2016 Juli | Augustus | September • Jaargang 15 nr. 3
Belgie -Belgique P.B.-2440 Geel 1 BC1323
MEANDER
Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham Afgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen
Colofon Natuurpunt
Giften
Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen, telt meer dan 97.000 gezinnen als lid. De vereniging stelt zich tot doel om de natuur te beschermen door aankoop en beheer van natuurgebieden en door beïnvloeding van het overheidsbeleid inzake natuurbehoud en ruimtelijke ordening. Natuurpunt beheert 22.000 hectare natuurgebied in 500 verschillende natuurgebieden. Daarnaast wil de vereniging ook een voortrekkersrol vervullen op het vlak van natuurstudie en natuur- en milieueducatie.
Giften voor de aankoop van natuurgebieden in de regio Meanderland zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt Beheer met vermelding van de naam en het nummer van het project dat je wenst te steunen:
Lid worden Door overschrijving van 27 euro op rekening BE17 2300 0442 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Als lid ontvangt u automatisch het nationaal contactblad ‘Natuur.blad’. Extra abonnementen: Natuur.focus (natuurstudie en –beheer) 11 euro en Natuur.oriolus (vogelstudie) 10 euro. Beide extra abonnementen samen 17 euro.
Meander Meander is het gratis driemaandelijks contactblad voor de leden van Natuurpunt in de afdelingen Balen-Nete, Geel-Meerhout, Ham en Netebronnen (Dessel-Mol). Andere geïnteresseerden kunnen een jaarabonnement op Meander nemen door overschrijving van 8 euro op rekening BE31 0015 6350 0055 van Meander. De Meander is gratis te raadplegen op www.issuu.com/meanderland Oplage: 2.250 exemplaren.
Redactie An Gijs, Jef Sas, Frans Emmerechts, Jeannine Simonis, Marc Verachtert, Jan De Schepper, Tom Schildermans, Jan Albrecht, Rudi Rademaekers, Arne Vermeulen.
Contact
3770 – Grote Netewoud 7709 – De Maat (Mol) 7067 – Zammelsbroek (Geel) 7088 – Neerhelst (Geel) 7118 – Griesbroek (Balen) 7725 – Buitengoor en Vleminksloop (Mol) 7734 – De Vennen (Balen) 7736 – Malesbroek (Geel/Meerhout) 7739 – Molse Nete (Balen/Mol) 7763 – Belsbroek-De Vloyen (Geel/Meerhout) 7769 – Breeven (Geel) 7779 – Scheppelijke Nete (Mol/Balen) 7783 – Selguis (Geel) 7784 – De Bleken (Mol) 8810 – De Rammelaars (Ham) 8874 – Veldhovenheide (Ham)
Contactpersonen afdelingsbesturen Afdeling Netebronnen Contact: Jef Sas, jefsas@skynet.be www.natuurpunt.be/natuurpunt-netebronnen
Afdeling Balen-Nete Contact: Tom Schildermans, tom.schildermans@skynet.be www.natuurpuntbalen-nete.be
Frans Emmerechts, frans.emmerechts@gmail.com.
Afdeling Geel-Meerhout
Met dank aan onze fotografen
Contact: Marc Verachtert, marc.verachtert@skynet.be www.natuurpuntgeelmeerhout.be
Frans Emmerechts, Jos Ghoos, Mirella Bruynseels, Karin van Gool, Erik Ducastel, René Ducastel, Jan Albrecht, Marc Boeckmans, An Dierckx, Carina Van Steenwinkel, Jeannine Simonis, Pieterjan Vervecken, Kate, Paul Wouters en Marianne Horemans, Paul Hendig, Paul Helsen.
Afdeling Ham Contact: Frans Hoes, frans.hoes2@telenet.be www.natuurpuntham.be
Coverfoto’s: Ondergelopen pad door het broekbos in De Rammelaars, wateraardbei © Jan Albrecht, vlinder landkaartje voorjaarsvorm © Pieterjan Vervecken, noordse witsnuitlibel © René Ducastel + Mirella Bruynseels, lentevuurspin © Paul Wouters en Marianne Horemans, oranje luzernevlinder © Pieterjan Vervecken, vechtende rammelaars © Jos Ghoos. Zomerwandeling door begrazingsblok © Frans Emmerechts
Op alle foto’s rusten auteursrechten. Voor de gegevens van de fotografen kunt u contact opnemen met de redactie.
Lay-out Meander Arne Vermeulen en Jan Albrecht.
Deadline teksten volgende Meander Maandag 25 juli 2016. Verschijnt eind september 2016. Inlichtingen voor het leveren van tekst en beeld: frans.emmerechts@gmail.com.
2 | Meander 3
Voorwoord
Alles
gaat z’n gangetje Griesbroek © Frans Emmerechts
D
e merel is gestart met de bouw van een nest ter hoogte van mijn bureauvenster. Vol verwachting sla ik hem gade bij het voltooien van zijn bouwwerk. Dacht dat er steeds kleiner werd gebouwd omwille van de overbevolking, maar daar doet de merel blijkbaar nog niet aan mee. De merel is gestart met de bouw van een nest ter hoogte van mijn bureauvenster. Vol verwachting sla ik hem gade bij het voltooien van zijn bouwwerk. Dacht dat er steeds kleiner werd gebouwd omwille van de overbevolking, maar daar doet de merel blijkbaar nog niet aan mee. De schoondochter van mijn zus verwacht haar eerste kindje, bij mijn zus wordt dat het eerste kleinkind en bij mijn 90-jarige moeder het eerste achterkleinkind. Allen kijken we uit naar de geboortedag die steeds dichterbij komt en ondanks de statistieken is het de natuur die zal bepalen wanneer juist. De merel is klaar en legt zijn eerste ei. Dat had de overbuurman, die enkele etages hoger woont, goed gezien. Daar komt hij reeds op visite en brengt een hongertje mee. Met lede ogen moet de merel toezien hoe zijn eerste ei verorberd wordt door de ekster die niet langer meer kon wachten. Klop op het raam, storm naar
buiten, maar te laat… ook hier bepaalt de natuur wat er zal gebeuren. Het is een jongen geworden. Iedereen blij en de moeder heeft ook de natuur zijn gang moeten laten gaan. Dat was meer dan 30 uur weeën doorstaan en op het laatste moment nog in het moederhuis bevallen i.p.v. thuis zoals gepland. De vijvers waar we zo naar uitkeken hebben we ondertussen, en grootse inrichtingsplannen zijn gemaakt. Maar hier heeft de mens beslist dat alles niet loopt zoals gepland. Verontreiniging alom. De merel heeft het nest moeten opgeven maar gaf de moed niet op en heeft een nieuw broedsel in de tuin. Zal de ekster op haar honger blijven zitten of ditmaal trachten de jongen te verorberen? Ik gun de merel zijn nageslacht want zou niet graag zonder zijn mooie verschijning en zang vallen. Vandaag gaan we op het terrein en zullen zien wat de mogelijkheden zijn in het
Griesbroek. Ook wij geven niet op. Yes! De eerste gierzwaluw? Ren naar buiten en zoek de hemel af. Twijfel? Wishful thinking. Blijf hoopvol uitkijken naar hun uitvliegende jongen en zal ook weer moeten vaststellen dat niet alle de terugtocht kunnen aanvatten. Ook de ekster hoopt op meer geluk dan vorig jaar want toen waaide haar nest met jongen uit de boom. Het is en blijft ongelooflijk hoe sterk en zelfregelend de natuur is. Laten we nu net allemaal deel uitmaken van die natuur.
Luc De Groof Natuurpunt Balen-Nete
juli - september 2016
|3
DE RAMMELA I
n het westen van de Limburgse gemeente Ham, in het gehucht Gerhoeven, ligt een zogenaamd coulissenlandschap, het gaaf kleinschalig cultuurlandschap De Rammelaars. Ten noorden van de Luikse Beek in Olmen, zou je het gebied eerder als een landschap met broekbossen kunnen omschrijven. Een klein gedeelte van De Rammelaars ligt ook in Meerhout.. Natuurreservaat en ankerplaats Je treft er percelen aan met zeggenrijke elzenbroekbossen (lokaal met veenmossen) en berk. Je kan er nog geoorde wilgen vinden en een eenzame zachte berk. Vochtige, al dan niet verruigde hooilanden vormen open gedeelten binnen het boscomplex. Tussen de vele open percelen staan houtkanten van es, wilg en els waarin kamperfoelie omhoog slingert (‘coulissen’). Op het gewestplan werd De Rammelaars in 1979 aangeduid als natuurgebied. Hierdoor gesterkt gingen lokale natuurliefhebbers zich verenigen met het doel er gronden aan te kopen en er een educatief
4 | Meander 3
centrum uit te bouwen. In 1982 richtten ze de ‘Hamse natuurvrienden De Nachtzwaluw’ op. Om zich educatief te vervolmaken volgden ze een cursus natuurgids bij het CVN en om gronden te kopen klopten ze aan bij Natuurreservaten. In 1984 en 1985 kochten ze hun eerste 7 ha aan in het gebied: verlaten hooilanden met veel wilde bloemen en met broekbos van zwarte els. De nodige financiën kwamen binnen via giften (van het Wereldnatuurfonds, van sympathiserende bedrijven en Hammenaars), via de jarenlang ingerichte ‘Natuurdag’ aan de oude pastorij in Oostham en via het prijzengeld dat ze verdienden door tweemaal deel te nemen aan de populaire
Tekst: Frans Emmerechts en Jan Albrecht Wies Andersen Show op TV. Om de fauna, de flora en het landschap te beschermen werd De Rammelaars in 1988 door de overheid erkend als natuurreservaat. De gemeente Ham ging dan helpen bij de aankoop van gronden en subsidieerde in de jaren 1990 ook de oprichting van Natuurhuis Den Haas, dat als educatief centrum bekend werd in de wijde omgeving. In de Landschapsatlas 2001 werd het gebied aangeduid als ankerplaats. Ankerplaatsen zijn vanuit een erfgoedperspectief de meest waardevolle landschappelijke ensembles in Vlaanderen. Het zijn grotere landschappelijke gehelen waarin je gevarieerde erfgoedelementen
terugvindt. Ondertussen is het reservaat gegroeid tot ongeveer 50 ha. Het wordt beheerd door Natuurpunt. De naam van het gebied verwijst naar de vele konijnen en hazen die er van oudsher leven. Een mannelijk konijn of haas is namelijk een rammelaar..
Hoe was het vroeger?
AARS Konik paarden graasteam © Jan Albrecht
De geschiedenis van het dorp Kwaadmechelen en haar gehucht Gerhoeven was tot in 1795 verbonden met deze van Oostham en Beverlo. De drie dorpen vormden samen de Heerlijkheid of het Land van Ham. Waar riviertjes en beken zoals de Luikse Beek, de Gerhoevenloop en de Kleine Beek stroomden vonden mensen er geschikte plaatsen om weiden en akkers aan te leggen. Het water gebruikten ze om die te bevloeien (‘beweteren’) en te bemesten met voedselrijk slib. Als meerdere boerderijen dicht bij elkaar gelegen waren ontstonden er gehuchten, zoals ‘te geend(er) hoeven’. De Luikse Beek in het noordwesten van Gerhoeven vormde een natuurlijke grens, niet alleen met Olmen, maar destijds ook tussen het prinsbisdom Luik (‘Luikse Beek’) en het hertogdom Brabant, later tussen de provincies Limburg en Antwerpen. Tot ver in de negentiende eeuw waren landbouw en veeteelt er de voornaamste bronnen van bestaan. Het gebied De Rammelaars ligt in een vallei en in de loop van de eeuwen was er veen gevormd. Ongeveer twee derde van het landschap kreeg een één meter dikke veenlaag als bodem. Door een afwisseling van deze venige met ijzerhoudende moerasgronden ontstond er in de loop van de jaren een zeer gevarieerd landschap Rammelaars © Jos Ghoos
dat - op kleine percelen, afgebakend met houtkanten - met de zeis gemaaid werd en daarna gehooid. Het veen werd gedolven en gebruikt als brandstof voor de haard. Van in de tweede helft van de negentiende eeuw tot na de Eerste Wereldoorlog werd ook het moerasijzererts ontgonnen. De grootste ontginners kwamen uit Beringen en uit Diest. In de meest rendabele periode, op het einde van de negentiende eeuw, stelden die een dertigtal mensen te werk. Ze legden een spoorlijntje aan om het erts te vervoeren naar het toen nog recent aangelegde Kanaal Dessel-Kwaadmechelen. Vandaar werd het verscheept naar het Duitse Ruhrgebied en naar de smeltovens rond Luik. Zowel voor het delven van veen als voor het ontginnen van moerasijzererts werden putten gegraven die men later soms dempte, onder meer met strooisel uit bos en hei. Andere putten werden later visvijvers, nog andere werden ongemoeid gelaten en verkeren nu in diverse stadia van verlanding. Eveneens in de negentiende eeuw werden vele percelen via de Gerhoevenloop bevloeid met licht basisch Maaswater uit het kanaal. Voor de waterbeheersing was voordien een uitgebreid grachtensysteem aangelegd met grachten loodrecht op de beken. Dat grachtensysteem bestaat nog steeds. Omdat het gebied zo nat en erg afgelegen was bleek het later ongeschikt voor grootschalige landbouw. Zo bleef het kleinschalige cultuurlandschap met zijn vele houtkanten op de perceelgrenzen bewaard.
Waterdrieblad © Frans Emmerechts
juli - september 2016
|5
Gewone Dotterbloem in de roestbruine Gerhoevenweideloop Š Jan Albrecht
Beheer, flora en fauna Het beheer in De Rammelaars is in belangrijke mate gericht op het in stand houden en het herstellen van dat oude cultuurlandschap, waaraan zovele planten en dieren zijn aangepast: onderhouden van houtkanten, maaien en hooien van graslanden. In normale omstandigheden wordt eenmaal per jaar gemaaid met afvoer van het maaisel. Zo tracht het beheerteam botanisch steeds waardevollere graslanden te bekomen. In het gedeelte met de broekbossen wordt voornamelijk Gerhoevenweideloop bij hoog waterŠ Jan Albrecht
6 | Meander 3
kleinschalig hakhoutbeheer toegepast en wordt - zoals elders - gelet op het behoud van een goede waterkwaliteit en van natuurlijke grondwaterpeilen. In de loop van de jaren zette het beheerteam ook verschillende soorten grote grazers in om te helpen bij het beheer. De Rammelaarsschuur (destijds gebouwd met het geld gewonnen bij de tweede deelname aan de Wies Andersen Show) vormt de uitvalbasis van het beheer door de vrijwilligers en van de begrazing door het vee. De hooilanden zijn elk voorjaar weer een streling voor het oog door de kleurrijke
pinksterbloemen, koekoeksbloemen, grote ratelaars en moerasvergeet-me-nietjes. In en rond de talrijke greppels gedijen dotterbloem, wateraardbei, waterdrieblad, bosveldkers, gevleugeld sterrenkroos en grote waterweegbree uitstekend. In de donkere en uitgestrekte wilgenstruwelen en elzenbroekbossen doen mossen het dan weer erg goed. Ook zwammen als tonderzwam, oesterzwam, geelgerand elfenbankje en egelzwammetje kan je er vinden. En ook echte zeldzaamheden zoals langsporig fluweelpootje en klaverschijnbekertje. In de natte graslanden vind je zompzegge, zwarte zegge, hazenzegge, snavelzegge, smalle stekelvaren, brede stekelvaren, wijfjesvaren enzovoort. In de ruigtes groeien engelwortel, moerasspirea en valeriaan. Ze zijn een bron van nectar voor bijen, hommels en vlinders. Naast veel andere spinnen vond de Ecologische Werkgroep de zeldzame zesknobbelspin, en enkele uren nachtvlinderinventarisatie in de buurt van het natuurhuis leverde in augustus 2015 een 45-tal soorten op waaronder enkele zeldzame, de brummelspanner en de zesstreepuil. Later werd nog een andere zeldzaamheid gespot: de zwarte rietprachtmot. Qua vleermuizen
Wateraardbei © Jan Albrecht
spot men er tijdens de ‘Nacht van de Vleermuis’ steeds veel dwerg- en ook enkele watervleermuizen. Door zijn relatieve ontoegankelijkheid en het beheer van Natuurpunt is het landschap ook een geschikt broed-, pleister- en foerageergebied voor allerlei vogels. Typische soorten zijn sprinkhaanzanger, boomkruiper, koekoek, zwarte specht, groene specht, grote en kleine bonte specht, witte kwikstaart, tjiftjaf, fitis, zwartkop, grasmus, winterkoning, merel en zanglijster. Ook de ijsvogel vindt er zijn kostje. In het gebied huizen ook meerdere houtsnippen. Daarnaast worden roofvogels als sperwer, buizerd, havik en wespendief regelmatig gespot.
Bedreigingen In het begin van de jaren 2000 kreeg het reservaat te kampen met een toenemende verdroging. Vermoedelijk trok een waterwinning van Pidpa, aan de Echte koekoeksbloem © Jan Albrecht
overzijde van het kanaal in Olmen, het grondwater voor een deel weg zodat de onderliggende veenlagen droog kwamen te staan en begonnen te composteren in contact met de lucht. Dat was uiteraard nefast voor de typische vegetatie in het laagveengebied. Dotterbloemen bijvoorbeeld, eens voor De Rammelaars zo kenmerkend, vond je nog maar op één plekje in het gebied. Er moest dus ingegrepen worden. Door het plaatsen van een irrigatie-installatie, het verbeteren van de overheveling van kanaalwater en het plaatsen van enkele stuwen op de Gerhoevenloop, wordt sindsdien met wisselend succes getracht een hoge waterstand te behouden en zo de nadelige gevolgen van verdroging te vermijden. De irrigatiemaatregelen in het natuurgebied worden regelmatig opgevolgd en bijgestuurd. En een tiental jaren later werd tweemaal de opportuniteit onderzocht van het
plaatsen van enkele 150 meter hoge windturbines ter hoogte van De Rammelaars. De beheerders vreesden voor nadelige effecten op trekvogels en op verschillende broedvogels van het gebied. Ze brachten ook argumenten aan over de te verwachten schade aan het landschap, onder meer aan de schoonheidswaarde ervan. Een eerste maal werden de plannen opgeborgen, allicht mede wegens het belang van de Rammelaars als ankerplaats vanuit een erfgoedperspectief. Het tweede project werd onlangs echter opnieuw leven ingeblazen. Het werd enkele maanden geleden alvast aan de Natuurpuntafdelingen Ham en BalenNete gepresenteerd. Opnieuw een moeilijke periode voor de beheerders van het kwetsbare natuurreservaat.
Jonge Bosuil © Paul Helsen
juli - september 2016
|7
Een van de vijvers in de Rammelaars © Jan Albrecht
Luikse Beek met gele lis© jan albrecht
Oude turfafgraving © Jan Albrecht
Azuurwaterjuffer © Jan Albrecht
Jonge havikjes, geringd in 2012 © Frans Emmerechts Konikpaard ©Jan Albrecht
8 | Meander 3
Hooiland en houtkant © Jan Albrecht
Referenties 1 Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Rammelaars, in Inventaris Onroerend Erfgoed. Opgehaald van https://id.erfgoed.net/ erfgoedobjecten/135067. 2 Willy Geenen e.a., Gerhoeven-De Rammelaars, in Natuurreservaten, Vereniging voor Natuurbehoud in Vlaanderen, 1997. 3 Willy Geenen, persoonlijke mededeling, 2016. 4 Frans Hoes en Johan Rottiers, De Rammelaars, artikels in Meander, 2008-2015. 5 Frans Keersmaekers, Van Boerendorp tot welvarende gemeente, Kwaadmechelen 1830-1977, 2009. 6 Johan Rottiers, Jan Albrecht en Marjolein de Jong, Groene energie: ja! Maar niet tegen om het even welke prijs, Bezwaarschrift Natuurpunt tegen windturbinepark, 2012 -2013. 7 Rita Van Dessel, Het Land van Ham, 1000 jaar geschiedenis, 1981. 8 Bart Verhagen en Geert De Blust, Het landinrichtingsproject ‘Grote Netegebied’ i.o.v. Vlaamse Landmaatschappij, Instituut voor Natuurbehoud, 1995. 9 Paul Wouters en Marianne Horemans, De Rammelaars, verslag Ecologische Werkgroep Meanderland, 2015. 10 www.waarnemingen.be/Gerhoeven-De Rammelaars.
Zesknobbelspin © Paul Wouters + Marianne Horemans
Nat en droog wisselen vloeiend ©Jan Albrecht Broekbos ©Jan Albrecht
Wandelen en ontbijten in De Rammelaars
1 Mei 2016 PUUR NATUUR
NATUUR.CAFÉ DE RAMMELAARS open tot eind oktober
Natuur.huis De Rammelaars in Ham opent elke zon- en feestdag van 13u tot 18 u zijn deuren. Je kan er terecht voor een flinke wandeling, een frisse pint bio-bier op ons schitterende terras en een gezellig babbeltje. De vrijwilligers ontvangen je met open armen en geven graag advies als je een korte of langere wandeling wil maken in het mooie kleinschalige landschap met bloemrijke hooilanden en broekbossen in een prachtige Kempische beekvallei. In het Natuur.huis verkopen we kaarten, Natuurpunt-artikelen, boeken, verse honing. Voor de kinderen is er een leuke speelhoek met interessante (natuur)boekjes en verrassingen. Groepen en scholen zijn erg welkom in ons natuurgebied. We stellen graag een aangepast programma op maat voor. Het Natuur.huis is ook beschikbaar voor cursussen en kleine feestjes. Voor de tarieven en alle info kan je terecht bij: frans.hoes2@telenet.be, tel: 0472-57 75 15. Let op: In verband met de werken in Ham is het Natuur.huis best te bereiken via de Broekstraat in Kwaadmechelen. De onverharde weg vanaf de noordzijde ter hoogte Olmense Zoo langs het kanaal naar Dessel is ten stelligste te vermijden. Diverse auto’s werden al weggetakeld!
Alle foto’s deze bladzijde: De Rammelaars 1 mei 2016 © Jan Albrecht
juli - september 2016
|9
VLINDERS
NEERHELST & ZAMMELSBROEK Landkaartje voorjaarsvorm © Pieterjan Verveckens
VLINDERMONITORING 2015 Een nieuw jaar… een nieuw begin. En dat is dit jaar niet enkel voor de vlinders het geval. Ik heb namelijk de fakkel van Jeannine Simonis overgenomen als studieverantwoordelijke van Natuurpunt GeelMeerhout. Jeannine heeft zich jarenlang ingezet als trekker van het studiewerk in onze regio. Een uitgelezen kans om haar eens in de bloemetjes te zetten voor al het werk dat ze heeft geleverd. Dus via deze weg Jeannine, duizend maal dank! En hoe was het gesteld met de dagvlinders in het afgelopen jaar 2015? In het voorjaar maakten ze een voorzichtige start. Zo werden de eerste dagpauwogen, gehakkelde aurelia’s en citroenvlinders pas half april waargenomen. Maar ondanks die late start, konden we voor enkele soorten toch een positieve trend vaststellen. Voor enkele andere soorten is er dan weer minder goed nieuws.
Neerhelst In Neerhelst-De Botten in Geel-Larum werden vorig jaar 958 dagvlinders waargenomen, verspreid over 19 soorten. In vergelijking met 2014 een beduidend
10 | Meander 3
lager aantal (toen 1274 exemplaren verspreid over 20 soorten). Voornamelijk de hoge aantallen van het bont en het bruin zandoogje lagen toen aan de basis van dat hoger totaalaantal. Vermits de route toen met 10 extra secties werd uitgebreid, kunnen we dit jaar nog geen mogelijke verschuivingen voor deze twee soorten vaststellen. Als we voor deze soorten echter gaan kijken naar het monitoringsproject van het Zammelsbroek dat sinds 2009 loopt - zien we gemiddeld geen achteruitgang. Wel werd ook daar het bruin zandoogje opmerkelijk meer waargenomen in 2014, ten opzichte van de overige jaren, met in het bijzonder
Tekst en foto’s: Pieterjan Vervecken 2015. Voor het bont zandoogje kunnen we dergelijke uitschieters niet vaststellen. Om te weten of er voor deze soort in dit gebied daadwerkelijk iets aan de hand is, is het voorlopig te vroeg. Een soort die het vorig jaar wel minder goed deed in Neerhelst-De Botten, is het oranjetipje. Met een 40-tal exemplaren de voorafgaande jaren, is de populatie er vorig jaar namelijk gehalveerd. Daarbij stellen we vast dat deze soort er in 2014 ook al uit de top 5 was verdwenen. Vermits er in 2014 niet minder exemplaren zijn waargenomen dan de jaren voordien, konden we echter niet van een achteruitgaande trend voor deze soort spreken: een toename van het aantal landkaartjes en oranje zandoogjes had toen namelijk voor de verdringing uit de top 5 gezorgd. Het zal dus afwachten zijn naar de resultaten van dit jaar, om te kijken of er al dan niet beterschap merkbaar is voor het oranjetipje. Voor het Icarusblauwtje hebben we echter minder goed nieuws… De populatie is na 2012 volledig ingestort,
Oranje luzernevlinder © Pieterjan Verveckens
Landkaartje zomervorm © Pieterjan Verveckens
namelijk van 21 exemplaren in 2012 naar 0 en 1 in respectievelijk 2013 en 2014. Ook in 2015, met 3 exemplaren, is er niet bepaald veel beterschap waarneembaar voor deze soort. Een soort die het vorig jaar wel goed deed in Neerhelst-De Botten, is de citroenvlinder. We kunnen hier spreken van een verdrievoudiging van de populatie. De toename van de soort is een trend die merkbaar is over heel Vlaanderen.
Zammelsbroek In het Zammelsbroek in Geel-Oosterlo werden vorig jaar 1451 dagvlinders, verspreid over 23 soorten, waargenomen. Globaal gezien kunnen we voor dit reservaat over een positief resultaat spreken. Zo blijft de populatie landkaartjes jaar na jaar stijgen. Het bijzondere aan dit vlindertje is dat de kleuren van de voorjaarsgeneratie en die van de zomergeneratie sterk van elkaar verschillen. Verder kunnen we stellen dat enkele soorten die gebonden zijn aan graslandhabitat stilaan uit het dal aan het kruipen zijn. Voor de kleine vuurvlinder en het oranje zandoogje kunnen we spreken van Oranjetipje © Pieterjan Verveckens
respectievelijk een verviervoudiging en een verdrievoudiging van de populatie in vergelijking met de afgelopen twee jaren. Als we echter kijken naar het eerste monitoringjaar van deze route (2009), is dit een evenaring van het resultaat. Van het bruin zandoogje, een andere graslandsoort, zijn er in 2015 dan weer minder exemplaren waargenomen. Zoals eerder al aangehaald was 2014 echter wel een topjaar voor deze soort. Als we kijken naar het gemiddeld aantal waargenomen individuen kunnen we ook hier van een positief resultaat spreken. Hopelijk zet deze positieve trend zich dit jaar verder. Ondanks deze positieve resultaten hebben we toch geen reden tot juichen… Zo blijft het boomblauwtje het moeilijk hebben. Sinds 2012 is de populatie met bijna 70 procent afgenomen. Verder heeft het Icarusblauwtje - familie van
het boomblauwtje - vorig jaar ook niet denderend gescoord. Hopelijk zien we dit jaar voor deze soorten het tij keren. Om toch met een positieve noot af te sluiten: we hebben vorig jaar ook enkele niet alledaagse soorten mogen noteren. Zo werd het zwartsprietdikkopje tot tweemaal toe waargenomen. Dit dikkopje is net zoals zijn grote broer, het meer algemene groot dikkopje, een graslandvlinder. Meer bepaald een vlinder die graslanden en ruigten met overjarige grassen en nectarrijke kruiden verkiest. Ook de oranje luzernevlinder werd meermaals op de route waargenomen. Het is een trekvlinder die ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar het noorden vliegt. We vermoeden dat deze soort door de opwarming van de aarde alsmaar meer in onze contreien zal vertoeven.
Zammelsbroek 2011
2012
2013
2014
2015
1
Bruin zandoogje (323)
Bruin zandoogje (207)
Bruin zandoogje (323)
Bruin zandoogje (584)
Bruin zandoogje (372)
2
Klein koolwitje (210)
Klein koolwitje (99)
Landkaartje (139)
Landkaartje (145)
Landkaartje (234)
3
Klein geaderd witje (124)
Landkaartje (87)
Koevinkje (110)
Klein koolwitje (120)
Klein koolwitje (226)
4
Landkaartje (102)
Bont zandoogje (70)
Klein koolwitje (78)
Bont zandoogje (108)
Koevinkje (109)
5
Bont zandoogje (83)
Koevinkje (48)
Bont zandoogje (52)
Koevinkje (89)
Bont zandoogje (106)
Neerhelst 2011
2012
2013
2014
2015
1
Klein koolwitje (180)
Klein geaderd witje (183)
Klein geaderd witje (209)
Klein geaderd witje (371)
Klein geaderd witje (337)
2
Klein geaderd witje (100)
Bont zandoogje (88)
Bruin zandoogje (113)
Bont zandoogje (216)
Bont zandoogje (125)
3
Bont zandoogje (94)
Klein koolwitje (50)
Bont zandoogje (85)
Klein koolwitje (166)
Klein koolwitje (111)
4
Oranjetipje (54)
Oranjetipje (43)
Klein koolwitje (79)
Bruin zandoogje (149)
Citroenvlinder (100)
5
Bruin zandoogje (42)
Bruin zandoogje (32)
Oranjetipje (41)
Landkaartje (75)
Bruin zandoogje (57)
juli - september 2016
| 11
Ontdek de
Libellen van Bel Koraaljuffer
S
inds de natuurherstelwerken van enkele jaren geleden in de Belsehei is de natuur daar aan een opmars bezig. Moeraswolfsklauw, struik- en dopheide groeien er weer en ook typische libellensoorten worden talrijk waargenomen. Libellen en juffers Libellen worden in twee grote groepen ingedeeld, echte libellen en juffers. In het veld zijn de verschillen tussen de groepen duidelijk: bij echte libellen zijn de voor- en achtervleugels verschillend van vorm, bij juffers zijn ze gelijk. Echte libellen zijn fors gebouwd en houden Bandheidelibel
hun vleugels in rust horizontaal gespreid. Juffers zijn slank en rusten met hun vleugels boven het lichaam gevouwen. Echte libellen hebben bovendien grote ogen die elkaar boven de kop meestal raken. De ogen van juffers staan aan weerszijden van de kop. Echte libellen kunnen lange vluchten maken terwijl juffers het
Tekst en Foto’s : Mirella Bruynseels en René Ducastel grootste deel van de tijd verscholen zitten in kniehoge vegetatie zoals pijpenstrootje of pitrus. Imago’s, dat zijn volwassen exemplaren, zijn vooral te vinden van begin mei tot eind oktober. De meeste libellen overwinteren als ei of larve in het water. (Uitgezonderd de winterjuffers. Die overwinteren als imago.) Ze zijn voor hun voortplanting dus afhankelijk van waterplassen. Daar kunnen libellen ook het best waargenomen worden.
Rode Lijst De Rode Lijst van libellen in Vlaanderen geeft aan wat de kans op uitsterven is van een soort in een bepaalde regio. Hij heeft tot doel om de alarmklok te luiden wanneer soorten bedreigd zijn. De lijst bestaat uit de categorieën ‘met uitsterven bedreigd’, ‘bedreigd’, ‘kwetsbaar’ en ’zeldzaam’. Bel beschikt over enkele vennen met matig voedselrijk (mesotroof ) water zoals het Torfven, het Vossenven en de Duivelskuil. De gemeten pH van het water geeft
12 | Meander 3
een waarde aan die overeenstemt met licht zuur tot neutraal. Met het Europees Life-fonds werden deze plassen heringericht en opengemaakt zodat ze als ven kunnen evolueren. Heel wat libellensoorten profiteerden van deze ingrepen. Langzaam aflopende oevers met veel biezen en zeggen zijn interessant voor libellen. Door deze werken scoort Bel momenteel zeer goed wat soortenrijkdom betreft. Bel herbergt 32 soorten. Dit is opvallend veel omdat een groot deel van het gebied eigenlijk recreatiegebied is. Zeven rode lijstsoorten worden er waargenomen: noordse witsnuitlibel, beekoeverlibel, tangpantserjuffer, variabele waterjuffer, venwitsnuitlibel, tengere pantserjuffer en koraaljuffer. Ook werd eenmaal de bandheidelibel aangetroffen, een soort die in BelgiĂŤ voornamelijk in de Kempen voorkomt. Ter vergelijking: tot de soortenrijkste gebieden in Vlaanderen behoren Den Diel en De Maat. Daar tellen we 53 soorten.
Noordse witsnuitlibel
Beekoeverlibel
Kenmerken en levenswijze Overlopen we even deze libellen. Er zijn twee manieren waarop libellen hun eieren afzetten: ofwel worden de eieren in water afgezet ofwel in moeras- en oeverplanten. In het tweede geval boren de vrouwtjes met hun legboor gaatjes in de stengel en plaatsen vervolgens de eitjes. Dit laatste gebeurt bij alle juffers zoals tengere pantserjuffer, tangpantserjuffer en koraaljuffer. Venwitsnuitlibel en noordse witsnuitlibel doen het op een andere manier. De eitjes worden door de vrouwtjes al vliegend in het water afgezet. De mannetjes verdedigen de vrouwtjes door vlak boven hen te vliegen en andere mannetjes te verjagen. Beekoeverlibellen leggen hun eitjes in stromend water door in de vlucht het uiteinde van het achterlijf in het water te dippen. Ze worden vaak in heidegebieden met zonnige beekjes waargenomen. Koraaljuffers zijn bijna volledig rode juffers. Het zijn zuidelijke juffers die de laatste jaren wel meer in Vlaanderen opduiken. Variabele waterjuffers kunnen vooral in laagveengebieden hoge aantallen bereiken. In BelgiĂŤ staan ze op de Rode Lijst omdat ons land weinig laagveen heeft. In vennen met water dat iets rijker is aan
Tengere pantserjuffer
juli - september 2016
| 13
voedingsstoffen (mesotroof ) ontstaat het beste libellenbiotoop. De libellenfauna van mesotrofe waterplassen is echter enorm kwetsbaar. Het gebruik van te veel mest rondom de poelen is nefast voor hun leefomgeving. In voedselrijke vennen kunnen al deze soorten niet standhouden en verdwijnen ze. De aanwezigheid van bepaalde soorten libellen is dus een graadmeter voor de kwaliteit van het gebied. Gebieden met bijzondere soorten als Bel hebben meestal een hoge natuurwaarde. Hoe meer variatie in het gebied, hoe meer libellensoorten er voorkomen. Libellen vormen door hun opmerkelijke vliegkunsten een extra attractie voor de bezoekers van het gebied. Er kan aan gedacht worden om infopanelen met afbeeldingen van enkele typische libellensoorten aan de vennen te plaatsen. Referenties G.De Knijf, A.Anselin, P.Goffart & M.Tailly, De Libellen van België: verspreiding – evolutie – habitats. Uitgave: Libellenwerkgroep Gomphus samen met Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). De Belgische atlas, inclusief recente Rode Lijst, 2006. foto’s van boven naar onder: Venwitsnuitlibel Variabele waterjuffer Tangpantserjuffer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
14 | Meander 3
NEDERLANDSE NAAM
WETENSCHAPPELIJKE NAAM
RODE LIJST CATEGORIE
Zwervende pantserjuffer Tangpantserjuffer Gewone pantserjuffer Tengere pantserjuffer Houtpantserjuffer Bruine winterjuffer Koraaljuffer Azuurwaterjuffer Variabele waterjuffer Watersnuffel Lantaarntje Vuurjuffer Blauwe breedscheenjuffer Blauwe glazenmaker Paardenbijter Grote keizerlibel Plasrombout Smaragdlibel Metaalglanslibel Vuurlibel Venwitsnuitlibel Noordse witsnuitlibel Platbuik Viervlek Gewone oeverlibel Beekoeverlibel Zwarte heidelibel Zwervende heidelibel Bloedrode heidelibel Bruinrode heidelibel Steenrode heidelibel Bandheidelibel
Lestes barbarus Lestes dryas Lestes sponsa Lestes virens Chalcolestes viridis Sympecma fusca Ceriagrion tenellum Coenagrion puella Coenagrion pulchellum Enallagma cyathigerum Ischnura elegans Pyrrhosoma nymphula Platycnemis pennipes Aeshna cyanea Aeshna mixta Anax imperator Gomphus pulchellus Cordulia aenea Somatochlora metallica Crocothemis erythraea Leucorrhinia dubia Leucorrhinia rubicunda Libellula depressa Libellula quadrimaculata Orthetrum cancellatum Orthetrum coerulescens Sympetrum danae Sympetrum fonscolombii Sympetrum sanguineum Sympetrum striolatum Sympetrum vulgatum Sympetrum pedemontanum
Niet bedreigd Kwetsbaar Niet bedreigd Zeldzaam Niet bedreigd Niet bedreigd Zeldzaam Niet bedreigd Bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Zeldzaam Kwetsbaar Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Kwetsbaar Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd Niet bedreigd
Activiteiten MEANDERLAND Lente © Bart Vancoppenolle
Zomer © Karin Van Gool
zaterdag 2 juli ›› Zwerfvuilopruimactie in het Zammelsbroek in Geel • Info: dirk.deschutter@hotmail.com of 0478/64 19 40. • Afspraak: parking kerk van Geel-Oosterlo om 9 u. zaterdag 2 juli ›› Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in ’t Griesbroek • Inventarisatie van enkele percelen in natuurreservaat Griesbroek in Balen-Olmen. • Afspraak: 9 u aan taverne De Waterhoek, Olmensebaan 126, Balen (brug Hoolst). • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zondag 3 juli ›› Daguitstap met de fiets naar de mijnterril in Beringen • Op zoek naar bijzondere insecten op de mijnterril. • Afspraak: 9 u met de fiets aan de kerk in Balen of om 10.30 u op de parking in de Orgelwinningstraat in Beringen. • Lunchpakket meenemen. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99. zondag 10 juli ›› Zomerwandeling in de Vloyen in Meerhout • Genieten van mooie natuur? Dat kan vlak bij het bezoekerscentrum aan de watermolen. • Afspraak: parking bezoekerscentrum (hoek Lil), Meerhout om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: doxjo@belgacom.net of 0494/42 35 78.
zaterdag 23 juli ›› Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek aan de Scheppelijke Nete • Inventarisatie van enkele percelen grenzend aan het toekomstig overstromingsgebied. • Afspraak: 9 u Lentestraat (zijstraat Toemaathoek), Mol. • Einde tegen 12 u. • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zondag 24 juli ›› Daguitstap naar het Kempen-Broek in Noord-Limburg • Vlakbij in Limburg ligt één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van de regio, het Kempen-Broek. Meer dan 1000 ha grensoverschrijdende natuur, met een afwisseling aan moerassen, vijvers, weilanden, heringerichte akkercomplexen... Deze excursie van om en bij de 15 km brengt ons in de voormiddag langs het vijvercomplex (met kijkhutten) van Mariahof-Luysen. In de namiddag bezoeken we het weideakkergebied St.-Maartensheide met geelgorzen en zelfs grauwe klauwier als broedvogels. Picknick meebrengen en stevige wandelschoenen. • Afspraak: 10 u aan de kerk van het gehucht Beek (aan de oostelijke ringweg van Bree) of om 9 u op de markt in BalenCentrum. Carpooling mogelijk daar. • Info bij gids Paul Verhoeven, 0472/26 21 34. • Iedereen kan en mag mee, ’t zal de moeite zijn!
juli - september 2016
| 15
Activiteitenkalender zondag 7 augustus ›› Watermolen herleeft! Poort naar het Grote Netewoud in Meerhout • Watermolen- en vlinderfeest aan het Bezoekerscentrum Grote Netewoud. • Meer info elders in dit nummer van Meander. zondag 7 augustus ›› Vlinderwandeling in de Vennen in Balen • De Vennen heeft zich ontwikkeld tot een bloemrijk gebied, waar je bij zonnig weer talrijke vlinders ziet rondfladderen. Eén van onze gidsen zal je tijdens deze wandeling meer vertellen over de soorten die je zal ontdekken, hun waardplanten en andere wetenswaardigheden. • Afspraak: parking FC Cools, Peer Luytendijk te Balen om 14 u. • Info: Denis Mertens, 014/30 90 65. zaterdag 13 augustus ›› Werken en wandelen op de Wurft in Mol-Postel • Werkvoormiddag (= zaailingen berk en den verwijderen). Namiddag: excursie over de Wurft. • Afspraak om 9 u bij Yves Lesseliers op De Wurft in Mol-Postel. Cécile zorgt voor lekkere soep, dus graag een seintje aan Jef Sas als je komt helpen in de voormiddag en ‘s middags blijft picknicken daar. • Afspraak voor de namiddagexcursie over de Wurft en de Koemook om 13.30 u bij Yves Lesseliers. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. zaterdag 13 augustus ›› Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in de Rammelaars • Inventarisatie van enkele percelen in natuurreservaat De Rammelaars in Kwaadmechelen/Ham. • Afspraak om 9 u aan natuurhuis De Rammelaars, ZwartenZomerwandeling in de Wurft © Frans Emmerechts
16 | Meander 3
hoekstraat 1, Kwaadmechelen. • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zaterdag 20 augustus ›› Kattenfeesten in Meerhout • Natuurpuntstand op de Meerhoutse Kattenfeesten, van 15 u tot 19 u, kom ons steunen! zondag 21 augustus ›› Hoogzomerexcursie door het Buitengoor in Mol met NPzomerterras • De natuur leeft en gonst op dit moment. Ook de heidelibellen tekenen nu present. Achteraf kan je op het terras van het Ecocentrum bekomen met een koele verfrissing en ...? Laarzen meebrengen! • Afspraak: 14 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. • Einde rond 16.30 u. • Info: andre.vanhoof@telenet.be of 0499/80 47 86. zaterdag 27 augustus ›› Nacht van de Vleermuis in Meerhout • Samenkomst om 20 u aan het Bezoekerscentrum. zondag 28 augustus ›› Slotevent Ecoduct Kempengrens Mol-Postel • Voor één keer mag het! Het ecoduct is normaal gezien exclusief voor planten en dieren, maar nu mag je van 13.30 tot 17 u uitzonderlijk in de sporen van de dieren treden. Jarenlang vormde de E34 in Postel een harde onderbreking tussen waardevolle natuurgebieden. Om de natuur er meer kansen te geven, sloegen de Nederlandse en Vlaamse overheid de handen in elkaar en werd in 2014 de bouw van het Ecoduct Kempengrens gerealiseerd. Bij de leuke info-stands van de betrokken verenigingen ANB, RLKGN en natuurlijk ook Na-
tuurpunt met afdeling Netebronnen en de NP-zoogdierenwerkgroep kom je nog meer te weten. • Info : jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. maandag 29 augustus ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes. • Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be. zaterdag 3 september ›› Ecologische Werkgroep Meanderland op onderzoek in Den Diel • Inventarisatie van de drogere oostkant in dit nog steeds bedreigde reservaat in Mol met zijn hoge natuurwaarden! • Afspraak om 9 u op parking reservaat Den Diel (juist ten N van de baileybruggen). • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79 zondag 4 september ›› Heidewandeling in Malesbroek, de Hutten en de Keyfheide in Meerhout • Duinen en heide! Hier en daar hebben we nog een relict van dit biotoop. Natuurpunt werkt aan herstel van dit waardevolle Kempens landschap. • Afspraak: aan taverne Luihoeve, Bredestraat 62, Meerhout om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: luc.van.den.bergh@telenet.be of 0499/63 20 07. vrijdag 9 september ›› Zwerfvuilopruimactie in en rond het Buitengoor in Mol • Afspraak om 8 u aan Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. • Einde tegen 12 u. • Wens je mee te gaan, graag vooraf een seintje of mailtje aan paul.wouters1@telenet.be. vrijdag 9 september ›› Het ontstaan van het Kempens Plateau • Lezing door Koen Beerten. Het Kempens Plateau behoort tot een van de meest fascinerende landschapsvormen in de laaggelegen gebieden van West-Europa. Koen Beerten probeert in zijn presentatie te achterhalen hoe het in het laatste miljoen jaar kon evolueren van een verwilderde riviervallei tot een bebost duinlandschap. Essentieel voor iedereen die tot een goed begrip van onze regio wil komen! • Afspraak: Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol om 19.30 u. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. zondag 11 september ›› Heidewandeling over De Maat en Verkallen in Mol • Bloeiende paarse (heide)gemeenschappen vol leven en geuren. Kom mee op ontdekking! • Afspraak: 9 u op parking Het Jagershof (juist ten Z van de baileybruggen van Sas 3/De Maat). • Einde: 12 u. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Na de regen in De Rammelaars © Jan Albrecht
juli - september 2016
| 17
Activiteitenkalender maandag 12 september ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes. • Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be. zondag 18 september ›› Wandeling in de vallei van de Larumseloop in Geel • De vallei van de Larumseloop heeft heel wat te bieden: ze stroomt door drie natuurgebieden voor ze in de Kleine Nete uitmondt: door Neerhelst, de Mosselgoren en de Zegge. • Afspraak: Larumsebrugweg aan kanaal in Geel-Larum om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: leon.dille@telenet.be of 0498/18 67 46. zondag 18 september ›› Op zoek naar grote grazers in de Molse Netevallei • I.s.m. De Gagel. Afspraak om 14 u aan het casino in MolGompel, Owenslei 6. • Einde circa 16.30 u. • Laarzen! • Info: guy.hannes@skynet.be, 014/31 71 54 of luc.de.groof@ live.be, 0494/29 79 49. maandag 26 september ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Determineren waterdiertjes. • Van 18 tot 22 u, lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be.
Nectarrijke bramen © Frans Emmerechts
OPEN:
Vanaf 10 uur, woensdag gesloten Van 15 oktober tot Pasen: dinsdag en woensdag gesloten.
18 | Meander 3
Het Driekleurig
VIOOLTJE Driekleurig viooltje © Mirella Bruynseels
Kleine plantenatlas, A. Van Slooten
We zien ze steevast verschijnen in de winkelrekken rond de feestdagen, de doosjes met netjes gerangschikte driekleurige viooltjes. Want inderdaad , de bloempjes zijn eetbaar, maar het oogt vooral mooi op je feestdis om er een aantal bloempjes over te strooien. In ons land komen een twaalftal soorten viooltjes voor in het wild, waaronder sommige zeer zeldzaam en zelfs met uitsterven bedreigd. Het driekleurig viooltje is echter vrij algemeen, zeker in de Kempen. Het houdt van goeddoorlatende, vochtige, zandige grond. Het groeit vooral in de zon of halfschaduw, maar brandende zon of droogte worden slecht verdragen. Het bloeit van mei tot augustus in alle mogelijke combinaties van geel, paars en wit. Deze mogelijkheid om allerlei kleurencombinaties te vormen is zeer interessant voor kwekers. Het is dan ook ‘de moeder’ van de meeste gekweekte tuinviolen. Van oudsher is het driekleurig viooltje onderwerp van volkswijsheden en legenden. In het Duits noemt men het ‘Stiefmütterchen’, wat zijn verklaring zou vinden in de vorm en de kleur van de bloemblaadjes. Hierin zou men het gezicht van een oud vrouwtje herkennen. En stiefmoeder zou slaan op het aantal bloemblaadjes: het grote kroonblad onderaan is de stiefmoeder met aan weerskanten haar eigen dochters, elk op een smallere zetel, terwijl bovenaan de twee stiefdochters genoegen moeten nemen met één stoel. Het viooltje is ook het symbool van de herinnering. In het Frans spreekt men van ‘pensée’ en in het Engels van ‘pansy’, beide afgeleid van penser = denken. Vandaar dat driekleurige viooltjes vaak op graven werden geplant.
Een andere legende spreekt van de ‘drievuldigheidsbloem’. De legende gaat als volgt: het driekleurig viooltje zou oorspronkelijk een heerlijker geur gehad hebben dan het maarts viooltje. Het bloempje groeide meestal tussen het koren. Kinderen, aangetrokken door de bedwelmende geur, kwamen de bloempjes plukken en vertrapten zo het graan rondom hen, met een slechte oogst tot gevolg. Dit stemde het viooltje triest en het bad tot de Heilige Drievuldigheid om haar haar geur te ontnemen. Zo gebeurde en sindsdien spreekt men van de drievuldigheidsbloem. Alhoewel het driekleurig viooltje sinds eeuwen onderwerp was van volkswijsheid, is het pas laat als geneeskrachtige plant gebruikt. Dodoens (1517-1585) zag er een middel in dat de longen zuiverde en dat bij koorts en stuipen bij kinderen kon ingezet worden. Abraham Munting (1626-1683) citeerde het losmaken van slijmen. Verder werden in de volksgeneeskunde vooral toepassingen bij huidaandoeningen zoals jeuk, zweren en huiduitslag vermeld. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt het bloedzuiverend en huidstimulerend vermogen van het driekleurig viooltje. De belangrijkste inhoudsstoffen zijn slijmstoffen, flavanoïden waaronder saponinen, anthocyanen, salicylaten, fenolzuren en vitamine E. Bij orale inname (thee, tinctuur, afkooksel) stimuleren de flavanoïden de nieren en op die manier worden gifstoffen
gemakkelijker verwijderd. De salicylaten werken ontstekingswerend en pijnstillend. Vitamine E gaat veroudering van de huid tegen. Met andere woorden: wanneer we een zuiveringskuur doen met driekleurig viooltje, dan heeft dat een weldadig effect op onze huid. Bovendien zorgen de saponinen ervoor dat slijm gemakkelijker wordt opgehoest, zodat driekleurig viooltje ook kan ingezet worden bij verkoudheden met vastzittend slijm. Uitwendig kunnen compressen met een aftreksel van driekleurig viooltje verlichting brengen bij luiereczeem, acné, puisten, zweren, herpes, psoriasis en andere huidaandoeningen. Als gorgelmiddel of mondspoeling kan het ook helpen bij mondslijmvliesontsteking, tandvleesontsteking, amandelontsteking, keelpijn enz.
Mirella Bruynseels
Referenties G. Verhelst, Groot Handboek Geneeskrachtige Planten. E.J. Weeda en Westra, Nederlandse oecologische flora.
Huidlotion
Een geconcentreerd afkooksel dat gebruikt kan worden als huidlotion maak je op de volgende manier: 80 tot 120 g gedroogde bloempjes gedurende één uur laten weken in 1 liter lauw water. (Dat zijn er héél veel. Je kan ook herleiden tot 4 g bloempjes op 150 ml water.) Daarna aan de kook brengen en 20 seconden laten doorkoken. Laten afkoelen en zeven.
juli - september 2016
| 19
De WATERMOLEN herleeft! Startfeest op zondag 7 augustus
Zoals je in de vorige editie van Meander kon vernemen wist Natuurpunt onlangs de 17de eeuwse watermolen van Meerhout te verwerven. De komende jaren zal dit gebouw en de nabijgelegen site ingericht worden tot dé poort naar het Grote Netewoud. Zo zal het een huis van vertrouwen worden voor alle natuurliefhebbers uit de streek. Een plaats om je te informeren, om te genieten en anderen te ontmoeten. Uiteraard zijn daar middelen voor nodig en daarom nodigen we jullie op zondag 7 augustus alvast uit om de site en de toekomstplannen zelf te komen ontdekken tijdens een feestelijke opendeurdag met live muziek, hapjes en drankjes op een reuzeterras maar ook met een divers aanbod aan (kinder)animatie en wandelingen.
Ontdek de site watermolen Onze gidsen nemen je mee doorheen de huidige site en vertellen je over verleden, heden en toekomst. Je bezoekt de voormalige taverne De Watermolen, bekijkt er van dichtbij het ingenieuze en goedbewaarde raderwerk en vraagt je af of de elektrische schakelkast van Peer Plimp nog in ere hersteld zou kunnen worden. Je wordt uitgenodigd om mee te denken hoe we anno 2016 opnieuw energie uit waterkracht kunnen halen. In de voormalige wasserij en diamantslijperij is nu het Bezoekerscentrum van Natuurpunt gevestigd met daarnaast wellicht het mooiste en aangenaamste terras van de streek, langsheen het kabbelende water van de vistrap. Wat met de voormalige visvijver die in Natura 2000 gebied ligt? Zijn er plannen met het voormalig woonhuis en restaurant? Is er eigenlijk nog iets te merken van ‘de blaas’ het eerste overdekte zwembad van de streek? Je ontdekt het allemaal samen met onze natuur- en erfgoedgidsen.
20 | Meander 3
Wandelingen op maat
Voor de vroege vogels is er de mogelijkheid om al om 6 u of om 10 u met een gids er op uit te trekken. Ideaal om te combineren met een ontbijt of brunch ter plaatse. Vanaf 13.30 u kan je om het half uur gratis mee met onze beste natuurgidsen. 6 en 7 augustus is het ook nationaal vlinderweekend, onze gidsen zullen je dan ook met bijzondere aandacht voor deze kleurrijke fladderaars meenemen doorheen enkele nabijgelegen natuurgebieden. Wandel en ontdek je liever op je eigen tempo? Dan kan je de hele dag door gebruik maken van twee aangeduide wandelroutes. Of maak gebruik van de Natuurpunt-app op je smartphone.
Feest voor groot en klein Het is op termijn de bedoeling dat de huidige parking voor de watermolen omgevormd wordt tot één grote terraszone. Op 7 augustus krijg je daar alvast een voorsmaakje van. We voorzien een reuzeterras waar het goed toeven is met een bio-drankje en hapje. Gageleer en sap van de Drie Wilgen uiteraard maar ook een mooi aanbod van lekkere snacks met seizoensingrediënten. Livebandjes zorgen voor de perfecte muzikale achtergrond terwijl u geniet. Kinderen vinden
in en naast het huidig bezoekerscentrum een ruim aanbod aan kinderpret zoals vlinders knutselen, verhalen luisteren in de beverburcht, schilderwerkjes, geurproeven en andere workshops. Verwacht je ook aan enkele onaangekondigde activiteiten voor jong en oud!
Ontbijt en brunch Even op voorhand inschrijven! Tussen 8 u en 12 u kan je aanschuiven voor een heerlijk gezond ontbijt/brunch. Hiervoor schrijf je op voorhand in bij marc.verachtert@skynet.be en vermeld je het aantal volwassenen en kinderen. Per kerende mail krijg je dan je bevestiging en totaalbedrag.
Meer info en de laatste stand van zaken www.facebook.com/GroteNetewoud www.natuurpunt.be/bezoekerscentrum/ grote-netewoud-meerhout We zoeken nog helpende handen, voor een uurtje of voor een halve dag, alle hulp is welkom! Meld je aan bij jurgen. verreyt@skynet.be. Alvast bedankt om mee je schouders onder dit project te zetten!
Wim Pauels Welkom op de site © Frans Emmerechtsx
NIEUWS UIT HET BEZOEKERSCENTRUM
Grote Netewoud Ontvangst van de buurtbewoners van de watermolen © Kate Vrijwilligers tijdens sleuteloverdracht © BCGNW
EEN WELGEMEENDE PROFICIAT BESTE NATUURPUNT-LID!
U
bent immers samen met 97.000 andere leden medeeigenaar geworden van de historische watermolen van Meerhout. Samen met jullie -kersverse molenaars- willen we hier dé toegangspoort tot het Grote Netewoud vestigen zodat we in de toekomst nog meer van onze natuur kunnen genieten, leren en beleven. Een goed georganiseerd bezoekerscentrum levert immers een groter draagvlak op om aandacht te vragen voor meer en betere natuur. Want daar doen we het uiteindelijk voor, die wonderlijk mooie natuur in Balen, Geel, Mol, Ham, Dessel en Meerhout. En jij kan daar bij helpen! Een stevige portie enthousiasme, gezond verstand, een linker én een rechterhand… we kunnen het allemaal gebruiken. Misschien ben jij beroepsmatig wel goed op de hoogte over een bepaald deelaspect van het project zoals bijvoorbeeld: elektriciteit, sanitair, verwarming, renovatie van oude gebouwen, terrasaanleg, binnenhuisdecoratie, funderingen, ramen, koeling, werfopvolging, hout- of metaalbewerking, wetgeving, notariaat, boekhouding, fondsenwerving, sociale media, marketing en alles wat er maar te pas kan
komen bij het klaar maken van een 17de eeuws pand voor de 21ste eeuw. Wij zoeken je en wij verwachten je! Geef je mailadres door aan wim.pauels@natuurpunt. be en wij houden je op de hoogte van alle nieuwe informatie en nodigen je uit op overlegmomenten en/of belangrijke gebeurtenissen. Zo schrijf jij zelf mee aan een nieuw hoofdstuk van de omvangrijke geschiedenis van de historische site Watermolen. Tot gauw!
Gedeputeerden van Limburg en Antwerpen bezoeken het project de watermolen© BCGNW
Life-verantwoordelijke versiert het Grote Netewoud © BCGNW
Wim Pauels
foto boven: contactadvertentie © Jan Albrecht
juli - september 2016
| 21
LENTEVUURSPIN
O
p Maatheide in Lommel voert in 1997 een thesisstudente meetwerken uit naar de vervuilingsgraad van de bodem. Haar vader helpt haar hierbij en merkt vol belangstelling tientallen opvallende rode spinnen met zwarte stippen op. Tussen het rode bekermos en de rode heidelucifers kruipen ze voor zijn voeten. Het fascineert hem: al die rode juweeltjes op het schrale zand. Ook zijn dochter is vol bewondering. Jaren blijft het indrukwekkende schouwspel hem helder voor de ogen. Hij krijgt het vermoeden dat hij bijzondere spinnen heeft gezien, toch meldt hij het pas jaren later aan Arabel, de Belgische Arachnologische Vereniging. Dadelijk zetten enkele leden een reeks zoektochten op in de streek. Op 20 mei 2009 ontdekken ze een rode spin, een mannetje van de lang gezochte lentevuurspin. Dan gaat het snel. Projectgroep ‘Levend Zand’ wordt ingelicht. Lex Peeters en Toon Janssen vinden na intensief zoeken verschillende kolonies van de spin in de streek, met als belangrijkste populatie die op de Balim Gronden. Daar vindt men zelfs een megakolonisatie. Een grote ontdekking! Het belang van de vondst
22 | Meander 3
Lentevuurspin © Paul Wouters en Marianne Horemans
wordt vergeleken met die van een tot nog toe onbekende populatie van de reuzenpanda. De mooie rode spin bestaat! Lang heeft men vermoedens gehad dat er nog ergens leefden in de Kempen. 116 jaar was het geleden dat iemand er nog een had gezien. De rode lijst luidde: ‘uitgestorven in België’. Maar uitsterven is niet altijd doodgaan. De bijna mythisch geworden lentevuurspin is uit het verdomhoekje gekropen. Haar ondergrondse levenswijze maakte ze onvindbaar. Hoewel mannetjes toch opvallend zijn. Ze komen ieder jaar even tevoorschijn in mei en lopen dan rond op zoek naar vrouwtjes. Volwassen mannetjes spreken echt tot de verbeelding. Ze hebben een felrode beharing op de rug met zwarte stipjes, zoals een lieveheersbeestje, en acht poten met voetbalkousen. De vrouwen met hun egaal zwart fluwelen vacht zitten heel hun leven in een verticale schacht, een ondergrondse woonbuis als een nylon kousje, met een geweven dak: een klein wollig webje. Insecten die over haar heen lopen zijn gezien. Die blijven kleven en worden als prooi naar binnen getrokken. Dat kunnen grote exemplaren zijn, zoals sprinkhanen,
zandloopkevers, rozenkevers of mestkevers. De fluwelen spin zuigt haar prooien uit en laat het lege karkas wegwaaien. Haar zittende ondergrondse leven stelt haar in staat om lang te leven, tot wel vijf jaar. Zij kent een ultieme zorgzaamheid want het is een bijzonder toegewijde moeder die haar jongen voorverteerde prooien voedt, haar woning volledig afsluit tegen gevaar van buitenaf, en zich aan het eind van haar leven door haar kroost als offer laat opeten. Ze schenkt haar lichaam als prooi zodat haar nakomelingen goed doorvoed de buitenwereld in kunnen trekken. Ver kruipen die jongen niet. Vrouwtjes slechts een paar meter. Mannetjes iets verder en lopen in de paartijd onrustig rond, open en bloot bij daglicht, op zoek naar een fluwelen bruid. Hun rood valt op en trekt de aandacht van vogels. Maar vogels lusten geen gevaarkleuren. De rode spinnen maken de vogels wijs dat ze vies smaken, naar lieveheersbeestjes. Pure mannelijke bluf is het, maar het werkt. Een dikke spinnenvrouw met ei cocon is wel een proteïnerijk hapje. De groene specht en de slimme kraai vinden de nesten en trekken de kousjes uit de grond. Er is ook een speciale wesp gespecialiseerd
in de nesten: de vuurspinnendoder. Deze wesp met zwarte vleugels heeft eveneens een rood-witte tekening, zij het minder opvallend. In de zomermaanden gaat ze op zoek naar de verborgen woonbuizen. Daar verlamt zij de spin met een steek en legt er haar ei op. In enige dagen vreet de larve de spin met kroost en al leeg en rust dan uit in een stevig zelfgemaakte cocon, alvorens te verschijnen als wesp. De vondst van deze vuurspinnendoder is al even opzienbarend. Men veronderstelde dat ook deze uitgestorven was. Het werd hot News. Journalisten plaatsten de ontdekking van de lentevuurspin als spindoctors in het lentezonnetje. Een rode spin is niet alledaags. Tijdschriften, kranten en televisie gaven deze zeldzaamheid vermaardheid. Lommel werd met veel ruchtbaarheid op de spinnenkaart gezet. Want slechts in acht landen
komen deze beestjes voor, meestal in kleine aantallen. Op de Balim Gronden van de Lommelse heide wordt de populatie tussen de 5000 en 10.000 nesten geschat. Daarmee kent deze eeuwenoude heide vermoedelijk de hoogste dichtheid ter wereld. Een niet te missen kans om dit beestje uit te roepen tot ambassadeur van de bescherming van het Kempense zandbiotoop. Op het goede nieuws volgt meteen de ontnuchtering. De grote populatie leeft in een monument van levend zand, maar is ingekleurd als industrie. Lommel vocht decennia tegen het zand. De schrale grond bood weinig perspectieven op welvaart en het stuwende zand rukte op. Er is getracht om het zand te temmen. Bomen werden geplant, afval gestort om de grond vruchtbaar te krijgen. Heide en duinen werden relicten tussen industrie.
Er is door natuurbeschermers zwaar ingezet op het redden van de lentvuurspinnen via translocaties naar beschermde gebieden, maar de soort is zeer kieskeurig wat haar biotoop betreft en het lijkt er op dat het verhoopte succes uitblijft. Natuur is niet altijd maakbaar. Alles is door de eeuwen heen gevormd en in balans gebracht. Het heeft niet veel gescheeld of de soort was alweer uitgestorven zonder ooit ontdekt te zijn geweest. Vlaanderen is een van de meest versnipperde gebieden ter wereld wat landschapselementen betreft. Af en toe geeft de Kempen zijn geheimen toch prijs. België heeft nu zijn fluwelen kroonjuweel: een bedreigde spin met een hoge aaibaarheidsfactor.
Achilles Cools
(Verschijnt bij AtlasContact, Amsterdam.)
Gierzwaluw Naast de huiszwaluw, de boerenzwaluw en de oeverzwaluw zijn de gierzwaluw en de nachtzwaluw mooie buitenbeentjes. De gierzwaluw (evenals de nachtzwaluw) is echter geen zwaluw. Het is een trekvogel die begin mei arriveert, de laatst aankomende trekvogel in de Lage Landen. Bang wacht ik elk jaar af of ze de grote trek van 7000 km zullen hebben overleefd en of ze weer mijn buren zullen worden. Eerst de mannetjes. Komen altijd terug naar de plaats waar ze de vorige jaren vertoefden. Leuk om zien hoe ze met een groepje arriveren. De vrouwtjes komen wat later en vergroten de groep tot een 20-tal oudere vogels. Ze hebben een levensverwachting van 15 tot 20 jaar en daardoor kan ik spreken van buren die jaarlijks terugkeren naar hun buitenverblijf. Gierend gaan ze door de lucht op zoek naar hun portie insecten. Al vliegend verzamelen ze tot 10.000 insecten per dag. Misschien kijk ik ook daardoor zo naar hen uit? Denkend aan de insectenarme zomeravonden op de loungebank onder de pergola, kijkend en luisterend naar deze prachtige vogels die mijn hart gestolen hebben. De gaten onder de dakrand van de school in het centrum van Balen zijn hun ‘place to be’. Als nestgelegenheid, want rusten, slapen, eten en drinken doen ze al vliegend. Elke avond stijgen ze op naar grote hoogten (3 tot 5 km) om te rusten en de nacht door te brengen. In de vroege ochtend komen ze gierend weer tevoorschijn. Met hun grote spitse vleugels (spanwijdte 45 cm) die sikkelvormig aan het lichaam staan halen ze adembenemende scheervluchten tot 120 km/u. Aan de kerk van Gompel zijn ze ook een jaarlijkse attractie. Gierzwaluwen
Jonge gierzwaluw opgevangen in VOC-Neteland © Frans Emmerechts
zijn altijd druk in de weer. Nu weer scheren ze net boven mijn hoofd, daarna passeren er een tiental rakelings langs elkaar. Oei, ze zijn er nog niet en ik moet al denken aan het moment dat ze ons weer voor negen maanden gaan verlaten. Eind juli, begin augustus zit hun broedseizoen er op en gaan ze samen met hun twee jongen richting evenaar.
Luc De Groof
juli - september 2016
| 23
EEN KORTSTONDIGE ZOMERGAST,
DE WESPENDIEF De wespendief is een roofvogel die elk voorjaar van Centraal- en West-Afrika naar ons land vliegt om hier tijdens de zomer zijn broedsel groot te brengen. Wespendieven lijken sterk op buizerds maar komen in aantal veel minder voor. Een wespendief vliegt vaak met de kop iets opgeheven als een koekoek, een buizerd heeft een dikke, brede kop. Door zijn langere nek steekt de kop verder voor de vleugels uit dan bij de buizerd. De vleugels in glijvlucht zijn bij de buizerd in Vvorm, de wespendief daarentegen houdt de vleugels in een vlak, zijn vleugelslagen zijn meestal langzaam. Op borst en onderlijf is duidelijk een patroon van streepjes waar te nemen. Men noemt dit een tijgerpatroon. De staart van een wespendief is langer, en vertoont smalle dwarsbanden en een bredere eindband. Muizen vormen het favoriete voedsel van de buizerd. Je kunt ze langs de snelweg op paaltjes zien zitten. Misschien komt er een veldmuis voorbij in de berm of wordt er een vogel doodgereden. De wespendief niet: zoals zijn naam aangeeft voedt hij zich met de wespenlarven en de raten in ondergrondse wespennesten. Hij lokaliseert de wespennesten door een tijdlang wespen te observeren op hun weg naar de nest. Om de prooi te bemachtigen, graaft hij met zijn poten de ondergrondse wespennesten open. Daarvoor heeft hij stevige poten met lange nagels en langgerekte tenen. Rond zijn snavel zitten heel wat schubachtige veren, zo kan hij de stekende wespen goed weerstaan. Door zijn afhankelijkheid van wespen verschijnt deze zomergast laat in onze streken. De bomen dragen al veel loof als hij toekomt, wat het vinden van een nest bemoeilijkt. Door die late komst begint de wespendief pas eind mei tot begin juni te broeden. Een nest telt gemiddeld twee jongen. In augustus vliegen de jongen uit. Een studie over het voortplantingssucces, die in Nederland tussen 1974 en 2005 werd uitgevoerd, toonde aan dat gemiddeld slechts een jong per nest uitvliegt. Dit is te weinig om de populatie op peil te houden. Deze bevinding stemt overeen met
de afname van de wespendief in Noord- en West-Europa. Bovendien is het broedsucces afhankelijk van het aantal wespen en dus ook van de warmte en de droogte van de zomer. Een broedseizoen is hard werken voor wespendieven. Ze moeten na hun uitputtende reis uit Afrika een partner vinden, een nest bouwen, eieren leggen en jongen voeren en zichzelf aansterken voor een vlucht terug naar het zuiden. Gewoonlijk broedt de wespendief in oude bossen met hoge bomen en een beschuttende ondergroei, zowel in eiken- en beukenbossen als dennenbossen met voldoende wespen. Hij brengt de meeste tijd door onder de boomkruinen en op de bosbodem. De wespendief is zeer zwijgzaam, je hoort hem zelden roepen en hij kan met enig geluk cirkelend worden gezien. Deze onopvallende levenswijze en het verborgen broedgedrag maken het moeilijk om het juiste aantal wespendieven te schatten. Vermoedelijk telt Vlaanderen 160 à 240 paren. In onze omgeving worden wespendieven regelmatig vliegend waargenomen aan de Ronde Put, het Griesbroek, Den Diel en de Maat. Wespendieven zijn als insecteneters alleen ’s zomers in ons land. De voorjaarstrek piekt in mei, de najaarstrek verloopt tijdens de maanden augustus en september. De trek gebeurt in groepen. Zo werden op de trektelpost Kristallijn-Maatheide op 9 september 2015 32 exemplaren geteld in één bel. Op 20 augustus 2015 werd te Averbode Bos en Heide een groep van 22 vogels waargenomen en op 26 augustus 2015 zelfs een groep van 61 exemplaren. Zoals andere roofvogels zoeken wespendieven tijdens de trek plaatsen op met opstijgende luchtstromingen (thermiek). Vervolgens zweven ze op een lange glijvlucht weg, langzaam hoogte verliezend tot een volgende thermiekbel. In het kader van het Life-project Grote Netewoud tracht men het leefgebied van de wespendief te verbeteren. Door het steeds warmere klimaat worden de larven van wespen echter steeds vroeger geboren. Maar kunnen de wespendieven de klimaatverandering wel bijbenen? Deze Afrikagangers zouden behalve hun broedneiging ook hun voorjaarstrek moeten vervroegen.
René Ducastel Referentie Bijlsma R.G., Vermeulen M., Hemerik L. & Klok C., ‘Demography of European Honey Buzzards Pernis apivorus’ in Ardea, 100-2, 2012. Wespendief foto (boven en onder) © Erik Ducastel
24 | Meander 3
WATERMIJTEN Limnesia curvipalpis
Een paar jaar geleden kwamen mijn kinderen kijken toen ik voor het eerst bezig was een watermijt te determineren voor de poelenwerkgroep Waterleven. Mijn zoon keek naar het petrischaaltje op mijn stereomicroscoop en naar het kleine bruinachtige bolletje dat in cirkels rond zwom en zei, zonder veel interesse, ‘dat is wel heel klein, wat is het?’. ‘Een watermijt’, antwoordde ik. ‘Mag ik eens kijken?’ vroeg hij en voor ik kon antwoorden plaatste hij zijn twee ogen op de oculairs. Na een paar seconden vertrok hij. Mijn dochter moest ook kijken natuurlijk, waarna ze uitbundig, ‘cool!’ zei en vroeg ‘wat is een watermijt?’. Die vraag was in principe vrij simpel, maar ik wist niet direct wat ik moest zeggen. Ik wist natuurlijk wat een watermijt was, maar nog nooit moest ik het uitleggen, zeker niet aan een schattig meisje van 5 jaar oud. Ik begon dus met een voorbeeld: een teek. Een watermijt lijkt op een heel kleine teek. Ze hebben allebei vier paar poten en twee lichaamsdelen: een kop met monddelen en een lichaam, maar watermijten zijn gewoonlijk kleiner, meestal kleiner dan 2 mm, en sommige larven parasiteren op aquatische ongewervelden, niet op honden, poezen of mensen, zoals teken dat doen. Zo legde ik het uit en daarbij bleef het. Ik kon haar nog veel meer vertellen, maar de classificatie is niet simpel (zelfs de deskundigen zijn het niet eens) en mijn dochter bleef niet lang genoeg bij mij om meer te zeggen.
Watermijten Watermijten horen bij de spinachtigen, net als o.a. spinnen, schorpioenen, teken en andere mijten. Ze onderscheiden zich van andere mijten omdat ze voornamelijk in zoet of licht brak water leven. De meeste soorten zijn roodachtig van kleur, maar zij kunnen ook bruin, geel, groen of zelfs blauw zijn. De levenscyclus van watermijten is verschillend en complex, maar de meeste volgen een cyclus van ei naar larve over nimf tot volwassen. De meeste larven leven aanvankelijk als parasiet op wantsen, muggen en andere aquatische ongewervelden en gedragen zich later als predator op watervlooien, zuigen eieren leeg, enzovoort. Watermijten komen voor in stilstaand en stromend water, maar ook in vochtige bodems en bronnen. Sommige soorten kruipen over het substraat en tussen planten, terwijl andere zwemmen dankzij speciale zwemharen op de poten. Omdat sommige soorten typerend zijn voor bepaalde habitats en/of gevoelig zijn voor slechte waterkwaliteit, kunnen ze gebruikt worden als ecologische indicatoren. Watermijten zijn verdeeld in acht verschillende superfamilies en het geslacht Limnesia is één van een 51-tal geslachten die in Nederland voorkomen. De toestand van de watermijten in België is minder duidelijk omdat er tot nu toe weinig aandacht aan werd besteed. Watermijten Limnesia curvipalpis © Paul Hendig
juli - september 2016
| 25
Een bijzondere vondst In april 2015 werd een vrouwelijk exemplaar van Limnesia curvipalpis gevonden in Poel De Vos in Wilders in Geel, samen met drie andere, vrij algemene soorten. L. curvipalpis is zeer zeldzaam. De soort werd voor het eerst beschreven in 1997 en voor het eerst aangetroffen in België in juni 2004 (determinatie in 2009) en in Nederland in 2005. De poelenwerkgroep Waterleven trof een exemplaar aan in april 2013, in een oude visvijver in Neerhelst. De recente vondst in Poel De Vos is dus waarschijnlijk slechts de derde in België. De Latijnse naam wijst op de lange bocht op het eind van het 4de segment van de palpen (twee palpen komen voor net buiten de monddelen), die ook bepalend is voor de determinatie. Ook belangrijk voor de determinatie zijn de heupplaten (epimeren) en het genitaal veld dat centraal
Oude visvijver in Neerhelst © Jeannine Simonis
ligt achter de epimeren. We kunnen L. curvipalpis helaas niet gebruiken als een indicator omdat we er niet genoeg informatie over hebben. Door ze te vinden komen we echter meer te weten. Poel De Vos is een licht eutrofe valleipoel die gevoed wordt door ijzerrijk grondwater met weinig mineralen. Hij is begroeid met verschillende oever- en waterplanten en bewoond door diverse waterbeestjes (MMIF-index van 0,90). In Nederland werd de soort tot nu toe voornamelijk in vennen gevonden en de vondst in 2004 in België was ook in
een (Kempens) ven. De oude visvijver in Neerhelst is echter meer eutroof dan Poel De Vos. De meeste mensen besteden geen aandacht aan watermijten want ze zijn gemakkelijk over het hoofd te zien. Dat is normaal, maar vaak loont het om ook oog te hebben voor de kleinere deelnemers op de aarde.
Paul Hendig
Cultuurprijs voor Big Jump In februari reikte de Cultuurraad van Balen de jaarlijkse cultuurprijzen uit. Ze worden uitgereikt aan personen of verenigingen die het jaar voordien op socio-cultureel vlak bijzondere prestaties hebben verricht met ruime weerklank in of voor Balen. Natuurpunt Balen-Nete werd genomineerd voor de Big Jump die in juli 2015 met succes werd georganiseerd in de Grote Nete, vlakbij de historische Straalmolen. Met maar liefst 74 dappere springers, een dikke 300 kijklustigen en tal van randactiviteiten verdiende ‘de jump’ volgens de Cultuurraad extra aandacht.
26 | Meander 3
De avond van de uitreiking waren we dan ook aangenaam verrast en zeer blij met deze blijk van waardering voor ons harde werk. Onze afdeling kreeg zowel uit naam van de jury, als uit naam van het Balense publiek een derde plaats op het podium. Bij deze willen we al onze vrijwilligers en de deelnemers bedanken voor hun inzet en medewerking.
Wen Thys
Drie mooie natuurwaarnemingen Regenbogen in de lente Op 12 april verschenen er in het centrum van Geel twee wondermooie regenbogen die een kwartier lang aan de hemel schitterden. De beginnende bloei van een kerselaar in combinatie met de regenboogkleuren leverde een mooi tafereel op. Eentje waar we niet voor van huis hoefden te reizen. Soms komt de natuur gewoon naar ons toe, je hoeft hem enkel te zien en te bewonderen.
Kerstine Michielsen
Konik geboren in Zammelsbroek Heuglijk nieuws. Op 14 mei werd een konikveulen geboren in het Zammelsbroek. Moeder en zoon stellen het goed en staan in de wei in Oosterlo, tussen paaltje 2 en 3 van de vlinderroute. Groetjes!
Karel en Andrea Van Roey-Nietvelt
Ringslang in Neerhelst Op 3 april tijdens een wandeling met Juul en Teun in Neerhelst zagen we een jonge ringslang op de hoge maĂŻsakker in haar holletje kruipen. De foto is genomen met een GSM, maar misschien toch nog goed genoeg?
Jeannine Simonis
Oproep! Drie mooie waarnemingen, van Jea nnine, Kerstine, Karel en Andrea deze kee r. Laten we zo voort doen! Zag u zelf iets moois in de natuur in onze regio of in gebieden waar onze afd elingen op uitstap gaan, laat het ons wet en. Bedoeling is om ons tijdschrift nog meer een tijdschrift van alle leden te late n zijn. Stuur je interessante waarneming naar frans.emmerechts@gmail.co m en misschien verschijnt die wel in de volgende Meander! juli - september 2016
| 27
Krulhaarkelkzwammen in het Griesbroek
E
nkele keren per jaar nemen de vrijwilligers van Natuurpunt Balen-Nete deel aan de gemeentelijke zwerfvuilactie. Een activiteit die we met plezier doen, hoewel je er niet bepaald vrolijk van wordt. Tenzij je onderweg een leuke waarneming kan doen. Zo vonden we op 18 maart een groepje mooie dieprode kelkzwammen op rottend loofhout aan Sint-Anneke. Ik contacteerde paddenstoelenkenner Eddie Lavreys die me vertelde dat het om rode kelkzwam (Sarcoscypha coccinea) of krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca) kon gaan, soorten die enkel microscopisch van elkaar te onderscheiden zijn. In de jaren 1980 werden beide soorten gevonden in de Maat, maar sindsdien zijn er geen vindplaatsen meer bekend in het Grote Netewoud, alhoewel volgens natuurbericht ‘Rode Kelkzwammen zitten in de lift’ het aantal vondsten van rode kelkzwammen in Vlaanderen sinds 2000 opvallend toegenomen is.
Kelkzwammen zijn typische winterpaddenstoelen, met een waarnemingspiek in de maand maart. Volgens onderzoek zou rode kelkzwam een voorkeur hebben voor dood hout van es, iep en beuk, terwijl de krulhaarkelkzwam meer op dood esdoorn- en elzenhout voorkomt. Soms kunnen beide soorten op wilgenhout of hout van hazelaar worden aangetroffen. Het determineren op basis van houtsoort is echter wetenschappelijk niet aanvaard, en bovendien moeilijk door de soms verregaande staat van verrotting. Daarom is microscopie van de sporen en van de haren aan de buitenkant van de kelk aangewezen. Deze zijn bij krulhaarkelkzwam vaak spiraalvormig gekruld. In 2015 werden 40 waarnemingen voor rode kelkzwam en 35 waarnemingen voor krulhaarkelkzwam gemeld. Alhoewel de abundantie van beide soorten in Vlaanderen dus gelijkaardig is, is er toch een lichte verschuiving in verspreidingsgebied.
Waar het zwaartepunt van waarnemingen van rode kelkzwam eerder in Oost- en West-Vlaanderen ligt, worden krulhaarkelkzwammen eerder in Antwerpen en Limburg gevonden. In ons geval lieten de microscopiefoto’s geen twijfel bestaan dat het ook ging om krulhaarkelkzwam. Uiteindelijk werden er op de locatie in Balen een 70-tal exemplaren gevonden. Laten we hopen dat we ze er volgend jaar weer kunnen bewonderen.
Eef Weetjens
Spiraalvormige haren Sarcoscypha austriaca © Carina Van Steenwinkel
Sporen Sarcoscypha austriaca © Carina Van Steenwinkel
28 | Krulhaarkelkzwam Meander 3 © Marc Boeckmans
I
n het vroege voorjaar kunnen natuurliefhebbers soms het geluk hebben getuige te zijn van een bijzondere verschijning in de insectenwereld: die van waaiervleugeligen (Strepsiptera), ook wel waaiertjes genoemd. Ze zijn een orde van insecten die bestaat uit soorten met een zeer bijzondere levenswijze. In België en Nederland zijn tot nu toe 5 soorten waargenomen. Ze parasiteren in het lichaam van hun gastheer: solitaire bijen, wespen, cicaden en sprinkhanen. Het zandbijwaaiertje (Stylops melittae) parasiteert op zandbijen uit het genus Andrena o.a. op de grijze zandbij (Andrena vaga). Zandbijwaaiertjes doorlopen hun ganse ontwikkeling in het lichaam van zandbijen en zijn actief van februari tot april. Zandbijen, die geïnfecteerd zijn met een zandbijwaaiertje, komen wat eerder uit dan niet geparasiteerde zandbijen. Hierdoor hebben de larven van de waaiertjes, bij het uitkomen op het hoogtepunt van de zandbijenpopulatie, meer succes in het vinden van een gastheer. De mannetjes hebben waaiervormige vleugels met een spanwijdte van 6 tot 10 mm en leven slechts enkele uren. De vrouwtjes zijn poot- en vleugelloos en bereiken een lichaamslengte tussen de 4 en 10 mm. Zij lijken op larven en zitten goed verborgen in het achterlijf van de zandbij. Hier vallen zij nauwelijks op en blijven vaak onopgemerkt, omdat enkel hun kopborststuk tussen de achterlijfsegmenten van hun gastheer naar buiten steekt. Om een mannetje te lokken verspreidt het vrouwtje feromonen (signaalstoffen). Op de sterk vertakte antennes van de mannetjes zitten chemoreceptoren, waarmee ze de feromonen van de vrouwtjes kunnen opvangen. Omdat de mannetjes geen geweldige vliegers zijn, zorgt het vrouwtje ervoor dat de geparasiteerde zandbij zodanig wordt beïnvloed, dat deze nauwelijks nog actief is en stil blijft zitten. De zandbij wordt zo goed als
Waaiertjes
Zandbijwaaiertje manl
MET EEN BIJZONDERE LEVENSWIJZE foto’s en tekst:
Paul Wouters+Marianne Horemans lam gelegd, waardoor het mannetje een grotere kans heeft om met het vrouwtje waaiertje te paren op het lichaam van de zandbij. Na de paring wordt de blokkade in de zandbij door het vrouwtje waaiertje opgeheven en kan de zandbij terug wegvliegen. Na de bevruchting van haar eitjes in het lichaam van het vrouwtje zandbijwaaiertje, verlaten vele minuscule larven haar lichaam en worden ze, via het bloembezoek van de zandbij, verspreid over een groot aantal bloemen. Hier krijgen de larven de kans om een nieuwe gastheer te vinden en zich mee naar het nest van de zandbij te laten vervoeren. In het nest van de zandbij infecteert de larve van het zandbijwaaiertje de larve van de zandbij. De verdere ontwikkeling tot volwassen insect vindt aanvankelijk plaats in de bijenlarve. Na de verpopping van de zandbij, breekt de parasitaire larve door de huid van de gastheer, vaak tussen twee tergieten van het bijenachterlijf en vervelt voor de laatste maal. Het vrouwtje waaiertje steekt dan met haar kop buiten het lichaam van de bij, terwijl het mannetje waaiertje een pop vormt, die tussen de tergieten naar buiten steekt
en twee oogvlekken bezit. In het vroege voorjaar doet het zonlicht het mannetje uitkomen en zijn gastheer verlaten, zodat hij op zoek kan gaan naar een vrouwtje. Eén enkele zandbij kan verschillende exemplaren van het zandbijwaaiertje bevatten. Je kan zandbijwaaiertjes ontdekken op zonnige plaatsen waar zandbijen nestelen. Grijze zandbij man met zandbijwaaiertje parend
Grijze zandbij met zandbijwaaiertje vrouwtje
juli - september 2016
| 29
Jan Kok tuinarchitectuur
mail: info@jankok.be
www.jankok.be
EEN NIEUWE KIJK OP OPTIEK VANDERLINDEN Een hoge vakkennis en jarenlange ervaring gecombineerd met moderne apparatuur en een vernieuwde winkel garanderen de beste service. Optiek Vanderlinden, sinds 1953 uw vertrouwen waard!
OP LOEPEN EN VERREKIJKERS Nikon, Steiner, Minox, Huygens: 10% korting voor leden van Natuurpunt!
ZONDAG
7 AUG 2016
- FEEST VOOR IEDEREEN -
DE WATERMOLEN HERLEEFT! Poort naar het grote netewoud ONTDEK DE TOEKOMSTPLANNEN VAN DE SITE WATERMOLEN EN STEUN DE RENOVATIE (WATERMOLEN 8 • MEERHOUT) VOORLOPIG PROGRAMMA tussen 8u en 12u ONTBIJT OF BRUNCH WANDELINGEN: • 6u en 10u • vroegochtendwandeling, • vanaf 13u30 • gegidste (vlinder)wandelingen, • doorlopend vrije wandeling mogelijk REUZETERRAS: geniet van bio-streekbieren, hapjes, live muziek KINDERANIMATIE NATIONAAL VLINDERWEEKEND: vlinder expo, workshops en spel voor kinderen