Vaktijdschrift voor leerkrachten niet-confessionele zedenleer van het lager onderwijs
92
Driemaandelijks tijdschrift jaargang 23 nr 92 juni, juli, aug 2019 Afgiftekantoor 1840 Londerzeel - P209292
V. U . : F I L I P D E B R A B A N D E R E , K N O B B A A R D S T R A A T 6 , 8 8 7 0 I Z E G E M
SAMEN
Een waaier van levensÂbeschouwingen
identiteit in dialoog
92
SAMEN
Samenspel is een vaktijdschrift voor leerkrachten nietconfessionele zedenleer lager onderwijs, uitgegeven door SAMENSPEL NCZ vzw.
EINDREDACTIE
Martine Konings KERNREDACTIE
Christel Birchen, Nancy Brouckmans, Martine Konings, Anouk Leys, Marlene Stevens , Tineke Vanlens, Inge Vrijdags
Een waaier van levensbeschouwingen: identiteit in dialoog 2 4 8
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Filip Debrabandere, Knobbaardstraat 6, 8870 Izegem lu’cifer NV Drukkerij Verbeke - Gent
VORMGEVING DRUK
12 26 34 36 40 44
ABONNEMENT
€ 40 per jaargang Te storten op het rekeningnummer van Samenspel NCZ vzw IBAN: BE10 0015 4702 4304 BIC: GEBABEBB Gelieve bij verlenging van uw abonnement uw abonneenummer te willen vermelden + jaargang. Voor een nieuw abonnement graag eerst een e-mail naar: filip.debrabandere@pandora.be of via de website: www.samenspelncz.be over bestelbonnen en met opmerkingen kan U terecht bij de abonnementendienst: SAMENSPEL NCZ vzw, p/a Knobbaardstraat 6, 8870 Izegem. filip.debrabandere@pandora.be
VOOR VERDERE VRAGEN
De artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
Inhoud Op bezoek aan een vrijzinnig [ H U I S M A R L E N E S T E V E N S ] Het huis met de 6 deuren [ M A R T I N E K O N I N G S ] De symboliek van de fakkel [ T I N E K E V A N L E N S ] Lichtfeesten [ M A R L E N E S T E V E N S ] Licht [ C H R I S T E L B I R C H E N ] Ons huis heeft ramen [ N A N C Y B R O U C K M A N S ] In geuren en kleuren [ M A R T I N E K O N I N G S ] Universele symbolen: de levensboom [ M A R T I N E K O N I N G S ]
JUNI 2018
Aan interlevensbeschouwelijke competenties werken kan via verschillende ILC projecten. Het bezoeken van een aantal levensbeschouwelijke huizen behoort tot een van de mogelijkheden om de eigenheid van elk van de 7 erkende levensbeschouwingen in ons land te leren kennen.
|
1 Identiteit 2 Vrijzinnig humanisme
We mogen een aantal belangrijke aandachtspunten hierbij niet uit het oog verliezen qua betrokkenheid bij de uitwerking, de levensbeschouwelijke inhoud.
3 Samenleven, democratie en
Dit alles gericht op dialoog en samenleven.
Een waaier levens waaiervan van 44 Een beschouwingen: levens beschouwingen: identiteit inindialoog identiteit dialoog
Wat betreft de levensbeschouwelijke inhoud van ILC projecten: Kennis én beleving dienen gericht te zijn op levensbeschouwelijke informatie die niet als dé waarheid geponeerd wordt tegenover die van anderen. Wél als een levensbeschouwelijke overtuiging of waarheid die men aanneemt, beleeft en deelt met anderen. Zowel de buitenkant (voorwerp, symbool, gebruik, ritueel, …) als de binnenkant (attitude, betekenis, beleving, …) krijgen hierbij de nodige aandacht. Het delen van levensbeschouwelijke kennis en beleving is immers gericht op het erkennen en respecteren van de ander. Ondertussen ontwikkelen het Nascholingsinstituut LBV, verschillende inspecteurs-adviseurs LBV in samenspraak met Helmut De Nutte, leerkracht NCZ een interactieve APP om te gebruiken tijdens een interlevensbeschouwelijke wandeling (in Gent maar later als concept over te nemen voor andere steden). De les ‘bezoek aan levensbeschouwelijke huizen’ is gestileerd uit dit project. Echter vooraleer te starten met de interlevensbeschouwelijke dialoog is het goed om samen met de leerlingen de eigen levensbeschouwing te herkennen, onderzoeken, uit te diepen en er zijn/haar eigen verhaal van te maken. Dit kan en is een boeiende ervaring voor elkeen van ons die met levensbeschouwing bezig is.
burgerschap
5 Economie 6 Wetenschap 7 Milieu 8 Kunst 9 Communicatie en media
NR 92
BEZOEK AAN
levensbeschouwelijke Aalst
Zottegem
Roeselare
4
Hasselt Diksmuide
Genk
Brussel
Maasmechelen
Genk
Mol Sint-Truiden
Mechelen
Herentals
Tongeren
Antwerpen
JUNI 2018
|
NR 92
huizen
Het bezoeken van levensbeschouwelijke huizen gebeurt vaak in het kader van ILC-projecten.
Volgende inter-levensbeschouwelijke competenties kunnen via deze bezoeken gestimuleerd worden. De leerling ontdekt en verwoordt … >> de eigenheid van andere
levensbeschouwingen. (ILC 8) >> de eigenheid van een
levensbeschouwing zoals een bevoorrechte getuige of een relevante vertegenwoordiger van een levensbeschouwing ze voorstelt. (ILC 9) >> gelijkenissen en verschillen tussen
levensbeschouwingen. (ILC 10) Het is belangrijk de bezoeken degelijk voor te bereiden met het team van leraren levensbeschouwelijke vakken en de persoon die jullie zal ontvangen, rondleiden en te woord staan. Bij een bezoek aan een Huis van de Mens kunnen volgende opdrachten (aanvullend en/of verdiepend) gebruikt worden:
CHT
1
D
RA
Helpen?
Waarmee kunnen medewerkers van het Huis van de Mens je helpen?
OP
OP
D
De bezoeken dienen gericht te zijn op ontmoeting en dialoog. De levensbeschouwelijke informatie wordt niet als dé waarheid geponeerd tegenover die van anderen, wel als een levensbeschouwelijke overtuiging die men aanneemt, beleeft en deelt met anderen. De levensbeschouwelijke verschillen worden erkend als leerrijk voor de dialoog en het samenleven. RA
5
CHT
2
Hoe hij of zij ertoe kwam
Vraag aan iemand in het Huis van de Mens hoe hij of zij ertoe kwam om vrijzinnig humanist te zijn?
DUID A AN: >> Met een open gesprek wanneer je in
een dip zit en levensvragen hebt. >> Om niet-confessionele
zedenleer te volgen. >> Om een vrijzinnige plechtigheid
te organiseren (geboorte, huwelijk, afscheid …). >> Om je te helpen met huishoudelijke
taken wanneer je niet meer goed te been bent. >> Om een Lenfeest of een Feest
Vrijzinnige Jeugd te organiseren.
Turnhout
>> Om een interessante
voordracht te volgen.
BEZOEK A AN EEN HUIS VAN DE MENS
Luister aandachtig naar wat de mensen van het Huis van de Mens jullie vertellen over het vrijzinnighumanisme. Daarna gaan jullie actief op verkenning.
Lier
Het huis met Levensbeschouwing gaat over het hele leven; het gaat over aandacht besteden aan de zin van dingen en gebeurtenissen. Dit met gevoel, verstand en verbeelding. Mogelijke verwerkingen vanuit deze invalshoek.
I NH OUD
8
3
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 2 à 3 lestijden
D E G RA A D
Aan de hand van een huis met 6 deuren (werkblad met 6 vakken en een daarop aansluitend blad met 6 deurtjes) kunnen de kinderen naargelang de leeftijdsgroep tekenen of schrijven. De opdracht is gebaseerd op vragen die elk naar een eigen levensbeschouwelijk domein verwijzen (zes in totaal). De focus ligt op hoe kinderen ‘al’ in het leven staan in elk van die domeinen. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
NO DIG PR OC ESDOE LE N
THE MA’S
>>klasgesprek >>korte wandeling >>huisjes bouwen >>ballonnen blazen >>tekenopdracht >>vertellen >>bouwopdracht
4. EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
denken en handelen ZINGEVING >>oefening in zingeving
VOORBEREIDING
>>fantaseren/verbeelding >>zintuigelijke waarneming >>inleving
>>4.2 Gebruiken, symbolen en feesten in diverse
culturen en levensbeschouwingen.
>>Beseffen dat sommige mensen een andere levenswijze
hebben dan zijzelf, wanneer ze geconfronteerd worden met beelden, informatie of mensen uit een andere cultuur en levensbeschouwing.
>>Levensbeschouwelijke diversiteit kunnen ervaren als een
bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>werkblad met deuropeningen uitsnijden en
bevestigen op een 2de A4-werkblad
>>materiaal verzamelen en klaarleggen
MATERIAAL
>>tekengerief >>werkblad >>(gekleurde) paperclips >>spiegel(tjes) >>vergrootglas >>verrekijker >>sleutels (echte of papieren) >>bouwstenen (hout-Lego-…) >>ballonnen (1 per kind)
JUNI 2018
|
NR 92
de 6 deuren 1
2
Op onderzoek: De wereld van de dingen
In de wereld zijn er veel zaken die soms vreemd zijn en andere dingen waarmee je je snel verbonden voelt. Maak indien je dit kan met je klasgroep een korte wandeling op straat, in de school, naar het park.
Schakels: De andere mensen 9
Relaties met mensen vormen een ander stuk van je levensbeschouwing.
Laat de leerlingen vertellen wat ze allemaal zien. Wat vinden ze interessant, wat valt hen op, wat vinden ze raar…?
In het midden ligt een stapel paperclips (liefst gekleurde). Om beurt mogen de leerlingen antwoorden op onderstaande vraagjes. Telkens zij iemand vernoemen mogen zij een paperclip nemen. Ieder paperclip stelt symbolisch een mens/relatie voor. Na het gesprek kunnen de paperclips allemaal verbonden worden tot ‘mensenketting’.
>> Wat vindt de één belangrijk? Wat vindt je
>> Alle mensen zijn verschillend, zo ook je vriendjes
Neem indien dit kan een vergrootglas mee of verrekijker.
vriendje belangrijk? Hoe kijken zij naar de dingen (gebouw, kikker, spin, vervoersmiddel …)? >> Wat vind jij belangrijk? >> Welke zaken of gebeurtenissen hebben
je onlangs verrast?
van de klas, straat, neefjes, nichtjes, …. >> Met welke mensen ga jij graag om? Waarom? >> Wat doe je graag met hen? Hoe ga je met hen om? >> …
>> Wat zou je graag willen weten wat je nog niet weet? >> Hoe kijk jij aan tegen...? >> …
OP ONDERZOEK
1 de wereld van de dingen
SCHAKELS
2 de andere mensen
de
DE SYMBOLIEK VAN
12
De leerlingen hebben uiteraard al kennis gemaakt met de fakkel als symbool van de vrijzinnig humanistische levensbeschouwing, toch zal dit voor hen nog vaak in de eerste graad abstract gebleven zijn. In deze les(senreeks) gaan we wat dieper in op de symboliek van de fakkel en de waarden die hieraan verbonden zijn via concrete spelvormen, oefeningen, verhalen en opdrachten. Uiteraard is het de bedoeling dat de leerkracht niet-confessionele zedenleer zelf de opdrachtjes kiest die voor zijn/ haar klasgroep zullen werken. Het is niet de bedoeling alles te doen wat verder Het symbool van de vrijzinnig humanistische beschreven staat. Misschien levensbeschouwing is de fakkel. kan je ook bepaalde dingen in het derde leerjaar >> De fakkel geeft licht, het licht laat doen en het jaar erop ons toe in vrijheid naar waarheid te zoeken, het staat voor wijsheid. bij wijze van herhaling andere opdrachten in >> Het vuur van de fakkel heeft kracht, we bedoelen dan niet de kracht die het heeft het vierde leerjaar aan om geweld te plegen, te vernielen of te bod laten komen? doden, maar wilskracht om te zoeken naar wat goed, waardevol en mooi is. >> De fakkel staat ook voor schoonheid,
de mens die bereid is te bouwen aan een wereld waar het goed is. Door naar de waarheid op zoek te gaan en een goed en mooi leven na te streven, kan er mee gebouwd worden aan een betere, menselijkere en verdraagzamere wereld. De bedoeling is op zoek te gaan naar eigen waarden en op je eigen manier een goed mens te zijn. >> De mannetjes staan voor
gelijkwaardigheid, verbondenheid en solidariteit. We denken niet alleen aan onszelf, maar we proberen van de wereld een goede plek te maken voor zoveel mogelijk mensen.
JUNI 2018
|
NR 92
fakkel 13
I N H OUD
2
V OORBE RE IDING > weinig tot matig TIJD >3 à 4 lestijdens
D E G RA A D
‘Aan de hand van allerlei werkvormen leren de leerlingen de symboliek van de fakkel beter te begrijpen. Waarden en normen verbonden aan deze symboliek worden via concrete werkvormen en opdrachten ‘ervaren’ door de leerlingen. Maak als leerkracht een selectie uit deze items rekening houdend met je klasgroep, de ruimte die je voor handen hebt, materialen die beschikbaar zijn... WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
>>op zoek naar de wijsheid en de waarheid aan de hand
>>rollenspel >>raadsels >>klasgesprek >>knutselen >>krachtspelletjes >>filosoferen >>verhaal >>wandeling met
14
van rollenspelen, raadsels, knutselopdracht...
>>nadenken over kracht in jezelf en in de
mens: fysieke en mentale kracht
>>filosoferen over en op zoek gaan naar schoonheid >>warmte voelen in jezelf, warmte schenken aan anderen,
mooie herinneringen en warme momenten bewaren
>>door middel van opdrachten ontdekken dat iedereen
THEMA’S
4. EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
PROCESDOELEN
fotograferen >>relaxatietechnieken >>samenwerkingsspelen
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig denken en handelen
MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en toekomstige generaties
ZINGEVING >>oefening in zingeving
KENNIS
anders en uniek is, maar dat we ook gelijkwaardig zijn, verbonden met elkaar en solidair moeten zijn door samen tot een mooier resultaat te komen
>>4.2. Gebruiken, symbolen en feesten in diverse
culturen en levensbeschouwingen.
>>Kritisch en creatief leren omgaan met vragen over
normen, waarden en levensovertuiging.
>>Erkennen en leren kritisch nadenken over de betekenis
en de symboliek van bepaalde gebruiken, waarden en normen in diverse levensbeschouwingen.
>>Begrip en respect ontwikkelen voor verschillende
levensbeschouwelijke stromingen, tradities, waarden en normen en de uitingen ervan.
>>Het positief kunnen waarderen van verschillende
levensbeschouwelijke tradities en tegelijkertijd zelfbewust durven vertellen over de eigen gebruiken en tradities.
>>Levensbeschouwelijke diversiteit kunnen ervaren als een
bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>Exploreren wat waardevol is en zin geeft aan het bestaan. >>Een aantal symbolen kennen van
verschillende levensbeschouwingen.
NODIG
>>De symboliek van de fakkel kennen.
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>knutselmateriaal bij elkaar zoeken >>eventueel aanvragen van een grotere ruimte (turnzaal) >>materiaal voor de opdrachten voorzien >>knutselmateriaal (afhankelijk van de gekozen items) >>materiaal voor de opdrachten (afhankelijk
van de gekozen items)
>>op de website van Samenspel zijn enkele bijlagen te vinden
(vb. verhaal ‘diefstal’, raadsels, verhaal ‘verschil moet er zijn’)
AC
TI
JUNI 2018
VI
|
NR 92
TEI T
1
Licht
De fakkel geeft licht in het donker, je gedachten zijn helder en eerlijk. Je ziet alle klaar en duidelijk, je zoekt wat waar is. De fakkel staat dus onder andere symbool voor wijsheid.
1 twee waarheden en één leugen
3 gebruik je verstand
De leerlingen krijgen even de tijd om twee dingen op te schrijven over zichzelf die WAAR zijn en één LEUGEN. Vervolgens mag iedereen om de beurt zijn / haar drie verhalen vertellen. De andere leerlingen proberen te achterhalen welk van de drie verhalen gelogen is.
De leerlingen krijgen in kleine groepjes enkele raadsels voorgeschoteld (via een beurtrolsysteem ofwel allemaal samen hetzelfde raadsel, maar met een tijdslimiet), de raadsels hebben te maken met ‘de waarheid’. Per raadsel dat ze kunnen oplossen, krijgen ze de kans iets van materiaal uit te kiezen dat de leerkracht op een tafel vooraf heeft opzij gelegd (vb. isomo, schaar, touw, bolletjespapier, stof, plastiek zak, wc-rolletje, kussen...). Van sommige materialen zijn er meerdere items beschikbaar, van sommige materialen is er maar één stuk te vinden. De opdracht is, nadat de leerlingen al hun materiaal verzameld hebben, een rauw ei van de hoogste verdieping van de school (indien mogelijk, zo niet van op een ladder of tafel of...) naar beneden te gooien, zonder dat het breekt.
Hoe kwam je de waarheid te weten? Kon je dit aan de lichaamshouding zien? Waren er andere dingen die je opvielen? Is het belangrijk de waarheid te zoeken en te weten? Mag je soms liegen? Zijn er bepaalde situaties waarin liegen toegestaan is?
2 de diefstal De leerlingen luisteren aandachtig naar het verhaal dat de leerkracht vertelt over een overval in een winkel. De leerkracht toont enkele ‘verdachten’ op foto. De kinderen krijgen elk een knikker, die dienen zal als stem. Eén per één mogen de leerlingen raden wie zij denken dat de dader is. Ze doen dit door hun knikker in een doorzichtige fles (afgedekt door een donkere koker) te doen. Pas wanneer iedereen ‘beschuldigd’ heeft, wordt het slot van het verhaal verteld en komen de leerlingen de echte waarheid te weten. Hadden jullie de juiste verdachte beschuldigd? Hoe kwam dit? Is het belangrijk de waarheid te weten? Hoe kan je vermijden je te laten leiden door vooroordelen? Kunnen we proberen niet alleen meningen, maar ook feiten te laten meespelen in onze beoordelingen? (Het verhaal is te vinden op de website van Samenspel.)
(De raadsels zijn te vinden op de website van Samenspel. Als deze te moeilijk zijn voor jouw klasje, kan je uiteraard om het even welke eenvoudigere raadsels kiezen.)
4 wijsheden die baden in het licht De leerlingen zoeken zelf enkele ‘wijsheden’ (eventueel kan de leerkracht ook enkele wijsheden of spreuken vooraf zoeken en meebrengen om de kinderen die niet meteen op iets komen ook een aanzet te geven of aan de slag te laten gaan). Daarna noteren ze deze wijsheden en ze maken er een lichtje mee. 3 IDEETJES: >> de zinnetjes worden op lantaarnpapier of foliepapier
geschreven op strookjes in verschillende kleuren, deze worden om een glazen potje gekleefd en in het midden van het glazen potje wordt een theelichtje gezet >> de zinnetjes worden op een strookje papier geschreven
en rond een theelichtje gekleefd, de achterkant van de papiertjes kan worden versierd >> de zinnetjes worden op de binnenkant van schelpen
(‘mesheften’) genoteerd, de mesheften worden in een bodempje van klei of zoutdeeg geduwd, een theelichtje kan in het midden geplaatst worden en een touwtje rond de schelpen werkt het geheel af
15
TI
AC
VI
TEI T
2
Kracht
De kracht die je ziet in het vuur, kan zowel vernietigen als verwarmen, we moeten voorzichtig zijn met vuur. We zoeken onze innerlijke kracht om het goede te doen en ons innerlijk vuur om vol te houden.
spelletjes waarbij soms fysieke kracht nodig is, soms mentale kracht
16
Hieronder een hele lijst aan ideetjes, uiteraard is het belangrijk als leerkracht zelf te kiezen welke opdrachtjes je de leerlingen laat doen, afhankelijk van de grootte van je groep, de locatie waarin de oefeningen kunnen gebeuren, de veiligheid (sommige oefeningen dienen op matten of op een zachte ondergrond te gebeuren), het niveau van je groep...
>> hurkgevecht: Twee spelers in gehurkte houding
>> armworstelen (per 2)
>> aanraken van de schouders: De leerlingen geven elkaar
>> hanengevecht (per 2 of in groep): De leerlingen
gaan op 1 been staan met hun armen voor hun lichaam gekruist, ze proberen al springend de anderen uit evenwicht te brengen. Wie zijn/haar andere been op de grond zet, valt uit. >> achterwerkduwen (in groep): Er wordt een cirkel op de
grond getekend waar alle deelnemers zich in plaatsen. Ze proberen de anderen met hun achterwerk uit de cirkel te duwen. Wie buiten de cirkel stapt valt uit. >> rugduwen: Twee leerlingen staan met de ruggen tegen
elkaar in een cirkel (diameter ongeveer 3,5 m). Bedoeling is om elkaar 3x uit de cirkel te duwen door enkel met de rug te werken. Wie dit het eerst 3x heeft gedaan, wint. >> mensen heffen: 1 leerling legt zich op de grond en spant
zich volledig op. De andere leerlingen heffen deze persoon op tot boven hun hoofden. (Opgelet voor de veiligheid!) >> rug aan rug: De leerlingen gaan per 2 met de ruggen
tegen elkaar gaan zitten, ze kruisen de armen met elkaar en proberen samen op te staan. Lukt dit eventueel ook met z’n tweeën, vieren of achten? >> klimaap: Eén leerling gaat op de rug zitten van een
andere leerling en probeert erom heen te ‘klimmen’. >> evenwichtsgevecht: De leerlingen staan per twee,
gezichten naar elkaar, voeten parallel en hun handpalmen raken elkaar aan. Door te duwen en uit te wijken proberen ze hun partner uit zijn/ haar evenwicht te brengen. >> streepgevecht: De leerlingen staan op een ‘streep’ (vb.
een riem, touw of een streep op de grond getekend met krijt) tegenover elkaar. Hun voeten staan achter elkaar. Door het tegen elkaar slaan van de handen proberen ze de ander uit zijn/ haar evenwicht te brengen. Lukt dit vlot? Dan kan hetzelfde spel nog eens geprobeerd worden, maar dan op één been staan. >> trekgevecht: Twee leerlingen staan tegenover
elkaar, tussen hen is een ‘streep’ gelegd of getekend, ze nemen elkaar bij de handen vast en proberen de andere over de streep te trekken.
proberen elkaar door stoten en duwen met hun handen uit het evenwicht te brengen. >> optillen: Twee leerlingen omarmen elkaar en
proberen de andere op te tillen (de partner met zijn/ haar voeten van de grond te tillen). de rechterhand en proberen met de andere hand de schouder van hun tegenspeler aan te raken. >> sokkengevecht: Twee leerlingen staan tegenover elkaar,
ze geven elkaar een hand en proberen een sok uit de zak van de ander te nemen. De sok kan ook achteraan in de broek gestoken worden (stukje wel zichtbaar uiteraard) of de sokken zijn nog aan elkaars voeten. >> opstaan: Eén leerling ligt op zijn/ haar buik, de
ander dwars eroverheen. De leerling die onderaan ligt, moet proberen op te staan, degene die bovenop ligt, probeert dat te verhinderen. >> ronddraaien: Eén leerling ligt op zijn/ haar buik, een andere
leerling probeert hem/ haar op zijn/ haar rug te draaien. >> touwtrekken: Er worden twee teams gemaakt,
in het touw zit in het midden een knoop. De leerlingen proberen de knoop naar hun kant van het terrein te krijgen (of over een streep). >> doorbreken van de cirkel: De leerlingen gaan in een kring
staan en haken de armen in elkaar. Degene die loslaat valt uit. Een andere variatie is dat één leerling in het midden staat en probeert te ontsnappen of dat deze leerling net buiten de cirkel staat en probeer in de cirkel te geraken. >> ruitergevecht: De leerlingen gaan per twee staan. Eén
van beide zit op de rug van de andere en nu proberen ze de andere leerlingen ‘ruiters’ van hun ‘paard’ te krijgen. (Enkel duwen, niet trekken of pijn doen!) >> zo lang mogelijk in elkaars ogen kijken zonder te lachen >> zo lang mogelijk geblinddoekt op 1
been staan (in groep) >> een stoel voor je houden met de armen gestrekt >> *...
Wat was nodig voor deze oefeningen: fysieke of mentale kracht? Hoe heb je de oefeningen waarvoor mentale kracht nodig was, aangepakt? Ging dit gemakkelijk of vond je dit moeilijk?
JUNI 2018
rotsen van mensen
geraakt in mijn kracht
EĂŠn leerling plaatst zich ergens in de ruimte en maakt van zichzelf een rots. Een andere leerling mag vervolgens op verschillende plaatsen tegen deze rots duwen, het is niet de bedoeling deze omver te duwen, maar om de kracht van de andere te voelen en te ontdekken hoe moeilijk het al dan niet is zelf in je eigen kracht te blijven.
Wanneer iemand geraakt wordt in zijn kracht, kan hij dat soms ook lichamelijk ervaren. Sommige mensen krijgen buikpijn, anderen krijgen hoofdpijn of een trillende stem. Laat de leerlingen even stilstaan bij waar zij pijn of kwetsuren ervaren en hen dit eventueel op een tekening van zichzelf laten aanduiden en bespreken.
Nadien wisselen de leerlingen uiteraard eens van rol. Was het mogelijk om je in beweging te brengen? Waar sta je stevig? Waar minder stevig? Waar heb je als rots controle over en wat kan je niet controleren?
Waarin werd jij al eens geraakt in je kracht? Welke littekens draag jij mee in je leven? Laat je jouw littekens zien aan anderen? Welke wel / niet en waarom wel / niet? Wat heb jij nodig om weer in je kracht (dezelfde of een andere) te kunnen gaan staan? Wat zorgt ervoor dat jij je kracht weer terugvindt? (Indien de leerlingen hier dingen aanbrengen die ter plekke kunnen uitgevoerd worden, kan je deze ook effectief doen.)
|
NR 92
17
L
B IJ
AG
E
1
De diefstal…
nieuwsbericht Gisteren in de voormiddag, rond 11 uur ’s ochtends, werd mevrouw Desmet in haar bakkerij overvallen. Er waren op het moment van de overval 5 klanten in de winkel aanwezig. Een deftige zakenman (een advocaat), die een lekkere taart kwam ophalen die hij de dag ervoor besteld had. Hij was namelijk vandaag jarig en wilde trakteren op het werk. De tweede persoon die aanwezig was in de bakkerij was een jonge vrouw, ongeveer 30 jaar oud met een baby op haar arm. De derde persoon in de zaak was een oudere, gepensioneerde man die dagelijks enkele sandwiches komt kopen. De vierde persoon was een Afrikaanse jongen van 16 jaar,
die eigenlijk op school had moeten zijn. Hij spijbelde echter en kwam een lekkernij kopen. De laatste persoon aanwezig, was een stoere kerel van 38 jaar, ook hij kwam voor de eerste keer naar deze bakkerij.
en al het geld dat erin zat gestolen. De bakkersvrouw duwde snel op de alarmknop, waardoor de politie verwittigd werd. Gelukkig waren de agenten net in de buurt en konden ze de 5 klanten tegenhouden.
Toen de bakkersvrouw zich omdraaide om de bestelling te zoeken van de deftige zakenman achteraan in de winkel, kreeg ze plots een forse duw in de rug. Voor ze het goed en wel besefte en nog voor ze zich kon omdraaien, werd haar kassa geopend
Allen waren ze erg bang en aangedaan door wat er net gebeurd was. Ze vertelden elk hun eigen versie van het verhaal aan de politie, daardoor kon deze gelukkig snel de dief inrekenen en naar het politiebureau brengen voor verdere ondervraging.
Wie denken jullie dat de dader is? Kijk goed naar de vijf verdachten (de vijf klanten die in de winkel aanwezig waren) en breng je stem uit… Gek genoeg kwam de politie er snel achter dat de jonge dame met de baby op haar arm de dief was. De vier anderen duidden haar meteen als dader aan, vermits zij haar de bakkersvrouw zagen omverduwen en geld zagen nemen uit de kassa. Toen de jonge vrouw met het kind wilde vluchten, hielden de andere klanten haar tegen totdat de politie er was.
22
Na een lange ondervraging, gaf de vrouw uiteindelijk de diefstal toe. Blijkbaar had haar man net te horen gekregen dat hij ontslagen was op zijn werk. Daardoor zouden ze veel minder geld hebben en nu de baby pas geboren was, hadden
ze dat geld net héél hard nodig om luiers, melk, eten en speelgoed voor het kindje te kopen. De vrouw was zo radeloos dat ze allerlei winkels binnenging en steeds haar kans afwachtte om geld uit de kassa te stelen. In het totaal had ze al voor meer dan 500 euro buit gemaakt. Wat er verder met de vrouw zal gebeuren, moet een rechter beslissen.
B IJ
L
JUNI 2019
AG
|
NR 92
E
2
Raadsels
1 Wat is de straf?
3 Wie is welke godin?
Een man is ter dood veroordeeld. Zijn laatste woord bepaalt wat zijn straf wordt. Als hij de waarheid spreekt, wordt hij neergeschoten. Als hij liegt, wordt hij opgehangen. De man zegt: “Ik word opgehangen.” Wat is zijn straf? Antwoord: Niks, als hij wordt opgehangen, heeft hij de waarheid gesproken en zou hij worden doodgeschoten. Als hij wordt doodgeschoten, heeft hij gelogen.
2 Welke bewering is waar? Welke van de onderstaande beweringen is waar? A. Precies 1 van deze beweringen is onwaar. B. Precies 2 van deze beweringen zijn onwaar. C. Precies 3 van deze beweringen zijn onwaar. D. Precies 4 van deze beweringen zijn onwaar.
Een schattenjager jaagt op een grote schat in een tempel, die bewaakt wordt door drie godinnen: ‘Waarheid’ vertelt altijd de waarheid; ‘Leugens’ liegt altijd en ‘Wijsheid’ vertelt soms de waarheid en liegt soms. De godinnen lijken als drie druppels water op elkaar. Het is onmogelijk om ze op basis van hun uiterlijk te onderscheiden. Enkel als de schattenjager de godinnen van elkaar kan onderscheiden, krijgt hij toegang tot de schat. Maar hij mag aan elke godin slechts één vraag stellen. Aan de linkse godin vraagt hij: “Wie is de middelste godin?” Ze antwoordt: “Waarheid.” Aan de middelste godin vraagt hij: “Wie ben jij?” Ze antwoordt: “Wijsheid.” Aan de rechtse godin vraagt hij: “Wie is de middelste godin?” Ze antwoordt: “Leugens.” De schattenjager kon vertellen wie welke godin was en ging dus naar huis met de schat.
E. Precies 5 van deze beweringen zijn onwaar.
Wie is welke godin?
F. Precies 6 van deze beweringen zijn onwaar.
Antwoord: De linkse godin is Wijsheid; de middelste godin is Leugens en de rechtse godin is Waarheid.
G. Precies 7 van deze beweringen zijn onwaar. H. Precies 8 van deze beweringen zijn onwaar. I. Precies 9 van deze beweringen zijn onwaar. J. Precies 10 van deze beweringen zijn onwaar. Antwoord: bewering I
(De linkse godin zei dat de middelste godin Waarheid was. Aangezien er geen twee Waarheden kunnen zijn, kan de linkse godin onmogelijk Waarheid zijn. De middelste godin zei dat ze Wijsheid was. Zij kan dus onmogelijk Waarheid zijn, omdat ze dat anders gewoon had gezegd. De rechtse godin moet dus Waarheid zijn. En volgens haar is de middelste godin Leugens. Dan moet de linkse godin Wijsheid zijn.)
4 Welke vraag stel je? Je bent op reis en je wilt naar een bepaald dorp. Op een gegeven moment kom je op een splitsing waar je twee kanten op kunt. Je weet alleen niet welke kant je op moet. Bij de splitsing staan gelukkig twee mannetjes. Maar één van die mannetjes liegt altijd en de andere spreekt altijd de waarheid. Je weet niet welke van die twee de leugenaar is. Omdat de mannetjes ook weer niet zo heel veel zin hebben om je te helpen mag je één van hen één vraag stellen. Welke vraag stel je? Antwoord: Vraag aan een mannetje: “Waar zou de andere man mij naar toewijzen als ik hem vroeg welke kant het dorp op is?” En sla de andere weg in. (Als je die vraag aan de leugenaar stelt, dan geeft hij de verkeerde weg als antwoord. Als je die vraag aan de waarheidsspreker zou stellen, dan geeft hij ook de verkeerde weg als antwoord. Zo je weet welke weg het niet moet zijn en dus moet je de andere weg in.)
5 Ridders en schurken Op een eiland wonen ridders en schurken: de ridders spreken steeds de waarheid, de schurken liegen. Als toerist kom je in de lokale herberg waar 13 mannen aanwezig zijn. Je vraagt aan iedereen: “Als je jezelf niet meetelt, hoeveel ridders zijn er hier dan aanwezig?”. Je krijgt de volgende antwoorden: “7, 4, 3, 6, 4, 0, 1, 2, 4, 4, 9, 2, 4”. Kan je weten hoeveel ridders er zijn? Indien ja: hoeveel? Antwoord: Er zijn 5 ridders aanwezig zijn (4+1), want ridders spreken de waarheid en 4 komt steeds terug.
6 De waarheid Het vertelt altijd de waarheid, toch kan het niet spreken. Kijk ernaar en je ziet de waarheid. Wat is het? Antwoord: een spiegel
23
L
B IJ
AG
E
3
Verhaal
Verschil moet er zijn VAN HANS CHRISTIAN ANDERSEN
Het was de maand mei, buiten was er nog een koude wind, maar de lente was al begonnen. Dat zag je aan de struiken, bomen, velden en weilanden. Overal stonden al prachtige bloemen te bloeien. In deze prachtige natuur stond een appelboompje dat maar uit één tak bestond, maar dat heel fris bloeide en vol stond met zachte, rozerode knoppen, die op het punt stonden om open te gaan.
Het appelboompje wist zelf ook dat hij heel mooi was en was daarom helemaal niet verbaasd toen er een koets op de weg bleef staan en de jonge gravin zei dat deze appelbloesem het mooiste was dat ze al zag deze lente. De tak werd afgebroken en de gravin hield hem voorzichtig vast, met haar zijden parasol erboven tegen de zon. Ze reden naar het kasteel, waar hoge zalen en prachtige kamers waren. Heldere witte gordijnen fladderden voor de open ramen en mooie bloemen stonden in schitterende, doorzichtige vazen. In één daarvan werd de bloesemtak tussen verse, lichte beukentakken gezet. Het werd een prachtig bloemstuk om te zien! De appelbloesemtak stond trots te blinken in de vaas. Er kwamen veel verschillende mensen en hoewel ze allemaal zeiden dat hij prachtig was, deden ze dat elk op hun eigen manier. De appelbloesem begreep dat er tussen mensen ook verschil was, net als tussen planten. Sommige zijn er voor de sier, sommige voor het eten, maar er zijn er ook die best gemist konden worden, dacht de appelbloesem. En omdat hij juist bij het open raam was neergezet, vanwaar hij de tuin en de velden kon zien, had hij bloemen en gewassen genoeg om naar te kijken en over na te denken. Er stonden rijke en arme, sommige echt heel arm. “Arme plantjes,” dacht de appelbloesem, “er is echt verschil gemaakt. Wat moeten ze zich ongelukkig voelen. Er is echt veel verschil, maar dat moet ook, anders waren we immers allemaal hetzelfde.”
24
De appelbloesem keek vol medeleven naar een soort bloemen die in overvloed op het veld en bij de sloot stonden. Niemand maakte er een boeketje van, ze waren te gewoon. Je vond ze zelfs tussen de straatstenen, ze schoten op als het ergste onkruid en dan
hadden ze ook nog zo’n lelijke naam, nl. paardenbloem. “Arme bloem,” zei de appelbloesem, “je kunt er niets aan doen dat je bent wat je bent, dat je zo gewoon bent en dat je die lelijke naam hebt, maar het is met planten net als met mensen, verschil moet er zijn.” “Verschil!” zei de zonnestraal en ze kuste de bloeiende tak, maar ze kuste ook de gele paardenbloemen op het veld. Ieder zonnestraaltje kuste de arme bloemen net zo goed als de rijke. De appelbloesem had er nog nooit over nagedacht dat alles wat bloeit en groeit mooi gevonden werd door de zon en niet vergeten wordt. De zonnestraal, wist het beter en zei: “Jij kijkt niet ver en je kijkt niet goed, appelbloesem. Waar is dat lelijke plantje, dat plantje dat jij vooral zo zielig vindt?” “De paardenbloem,” zei de appelbloesem. “die wordt nooit in een boeket gestopt, hij wordt vertrapt, ze zijn met te veel en als ze zaad maken, vliegt dat als fijn gekamde wol over de weg en blijft in de kleren van de mensen hangen. Het is onkruid, maar dat moet er ook zijn - hoewel ik wel blij ben dat ik er niet bij hoor!” Plots kwam er een hele troep kinderen over het weiland aangelopen. De kleinste ervan was nog zo klein dat de anderen haar moesten dragen. Toen ze tussen de gele bloemen in het gras werd gezet, lachte ze hardop van plezier, trappelde met haar beentjes en rolde over de grond. Ze plukte alleen de gele bloempjes en kuste ze één voor één. De grotere kinderen braken de bloem van de holle stengel af en bogen die rond, zodat het ene eind in het andere schoof, en zo werd het, schakel na schakel, een
JUNI 2019
hele ketting: eerst één voor om hun hals, dan één om hun schouders en om hun middel, op hun borst en op hun hoofd. Het werd een prachtige verzameling groene kettingen en kransjes. De grootste kinderen namen heel voorzichtig de uitgebloeide bloem in hun handen, de stengel met de pluizige zaadkroon, een luchtig bloempje van wol, dat lijkt op een kunstwerkje van de dunste veertjes, of van pluisjes of dons. Ze hielden het voor hun mond om het er in één adem helemaal af te blazen. Wie dat kon, kreeg vóór het jaar om was nieuwe kleren, had oma gezegd. De ‘arme’ bloem kon voor één keer de toekomst voorspellen. “Zie je wel?”, zei de zonnestraal. “Zie je wel hoe mooi zij is, zie je hoe veel zij kan?” “Ja, voor kinderen wel”, zei de appelbloesem. Er kwam een oud vrouwtje over het weiland aangelopen dat met haar stompe mesje de bloem rond de wortel uitstak. Ze wilde van een paar wortels koffie zetten en voor wat overbleef, kreeg ze geld, als ze ze naar de apotheker bracht om ze als medicijn gebruikt te laten worden.
|
NR 92
omheen werden gehouden, zodat geen tochtje of zuchtje wind aan de bloem kon komen. Zo voorzichtig was de appelbloesem nog nooit gedragen geweest. Heel voorzichtig werden de grote bladeren verwijderd en werd de zachte, pluizige zaadkroon van de gele paardenbloem zichtbaar. De gravin had haar geplukt en heel voorzichtig gedragen om geen van de tere veerpijltjes, die zo los zitten, te laten wegwaaien. Ze had de bloem nu in al haar pracht in haar hand en ze bewonderde haar mooie vorm en haar luchtigheid, haar hele bijzondere bouw, haar schoonheid, voordat ze in de wind zou verwaaien. “Kijk toch eens, hoe ongelooflijk mooi deze bloem is!” zei ze. “Ik ga haar samen met de appelbloesem schilderen, want die vindt iedereen zo oneindig mooi, maar dit armzalige bloempje heeft vind ik op een andere manier evenveel gekregen! Zo verschillend en toch allebei zo schoon!” De zonnestraal kuste de armzalige bloem en ze kuste de bloeiende tak. Het leek wel of zijn blaadjes bloosden.
“Schoonheid is toch iets hogers!” zei de appelbloesem. “Alleen voor de hele speciale en unieke bloemen is er plaats in het rijk van de schoonheid! Er is verschil tussen de gewassen, net zoals er verschil is tussen de mensen.” De zonnestraal zei dat alles wat bloeit, groeit en leeft prachtig is en gelijk behandelt dient te worden. “Tja, dat is uw mening!”, zei de appelbloesem. Er kwamen bezoekers in de kamer en de jonge gravin kwam ook, de jonge gravin die de bloesemtak zo mooi in de doorzichtige vaas had gezet, waarin het zonlicht weerkaatste. Ze had een bloem of zoiets bij zich. Die was in een stuk of drie grote bladeren gehuld die er als een zakje
25
I NH OUD
2
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 3 lestijden
D E G RA A D
We kunnen ons geen leven voorstellen zonder licht. Wereldwijd worden er feesten gevierd die licht als thema hebben. De leerlingen maken kennis met enkele van deze feesten. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>startactiviteit >>groepswerk, presentatie
THEMA’S
EEN WAAIER AAN LEVENSBESCHOUWINGEN
PROC ESDO EL EN
van het resultaat en bespreking >>tekenopdracht >>FMK >>synthese >>leuke afsluiter
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig denken en handelen
>>foto’s bekijken. >>op onderzoek naar lichtfeesten wereldwijd en hun betekenis. >>wat hoop jij? hoe zou je dit kunnen bereiken? >>wat maakt een feest tot een echt feest? >>welke inzichten heb ik gekregen? >>knutselen, koken, spelen …
>>Gebruiken, symbolen en feesten in diverse
culturen en levensbeschouwingen.
>>De leerlingen geven betekenis aan het woord feest. >>De leerlingen denken kritisch na over
wat een feest is of kan zijn.
>>De leerlingen formuleren argumenten om
hun standpunt te onderbouwen.
HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
ZINGEVING >>oefening in zingeving
>>De leerlingen leren naar elkaar luisteren
en met elkaar in dialoog gaan.
>>De leerlingen kunnen respect tonen voor culturele en
levensbeschouwelijke gebruiken die ze niet kennen.
>>De leerlingen kunnen voor zichzelf een
betekenis geven aan de ‘lichtsymboliek’.
>>De leerlingen kunnen diversiteit in het vieren
van feesten ervaren als een bron van culturele en levensbeschouwelijke verrijking.
KENNIS
NO DIG
26
Licht VOORBEREIDING MATERIAAL
>>De leerlingen kennen de lichtfeesten: Divali,
Chanoeka, Winterzonnewende & Kerstmis, de Internationale Dag van het Humanisme.
>>Infofiches en opdrachtenbladen kopiëren >>Kinderen Wereldwijd. Feest! Unicef >>FeestVerHalen, Jos Van Hest & Saskia van de Valk
JUNI 2018
|
NR 92
Kinderen en grote mensen feesten graag, wereldwijd. Feesten creëren verbondenheid. Meestal vieren mensen tijdens een feest ook een belangrijke waarde waarrond zij zich verbonden voelen. We gaan op zoek naar feesten waar licht centraal staat.
4
TI
IT
Bespreking
>> Bied aan de leerlingen foto’s aan.
>> Waarover gaan al deze feesten?
>> Deze foto’s staan op de website
>> Hebben jullie overeenkomsten
Samenspel NCZ en komen terug op de werkbladen. >> Wat vertellen de beelden jullie?
gevonden in de verschillende feesten? >> Heb je al een dergelijk feest
meegemaakt?
TE VI
>>
>> Geen antwoord is juist of fout. >> Er is ruimte om op elkaars
uitspraken in te gaan.
in al deze feesten?
Op onderzoek
>> ® LICHT = hoop, inzicht en kennis >> Kunnen mensen voor elkaar een
licht in het donker zijn?
>> In groepjes gaan leerlingen op zoek
naar informatie bij de foto’s.
lichtpuntje kunnen gebruiken? >> Kun je uit het nieuws voorbeelden
van licht halen, of juist niet?
van het feest maken aan de hand van 4 foto’s. >> De leraar voorziet een informatief
>> Heeft hopen zin? >> Kan hoop kracht geven? >> Kan hopen dwaas zijn? >> Wanneer is iets hopeloos?
TI
AC
TI
AC
VI
IT
3
Voorstelling van de feesten
>> Wat zijn jullie, via jullie opzoekwerk,
te weten gekomen? >> Iedere groep stelt zijn feest voor.
Synthese
VI
TEI T
8
Leuke afsluiter
Er zijn diverse mogelijkheden: >> Divali lichtjes maken.
filmpje en een infofiche per feest.
TE VI
7
>> Waarop hoop jij?
AC
>> Ieder groepje gaat een presentatie
TEI T
Vat kort samen wat voor jullie de belangrijkste inzichten zijn die je hebt opgedaan in deze les.
TI
feest: Divali – Chanoeka – Winterzonnewende en Kerstmis – Internationale Dag van het Humanisme
VI
>> Welke mensen zouden vandaag een
>> Iedere groep krijgt 4 foto’s. >> De foto’s zijn van een welbepaald
TI
2
Startvraag: Wat maakt een feest tot een echt feest? staat centraal.
AC
TI
AC
TEI T
FMK
>> Het samen nadenken
>> Welke betekenis heeft licht VI
IT
6
AC
Start
TE VI
AC
TI
IT
1
AC
TI
27 TE VI
>>
>> Bananenlassi,, khir of gajar
TEI T
5
halwa maken.
Tekenopdracht
Op een tekenblad tekenen de leerlingen een wolk en schrijven of tekenen in de wolk datgene waarop zij hopen. Daarna tekenen ze een ladder die van de grond naar de wolk gaat. Op de ladder schrijven of tekenen ze wat er nodig is om bij de wolk te kunnen komen.
>> Latkes of soefganiot bakken. >> Een spelletje dreidl spelen. >> Een wenskaart maken voor
de Internationale Dag van het Humanisme. >> Een wensboom maken.
Zie voor meer info op de website Samenspel NCZ.
IC H E
1
Chanoeka
Chanoeka is een achtdaags joods lichtfeest. >> Acht dagen lang vieren joodse mensen het wonder
van de herovering en inwijding van hun tempel in Jeruzalem, meer dan 2000 jaar geleden. >> De menora, de joodse kandelaar, kon na de herovering
van de tempel eindelijk weer worden aangestoken. Maar ze hadden maar één kruikje olie. >> Toen gebeurde er een wonder: de
menora brandde acht dagen! >> Op Chanoeka krijgt elk joods kind een kandelaar met
acht kaarsjes, plus ééntje extra: het knechtje, daarmee wordt elke dag een nieuwe kaars aangestoken. >> Chanoeka, dat is een tijd van feest. Samen met de
familie zijn en lekker eten. Acht dagen lang! >> Als de Chanoekakaarsen branden, worden er
spelletjes gespeeld met snoep en een tolletje, dreidl. Sommige kinderen krijgen bij Chanoeka acht dagen lang een klein cadeautje. >> Vaak worden er speciale gerechten zoals
latkes (aardappelkoekjes) en soefganiot (oliebollen met jam) gegeten. >> Op de achtste en laatste dag van
Chanoeka branden alle kaarsen.
28
I NF
I NF
OF
OF
IC H E
2
Divali
Het Divalifeest is één van de belangrijkste hindoefeesten. Divali is het feest van het licht, het wordt eind oktober of begin november gevierd. >> Voor Divali wordt het huis extra gepoetst en de
mensen trekken mooie en kleurrijke kleren aan. >> Ze steken heel veel kleine olielampjes, diye, aan en
zetten die in rijen bij hun deuren en ramen. >> De lichtjes zijn een welkom aan de goden. >> Men hoopt dat ook Lakshmi, de godin van het
licht, de voorspoed, het geluk, het succes, en de wijsheid, op de lichtjes afkomt. >> Door al die lichtjes wordt ook de innerlijke
mens verlicht, gemene gedachten gaan weg en iedereen krijgt het gevoel met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. >> De mensen geven elkaar kaartjes en cadeautjes.
Ook wordt er vaak vuurwerk afgestoken en zijn er allerlei speciale Divaligerechten om te eten. >> Tijdens Divali vereren hindoes hun
goden thuis of in tempels.
OF
IC H E
3
Internationale Dag van het Humanisme
De Internationale Humanistische en Ethische Unie (IHEU) riep 21 juni uit tot Wereldhumanismedag. >> 21 juni is de dag van het licht, de langste dag van
het jaar, de feestdag voor vrijzinnig humanisten over de hele wereld. De dag staat symbool voor het optimisme dat het vrijzinnig humanisme kenmerkt: het vertrouwen in de mogelijkheden van de mens om zelf te zoeken wat voor hem, z’n medemensen en de wereld belangrijk is om goed en gelukkig te kunnen leven. >> Het licht staat, voor vrijzinnig humanisten,
I NF
I NF
JUNI 2019
OF
|
NR 92
IC H E
4
Winterzonnewende en Kerstmis
Voor veel mensen is Kerstmis het belangrijkste feest van het jaar. Ze vieren, midden in de winter, het licht. Ze branden kaarsen, geven elkaar kerstcadeaus, versieren een kerstboom en zitten urenlang aan het kerstdiner. In sommige huizen staat ook een kerststal. Christenen vieren de geboorte van Jezus in een stal in Bethlehem. Jezus is voor christenen een ‘lichtend’ voorbeeld om naar te leven.
ook symbool voor kennis en verstand. >> Je ziet alles helder: met kennis en verstand
kun je de dingen beter begrijpen. >> Overal worden er activiteiten georganiseerd:
samenkomsten, feesten, conferenties, lezingen, al dan niet ludieke acties, vieringen en prijsuitreikingen. >> De waarden en idealen van het humanisme
wereldwijd worden in de kijker gezet.. >> Om de twee jaar wordt in Vlaanderen door het
Humanistisch Verbond op 21 juni de prijs ‘Vrijzinnig Humanisme’ uitgereikt aan een persoon of een organisatie die zich inzet voor de vrijzinnighumanistische waarden. De winnaar krijgt een beeldje van beeldhouwer Paul Baeteman.
Zomerzonnewende >> De zomerzonnewende is het begin van
de zomer. De dag is dan het langst. >> Op het noordelijk halfrond bereikt
de zon haar hoogste punt. >> Ten noorden van de noordpoolcirkel wordt het op
deze dag niet donker. De zon gaat er dan gedurende een aantal dagen niet of nauwelijks onder. >> Na de zomerzonnewende is het iedere
dag een beetje minder lang licht.
>> Kerstmis wordt door velen gezien als een christelijk
feest, maar de herkomst gaat veel verder terug. >> Al duizenden jaren wordt op het noordelijk halfrond
de winterzonnewende gevierd. 21 december is, op het noordelijk halfrond, de kortste dag en de langste nacht van het jaar. De zon staat dan het laagste en geeft die dag het minste licht. Daarna worden de dagen langzaam weer langer. >> In de donkerste tijd van het jaar vierden de
Germanen het Joelfeest. Het ging gepaard met het maken van licht en vuur. Soms werd een brandend wiel of rad gebruikt, dat de zon voorstelde. Twaalf dagen en dertien nachten duurde het feest. >> Later werd aan de winterzonnewende een andere
betekenis gegeven: niet de zon, maar Jezus werd ‘de onoverwinnelijke zon’, het ‘licht’ in de ‘duisternis’. >> Sant Claus (de kerstman) komt uit Amerika, in Frankrijk
heet hij Père Noël en in het Fins Joulutonttu. >> Rendieren trekken zijn arreslee vol
geschenken door de lucht. >> De kerstboom is een heidens gebruik uit tijden
voor de geboorte van Jezus. Vroeger was het traditie om groenblijvende bomen te kappen uit het heilige bos en ze te versieren op het dorpsplein tijdens het midwinterfeest.
29
INHOUD
1
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 1 à 2 lestijden
S T E G RA A D
Leerlingen maken kennis met de symboliek van het licht van de fakkel.
WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN
THEMA’S
EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
PR OCE SDO EL EN
>>startactiviteit >>leergesprek >>opdracht met WB >>creatieve verwerking
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
>>woordspin of foto’s >>betekenis van de fakkel >>een zonnetje zijn
>>Symbolen
>>Leerlingen leren nadenken over de symboliek
van het licht dat de fakkel uitstraalt.
denken en handelen MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid
VERANTWOORDELIJKHEID >>voor huidige en
toekomstige generaties ZINGEVING
>>oefening in zingeving
KENNIS
NO DIG
34
Licht VOORBEREIDING
>>De leerlingen worden zich bewust dat ze iets
kunnen betekenen voor anderen.
>>= een zonnetje zijn. >>De leerlingen ontwikkelen een bereidheid om op
een fijne manier met anderen om te gaan.
>>= een zonnetje zijn. >>De leerlingen kunnen ‘iets betekenen voor
anderen’ als een verrijking ervaren.
>>Leerlingen herkennen de fakkel als een symbool
van de vrijzinnig humanistische gemeenschap.
>>foto’s van lichtbronnen zoeken, uitprinten
en eventueel lamineren
>>werkbladen kopiëren
MATERIAAL
>>prenten van verschillende lichtbronnen >>werkblad >>materiaal om een zon te maken >>brief voor de ouders
JUNI 2018
|
NR 92
Startactiviteit
BIJ STERKERE GROEPEN
TEI T
2
TI
1
VI
De fakkel
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
Licht is één van de symbolen van het vrijzinnig humanisme. Voor leerlingen van de eerste graad of zwakkere leerlingen uit het BO is het niet altijd eenvoudig om over symbolen te spreken. In deze les maken de leerlingen kennis met de symboliek van het licht voor vrijzinnig humanisten. Licht als metafoor voor kennis, rede en optimisme, voor het vertrouwen in de mogelijkheden van de mens om zelf zin te geven aan zijn bestaan. VI
TEI T
3
Een zonnetje zijn
VOOR DE ZWAKKE EN DE STERKE GROEP
LA AT NU EEN FOTO VAN EEN KIND ZIEN
>> Wat geeft er allemaal licht?
De leerkracht toont een afbeelding van een fakkel.
>> Kan dit kind licht en warmte geven
>> Wat betekent licht voor jou?
>> Wie herkent dit?
>> Mensen zeggen wel eens van
>> …
>> Waar heb je dit al eens gezien?
Schrijf het woord ‘licht’ op het bord.
BIJ ZWAKKERE GROEPEN
Geef alle leerlingen een foto met een lichtbron: straatlantaarn, fakkel, kaars, autolamp, zaklamp, zon, maan, flitslicht van fototoestel, lantaarn, fietslamp, mijnwerkerslamp, luster, spot, toneellicht … Bij kleine groepjes kan je 2 foto’s per kind geven. Laat alle leerlingen vertellen over hun foto. >> Wat staat er op jouw foto? >> En op die van jouw? >> Wat hebben al die foto’s gemeen? >> ® Geven LICHT
>> Wat vertelt de afbeelding je? >> …
De fakkel geeft licht en warmte.
zoals een fakkel of een zon? iemand dat het een ‘zonnetje’ is. Wat bedoelen ze daarmee? >> Hoe kunnen ze dat? >> Kan jij dat ook? >> …
Het licht is je verstand, je denkt na over wat waar is en wat goed is om te doen.
OEFENING MET WERKBLAD.
Met vuur kan jij warmte geven aan anderen.
Knutselen van een zon.
Zo groei je als mens en probeer je een goed mens te zijn. Een happy human, een gelukkige mens.
Reflectie naar de eigen leefwereld.
In de zon kan je schrijven: ‘ik ben een zonnetje…’ Gedurende een afgesproken periode kunnen de kinderen ‘zonnestralen’ verzamelen. Sjabloon zon en briefje voor de ouders vind je op de website van Samenspel.
een zonnetje zijn! OPDRACHT: is dit een zonnetje
DOWNLOAD
DOWNLOAD
>>>> >>>>
of een wolkje?
de fakkel is ons symboo l. de fakkel geeft licht en warmte. het licht is je verstan d, je denkt na over wat waar is en wat goed is om te doen. met vuur kan jij warmte geven aan anderen. zo probeer je een goed mens te zijn.
35
I N H OUD
Ons huis hee 3 D E G RA A D
V OORBE RE IDING > matig TIJD > max. 1 lesuur
Deze les kan een vervolg zijn op de les uit Samenspel 91 ‘Levensbeschouwingen door kinderogen’.
36
Dit is eigenlijk een spel/evaluatie. We gaan ervan uit dat de kinderen vertrouwd gemaakt werden met verschillende levensbeschouwingen en hun symbolen. Hier geven we aan dat we een manier moeten zoeken om met de verschillen om te gaan, we wonen immers samen in ‘hetzelfde huis’. Dit is een metafoor om aan te geven dat we niet zonder elkaar kunnen of willen leven.
JUNI 2018
|
NR 92
AC
TI
eeft ramen! VI
TEI T
1
Vertellen
Alle mensen wonen in hetzelfde huisje. Grote mensen, kleine mensen, mensen met bruine ogen en mensen die van voetbal houden. VRA AG A AN DE LEERLINGEN: >> ‘Ken je nog meer zaken waarin
mensen kunnen verschillen?’ >> ‘Zijn er ook zaken waarin de meeste
mensen hetzelfde zijn?’ Ons huis is heel groot. Er zijn veel gangen, trappen, kamers. Sommige kamers zijn groot en licht. Andere kamers zijn klein en heel druk. Oei, er is ook een kamertje met tralies in plaats van een deur. Er hangt een groot slot aan. Durf je gaan kijken? Er zijn gangen waar kinderen spelen en gangen die hoog en kil zijn. Er zijn kamers waar planten groeien tot tegen het plafond en er zijn kamers waar je heel stil moet zijn omdat er iemand ligt te slapen. Ssst. Op sommige verdiepingen klinkt luide muziek, op andere ruikt het naar verse soep. (Hier is het de bedoeling dat de leerkracht met fantasie vertelt. We schetsen hier een metafoor voor de wereld, dus je komt heel veel tegen in dit huis.) Allemaal kijken we op onze eigen manier door de vele raampjes van het huis. En dus zien we verschillende dingen, of we zien de zaken op een andere manier. Soms kijken we midden in de nacht naar buiten, dan zien we schaduwen en griezelige dingen die overdag heel gewoon zijn. Soms zien we niet zo goed door ons raampje want dan hangt er een dikke mist. Wat we zien moeten we dan aanvullen met een beetje fantasie. Soms ziet alles er wat somber uit door de regen of sprookjesachtig omdat er een laagje poedersuikerachtige sneeuw overheen ligt.
37
VRA AG A AN DE LEERLINGEN: >> ‘Heb jij je al eens vergist in wat
je meende te zien? Dacht je iets te zien en bleek het later iets anders te zijn?’ >> ‘Heb je al eens gedacht dat je
iets begreep, maar bleek het later toch anders in elkaar te steken?’ (misverstand) Natuurlijk veranderen de dingen die we door ons raampje zien niet altijd echt, soms verandert alleen maar de manier waarop we ernaar kijken. Dit verhaaltje is symbolisch. Sommige dingen die we zien zijn symbool voor onze verschillende meningen. De mist die zaken half wegstopt, dat zijn de dingen die we niet weten of die we niet zo goed begrijpen. Zon of regen beelden ons humeur uit, onze gevoelens die niet elke dag dezelfde zijn. Sneeuw en dauwdruppeltjes waarin je de regenboog kan zien, dat is onze fantasie en verbeelding. Dit zijn de dingen die we buiten zien. Binnen in het huis komen we elkaar tegen en wisselen we ideeën uit. We leren elkaar kennen en begrijpen elkaar dan beter. Of, we zijn het helemaal oneens en maken dan ruzie. Toch wonen we allemaal in hetzelfde huis, misschien moeten we maar blijven proberen er het beste van te maken. VRA AG A AN DE LEERLINGEN: >> ‘Waarvan is dit huis het symbool?’
2
TI
TEI T
Spel
Vandaag gaan de mensen in ons huis nadenken over geloof. We hebben afgesproken dat een aantal mensen voor een venstertje gaan staan, ze tonen zich zo dat je een beetje kan zien tot welk geloof ze behoren. Wij spelen een soort Bingo-spel. Iedereen heeft een huisje met raampjes. In elk raampje is een prentje van een ‘persoon met een eigen levensbeschouwing’ en er staat een zinnetje op de vensterbank. Vb. op zondag ga ik naar de kerk, of, als ik bid gebruik ik een tapijtje. De leerkracht heeft bijhorende kaartjes. Op haar kaartjes staan dezelfde personages met soortgelijke zinnetjes, niet exact dezelfde woorden, maar wel dezelfde betekenis. (= een beetje extra info) Vb. Als ik op zondag naar de kerk ga draag ik mooie kleren, of ik rol mijn tapijtje open in de richting van Mekka, dan begin ik mijn gebed. Het kind dat zijn zinnetje ontdekt roept: ‘Bingo’ en krijgt het kaartje. (lkt controleert of het juist is en geeft eventueel wat uitleg) Het kaartje wordt op het raampje gelegd tot het huis vol is. Wie dat als eerste voor mekaar heeft is de winnaar. Er zijn zinnetjes die op meerdere plaatsen zouden kunnen staan, dat lokt hopelijk wat dialoog uit. De leerkracht laat elke speler een kaart kiezen uit het omgekeerde pak, dat brengt er wat spanning in.
AC
TI
AC
38
VI
VI
TEI T
3
Samenvatting
Het is belangrijk dat de leerkracht aangeeft dat de personen die de kinderen zagen op dat moment vertegenwoordiger waren voor hun levensbeschouwing en als zodanig de verschillen in de verf zetten. Ze hebben natuurlijk ook een heleboel dingen gemeen. De kinderen kunnen dan voorbeelden geven van wat de mensen verbindt. (iedereen houdt van …, niemand wil graag …, enz.)
JUNI 2018
|
NR 92
DOWNLOAD
Sommige Joodse mannen dragen een keppeltje
Voor jezelf denken is belangrijk.
DOWNLOAD
Bidden is praten met god.
Ik ben moslim en leer uit de koran. In onze kerk is niet veel versiering.
Iedereen welkom hier!
DOWNLOAD
39
in geuren Levensvragen zijn vragen waar je niet meteen een pasklaar antwoord op kunt geven. Het zijn vragen waar je dieper over na kunt denken. Deze ‘trage’ vragen hebben te maken met de betekenis van het leven en de zoektocht naar een zinvol leven.
I NH OUD
40
2
V OORBE RE IDING > veel TIJD > 2 à 3 lestijden
D E G RA A D
Aan de hand van een verhaal, ‘virtuele wandeling in een tuin’ de kinderen via zintuigelijke waarneming/ beleving aanzetten tot nadenken over een aantal levensvragen en het vertellen van hun levensverhaal. WAT ZIT ERIN
WERKVORMEN >>klasgesprek >>feedback geven en krijgen >>vragen stellen >>gericht denken/
focus bepalen
TH EMA’S
4. EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
PR OCES DOE LE N
>>tekenopdracht >>vertellen
AUTONOMIE >>vrij en zelfstandig
denken en handelen HUMANISEREN >>van het samenleven
met anderen
>>fantaseren/verbeelding >>zintuigelijke waarneming >>inleving >>leefboekje >>werkblad A3 tuinontwerp
>>4.3: Leven in een levensbeschouwelijk diverse samenleving.
>>Elkaars culturele en levensbeschouwelijke
achtergrond verkennen.
>>Ontdekken hoe verschillende achtergronden tot
anders denken en handelen kunnen leiden.
>>Leren luisteren en open staan voor wat
anderen denken, ervaren, doen.
>>Op een open en respectvolle manier in gesprek gaan
over levensvragen, overtuigingen en waarden.
>>De leerlingen ontwikkelen empathie voor ‘de
andere’ en respect voor ‘het andere’ .
ZINGEVING
NODIG
>>oefening in zingeving
VOORBEREIDING
MATERIAAL
>>De leerlingen ontwikkelen een kritisch en creatief zin
geven aan het eigen leven in dialoog met anderen.
>>leefboekje (A4 plooien tot boekje) >>werkblad A3 (tuin) >>materiaal verzamelen en klaarleggen >>verhaallijn wandeling uitschrijven >>tekengerief >>wit A3 -papier (tuin) >>tekengerief >>kleurpotloden >>foto’s van tuinen in verschillende seizoenen
JUNI 2018
|
NR 92
en kleuren Levensvragen zijn dikwijls verschillend van aard. Soms hoor je ze luid en duidelijk. Soms zitten ze verborgen in een opmerking die een kind maakt. Het is belangrijk om grote of kleine levensvragen bij kinderen te herkennen en er aandacht aan te geven. Zo kunnen kinderen leren van elkaar en respectvol omgaan met anderen.
De persoonlijke geschiedenis van iemand noemen we het levensverhaal.Kinderen hebben soms op zeer jonge leeftijd al een heel wat meegemaakt. Hun levensverhaal dat nog zeer pril is, bestaat uit ervaringen, herinneringen en belangrijke gebeurtenissen. Je levensverhaal maakt wie je bent. Het delen van elkaars levensverhalen helpt om met een open blik naar de ander te kijken. Het kennen van het levensverhaal van een ander laat kinderen toe een open en respectvolle houding te ontwikkelen die harmonieus en respectvol samenleven mogelijk maakt in een multiculturele en multilevensbeschouwelijke wereld.
41
TEI T
1
TI
VI
Wandeling door de tuin van je dromen
De leerkracht vraagt aan de kinderen wie er van de natuur houdt en waarom? Ze vertelt aan de leerlingen dat ze op reis gaan naar een verre droomtuin.
42
Om zich klaar te maken voor dit bezoek hebben ze een aantal attributen nodig. Wat hebben ze allemaal nodig? Een gemakkelijk plekje om te zitten, een kleurenkijker (wc-rolletje), een wandelstok (bamboe of iets gelijkaardigs), een knapzak (gemaakt van een grote lap stof of zakdoek), een leefboekje (te maken van één A4-blad) Als alles klaarligt voor de reis laat de leerkracht de leerlingen hun ogen sluiten en begint ze te vertellen over de droomtuin. De leerkracht kan zijn/haar fantasie gebruiken om zelf de verschillende elementen die aan bod komen te verwerken in het verhaal. Uiteraard hou je rekening met de interesse, niveau en grootte van je groep. Kinderen krijgen een leeg, wit A3-tekenpapier en kleurpotloden Ze krijgen na activiteit 2, 3 en 4 telkens 10 minuten om zelf aan hun tuin te tekenen. Na activiteit 2 tekenen ze het grondplan van de tuin, bomen, struiken, een pad … Ze tekenen en gebruiken kleuren die ze zelf kiezen en in het seizoen dat ze willen. Je kan eventueel foto’s voorzien van tuinen in verschillende seizoenen.
Om in de droomtuin te komen moet je de toegangspoort openen. Hier kan je al een aantal vragen stellen over het binnenkomen: Zijn er andere mensen in de tuin? Kan je zomaar binnen? Is het een grote of kleine tuin? Je neemt de kinderen mee langs een denkbeeldig pad. Is het een breed pad? Welk seizoen is het? Schijnt de zon of regent het? Je hoort verschillende vogels. Welke vogels? Veel? Zijn er ook andere dieren in de tuin? Welke? Misschien is er ook wel water. Een vijver, een beekje, watervalletjes … In de tuin staan ook overal bloemen en bomen. Welke bloemen zie je? Zijn het er veel? Misschien zijn er ook wel zitbankjes of andere dingen….
AC
AC
TI
Over levensvragen en levensverhalen VI
TEI T
2
In geuren en kleuren
Kinderen kunnen aan de hand van hun herinneringen of belevenissen via onderstaande vragen vertellen over wat hen bezig houdt. Via de verhalen die ze vertellen, kunnen de kinderen elkaar beter leren kennen, ervaren ze wat anderen voelen, denken of doen. NATUUR-TUIN-BOMEN: >> Hou je van de natuur? >> Heb je zelf een tuin? Ga je weleens
naar een park, of naar een andere plek in de natuur? >> Heb je zelf al eens een
boom geplant? >> Wat vind je een mooie boom? >> Welke bomen ken je? Staan er veel
bomen in je naaste omgeving? >> Is er een boom die iets speciaals
voor jou betekent? >> Hou je van bloemen?
Welke? Waarom? KLEUREN: >> Heb jij een lievelingskleur? >> Welke kleuren draag je het liefst? >> Is er een kleur die een speciale
betekenis heeft voor je? Welke en waarom? SEIZOENEN: >> Heb je een voorkeur voor een
bepaald jaargetijde? >> In welk seizoen van het
leven zie je jezelf?
De elementen
‘IK BEN HELEMA AL IN MIJN ELEMENT!
Ik voel mij als een vis in het water, Ik voel me vrij als een vogel in de lucht, Ik sta in vuur en vlam, Ik sta met beide benen op de grond’ Aarde, water, lucht en vuur zijn de elementen waaruit alles is opgebouwd. Er zou geen leven zijn op aarde zonder deze elementen. We kunnen maar enkele minuten zonder lucht. We warmen ons aan het vuur dat ons licht geeft. De aarde brengt ons voedsel voort. >> Laat de kinderen vertellen welk
element het beste bij hen past of waar ze blij van worden. >> Laat alle kinderen aan bod komen
en vraag hen ook waarom ze van het gekozen element houden. Aarde is letterlijk de basis, de grond waar we op lopen. Maar ook een voedselbron. We stoppen een zaadje in de grond en kweken ons eigen voedsel. Houd je van tuinieren? Neem je graag een modderbad? Water is vloeibaar en moet stromen. In het water kunnen we zwemmen, ons ontspannen en ook plezier maken. Mens, plant en dier hebben water nodig om te leven (om niet uit te drogen) Proper water staat voor reinheid en kan ziekte voorkomen. Maar water, in overvloed, kan ons bestaan ook bedreigen. >> Welke element past het
beste bij jou? >> Wanneer ben je in je element? >> Wat speelt een belangrijke
rol in je leven? >> Was je ooit al bang van water,
vuur, aarde of lucht?
TEI T
4
TI
3
VI
De zintuigen
Iedereen is anders. Niets kan zo intens herinneringen oproepen als onze zintuigen.
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
JUNI 2018
VI
5
Het Leefboekje: Levensvragen:
OPDRACHT VOOR DE KINDEREN:
Een geur, een geluid, een smaak of een beeld kan ons ineens terugbrengen naar een moment van emotie, vreugde, verdriet of geluk. We kennen vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, proeven en voelen.
Heb jij al eens vragen waar je geen onmiddellijk antwoord op weet?
Het ene kind is auditief ingesteld en luistert graag. Het andere kind is juist visueel ingesteld en leert door dingen te zien.
Hieronder vind je een zestal levensvragen die je als leerkracht kan gebruiken, aanpassen, aanvullen naargelang je eigen groep.
Je kan de kinderen vragen om na te denken over een bepaalde gebeurtenis of herinnering via de zintuigen van de kinderen.
Het is de bedoeling dat ze over deze levensvragen nadenken, in dialoog gaan met elkaar.
Wat zag je, wat hoorde je, wat voelde je …?
Daarna kunnen ze in hun leefboekje antwoorden schrijven of tekenen rond deze levensvragen.
>> Horen: Als ik deze muziek hoor dan
denk ik weer terug aan het moment van mijn verjaardagsfeestje. >> Ruiken: De geur van de seringen
in bloei roept herinneringen op aan de tuin van mijn tante. >> Proeven: Als ik de smaak van
oma’s zelfgemaakte groentesoep proef, word ik triestig. >> Tast: In de zetel met de kat op mijn
schoot en haar aaien vind ik fijn.
>> Wat is belangrijk in het leven? >> Waarom leef ik, waarom ben ik ‘ik’? >> Hoe kunnen we weten of
iets (niet) waar is? >> Waarom spreken we niet
allemaal dezelfde taal? >> Waarom staat de tijd nooit stil? >> Waarom kunnen we niet
alles weten? >> …..
>> Zien: Als ik naar de zon kijk,
word ik goedgezind.
NR 92
TEI T
Als we in onze tuin of in de natuur wandelen, denken we misschien al eens na over dingen van het leven. Op sommige vragen weten we geen antwoord, op andere vragen wel.
VOORBEELDEN
|
Laat de kinderen ervaren, ga met hen aan de slag en denk hierbij aan volgende tips: >> Wees een OEN:
Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Sta open voor het verhaal van de ander, wees nieuwsgierig en vraag door >> Gebruik NIVEA:
Vul Niet In Voor Een Ander
43
De levensb U N I V E R S E L E    S Y M B O L E N
44
Al met al heeft de levensboom een lange geschiedenis en heeft hij voor veel mensen een belangrijke betekenis. Ook als je niet een bepaald geloof aanhangt, blijft de levensboom symbool staan voor het leven zelf.
JUNI 2018
I N H OUD
sboom 3
D E G RA A D
WAT ZIT ERIN
THEMA’S
>>fantaseren/verbeelding >>zintuigelijke waarneming >>inleving
4. EEN WAAIER VAN LEVENSBESCHOUWINGEN: IDENTITEIT IN DIALOOG
PROCESDOELEN
>>klasgesprek >>filosoferen >>vertellen >>tekenopdracht
MOREEL DENKEN >>tegen onverschilligheid
en pro betrokkenheid
>> 4.3 Leven in een levensbeschouwelijk diverse samenleving.
>>Onderzoeken hoe verschillende levensbeschouwingen
omgaan met levens- en zingevingsvragen.
>>Onderzoeken wat hun eigen morele
overtuigingen en vooronderstellingen zijn.
>>Onderzoeken welke betekenissen, functies en
dynamiek beelden en symbolen kunnen hebben.
HUMANISEREN >>van het samenleven
>>Met leerlingen in dialoog verbeeldend op
zoek gaan naar betekenis en zin.
met anderen ZINGEVING
>>oefening in zingeving
NODIG
KENNIS
VOORBEREIDING
MATERIAAL
NR 92
V OORBE RE IDING > weinig TIJD > 3 à 4 lestijden
De meeste kinderen hebben een rijke verbeelding. Met in het achterhoofd de voorbereiding van een mogelijk overgangsfeest/feest vrijzinnige jeugd of ander feest is het mogelijk om met leerlingen het gesprek aan te gaan over symbolen en symboliek rond gebeurtenissen/ voorwerpen .... en de betekenis die elk van hen daar aan geeft. WERKVORMEN
|
>>Levensbeschouwelijke diversiteit kunnen ervaren als een
bron van horizonverbreding en culturele verrijking.
>>Weten dat verschillende sociale, culturele en
levensbeschouwelijke groepen verschillende waarden en normen bezitten.
>>fotomateriaal verzamelen >>teksten kopiëren
>>tekengerief >>werkblad: teksten levensbomen >>tekenbladen >>infoblad: betekenis levensboom
45
Symboliseren in beeld
Opdracht vooraf: De leerlingen brengen een voorwerp mee dat voor hen ‘heel belangrijk’ is. Alle voorwerpen worden op een tafel of een groot kleed gelegd. 46
De leerlingen vertellen om beurt over hun voorwerp: waar het vandaan komt, van wie ze het hebben gekregen en wat dit voorwerp voor hen betekent. Welke waarde ze aan dit voorwerp geven.
TEI T
2
TI
1
VI
Betekenisrijkdom van symbolen
Aan de hand van een aantal afbeeldingen de leerlingen laten vertellen welke betekenis of welk verhaal zij aan deze afbeeldingen geven. Zij geven er een persoonlijke betekenis aan. Vraag hen ook waarom. Duif, konijn, sleutel, ying yang, vis, hoefijzer, klavertje 4, dromenvanger, kraanvogel…
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
Lesverloop VI
TEI T
3
Symbolische waarde
Liedjes, verhalen of mensen kunnen ook een symbolische waarde hebben. VERTEL OVER : >> Martin Luther King: geweldloos
verzet tegen rassenscheiding, >> Anne Frank: verhaal over
de jodenvervolging >> Gandhi: vreedzaam verzet
en verzoening tussen hindoes en moslims… >> …
Leerlingen geven op die manier betekenis aan een voorwerp dat meer voor hen betekent dan het concrete voorwerp.
ZIE OOK:
Het voorwerp heeft dan zoveel waarde voor de leerling dat het ergens symbool voor staat.
www.alletop10lijstjes.nl/ top-10-disney-liedjes/
Het voorwerp krijgt dan een symbolische waarde.
www.degrotevragen.nl/samenleving/ acht-liedjes-betekenis-vrijheid/
Vraag aan de kinderen welk liedje, verhaal of persoon een symbolische waarde heeft voor hen. Je kan deze opdracht verder laten uitwerken of vooraf bevragen. Ze kunnen dan een foto, muziekfragment meebrengen of hun verhaal voorbereiden.
Symbolen
Klasgesprek over onderstaande verschillende symbolen. Laat ook enkele foto’s of afbeeldingen zien. Zuilen, ladders, bomen en bergen (zijn verbonden met aarde en lucht) Symbolen die de band tussen lucht -‘hemel’ en aarde en onderwereld voelbaar maken, spelen in veel culturen, religies en kunst een belangrijke rol. Je vindt ze in sprookjes, mythen en sagen en de heilige boeken van verschillende religies. Ook hiervan kan je op internet verschillende afbeeldingen vinden.
TEI T
5
TI
4
VI
De levensboom
Een boom komt dikwijls voor in muziek, decoraties, kunst, films en sieraden: de levensboom. Een prachtige boom, met uitwaaiende takken en wortels die stevig verankerd zitten in de bodem. Een boom, die vol met mooie symboliek zit. Maar wat is de betekenis van de levensboom nu precies? Laat de kinderen vrij vertellen wat zij zich voorstellen bij een levensboom. Laat hen zo precies mogelijk beschrijven hoe volgens hen zo’n boom eruit ziet,voelt,ruikt, …
AC
TEI T TI
VI
AC
AC
TI
JUNI 2018
VI
|
NR 92
TEI T
6
Levensbomen over de wereld
De levensboom wordt gezien als symbool voor het leven zelf en komt in veel culturen terug. Hoe komt het dat de levensboom zo wereldwijd bekend is en in veel verhalen en tradities terug te vinden is? Natuurlijk is het niet vreemd dat een boom zo’n speciale rol speelt. Dit is het enige dat leeft op aarde, dat geworteld is in de aarde en tegelijkertijd omhoog groeit naar het licht. Het laat zich voeden door de aarde, is bestand tegen stormen en groeit door alle seizoenen heen. Herkenbaar voor het leven van veel mensen! Je vindt over heel de wereld diverse bijzondere levensbomen, interessante verhalen die hierover, dwars door de eeuwen heen over de betekenis van de levensboom. Leg de teksten in een cirkel zodat de kinderen in wijzerszin rond kunnen wandelen om de verschillende tekstjes te lezen. Ook hier kan je nog extra foto’s of afbeeldingen voorzien. Na het lezen van de teksten volgt er een klasgesprek en kunnen de kinderen vragen stellen en kan er extra duiding gegeven worden indien nodig.
47
Tekst 1
Levensboom in den beginne… We beginnen bij de schepping, zoals deze in de bijbel voor christenen beschreven is. Toen God volgens de overlevering de eerste mens geschapen had, legde hij voor hem een tuin aan met allemaal heerlijke fruitbomen. Midden in deze tuin plaatste hij de Levensboom, daarnaast de boom van kennis van goed en kwaad. De mens mocht van alle vruchten eten, behalve van de boom van kennis van goed en kwaad. Gezegd wordt dat als de mens van deze boom zou eten, dat hij onsterfelijk zou zijn. In de Koran wordt niet over levensboom gesproken, maar meer over de gezegende boom. Dit was de Dadelpalm, met vruchten die onsterfelijkheid zouden schenken. 48
Bomen hebben in ieder geval veel betekenissen in de Koran.
Tekst 2
Levensboom in het hindoeïsme en boeddhisme Binnen het hindoeïsme symboliseert God de wortels van de levensboom, als bron van het leven. De stam en de takken zijn de hindoeïstische gemeenschappen die dicht bij het spirituele staan. De ‘gewone’ mensen vormen ten slotte de bladeren. Wanneer we in deze omgeving blijven, komen we bij Krishna terecht die ook veel waarde aan de Levensboom hechtte. Hij gaf graag les onder de takken van deze boom, zodat de leerlingen beschut waren tegen de zon en tegelijkertijd iets leerde over het leven. De boom stond hiervoor dan symbool. We reizen een klein stukje verder, naar Zuid-India. Hier is het de traditie van de Drawiden om een mannelijke en vrouwelijke boom naast elkaar te planten tijdens de bruiloft. Dit is een zichtbaar symbool van de groei van het huwelijk, en de hoop dat het jonge stel ook vrucht zal dragen, net als de boom.
JUNI 2018
|
NR 92
Tekst 3
Levensboom in Mexico In Mexico is de levensboom, Arbol de la Vida , diepgeworteld in de cultuur. In de tijd van de Inca’s had deze boom al een belangrijke betekenis. Met de komst van de Europeanen werd er een christelijk sausje over de levensboom gegoten en zijn er sindsdien veel beelden gemaakt van de levensboom met Adam en Eva en de slang er in verwerkt. Deze zijn zeer populair en worden ook bij huwelijken geschonken, omdat ze symbool staan voor hoop en voorspoed.
49
Tekst 4
Levensboom zonder water In het Midden-Oosten vinden we in een uitgestrekte, kurkdroge woestijn in Bahrein een 400 jaar oude boom. Het is onbekend waar de boom zijn voeding vandaan haalt in een land waar nauwelijks regen valt, maar desondanks houdt de boom al eeuwenlang stand. Velen geloven dat dit de oorspronkelijke levensboom is, hoewel deze natuurlijk daarvoor een beetje te jong is. Bijzonder is de boom in ieder geval.
Tekst 5
Levensbomen van bij ons In Nederland kun je de levensboom ook vinden boven vensters in oudere gebouwen, vooral bij boerderijen. De levensboom zou hier boze geesten afweren. In BelgiĂŤ en Nederland worden er overigens ook speciale levensbomen gepland, deze zijn ter herinnering aan een overleden kindje.
50
Infoblad voor de kinderen:
Betekenis levensboom Al met al heeft de levensboom een lange geschiedenis en heeft hij voor veel mensen een belangrijke betekenis. Ook als je niet een bepaald geloof aanhangt, blijft de levensboom symbool staan voor het leven zelf. >> De levensboom staat symbool voor groei en ontwikkeling, vruchtbaarheid, voor onsterfelijkheid en genezing. >> Net als de boom heeft de mens ook te maken met de verschillende seizoenen. >> Er zijn momenten van leven, zoals in de lente, van groei zoals in de zomer en van pittige
herfststormen. Ook zijn er perioden van rust, zoals in de winter. >> De levensboom symboliseert kracht, wijsheid, groei en bescherming volgens sommigen. >> Hij is wereldwijd een symbool in veel culturele en spirituele tradities. >> In het leven van veel mensen hebben bomen dan ook een speciale betekenis. >> Oude bomen spreken vaak tot de verbeelding en bij bijzondere gebeurtenissen
in het leven planten we regelmatig een boom. >> Bij een afscheid, huwelijk, geboorte ‌ >> Onze familie brengen we vaak in beeld via een stamboom. >> Sommige mensen praten zelfs met bomen of ontlenen er kracht aan. >> Bomen dienen ook om te schuilen of geven schaduw en verkoeling.
TEI T
7
TI
VI
Maak je eigen levensboom
De kinderen krijgen nu de kans om zelf hun eigen levensboom te maken. Ze kunnen hierbij schrijven en tekenen. Op het bord kan je de opdracht met de verschillende onderdelen zetten. WORTELS: achtergrond waar je vandaan komt GROND: de mensen met wie je dagelijks omgaat STAM : welke talenten heb je waar je trots op bent, welke
vaardigheden helpen je in het dagelijkse leven TAKKEN : welke dromen, wensen, doelen heb je voor de toekomst BLADEREN : mensen naar wie je opkijkt, die je inspireren FRUIT: bijdragen van mensen aan je leven,
die je iets leren of iets meegeven
AC
AC
TI
JUNI 2018
VI
|
NR 92
TEI T
8
Reflectie-evaluatie
Bekijk samen de levensbomen en laat de kinderen vertellen over hun ervaringen, gedachten bij het tekenen van hun levensboom. Was de opdracht moeilijk, gemakkelijk? Moest je nadenken bij sommige onderdelen? Waarom? Kinderen mogen vragen stellen aan elkaar. Denk je dat iedereen op dezelfde manier naar de dingen kijkt of op dezelfde manier invult? Iedere levensboom zal er anders uitzien en andere inhoud hebben. Toch zijn het allemaal ‘bomen’. Maak de vergelijking tussen de boom en hun menszijn. Vraag de kinderen ook wat zij zullen onthouden over ‘symbolen’? Met welk teken of voorwerp willen zij dit thema verbinden?
51
Wij zijn er voor jou! Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten … Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid … Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving. Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten. De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu
Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw
deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel
deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92