Nicolas Sarkozy bijvoorbeeld de ex-first lady Laura Bush met een handkus.
|
35
35
Begroetingen in verschillende culturen Engeland > ongeveer 2 voeten
Alaska (Inuit) > Druk je neus zacht
Nieuw-Zeeland (Maori) >
afstand van elkaar houden, de hand lichtjes schudden (good day)
tegen de neus van de ander.
neus en voorhoofd tegen elkaar aanleggen / de Maori begroeten elkaar door twee keer met de neus zachtjes tegen elkaar aan te botsen. ‘Hongi’, zoals deze manier van begroeten heet, wordt tegenwoordig echter vooral nog gebruikt bij traditionele bijeenkomsten
Groot-Brittannië > Britten
36
staan er niet bepaald om bekend dat het een warm en liefdevol volk is. Een begroeting gebeurt hier dan ook behoorlijk zakelijk: vaak krijg je alleen een hand. Pas als je écht goede vrienden bent of bij familieleden wordt er weleens een kus gegeven.
Duitsland > een sterke, stevige handdruk (guten tag)
Japan > handen in bidpositie en voorover buigen (konichiwa) / Japanners zullen elkaar bij het begroeten nooit een hand geven. Zij maken een buiging, waarbij de laagste in rang ook de diepste buiging maakt. Japanners gaan er echter vanuit dat buitenlanders dit niet begrijpen en tegenwoordig schudden zij steeds vaker handen met westerlingen. Zoenen is echter volstrekt uit den boze. En een lichte buiging wordt op prijs gesteld. / Buig vanuit de heup in een hoek van 15 graden. Dit is een informele begroeting voor alle klassen en past in alle omstandigheden. Rusland > enorm hartelijk een dikke knuffel geven (dobryj denj) / schud de hand van de ander stevig, vervolgens omarm je de ander op een stevige manier en geef 2 of 3 kusjes op de rechter- en linkerwang Spanje > elkaar omarmen en elkaar twee kussen op de wang geven (buenas dias)
Frankrijk (Parijs) > elkaar omarmen en elkaar vier kussen op de wang geven (bonjour)
Groenland (Inuit) > neuzen tegen elkaar aan wrijven (ai)
Tibet > tong uitsteken naar elkaar (kay) Maleisië > vragen waar de andere naartoe gaat (selemat siang) Strek je handen uit en raak met je vingertoppen de vingertoppen van de andere persoon, vervolgens beweeg je je handen tot je hart. Dit betekent ‘ik heet je welkom’. Mannen kunnen deze begroeting alleen bij andere mannen doen en vrouwen alleen bij vrouwen.
Filippijnen > de knokkels van de andere tegen je voorhoofd houden (kumusta) India > de voeten van de ouderen
Micronesia (een eiland vlakbij Indonesië) > wenkbrauwen naar elkaar optrekken
China > ongeveer bijna helemaal op de grond liggen (ni hão) / De buiging met de handpalmen naar boven raakt steeds meer uit de gratie, en de modernere handdruk steeds meer in zwang. Maar in formele situaties toon je nog steeds respect door je hoofd te buigen.
aanraken (namaste) / de mensen weten er dat westerlingen graag handen schudden, maar als je indruk wil maken op de bevolking met een traditionele begroeting, plaats dan je handpalmen tegen elkaar, buig kort je hoofd en zeg ‘namaste’
Verenigde Staten > boksen
Thailand > handen tegen
Zambia > klappen en in de duimen knijpen (eeni)
elkaar plaatsen en hoofden buigen (Swasdi) / Druk je handpalmen tegen elkaar en buig je hoofd totdat je je vingertoppen raakt, deze manier van begroeten heet de ‘wai’. Hoe hoger je je handen houdt, hoe meer respect je voor de ander toont.
Arabische woestijnbewoners >
(hello) / Een handdruk voldoet hier nog, maar de ‘boks’ (vuist tegen vuist) wordt steeds populairder. / Geef de ander een stevige handdruk en kijk hem/ haar recht in de ogen.
delen van Kenia > klap in je handen en pak de vingers van de ander, de ander maakt een vuist Massaï (Kenia) > om iemand nieuw toe te laten, gaan de krijgers van de Massaïtribune in een kring staan en springen ze elk zo hoog mogelijk
neuzen tegen elkaar wrijven
Zuid-Afrika (bepaalde bevolkingsgroep) > klappen
het Midden-Oosten > het duurt het erg lang voordat enkel de eigen sekse elkaar mogen kussen. Mannen bij mannen en vrouwen bij vrouwen. Bij man en vrouw in het openbaar is een slap handje gebruikelijk. Ten strengste verboden is het aanraken van een orthodox en gesluierde vrouw.
MAART 2019
|
37
Wat meer weetjes over ‘zoenen’ Argentinië > Zuid-Amerikanen staan over het algemeen bekend als ‘aanrakerig’, zelfs bij mensen die ze net kennen. Bereid je voor op een knuffel en een kus op de wang.
Polonesië > een kus geven op de wang en langs de rug van de ander strijken (deze geste is alleen bedoeld voor mannen onderling) sommige OostAfrikaanse stammen > spuug op de voeten van de ander (je hoeft niet echt te spugen, maar doe alsof)
Latijns-Amerika > Omarm de ander en geef hem/haar 2 of 3 vriendelijke klopjes op de rug.
Zuid-Europa, Centraalen Midden-Amerika > schud elkaars hand hartelijk en lang, raak de ander persoon met de linkerhand aan bij zijn onderarm of elleboog
Turkije > schud elkaars hand terwijl je hem/haar zoent op allebei de wangen
Nederland > als je iemand kent, zoen je elkaar op de rechteren linkerwang, 3x... zo niet, dan schud je een hand
Israël > zeg ‘shalom’ en schud de hand van de ander of omarm hem/ haar, afhankelijk van hoe goed je de ander kent
In Indonesië is elkaar kussen en liefkozen in het openbaar uitzonderlijk, bijna een taboe. Een aanraking wordt beschouwd als een poging tot seksuele toenadering. In Indonesië hangt de onverbiddelijke zoener of zoenster een straf boven het hoofd. De boete kan oplopen tot zowat 25.000 euro of maximum tien jaar cel. Handen schudden gebeurt hier vaak met twee handen. Kus als man nooit een vrouw zomaar op de wang! In Dubai is zoenen ook taboe, je kan er zelfs met zweepslagen gestraft worden. In Italië, Spanje en een groot deel van Europa is twee zoenen op de wang vaak de beste manier om iemand te begroeten. Eerst op de rechterwang en dan op de linker. En als je iemand echt niet kent en zij ook geen aanstalten maken om jou te zoenen, steek dan gewoon je hand uit. In Frankrijk is de ‘bise’ ingewikkeld. Het beste is om te beginnen met het aanbieden van je rechterwang. Hoeveel kussen daar op volgen hangt af van de regio waar je je bevindt. Het varieert van één kus tot vijf in bepaalde noordelijke gedeeltes van het land. In Parijs, Noord-Frankrijk en Nantes zijn 4 kussen de regel. In Duitsland geeft men elkaar meestal één kus, op de linkerwang. Hoewel het oprukkende fenomeen -één of twee kussen als begroetingop heel wat weerstand begint te stoten. De Duitse etiquettegroep Knigge noemt het zelfs een vorm van ‘terrorisme’ en wil dat er een verbod komt op zoenen op de werkvloer. Voor velen blijft het vermoeden dat er sprake is -of zou kunnen zijn- van erotisch gerelateerde gevoelens.
In het Verenigd Koninkrijk zullen ‘hippe’ mensen een kus op de wang verwachten; gedrag dat ze hebben afgekeken uit de landen aan de andere kant van het Kanaal. Maar de gemiddelde Engelsman verwacht gewoon een handdruk. In Griekenland schud je onbekenden de hand, maar bekenden verwachten een kus en een knuffel. Een kus op twee wangen gevolgd door een klopje op de rug is hier ook heel normaal, vooral bij mannen. In Brazilië begroeten vrouwen anderen hier vaker met een zoen dan mannen. In Rio volstaan twee kussen maar in andere gebieden varieert het van één tot drie zoenen op de wang. Vooral alleenstaande vrouwen gooien graag een derde zoen in de strijd, ook in regio’s waar twee zoenen de norm is. In Groot-Brittannië verscheen vorig jaar nog een bord in Warrington Station met de vermelding ‘Kissing not allowed. It blocks the platform.’ De dienstregeling van de treinen heeft blijkbaar voorrang op de afscheidskus.
Mannen zijn meer geremd dan vrouwen om een paar kussen als begroetingsritueel te ontvangen. De reden? De lippenstift van een vrouw laat doorgaans ongewenste sporen na.
37
De koff levensbeschouwelijke
38
Een koffer met verschillende ‘levensbeschouwelijke’ materialen en voorwerpen leent zich uitstekend om, op een speelse manier, kennis te maken met een aantal symbolen, rituelen, feesten en gebruiken van andere levensbeschouwingen.
De voorwerpen van de eigen levensbeschouwing kunnen vooraf nogmaals kort besproken/toegelicht worden met de eigen leerlingen, zodat ze zeker weten welke voorwerpen er liggen en weten wat ze met hun levensbeschouwing te maken hebben. De mand met het vraagteken als ‘teaser’ kan al ergens goed zichtbaar neergezet worden of langs de verschillende levensbeschouwelijke groepen gaan.
MAART 2019
I N H OUD
ffer 4-5
39
V OORBE RE IDING > veel TIJD > 3 lestijden
DE L E E RJA A R
Beginsituatie : Leerlingen kennen enkele voorwerpen die bij hun eigen levensbeschouwing horen. Ze kwamen ook reeds in contact met enkele voorwerpen of symbolen van andere levensbeschouwingen. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
>>groepswerk, >>evaluerend klasgesprek, >>eventueel voorstelling
>>werkblad met vragen over de bijzondere voorwerpen.
THEMA’S
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN : IDENTITEIT IN DIALOOG
PROCESDOELEN
van zelf meegebrachte levensbeschouwelijke voorwerpen.
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
denken en handelen MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
>>Kennismaken met verschillende levensbeschouwingen. >>Gebruiken,feesten en symbolen in diverse
culturen en levensbeschouwingen.
>>Beseffen dat sommige mensen een andere levenswijze
of levensbeschouwing hebben dan zijzelf, wanneer ze geconfronteerd worden met beelden, voorwerpen, informatie of mensen uit een andere cultuur of levensbeschouwing.
>>Erkennen en leren kritisch nadenken over de betekenis,
symboliek en functie van bepaalde voorwerpen en gebruiken in diverse culturen en levensbeschouwingen.
>>Beschouwend kijken naar verschillende levensbeschouwingen. >>Elkaars culturele en levensbeschouwelijke achtergrond verkennen.
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
NODIG
|
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>Het positief kunnen waarderen van verschillende
levensbeschouwelijke tradities en tegelijkertijd zelfbewust durven vertellen over de eigen levensbeschouwelijke gebruiken en tradities. >>Leren samenwerken over de levensbeschouwelijke grenzen heen >>In toenemende mate een open en respectvolle houding ontwikkelen
die harmonieus en respectvol samenleven mogelijk maakt in een multiculturele en multilevensbeschouwelijke wereld
>>de koffer met levensbeschouwelijke voorwerpen samenstellen >>levensbeschouwelijke muziek voorzien op cd of in een afspeellijst.
>> LBV-koffer : voorbeeld
−−Voorwerpen ISL.: bidmatje, bidketting, koran, maan −−Voorwerpen RKG. : bijbel, beeld Maria, kruis, paternoster >>mogelijke geluidsfragmenten om door te schuiven : −−Oproep tot het gebed door imam (islam) −−De gedachten zijn vrij/ Knubbelied… (NCZ) −−Halleluja chorus (Händel)/ Ave Maria (katholieke godsdienst) −−Griek-Byzantijnse muziek −−Hava Nagila of klezmermuziek (joodse godsdienst) >>werkblad met groepsvragen over bijzondere voorwerpen
39
Verdelen in groepen
Lln. worden aan het begin van de les in groepjes verdeeld. In elke groepje zit minstens 1 leerling van elke levensbeschouwing. Elk groepslid krijgt een werkbundel. Ze moeten samenwerken en bij elk voorwerp 3 vragen trachten te beantwoorden. 40
TEI T
2
TI
1
VI
Voorwerpen verdelen
De levensbeschouwelijke koffer wordt vooraan op een tafel gezet. Op de koffer kan een vraagteken staan of de verschillende logo’s van de levensbeschouwingen. De leerlingen komen rond de koffer staan. De leerkrachten openen de mand en laten elk groepje een voorwerp uit de mand nemen. Ze nemen dit voorwerp mee naar een tafel waar reeds een nummer op kleeft (nummer bv. van 1 tot 12 als je 12 voorwerpen hebt). De voorwerpen kan je indien nodig over meerdere lokalen verspreiden.
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
Lesverloop > Les 1 (2 lesuren) VI
TEI T
3
De leerlingen bekijken en onderzoeken het voorwerp
Ze krijgen telkens 5 - 7 minuten de tijd om het voorwerp te benoemen, de functie te omschrijven en te vertellen bij welke levensbeschouwing dit voorwerp hoort. Als ze een ‘levensbeschouwelijk lied’ horen moeten ze doorschuiven naar het volgende voorwerp of daaropvolgende cijfer. Mogelijke voorwerpen: deze voorwerpen worden door de verschillende collega’s LBV verzameld en samengebracht voor de koffer: >> NCZ.: fakkel, plastic brein, loep
(onderzoeken), lampje (idee),… >> ISL: bidmatje, bidketting,
koran, maan,… >> RKG: bijbel, beeld Maria,
kruis, paternoster,… >> ISRG: kandelaar,… >> …
ILC- CO M P E TE N TI E S Ik, mijn levensbeschouwing en de ander Kennis :
>>De leerling ontdekt en verwoordt de levensbeschouwelijke
kenmerken van de eigen ontwikkelende identiteit.
>>Ontdekken en verwoorden van de eigenheid van
de levensbeschouwing waarin hij/zij les volgt.
>>De leerling ontdekt en verwoordt de eigenheid
van andere levensbeschouwingen.
Ik, mijn levensbeschouwing en de ander Kennis :
>>De leerling ontdekt en verwoordtde eigenheid van
Ik, mijn levensbeschouwing en de ander Kennis :
>>Respectvol en open omgaan met de eigenheid
een levensbeschouwing zoals een bevoorrechte getuige of een relevante vertegenwoordiger van een levensbeschouwing ze voorstelt. >>De leerling luistert empathisch naar leeftijdsgenoten met een andere levensbeschouwing. van andere levensbeschouwingen.
MAART 2019
|
41
AC
TI
Les 2 (1 lesuur): VI
TEI T
1
Evaluerend klasgesprek
Na het groepswerk worden de resultaten besproken. De leerkrachten tonen een voorwerp en een groepje mag vertellen wat ze hebben neergeschreven of weten over dit voorwerp. De vakleerkracht of een leerling geeft indien nodig extra uitleg bij het voorwerp. Ook de levensbeschouwelijke ‘doorschuifliedjes’ kunnen besproken worden in de evaluatie.
OOK MOGELIJK:
Leerlingen die willen, mogen zelf nog een voorwerp meebrengen dat met hun levensbeschouwing te maken heeft. Ze mogen dan tijdens een volgende les zelf toelichting geven aan hun klasgenoten.
41
Oken, Poken 3
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 4 lestijden
D E G RA A D
Beginsituatie: je kan dit spel best spelen als je je groep voldoende kent en een grotere klasgroep hebt. Misschien hebben de leerlingen wat extra verduidelijking nodig of begeleiding van de leerkracht bij de informatie en de opstart van de opdrachten. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>drama, inleefspel >>groepsgesprekken,
>> informatie overlopen in afzonderlijke groepjes -
creatieve verwerking (vlag, symbool, kledij, kamp...)
THEMA’S
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN
P ROC ES DOELEN
debatteren, dialogeren >>reflectiemoment >>slotgesprek
MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
>>inleven in de rol (de cultuur van het volk waartoe ze horen) >>ontdekken van andere ‘volkeren’ (tradities,
gewoontes, regels, kunst, geschiedenis, religie...)
>>leren samenleven met anderen en komen tot een consensus >>reflecteren naar de huidige samenleving >>Leven in een levensbeschouwelijk diverse samenleving.
>>Onderzoeken wat hun eigen morele
overtuigingen en vooronderstellingen zijn.
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
>>Leren luisteren naar en openstaan voor wat
anderen vinden, voelen, willen en doen.
>>Elkaars waarden en normen onderzoeken. >>Zich kunnen inleven in de ander, niet te snel
oordelen en een open houding ontwikkelen.
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
>>Zich bereid tonen om op een respectvolle manier om
te gaan met verschillen in levensbeschouwingen.
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
KENNIS
NODIG
42
I NH OUD
Tijdens een inleefspel worden de leerlingen aangezet om na te denken over belangrijke thema’s. Ze worden geprikkeld en gemotiveerd om actief naar oplossingen te zoeken.
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>In toenemende mate een open en respectvolle
houding ontwikkelen die harmonieus en respectvol samenleven mogelijk maakt in een multiculturele en multilevensbeschouwelijke wereld.
>>Weten dat verschillende sociale, culturele en
levensbeschouwelijke groepen verschillende waarden en normen bezitten.
>> lakens, verkleedkledij >>knutselmateriaal klaarleggen >>infobladen en werkbladen kopiëren >> infoblad verschillende volkeren >>werkbladen reflectie 1 en 2 >>verkleedkleren, schminkdoos, tekenmateriaal
MAART 2019
|
43
en Token 1
TI
TEI T
Verdelen groepjes
AC
TI
De leerlingen trekken willekeurig een kaartje uit een pot en worden zo onderverdeeld in 3 groepen (Oken, Token en Poken). De leerkracht legt uit dat elk groepje vanaf nu samen een volk vormt met zijn eigen cultuur, religie, waarden en normen. Ze krijgen van de leerkracht informatie over hun voorgeschiedenis, belangrijkste waarden, normen, regels en leefgewoontes. VI
VI
TEI T
3
Opdrachten in eigen groep
De lln. krijgen de eerste les een aantal opdrachten, die ze moeten uitvoeren: >> Kies op een eerlijke manier een leider voor jullie volk.
Deze leider is verantwoordelijk voor de groep. Hij / zij let er op dat alle leden zich gedragen zoals het hoort en neemt de leiding bij de opdrachten. >> De leider kiest een woordvoerder. Hij /zij zal na
TEI T
2
AC
VI
AC
TI
inleefspel > 3 verschillende volkeren, 3 verschillende culturen
overleg steeds spreken in naam van de groep.
Overlopen informatie
Elk groepje overloopt samen deze informatie. Voorlopig wordt deze info nog niet gedeeld met andere volkeren.
>> Bedenk en ontwerp een vlag/symbool, die
duidelijk verwijst naar jullie volk en cultuur (afbeeldingen en kleuren kies je op basis van jullie voorgeschiedenis en cultuur). >> Jullie zorgen voor aangepaste kledij (eventueel
gezichtsversiering en attributen). Aan de hand van de kleding moet ook duidelijk zijn wie de leider is. >> Maak een kampplaats/dorpskern voor jullie volk. >> ‌
REFLECTIEMOMENT1: >> De leerlingen reflecteren (individueel)
over hun opgelegde leefregels. >> Kunnen ze zich hier in vinden? >> Wat vinden ze leuk? >> Wat vinden ze minder leuk? >> ‌
43
4
TI
TEI T
Inleefspel
Fase 1: Inleving in de eigen cultuur
44
AC
TI
AC
VI
De lln. proberen zich een 15-tal minuten zo goed mogelijk in te leven als volk. Ze houden rekening met zoveel mogelijk elementen uit de infobrief. De leider waakt er mee over dat iedereen zich aan de regels en gewoonten houdt. De leerkracht geeft aan wanneer het ochtend, middag, avond en nacht is. Bij een fluit/belsignaal moeten de woordvoerders steeds tot bij de leerkracht komen.
Fase 3: Volksvergadering (bouwen aan een multiculturele samenleving) De reflectievragen worden klassikaal besproken. We concluderen dat we in deze nieuwe multiculturele samenleving rekening met elkaar zullen moeten houden. Het is belangrijk de eigen culturele indentiteit te behouden, maar met voldoende respect voor de andere aanwezige culturen zodat iedereen zich goed voelt. De volkeren overleggen even afzonderlijk en proberen enkele goede voorstellen/ideeën te formuleren om de belangrijkste conflicten op te lossen. Vervolgens stellen de woordvoerders deze voor en worden ze besproken met de andere volkeren.
Fase 2: Samenleven met de andere culturen (conflicten) Na een 15-tal minuten krijgen de woordvoerders een brief mee waarin staat dat hun volk dringend hun kampplaats moet verlaten... Er dreigt een grote natuurramp waardoor alle volkeren moeten vluchten naar 1 gezamenlijke bergtop. Op deze plek gaan de leerlingen door met hun inlevingsopdracht, er zullen echter conflicten ontstaan tussen de verschillende leefregels van de volkeren.
REFLECTIEMOMENT2:
De leerlingen reflecteren (individueel) over het samenleven met de andere volkeren. >> Wat is hun eerste indruk
van deze volkeren? >> Hebben ze er een goed
gevoel bij? >> Welke problemen stellen zich? >> …
Fase 4: Slotfeest Tenslotte organiseert het nieuw samengestelde volk een feest om elkaar beter te leren kennen en de nieuwe afspraken te vieren. Elk volkje blijft trouw aan zijn eigenheid, maar houdt wel rekening met de nieuwe afspraken.
VI
TEI T
5
Reflectie naar onze huidige samenleving
Tijdens een slotgesprek maken we een vergelijking met onze huidige samenleving. >> Leven wij ook samen
met andere culturen/ levensbeschouwingen? >> Op welke manier komen jullie
hiermee in aanraking (op school, nieuws, straatbeeld, enz.) >> Verloopt dit altijd vlot? >> Welke problemen
merken jullie op? >> Houden wij voldoende
rekening met elkaar? >> Moeten we rekening
houden met elkaar? >> Moeten we respectvol naast
elkaar leven of met elkaar? >> Zijn er ook positieve invloeden
van deze andere culturen (vb. yoga, eten, muziek, enz.)? >> …
MAART 2019
Reflectiemoment 1
Reflectiemoment 2
Ik verblijf in het volk van de
Ik verblijf in het volk van de
Vind je het moeilijk om je in te leven in de leefstijl en gewoontes van jouw volk?
Verloopt het samenleven met de andere volkeren goed?
JA / NEE
JA / NEE
Hoe komt dit?
Heb je een goed gevoel bij de andere volkeren?
|
45
JA / NEE 45
Hoe komt dit?
Past hun cultuur bij jouw eigen karakter?
Wat is je eerste indruk van deze volkeren?
Dit vind ik fijn aan mijn nieuwe cultuur: Welk idee heb je over hen?
Dit vind ik minder fijn aan mijn nieuwe cultuur:
Welke problemen merk je op?
Wie is er volgens jou verantwoordelijk voor deze problemen? naam:
Hoe kunnen volgens jou deze problemen opgelost worden?
naam:
Oken
De Poken
Geschiedenis van het volk
Geschiedenis van het volk
De Oken leefden vroeger zonder spreektaal. Ze gebruikten enkel een gebarentaal die ze overnamen van de dieren in hun omgeving. Door de modernisering van de maatschappij waren ze echter genoodzaakt ook een spreektaal te ontwikkelen, deze lijkt heel erg op de onze met het ene verschil dat alles fluisterend gebeurd. Doorheen de jaren hebben er verschillende leiders geregeerd over de Oken. Het waren steeds strenge charismatische leiders, die hun volk goed in de hand konden houden. De Oken hebben zo geleerd altijd hun leider te gehoorzamen. De geschiedenis van de Oken is rustig en vredevol en grote conflicten hebben ze steeds vermeden. Rust, sereniteit en gelijkheid zijn steeds hun grootste waarden geweest.
De Poken hebben ooit een groot gevecht met wilde nijlpaarden gewonnen. Sindsdien zijn ze euforisch en uitgelaten. Er worden elke dag overwinnigsliederen gezongen om dit memorabele moment te eren. Ze voelen zich onoverwinnelijk en ze hebben het gevoel dat ze de hele wereld aankunnen. Vreugde en trots vormen de kern van hun bestaan. Verschillende leiders zijn al de revue gepasseerd en ze waren stuk voor stuk enorm geliefd.
Gewoonten en regels De Oken praten enkel fluisterend met elkaar. Als het niet hoeft praten ze helemaal niet. Ze begrijpen elkaar zonder woorden. Lawaai maken is volledig uit den boze. Kabaal wordt gezien als een kwade kracht, die de heersende rust verstoord. Ze maken dan ook nooit muziek en zelfs feesten gebeuren op een zeer serene manier. De Oken dragen helder witte lakens om de rust niet te verstoren. Ze dragen ook allemaal dezelfde klederdracht omdat ze geloven dat dit rust kan brengen in hun leven. Het is veilig en voorspelbaar en zorgt voor eenheid en gelijkheid binnen het volk. De Oken staan ’s morgens vroeg op met het eerste daglicht en gaan weer slapen als de zon onder gaat. Ze leven op het ritme van het daglicht. ‘s Avonds wordt er steeds gezamelijk gegeten aan een grote tafel. Boeren en slurpen is verboden. Het is de gewoonte om meteen na het eten een dutje te doen. De Oken leggen dan hun hoofd neer op de tafel naast hun bord en vallen rustig in slaap. Het is een vorm van respect waarmee men aan de kok toont dat de maltijd hun rust en vrede heeft gebracht.
Kunst en religie De oudere mannen schrijven de ganse dag verhalen over de belangrijkste gebeurtenissen in hun leven. Hun geschriften zijn sober en strak, zonder al te veel kleur of versieringen. De belangrijkste verhalen worden elke middag door de leider voorgelezen aan de kinderen om hen goed voor te bereiden op het leven. Zo leren ze de belangrijkste waarden en normen, en worden ze gewaarschuwd voor alle mogelijke gevaren en valkuilen. Alleen zij, die een sereen en rustig bestaan leiden op aarde, zullen na hun dood opgenomen worden door het eeuwige vredeslicht.
Gewoonten en regels De Poken praten en lachen veel met elkaar. Dat doen ze omdat ze geloven dat communicatie de basis is voor een goede samenleving. Ook zingen ze vaak, niet door elkaar, maar allemaal samen hetzelfde lied, dat geeft hun kracht en zorgt voor een sterk groepsgevoel. De Poken geloven dat elke Pook zijn eigen individuele sterkte heeft. Het is de som van al deze sterktes samen die hun als groep onoverwinnelijk maakt. Deze eigen identiteit en sterkte wordt dan ook extra in de verf gezet. De kleding van de Poken is erg verschillend, bont en kleurrijk.
Kunst en religie De Oken geloven niet in goden of bovennatuurlijke krachten, maar wel in hun eigen kunnen om te overleven en zege te vieren. Elke avond na het eten kondigt de leider het overwinnigsfeest aan. In nagedachtenis van hun eerste grote overwinnig, vieren ze elke dag die ze overleefd hebben als een nieuwe zege. Er wordt elke avond uitbundig gezongen en gedanst. Elke familie heeft zijn eigen typische dansbewegingen, die van generatie op generatie worden doorgegeven. De Poken gaan dan ook erg laat slapen en blijven ’s morgens heel lang in hun bed liggen zodat ze klaar zijn voor de volgende feestdag. Enkel de dagen dat er een familielid sterft, gaat het feest niet door. Naast zingen en dansen, vormen ook het maken van feestversieringen een belangrijk deel uit van hun cultuur. Vooral vrolijke vlaggetjes en felgekleurde nijlpaardbeeldjes vind je in veel huiskamers terug.
MAART 2019
|
47
De Token Geschiedenis van het volk
Kunst en religie
De Token voelen zich erg verbonden met de natuur. Ze verwonderen zich over de natuurkrachten en proberen deze in zich op te nemen. Ze hebben een speciale band met dieren, omdat deze het dichtst bij hen aansluiten binnen de natuur. Ze geloven dat elke mens verbonden is met de ziel van een ander dier. Elke Took heeft zijn eigen dierenvriend. De Took die verbonden is met het machtigste dier is de leider van het volk. Zijn of haar wil is wet. Er zijn regelmatig “krachtmetingen” om de nieuwe leider te bepalen. Hoe meer kracht, hoe meer macht en aanzien. Elke Took hoopt ooit de status van leider te halen en zo zijn dierenfamilie te eren.
Elke avond is er een offermoment. Dit is een moment dat elke familie samenkomt. Overdag verzamelen en knutselen de Token mooie natuurschatten. Deze schatten worden elke avond geschonken aan de dierenzielen tijdens het offermoment. Ze hopen zo hun dierenziel goed gezind te stemmen en in ruil moed en kracht van hen te ontvangen. Voor en na het offermoment gedragen ze zich erg dierlijk. Ze bewegen zoals hun dierenziel en bootsen zijn geluiden na om zich zo nog meer met hen te verbinden. Het doel van elke Took is om terug één te worden met zijn krachtdier.
Gewoonten en regels De Token zijn trouw gebleven aan hun natuurlijke afkomst. Ze zijn een wild volk. De leider is een harde baas en trots op zijn kracht. Elke ochtend daagt de leider de andere Token uit voor een krachtmeting. Zo lang de koning(in) onverslagen is, blijft hij/zij baas van het volk. Op openbare plaatsen zullen Token zich steeds rustig houden en proberen ze niet te veel op te vallen. Enkel aan hun kleding herken je ze. Bij de meesten vind je veel elementen van hun dier terug in hun kleding en lichaamsversiering (vb. dierentattoos, dierenprints, pluimen, enz.). In gesloten kringen zullen zich wilder en dierlijker gaan gedragen. Net zoals dieren, zijn ook Token steeds erg alert voor mogelijke gevaren. Ook ‘s nachts zijn ze steeds op hun hoede en houden ze afwisselend de wacht. Vreemde geluiden of verdachte personen worden steeds streng gecontroleerd.
De Token, zowel mannen als vrouwen, verdiepen zich in de vechtkunst. Hiervoor kijken ze zowel naar de mensenwereld als naar de dierenwereld. De beste en sterkste vechters hebben de hoogste status en hebben dus ook meer te zeggen binnen een familie en de gemeenschap. Leider worden is de hoogste eer die je kan halen.
47
Wij zijn er voor jou! Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten … 48
Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid … Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving. Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten. De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu
Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw
deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel
deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92