Onderzoeksbundel Gent wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan Marie-France Lebbe survey 2013-2014
Inhoud 0.
Inleiding 5
1.
De Gentse stadvernieuwing in een context van multilevel beleidsvoering 6
2.
De Gentse stadvernieuwing in de planologische context 8
3.
Gentse stadsvernieuwing in de 19de eeuwse gordel 12
4.
De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
5.
Reconversieprojecten in de wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan 24
1.1 1.2 1.3 1.4
2.1 2.2
Het nieuw Vlaams stedenbeleid Federale subsidies voor veiligheids- en grootstedenbeleid Europese subsidies voor stadsvernieuwing De Gentse stadsvernieuwing als katalysator voor sociale verdinging?
Beleidsvisie en stadsplanning doorheen de tijd Stad Gent in de planologische context
3.1 Situering 19de eeuwse wijken 3.2 Stadsvernieuwingsprojecten 3.3 Gentrificatie als uitkomst?
14
4.1 Situering wijk 4.2 Omgevingsanalyse 4.2.1 Demografische gegevens 4.2.2 Socio-economische analyse 4.2.3 Wonen en voorzieningen 4.3 bevolking- en huishoudensprognoses, demografische trends en uitdagingen voor de stad
5.1 Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG) 5.2 Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s) 5.3 Strategisch programma ´Scharnier´ 5.3.1 CC Meulestede & De Waterspiegel 5.3.2 Mobiliteitsplan, een ‘vertramming’ van de wijk 5.3.3 De Nieuwe Voorhaven 5.3.4 Nieuw Leven in de Oude Dokken 5.3.5 Dampoortknoop
6. Conclusie 31
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
4
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
INLEIDING Deze onderzoeksbundel is opgemaakt als onderdeel van het examen survey 2013-2014. Het huidig Gents stadsbestuur voert een actief beleid van stadsvernieuwing in de 19de eeuwsegordel rond het stadscentrum. Met integrale projecten wil het stadsbestuur de leefbaarheid van de wijken verbeteren en de sociale mix versterken. Zo hoopt de stad een aantrekkelijke woonomgeving te creëren voor jonge gezinnen uit de middenklasse. Dit werk beoogd een overzicht te geven van het stadsbeleid in Gent en de fysieke en sociale weerslag ervan in de wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan. De analyse heeft inhoudelijk een ‘top-down’ structuur: eerst wordt de context van de multilevel beleidsvoering kort besproken met een ruimtelijke vertaling in de planologische context, hierna de toekomstvisie van de stad Gent en een demografische analyse van de wijk om vervolgens de reconversie- projecten in de wijk kritisch te analyseren.
5
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
1.
De Gentse stadvernieuwing in een context van multilevel beleidsvoering
Bij de stadsvernieuwing zijn subsidies steeds belangrijk geweest voor Gent. Rond 2000 maakt Gent de keuze om de middelen voor stadsvernieuwing geconcentreerd en gebiedsgericht in te zetten, via geïntegreerde en strategische projecten. (Van Bouchaute, 2013) Om dit te realiseren kan Gent een beroep doen op Vlaamse, federale en Europese middelen. 1.1
Het nieuw Vlaams stedenbeleid
Na de tweede wereldoorog ontstaat in België een woonverschuiving van de stad naar het suburbane. Deze tendens impliceert onder andere een verarming van de steden en een noodzakelijke uitbouw van een woonwerk infrastrucuur. Sinds de jaren 1960 hebben steden ingezet op een nieuw beleid die de stad aantrekkelijk moet maken om te wonen en te werken. In het huidig Vlaamse regeerakkoord wordt deze kwestie dan ook naar voren geschoven en legt men een sterke klemtoon op de stedelijke competitiviteit, veiligheid en levenskwaliteit (Vlaamse Regering, 1999). De minister voor Stedenbeleid wil de stadsvlucht tegengaan door de leefkwaliteit in de steden te verhogen, met een focus op jonge (welgegoede) gezinnen. Het Sociaal Impulsfonds dat in 1996 een antwoord moest vormen op de misgenoegde armere stedelingen die massaal op het toenmalige Vlaams Blok stemden, wordt in het nieuwe Vlaamse beleid omgevormd van een sociale interpretatie naar een meer economisch motief. De economische revatilisatie van de steden is onderdeel van een competitieve stadsontwikkeling die de steden aantrekkelijk moet maken in de nieuwe globale economie. De politieke druk om de stedelijke achterstelling aan te pakken verzwakt omdat de (extreem-)rechtse politieke groepen nu ook buiten de steden aanhang verwerven en het dus niet om een stedelijk fenomeen gaat zoals gedacht na de Zwarte Zondag van 1991.
In de overgang van SIF naar het nieuwe Stedenfonds worden de sociale doelen afgezwakt (Loopmans, 2007). Het budget van het SIF wordt gehalveerd en geconcentreerd op 13 centrumsteden. De inhoudelijke klemtoon ligt op een tegengaan van de stadsvlucht door de aanpassing van het woningaanbod en de woonomgeving om zo een welgestelde en beter opgeleide bevolking aan te trekken. Het woonklimaat, de sociale cohesie en de veiligheid worden aanpakthema’s die de leefbaarheid op wijk- en stadsniveau moeten verbeteren. In de nieuwe beleidsovereenkomst 2008-2013 krijgt Gent circa 25 miljoen euro per jaar voor de realisatie van haar plannen. De doelstellingen van het Vlaams Stedenfonds worden afgestemd op de nieuwe missie van de stad Gent en de visie op Gent 2020. (Van Bouchaute, 2013). Gent zet hiervan heel wat middelen in op de gordelwijken. In 2002 wordt het Vlaams Stadsvernieuwingsfonds opgericht, een nieuw initiatief van de Vlaamse overheid. Dit fonds beoogt stadsprojecten te steunen die duurzame vernieuwing van de stedelijke ruimte koppelen aan samenlevingsopbouw. Deze steun krijgt vorm in project- of conceptsubsidies. Bij de projectsubsidies is de nadruk vooral op het aantrekken van nieuwe bewoners in plaats van de ondersteuning van de zittende bevolking. De conceptsubsidies zijn bedoeld om de steden expertise aan te bieden die de visie van de stadsprojecten moet versterken. Vanaf 2002 ontvangt Gent bijna 14 miljoen euro van het Vlaams Stadvernieuwingsfonds; ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’, ‘Bruggen naar Rabot’ en ‘Ledeberg leeft’ zijn enkele projecten die hiermee gesubsidieerd worden. 1.2
Federale subsidies voor veiligheids- en grootstedenbeleid
Federale middelen zijn voor de steden een belangrijke vorm van ondersteuning. De impact van het federale niveau is echter klein op het stadsvernieuwingsbeleid, aangezien de belangrijkste regulerende bevoegdheid bij de Vlaamse overheid ligt.
6
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
In 2000 ontstaan de ‘federale stadscontracten’. Deze zijn op 3 pijlers gericht: een verbetering van de leefomgeving en -omstandigheden, het verhogen van de veiligheid en het heropleven van de economie. Gent ontvangt hiervoor jaarlijks circa 5 miljoen euro die worden besteed aan wijkzorgteams en stedelijke buurtcentra. In functie van een betere woonomgeving stelt het federaal bestuur ook ‘huisvestingscontracten’ op. Hierbij beoogt men het aantal kwalitatieve huurwoningen te verhogen, woningen te voorzien voor jonge gezinnen, verkrotting tegen te gaan en achtergestelde groepen opnieuw te integreren. Het bevorderen van sociale cohesie in de probleemwijken is een van de federale prioriteiten (Van Bouchaute, 2013) Onder de noemer ‘duurzame stad’ sluit Gent in 2008 een nieuw contract af waarin de overeenkomsten voor grootstedenbeleid en huisvesting worden samengevoegd. 1.3
Europese subsidies voor stadsvernieuwing
In maart 2000 legt de Europese Raad de Lissabonstrategie vast. Tegen 2010 moet de EU uitgroeien tot ‘de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.’(Stad Gent Departement Strategie en Coördinatie, 2012). Belangrijke werkterreinen in het Europees stedenbeleid is het aanpakken van achterstandswijken en het verbeteren van de publieke ruimte. Met de Afdeling Beleid, Internationaal en Subsidies van het Departement Strategie en Coördinatie is de stad Gent erg actief in het aantrekken van Europese subsidies. Een belangrijke bron van subsidies is het Regionaal beleid die een derde van EU-budget omvat. Van de Europese doelstellingen maakt Gent vooral gebruik van de doelstelling die ‘regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid’ stimuleert. Deze middeln komen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF). Deze middelen zet Gent vooral in bij de stadsvernieuwing van de gordelwijken. De EU ondersteunt ook grote onwtikkelingsprojecten die de lokale economie moeten versterken en de mobiliteit verbeteren, een gekend voorbeeld hiervan is de ontwikkelingen aan het station Gent Sint-Pieters. 1.4
De Gentse stadsvernieuwing als katalysator voor sociale verdinging?
Met de steun vanuit verschillende beleidsniveaus heeft de stad nood aan een sterk bestuur. Autonome grond- en bouwbedrijven spelen vaak een leidende rol in vastgoedontwikkeling. Stadsbesturen worden ‘geactiveerd’. Ze zijn niet langer passieve recipiënten en uitvoerders van door hogere overheden uitgedachte initiatieven (De Decker, 2009). Een opkomend thema in de stedenbouw is de vraag of deze stadsvernieuwingsprojecten het sociale beleid verwaarlozen. Vanuit de ideologie van sociale mix als onderdeel van de samenlevingsopbouw verschuift de focus van de zittende bewoners naar het aantrekken van nieuwe gegoede bewoners. In de praktijk blijkt er echter een sociale verdringing van de armere bevolkingsklasse in een dergelijke stadsontwikkeling. Een aantal strategieën hebben echter een afremmende effect op gentrificatie. Het Vlaams woonbeleid verplicht 20% sociale huisvesting in projecten vanaf 50 eenheden. Het federaal grootstedenbeleid blijft gericht op directe investeringen in achtergestelde wijken. Binnen de doelstellingen van de EU willen Antwerpen en Gent hun prioriteit leggen op het verhogen van de vitaliteit in kwetsbare buurten en inzetten op sociale economie.
Sociale mix en cohesie kunnen dan wel als doelen worden gesteld maar zijn in de beleidspraktijk veel minder beheersbaar, meetbaar en uitvoerbaar. Dit maakt de marge voor didonantie en alternatieve praktijken groter. (Van bouchaute, 2013).
7
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
2.
De Gentse stadvernieuwing in de planologische context
Voor ruimtelijke ordening is een beleid op lange termijn van groot belang. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is een belangrijk fundament van het ruimtelijk beleid. Eigenlijk is het geen plan maar een visie. Een visie die aangeeft hoe we in Vlaanderen best met onze ruimte omgaan. We moeten investeren in onze steden, zodat dit aangename plekken zijn om te wonen. Wat nog rest aan groen en open ruimte moeten we bewaren. Dat is de krachtlijn van het plan. De consequenties van deze visie worden in detail en op wetenschappelijk onderbouwde wijze uitgewerkt voor de stedelijke gebieden, het buitengebied, de economische gebieden en de ruimte voor infrastructuur. (site Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, 2014)
Fig 1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, 2007
8
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
2.1
Beleidsvisie en stadsplanning doorheen de tijd
Zestig jaar geleden was er van een doorgedreven stadsplanning in België geen sprake. Bijzondere Plannen van Aanleg waren er nauwelijks. Tussen 1950 en 1980 vervijfvoudigde de koopkracht, wat grote gevolgen had voor de ruimtelijke ordening. Ruimte in Vlaanderen wordt in het hedendaags discours als schaars beschouwd en de veelvuldige lintbebouwing rondom de steden als problematisch.
Begin 1977 fusioneerde Gent met tien randgemeenten. In het ‘grote’ Gent werd de nood aan een degelijke ruimtelijke planning nog duidelijker aangevoeld. Structuurplanning werd als nieuwe methode voor stadsplanning naar voren geschoven. (Gent Morgen, 2006). De ambitie was om de groei en de ontwikkeling van de stedelijke ruimte te begeleiden. Het eerste Gemeentelijk Algemeen Structuurplan (GAS) was klaar in 1982, het plan werd echter nooit goedgekeurd. In het begin van de jaren 1990 werd de visie van het GAS geactualiseerd. Het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan (ROS) schetste de groei van een compacte stad, die alle stedelijke functies vervulde en fungeerde als een regionaal centrum. (Gent Morgen, 2006). Het ROS werd goedgekeurd door de gemeenteraad in 1993. Door het ontbreken van een wettelijk kader was dit plan vooral een beleidsvisie, het was nog geen stedenbouwkundig instrument. Na de goedkeuring van het Planningsdecreet in 1996 komt het wettelijk kader er in de vorm van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), dit is een door de Vlaamse overheid gestuurde studie met richtlijnen over de ruimtelijke ordening in VLaanderen. De laatste herziening was in 2010-2011. Het Ruimtelijk Structuurplan van Gent (RSG) werd in 2003 goedgekeurd. Het RSG is het kader voor elk project dat in Gent voorligt; deze projecten bestaan in de vorm van ruimtelijk uitvoeringsplannen (RUP), stedenbouwkundige vergunningen, stadsvernieuwingsprojecten en andere. Ruimtelijke structuurplannen leggen dus de visie op de ruimtelijke ordening vast. Ze doen geen uitspraken over concrete percelen of over het afleveren van concrete vergunningen. De Vlaamse Regering stelde in mei 2012 haar visie op de ruimtelijke ordening voor in het groenboek Ruimte. Die visie is nog niet definitief: het groenboek dient als startpunt voor de maatschappelijke discussie over ruimtelijke ordening in Vlaanderen. ‘Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool’ is de ambitie om van Vlaanderen een metropool te maken die kan wedijveren met andere grootordes in de wereld zoals New York, Londen of Parijs; zonder de schaal van de mens uit het oog te verliezen.
Ook in 2050 blijft de stad het gebied bij uitstek om maatschappelijke veranderingen op te vangen. De stad is meer geworden dan het stadscentrum of de centrumstad, maar is uitgegroeid tot een stedelijke regio van meerdere kernen met eigen kenmerken. Het historische stadscentrum is vlot bereikbaar vanuit de andere kernen, waardoor de stedelijke regio aantrekkelijk is voor een breed scala aan bewoners en gebruikers. De stedelijke en economische ontwikkeling gebeurt in meerdere kernen die samen de stedelijke regio vormen. Hierdoor krijgt de stad opnieuw ‘ademruimte’ en kunnen we het relatief kleinschalige karakter van onze historische steden bewaren. In sommige buurten zijn ingrepen nodig om tot vernieuwing van de woningvoorraad te komen. Dat is onder meer het geval voor de 19e eeuwse gordel in de stedelijke regio’s en voor de verkavelingen van de jaren 1960 en 1970 in de suburbane gebieden. We maken ons gebouwenpatrimonium energiezuiniger, versterken de sociale samenhang en passen de woningvoorraad aan om de verwachte bevolkingsgroei op te vangen. (Groenboek, 2012)
9
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
2.2
Stad Gent in de planologische context
Zoals eerder vermeld worden in het Vlaams Gewest 13 centrumsteden onderscheiden. Deze steden liggen volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in een grootstedelijk of regionaalstedelijk gebied. Een centrumstad oefent een centrale functie uit voor zijn omgeving, onder andere op het vlak van werkgelegenheid, verzorging, onderwijs, cultuur en ontspanning. Hiervan worden Antwerpen en Gent soms apart gecategoriseerd als “grootsteden”.
Wat betreft de ruimtelijke planning is er in de loop der jaren een stevige basis gelegd voor de strategische projecten. Beleidsuitspraken met betrekking tot de strategische projecten zijn ingeschreven in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.
Een project met een integrale en ruimtelijke invalshoek dat gebiedsgericht en over sector- of bestuursgrenzen heen actief wil bijdragen tot de versterking van de kwaliteit van de ruimtelijke structuur. Het moet op korte of halflange termijn uitgevoerd kunnen worden. Door de uitvoering van strategische projecten te stimuleren en er meer actief op in te zetten in het kader van (ruimtelijke) planningsprocessen verhoogt het draagvlak voor de ruimtelijke ordening, en de planning in het algemeen, en wordt een voorbeeldfunctie gecreëerd. (definitie van ruimtelijke strategische projecten, Vlaamse overheid, departement ruimte Vlaanderen, 2013)
Fig 2. 30 strategische projecten, Vlaamse overheid, 2013
Aan de Dampoort in Gent ligt een sterk verouderd haven en woongebied. De Zwaaikom, de Voorhaven en de Oude Dokken zijn een overgangsgebied tussen de huidige haven, de binnenstad en de deelgemeente Sint-Amandsberg. Het gebied heeft daardoor een dubbele poortfunctie: die tussen de stad en de haven met de wijken Muide-Meulestede-Afrikalaan enerzijds en de Dampoortwijk anderzijds. Vandaar de naam van het project: Scharnier. Met het strategisch project Scharnier wil de Stad Gent het gebied een flinke duw in de rug geven. Bedoeling is om de industriële sites en de verouderde 19de-eeuwse woonwijken om te vormen tot een duurzame en toekomstgerichte gemengde woon-werkomgeving, met vooral de nadruk op wonen.
10
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Naar aanleiding van de subsidie voor het strategisch project heeft de Stad Gent binnen haar reguliere werking een nieuwe structuur opgezet: het departement Strategie en coördinatie en een dienst Stedelijke Vernieuwing en gebiedsgerichte Werking. De verschillende ‘programmaregisseurs’ werden in die dienst ondergebracht waardoor een horizontale werking mogelijk was. Gent heeft in vergelijking met andere post-industriële steden een vroege economische reconversie gekend rond het eind van de 20ste eeuw. Gent beaamt het verhaal van de aantrekkelijke, competitieve stad die toeristen en shoppende bezoekers naar de stadskern moet halen. (Van Bouchaute, 2013) Vooral de binnenstad vernieuwt op het eind van de 20ste eeuw met opvallende projecten zoals de heraanleg van de Korenlei en Graslei en de renovatie van het justitiepaleis. Gent was toen al zeer vooruitstrevend in de mobiliteitsvisie door een lussenplan voor te stellen die doorgaand verkeer in de binnenstad zou tegengaan. Onder druk van de middenstand is dit verkeersplan opgezegd. Het hedendaags mobiliteitsplan van Gent heeft grote delen van de binnenstad autovrij of autoluw gemaakt en men is volop bezig aan een uitbreiding van het openbaar vervoersnet. In de gordelwijken wordt vooral ingezet op een betere verbinding met de binnenstad die focust op openbaar vervoer.
‘Gent, een scheppende stad, die door een doorgedreven bundeling van alle creatieve krachten een voortrekkersrol speelt bij de ontwikkeling van een duurzame, solidaire en open samenleving.’ (Gent 2020, 2013) De missie Gent 2020 legt vast welke stad Gent tegen 2020 zou moeten zijn en geeft dus inhoudelijk weer in welke richting Gent beleidsmatig zal evolueren de komende jaren. Gent heeft in het nieuw stadsbeleid sterk ingezet op de 19de eeuwse gordel. In de nieuwe projecten wordt een ruimtelijk concept beoogd waar mobilitieit, groen, wonen en een versterkte economie centraal staat.
11
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
3.
Gentse stadsvernieuwing in de 19de eeuwse gordel
3.1
Situering 19de eeuwse wijken
Het begrip ‘19de eeuwse gordel’ verwijst naar de erfenis van arbeiderswijken uit de industriële expansieperiode in Gent. Eind 19de eeuw vestigden (textiel)fabrieken zich buiten de stadsmuren waarbij een enorme hoeveelheid woningen van lage kwaliteit werd opgetrokken om de arbeiders in te huisvesten. Tijdens de periode van het SIF werd een kansarmoedeatlas gevormd die achtergestelde buurten in kaart moest brengen, vandaag is dit omgevormd tot een atlas van buurten in moeilijkheden. De Gentse gordelwijken komen hierin terug. Het Gentse stadsbestuur zet dan ook in op stadsvernieuwingsprojecten in deze wijken en de eerste positieve resultaten van projecten zoals ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ en ‘Bruggen naar Rabot’ zijn al zichtbaar.
Fig 3. 19de eeuwse gordelwijken in Gent
Fig 4. cummulatie kansarmoede-criteria (scores > 1,5 keer stadsgemiddelde 2001)
Vandaag komt de 19de eeuwse gordel overeen met (delen) van volgende Gentse wijken: Brugse Poort, Rabot-Blasaintvest, Bloemekeswijk, Sluizeken-Tolhuis-Ham, Muide-Meulestede-Afrikalaan, Macharius-Heirnis, Dampoort, Oud-Sint-Amandsberg, Oud-GentBrugge en Ledeberg.
12
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
3.2
Stadsvernieuwingsprojecten
In het bestuursakkoord 2007-2012 lezen we de beleidsintenties van het Gentse stadsbestuur over de stadsvernieuwing in de 19de eeuwse gordel. Met ‘slimme’ projecten wil de stad de dichtbevolkte gordelwijken meer ademruimte geven.
Stadsvernieuwingsprojecten zijn voor ons integrale projecten die de leefbaarheid moeten verbeteren door het versterken van de ruimtelijke, functionele en sociale mix. Hierbij wordt ingegrepen in de ruimtelijke structuur van de wijk: het verbeteren van de kwaliteit van de woningen, het scheppen van meer publieke ruimtes, aanleg van speelparken, van buurtparking, enz. Door op strategische plekken in te grijpen, de wijk beter te structureren, de verkrotting weg te nemen en de buurtfuncties te verhogen kunnen we de leefbaarheid van de wijken verbeteren. (Stadsbestuur, Bestuursakkoord 2007-2012, p.5) Ook in de beleidsnota stadsontwikkeling wordt stadsvernieuwing in de de 19de eeuwse gordel naar voren geschoven als prioriteit. De Gentse stadsvernieuwingsprojecten mikken op vooruitgang op drie beleidsdomenen: fysiek-ruimtelijk, economisch en socio-cultureel, waarbij de stedenbouwkundige ingrepen de andere investeringen (economisch, cultureel) mee mogelijk maken. (Temmerman, 2008). 3.3
Gentrificatie als uitkomst?
Gentrificatie zorgt voor discussie in de hedendaagse stadsvernieuwing. Gaat de verandering in de bebouwde omgeving in deze wijken samen met een wijziging van de samenstelling van de bevolking, waarbij de nieuwe bewoners een hogere sociaal-economische status hebben? (Clark, 2005). 1
In het discours van het stadsbestuur zelf worden stadsvernieuwing en sociale mix alleszins positief voorgesteld. Het actieprogramma wordt in de beleidsnota stadsontwikkeling ook uitgebreid op niveau van de individuele woning om sociale verdringing zoveel mogelijk te vermijden. Het stadsmagazine ‘Tiens Tiens’ verwijst in een commentaarstuk over de beleidsnota wonen naar de problematiek van sociale verdringing. Specifiek gaat het om de intenties om transitwoningen te realiseren en zittende huurders te herhuisvesten na renovatie. Het magazine stelt zich de vraag hoe sociale verdringing te ‘meten’ en stelt ten slotte voor dat een dergelijke omgevingsanalyse en monitoring als grondslag moet liggen voor de bepaling van het aantal transitwoningen. De stadsvisie is zoals eerder al vermeld sterk gericht op het aantrekken van jonge gegoede gezinnen. De gedachte dat instromene kapitaal als hefboom kan werken is dubbel: de rijke kernstad moet de armere 19de eeuwse gordel helpen genereren; maar ook instromend kapitaal in die 19de eeuwse gordel zelf moet een hefboom zijn voor de heropleving van die wijken. (Van Bouchaute, 2013).
1
de verdringing van bewoners met een lagere sociaal-economische status bij herinvesteringen in onroerend goed (Van Bouchaute, 2013)
13
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
4.
De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
4.1
Situering wijk
De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan is een wijk ten noorden van het stadscentrum.
Muide-Meulestede-Afrikalaan OPPERVLAKTE 1,51 km2 (1,0% van Gent) SECTOREN Afrikalaan Meulestede Muide Muidebrug
Fig 5. Overzichtskaart wijk in de stad, eigen werk, 2013.
In de late 19de eeuw verstedelijkte de wijk door het graven van het kanaal Gent-Terneuzen en de komst van de voorhaven in de wijk. De versterkte haveninfrastructuur en de industriĂŤle bedrijvigheid trokken fabrieksarbeiders, dokwerkers en schippers aan, die er met hun gezinnen leefden in de talrijke beluikstegen. In de tweede helft van de 20ste eeuw kwam er meer verval door het zich meer noordwaarts verplaatsen van de haven. Jonge allochtonen kwamen zich in de wijk vestigen. Momenteel is de wijk een belangrijk onderdeel van de stadsvernieuwingsvisie. De wijk maakt onderdeel van het eerder aangehaalde strategisch project Scharnier. De wijk ligt op een korte afstand van de stadskern en heeft door het industriĂŤel verleden nog veel open ruimte in vergelijking met het dichtbebouwde stadscentrum. Hierdoor ziet de stad Gent een mogelijkheid tot woonuitbreidingen in de wijk. Het grootste project is de reconversie van het voorhavengebied die in het volgend hoofdstuk wordt besproken.
14
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
4.2
Omgevingsanalyse
4.2.1 Demografische gegevens
5 729 inwoners (2,4% van de Gentse inwoners)
gemiddelde leeftijd (2008) 36,3 jaar (Gent 39,8 jaar)
bevolkingsevolutie (1999-2008) +17,8% (Gent +7,1%)
Fig 6. Collage wijkbewoner, eigen werk, 2013.
Na een decennialange ontvolking groeit de Gentse bevolking sinds 1999 opnieuw aan. Deze stijging is zowel te wijten aan de natuurlijke groei als aan het positief migratiesaldo. De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan (M-M-A) volgt deze tendens, sterker nog, in de wijk is er een bevolkingstoename die meer dan het dubbele is dan gemiddeld in Gent. Deze sterk groeiende wijk is ook een jongere buurt, met een gemiddelde leeftijd van circa 36 jaar. Het percentage jonge kinderen (o-9 jarigen) was in 2008 10,9% voor Gent. De wijk M-M-A heeft een veel hoger percentage met 14,3%. Het percentage 60 plussers is in Gent gesteld op 22,2%, een lichte vergrijzing is merkbaar in de stad. Deze vergrijzing is echter veel kleiner dan in de rest van Vlaanderen. Met 18,6% ligt de wijk hier net onder. Het percentage aan ethnisch culturele minderheden (ECM) kan een goede indicator zijn van culturele mix in de wijk. Gemiddeld is er een 14,9% ECM in het Gentse bevolkingsregister. Een derde van de bewoners (31,3%) in de wijk M-M-A is ECM, hier kan men dus spreken van een grote culturele diversiteit in de bevolkingssamentstelling. 15
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
16
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Fig 7. Gegevens uit het bevolkingsregister Stad Gent (bevolking- & vreemdelingenregister), 2012
Groei wordt bepaald door natuurlijk groei (geboortes en sterftes) en migraties. Er is een uitgesproken positieve natuurlijke groei voor Gent. Voor de wijk Muide-Meulstede-Afrikalaan is deze groei nog sterker, dit ligt voornamelijk aan het hoge aantal geboortes. Migratie wordt op de volgende pagina besproken. Uit de cijfers blijkt dat het aandeel kinderen (voornamelijk de groep 0-9 jarigen) groter is in de wijk M-M-A dan in Gent, evenals een iets groter aandeel 30- tot 49-jarigen (men kan aannemen dat het gaat om een groter aandeel jonge gezinnen in de wijk). De 50-plussers zijn minder vertegenwoordigd in M-M-A- dan in Gent. Opvallend is dat er een kleiner aantal vrouwen dan mannen is in de wijk in de leeftijdscategorie van de 50- tot 59-jarigen.
17
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
18
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Fig 8. Gegevens uit het bevolkingsregister Stad Gent (bevolking- & vreemdelingenregister), 2012
De migratiesaldo van de wijken kan als indicator gezien worden voor de aantrekkelijkheid van de wijken. De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan heeft een negatief intern migratiesaldo, dit wil zeggen dat er meer de wijk verlaten dan dat er komen wonen. Er zijn dus in aantal meer die vanuit M-M-A naar een andere Gentse wijk verhuizen, dan dat er van elders uit Gent aankomen in deze wijk. Opmerkelijk is wel dat er veel niet-Gentenaren in de wijk komen wonen. Algemeen is er in Gent een positief migratiesaldo die ook in de wijk M-M-A voorkomt omwille van de positieve externe migratie. De 19de eeuwse gordel is kenmerkend als aankomstwijk voor armen en migranten, men kan hierdoor spreken van een importering van armoede. Met de vernieuwingsinitiatieven van de stad Gent is er echter een opkomende interesse vanuit de middenstand.
19
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
4.2.2 Socio-economische analyse Uit het vorig deel kunnen we vaststellen dat er in de buurt een tendens van verjonging en verkleuring is. Dit deel geeft een kort overzicht over de socio-economische situatie van de bewoners.
Het aandeel alleenstaanden in Gent is met 43,5% de grootste groep in de samenstelling van de huishoudens. Wijk M-M-A volgt deze tendens met een gelijkaardig gemiddelde als van de stad (43,9%). Het aandeel éénoudergezinnen is in Gent 7,8%. Het aandeel in de wijk komt neer op 10,6%. Als men echter enkel de huishoudens met kinderen bekijkt, komt het aantal éénoudergezinnen in wijk neer op 1 op 3! Eénoudergezinnen vormen een grote risico op armoede. Als men deze cijfers combineert met het aantal ECM dan kan men opmaken dat dit aandeel een verhoogd risico heeft op armoede. Veel éénoudergezinnen bestaan uit een moeder met kinderen. Vele moeders van andere origine blijven thuis om op de kinderen te letten en zijn niet vertrouwd met kinderopvang. Het tekort aan kinderopvang (op wandel- & fietsafstand) creërt een extra drempel om op de arbeidsmarkt te raken als éénoudergezin uit ECM. 2
Op wijkniveau schommelt de werkloosheidsgraad in Gent tussen 17% en 3%. De wijk scoort hier hoog met 14,4%. Er is dus een zeer hoge werkloosheidsgraad. De autochtone bevolking zijn voornamelijk nakomelingen van de havenarbeiders. Samen met de allochtone bevolking vormen zij een groep laaggeschoolden en liggen ze dus moeilijker op de arbeidsmarkt. Het aantal ocmw steuntrekkers is in de wijk met 4% zeer hoog. Fig 9. collage sfeer wijk, eigen werk, 2013.
Fig 10. Gemiddeld inkomen per aangifte, wijkfiche M-M-A, Gent, 2013
Fig 11. Evolutie werkloosheidsdruk, vdab, 2013
20 2
Zie bijlage Indicator19, EU-SILC Algemene Directie Statistiek, 2011
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
4.2.3 Wonen en voorzieningen Gemiddeld is er in Gent een dichtheid van rond de 1500 inwoners per vierkante kilometer. Met 3 794 inwoners per vierkante kilometer kan men de wijk als dichtbevolkt aanduiden. Door de industriële sites, de grote hoeveelheid infrastructuur en het havengebied geven de cijfers een vertekend beeld en kan men dus aannemen dat de oppervlakte waar bewoning mogelijk is zeer dens bebouwd is. Cijfers van het wooncomfort dateren van 2001, sindsdien is het comfort van de woning niet langer op dezelfde wijze gerigistreerd. Hierdoor is het moeilijk om een actueel overzicht te hebben over de staat van de woningen, niettemin zijn de cijfers toch richtgevend. De cijfers geven aan dat 43% van de woningen in de wijk slechts klein comfort hebben (stromend water en badkamer, geen centrale verwarming). Informele woningen zoals woonwagens en gekraakte panden zijn ook sterk aanwezig in de wijk. Men kan dus aannemen dat zeker de helft van de bewoners (al dan niet legaal) in 2001, een woonvorm van mindere kwaliteit betrok.
Fig 12. comfort van de woning, vergelijking 19de eeuwse wijk met centrumwijk, stad Gent, 2013
Stad Gent voorziet met stadsvernieuwingsprojecten een komst van 1500 nieuwe woningen. De vraag is echter of deze woningen in de prijsklasse liggen van de bewoners. De opwaardering van deze wijk kan een verdringing van de armere bevolkingsklasse betekenen. In het verleden is dit alleszins gebeurd met de herwaarderingsgebieden St-Elisabethbegijnhof en Patershol. De prijsklasse van de woningen zijn daar nu één van de hoogste in Gent. 13% van de gezinnen in Gent huurt een sociale woning. Betaalbaar wonen is vooral voor de huurders een probleem: zij vormen een kwetsbare groep, zeker wanneer het alleenstaanden met een leefloon of eenverdieners met kinderen betreft. De sociale woningbouw is in Gent (en Antwerpen) het best uitgebouwd, zowel naar aandeel als naar beschikbare woningen per 100 huishoudens. Toch kampt de sector met diverse knelpunten zoals de trage doorlooptijd van bouw- en renovatieprojecten en een aanzienlijk verouderd patrimonium. Ondanks het aanbod blijft de vraag altijd nog groter. Eind 2011 waren er 7.892 dossiers van kandidaat-huurders. 2
In de nieuwe projecten is er dan ook nood aan een uitbreiding van het sociale woongoed. Zowel de toenemende woningdichtheid (mede door de verappartementisering) als de toenemende bevolkingsdichtheid zijn indicaties van het intenser gebruik van de ruimte. In Gent nemen studenten naar schatting 2.800 eengezinswoningen in. Dit is echter voor de wijk M-M-A (nog) niet echt een probleem, er woont amper 1 student op 100 inwoners in de wijk. Uit de Gentse woonstudie blijkt dat er tussen 2007 en 2017 circa 6.600 tot 8.500 bijkomende woningen nodig zijn. De druk op de ruimte vanuit wonen blijft een uitdaging voor heel Gent.
2
Zie bijlage Indicator19, EU-SILC Algemene Directie Statistiek, 2011
21
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
Het Ruimtelijk Structuurplan Gent stelt een norm van 10 vierkante meter buurt- en wijkgroen per inwoner voorop, binnen een wandelafstand van 400 m tot de woning. Momenteel woont iets meer dan een derde van de Gentse bevolking op 400 m van een buurt- of wijkpark (groter dan 1ha). De wijk M-M-A heeft een wijkpark, maar bij de kwalitatieve analyse scoort dit park onder de 50%. Er zijn echter veel speelpleinen beschikbaar en met het nieuwe plein aan de voorhaven kan men stellen dat er voldoende buitenruimte is voor recreatie. men kan stellen dat de wijk zeer dichtbevolkt en -bebouwd is. Een groot aandeel van de inwoners bestaat uit armere huishoudens met kinderen. EĂŠn van de uitdagingen van de wijk ligt in een uitbreiding van een kwalitatief woonaanbod, waar moet ingezet worden op woningen voor gezinnen met kinderen (en hierbij gepaarde voorzieningen zoals (sociale) kinderopvang).
Fig 13. Voorhavenplein, fotografie Amaury Henderick
22
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
4.3
bevolking- en huishoudensprognoses, demografische trends en uitdagingen voor de stad
De Studiedienst van de Vlaamse Regering maakt vijfjaarlijks projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten. De nieuwe projecties voor de periode van 2009 tot 2030 zijn een update van de vorige oefening van 2004. Bevolkings- en huishoudprognoses zijn leerinstrumenten die toelaten over huidige en toekomstige uitdagingen te reflecteren. De prognoses zijn opgesteld door een team van experten van de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) en focussen zich op de 13 centrumsteden. Vanuit de prognoses voor Gent kunnen we ook enkele conclusies trekken voor de wijk. In Gent wordt allereerst een sterk groeiritme verwacht: de bevolking zou tegen 2018 stijgen met 8% of met bijna 20.000 inwoners. Tegen 2018 worden ruim 257.000 inwoners verwacht in Gent. Nadien zou de bevolkingstoename afzwakken In 2008 bestond 40,4% van de huishoudens in de centrumsteden uit één persoon (1P HH) en 31% uit twee personen (2P HH). In Vlaanderen is dit aandeel 29,8% voor de 1P HH’s en 34,1% voor de 2P HH’s. De één- en tweepersoons huishoudens blijven de komende jaren in aandeel het grootst. Hun aandeel stijgt licht. In 2018 zal 41% van de huishoudens in de centrumsteden bestaan uit één persoon en in 2028 is dit 41,2%. Tegen 2028 komen er bijna 164.000 alleenwonende bij in Vlaanderen tegenover 2008, waarvan 34.700 personen in de centrumsteden. Ook de tweepersoonshuishoudens kennen een aanzienlijke groei (+8% in 2018). In 2018 zal 31% van de huishoudens in de centrumsteden uit twee personen bestaan. Het aantal grote huishoudens met zes en meer leden zal licht stijgen, maar hun aandeel is klein. In 2008 bestond 2,23% van de huishoudens uit 6 en meer personen, in 2018 zou dit aandeel stijgen tot 2,31%. Het aantal 0-2 jarigen zal volgens de bevolkingsprognoses 2009-2030 zijn hoogste peil bereiken rond 2017. Antwerpen, Gent, Mechelen, Kortrijk, Hasselt en Turnhout kennen de sterkste stijging. Deze is ook groter dan de projectie voor het Vlaams Gewest (+13%). Het aantal 0-2 jarigen in Gent stijgt van 8.696 in 2008 over 10.452 in 2013 tot 11.096 in 2017 (+28%). De bevolkingsprojecties geven aan dat de maatschappelijke uitdagingen voor de doelgroep kinderen en jongeren opschuiven in de tijd. Waar de projecties de piek voor 0-2 jarigen zien in 2017, is dit voor 2-4 jarigen 2019 en voor 5-10 jarigen 2024. Prognoses blijven rekenmodellen. Het zijn geen vaststaande cijfers maar schattingen. Toch geven deze een belangrijk inzicht in de dynamiek van de uitdagingen. Het is interessant om proactief na te denken rond aanpasbare, combineerbare en multi-inzetbare infrastructuur, zodat we de noden en uitdagingen voor kinderopvang, kleuter- en lager onderwijs optimaal op elkaar kunnen afstemmen.
Fig 14. Prognose inwoneraantal, SVR, 2008
Fig 15. Verdeling huishoudensgrootte in de centrumsteden, SVR, 2008
23
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
5.
Reconversieprojecten in de wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
5.1
Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG)
de kernstad, veelzijdig, dens maar verlucht woon-werkgebied rond stadsboulevard en steenwegen, met twee stationsomgevingen als trekker kernstad als levendig gemengd woongebied
verbindende groenas / aansluitende groene ruimte
x
binnenstad als grootstedelijk erf van handel, recreatie, cultuur, diensten en wonen
hoofdverzamelweg
groene dwarsrelatie stadsboulevard met verbindend plein, verdichtingszone voor kleinhandel en kantoren
culturele cluster lokale bedrijvigheid en harde recreatie regionaal bedrijventerrein
B
hoofdweg met knoop
station als ontwikkelingspool verdichtingsas voor wonen, kleinhandel, kantoren en voorzieningen, gedragen door stamlijn
B spoorlijn met lokaal station
zachte verbinding tussen buurten
park
grootstedelijk recreatief complex/ geluidshinderende recreatie
kanaalwonen / woonboten
baken
stedelijk project
verdichting kleinhandel stadsvernieuwingsproject
hoofdstamlijn openbaarvervoersknooppunt
8
water, beleefbaar in de stad, met opgewaardeerde waterfronten
1 B
7
2 B
7 3
B
B
6
5 4
richtinggevend gedeelte
studiegroep
kaart 95: structuurschets voor de kernstad
kaartnummer: R317-213-k01 april 2002 omgeving
0
0.5
1
1.5
2
2.5km
Fig 16. Kaart 95 RSG, richtinggevend gedeelte kernstad.
Het richtinggevende gedeelte van het RSG voorziet voor het gebied het herstructureren en verkavelen tot een ‘gemengd stedelijk gebied van bedrijvigheid, stedelijke kleinhandel en hinderlijke recreatie’. Beleidsdoelstellingen vanuit het RSG voor het gebied zijn (Dehaene, Lacoere, & Dejonghe, 2001) : 3
-Structurele vernieuwing en vergroening van de gordel door opwaardering en differentiering van de woningvoorraad voor uiteenlopende bevolkingsgroepen. Aantrekkelijke en leefbare woonomgevingen scheppen door zowel behoud als creatie van groene en open ruimte en pleinen. -Geven van ruimtelijke samenhang aan de verschillende woonbuurten door uitbouw van de steenwegen met openbaar vervoer, het waternet, de groenassen, maar in het bijzonder de stadsboulevard R40 en nieuwe bruggen en doorsteken tussen de heden afgescheiden buurten. -Actieve ontwikkeling van de stationsomgeving Dampoort als knooppunt voor het stedelijk openbaar vervoer, en als complementair gemengd concentratiepunt van publiekstrekkende tertiaire, educatieve, culturele en recreatieve functies. 24 3
Vrije vertaling
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
5.2
Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s)
Om de stedenbouwkundige projecten uitvoerbaar te maken, worden Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s) opgemaakt, die sinds 2001 systematisch de daarvoor hanteerde Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA’s) vervangen. Doordat de wijk onderdeel is van de stadsvernieuwingsprojecten zijn de bestaande RUP’s zeer recent. De projecten zijn onderdeel van het strategisch project Scharnier. De volgende plannen concretiseren de strategische visie van de projecten en deelprojecten die deel uitmaken van het programma Scharnier.
Fig 17. Overzicht van de RUP’s en BPA’s in het gebied van ‘Scharnier’, 2009.
BPA VOORMUIDE, goedgekeurd op 26 juni 1987. BPA AFRIKALAAN, goedgekeurd op 30 oktober 1991. BPA MEULESTEDE, goedgekeurd op 17 augustus 2001. RUP ACEC, Goedgekeurd op 6 april 2006. RUP VOORHAVEN - LOODS 20, goedgekeurd op 30 juli 2009 RUP OUDE DOKKEN, goedgekeurd op 23 juni 2011.
25
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
5.3
Strategisch programma ´Scharnier´
Meulestedebrug Lourdeshoek CC Meulestede De Waterspiegel Meulestede-Noord ‘t Oud Postje - Buurttuin Zuidelijke Havenring
New Orleansstraat
Loods 24 Loods 23 Loods 22 St.-Theresiastraat Oude brandweerkazerne Buurtpark Nieuwe Voorhaven
Loods 21
Achtermuide
Parking Pauwstraat
Londenstraat
Loods 20 RUP 143 - Voorhaven Loods 20
Ondertunneling Spoor 58
Wiedauwkaaispoorbrug Loodsenstraat
Bufferbosje en speelzone
Voormuide Handelsdokbrug Neuseplein Acec / Dok-Noord
Groene Banaan
Oude Dokken
WIG ‘92 Nieuwland
Trage route Nieuwland
De Warande
Dampoortknoop
Kasteellaan
Malmarsite
Denderlaan
Fig 18. Overzicht strategisch programma Scharnier uit 2009.
Onder het strategisch programma ´Scharnier´ heeft de stad projecten samengevat die in het oude industriële gebied tussen Dampoort en Voorhaven liggen, kortom een iets groter gebied dan de wijk M-M-A (Van Den Abbeel, Van De Voorde, & Deckmyn, 2009). De naam werd gekozen omdat het gebied een overgangsgebied vormt en een schakelfunctie heeft tussen de binnenstad en de haven van Gent. De krachtlijnen van het Scharnier project zijn ook teruggekoppeld met het Ruimtelijk Structuurplan Gent (RSG).
26
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
5.3.1 CC Meulestede & De Waterspiegel In 2011 werd het Cultureel Centrum Meulestede ingehuldigd in het gerestaureerde gebouw van de Sint-Antonius parochie. Het Cultureel Centrum dient als ontmoetingsplaats voor de bewoners en bezoekers van de wijk. In dat zelfde jaar werd het nieuwe lokaal dienstencentrum ‘De Waterspiegel’ van het OCMW Gent afgewerkt. Het ligt in de groenzone op het einde van de Meulesteedsesteenweg en fungeert vooral als ontmoetingsplek voor de senioren uit de buurt. De in dit project mee opgenomen bouw van 50 sociale woningen loopt vertraging omdat er bodemverontreiniging werd vastgesteld. 5.3.2 Mobiliteitsplan, een ‘vertramming’ van de wijk
Fig 19. Overzicht mobiliteitsdoelstellingen, Stad Gent, dienst mobiliteit, 2006.
De tramlijn 4 bedient de belangrijkste knooppunten voor het openbaar vervoer van Gent (Sint-Pieters, Rabot, Korenmarkt, Zuid) op haar weg naar de halte Muidebrug en weer terug. De tram stopt dus net voor de wijk. In de langetermijnvisie voor het toekomstig openbaar-vervoersnet (opgemaakt in de openbaar-vervoerstudie voor de Gentse regio ‘Perspectief 2025’) wordt het verder doortrekken van de tramlijn op de Meulesteedsesteenweg gesuggereerd. De verdere vertramming van de Gentse binnenstad en de uitbreiding van het tramnet tot in het volledige grootstedelijke gebied Gent zijn sleutelelementen van het openbaar-vervoersbeleid en zo is ook de vertramming van de as Dok Noord-Dok Zuid een vitaal onderdeel van het stedenbouwkundige project ‘Nieuw Leven in de Oude Dokken’.
27
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
5.3.3 De Nieuwe Voorhaven
Fig 20. De voorhaven, fotografie Elisabeth Leue, 2012.
Een belangrijk onderdeel van het project is de herontwikkeling van de voorhaven. Zo werden intussen de kranen gerestaureerd en ook een groot buurtpark met speel- en sportfaciliteiten gebouwd. Daarnaast zullen de aanliggende straten heraangelegd worden en er is een fietsverbinding gepland van het stadscentrum naar Wondelgem. De katoenloodsen worden herbestemd tot woningen, kantoren, winkels, ... Op de plaats van de vroegere loods 21 is een grootstedelijk plein gepland. Het woonproject kaai 24 bevat 72 appartementen (37 marktconforme, 15 bescheiden en 20 sociale) met gemeenschappelijke ruimtes en parking. Het project bestaat uit drie autonome bouwblokken met wooneenheden rond een gemeenschappelijke tuin. Door de verschillende afwerkingen wordt een verschillende en uniek karakter beoogd. De bedoeling is om een sociale mix van bewoners samen te brengen. Het bovenste verdiep is dan ook bedoeld als gemeenschappelijke leefruimte met buitenterras.
Fig 21. De grindbakken aan de oude dokken, een ontwerp van Sarah Melsens en Roberta Gigante.
28
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
5.3.4 Nieuw Leven in de Oude Dokken
Fig 22. Simulatiebeeld van sogent voor de Schipperskaai aan de Oude Dokken in Gent.
Het stadsbestuur wil de drie oudste dokken van Gent (Achterdok, Houtdok en Handelsdok) herbestemmen als woongebied met groen, handel en publieke dienstverlening. Op basis van het masterplan voor de Oude Dokken getekend door het Nederlandse Office for Metropolitan Architecture (OMA) is de stad Gent in samenwerking met het Gentse stadsontwikkelingsbedrijf sogent een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) aan het uittekenen voor het gebied. Een krachtlijn wordt gezien in het wonen langs het water. Er zullen compacte woningen voor 1200 gezinnen komen, gecombineerd met publieke groen langs de dokken als recreatieve structuur. De eerste aanmeerplaatsen voor woonboten en pleziervaartuigen zijn al gerealiseerd. Infrastructureel wordt de aansluiting op het bestaand stadsweefsel versterkt door het verleggen van de ring R40 naar het westen van de Oude Dokken (zie volgend topic). Daarnaast zal de aansluiting van de nieuwe buurt gegarandeerd worden door aanleg van 4 nieuwe bruggen over het havenbekken: 3 voetgangers- en fietsersbruggen en de nieuwe Handelsdokbrug (Verapazbrug) als ontsluiting van de aangepaste R40. De eerste van de drie, de Bataviabrug is sinds juni 2012 al in gebruik. Men is volop bezig met de verdere renovatie van de kaaimuren, de projectontwikkeling aan de oostzijde en de aanleg van openbare ruimtes, groenzones en kades. De betonnen grindbakken aan de westkant van de Oude Dokken vormen een typische verwijzing naar het industriĂŤle verleden van de site. Met een minimaal aan ingrepen zijn polyvalente buitenkamers ontstaan voor activiteiten en evenementen zoals toneelvoorstellingen, exposities, sportwedstrijden, picknicks, rommelmarkten of concerten.
29
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
5.3.5 Dampoortknoop
Fig 23. Verlegging van de R40 naar de oostkant van de Oude Dokken, Mober, 2006. De voorkeursoptie van Stad Gent is een tunnel naast het spoor om het doorgaand verkeer van het kruisende verkeer op de rotonde te scheiden.
De stad streeft naar een betere binding tussen de binnenstad, Sint-Amandsberg en de Oude Dokken. Op vlak van infrastructuur is het de bedoeling dat de Dampoort als tweede toegangspoort van Gent (na het Sint-Pieterstation) dient. Belangrijk daarbij is de ontwarring van de verkeersknoop, om het verkeer vlotter te doen verlopen en de veiligheid voor fietsers en voetgangers te verhogen. Dat zal vooral gebeuren door de verlegging van de R40 naar de oostkant van de Oude Dokken waardoor het doorgaand verkeer op de ring kan worden gescheiden van het kruisende verkeer dat de stad inrijdt. Intussen zijn er uit het Ruimtelijk onderzoek Gent-Dampoort twee opties bespreekbaar: Voor Stad Gent, NMBS en de Lijn is een tunnel naast het spoor de beste oplossing maar de Vlaamse regering wil de goedkopere variant van een kruispunt met verkeerslichten open houden omdat ze bij een gewestweg het grootste deel van de operatie moet betalen. De werken zouden (ten laatste) in 2019 starten.
30
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
6.
Conclusie
De wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan is een sprekend voorbeeld van een wijk in reconversie, waar er gezocht wordt naar een middenweg tussen de belangen van de stad en die van de wijk. De wijk zelf bestaat uit een grote culturele mix en kampt met armoedeproblemen zoals slechte huisvesting, werkloosheid, moeilijkheden om school af te maken, ... Een groot deel van de huishoudens met kinderen bestaat hierbij uit eenoudergezinnen. Het risico op een vicieuze cirkel in de armoede is groot. Het lijkt me dan ook belangrijk dat Gent deze uitdagingen aangaat. Betaalbare woningen, buurtwerking, meer kinderopvang, naschoolse opvang, ... zijn kleine bouwstenen die gezinnen er weer bovenop kunnen helpen. Het lijkt me dan ook zinvoller om de wijk van binnenuit te ondersteunen dan een kapitaalkrachtige groep naar de wijk te lokken. De bewoners hebben door het groot aantal ECM andere noden, zo is er behoefte aan woningen voor kroostrijke gezinnen. Een sociale mix en verdraagzaamheid zijn moeilijk te sturen, maar een zelfstandigheid van de bewoners lijkt me een ontbeerlijke stap in plaats van de afhankelijkheid die men wil creĂŤren door de input van een gegoede klasse jonge gezinnen. Gent zit in een interessant kantelmoment die een evenwicht zoekt tussen een sociale rechtvaardigheid en een meer neoliberale competitiviteit. Specifiek voor de 19de eeuwse gordelwijken rijst dus de vraag of een beleid met focus op jonge, gegoede gezinnen ten koste van de reĂŤle woonnood van de meest kwetsbare groepen in de stedelijke samenleving, kan omgevormd worden tot een beleid die de uitdagingen van de gordelwijken als uitgangspunt durft te nemen.
31
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
Bibliografie Bauwens, E. V. (2010). Gent in cijfers 2010. stad Gent. Clark, E. (2005). The order and simplicity of gentrification. In R. Atkinson, & G. Bridge, Gentrification in a Global Context. The New Urban Colonialism (pp. 256-264). Londen: Routledge. Cel armoedebestrijding . (2012). Indicatorenrapport armoede 2009, update 2012. stad Gent. Dehaene, N., Lacoere, P., & Dejonghe, C. (2001). Ruimtelijk Structuurplan Gent. Richinggevend gedeelte. Gent: Stad Gent - Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. De Decker, P. (2009). Stedelijk beleid: dertig jaar surfen op politieke golven. Alert, 35 (3), 8-19. De Decker, P., Meeus, B., & Pannecoucke, I. (2012). Ook de Gentse woningmarkt sorteert. Tiens Tiens, 28, http:// www.tienstiens.org/node/5781. De Decker, P., & Meeus, B. (2013). De geest van suburbia. Antwerpen: Garant. De Vos, Dirikx & Beaumon. (2012). Indicatorenrapport. OCMW Gent.
Kansarmoede-atlas editie 2002 (2002). Gent: Sociaal Impulsfonds, Dienst informatietechnologie en Gis Stad Gent. Kesteloot, C., & Vandenbroecke, H. (1996). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Loopmans, M. (2007). From SIF to City Fund: a new direction for urban policy in Flanders, Belgium. Housing Built Environment, 22, 215-225. Raymaekers, A. C. (2010). Leefbaarheidsonderzoek. stad Gent. Stad Gent. (2012). wijkfiche Muide-Meulestede-Afrikalaan. stad Gent. Stad Gent. (2013). omgevingsanalyse. stad Gent. Stad Gent. (2013). overzichtskaarten . stad Gent. Stad Gent. (n.d.). Beleidsplan Etnisch-Culturele Minderheden. stad Gent. Stad Gent. (2013). Nieuw Leven in de Oude Dokken. Opgeroepen op december 03, 2013, van Gent.be: http://www. gent.be/eCache/THE/4/216.cmVjPTEzMDgyNg.html Staes, B. (2013, november 25). Nog twee opties voor Dampoort: een tunnel of een kruispunt met lichten. Opgeroepen op december 05, 2013, van Nieuwsblad.be: http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20131124_00854398 Temmerman, K. (2008). Beleidsnota stadsontwikkeling 2007-2012. Gent: Stadsbestuur Gent. Temmerman, K. (2008). Beleidsnota wonen 2007-2012. Gent: Stadsbestuur Gent. 32
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Tritel. (2006). Eindrapport Mobiliteitsaspecten Oude Dokken Gent. Gent: Stad Gent. Van Bouchaute, B. (2013). Gentrificatie als strategie van stadsvernieuwing? Academia Press. Van Den Abbeel, I., Van De Voorde, H., & Deckmyn, Y. (2009). Strategisch programma Scharnier. SubsidiĂŤring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Gent: Stedelijke Vernieuwing en Gebiedsgerichte Werking. Van Keymeulen, K. (2006). Gent Morgen. 35 jaar dromen, plannen en bouwen in de stad. Gent cultuurstad vzw. Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, Stad Gent. Vlaamse Overheid (2013). Beleidsplan Ruimte. Groenboek. Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Vlaamse Overheid. Vlaamse Regering (1999). Regeerakkoord voor Vlaanderen. Een nieuw project voor Vlaanderen. Brussel: Minesterie van de Vlaamse Gemeenschap.
33
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
Bijlagen
34
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Bijlage 1 Bevolking in armoede of sociale uitsluiting
35
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
Bijlage 2 foto’s wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
Collages sfeer wijk M-M-A, eigen werk, 2013.
36
WIJK MUIDE-MEULESTEDE-AFRIKALAAN
Bijlage 2 foto’s wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
37
ONDERZOEKSBUNDEL GENT
Bijlage 2 foto’s wijk Muide-Meulestede-Afrikalaan
Dok Strand, foto RSV, 2012.
‘Roma’s in de Muide’, Don Viona Blogspot, 2012.
38