3 minute read

Alchemist van de gekte

Next Article
Wit jaar

Wit jaar

DICHTBUNDEL Alchemist van de gekteALAIN DELMOTTE

POËZIE

Advertisement

West-Vlaming Alain Delmotte publiceerde aan het begin van de nieuwe (corona) werkelijkheid twee poëziebundels. Verfijnde bespiegelingen over dochters, duisternis en dingen.

Erick Kila Je dochter wordt dertig en trouwt. Vader/ dichter Delmotte (1957) maakt in dat geval een portret in taal. Het ziet er bijna uit als een scenario: in genummerde mededelingen wordt het beeld van een ontwikkeling opgebouwd. Kind, meisje, vrouw. Qua vorm proza, qua innerlijkheid een filmische beweging van het gemoed.

Twee dochters - Iets dat niet meer duurt: de titel en ondertitel roepen meteen vragen op. Een beknopte tekst op de achterflap rept duidelijk over één dochter. Hoe werkt dit vaderlijk bewustzijn?

Bij Delmotte (biografisch onderzoek leert dat hij twee dochters heeft) krijgt het creatieve ruim baan. Hij boetseert geen portret naar de werkelijkheid, maar een reactie, een reflectie. In de geest van vaders blijken meerdere representaties van het fenomeen dochter te huizen.

Het tweede deel van de mooi vormgegeven bundel sluit hier bij aan. Fotograaf Johan Maria Duyck toont er subtiele ‘schetsen’ met de camera. Betrapte momenten, uitsneden die aan natures mortes doen denken: het zijn beelden die naar een gevoelswereld verwijzen. Dat de relatie vader-dochter zich beweegt langs lijnen van het irrationele wordt in taal en beeld duidelijk. Tussen mannen en vrouwen gaapt immer een kloofje, een diepte waarin verbazing, misverstand, spijt en projectie zweven.

In het begin van het taal ‘scenario’ staat ‘de dochter’ haar vader nabij als een verschijnsel op afstand. Kennelijk is een ondervonden medische situatie hier debet aan. Er klinkt iets onverbiddelijks door, op het kille af. Zoveel is duidelijk, hier gaat geen verslag van een mierzoete gelukservaring volgen. Elke zondagavond schuiven we dat kind weer opzij. Uit onze ogen. Een instelling is het galmende geluid van stappen in een holle gang. (Over de geuren praten we nooit.)

In de reeks dochter van vijf tot later ontdooit het koude tot constaterende, projecterende en filosofisch berustende regels. Het maakt deel uit van Delmottes literaire wezen dat hij onnadrukkelijk de toon van het wetmatige bezigt. Deze nuchtere aanpak van een in principe ‘gevoelig’ thema werkt goed. Juist door het objectiveren en het vermijden van al te innige innigheid komt het raadsel van de vader-dochter situatie zuiver uit de verf.

In Twee dochters is beperkt sprake van onderhuidse ironie. Maar als Delmotte zijn werkwijze extrapoleert naar een minder particulier onderwerp, naar het domein van ‘Warhoofds leerdichten’, dan klatert de ironie fijnzinnig door al het geschrevene heen. Het zit hem al in de term leerdichten. Warhoofd, Delmottes alter ego, is zeker geen leermeester in de gebruikelijke zin. Integendeel, hij woelt in betekenissen, draait om en associeert zonder remmingen. Kortom, hij is als een kat die van drie hoog uit het raam springt en toch op zijn pootjes terecht komt. Een alchemist van de gekte heeft Delmotte met zijn curieuze woordvoerder gecreëerd. Het aardige is natuurlijk dat er wel degelijk intrigerende inzichten uit de reageerbuisjes van Warhoofd borrelen.

Uit: leerdicht over de dingen

Buitenkant – ze zijn uitsluitend buitenkant. Niets dringt tot hen door. Alles ketst van hen af. Daarin verschillen ze niet van ons.

Alchemist

Het vermijden van al te innige innigheid

Warhoofds leerdichten 2 Alain Delmotte Gaia Chapbooks nr. 12 Bestellen/info: alain.delmotte@proximus.be

De Warhoofd-gedichten zijn al een tijdje bepalend voor het literaire bedrijf van Alain Delmotte. En binnen dat oeuvredeel nemen Warhoofds leerdichten weer een aparte plaats in. Belerend zijn ze niet. Hun toon en speelsheid dagen de lezer vooral uit. Ze doen zich niet als gedichten in de gebruikelijke zin voor. Ze zijn een onnavolgbare vermenging van filosofie, taalplastiek en ironie. Twee dochters Iets dat niet meer duurt Alain Delmotte

Dochter Schetsboek Johan Maria Duyck

Uitgeverij facture baroque, Sint-Denijs, 2020

Uit: tweede leerdicht over de duisternis

De nacht Hij laat ruimte vrij voor enge gedachten. Hij grinnikt de geluiden die we menen te bespeuren. Alle horizon, alle diepte ontkent hij. Alle licht is voor hem illusie: uitgewiste eenmaligheid. Hij is de stem van wat nooit zal zijn, nooit is. Hij stelt ons het onwaarneembare voor. In zijn kern minacht hij alles: de sterrenhemel kan hem gestolen worden.

This article is from: