Nooit eerder werden er zoveel vragen op de sprekers afgevuurd. Online verlaagt blijkbaar de drempel. Professor Ian Gibson, directeur van Fraunhofer Project Center in Enschede, mocht zijn toekomstvisie, waarin er geen fabrieken meer bestaan zoals we die nu kennen, uitdiepen. Volgens hem worstelen veel industriële bedrijven als het om AM gaat feitelijk met de vraag what’s in it for me? De vele mogelijke toepassingen en voordelen die additive manufacturing biedt, maken het voor bedrijven lastig om goed in te schatten waar voor hen de kansen liggen. Geen gemakkelijke vragen, nog moeilijkere antwoorden. Ian Gibson: “Het gaat niet alleen om additive manufacturing; AM wordt vaak gecombineerd met andere technologieën die snel groeien en veranderen.”
Industrie 5.0
Daarom moet je additive manufacturing vanuit het perspectief van Industrie 4.0 bekijken, meent Ian Gibson. Je moet de hele digitale workflow snappen. Eigenlijk moet je zelfs een stap verder durven gaan, meent de Twentse hoogleraar. Want uiteindelijk gaan we richting Industrie 5.0 en nog verder. “Dat betekent dat de industrie an sich niet meer noodzakelijk is. Dan hebben we technologieën waarmee we on demand producten maken, erg vergelijkbaar met de Star Trek Replicator.” Daarmee schetst hij een toekomstvisie, die nog veel jaren op zich laat wachten, maar die wel de richting aangeeft. Uiteindelijk zullen veel maakbedrijven verdwijnen zodra we toegang krijgen tot hoog geautomatiseerde technologieën die in staat zijn verschillende producten, van verschillende materialen te maken. In een decentraal model, verwacht hij. En lokaal? “Dat hang ervan af.” De boodschap die de wetenschappelijk directeur van het Fraunhofer
print magazine oktober 2020
Project Center vooral wil overbrengen, luidt: AM is een techniek die blijft, maar zich nog volop blijft ontwikkelen. Kijk naar wat er morgen mee kan.
AM klaar voor medische toepassingen
Voor wie nog steeds denkt dat additive manufacturing een eendagsvlieg is, was de presentatie van Ryan Kircher verhelderend. De directeur Business Development van Additive Industries in Noord-Amerika ontwierp in 2005 de eerste implantaten om ze vervolgens additief te produceren. Sindsdien hoor je vooral dat we we naar gepersonaliseerde implantaten gaan. Ryan Kircher ziet echter dat AM de laatste jaren juist terrein wint in de productie van standaard implantaten. Waarom? Omdat je met AM lattice structuren kunt printen die voor een veel betere aanhechting aan het menselijk bot zorgen. “Dat is de echte aanjager van de groei”, zegt Kircher. Hij schat dat 10% van de heupimplantaten (de hip cups) momenteel wordt geprint. Hier ligt dus een groeimarkt voor de komende jaren. Veel ontwikkelaars van orthopedische implantaten hebben de laatste jaren dan ook 3D printbedrijven overgenomen. Alle grote spelers zoals GE en Stryker hebben forse investeringen in additive manufacturing aangekondigd. En vanuit ASM vindt er al standaardisatie plaats; de FDA heeft recent richtlijnen gepubliceerd voor het valideren van 3D geprinte implantaten. Wat echter vooral de drempel naar serieproductie wegneemt, is de nieuwe generatie AM-systemen. Richtlijnen zoals de FDA deze vrijgeeft, nemen het risico deels weg. De nieuwe generatie 3D metaalprinters met meerdere lasers maken de technologie schaalbaar. En dat brengt hem op het punt waarom hij denkt dat
43