Het tweede leven van Lambert Kneppelhout
Tekst: Bas van der Hoeven • Cartoons: Martin van Gelder
Lambert Kneppelhout is een gepensioneerde postbode. Zijn vrouw heeft hem verlaten voor een ander. Langzaam pakt de zestiger de draad weer op en zoekt hij zijn weg in de herfst van het leven.
La grande promesse
A
chter het stuur van de vaalgrijze Renault van
de koffers naar binnen brengt, drink ik vast een wijntje met
Marjolein Minnen rijdt Lambert Kneppelhout al
Marcel.”
uren over het asfalt. Naast hem ligt zijn anders zo beschaafde vriendin te snurken als een ver-
kouden zeekoe.
De volgende dagen brengt Lambert door met ploegen, maaien en zaaien. Een oud boertje leert hem omgaan met de vooroorlogse Bulgaarse tractor. Met handen en voeten
Vertederd kijkt de gepensioneerde postbode naar zijn lieve
legt het manneke uit hoe alles werkt. Lambert krijgt er na
vriendin. Door haar heeft zijn leven weer kleur. Ze zijn
een paar dagen zowaar plezier in. De zon, de open velden,
op weg naar La grande promesse, een woonboerderij in
het gekwinkeleer van vogels in de strakblauwe lucht...
Zuid-Frankrijk. Marjolein heeft het huisje met zes hec-
de kaarsrechte voren achter de ploeg...
tare bouwgrond en weiland voor een prikkie gekocht van een verre neef. Ze wil er een sterk op het zenboeddhisme
Lambert Kneppelhout, postbode met pensioen, ontdekt
leunende macrobiologische, gluten- en vooroordeelvrije,
eindelijk wie hij diep van binnen is: een vrij man, een
zelfvoorzienende heilstaat stichten. Op de foto’s zag het
bewerker van Gods aarde.
uit natuursteen opgetrokken boerderijtje er geweldig uit. “We beginnen er ook een bed and breakfast” , had Marjolein
Dat Marjolein de godganse dag met Marcel doorbrengt doet
gezegd. “In die streek brengen veel Hollanders hun vakan-
daar niets aan af. Lambertus Kneppelhout zingt luid mee
tie door, dus dat komt wel goed.”
met Johnny Hallyday: “Pour moi la vie va commencer...”
Lambert overdenkt dat alles met zijn ogen op de autoroute gericht. Geïnspireerd door alle naamborden drijven zijn gedachten terug naar ruim zestig jaar geleden, toen hij mondeling examen Frans deed op de mulo. Twee nonnen hadden hem vanonder hun kappen sissend met vragen bestookt die hij niet eens begreep. Gelukkig had hij het boekje Vacances en caravane uit het hoofd geleerd. Dat begon hij op te dreunen. Na enige minuten snoerden ze hem de mond. Op zijn eindlijst prijkte een 5,5. Sindsdien brandt hij jaarlijks op 14 juli een kaarsje voor de Heilige Bernadette. Desondanks is zijn Frans nog steeds belabberd. Na een lange autorit rijden ze een hobbelige oprit op. Lambert is gebroken, terwijl Marjolein fris als een hoentje uit de oude Renault springt. Ze rent naar de deur waaruit een man naar buiten stapt. “Ah, Marcel, qu’est-ce que tu m’as manqué!” roept ze kirrend terwijl ze haar armen om hem heen slaat. Na een paar minuten maakt ze zich los uit de omhelzing, draait haar hoofd naar Lambert en roept: “Als jij
Springlevend024
33