Brussel exodus

Page 1

- Brussel, context kanal Marie-France Lebbe 1e master stedenbouw 2013-2014 Tine Van Herck Karel Vermeersch

1


STAD

(de; v(m); meervoud: steden)

1 uitgebreid, samenhangend geheel van huizen en gebouwen 2 de bewoners: de hele stad spreekt erover 3 plaats waar zeer veel mensen wonen en een groot aantal voorzieningen zijn 4 historisch woongemeenschap die stadsrechten verkregen had 5 thans min of meer grote woongemeenschap met aaneengesloten bebouwing (1,2 Van Daele - 3 wikitionary - 4,5 woordenboek.nl)

BRUSSEL EXODUS

is een onderzoek naar wat de stad, als een plaats waar men woont, nog betekent. De 21ste eeuw is uitgeroepen tot de eeuw van de stad, meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in steden en binnen Europa wordt dit ruimschoots overschreden met meer dan 75% stadsbewoners. De demografische groei van de steden heeft uiteraard een grote impact op de stedelijke structuur: ontwikkeling van netwerken, uitbreiding van bebouwde ruimte, afname van de industrialisering, kosmopolitisme, ... Hiernaast heeft deze groei ook socio-economische implicaties die niet onderschat mogen worden in een context van globalisering.

De vraag rijst dan ook binnen welk kader de stad zich verder zal ontwikkelen. Er is al een overheersende trend te bemerken in Europa om ‘het stedelijk beleid met neoliberale inslag te voeren dat nieuwe investeringen in de centrumwijken aanmoedigt, maar onvoldoende rekening houdt met de mate waarin de sociale en ruimtelijke tegenstellingen in de stad dientengevolge toenemen’ (Decroly & Van Criekingen, 2009)1. Brussel lijkt deze strategie ook toe te passen, met als startsein de goedkeuring van het omstreden ‘Plan voor Internationale Ontwikkelingen’ (PIO) in 2007. Het projectgebied van dit onderzoek is de kanaalzone, een strategische plek waar momenteel volop wordt op ingezet. Het deelgebied van de Sint-Katelijnewijk leek me de ideale plaats om de vergeten waterkant een nieuw leven te geven. Dit idee was geen lang leven beschoren, met de harde uitdagingen waar Brussel voor staat en het fenomeen dat de steden steeds meer ingericht worden als decor voor vrijetijdsspektakel besloot ik een dieper onderzoek te voeren in functie van de bewoner in plaats van de focus te leggen op de gebruiker. Ik bemerk een verschuiving van het Brussels beleid in functie van de bewoners naar een visie die neigt de stad te transformeren als consumptieplek. Consumeren of het gebruiken van de stad lijkt het streefdoel om nieuw kapitaal binnen te halen, maar welke impact heeft dit op de sociale cohesie en de economische evolutie van de bewoners? De titel -Brussel exodus- stelt de vraag of Brussel de term ‘stad’ (essentieel als plaats om te wonen) verlaat? Met het idee dat ‘de stad’ als term steeds meer uitgehold wordt en het stadsbeleid dus niet langer meer voldoet aan de noden van de bewoners ben ik de Sint-Katelijnewijk kritisch gaan (her)bekijken. Net zoals Decroly en Van Criekingen (2009) bemerk ik een steeds grotere kloof tussen rijk en arm, zowel sociaal als ruimtelijk. Ik heb vier uitsluitingsmechanismen gedistilleerd om het onderzoek structuur te geven, namelijk de stad als transitkamp, de huisvestingscrisis, de neotheatrale stad en de metropolisering.

1 DECROLY, J.-M., VAN CRIEKINGEN, M. (2009). Het Plan voor de Internationale Ontwikkeling Van Brussel (PIO). Belofte van vastgoedprojecten, maar toenemende ongelijkheden?, Brussels Studies, Nummer 25, 11 mei 2009, www.brusselsstudies.be

2


Hedendaagse herstructureringen in de stad lijken steeds vaker de fysieke en sociale weerslag van het globaliseringsproces en de manier waarop westerse steden zich vastklampen aan een voorbijgestreefde superpositie. De context van internationalisering en demografische boom daagt Brussel uit, maar het stedelijk beleid lijkt steeds meer in te zetten op het consumeren van de stad ten nadele van de bewoonbaarheid. Waarom gebruiken we de huidige crisissen niet om op zoek te gaan naar nieuwe, creatieve en duurzame ideeĂŤn?

3


Studiegebied Sint-Katelijnewijk, Brussel 4


DE SINT-KATELIJNEWIJK, OP HET SNIJPUNT VAN GEBRUIKER & BEWONER De Sint-Katelijnewijk bevindt zich in het noordwesten van de vijfhoek. Het weefsel van de wijk onthult de oude haveninfrastructuur van Brussel. De dokken zijn begin 19de eeuw definitief gedempt door de verschuiving van de havenactiviteiten. De buurt rond de Sint-Katelijnekerk en de Antoine Dansaertstraat ligt vlakbij de Beurs en de Grote Markt. Een tiental jaar geleden werd deze buurt nog bestempeld als verarmd en weinig aantrekkelijk. Vandaag wordt het als één van de hipste buurten van het centrum aanzien met trendy eet-adresjes, gezellige cocktailbars, toffe cafés en unieke boetieks. De wijk ligt ook net aan de Begijnhofkerk, deze wordt ‘de moeder der bezette kerken’ genoemd. In 1989 was het de eerste bezette kerk in Europa en sindsdien worden regelmatig acties ondernomen om politieke druk uit te oefenen op het asielbeleid. Op een steenworp er vandaan bevindt zich langs het kanaal het asielcentrum ‘het klein kasteeltje’, deze voormalige kazerne lijdt onder de toenemende stroom van asielzoekers en is intussen meer dan verzadigd. Het is tevens het oudste en grootste opvangcentrum van België.

5


Jansonius, Brussel, 1657

6


STAD NA STAD ONTDEKT DAT HAAR VERLATEN INDUSTRIËLE WATERKANT OF GEDEMODEERD STADSCENTRUM EEN ENORM TOERISTISCH POTENTIEEL BEVAT EN RICHT HET OPNIEUW IN ALS VRIJETIJDSSPEKTAKEL EN PROMENADE. AL DEZE SITES WORDEN CULINAIRE EN ORNAMENTELE LANDSCHAPPEN WAARLANGS DE TOERISTEN (...) KUIEREN, TERWIJL ZE DE CONSUMPTIE VAN PLAATS EN ARCHITECTUUR VIEREN, EN DE SMAAK VAN GESCHIEDENIS EN VOEDSEL.’ CHRISTINE BOYER

7


ZOOM UIT_UITDAGINGEN BRUSSEL DE STAD GROEIT & VERSNIPPERT De laatste bijwerking van de demografische perspectieven voor Brussel schat dat het BHG in 2020 1,3 miljoen inwoners zal tellen ( 7 300 inw/km2). Jaarlijks komen er ongeveer 20 000 nieuwe Brusselaars bij. De internationale migratie is in Brussel de grootste beïnvloedende factor op de samenstelling van de bevolking. Jonge, autochtone gezinnen vertrekken uit de stad. Brussel ziet een verlies aan middelen en zet daarom sterk in op woningen voor de middenklasse. Er wordt geschat op 45 000 ton meer huishoudelijk afval in 2020. Het reizigersaantal van de MIVB zou tegen 2025 stijgen van 348 miljoen reizigers per jaar naar 550 miljoen. De bevolkingstoename zal de stad verjongen, verarmen en verkleuren. In 2013 werd er een nood aan 70 000 nieuwe woningen opgemaakt . Het aantal woningen dat er op jaarbasis bijkomt ( ca. 4000) zal moeten verdubbelen, maar meer dan dit zal het ook aangepast moeten zijn aan de noden van de woonzoekenden (grotere woningen, goedkopere woningen, …). Er is dus nood aan andere woonvormen en locaties: compacter, onderhoudsvriendelijker, dichter gelegen bij voorzieningen, beter betaalbaar, … In de jaren zestig lag het gemiddeld inkomen in Brussel 60% boven het nationale. Vijftig jaar later is dat 15% onder het nationale inkomen en voor meer dan een derde van de bevolking valt het zelfs onder de helft. Nieuwe economische ontwikkelingen moeten inzetten op bestaande talenten (multiculturele en jonge bevolking) en een gerichte opleiding in functie van jobperspectieven. In plaats van zo sterk in te zetten op de internationalisering van bovenuit en het aantrekken van de rijkere middenklasse moet er gestreefd worden om de kansen op de arbeidsmarkt voor het grotendeel van de bevolking te verbeteren. Armen moeten zelf mogelijkheden krijgen om hun leefsituatie te verbeteren; enkel zo geven we ademruimte voor alle bewoners, bieden we jongeren realistische perspectieven en maken we Brussel leefbaar.

8


ZOOM IN_UITSLUITINGSMECHANISMEN

de stad als transitkamp

de huisvestingscrisis

de metropolisering

de neotheatrale stad

9


DE STAD ALS TRANSITKAMP

HET KLEIN KASTEELTJE, EEN GESCHIEDENIS VAN CONTROLE De naam ‘het klein kasteeltje’ is ontleend aan het grote herenhuis uit de 16e eeuw dat door water was omringd. Het gebouw werd in 1853 opgetrokken en gaf dienst als kazerne. Ze stond aan de rand van Brussel, strategisch gericht naar Sint-Jans-Molenbeek aan de overkant van het kanaal, waar de industrieële activiteiten zich in hoog tempo ontwikkelden. De militairen konden ingezet worden tegen sociale onlusten. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt als gevangenis voor krijgsgevangenen. Vanaf 1951 deed de kazerne dienst als plaats waar alle Belgen met dienstplicht een eerste onderzoek ondergingen. Sinds november 1986 wordt het gebouw door Fedasil gebruikt als opvangcentrum voor asielzoekers.

Broodbedeling in de kazerne van de 9e Linie te Brussel (Klein Kasteeltje)

10


foto’s uit archief fedasil

Kan iedere asielzoeker in België blijven? asielzoekers en kerncijfers vindt u op onze Meer weten?

Meer weten?

Meer informatie over de opvang van

Meer informatie over de opvang van

website www.fedasil.be Asielzoekers worden opgevangen zolang het onderzoek van hun aanvraag loopt. Indien het CGVS de vluchtelingenstatus

n s

n p in eod

toekent, geniet de asielzoeker de bescherming van België en krijgt hij een verblijfsvergunning. De vluchteling kan dan op zoek gaan naar een eigen woning en kan, indien nodig, financiele hulp aanvragen bij het OCMW. Dit geldt ook voor personen die werden geregulariseerd of die subsidiaire bescherming kregen. Deze subsidiaire bescherming wordt verleend aan personen die een reëel gevaar lopen als ze terugkeren naar hun land van herkomst (doodstraf, gewapend conflict…).

d eë r-

Als de asielaanvraag wordt afgewezen en er geen mogelijkheid meer is om in beroep te gaan, ontvangt de asielzoeker een bevel om het grondgebied te verlaten. Sommigen verlaten België op eigen initiatief, andere uitgeprocedeerde asielzoekers wor-

asielzoekers en kerncijfers vindt u op onze website www.fedasil.be

Asielzoekers kunnen ook vrijwillig terugkeren naar hun land van Fedasil herkomst. Hun terugkeer wordt grondig voorbereid. Fedasil hooFdzetel coördineert zelf de programma’s voor vrijwillige terugkeer. Het

et n

Kartuizersstraat 21beheert - 1000 Brussel agentschap ook een fonds ter ondersteuning van een T 02 213 44reïntegratie 11 - F 02 213 vlotte in 44 het22 land van herkomst. Met de hulp van dit info@fedasil.be fonds kunnen terugkeerders bijvoorbeeld een kleine onderne-

it e-

ming oprichten of een opleiding betalen.

Verantw. uitgever: Fanny François | Redactie en lay-out: Fedasil Foto’s: Dieter Telemans, Layla Aerts & Erick de Mildt | Druk: Geers Offset Gedrukt op gerecycleerd papier | 12.2010 6

11

Iedere vreemdeling die in België aankomt, kan in ons land asiel aanvragen. Aanvragen worden meestal ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel, waarna ze door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) worden onderzocht en behandeld. De Conventie van Genève (1951) bepaalt de voorwaarden waaraan aanvragers moeten voldoen: een ‘vluchteling’ is iemand die zijn land heeft verlaten omdat hij een gegronde vrees had voor vervolging vanwege zijn ras, nationaliteit, politieke of religieuze overtuiging of omdat hij tot een bepaalde sociale groep behoort. Het CGVS kan de vluchtelingenstatus toekennen, weigeren of intrekken.

Welke hulp?

den gerepatrieerd.

n il

Asiel aanvragen?

Fedasil hooFdzetel Kartuizersstraat 21 - 1000 Brussel T 02 213 44 11 - F 02 213 44 22 info@fedasil.be

Asielzoekers hebben recht op materiële hulp gedurende het onderzoek van hun asielaanvraag. Deze hulp bestaat uit huisvesting in een opvangstructuur voor asielzoekers, namelijk een collectief centrum of een individuele woning. Asielzoekers krijgen geen financiële steun.

Verantw. uitgever: Fanny François | Redactie en lay-out: Fedasil Foto’s: Dieter Telemans, Layla Aerts & Erick de Mildt | Druk: Geers Offset Gedrukt op gerecycleerd papier | 12.2010 1


12


foto’s uit archief fedasil

13


Eutopia project - Filip Berte

14


15


16


‘Koolhaas stelt vast dat de in-transitie-situatie meer en meer een veralgemeende levensvorm wordt. Hij vergeet er echter bij te zeggen dat deze mobiliteit (gedreven door Virilio’s ‘snelheidsvectoren’ auto’s, treinen, vliegtuigen) geweld genereert. De migratie, illegaal en legaal, in businessclass in een Concorde of als verstekeling op een tankerschip, dat maakt een verschil. In de lobby van de luchthaven of in transitkampen voor illegalen nabij diezelfde luchthaven, dat is iets heel anders. Dat is dag tegenover nacht. Maar er is een convergentie: de wereldbevolking is steeds meer onderhevig aan delokalisatie, zoals de industrieën. Deze delokalisatie is een bron van geweld, zowel door de snelheid die ermee gepaard gaat als door de uitsluiting, de opsluiting, de botsing, de gettovorming, de vervreemding, de rechteloosheid, de xenofobie. In het licht van de generische stad krijgt de CIAM-uitspraak uit 1951: ‘If new towns are build without a core they will never become more than camps’, een profetische bijklank. Is de generische stad een kamp? Volgens de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben kennelijk wel. Volgens hem vallen steeds meer mensen (...) in het statuut van het loutere leven. Dit leven is vogelvrij en dus rechteloos. Het wordt bestuurd volgens de kamplogica. Het kamp is geen gevangenis, geen legale instelling, maar een territorium buiten de wet, een enclave in en vooral buiten de maatschappij, waar geen wetten gelden. (...) Misschien heeft Agamben het, ondanks de schijn van schromelijke overdrijving, bij het rechte eind met zijn stelling:

NIET DE STAD MAAR HET KAMP IS HET PARADIGMA VAN DE HEDENDAAGSE POLITIEK.’ Lieven De Cauter, De capsulaire beschaving.

17


DE HUISVESTINGSCRISIS

WONINGEN ONBETAALBAAR Ergens wonen op zich, los van eigendom, lijkt al een moeilijke zaak te worden. Redenen hiervoor zijn een grote ruimtevraag vanuit een demografische druk op de steden, speculatie op de vastgoedmarkt, stijging kostprijs materialen, nieuwe reglementaire verplichtingen, … -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een geschikte en betaalbare woning vinden blijft voor veel Brusselaars een probleem. Er is een groot tekort aan sociale woningen. In 2009 bedroeg het aantal huishoudens op de wachtlijst ten opzichte van het aantal sociale woningen 66 procent; in 2011 was dat al 77 procent. Er staan dus bijna evenveel mensen op de wachtlijst als er sociale woningen zijn. Steeds minder gezinnen kunnen op de privé-markt terecht. Voor de vijf laagste inkomenscategorieën (de helft van de bevolking) is slechts 5 procent van de huurwoningen op de privé-markt nog betaalbaar. In 1997 was dat nog 43 procent. “Daardoor gaat een steeds grotere hap uit de gezinsinkomens naar huur,” zegt Luyten. “Bij leefloners is dat niet zelden meer dan de helft. Uitgaven voor bijvoorbeeld gezondheidszorg worden dan snel uitgesteld.” ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Brusselnieuws.be 20/10/2011

18


19


Het groot Godshuis werd in 1824 opgericht op de voormalige tuinen van de begijnen.

20


Vijfhoek: rusthuis Pacheco maakt plaats voor 100 appartementen door EVC © brusselnieuws.be Brussel-Stad 11:18 - 22/10/2013

Het OCMW van de Stad Brussel gaat het rust- en verzorgingstehuis Pacheco omtoveren tot 100 woningen. Het gaat om een groot woonproject in het hartje van Brussel. De investering bedraagt zo’n 20 miljoen euro.

(© google)

De sluiting van het rust- en verzorgingstehuis Pacheco in de buurt van de Begijnhofkerk en het Sint-Katelijneplein was al aangekondigd in 2007 en was voorzien voor het najaar van 2011. Toch zijn niet alle senioren al vertrokken. De sluiting heeft alles te maken met de strengere rusthuisnormen die sinds 2010 van kracht zijn.

21


22


23


DE NEOTHEATRALE STAD

DE OUDE METROPOOL EN DE NIEUWE MASSA ‘De oude stadscentra worden overspoeld de laatste jaren. Dit recent fenomeen zouden we ‘de nieuwe massa’ kunnen noemen.(...) Maar tegelijk is de nieuwe massa niet alleen samengesteld uit buitenlandse toeristen, het zijn ook de dagjesmensen, de voorstedelingen en de inwoners zelf die opgenomen worden in een tendens om en masse te flaneren in het oude centrum.’ Lieven De Cauter, De capsulaire beschaving. ‘De hedendaagse bezoeker op zoek naar openbare stedelijke plekken moet meer en meer kuieren door gerecycleerde en geherwaardeerde gebieden, stadtableaus die zijn omgevormd tot sociaal opgewaardeerde (‘gentrified’), gehistoriseerde, vercommercialiseerde en geprivatiseerde plaatsen.’ Christine Boyer

24


Voorstelling nieuwe bestemming Beurs: de biertempel.

PVDA vreest gentrificatie door autovrij Beursplein door © tvbrussel/brusselnieuws.be Brussel-Stad 18:33 - 03/02/2014

Met de heraanleg van de centrale lanen en de uitbreiding van de voetgangerszone wil de Stad Brussel eigenlijk vooral het centrum opwaarderen. "Maar dat zal de huurprijzen de hoogte PERSBERICHT injagen", zegt de PVDA. 4 april 2014

“Een voetgangerszone voor automobilisten” De BRAL-analyse van de plannen voor de heraanleg centrale lanen Brussel

De afbeeldingen die huurprijzen de Stad Brussel verspreidt vooral op welke manier de PVDA vreest hogere (©vandaag Eric Laureys viatonen Twitter) doorstroming van de auto‟s in het centrum moet verzekerd worden. Ze zijn exemplarisch voor de principes die achter dit plan zitten. (© Stad Brussel).

25

4 april 2014 - Bral heeft zich de laatste weken, samen met experts en haar leden, gebogen over het plan voor de centrale lanen en reageert scherp. “Op verschillende vlakken schiet het plan te kort. Het „nieuwe hart voor Brussel‟ dat het stadsbestuur voor ogen heeft is, kort samengevat, een voetgangerszone voor automobilisten. De stad heeft niet de ambitie om de autodruk in het centrum te verminderen”, aldus Bral. “Het bestuur lapt het STOP-principe aan haar laars, stuurt het openbaar vervoer centrale 10 jaarNieuwe achteruit in de lanen tijd en creëert met de miniring een nieuwe stadssnelweg en r m s e L een nieuwe barrière tussen wijken.”


26


27


28


Het begon allemaal met een man. Geen aantrekkelijke man of misschien wel, zo hard heb ik hem niet durven aanstaren. Hij zat daar op een bankje. Het was prachtig weer, maar hij was heel warm gekleed. De man met de pet en die dikke winterjas, de gescheurde broek en de versleten schoenen; die man keek naar de duiven. De duiven waren bezig met een feestmaal. Zeker acht broden lagen er verscheurd bij, in de aanval een tiental duiven. Overal lag er eten. Geen zorgen voor die beesten. Eén duif liep triomfantelijk in het rond met een stuk brood om zijn nek, de nieuwe koning. De blik weer los van het feestelijk tafereel. Geen duiven, maar een ‘menselijke’ opstelling. Niet veel verder stond een tentje. Zijn tentje...

Uitbeelding onderzoek uitsluitingsmechanismen 29


DE METROPOLISERING

STRATEGISCHE PROJECTEN ‘De neoliberale hervormingen die rond 1980 zijn ingevoerd hebben geleid tot een toegenomen concentratie van de productie van waarden in de grote stedelijke gebieden. Dat proces wordt ‘metropolisering’ genoemd.’ Veltz De nieuwe regulering van het kapitalisme zet de steden er toe aan ‘hun toekomst in eigen handen te nemen’ en de concurrentie met andere steden aan te gaan. Het huidig stedenbouwkundig beleid is in de eerste plaats gericht op de aantrekkingskracht van de gebieden op de stromen van kapitaal, arbeidskrachten en consumenten. ‘Men gaat er vanuit dat de voortgebrachte rijkdom, de belastingontvangsten en de gecreëerde nieuwe jobs ten goede zullen komen aan de hele samenleving. In de praktijk verscherpt dit beleid evenwel de ongelijkheden tussen bevolkingsgroepen.’ OESO 2008 In het stedenbouwkundig beleid vallen twee hoofdvarianten op: enerzijds strategieën die de nadruk leggen op de aantrekkelijkheid voor bedrijven en anderzijds strategieën die de nadruk leggen op de aantrekkelijkheid voor nieuwe permanente inwoners (met een vaste verblijfplaats) of voor tijdelijke verblijhouders.’ Rousseau 2008

30


31


Kaart bebouwde ruimte

32


33


Nieuws POLITIE BELOOFT STRENGER OP TE TREDEN IN GALERIJ IN CENTRUM

'Het wordt mooi weer, de daklozen moeten weg' ZATERDAG 06 MAART 2010

Elke dag ligt er een rij daklozen in de galerij aan de Hallenstraat in hartje Brussel. Herman Ricour © HERMAN RICOUR

Bewoners van Grétrystraat op een steenworp van de Grote Markt van Brussel, zijn de wanhoop nabij. Al weken kamperen tientallen daklozen in een galerij. De politie belooft op te treden. Bruno Depover Er is (extra) bewaking aan de uitgang van de supermarkt. Toch wordt een blonde vrouw die net haar boodschappen heeft gedaan, openlijk bespot en krijgt ze denigrerende opmerkingen van enkele dronken daklozen. Zonder omkijken vlucht ze de Grétrystraat in.

34


donderdag 07 maart 2013 Brigitte De Pauw

Herbestemming Parking 58 gemiste kans Woensdagnamiddag interpelleerde Brussels CD&V Fractievoorzitter Brigitte De Pauw staatssecretaris Rachid Madrane over de stand van zaken rond Parking 58. De staatssecretaris wist te vertellen dat de NV Center 58 in december 2012 een aanvraag tot stedelijke bouwvergunning indiende bij de Stad Brussel. Brigitte De Pauw betreurt alvast dat het nieuwe gebouw nog minder woningen zal bevatten dan de vorige voorstellen die de ronde deden, en dat er onduidelijkheid blijft rond het publieke karakter van het dak.

De staatssecretaris preciseerde in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Grondbeleid dat de Stad Brussel op 11 december 2012 de stedenbouwkundige aanvraag ontving, en dat er vanaf 11 februari 2013 een openbaar onderzoek en een effectenstudie loopt. Dielaatste zal zich zowel over stedenbouwkundige als leefmilieu-aspecten moeten buigen.

De stedenbouwkundige vergunning die werd aangevraagd slaat op de afbraak en heropbouw van het gebouw dat momenteel bekend staat als Parking 58. Er zouden bijna30.000 m²kantoren worden voorzien; zes grote winkels met een oppervlakte van1.000 m²op de begane grond; 46 wooneenheden op de zevende, achtste en negende verdieping; en 847 parkeerplaatsen verspreidt over de zes kelderverdiepingen. De architectenbureaus BURO II & ARCHI+I en Bruno Lambert, waarvan we al wisten dat het de architectuurwedstrijd had gewonnen, zouden betrokken zijn bij het ontwerp van het nieuwe gebouw. Brigitte De Pauw: “Sinds 2011 dring ik al aan op een oplossing voor Parking 58 waarbij het dak, één van de weinige plaatsen in Brussel waar je een zicht van 360 graden hebt, voor het grote publiek toegankelijk zou blijven. Ons Gewest heeft immers nood aan meer plaatsen waar iedereen, ongeacht zijn of haar sociale situatie, terecht kan om eens uit te blazen en te genieten van een prachtig panorama.” Brigitte De Pauw stelde de staatssecretaris voor om contact op te nemen met de Stad Brussel om de mogelijkheid te onderzoeken van een publiek dak. Dit zou bijvoorbeeld gecombineerd kunnen worden met een groendak, een groots dakpark of

35


36


FIG 2 KAART GPDO (GEWESTELIJK PLAN VOOR DUURZAME ONTWIKKELING) - ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN (25/09/2013)

37


Plan voor Internationale Ontwikkeling | Schaerbeek.be

26/05/14 04:07

PLAN VOOR INTERNATIONALE ONTWIKKELING Nieuws archieven: oktober 2007

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

Nieuws (/nl/news)

(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news-

Een ambitieus plan, maar onvoldoende voor Schaarbeek De voorstelling van het internationale ontwikkelingsplan (IOP) van Charles Picqué aan het Brusselse parlement houdt geen rekening met een aantal specificiteiten van Schaarbeek en daardoor is onze burgemeester sceptisch. Over de aanwezigheid van een tweede Europese kern op de site van het station Josaphat, vraagt hij zich, net als de Europese Commissie, af hoe het gewest de site wil opwaarderen en leefbaar maken. Voor Schaarbeek-Vorming is de situatie, gezien het bijzondere statuut van het gebied in het GBP, de termijnen voor vrijgave van de site door de NMBS of de problemen in verband met de bodem, bijzonder complex. Een globale studie over de site is absoluut noodzakelijk en het is van fundamenteel belang dat de regering een duidelijk standpunt inneemt over de noodzaak om het GBP te wijzigen. Bovendien is er ook overleg nodig met de NMBS en het Fonds voor Spoorweginfrastructuur. Wat het Spoorwegmuseum betreft, ten slotte, is de enige realistische locatie het station Schaarbeek-Reizigers. Om dat project te verdedigen tegenover de NMBS heeft de gemeente al het initiatief genomen voor een vergadering met alle actieve bevolkingsgroepen in Schaarbeek, maar ook met het kabinet van Charles Picqué, aangezien het terrein in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is gelegen en een goed beheer van dit dossier slechts mogelijk is in nauwe samenwerking met alle betrokken spelers. Dan houden we nog geen rekening met "de vergetelheid" van een media- en audiovisuele kern aan de "Porte de Liège", waar al een aantal gespecialiseerde ondernemingen zijn geconcentreerd, en de nodige inrichting die daaruit voortvloeit in termen van parkeerplaatsen, mobiliteit en bescherming van de woonwijken. Als burgemeester Clerfayt akte neemt van dit internationale investeringsplan zoals het is voorgesteld door Charles Picqué, zal hij er te gepasten tijde zeker de zwakke punten van aanhalen. Métadonnées Beschrijving: De voorstelling van het internationale ontwikkelingsplan (IOP) van Charles Picqué aan het Brusselse parlement houdt geen rekening met een aantal specificiteiten van Schaarbeek en daardoor is onze burgemeester sceptisch. Over de aanwezigheid van een tweede Europese kern op de site van het station Josaphat, vraagt hij zich, net als de Europese Commissie, af hoe het gewest de site wil opwaarderen en leefbaar maken. Mots-clés: Internationale ontwikkeling

Laatste wijziging: 19/08/2013

Nieuws archieven:

2013

2012

Naar boven

2011

2010

2009

2008

2007

2006

Nieuws (/nl/news)

(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news(/nl/news-

NIEUWE ONTWIKKELING AAN DE HEIZEL

http://www.schaerbeek.be/nl/news/plan-internationale-ontwikkeling

Pagina 1 van 2

Persdossier ‘Europea’, afgehaald van de website www.neobrussels.com op 20/05/2014

38


39


40


41


42


HET PLAN VOOR DE INTERNATIONALE ONTWIKKELING (PIO) VAN BRUSSEL Als hoofdstad van Europa geniet Brussel internationaal een grote zichtbaarheid. Door de globalisering en daarbij gepaarde mobiliteit van kapitalen worden steden aangezet om met elkaar in concurrentie te gaan. In deze context ontwikkelde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2007 het ‘Plan voor de internationale ontwikkeling van Brussel’. In het PIO zette Brussel verschillende krachtlijnen uit om de ontwikkeling van morgen voor te bereiden. De Brusselse politici zijn het ervoor eens dat het nodig is om het aantal woningen in Brussel te verhogen om een antwoord te kunnen bieden op de demografische groei van de komende jaren. Maar dat betekent niet dat volop de kaart wordt getrokken van meer openbare woningen. Het is niet de sociale optie die het haalt, maar eerder de liberale waarbij private investeerders stukken van de stad in handen krijgen om zeer lucratieve vastgoedprojecten te ontwikkelen, die niet ten goede komen aan de werkelijke noden van de Brusselse bevolking. De laatste grote openbare grondreserves worden zo grotendeels overgedragen aan privépromotoren om er vaak dure woningen op te richten of projecten zonder meerwaarde voor de Brusselaars (bijvoorbeeld het grote winkelcentra in Heizel). Als reactie op dit PIO pleit ik dat het Gewest een grondbeleid voert in functie van de bewoners. Daarbij moet het algemeen belang primeren op private belangen. Indien het Gewest ervoor kiest om openbare terreinen over te dragen aan private promotoren voor de ontwikkeling van woningen dat moet daarbij een systeem bedacht worden waar bijvoorbeeld onder strikte voorwaarden minstens 30% woningen van sociale aard worden voorzien, ook zou een leensysteem een mogelijke denkpiste kunnen zijn (na zoveel jaar terug eigendom van het BHG). Op dit moment is het de MVV, de Maatschappij voor de Verwerving van Vastgoed NV, die de belangrijkste gewestelijke grondreserves beheert met de bedoeling om grote stukken ervan zo duur mogelijk van de hand te kunnen doen. De kritische vraag rijst dan ook of de Gewestelijke Grondregie het grondbeleid niet te passief beheert? De stad lijkt steeds meer een verkoopsproduct die zoveel mogelijk geconsumeerd moet worden. Citymarketing gaat hand in hand met het binnenhalen van gerenommeerde architectenbureaus of starchitects die de vastgoeddromen van publieke-private partnerschappen moeten verkopen aan het grote publiek door visuals overgoten met zon en spelende kinderen. Het PIO zet sterk in op de bouw van woningen voor een gegoede middenklasse. De subsidies die het BHG hiervoor wilt vrijgeven hoopt ze op lange termijn te recupereren door een verhoging van de inkomens en de vestiging van nieuwe handels- en dienstondernemingen. Deze strategie wordt intussen fel bekritiseerd en gentrificatie lijkt de topic van elk stedenbouwkundig discours. Het gevaar om de internationale positie die Brussel momenteel bekleed te verliezen is een ideale drijfveer om veel geld te pompen in grootschalige projecten die zogezegd als hefboom moeten dienen om de stad op te waarderen. Dit gevaar lijkt echter zeer onwaarschijnlijk: de aard van activiteiten van de instellingen van de Europese Unie en haar satellietinstellingen maakt het risico op delokalisatie, volgens Decroly & Van Crieckingen, zo goed als onbestaand. Hoewel het PIO na zware kritiek in de vergeetdoos is gestoken, ziet men hoe het plan zich heeft vertaalt tot het GPDO (Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling) waar de strategische projecten van het PIO zijn overgenomen, maar dan op iets subtielere wijze. Zowel de sterke input van eigen middelen om projecten te stimuleren als de inkomsten die gegenereerd worden door de overdracht naar de vastgoedmarkt lijken me een korte termijn oplossing die maar weinig zal opbrengen voor de bewoners. Sociale ongelijkheid zal aangescherpt worden, lokale economieën zullen de concurrentie niet aankunnen met mega-complexen en de armere bevolkingsklassen zullen genoodzaakt zijn om uit Brussel weg te trekken. Brussel exodus lijkt niet veraf.

43

Poster Theretisch component - PIO


ZOOM UIT_UITDAGINGEN BRUSSEL BRUSSEL STAAT VOOR GROTE UITDAGINGEN. WAAROM GEBRUIKEN WE DE HUIDIGE CRISISSEN NIET OM OP ZOEK TE GAAN NAAR NIEUWE, CREATIEVE & DUURZAME IDEEËN? EEN TOEKOMSTPLAN VOOR BRUSSEL MOET VANDAAG EEN HAALBARE STRATEGIE EN INSTRUMENTEN BEVATTEN OM OP KORTE & LANGE TERMIJN DE VERSTEDELIJKING TE STUREN. De stad moet zijn naam waardig blijven & zich inzetten voor alle bewoners (ook daklozen en illegalen) en zich niet enkel focussen op het aantrekken van internationale bedrijven en gegoede gezinnen. Enkel zo kan -brussel exodus- vermeden worden. DRIE DENKMODELLEN WORDEN AANGEHAALD; HET IS GEEN MASTERPLAN, HET BIEDT GEEN KANT & KLARE OPLOSSINGEN. WAT DAN WEL? HET ZIJN VISIES OP DE STAD, VISIES VOORTGEVLOEID UIT ONDERZOEK EN GEÏNSPIREERD DOOR DIEGENEN DIE BRUSSEL BEWONEN - Nog het meest van al de mensen die de openbare ruimte bewonen-

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------‘De wereld van de armen leert je die realiteit op een uitmuntende, maar keiharde manier kennen. De armen leren ons hoe een stad functioneert, hoe de leefgemeenschap van een grootstad in elkaar zit.’ Johnny De Mot

44


ZOOM IN_3 DENKMODELLEN

zelfvoorziening

migratie

bewonen/beleven

45


46


Het begon met een kerk en het eindigt met een kerk. Niet de moeder der bezette kerken, haar zusje. Het was de jeugdzonde van Poelaert en nu staat die leeg. Er worden kosten noch moeite bespaart om de gevels hun oude glorie terug te geven. Een nieuwe aanschouwing voor de volgende toerist die veilig de Anspachlaan kan oversteken. Een man in een tent, buiten in de kou. Een man zonder tent, want tenten horen hier niet. Een man op de trein, geen plaats in het centrum. Een man in de kerk? Een vrouw in de kerk? Kinderen? De kerk, een toevluchtsoord, een plek waar je veilig bent. Is dat geen goede herbestemming? Willen we daar ons geld aan geven? Nee. Een kerk wordt ingenomen, een eerste actie. De migratie is er, de stroom. De vloedgolf, de storm. Wat mooi verbeeld, een nieuwe angst. De arme is er, geen geld voor huur. De vreemde is er, te veel kleur voor huur. De torens slaan als een zweep op de grond. De schaduw is een broeihaard. Tussen de spleten van het stedelijk theater schuilen ze. Niet meer. Een plek om te bezetten. Parasieten. Een lichte structuur neemt het interieur in, tenten ruimen voor harde vormen. Een statement. Wij zijn er ook. De gemoedelijke passant blijft even stil staan. Een denkmodel. Wat met al die daklozen?

Een eerste ‘statement’ is het openstellen van de Katelijnekerk. Het is de inname van een gebouw die de ambigue scheerlijn opzoekt tussen publiek en privaat. Door de kerk open te stellen worden ook binnen en buiten opgeheven. De kerk wordt de nieuwe stadshal. Het traliewerk wordt weggehaald, de deur uit het kozijn. De stellingen die buiten stonden worden mee naar binnen gesleurd. Als ontwerper is het niet evident om socio-economische processen mee te sturen. Deze actie is dan ook kleinschalig. We moeten durven de problemen van de stad blootleggen. Pas dan kan er ook naar oplossingen gezocht worden. Te midden van het hypercentrum komen de zwaksten schuilen, samentroepen. De rechten van de mens worden elke dag geschonden in onze hoofdstad en in elke andere (groot)stad in Europa. Dit denkmodel moet sensibiliseren, het dient als ruimtelijke druk op politieke beslissingen.

Daklozen zijn een feit in Brussel, door ze een tijdelijke plek te gunnen geven we ze ook een stem.

47


Ze zijn er al, de moestuintjes. De branding is er ook al, de urban farm. Nu nog netjes, leuke kleuren, geuren. Sporadisch es in de pan. De tent is weg. Een nieuwe inname. Oh Brusseleirs verenigt u. Compostering wordt gegrond. Eieren voor wie ze wil. Technieken aangewend. Lekker warm. De middenspeler is niet meer. Een denkmodel. Kan het stedelijk decor een nieuwe functie aan? Zelfvoorziening lijkt in deze geglobaliseerde wereldmarkt achterhaald, maar is dit wel zo? Steeds meer mensen leven in steden, steeds meer land wordt stad. Vrachtwagens brengen dagelijkse duizenden ton voedsel de stad binnen, de afvalstroom raakt in congestie. Kunnen we technologie beter aanwenden om los van esthetische overwegingen de stad te zien als een consument EN PRODUCENT? Een tweede acte is de inname van het publieke plein en die om te vormen in functie van voedsel en zelfvoorziening. Restafval wordt verdeeld tussen de kippen en een ingenieus composteringssysteem, deze genereert niet enkel vruchtbare grond maar kan ook warmte uit het proces onttrekken. Kan een wijk autonomer worden en slimmer omgaan met stedelijke productieresten? Het lijkt een stap in de goede richting als men denkt aan de ecologische voetafdruk, de voedselprijzen, educatie, de mobiliteitsproblematiek, ...

48


Steeds minder mensen kunnen de huurmarkt aan. Ocmw verkoopt. Brussel verleent. Een exodus kondigt zich aan. Een enorme massa, de blinde vlek. Groot genoeg om in te wonen. Sociaal. Boven op het dak, wat een zicht. Beleef de stad. Bewoon ze. Een denkmodel. Wat met leegstand, reconversie? Wat met vergunningen, te laks? Toerist? Misschien zelfs eens in eigen stad? Dit laatste denkmodel is een denkpiste over de stad bewonen en de stad beleven. De woonproblematiek in Brussel is schrijnend en zal in de komende jaren alleen maar verslechteren. Als de 5 laagste inkomensklassen maar kunnen rekenen op 5% van de private huurmarkt in wachttijd op hun sociale woning lijkt het dringend tijd dat de stad hierop inspeelt. Brussel heeft als grote troef dat het een kleine 30% van de huurmarkt in handen heeft (had) en dus de prijzen mee zou kunnen sturen. Een tegengestelde tendens lijkt juist op te komen, steeds meer grond wordt afgegeven voor private investeringen?! De laatste inname is die van de ‘parking 58’. Een enorm gebouw, een strategische ligging. De stedenbouwkundige vergunning voor alweer 30 000m2 aan kantoren ligt ter goedkeuring. Keur die af! Het stadsbestuur laat zich steeds meer leiden door private investeringen en de stad ontglipt hen. In dit denkmodel wordt de parking een nieuw sociaal en divers (transgeneratieel) wooncomplex. Beleven kan op gepaste plaatsen, toerisme ook. Een adembenemend uitzicht over de ganse stad lijkt dan geen geschikte plek om te privatiseren. In dit ontwerpmodel wordt dan ook een plein voorzien op het dak van de parking, een ideale plek waar de stad ook echt decor wordt.

49


50


51


Marie-France Lebbe Master stedenbouw 2013-2014 Tine Van Herck Karel Vermeersch

52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.