De Modelbouwer - nr. 4 - 2014

Page 1

De Modelbouwer

Model

STOOMMODELBOUW

SCHEEPSMODELBOUW

Nog een stoomturbine...

Zhengjiang jonk

NUMMER 4 • 2014

€ 5,95

SPOORWEGMODELBOUW

Schuivende schuifdeuren

WERKPLAATS & TECHNIEK

Velleman 3D printer bouwen

Chevrolet autoladder 1957 - (1:14) NVM


T

G

EZ

O

CH

WEBREDACTEUR

De Nederlandse Vereniging voor Modelbouwers (NVM) is op zoek naar versterking van de redactie met een webredacteur.

Je taken zijn:

Functie eisen:

- het bijhouden van nieuwe publicaties en producten van de NVM, gerealiseerd binnen De Modelbouwer. - het beheren van het online tekeningarchief. - Hij/zij heeft nauw contact met de leden van de redactie van De Modelbouwer over op te nemen artikelen en de medewerkers van het Online tekeningarchief over nieuwe tekeningen. - Daarnaast voert hij/zij overleg met de uitgever MPM over nieuwe producten die MPM wil toevoegen aan haar producten. - Ook kijkt hij naar ontwikkelingen en nuttige informatie buiten de directe input van de NVM en MPM. - Hij/zij beoordeelt de informatie, bewerkt deze en plaatst ze op de website.

- Hij/zij beschikt over kennis en ervaring op het gebied van het verzorgen van informatie voor een website. - Heeft goede redactionele vaardigheden. - Moet systematisch kunnen werken - Flexibiliteit - Goede sociale vaardigheden - Kennis van modelbouw is een voordeel, niet noodzakelijk Het tijdsbeslag is moeilijk in te schatten, dat hangt sterk af van de kennis en vaardigheden. Vooralsnog wordt er van uit gegaan dat de website minimaal wekelijks wordt getoetst en bijgewerkt.

Informatie: Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de hoofdredacteur van De Modelbouwer:

NVM

NEDERLANDSE VERENIGING VAN MODELBOUWERS

Gerrit Volgers. E-mail: gjvolgers@onsbrabantnet.nl Telefoon: 06 - 206 17 806


Model

In dit nummer: Gerrit Volgers Hoofdredacteur

Veel rubrieken, veel technieken Centraal in dit nummer staat het thema automodelbouw in de meest uiteenlopende verschijningsvormen. Naast een replica 1:1 van een Benz driewieler uit 1886 is het maken van een Jeep uit een frisdrankblikje beschreven. Het zwaartepunt ligt deze keer op de bouw van brandweerwagens: enerzijds een nostalgische Chevrolet, RC bestuurd in schaal 1: 14, anderzijds in de serie DC-Car het inbouwen van geluid in twee brandweerwagens. Ook in die categorie valt het maken van een constructie voor het afstempelen van vrachtwagens en het 3D printen van z.g. Storz koppelingen van brandweerslangen. In de categorie automodelbouw hoort ook een nostalgische Bedford groentewagen in 1:87 enbouwers van modellen in polystyreen kunnen hun hart ophalen bij de plaatjes van het bezoek dat ik heb gebracht aan Zeger van Hattem. Geen bouwdozen, maar volledig scratch! Bij het printen van de Storzkoppelingen is gebruik gemaakt van de nieuwste aanwinst van het fablab in Dronten: de Portobello stereolithografie laserprinter, ontdekt tijdens de beurs Rapid Pro. Op deze beurs stonden de laatste ontwikkelingen op het gebied van CNC technieken en machines, welke steeds meer in het bereik van de model-bouwer komen. Het artikel over de bouw van een 3D printer getuigt daarvan en laat meteen zien dat daarbij nog wel het één en ander komt kijken. Om te voorkomen dat degenen die het oude handwerk nog beheersen niet aan hun trekken zouden komen is in de rubriek scheepsmodelbouw de verslag van de bouw van de bekende Smit Rotterdam opgenomen en een beschrijving van de bouw van een Chinese jonk. Voor de metaalbewerker is er de stoomturbine en de kortstraalbuis en in de spoorweg modelbouwrubriek een animatie van werkende schuifdeuren van een goederenwagen. En daarmee ligt er weer een blad voor u dat heel weer veel technieken en toepassingen in de modelbouw beschrijft.

AUTOMODELBOUW • • • • • •

Chevrolet Autoladder 1957 Functionerenede stempels bij RC modellen Ombouw Brandweerwagens met geluid in 1:87 Een Engelsman met een Amerikaans gezicht, Bedford TA Bouwbeschrijving van een blikken Jeep Benz driewieler uit 1886

STOOMMODELBOUW • Het zit in de lucht... of de stoom, nog een stoomturbine 24 • Keerkoppeling 26

SCHEEPSMODELBOUW • • • •

Bouw van een Zhenjiang jonk Smit Rotterdam (1975) Damen Stan Tug 1606 (deel 2) Kortstraalbuisroer, hoemaak je dat?

30 34 38 42

SPOORWEGMODELBOUW • Schuivende schuifdeuren

44

WERKPLAATS & TECHNIEK • Rapid prototyping: ook voor modelbouwers • 3D printen van brandweertoebehoren • Een 3D printer bouwen waarom? (deel 1)

46 48 50

VERENIGINGSNIEUWS • Algemene Ledenvergadering NVM 17 mei 2014

54

Vaste Rubrieken

Tot slot vestig ik uw aandacht nog op de Algemene Ledenvergadering die op 17 mei 2014 in De Meern wordt gehouden en waarvan de agenda te vinden is op pagina 54

• • • • •

Aan deze uitgave werkten mee:

IN DE VOLGENDE MODELBOUWER:

Harry van Bruggen, Gerrit Volgers, Herman van Riel, Rob Mooij, Ton Nijenhuis, Hans Papanhuijzen, Piet Bogaards, Martin Alewijn, Louw, Eijben, Leo Versnel, Maarten Flederus, Kornelis Polderdijk, Rob Mooij, Fred Keislair, Arnold van der Wijde

4 10 12 14 16 20

Spaanders MIC-Berichten Voor uw agenda Adressen van aangesloten verenigingen Colofon

55 56 57 58 59

• De bouw van een classic replica “Rainbow” (deel 1) • Nieuwe aandrijving RC truck • Belevenissen met Magnorail

De volgende ‘Modelbouwer’ wordt omstreeks 8 mei 2014 verzonden. Dit blad verschijnt 10 keer per jaar.

NVM

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 3


AUTOMODELBOUW

Chevrolet Autoladder 1957, Soms moet je gewoon een beetje geluk hebben met de hobby en vorig jaar had ik zowaar dat beetje geluk! Toen ik een paar maanden geleden een beetje aan het rondneuzen was op de Amerikaanse eBay, viel mijn oog plotseling op een speelgoed Chevrolet pickup truck, met kabelbesturing. De beschrijving van dit model was erg beknopt, maar het zou hier gaan om een Chevrolet Cameo uit de jaren ‘50.

Fabrikant onbekend, en helaas gold dit ook voor de schaal......Na contact te hebben gezocht met de verkoper, bleek dat het om een model ging met een schaal van ongeveer 1:12. In eerste instantie viel dit model dus af, omdat ik uitsluitend in 1:14 bouw, maar na wat googelen bleek dat de Chevrolet vrachtauto uit die tijd wat betreft de vorm van de cabine vrijwel identiek was aan de pickup, alleen was deze een slagje groter. Na wat rekenwerk bleek de 1:12 pickup prima om te bouwen naar een 1:14 vrachtauto, waarbij er nog wel wat moest gebeuren aan de grille, het dak en de wielkasten, want deze delen waren bij de vrachtwagen totaal anders dan bij de pickup. Omdat er verder niet werd geboden op het model, en de prijs dus erg laag bleef, besloot ik het model te kopen (de verzendkosten waren hoger dan de prijs van het model). (Figuur 1). Brandweerauto’s van dit type Chevrolet waren in de jaren 50/60 van de vorige eeuw een bekende verschijning in de Nederlandse kazernes, dus er was fotomateriaal genoeg te vinden. Hoewel ik eerst een autospuit wilde maken, leek het me ook wel een uitdaging om een autoladder uit die tijd te bouwen. Ook al omdat we bij onze modelbouwvereninging MBVP in Papendrecht nog niet een dergelijk model op de baan hadden rondrijden.

Figuur 1 Het speelgoed model

4 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Figuur 2. Het front

Harry van Bruggen

Uitgangspunt was, dat alles volledig functioneel via de zender te bedienen zou zijn. De ladder zou daarbij niet het grootste probleem worden. Maar omdat de stempels uit die tijd erg klein en smal waren, en er dus weinig ruimte overbleef voor een aandrijving, moest er een andere manier bedacht worden om de stempels op een realistische manier aan te sturen... en dat viel nog niet mee. Toen ik het model eenmaal binnen had, viel de detaillering erg tegen, bovendien waren alle kleine delen (handgrepen,ruitenwissers ed.) allemaal mee gegoten, en dus niet zonder schade aan het model te verwijderen. Ook bleek het plastic van dit model erg breekbaar, zodat ik erg voorzichtig te werk ben gegaan bij het demonteren. (Figuur 2).

De Cabine Allereerst ben ik begonnen met een aanpassing van het dak, vervolgens uit 12 mm vierkant massief styreen de zo markante grille gevijld. (Figuur 3).

Figuur 3. De nieuwe grille


schaal 1:14 De bestaande grille is er vervolgens uitgeslepen, en op de rand aan de binnenkant voorzien van heel dun styreen. ( Figuur 4). Daarna zijn de wielkasten aangepast. In tegenstelling tot de pickup, heeft de vrachtwagenuitvoering ronde wielkasten en zijn uiteraard ook iets groter. Omdat ik voor deze autoladder eigenlijk alleen de cabine heb gebruikt, had ik genoeg materiaal over om “nieuwe” wielkasten te maken. (Figuur 5). (Ik heb nog even zitten twijfelen of ik het Chevrolet embleem los zou slijpen om het te laten verchromen, want dat zou wel erg mooi zijn, maar het risico de neus te vernielen leek me te groot.....Wel heb ik het V8 embleem weggeschuurd, want dat was echt geen gezicht en nooit aanwezig geweest op de vrachtwagen uitvoering van deze Chevrolet. Eigenlijk zit het typeplaatje ook niet op de juiste plek, bij de vrachtwagen zat het meestal wat hoger geplaatst op het spatbord. (Figuur 6).

Figuur 6. De vrachtwagen uitvoering

De bumper is gemaakt van 2 stripjes halfrond profiel, gesoldeerd op een messing strip van 16mm, waarna de bumper in de vorm van de neus is gebogen. Een antenne ontbreekt voorlopig nog op dit model, omdat ik niet weet of deze aanwezig is geweest op deze autoladder..... Communicatie tussen brandweervoertuigen onderling kwam pas op gang eind jaren ‘50. Het wachten is dus nog op een goede foto.

VOOR PRECISIEWERK BESTAAT HET JUISTE GEREEDSCHAP

Precisiedraaibank FD 150/E. Licht, stabiel en nauwkeurig. Voor spindel toerental van 800 - 5.000/min! Voor vlakdraaien, langsdraaien, draad snijden, boren en tappen. De maximale spindel snelheid maakt het ook mogelijk om de kleinste onderdelen te bewerken! As-afstand 150 mm. Center-

Figuur 4. Wijzigingen aan het front

hoogte 55 mm. Drieklauwplaat spant tot 60 mm. Afmeting 360 x 150 x 150 mm. Gewicht 4,5 kg. Proxxon heeft nog 50 andere machines in het programma en een breed assortiment toebehoren voor uiteenlopende doeleinden.

FD 150/E

Vraag nu geheel vrijblijvend en kosteloos een catalogus aan.

www.proxxon.nl Figuur 5. Gewijzigde spatschermen

PROXXON GmbH - D-54343 Föhren - export@proxxon.com

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 5


Figuur 7. Materiaalkast en tranenplaat

Figuur 9. Opbouw achter

DE MATERIAALKAST

Het onderstel

De materiaalkast achter de cabine is gemaakt uit styreen en dat gaf meteen al weer een probleempje. De brandweerauto’s in de jaren 50/60 werden uitgerust met een soort noppenprofiel in plaats van de huidige tranenplaat..... Toen mijn buurman van iets in de 70 een kijkje kwam nemen bij de hobby, was ik juist klaar met de kast, en had hierbij styreen van Plastruct gebruikt met de (veel te moderne) tranenplaat. Nadat deze buurman me er even fijntjes op had gewezen dat dat echt niet gebruikt werd in 1957, moest ik op zoek naar de juiste noppenplaat. Zoals zo vaak, zoek je naar je paard en zit je erop. De verpakking van mijn multitool had de perfecte noppenstructuur! Bovendien bleek het precies genoeg te zijn voor de kast, en voor de opbouw voor de draaistoel. (Figuur 7).

Als onderstel heb ik gekozen voor Wedico, vooral omdat er erg veel ruimte nodig is voor alle onderdelen van de aandrijving van de ladder en stempels. Zo’n lekker simpel U profiel van Wedico is toch niet zichtbaar bij deze autoladder en is er genoeg ruimte om de diverse steunen ed. vast te schroeven. Omdat het gewicht van deze autoladder toch vrij laag is gebleven, kon ik een relatief kleine vertragingsmotor gebruiken voor de aandrijving. Met een toerental van 150 rpm moet er niet een al te grote calamiteit plaatsvinden op de baan, want snel gaat het niet.... Door de motor zo laag mogelijk te plaatsen, blijft er genoeg ruimte over voor de aandrijving van de stempels. De kruiskoppeling komt uit een 1/8 Losi eight offroad auto (echt onverwoestbaar!) Hoewel het hier om en 1/16 onderstel gaat, bleek het toch nog te groot voor een 1/14 Chevrolet uit de 60 jaren en dus moest de spoorbreedte iets verkleind worden (voor 148 mm en achter 158 mm) De wielbasis is ingekort tot 33,2 mm. Op de foto staat de Chevy nog op de Wedico banden, maar deze zijn inmiddels vervangen door 1/16 Robbe banden. Omdat deze net iets kleiner zijn oogt het geheel ook veel beter. (Figuur 8).

Het verlijmen van deze kunststof viel wat tegen, maar met Special Plastic van Pattex lukte het tenslotte prima. In de kast is precies genoeg ruimte voor de accu, gelukkig maar, want nadeel van deze autoladder is, dat het een erg lage opbouw is, en er dus weinig ruimte overblijft voor de elektronica, aansturing van de ladder, stempels ed.

Figuur 8. gemonteerd op Wedico chassis

6 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014


Figuur 10. Onderdelen draaistoel

Figuur 11 Nog meer onderdelen…

Opbouw

De draaistoel

Er hebben in het verleden autoladders in verschillende uitvoeringen rondgereden in Nederland, maar bij deze Chevrolet is gekozen voor een Metz opbouw. Enerzijds omdat ik de markante Metz stoel erg mooi vind, anderzijds omdat er een exemplaar is gerestaureerd door de brandweer van Renkum en er dus behoorlijk fotomateriaal te vinden was. De opbouw kon ik lekker simpel houden, maar moest wel goed stevig worden i.v.m. het dragen van de draaistoel. Een plaatje MDF van 12 mm geeft voldoende stevigheid en een lager (onder de ring op de foto) van 40x10mm zorgt ervoor dat de draaistoel probleemloos kan draaien. (Figuur 9).

De Metz-Draaistoel is gemaakt uit styreen en de dragende delen van messing.( Figuur 10. En Figuur 11) Voor het heffen en neigen van de ladder heb ik de aandrijving gebruikt van een geschutskoepel uit een Heng Long 1/16 tank. De vertragingsmotor is rechtop geplaatst in de stoel. Op de foto is een stukje draadeind te zien, waarmee de vertragingsmotor evt. nog iets naar links of rechts kan worden bijgesteld ten opzichte van het tandwiel van het hefgedeelte. (Figuur 12)`

Voor de materiaalkasten is weer styreen van 1mm gebruikt. Aan de achterzijde is het handwiel te zien, waarmee destijds het verenpakket vastgezet kon worden. De achterlichten (evenals de spiegels) zijn misschien iets te modern voor een auto uit de jaren 50/60, maar dit type autoladder heeft bij enkele korpsen in Nederland dienst gedaan tot diep in de jaren ‘70, in enkele gevallen tot in de jaren ’80. Het is dus niet ondenkbaar dat een dergelijk voertuig tijdens groot onderhoud modernere achterlichtunits kreeg... Op de foto zijn de stempels al te zien. Deze zijn gemaakt van Ø8mm en Ø6mm messing buisprofiel. De werking en uitvoering van deze stempels wordt in een apart artikel volgende uitgave van De Modelbouwer beschreven. Afhankelijk van de indeling

VOOR PRECISIEWERK BESTAAT HET JUISTE GEREEDSCHAP

Specialisten voor het fijnboren, slijpen, polijsten en reinigen.

Industrie-boorslijper IBS/E

500 gram wegende elektronische machines met 220 - 240 Volt aansluiting. De kop van de behuizing is uit aluminium gegoten. Gebalanseerde DC-speciale motor - krachtige, extreem rustig en lange levensduur. Proxxon heeft nog 50 andere

Langehals-haakse slijper LHW

machines in het programma en een breed assortiment toebehoren voor uiteenlopende doeleinden.

Bandschuurmachine BS/E

Vraag nu geheel vrijblijvend en kosteloos een catalogus aan.

www.proxxon.nl Figuur 12. Tandwielaandrijving ladder

PROXXON GmbH - D-54343 Föhren - export@proxxon.com

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 7


Figuur 13. Draaistoel klaar voor montage De draaikrans van de tank is doormidden gezaagd en bevestigd aan het hefgedeelte. Omdat hier veel kracht op wordt uitgeoefend tijdens het heffen, maar vooral tijdens het neigen met uitgeschoven ladder, was het wel zaak dit tandwiel exact in het midden te plaatsen en vooral goed te bevestigen. Acht M3 schroeven van 52mm lengte zorgen ervoor dat beide delen van het hefgedeelte goed zijn gefixeerd en er geen beweging in te krijgen is. Toch blijft op deze manier alles (in tegenstelling tot verlijmen) alles lekker toegankelijk voor onderhoud en evt. reparatie. Deze toch wat experimentele aandrijving is verbazingwekkend sterk en betrouwbaar gebleken, en heeft nog geen krimp gegeven tijdens de laatste demo’s. (Figuur 13). Voor het draaien van de stoel heb is een mini vertragingsmotortje gebruikt (6 rpm. bij 6 Volt) Omdat de stoel erg soepel draait in het lager, hoeft het vertragingsmotortje niet veel kracht te leveren. Toen ik, eigenlijk als proef, de stoel liet draaien met lego tandwielen, bleek dat erg goed te werken. Helaas kon dat niet gezegd worden van de messing tandwielen, die ik er speciaal voor had aangeschaft. Waarschijnlijk was de vertanding ook net iets te fijn van deze tandwielen en liep de draaikrans af en toe “vast”. Uiteindelijk toch maar besloten de lego tandwielen te gebruiken en deze doen het tot op heden prima! De ladder bestaat uit een aangepaste Bruder ladder. Deze is verlengd, en het 3e ladderdeel is zelfgemaakt. (Figuur 14). Op de plek van het handwieltje voor het in/uitschuiven van het 2e ladderdeel is ook weer een mini-vertragingsmotortje geplaatst en door middel van een lijn en katrolletjes laat deze op zijn beurt het 3e ladderdeel in en uitschuiven. (Figuur 15) Het motortje maakt 30 omw/min. en dat geeft een heel realistisch beeld. In de toekomst wordt de ladder nog vervangen door een “echte” Metz, want deze “speelgoed” ladder doet wel wat afbreuk van het model.

8 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De bemanning Net als bij mijn andere modellen, heb ik een jaren ‘50 brandweerman gemaakt van een dr. Who figuurtje. Op de Engelse eBay worden deze figuurtjes bij bosjes aangeboden. Ze zijn prima te gebruiken, omdat ze ongeveer schaal 1:13 of 1:14 zijn. Dit in tegenstelling tot de figuurtjes die vaak in Nederland worden aangeboden, want die zijn vaak schaal 1:16.(Figuur 16). Veel comfort heeft onze vrijwillige spuitgast trouwens niet, veel meer dan een bank van skai en een simpel dashboard was destijds niet in de Chevrolet te vinden....Vreemd genoeg was er erg weinig fotomateriaal te vinden van dit type Chevrolet, zodat ik het interieur een beetje heb moeten gokken. Voorlopig zit deze bestuurder nog alleen, maar zijn collega is inmiddels besteld.

Zwaailichten Een bevriende modelbouw-collega heeft voor mij 2 fantastische zwaailichten gemaakt met per zwaailicht acht SMD LED’s. Zelf heeft hij weer een bevriende Duitse modelbouwer en deze heeft gezorgd voor 2 “looplicht” printjes die de LED’s aansturen. De snelheid is traploos te regelen, en ik heb het nu zo afgesteld dat, net als destijds, het ene zwaailicht sneller draait dan de andere. De schijnwerpers werken inmiddels ook en in het gebruikte 4mm vierkant buisprofiel van messing voor de laddersteun is nèt voldoende ruimte voor alle draden, want dat zijn er nogal wat!(Figuur 17) Deze laddersteun zit vastgeschroefd aan het chassis met vier M2 schroefjes.

Puntjes op de i Zoals reeds eerder vermeld is er weinig ruimte om alle elektronica en aansturing onder te brengen, maar gelukkig wordt deze elektronica steeds kleiner, waardoor het toch is gelukt alles onzichtbaar weg te werken. De X-tools soundmodule zorgt voor de sirene (hoewel deze iets te


modern is). Printjes van CTI zorgen voor de schakelingen. Het voertuig is gespoten in RAL 3000 rood van Motip. De reeds eerder genoemde modelbouw-collega gaf nog de tip, dat in de jaren 50-60 de brandweerauto’s vaak werden uitgerust met een verlicht BRANDWEER bordje op, of in het dak. In model is dit bordje gemaakt van messing, en 2 LED’s zorgen voor de (nog iets te felle) verlichting. Het woord Brandweer is gewoon geprint op papier met een hele fijne structuur en vervolgens aan beide kanten beplakt met een plakband, welke net niet helemaal doorzichtig is. Hierdoor ontstaat een wat diffuus licht. Het brandweerschildje is afkomstig van een speldje en de auto is voorzien van de decals van de fictieve gemeente Brugleuningerveen. (Figuur 18) Figuur 14. De ladder in onderdelen

Figuur 15. Aandrijving uitschuiven ladder Figuur 16. Bemanning

VOOR PRECISIEWERK BESTAAT HET JUISTE GEREEDSCHAP

MICRO-frees MF 70. Traploos regelbaar van 5.000 - 20.000/min. Klein maar fijn! Met een speciaal uitgebalanceerde motor kunt u bij hoge snelheden trillingvrij werken, zelfs bij het gebruik van kleine frezen. Afmeting 340 x 225 x 130 mm. Gewicht 7 kg.

Figuur 17. Zwaailicht en schijnwerper

Met 6 spantangen van 1,0 t/m 3,2 mm en de afgebeelde spanklauwenset. Proxxon heeft nog 50 andere machines in het programma en een breed assortiment

MF 70

toebehoren voor uiteenlopende doeleinden.

Vraag nu geheel vrijblijvend en kosteloos een catalogus aan.

www.proxxon.nl Figuur 18.

PROXXON GmbH - D-54343 Föhren - export@proxxon.com

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 9


AUTOMODELBOUW

Functionerende stempels bij Om de ladder van de Chevrolet ladderwagen te kunnen uitschuiven was het noodzakelijk om het voertuig te stempelen. Verschillende oplossingen passeerden de revue (waarbij het lid zijn van MBVP een essentiële bijkomstigheid bleek) werd besloten tot de volgende oplossing: - Het stempelen met functionerende modelstempels werd geïmiteerd. - Het afsteunen zelf gebeurt door het blokkeren van de veren.

Het principe van het stempelen Probleem bij het maken van een werkende afstempeling is het gebrek aan ruimte. Er moeten twee bewegingen worden gerealiseerd: - Het uitschuiven van de steunen, - Het laten zakken van de stempels. En op schaal 1:16 is de doorsnede van de stempelcilinder niet meer dan 6mm. Het verlossende idee kwam van Fred (brandweerman) Keislar: monteer twee veertjes in serie: een licht veertje in de stempel, een zwaarder veertje de steun en beweeg de stempel en steun met een staaldraadje. In Figuur 1 is het principe geschetst. Boven de stempel is een veertje gemonteerd in de verticale geleiding. Tussen de uitschuifbare steun en het chassis is een tweede veertje aangebracht. Aan de stempel zit een dun staaldraadje dat via een kleine polie de steun in gaat. Via een tweede poelie gaat het draadje naar een moer op een draadstangetje. Dit wordt aangedreven door een elektromotor. Ingeschoven staan de veren ingedrukt. Door het motortje te laten lopen verplaatst de moer zich en ontspant als eerste de sterkere veer van de steun: deze schuift uit. Als de veer ontspannen is komt de tweede (minder sterke) veer van de stempel in werking: deze schuift uit tot hij de grond raakt. Voor het intrekken wordt de draairichting van de motor omgekeerd. De snelheid wordt geregeld door de spanning op de motor.

Uitvoering Figuur 2 geeft de principe tekening van de uitvoering. De stempel is een buisje van Ø6x4. Hierin is ter hoogte van de steun een aanslag Ø4x3 gesoldeerd. De uitschuifbare steun is messing koker-

10 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Figuur 1 Schets aandrijving stempel

Figuur 2 Maatschets uitvoering

profiel vierkant 8x6mm, de chassissteun is vierkant 10x8mm. In de laatste is ook weer een veeraanslag gesoldeerd. Figuur 3 laat het inwendige van de samenstelling van het geheel zien. De aangegeven maten zijn gebruikt in de Chevrolet (Schaal 1:16, zie Figuur 4? ze kunnen worden aangepast aan het eigen model.

Figuur 3 Het inwendige


RC modellen

Figuur 4 Uitvoering Chevrolet. In het midden de omkeerrollen

In de chassis koker is aan de onderzijde een gleuf gefreesd. Een schroefje in de uitschuifbare koker bepaalt de slag ( Figuur 5). Omdat de steunen op zich worden bediend is afgezien van eindschakelaars. Eén motor bedient de voorste stempels. Eén de achterste. Door tussen de staaldraad en de moer een schroefje aan te brengen kan de positie worden ingesteld. De motortjes

Gerrit Volgers & Harry van Bruggen

Figuur 5. Onderzijde met de slagblokkering

zijn 6V motoren met vertraging. Uiter-mate robuust en zeer goedkoop (o.a. via E-Bay)

Het afsteunen De kracht van de stempels is te klein om voldoende stabiliteit te geven bij alle posities van de ladder. Dit is opgelost door daarnaast de veren van de achteras te blokkeren.

Een klein elektromotortje met vertraging verdraait een hefboompje met daarop een stukje rubber. Door de wrijving tussen het rubber en het veeroog wordt de veer geblokkeerd. Zie Figuur 6 en Figuur 7. In Figuur 8 zien we het motortje van de veerblokkering met de overbrenging. Deze motortjes zijn dezelfde als gebruikt voor de stempels.

Figuur 6 Veerblokkering los

Figuur 7 Veerblokkering vast

Figuur 8 Motor veerblokkering. Vooraan en links de aandrijving van de stempel

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 11


AUTOMODELBOUW

Ombouw brandweerwagens met geluid in 1:87 Gebruikte modellen: Mercedes-Benz MK 88 Busch 43851, MAN 635 Faller 161580 Herman van Riel

Gebruikt materiaal Tiny K1 Luidspreker Diode Hallsensor HG 1

1x 1x 1 x 1V4148 1x

Onderdelen leverbaar door MiniatuurA: zie www.miniatuura.nl

geluid wordt aangezet gaan tevens de zwaailampen aan het werk.

Afbeelding 3 en 4 Afbeelding 2 Bij brandweerwagen modellen met een grote achterbak is ruimte voor een luidspreker en een speciale chip die een sirene geluid genereert. De Tiny K1 (Zie website MiniatuurA: Sirenegeluid K1 Chip) produceert het geluid van een tweetonige brandweersirene en heeft daarnaast nog uitgangen voor twee zwaailichten en een flitslicht. Zie afbeelding 1 voor de chip met bedrading. De luidspreker (ook verkrijgbaar bij MiniatuurA) wordt in 2 delen geleverd. De eigenlijke luidspreker en een losse klankkast. Deze klankkast kan zelf op de luidspreker worden gelijmd. Bij ruimtegebrek kan de klankkast weggelaten worden en de bak van de brandweerauto als klankkast gebruiken. De door mij omgebouwde auto’s hadden voldoende mogelijkheden om deze in te bouwen.

Afbeelding 1

12 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Afbeelding 2 Bij de MAN is aan de voorkant een deel van de bak weggezaagd en de luidspreker er in gelijmd. De buitenkant van de rode kast kan er later overheen worden geschoven. Naar wens kunnen hier ook nog wat gaten in gemaakt worden voor een beter geluid maar naar mijn mening is dit niet nodig. De chip voor het sirenegeluid kan ook in de achterbak een plek vinden maar dat is afhankelijk van de gekozen accu. Zelf kies ik liever een zo groot mogelijke accu om een wat langere rijtijd te krijgen. Daarom is bij dit model de K1 chip onder tegen de motorkap met 2-zijdig kleefband gemonteerd. De chip heeft ook aansluitingen voor zwaailampen en flitsers. De weerstanden kunnen er naast in de schuin toelopende kap gelijmd worden. Het is dan niet nodig om de draden daarvan naar achter te leiden, als het

Afbeelding 3

De Mercedes-Benz heeft genoeg ruimte voor de luidspreker, ondanks de grote AAA batterijen. De luidspreker is rechtop gezet daar er genoeg hoogte is en de achterlicht units met lichtgeleiders er nog bij kunnen. De Tiny K1 is verder naar voor op de bodem van de bak geplaatst. De K1 chip heeft in de aanvoerleiding wel een diode 1N4001 nodig (de kleinere 1V4148 werkt ook). Zie afbeelding 3. Het schema staat op wiki.( http://wiki.dc-car.de/ images/2/2d/Soundmodul1.png) en is hieronder weergegeven. De bediening van de geluid en zwaailichten kan met een handzender gebeuren maar ook (goedkoper en automatisch) met een functiebouwsteen. Deze bouwsteen kan op 9 functie groepen worden ingesteld met dipswitches en binnen iedere groep zijn er 8 mogelijkheden. Het instellen van de decoder is bij handzender en functiebouwsteen niet nodig, die doen het direct. De goedkoopste methode is echter met gebruikmaking van een Hallsensor (1,50 euro en 4 euro voor 10 magneten).


Afbeelding 4

Afbeelding 5

Schema aansluiten geluidsmodule Tiny K1

Afbeelding 5, 6 en 7 Het in- en uitschakelen van de K1 gebeurt hier met een Hallsensor (HG1) die in het voertuig zit. Deze sensor werkt op een magnetisch veld, de magneet zit in het wegdek De Hallsensor is polariteit gevoelig: is de magneet in het wegdek andersom gemonteerd dan reageert de sensor niet. Zo kunnen bijvoorbeeld hulpvoertuigen en bussen anders gepoold zijn en door hun CV instellingen andere opdrachten uitvoeren. Zoals zwaailichten en geluid aan bij de

Afbeelding 6

brandweer en politie auto’s. Maar ook bijvoorbeeld bussen die stoppen bij een halte en de verlichting en richtingaanwijzers aan doen. Bij het ene soort voertuigen dient men de sensor met de tekst naar beneden monteren en bij de andere met de tekst naar boven. De magneten in het wegdek moeten dan ook hierop aangepast worden. Een bus moet natuurlijk wel bij de halte stoppen en niet bij de uitrit van de brandweerkazerne stil gaan staan. De sensor kan bij de Mercedes

eenvoudig onder de linker treeplank worden gelijmd: zie afbeelding 5 (Rechts zit het reed contact!). De aansluitstrips van de sensor haaks in de gewenste richting ombuigen en door gaten in de bodem naar boven leiden. De MAN heeft de bak en treeplanken te hoog zitten en moest er een stripje gemaakt worden om de sensor dicht genoeg naar het wegdek te brengen. (Zie afbeelding 6 en 7). De aansluitingen zijn iets verzonken in de voorkant van de bak gelijmd, nadat de rode kap er overheen is gezet zijn deze bijna niet meer te zien. Alleen het gedeelte op de aangebrachte verlaging. Met een likje witte verf kunnen de aansluitstrips worden weggewerkt. De afstand van de sensor tot het wegdek moet proefondervindelijk worden vastgesteld. Dit hangt af van hoe diep de magneet in of onder het wegdek is ingebouwd en ook van de sterkte van de gebruikte magneet. Bij de Hall sensor kan via CV 111 ingevoerd worden wat voor soort voertuig op de sensor moet reageren. Stoptijd, soort verlichting etc. kan met CV 103 tot en met 106,109,110 en 112.

Afbeelding 7

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 13


AUTOMODELBOUW

Een Engelsman met een Amerikaans gezicht: Naast de bekende steentjes heeft Lego onder de naam “miniland” ook enkele jaren modelauto’s op de markt gebracht. Heel bekend waren een Mercedes personenwagen, een VW type A bus en een Bedford TA truck. De autootjes waren zeker voor die tijd netjes gedetailleerd en voorzien van zeer kenmerkende metalen wielen en assen. Het kunststof was van dezelfde kwaliteit als de bekende steentjes zodat de wagentjes nagenoeg onverwoestbaar bleken. De schaal moet zo ongeveer 1:87 zijn geweest. Wellicht is dat dan ook de reden dat ik al sinds mijn jeugd het restant van zo’n Lego Bedford TA met mij mee sleep. Al langer had ik het idee om er “iets” mee te gaan doen: onlangs heb dit voornemen in daden omgezet.

Historie In 1931 verschenen de eerste Bedford’s op de markt. Ze werden gebouwd door Vauxhall Motors Ltd. te Luton in Engeland. Begonnen werd met een van een Chevrolet 2-tonner afgeleidde Engelse variant. Dit kon zonder grote problemen daar zowel Vauxhall als Chevrolet deel uitmaakten van het GM concern. Naast modellen voor de export leverde men ook al spoedig speciaal ontwikkeld materieel aan het Engelse Leger. Met het uitbreken van WO 2 in 1939 werden voor een flinke periode bijna alleen militaire voertuigen gebouwd. Veel van deze voertuigen kwamen met de geallieerden mee en belandden uiteindelijk zoals zoveel overbodig geworden militair materiaal in legerdumps. Voor de wederopbouw werden al spoedig trucks uit die dumps voor civiel gebruik verkocht en voor vele Nederlandse transportbedrijven was dit een eerste kennismaking met de producten van Bedford. Juist toen de voormalige militaire voertuigen in het begin van de 50er jaren echt helemaal opgereden waren kwam Bedford met nieuwe modellen. Door de gunstige ervaringen met het exdump materiaal had de naam Bedford een gunstige klank gekregen hetgeen zich in steeds stijgende aantallen nieuw verkochte wagens vertaalde. Men leverde zowel “normale” als frontstuurtrucks én tegen een scherpe prijs. Technisch nog grotendeels gebaseerd op de (voor-)oorlogse typen K,

14 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

M en O kwam Bed-ford in 1953 met de TA-series. Nieuw was wel de van een Chevrolet cabine afgeleid exemplaar. De TA was in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar en herkenbaar uit een cijfer achter de type aanduiding. (TA-2, TA-3 etc) In 1958 werd de TA afgelost door de fraaie en zeer succesvolle TJ series die tot de sluiting van Bedford in 1986 voor export werden gebouwd.

Het model Wellicht was één van de redenen dat ik het Lego Bedford chassis (de openlaadbak ben ik door de jaren heen wel kwijt geraakt) zo lang heb bewaard het feit dat ik daar in mijn jeugd vaak mee mocht rijden. Het was de tijd dat de bedrijven nog in de woonwijken gevestigd waren en de buurman had een groothandel in aardappelen, gekookte rode bieten en zuurkool. De Bedford werd gebruikt voor het uitventen van de handel bij de toen nog op iedere straathoek gevestigde groenteboer en een enkele keer voor

het ophalen van een vracht “piepers” bij boeren uit de nabij gelegen IJ-polder. Een transistor radio met (uiteraard) Radio Veronica in een beugel op het metalen dashboard en als een koning zo rijk op het tweezits bankje naast de chauffeur. Als ik mijn ogen dicht doe zie ik de wagen nog voor mij staan: een fraaie rode open bakwagen met een vast kopschot en een neerklapbaar achterschot. Onder de bak een kist voor touwen en aan de voorzijde nog een plank voor het afdekzeil. Voor een meer aan de eisen van de tijd aangepast model werd begonnen werd met het zoeken naar en paar mooie banden en velgen. Deze werden gevonden in de rommeldoos, hebben en diameter van 10mm en zaten oorspronkelijk onder een kleine Iveco van Rietze die zijn cabine voor een ander project gedoneerd had.


de Bedford TA De metalen Lego wielen werden voorzichtig gedemonteerd waarop het chassis op zijn nieuwe banden werd gezet. Het Lego chassis was vrij grof uitgevoerd en het sleepte bijna over de weg. Met een grove frees in de miniboor is chassishoogte door verwijderen van materiaal aan de onderzijde tot 3mm teruggebracht. Om de nieuwe laadbak op de goede hoogte te kunnen stellen is eerst een hulpchassisraam gebouwd. Aan de achterzijde hoort de cabine ook van een raampje voorzien te zijn. Dit was aanvankelijk niet aanwezig maar is er met een frees in de miniboor voorzichtig in gemaakt. De cabine beglazing liep aan de achterzijde gewoon door. Omdat de cabineachterwand vrij dik bleek te zijn is een extra raampje met behulp van Kristal Kleer ingezet. Op het hulpchassis is de eigenlijke laadbak gekomen. De gehele opbouw is uitgevoerd in styreen strip en plaat. In het kopschot is ter hoogte van het achterraam een opening gemaakt. Deze opening is geheel voorbeeldgetrouw voorzien van enkele spijltjes gemaakt van een stukje H0 tuinhek... Ook de kenmerkende zeilplank is niet vergeten. De achterklep is voorzien van drie geleide mechanieken die het mogelijk maakten om de klep in neergelaten positie als laadvloerverlengstuk te gebruiken. In zijschotten was niet voorzien. De opbergkisten onder de bak zijn gemaakt van rest stukjes hout.

Aan de achterzijde is de bak nog voorzien van een spatplaat waarop later het nummerbord en de achterlichtimitaties een plek hebben gekregen. De uitlaat hield aanvankelijk bij de demper op: met een klein stukje messingbuis is het geheel iets verlengd.

Het schilderen en afwerken Ondanks dat de wagens van de buurman vroeger in een donkerrode kleur waren geschilderd heb ik dit model deels blauw gelaten of in deze kleur afgewerkt. Het ijzerwerk van de laadbak werd blauw, de planken waren netjes blank gelakt. In model is dit opgelost door met een slecht geroerde Humbrol donkerbruin glansverf het witte styreen “half doorzichtig” te schilderen.

Rob Mooij

De laadvloer zelf is in een soort “white wash” gezet. De finishing touch vormen de spiegels (Roco) en nummerborden. (Fabrikaat onbekend). En daar stond de wagen, heel herkenbaar en toch oh zo kaal. De voorraad laadgoederen werd aan gesproken om een mooie mix van wat de buurman zoal vervoerde te laden. Aardappelen in zakken en kisten (afhankelijk van het seizoen 35 kg in jute zakken of 25 kg zomers in veilingkisten), gekookte bietjes, vaatjes zuurkool, een “pak” kisten (3 lege kisten in elkaar geschoven, jute zakken gingen per rol van 14 in een buitenzak) en een steekwagentje. Om onderweg vooraal niets te verliezen is alles volgens de regelen der kunst met een touw vastgezet. Het “bespeelde” incomplete model had voor een verzamelaar toch al geen waarde meer, voor mij heeft het dat in gerenoveerde staat in ieder geval nog wel.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 15


AUTOMODELBOUW

Foto 2

Foto 1

Bouwbeschrijving van een blikken model Jeep Algemeen

Ton Nijenhuis

Met het ontwerp van deze Jeep is uitgegaan van niet teveel gereedschap en materiaal, dus weinig kosten maken. In dit geval ligt de nadruk op het gebruik van drankblikjes als hoofdmateriaal. Sommige delen worden gemaakt van dikker blik voor de verlangde stijfheid. Uiteraard is het gebruik van andere en dikkere bliksoorten ook mogelijk, maar drankblikjes zijn gemakkelijker te vinden. Het model is summier uitgerust, ziet er toch al leuk uit, zie Foto 1, en is summier getekend d.w.z. dat men naar eigen inzicht de Jeep verder kan completeren met bijv. spiegels, versnellingshendels etc. Mits er goede begeleiding is, kunnen ook kinderen vanaf groep 8 dit model bouwen. De tekeningen bestaan uit een 1 samenstelling (Blad 1) - en 4 detailtekeningen schaal 1:1

en A4-formaat. Ze kunnen bij mij gekocht worden voor 5 euro inclusief verzendkosten. Voor dit artikel zijn ze verkleind ingevoegd. Om deze leuke Jeep te kunnen maken heb je ca. 6 lege drankblikjes nodig en een lege blikken trommel voor de chassisplaat en het dashboard. Kun je dit laatste niet thuis vinden, dan kun je die meestal wel vinden bij de kringloop. Hoe je die blikjes tot de benodigde vlakke plaatjes kunt omvormen, gaat als volgt. Prik met een aardappelschilmesje door het schuine bovenste deel van een blikje en maak zaagbewegingen rondom. Wees voorzichtig met het zagen en scherpe randen die hierbij ontstaan. Vervolgens breek je het bovenste schuine deel af en knip je voorzichtig met een oude schaar de rest van de bovenkant rondom af tot de cilindervorm van het blikje begint.

Tekening 1

Nu knip je over de lengte het blikje door. Vlak voor de dikke bodem draai je het blikje een kwartsslag om en ga je de bodem afknippen. Er ontstaat nu een U-vormig plaatje blik. Hiervan worden de scherpe randen afgeknipt tot er een mooi plaatje ontstaat. Nu leggen we het plaatje met de bolle kant naar boven en drukken hem op een vlakke ondergrond plat. Door met duim en wijsvinger hierop stevig aan te drukken, trek je met de andere duim en wijsvinger het plaatje verticaal omhoog, daarbij nog stevig aandrukken op de ondergrond. Na een paar keer dit te hebben gedaan vormt zich vanzelf een redelijk recht plaatje. Ook op mijn website is hierover een en ander te lezen. Als het blik gevonden is en tot vlakke plaatjes is omgevormd, kunnen we beginnen aan de hand van de bijgevoegde tekeningen. Knip de details van de tekeningen ruim uit en plak ze op het gewenste blik met Pritt of iets dergelijks. Zie Foto 2. Laat de lijm volgens de beschrijving goed drogen en als het droog is, moeten eerst de gaten worden geboord en de buig- en kraslijnen worden ingekrast. Dit kunnen we doen met de boormachine en boortjes of met een priem en het inkrassen met bijv. een klein stanleymesje. Let wel op de scherpe bramen! Vaak laat de lijm los en wordt het wat moeilijker om de details te bewerken. Bijlijmen zal nog wel eens moeten gebeuren. Vervolgens knippen we met een gewone schaar het blik zuiver langs de lijnen volgens de tekening en kunnen we de buigdelen m.b.v. buigtangetjes omzetten of met zelfgemaakte malletjes van hout of

16 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014


Foto 3

kunststof in de bankschroef buigen. Kerf ze niet te diep anders breken de randen af. Ook moet je bij het buigen zorgen dat je niet teveel corrigeert. Op de buigranden staat de hoek aangegeven, +90º= naar boven buigen en -90º= naar beneden. Dat geldt ook voor andere hoeken dan 90º.Buig wel zo nauwkeurig en scherp mogelijk, want anders krijg je een scheef model. Het papier kan je er nu af halen eventueel met water. Goed afdrogen! Werk ook zoveel mogelijk volgens de posnummer volgorde. Dat vraagt misschien om enige uitleg. In bouwtekeningen is men gewend om een onderdeel een nummer te geven, het posnummer. Dan hoef je niet elke keer de volledige naam te noemen, maar is dit nummer voldoende. Ook bij samenstelling tekeningen van verschillende onderdelen geeft dat veel gemak. Je bouwt je het model op als hieronder beschreven.

De bouw We beginnen met het chassis (blad 2 pos 1). Deze is, net als het dashboard (pos 2) gemaakt van gewoon blik, dus geen drankblik. Dit materiaal is steviger dan van een drankblikje. Als deze volgens de tekening is uitgeknipt, voorzien van de twee gaatjes van 2mm en in vorm is gebogen, is posnr 2 aan de beurt: het dashboard (pos 2). Aan de tekening is te zien dat er aan de onderkant 1 buig rand zit. Deze moet op vier plaatsen een klein stukje ingeknipt worden tot de buiglijn, waardoor de buigrand uit vijf delen komt te bestaan. Vervolgens worden drie grotere delen hiervan onder 90° omgebogen. Er blijven dan twee kleine lipjes over. Deze kleine lipjes steken we door de twee gaatjes in het chassis ter positionering. Tegelijk lijmen we het dashboard zuiver haaks op het chassis. We draaien dan het chassis om en buigen nu ook de kleine lipjes om en lijmen (met Bisonkit, een

Foto 4 Tekening 2

andere metaallijm) of solderen deze ook vast met zachtsoldeer. Overigens wordt nagenoeg elk onderdeel gelijmd, maar kan ook gesoldeerd worden als er gewoon blik gebruikt wordt. Blik moet je ontdoen van eventuele coating, omdat soldeer daar niet op hecht. Schuren moet je dan op plaatsen waar je wilt solderen. Drankblikjes kun je niet solderen, omdat het uit aluminiumfolie is gemaakt. Het stuurtje (blad2 pos 3) is nu aan de beurt. Ga uit van een grote paperclip. Het wordt gesoldeerd aan de binnenkant van het dashboard (pos 2). Het stuurwiel kun je maken door het te wikkelen om een stukje koper pijp van ca. 20mm rond of een bezemsteel. Even afsolderen en het is klaar voor montage. Als je dat later gaat monteren, kun je er niet meer bij. Zie foto 3. De zijwanden (blad 2 pos 4 en blad 4 pos 5) kun je nu maken en lijmen op het chassis en

tegen het dashboard. Zie foto 4. Aan de achterkant is één van de zijwanden langer gemaakt, dus overlappend, waardoor ze aan elkaar gelijmd kunnen worden. Zorg er ook nu weer voor dat je alles goed nakijkt en aansluit. Gebruik daarvoor ook afplakband en bijv. wasknijpers om te klemmen. Dan de grill (blad 3 pos 6) en foto 5. Deze is voorzien van zeven nep luchtdoorlaten. Gaten erin maken verzwakt het geheel. Daarom heb ik ze er vaak in gekrast en met een zwarte viltstift bewerkt. Ook heb ik ze wel van blikken stripjes gemaakt, zwart gemaakt en gelijmd. Je kiest maar. Voor de koplampen gebruik ik sluitringetjes M6 (technische term voor metrisch 6mm), die ik aan achterkant dicht maak met een rond aangelijmd plaatje blank blik. Aanvankelijk boorde ik wel een gat door het gelijmde sluitringetje en grill. Het lijkt echter, maar je verzwakt

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 17


Foto 5

Foto 6 Tekening 4

3 Tekening

wel weer de grill. Daarom maak ik steeds weer gebruik van het eerst genoemde. De beide richtingaanwijzers maakte ik van bolkopklinknagels. Ook stoffeernageltjes (spijkertjes) van 4.3mm rond kun je hier goed voor gebruiken en in de getekende gaatjes lijmen. De stoffeernageltjes vind je bij de bouwmarkt. Eenmaal in de vorm gebogen kun je ook de complete grill lijmen op het chassis. Nu kan er begonnen worden aan de binnenzijde van de voorwielkasten (blad 3 pos 7 en pos 8), zijnde het onderste deel van het motorcompartiment. Zij bestaan uit een linker (pos 7L) en een rechter (pos 7R) deel. De knikken hierin (zie ook het zetprofiel op deze tekening) worden van achter naar voren geleidelijk groter en scherper en moeten goed aansluitend tegen het dashboard en het grill (blad 2 pos 2 en blad 3 pos 6) worden gelijmd. Dus deze knikken gaan zogenaamd van 0 (van dashboard) tot maximaal (tegen het grill). Het bovenste lipje van elk plaatje moet 180Âş (dus

18 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

volledig) worden omgezet en gelijmd voor de stijfheid. De motorkap (blad 3 pos 8) moet daarna goed aansluitend gelijmd worden aan het dashboard (blad 2 pos 2) en de 2 plaatjes (blad 3 pos 7). (Zie foto 6). De beide opstaande randen van de motorkap (pos 8) dienen voor het oplijmen van de beide spatborden later. Zie ook weer het zetprofiel op blad 3. De zijzitbankjes (Blad 4 pos 9 en 10) worden gemaakt en in elkaar gelijmd en moeten nu goed aansluiten aan de zijwanden (blad 2 pos 4 en blad 4 pos 5) en op het chassis (blad 2 pos 1). Zorg er voor dat beide strak verlijmd worden en de onderlinge tussenruimte minimaal 50mm is. Anders kan het achterste stoeltje niet worden geplaatst en zal je daar wat aan moeten veranderen. Je kunt het zitvlak aan de onderkant verstevigen door er een plaatje blik onder te lijmen. Vervolgens worden het linker en rechter spatbord (blad 4 pos 11 en 12) tegen beide zijwanden van het motorcompartiment (blad 3 pos 7) en op de voornoemde opstaande

rand van de motorkap (blad 3 pos 8) gelijmd. Zie Foto 7.Je kunt de plaats waar ze moeten zitten afmeten van de samenstellingstekening. Als de spatborden op hun plaats zitten kun je de bumper (blad 4 pos 14) met de uithouders/bumpersteunen (blad 4 pos 13) gereed maken. De uithouders kunnen links en rechts onder de grill in de vierkante gaten gestoken worden en erin worden gelijmd. Houdt de afstand gelijk, anders krijg je een scheef zittende bumper. Maten weer afmeten van de samenstellingstekening (blad 1). Nu de bumper (pos 14) erop lijmen en het is klaar. Het wielstel (blad 5 pos 16) en de ashouders (blad 3 pos 15) hebben wel enige uitleg nodig. Ik maak al jaren wielen van blikken dekseltjes van bv REMIA barbecuesauzen of van frisdranken. Deze hebben nl. een bolle rand. Deze rand is uitstekend geschikt om er een goed gelijkende band van te maken. Dit doe ik door met een zwarte viltstift de omtrek te bewerken. Van tevoren heb ik met gewoon schuurpapier de bedrukking al ronddraaiend weggeschuurd, want


Foto 7

ik vind blank blik mooier. Nu lijkt het dekseltje net een velg met band. Ter versterking heb ik aan de binnenkant een rond plaatje gemaakt van multiplex ca. 38x9mm. Door dit plaatje en door het dekseltje heb ik precies in het midden een gaatje geboord voor het asje van ca. 3mm. Als wieldop kun je holnietjes gebruiken. Deze kun je kopen bij een bouwcentrum of bij een schoenmaker. Ik heb holnietjes gehad met een binnendiameter van ca. 4mm. Ik ben er achter gekomen dat er ook nog kleinere diameters zijn. Dus ben je vrij om te beslissen wat voor holnietjes je wilt toepassen. Je moet dan ook kijken naar de diameter van de assen en de gaten waardoor deze steken. Op de tekening staat aangegeven hoe ik dat heb gedaan. Met een boortje van 4,5mm moet je het wiel ca. 5mm inboren, zodat het holnietje erin gelijmd kan worden. De assen maakte ik van 3mm lasdraad of ook wel gewoon van stukken 3mm draadeind. Allemaal verkrijgbaar bij de bouwmarkt. Een compleet wiel kan al wel vast op de as gelijmd worden en moet dan door de ashouder (blad 3 pos 15) worden gestoken, nadat deze in U-vorm is gebogen met de gaten erin. Eigenlijk is het beter deze ashouders van een dikker blikmateriaal te maken dan drinkblik, vanwege de sterkte van het materiaal. Je kunt het drankblikmateriaal wel gebruiken, maar verdubbel het dan door de plaatjes op elkaar te lijmen met bisonkit en goed vast te klemmen om te drogen. Daarna de gaatjes boren en omzetten. Je vindt het allemaal op de tekening. Dan kan ook het andere wiel worden gelijmd. Het andere wielstel wordt ook zo vervaardigd.

Foto 8

De voorruit (blad 5 pos 17) is wel het meest bewerkelijk. Deze bestaat uit een ruitje van acryl of perspex van 1mm of, als dat niet verkrijgbaar is, transparante blisterverpakking. Dat laatste vind je eigenlijk overal als verpakkingsmateriaal en is gratis. De maat hiervan staat op de tekening. De 2 pootjes worden gemaakt van kleine paperclips en weer gebogen volgens de tekening. Ze worden pas aan het ruitje gelijmd als het aan het model gemonteerd moet worden. Lijm je ze er direct aan, dan kun je het complete ruitje later niet meer plaatsen, want de pennen stoten tegen de motorkap. Houd je wel aan de hoekmaten, anders krijg je een vreemde hoek van de ruit na montage in het model. Aan beide kanten van het transparante ruitje worden plaatjes en stripjes blik gelijmd, waarvan de beide 12mm plaatjes de pootjes opsluiten. Zij worden dus hiertussen gelijmd. Als alles goed is vastgelijmd, wordt de ruit scharnierend gepast in het ene gat van de motorkap en tegelijk het andere pootje in het andere gat gestoken en gelijmd in de voorruit. Een plakbandje moet tijdelijk het pootje op zijn plaats Tekening 5

houden. Als de lijm droog is moet de voorruit steunen op de motorkap en in schuine stand staan en scharnierend plat op de motorkap kunnen liggen. (Zie Foto 1). Wees voorzichtig met het eventueel nabuigen. Vervolgens de stoelen (blad 5 pos 18 en 19). Van de voorste stoelen is er maar 1 getekend, maar er moeten er dus 2 dezelfde gemaakt worden. Deze voorste stoelen zijn 30mm breed en de achterste stoel 50mm. De vorm van de achterste is gelijk aan de voorste, maar dus breder. Buigen en lijmen op de plaats die aangegeven staat op de samenstelling. De rugleuningen van de voorste stoelen dienen dezelfde hoek te hebben als de zijzitbankjes (posnrs. 9 en 10), zodat je ze ook hiertegen deels aan kunt lijmen. Het reservewiel(blad 1 pos 20) is het voorlaatste detail welk direct tegen het model gelijmd kan worden. Dit wiel is gelijk aan de andere vier, alleen is er geen vulstuk toegepast. Je kan dit wiel verder verfraaien door er een asgaatje in te boren. En dan als laatste 2 sluitringen M6, aan de achterkant met een rondje rood papier geplakt als achterlichten. Deze worden links en rechts aan de achterkant onderaan tegen het vlakke deel van het model gelijmd. Zie Foto 8. Zo, nu is het model gereed. Veel plezier hiermee. Meer informatie over wat er meer mogelijk is met blik, vind je op mijn website: www.blik-art.jouwpagina.nl En heb je nog vragen, stuur mij dan een mailtje: tnijntje@gmail.com Voor meer informatie: stoom@modelbouwers.nl

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 19


AUTOMODELBOUW

Benz driewieler uit

1886 Hans Papenhuijzen

In juni 2013 was ik op bezoek bij de Modelbouw Vereniging Twente tijdens een Open dag. Daar stond o.a. de voorzitter Eddy Hövels met zijn replica, schaal 1 : 1(!), in aanbouw van de Benz driewieler uit 1886, de eerste Benz ooit gebouwd. Zie Foto 1.Hij verwachtte dat de Benz in de herfst klaar zou zijn. Wij hebben afgesproken dat ik dan naar Denekamp zou komen om hem te bezoeken, foto’s te maken en zijn verhaal van de bouw door te nemen. Begin november ben ik op pad gegaan. Het bleek de moeite meer dan waard. Leest u maar. Voordat Eddy aan de bouw van de replica begon, heeft hij op internet een model schaal 1 : 8 gekocht. Zie Foto 2. Aan dit model kunnen we al een aantal aspecten toelichten. In Eddy’s woorden: de driewieler is in feite een oude “sjees”, waar een voorwiel aan is toegevoegd en een motor is bevestigd aan de achterzijde. Het gaat om een eencilinder viertakt benzinemotor op zijn zijkant gemonteerd. Zie ook Tekening 1.

Foto 1 Foto 2

20 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De cilinder ligt in de lengte richting horizontaal, de krukas komt daardoor verticaal te staan en het vliegwiel horizontaal. De cilinderinhoud is ca. 950cc. Aan de bovenzijde van de cilinder, aan de zijkant van de cilinderkop, is de bougie te zien. Doordat de cilinder ligt, staat de bougie rechtop. Aan het bovenste einde van de krukas zit een haakse overbrenging met conische tandwielen naar de horizontale nokkenas. De overbrengingsverhouding is 1 : 2, zodat de nokkenas op halve snelheid loopt, zoals het hoort bij een viertakt motor. Vanuit de nokkenas lopen 2 stangen naar voren: de bovenste wordt aangestuurd door een krukje op de nokkenas en bedient de inlaatschuif, een overblijfsel van de stoomtijd! Zie ook Tekening 2. Op de kruk wang zit ook de nok, die via de onderste stang de uitlaatklep bedient. Deze klep zit aan de onderzijde van de


Tekening 1

Tekening 2

Tekening 3

Tekening 4

cilinderkop en staat in feite rechtop. Aan de andere zijde van de nokkenas zit de aandrijfpoelie. Zie Tekening 3. Deze drijft met een leren riem een tussenas aan voor onder de wagen, die op zijn beurt met kettingoverbrengingen aan beide zijden de beide achterwielen aandrijft. Zie Tekening 4. In deze voorste as zit het differentieel. Het een en ander wordt nog duidelijker wanneer we de replica gaan bekijken, zie Foto 3. Hierop is duidelijk het vliegwiel te zien, de krukas, de haakse overbrenging naar de nokkenas, de aandrijfpoelie en de beide stangen, die de in- en uitlaat bedienen. Foto 4 laat dit meer in detail zien. We zien het krukje op de nokkenas

Foto 3

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 21


dat de inlaat bedient en de nok, die de uitlaat bedient. Foto 5 laat de nok met de contactpunten zien t.b.v. de ontsteking en de aandrijfriem van de tussenas. Deze riem is de verbinding met de tussenas, zie hierboven. Op die tussenas zit een poelie met het differentieel. (Foto 6). De poelie heeft twee delen: zit de riem in de rijrichting gezien rechts, dan is dat de vrijloop. Zit de riem links in de rijrichting gezien, dan wordt de wagen aangedreven. De wagen kent geen achteruit. Dat betekent in de praktijk: achteruit duwen! Ook heeft de wagen geen versnellingen. Het differentieel zit aan de linkerzijde van de poelie, de aandrijfkant. Weer geheel links daarvan, op foto 6 rechts, zit de uitwendige remtrommel met een band er omheen. Deze band wordt aangetrokken als er moet worden geremd. Vrijloop/ aandrijving en de remmen worden bediend met een grote recht opstaande handel aan de linkerzijde, goed te zien op Foto 2 en meer in detail op Foto 7.

Foto 4

Foto 5

Foto 7

22 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Foto 6

Deze handel kent een aantal standen: naar voren is rijden, naar achteren is remmen. Dat moest met beleid gebeuren. Niet te snel, want het omzetten van de riem kostte tijd. En om te kunnen remmen, moest het systeem eerst in de vrijloop komen te staan. Foto 8 laat één van beide kettingen zien, waarmee de tussen as de wielen aandrijft. Bovenop de cilinder staat de watertank, waarmee de motor wordt gekoeld. Zie Foto 9. Het water zakt door de machine heen, wordt daarbij opgewarmd en stijgt van zelf weer omhoog: thermosyphon koeling. De dunne pijp15mm Ø bovenaan is de overloop, de dikke leiding onderaan is de retour van het warme water, dat uit de motor terug komt. In de rijrichting gezien staat links naast de cilinder de benzinetank (gewone benzine) Zie ook Foto 3. Onder de benzinetank zit de benzinekraan. Via deze kraan gaat de benzine naar de carburateur, oorspronkelijk een “oppervlakte” carburateur, te zien op Foto 3, vóór de motor links onder. Het principe van een dergelijke carburateur doet me denken aan de benzinedamp carburateur van Jan Ridders.


Zie bijv. de Modelbouwer nr 10 (2010) Nu weer terug naar de Benz. De voor de verbranding benodigde lucht werd door de motor via een filter aangezogen en destijds door een buis onder de benzinespiegel in de carburateur gebracht. De omhoog borrelende luchtbelletjes mengden zich met benzinedampen. Het lucht/benzine mengsel kwam in de verbrandingsruimte van de motor en werd daar tot ontbranding gebracht. De carburateur werd via een dubbele bodem aan de onderzijde door de uitlaatgassen opgewarmd. De luchttoevoer werd met een messing draaiknop onder de zitbank geregeld. Eddy heeft de buitenkant van de carburateur gelaten, zoals het er oorspronkelijk heeft uit gezien, maar er vervolgens een gewone 20mm Foto 8

Foto 9

Foto 10

carburateur van een motorfiets ingebouwd! De rest van de tank wordt gebruikt als luchtfilter. Tenslotte nog een aantal kleinere punten. De smeerpotjes (druppelaars) zijn kunstwerkjes op zich: achter de watertank, zie Foto 3, en bij de schuif. Destijds zaten overal glijlagers. Niet te zien, maar goed om te weten is dat Eddy i.p.v. glijlagers, overal kogellagers heeft gebruikt. Om de volgende foto te kunnen maken had Eddy voor mij de bougie gedemonteerd: Foto 10. De motor heeft al gelopen. Eddy is er nog niet mee aan het rijden geweest. Misschien een keer tijdens een bijzondere gelegenheid? De bouw van deze wagen is een enorme prestatie geweest. Heel knap werk! De bouwer kan er trots op zijn! Zie foto 11. Voor meer informatie: stoom@modelbouwers.nl

Foto 11

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 23


STOOMMODELBOUW

Het zit in de lucht… of in de stoom? Stoomturbines worden zelden in model gemaakt. Het toerental is hoog en de toepassing als aandrijving gecompliceerd. Bovendien kun je de werking niet zien, zoals bij een zuigerstoommachine. Des te meer was ik aangenaam verrast, toen ik in de Modelbouwer nr. 10 (2013) een artikel van Martin Alewijn aantrof over de door hem gebouwde stoomturbine, terwijl ik er zelf ook net een gebouwd had! Ik vond het interessant om ze te vergelijken en denk dat de in turbines geïnteresseerde lezer dat ook wel zal vinden. Het bouwen van een stoomturbine is een grotere uitdaging dan je in eerste instantie zou zeggen en dat komt vooral door het hoge toerental. Het wordt tijdens de bouw alleen maar leuker en boeiender.

Turbinewiel De diameter van mijn turbinewiel is 88mm inclusief de 23 schoepen. Zie Foto 1. Ik ben van deze diameter uitgegaan omdat ik voor het maken van de behuizing nog twee aluminium schijven had waarin een binnendiameter van 90mm goed uitkwam. De gegevens van de schoepen zijn: hoogte 13mm, breedte 12mm, diepte 8mm. Zie Foto 2. Het werken met losse schoepen heeft als voordeel dat je een beschadigde schoep nog eens kunt vervangen. Die van mij zijn bevestigd met radiale, 3mm schroefboutjes. Zie Foto 3. Eerst heb ik dezelfde, ronde schoepen overwogen als Martin Alewijn, maar

Foto 1

24 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Foto 3

Foto 4

omdat ik niet op het idee kwam om de rondstafjes eerst op het bronzen rad te monteren en dan pas te frezen, wist ik niet hoe ik ze achteraf perfect gericht op het rad zou kunnen krijgen. Daarom koos ik ervoor om de schoepen uit een rechthoekige messing staf van 8x12mm te maken. De binnenkant met een 10mm frees en de ronde buitenkant met frees en vijl. Na het boren van het schroefgat de schoep op maat afzagen en afwerken. Dankzij de rechthoekige basis kon ik ze recht op het rad monteren, uiteraard nadat ik op dat rad 23 vlakjes gefreesd, gaatjes geboord en schroefdraad getapt had. Zie Foto 4.

Het aantal van 23 schoepen was de uitkomst van een rekensom. Bij een schoepbreedte van 12mm en rekening houdend met de diameter van het schroefkopje kwam ik op een basis van 8mm. Trek van de totale diameter van 88mm twee maal de schoephoogte van 13mm af en je komt op een rad van 62mm diameter. De omtrek bij die diameter laat precies 23 schoepen van 8mm toe. Het verdeelapparaat met verdeelschijf waarborgde een perfecte positionering. De verticale randen van de gebogen schoep worden verschillend afgewerkt. De rand aan de kant van de injector

Foto 2


Nog een stoomturbine! zo scherp mogelijk en de rand aan de afvoerkant zo rond mogelijk, voor een vloeiende afvoer van de stoom. Het balanceren van het turbinewiel lijkt veel op het balanceren van een autowiel. Als bij het stilvallen steeds dezelfde plek naar beneden zakt, moet de andere kant verzwaard worden. In plaats daarvan kun je ook de zware kant lichter maken door een of meer gaatjes te boren. Uiteindelijk draaide het wiel in twee lagers op de V-blokken bij 3 bar een toerental dat ik niet lang durfde vol te houden, maar waarbij geen enkele trilling of onbalans te bespeuren was. Ik heb een digitale toerenteller in bestelling, dus ik weet nog niet wat het toerental was.

Stoominlaat In de stoominlaat is een venturivorm aangebracht om de stoom maximaal te versnellen. Eerst wordt de diameter trapsgewijs vernauwd van 4 naar 3 en 2mm., dan verwijdt hij zich conisch weer naar ca 4mm. Voor de conische vorm gebruikte ik een kanonboor die ik vorig jaar uit zilverstaal had gemaakt om kraantjes te boren. De stoom wordt onder een hoek van 20° t.o.v. het wiel geïnjecteerd. Zie Foto 5. Op internet worden hoeken van 15 tot 30° genoemd, afhankelijk van de gebogen vorm van de schoepen. De lagers zijn buiten de stoomkamer gesitueerd om corrosie te voorkomen. Zie Foto’s 5 en 6. Ik heb echter geen mechanische afdichting aangebracht. Veel smering zal de lagers gaande moeten houden. We zullen wel zien waar het schip strandt.

Piet Bogaards

gepubliceerd in dit zelfde nummer van de Modelbouwer. Het turbinewiel blijft in deze opzet dus altijd dezelfde kant op draaien. Loopt het toerental terug, dan ontkoppelt hij en wordt het omkeermechanisme bediend. Bij oplopend toerental grijpt hij weer aan en draait de schroef in omgekeerde richting. Aanvankelijk had ik het plan om de turbine voor de achteruitfunctie in tegengestelde richting aan te blazen tegen de speciaal daarvoor geboorde gaten in de zijkant. Zie Foto 1. Op internet worden ook modelstoomturbines aangeboden met gaten i.p.v. schoepen. Maar dat zou het voor- en achteruit schakelen aanzienlijk vertragen omdat het turbinewiel eerst stil moet staan. Enfin, ik ga maar weer eens aan de slag en hou u op de hoogte!

Foto 5

Voor meer informatie www.pietbogaardsstoom.nl

Aandrijflijn Het wordt trouwens ook in dit geval een scheepsaandrijving. Om het toerental bruikbaar te maken wordt het in een tandwielkast gereduceerd. De uiteindelijke vertraging zal 9:1 zijn. Tussen twee tandwielvertragingen in komt een slipkoppeling en op de uitgaande as een omkeermechanisme. Het lijkt logisch om de slipkoppeling direct op de as van het turbinewiel te monteren, maar dat zou het gewicht van de hoogtoerige turbine extra verzwaren en extra risico voor onbalans opleveren. Interessant alternatief is mogelijkerwijs de keerkoppeling, die Martin Alewijn heeft ontwikkeld en is

Foto 6

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 25


STOOMMODELBOUW

Tijdens het maken van het verhaal over de LAVAL turbine is de mogelijkheid besproken een keerkoppeling toe te passen. Dat is leuk opgemerkt, maar hoe werkt dat in het groot en is het in model te maken. Vast wel, dus op zoek naar informatie. Naar internet en daar werd in “no time“ een hele serie sites gepresenteerd, die met “keerkoppeling“ te maken hadden. Dat waren veel lieden die mij zoiets wilde verkopen, maar “hoe” was er niet bij! Na enige tijd “Wwilf-en”(what was I looking for) was het tijd om wat anders te proberen. Gewoon naar de boekenkast. Ik heb daar een Technische WP staan uit 1953, tijdens mijn militaire diensttijd gekocht via de Welzijnszorg met een forse korting! Ik heb nooit een waardevoller boek gekocht dan deze WP! De band is versleten, de kleuren van de omslag zijn bijna weg, maar de inhoud is van onverdachte bron en altijd diepgaand. De stand van de ontwikkeling van de techniek is natuurlijk van 1953, maar voor mij is de info nog altijd veel waard.

Keerkoppeling en verdere plannen

Dus ….boek open bij “keerkoppeling” en daar stond het. Een perfecte constructie tekening! Een behoorlijk complex ding, maar met een beetje aanpassen leek het wel te doen. De aangepaste versie die in het model is gebruikt is dus een vereenvoudiging. Zie Tekening 1. Ik heb een aantal schippers in de familie (gehad) en sterke verhalen te horen gekregen over deze apparaten. Al bouwende heb ik daar begrip voor gekregen.

Overwegingen bij het ontwerp Foto’s 1, 2 en 3 geven een goede indruk van de door mij gebouwde keerkoppeling. Bovendien helpen zij de werking van de koppeling te doorgronden. Het apparaat heeft

Martin Alewijn

twee assen die in elkaars verlengde staan. Die assen moeten goed in positie worden gehouden. Daarom hebben de twee lagerhuizen kogellagers die vrij ver uit elkaar staan. Dat maakt het apparaat lang, maar wel stabiel. Er is in het model een remklauw en een plaatkoppeling. Als wrijvingsmateriaal heb ik dun kurk gebruikt, met secondelijm op de dragers geplakt. Als het mogelijk was, zijn kogellagers gebruikt. Ik heb een aantal afgedankte lagers uit navigatie apparatuur, die voor de liefhebberij goed genoeg zijn. Het schuivend gedeelte van de plaatkoppeling heeft geen kogellagers, die zijn hier niet bruikbaar.. Ik heb het idee dat het apparaat ook wel zonder kogellagers kan worden gebouwd!

Tekening 1

26 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014


Foto 1

Foto 2

Hoe werkt het? De as “in” is verbonden met het aandrijvende apparaat. In mijn geval is dat dus de turbine. In de “vrij stand” draait de as “uit“ niet, het tandwiel op deze as staat dus stil. De koppelingsplaat en de remklauw zijn los. De haaks staande tandwielen draaien dus en wentelen over de beide kegelwielen. De as van deze haaks staande wielen zit vast in het huis gemonteerd en dus wordt het hele huis meegenomen. Dat draait rond zonder de uitgaande as mee te nemen. De koppelingsplaat staat stil op de uitgaande as, staat vrij, de rest draait. In de stand “vooruit“ wordt de koppelingsplaat vastgeklemd. Het gevolg is dat het tandwiel op de uitgaande as niet meer t.o.v. het huis kan draaien. Daarmee worden de vier kegelwielen ook vast gezet. Zij kunnen niet meer draaien! Het hele huis met alles erop gaat draaien en dus ook de

uitgaande as. Het is goed op te merken dat in de vooruit stand alles meedraait met de assen, dus “een geheel“ is en er geen slijtage is in de koppeling. In de “achteruit stand“ wordt de koppelingsplaat vrij gedrukt en de rem klauw aangespannen. Het huis kan dan niet meer draaien en de haaksstaande kegelwielen laten de “uit as” tegengesteld draaien. Er treed dan veel meer slijtage van de kegelwielen op, maar de achteruit wordt veel minder gebruikt dan de “vooruit stand“. De veren, die ik voor de koppeling gebruikt heb, hebben een Cv (veerconstante) van 0,6 N/mm. De draaddikte is 0,45mm, lengte veer 20mm, buiten diameter 4,5mm, 8 windingen. Er zijn 3 veren, die 10mm ingedrukt worden als de koppelingsplaat vast staat. Deze veren leveren samen dus een kracht van 3 x 10mm x 0.6 N/mm = 18 N. Om de plaat vrij te drukken is die kracht dus ook nodig.

Foto 3

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 27


Door de hefboom verhouding op de handel-as aan te passen is die kracht gemakkelijk te leveren m.b.v. een servo van een radio-besturing. Het is mogelijk voor de kegelwielen rechte tandwielen te gebruiken, één op de primaire as, één op de secundaire as en met twee verlengde tandwielen deze twee te koppelen. De afmetingen van de diverse onderdelen zullen dan wel aangepast moeten worden. In de tekeningen zijn diverse maten niet aangegeven omdat ik lagers heb gebruikt met Engelse maten. Ook de tandwielen zullen afwijkend zijn. U weet het, ik bouw vanuit schroot! Voor wie deze keerkoppeling ook zelf wil bouwen, heb ik nog wat informatie bijgevoegd in de vorm van extra tekeningen: Zie Tekening 2. De grondplaat en de lagerstoelen vormen het frame. De vier grotere gaten in de grondplaat dienen voor bevestiging van het frame op een ondergrond. Plaat A en B vormen samen de lagering en vergrendeling van de bedieningshandel. Zie ook Tekening 4, plaat A, zie hierna. Dit geheel,

bedieningshandel, as en nokschijf, kan worden verschoven om de nokschijf in positie te brengen t.o.v. de vork. De gleuven onder in plaat A laten een horizontale verplaatsing toe. Het huis met de tandwielen op Tekening 2 is weergegeven zoals ik het heb gemaakt. Ik had de beschikking over kogellagers met Engelse maten en dito tandwielen. Het een en ander zal moeten worden aangepast aan de lagers/tandwielen, die verkrijgbaar zijn. Het huis ziet er anders uit dan op Tekening 1. Dat is immers slechts een principe tekening. Het huis bestaat dus uit twee delen, die met twee bouten aan elkaar worden geschroefd. Zie de groen-blauwe lijnen, de bevestigingsbouten M 2,5, de dwarsdoorsnede linksonder en, ook zeer verhelderend, bijv. Foto 1. De dekplaat dient als afdekking van het lager en is dus ook bescherming tegen stof van de koppelingsplaat. De bouten die in de drukschuif zijn geschroefd (en waar de veren van de koppeling over geplaatst zijn) gaan vrij door de dekplaat heen. De dekplaat zit dus los, maar draait met het huis mee, evenals

Tekening 2

28 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Tekening 3

de drukschuif! Ook hier is bijv. Foto 1 verhelderend. De spie in de spiebaan is de meenemer voor de koppelingsplaat. Zie Tekening 3. Het blok links onder wordt op de grondplaat geschroefd, de vork scharniert daarin. De twee kogellagers in de vork vallen in het deel van de drukschuif dat een kleinere diameter heeft, 20mm. De nokschijf duwt de vork opzij en daarmee de drukschuif (tegen de veer in). De koppelingsplaat is dan vrij en het huis kan de ”uit” as niet meer meenemen. Rechts onderin de tekening staat de nokschijf zo gepositioneerd, dat de vork vrij is en de koppelingsplaat geklemd wordt(vooruit) Zie Tekening 4. Bovenaan ziet U de bediening van de remklauw, zie ook Foto 2. De trekstang zit los in de meenemer. Zie ook Tekening 3 rechts. Gaat de handel naar links (vooruit), dan wordt de trekstang niet meegenomen en worden de remklauwen niet meegenomen. Wordt de handel naar rechts gezet(achteruit), dan worden de


remklauwen aangetrokken en het huis vastgezet. De veer houdt de klauwen aangedrukt. Met de moer kan de spanning van de veer worden veranderd. Plaat A e B worden met elkaar verbonden d.m.v. 3 bouten en 12mm afstandsbussen. De gaten daarvoor zijn niet getekend, maar moeten in een driehoek staan op 3 gemakkelijk te bereiken plaatsen. Althans, zo heb ik het gedaan. Ik had de beschikking over aluminium stukken plaat van 6 en 10mm dik, maar er kan natuurlijk ook ander materiaal worden gebruikt, indien beschikbaar. Ik heb de bedoeling deze keerkoppeling te bedienen met een servo. Daarvoor is het van belang de vereiste kracht voor het verstellen te beperken. Daaraan voldoet dit toestel, maar dan moet de vergrendeling van het handel worden verwijderd of buiten werking worden gesteld. Intussen staat er een “turbinelijn“ op de proefbank, bestaande uit de turbine, de keerkoppeling en een schroef. Zie Foto 4. Het werkt goed. Ik wil dit in een schip gebruiken. Dan is er nog een stoomketel nodig. Een artikel van Julius de Waal over een gasgestookt locomotiefje in een voorgaand nummer van de Modelbouwer nr 5(2013), heeft me geholpen mijn idee te vormen. Een dergelijke ketel ben ik nu van plan te gaan maken!

pneumatisch. Wat ik nu wil is een zgn. “self acting” regelaar. Dat is een regelklep die voor het verstellen de procesdruk zelf gebruikt, dus geen hulpenergie nodig heeft. Die is wel veel grover in zijn werk, maar ik denk dat het wel kan. Het water niveau wordt bijgehouden door een mechanische schakelaar, die een elektrisch aangedreven pomp schakelt. De schakelaar reageert op het gewicht van de ketel. Daarvoor is dus een energiebron nodig: een batterij of een generator. Het water wordt dan gewoon van buiten de boot (via een bun, een bak die onder de waterlijn is verbonden met het buitenwater) verkregen. Elektrische pompen zijn geen probleem. Ik heb er al een aantal gemaakt. Een blikje butaan moet het gas kunnen leveren. Voor de besturing zijn 3 kanalen nodig: stoom regelen naar de turbine, de keerkoppeling en het roer. Ik zie het al voor mij! U hoort nader van mij als ik zover ben!

Tekening 4

Alvast kort iets over mijn plannen: Dat wordt dus een gasgestookte ketel, waarbij de druk geregeld wordt door de gasklep te sluiten als de stoomdruk te hoog wordt. In het verleden heb ik al eens een regeling beschreven, maar die werkte

PS. Ik heb ooit een viertact 4.5 cc benzine motor gebouwd (een zijklepper) die mooi langzaam kan lopen. De keerkoppeling zou het ook mogelijk maken met die motor een motorschip te realiseren. Je weet maar nooit! Voor wie meer wil weten: adresgegevens van Martin zijn bij de redactie bekend: stoom@modelbouwers.nl.

Foto 4

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 29


SCHEEPSMODELBOUW

Louw Eijben

Bouw van een

Zhenjiang jonk

Van jongs af aan bouw ik al scheepsmodellen, eerst van plastic en later van hout en metaal. In eerste instantie heb ik modellen in hout uit bouwdozen gebouwd. Omdat het mij eigenlijk leuker leek om vanaf tekening te bouwen ben ik dat tot op de dag van vandaag blijven doen.

Al jaren ben ik geïnteresseerd in de bouw van Chinese jonken. Toen mijn model van de Tholense hoogaars 64 af was, ben ik gaan zoeken naar een geschikte tekening van een Chinese jonk, die heb ik toen nog niet kunnen vinden.Op een gegeven moment heb ik een boek uit de bibliotheek gehaald, “Zeilen door de Eeuwen” van Lásló Veres en Richard Woodman. Voor de liefhebber is dit een geweldig boek , ik heb het later ook zelf aangeschaft. In dit schitterende boek bleken een aantal afbeeldingen van jonken te staan met spantenplan. Het formaat van de tekeningen is echter zodanig dat een eventueel model in een luciferdoosje zou passen. Er zijn mogelijk modelbouwers die dat kunnen maar ik ga zo’n avontuur voorlopig nog niet aan.

Foto 16: Het kant en klare model.

30 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Mijn oog viel op een tekeningetje van een Zhenjiang jonk. Dit is een kustvaartuig uit de provincie Zhenjiang, gelegen aan de baai van Hangzhou. Deze tekening heb ik gekopieerd en hem zodanig laten vergroten dat er een schip van circa 65 centimeter gebouwd kon worden. Daar de tekening in het boek door het drukken natuurlijk kleine afwijkingen vertoont, worden bij het12 maal zo groot maken, de fouten ook 12 keer zo groot. Aangezien ik dat probleem al gauw onderkende, heb ik de tekening voor een groot deel opnieuw getekend, zover ik de lijnen nodig had voor het bepalen van de juiste spantvorm en hun positie. Om te voorkomen dat ik bij een volmodel op problemen zou kunnen stuiten met betrekking tot eventuele onnauwkeurigheden of mogelijk te weinig spanten, heb ik eerst een halfmodel gebouwd uit grenenhout.


Foto 1a: Zijaanzicht van het half model, dat als proef voor de eigenlijke bouw heeft gediend.

Foto 1b: Half van voren gezien, worden de fraaie lijnen duidelijk.

Foto 2: Let op de extra gebogen lijnen en een diep stekende kielbalk.

met spijkers, waar onder de kop een stukje karton is aangebracht, foto 06. Wat bij het plaatsen van de mallen niet vergeten moet worden, is dat je de mal op de plaats waar de plankjes tegen aankomen te bekleden met plakband. Doe je dit niet, dan krijg je de mallen niet meer eenvoudig verwijderd. De resten lijm tussen mal en latten worden namelijk een zeer hechte verbinding. Bij het verwijderen van de mallen is

het dan eenvoudig om de spijkers weer te verwijderen. Aangezien ik uit de bestaande tekening niet op kon maken hoe het dek er precies uitzag, heb ik behoorlijk wat uurtjes achter de PC doorgebracht en op internet heel wat jonken bestudeerd. Uiteindelijk heb ik een aanvaardbare dekopbouw kunnen vinden inclusief de wetenschap van waterdichte schotten.

Foto 3: Een eerste opzet van het dek. Tijdens de bouw van het halfmodel bleek al gauw dat er inderdaad te weinig spanten aanwezig waren, waardoor de romp bij de spanten te hoekige overgangen vertoonde, je kon de spanten zien zitten. Door nu extra spanten in te brengen is het gelukt om een mooie stroomlijn te krijgen, dit betekent dat er maar weinig of geen plamuur nodig is, foto 01 en 02. Toen het halfmodel klaar was ,foto 03, ben ik gestart met het bouwen van het volmodel, welke volledig uit beukenhout is opgebouwd, dit vanwege de fijn houtstructuur. Ik bouw meestal het model in een raamwerk waar ik de spantmallen in opstel, zoals door Jules van Beylen in zijn boeken, maar ook in de Modelbouwer, is beschreven. Alleen gebruik ik steviger latten (1,8 x 1,8 centimeter) en deze worden horizontaal weer met een lat verbonden. Met schoren werken, zoals Jules dat beschrijft, is naar mijn oordeel te slap. Op deze wijze heb je een stevige mal waarop de latten eenvoudig op aan te brengen zijn. Deze mal opgesteld in een workmate is zeer handig, daar je dan om het model heen kan lopen, foto 04 en 05. Latten buigen doe ik altijd op de oude methode. Met een gasbrander verhit ik de met water nat gemaakte lat, welke onder spanning wordt gezet. Je moet oppassen dat de lat niet in de fik vliegt. De latten op de mal bevestigen doe ik

Foto 4: De spantmallen voor het volmodel zijn opgezet en gefixeerd.

Foto 5: De vastzetten van de spantmallen met een extra horizontale balk.

Foto 6: De romplatten worden opgezet in op hun plaats gehouden door half ingeslagen spijkers met karton er tussen.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 31


Foto 8: Na het uittrekken van de spijkers, worden deze vervangen door houten deutels, waar voor ik bowlprikkers gebruik.

Foto 7: De mallen zijn uit de romp en de waterdichte schotten en spanten vinden hun plaats. Waterdichte schotten waren bij de Chinezen al zeer vroeg in zwang, ca 1000 jaar na christus of eerder. Een jonk is daardoor bijna onzinkbaar. Nadat de latten en berghout aangebracht zijn, verwijder ik één voor één de spantmallen en plaats dan de eigenlijke spanten, foto 07. Na het plaatsen van de spanten zijn de waterdichte schotten en dekbalken gemonteerd, foto 08 en is de binnenzijde geschilderd, foto 09, hier nog wit doch in een later stadium ossenbloedrood. Op diverse plaatsen zijn de dekbalken onderbroken om de luikhoofden en mastdoorvoeringen te realiseren. Na dit werk kon het dek en luikhoofden aangebracht worden. Nu het dek aangebracht is, was ik tevreden over mijn resultaat. Het is een schip geworden welke een bijzonder mooie lijn heeft en zover ik dat kan beoordelen zeer snel moet zijn, foto 10 en 11. Daar de Chinezen van hun gemak houden als men een grote boodschap moeten doen, is aan de achterzijde van de jonk een toilet gebouwd. Aan dit toilet is bijzonder veel aandacht besteed voor zowel de uitvoering als kleurgebruik, foto 12. Op deze foto is ook duidelijk te zien dat de achtersteven open is. Voor deze constructie is gekozen om het schip zelflozend te maken. Als het schip in een golf duikt en even later weer omhoog komt, loopt het water er aan de achterzijde weer uit. Duidelijk te zien is dat aan de achterzijde een spil is aangebracht

32 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Foto 12: De kale “poop”, let op de kraanbalk om het roer te hijsen. Foto 10: De kale romp is klaar. waarmee het roer, wat tevens als midzwaard dienst doet, omhoog en omlaag gehesen kan worden. Tijdens de bouw van de jonk ben ik me meer bezig gaan houden met het tuigage, op de uitvergrote tekening is dit tuigage vrij summier weergegeven. Vermeld moet worden dat het tuigage van een jonk grote verschillen vertoont met dat van haar Europese tegenhangers. Ook weer op internet, heb ik uiteindelijk geschikt tuig gevonden, doch ook wonder boven wonder het boek “Chinesische

Seedschunken” van Peter Wieg. Ik heb dit boek via een antiquariaat aangekocht en na inkijken kwam ik tot de ontdekking dat het laatste hoofdstuk een beschrijving was van een model welke tot de collectie behoort van het Scheepvaartmuseum in Rostock en die door Peter gerestaureerd is. Het gaat hierover een Chêkiang Dschunke of jawel de Zhenjiang jonk, de jonk welke ik aan het bouwen ben. Er is zelfs een uitgebreide tekening aanwezig. Na bestudering van de tekening was ik er al heel gauw van

Foto 9: De dekbalken en de mastrusten zijn aangebracht.

Foto 11: De dekplanken zijn gelegd en de luikhoofden zijn klaar.


Foto 17: De twee boegankers. overtuigd dat mijn dek voor geen meter leek op het dek van het beschreven model wat overigens 167 cm lang is. Waar ik wel blij mee was, is dat er een duidelijke beschrijving van de kleuren is aangegeven en dat het tuigage beter weergegeven is. Ik heb toen het besluit genomen om het dek niet te slopen en ben verder gegaan met de bouw. Het gehele model is toen in de bij mij nu bekende kleuren geschilderd, foto 13 en 14 Aangezien ik nu al meer wist van het tuigage welke door jonken gevoerd wordt, heb ik het tuigage overgenomen uit het boek van Peter Wieg en met mijn verworven kennis verder uitgebreid. Na het schilderwerk ben ik het model gaan optuigen met het voor westerse begrippen ingewikkeld tuigage. Overigens kunnen Chinese stuurlieden hier uitstekend mee overweg. In eerste instantie is de lap stof voor de zeilen door Ceciel, mijn vrouw, van een kleur voorzien met batikverf. Vervolgens heeft ze de zeilen in de juiste vorm genaaid. Na het stikken zijn de lijken en de latten op de zeilen aangebracht. De zeilen kunnen zowel verticaal als horizontaal langs de masten worden

verschoven wat de zeileigenschappen van de jonk bij diverse weersomstandigheden zeer gunstig beïnvloeden, foto 15. Bij zwaar weer, wanneer westerse schepen de luwte opzoeken, varen jonken gewoon door. Al met al ben ik best tevreden over het model terwijl ik veel heb bijgeleerd over de bouw van schepen in China, foto 16,17 en 18. De Chinese naam van het schip blijkt roos te zijn, dat ik in drie tekens aan de baakboordzijde op het hek heb geschilderd.

Inmiddels zijn er een 6-tal tekeningen van Chinese jonken in ons Modelbouw Informatie Centrum beschikbaar gekomen. Ook de tekening van de hoogaars komt uit ons archief en is nog steeds verkrijgbaar. Het boek “Zeilen door de eeuwen heen” heeft ISBN 90-5194-217-6, uitgegeven door uitgeverij Van Wijnen te Franeker. Het boek “Chinesische Seedschunken” heeft ISBN 3-7688-0472-0, uitgegeven door Verlag Delius Klassing & Co te Bielefeld, Duitsland.

Foto 13: Links de tekens voor Roos en rechts de poepdoos.

Foto 14: Zicht op de boeg met ogen die vooruitkijken.

Foto 15: Detail van het tuig.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 33


ScheepSmoDelbouw

Smit Rotterdam (1975)

Leo Versnel

Billing Boats verkoopt al jaren dit populaire model, dat op menig zolderkamertje in elkaar wordt gezet. Mijn eerste Smit Rotterdam kwam ook uit de bouwdoos. Toen hij af was en ik er een tijdje mee had gevaren, begon het weer te kriebelen. Dat is nu 21 jaar geleden en toen heb ik een halve dag in de copy-shop gestaan om het spantenraam uit te vergroten, want deze keer wilde ik het model bouwen, waarop van alles te besturen zou zijn. Bij een schaal van 1:33 wordt het model 200 centimeter lang en dan heb je ten minste de ruimte om alle details uit te werken.

Na jaren bouwen is dit het resultaat.

De romp

Het prille begin, zo lijkt hij niet zo groot.

Nog veel hout en weinig plastic.

Gebouwd op spanten en met latten dicht gemaakt, dat is niets bijzonders. Wel heb ik na een aantal jaren al het schilderwerk van de romp weer afgeschuurd en ben opnieuw begonnen met spuiten, maar nu met een matte verf. Het spuitsysteem dat ik gebruik is van het merk “Preval Sprayer”. Een glazen potje met een speciale gaspatroon er op, waar je gewoon je busje Humbrol of andere verf in kan gieten. Het plimsolmerk en allerlei andere belettering op de romp heb ik uit zeer dun plastic materiaal gesneden of gefreesd om het duidelijk op de romp te laten afsteken. De werkende boegschroef heeft er al vanaf het begin ingezeten en vormt geen verder probleem bij het afbouwen.

De dieptemerken in centimeters en voeten.

Schroefraam

Een opengewerkte tekening, die mooi laat zien, wat er onder het dek zit.

34 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De schroeven zijn van het merk Raboesch en waren toen de grootste modelschroeven die er te krijgen waren. Bij nader inzien ga ik ze toch vervangen door schroeven van het merk Robbe die een grotere spoed hebben. De nozzles waarin de schroeven draaien heb ik van PVC waterpijp gemaakt. Aan de buitenkant heb ik een smalle ring gelijmd en daarna rondom plastic strips gelegd en met epoxy vastgelijmd.

Detail van een van de luiken.


Met de hand het schuine profiel verder in vorm geschuurd, zoals op het origineel. Later heb ik de anoden, tegen corrosie, er als staafjes op geplakt. Het roer in de bouwdoos is van een veel eenvoudiger vorm, dan op het origineel. Daar kwam ik via internet achter, zodat ook de roeren weer over gedaan moesten worden. De verbinding tussen de schroefas en de romp, maar ook de nozzles en de romp bleken heel anders te zijn, dus ook weer slopen en opnieuw beginnen.

Diepgangtekens Je verwacht dat de diepgangtekens aan stuur- en bakboord hetzelfde zouden zijn. Om de een of andere duistere reden zijn zij aan bakboord in Romeinse cijfers en aan stuurboord in Latijnse cijfers. Het verschil is in centimeters en voeten.

brandblussers/ monitoren Wat het altijd goed doet op een sleepboot, zijn de brandblusmonitoren. Afgekeken van in de handel verkrijgbare exemplaren, zelf gemaakt, om de juiste schaalgrootte te krijgen. Met drie blussers / monitors op het stuurhuisdek kan ik alle kanten op, maar op het lierdek komt er nog een losse blusser (met mannetje), maar ik ben er nog niet helemaal uit hoe ik die moet aansturen. Op diverse plaatsen aan dek staan brandslangkasten. Deze zijn uitgevoerd, inclusief lekbakken. De slang is opgerold elektriciteitsdraad kleur geel. Hierdoor steekt dit beter af tegen de achtergrond.

Kijkje op het achterdek met de plunjers en kabelrol

elektronica Een Futaba F-14 zender, met de nodige multi prop en multi-switch modules, geeft je veel schakel mogelijkheden.

Kraan met werkboot

De printplaat om het aantal schakelingen uit te breiden van de verlichting

Ontvanger, 2 Multi-switch decoders en de Multi-prop decoder.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 35


Motor met vertraging en glijkoppeling om de kraanarm te bewegen.

De drie blusmonitoren op het stuurhuis

In mijn geval kan ik 53 verschillende schakelingen uitvoeren. De zender heb ik dan ook in de Smitkleuren gespoten. Maar ik wil meer…. Omdat te kunnen realiseren heb ik een “schakel” printplaat in het model gebouwd, speciaal voor de verlichting. Het probleem dat je nu krijgt is, welke functies je tegelijkertijd wilt uitvoeren. Een eenvoudig voorbeeld: Als de navigatie verlichting aangaat, dient de verlichting op de brug blauw te zijn. Een schijnwerper dient apart aan en uit te zetten zijn. Lieren ’s nachts vraagt

verlichting op het lierdek, maar ook de “plunjers”, die de sleeptros geleiden en de rol voor de sleepkabel dienen gelijktijdig bedienbaar te zijn. Alleen al voor de aansturing van de plunjers en kabelrol gebruik ik 4 servo’s. De plunjers aan stuur en bakboord hebben een eigen servo. De plunjers middenachter worden door één servo op en neer bewogen. De vierde servo zorgt dat de kabelrol omhoog komt.

Het interieur van de brug in bedrijf

luiken Een aantal luiken aan boord kent twee standen, te weten het gehele luik staat open, of alleen het mangat in het luik staat open. Beiden hebben hun eigen sluitbeugels en bedieningshandwielen. Op mijn model werkt dat allemaal. Ook de ruimtes onder de luiken zijn geheel ingericht. In gesloten stand kun je de stormsluitingen erop zetten en ziet het eruit als in werkelijkheid. Let op! Op de foto’s is dit niet te zien, maar elk luik of klep kan scharnieren.

De verlichting in het lierhuis.

Kranen

Preval sprayer

36 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Er bevinden zich drie kranen aan boord, die alle werken, zodat zij onder andere de jollen buitenboord kunnen zetten. Hierin ging het meeste werk zitten. Hoe kan je een kraan laten draaien en tegelijkertijd er voor zorgen dat hij omhoog of omlaag gaat. Dit heb ik opgelost met glijkoppelingen van Graupner en een spindel om de kraanarm omhoog of naar beneden te halen.

Brandslangkast en rubberboot


De oorspronkelijke houten opbouw gesloopt en vervangen door plexiglas. Let op de vele draden die in de mast verstopt zijn.

De volgepropte zender met links de IR zender voor de verlichting. Alles in de originele Smit kleuren gespoten.

Jollen

De relingsteunen heb ik ook zelf gemaakt uit carbonstrips, welke ik eerst met secondenlijm heb bewerkt om het rafelen bij het zagen en gatenboren tegen te gaan.

De jollen kunnen ook zelf varen, nadat zij door de kraan zijn uitgezet. Het motortje wordt gevoed door 2 AAA batterijen van 1,5 volt. Eenmaal buitenboord gezet, zorgt het roertje ervoor dat het rechtuit met de sleper meevaart.

Dekhuizen Door omstandigheden heb ik niet altijd aan mijn model kunnen werken. Als je dan weer begint, vallen bepaalde onregelmatigheden op, zodat ik op een gegeven moment besloot om de hele houten opbouw er af te slopen en te vervangen door plexiglas. Het resultaat is een veel mooiere opbouw, met de juiste randjes bij ramen en deuren. Ook het bevestigen van de handrelingen werd hierdoor veel strakker. De oorspronkelijke verf heb ik ervan af gehaald en opnieuw gespoten, in een mat uitvoering.

Ook aan de bemanning is gedacht.

brug Na het opnieuw opbouwen van de dekhuizen ben ik begonnen met het inrichten van de brug. Alle apparatuur heb ik zo natuurgetrouw mogelijk nagemaakt en waar nodig heb ik ook verlichting aangebracht in de panelen, maar ook in de leeslamp. Voor het nacht werk is er speciale blauwe verlichting aanwezig. Kastje en schuifladen staan open, alsof er gewerkt wordt. Ook het personeel ontbreekt niet op de brug. Dit zijn figuren van het merk “MB”, wat staat voor MasterBox Ltd. Zie hun website www.mbltd.info Omdat dit van oorsprong militaire figuren waren heb ik de houdingen aangepast, door voorzichtig de

ledematen eraf te zagen, om ze daarna in de juiste stand weer vast te plakken met secondenlijm. Vooral het verwijderen van helmen en petten is een geduld werkje. Nu voorzichtig schilderen en op hun plaats lijmen. In de twee schoorstenen heb ik door mijzelf gebouwde rookgenerators geplaatst. De luiken voor de ontluchting, staan bij mij, net als in het echt altijd open.

lierhuis Op de foto van het lierhuis zie je gekleurde lichtjes door de ramen schijnen. Afhankelijk van de ingeschakelde verlichting op het schip wordt hier in kleurencode aangegeven welke verlichting daadwerkelijk brand. Dit schakelsysteem wordt via infrarood apart aangestuurd. Dit kun je zien op de foto van de zender, waar deze module aan de linkerkant zit. Inmiddels ben ik ook bezig om van mijn hobby, mijn werk te maken.

Een kijkje op het voordek.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 37


SCHEEPSMODELBOUW

DAMEN Stan Tug 1606 Harztec model in schaal 1:50 (deel 2) Deel 2 van de Damen Stan Tug 1606. Het leuke aan dit kleine model is, dat toch veel aspecten van modelbouw voorkomen. Met deze keer: de zendermodificatie, opbouw, verschansing, kraan en functies als radar en licht.

Zendermodificatie De zender is een standaard Spektrum DX5e (versieX) met 6 kanalen. Eigenlijk 5 maar je kunt de “BIND” knop gebruiken als een enkele functie op kanaal 6. De Damen Stan Tug heeft een Orange (voor Spektrum geschikt) 4 kanaals ontvanger. Ik kan dus enkel kanaal 1 t/m 4 gebruiken, 5 en 6 dus niet. De kanalen 1 t/m 4 zitten op beide knuppels maar ik heb 4 nodig voor de schakelfunctie van de Graupner multischakelaar in het model. Kanaal 1 en 2 zitten op de linker knuppel en laat ik intact. Van 3 maak ik een draaiknop voor het roer met centreer “klik” en van 4 de schakelfunctie. De rechter knuppel gaat er dus uit! zie hiernaast. De roerombouw van de zender lost gelijk een ander probleem op. Normaal slaat een knuppel ongeveer 15˚ elke kant op, de servo echter ±45˚. Dit is voor het “fijn” sturen met een draaiknop te weinig, hoe meer uitslag, hoe fijner je kan sturen. Door de potmeter van de knuppel te vervangen door een lagere waarde wordt de lengte van de slag langer. Door de originele potmeter van 12k Ω te vervangen door één van 10k Ω heb ik ineens 110˚ graden uitslag naar elke kant op de zender. Het loont de moeite om te experimenteren met de waarden om tot een mooie verdeling te komen. Met 5k Ω kwam ik niet meer aan de volle uitslag. Belangrijk is een

Het kogeltje voor de “midden” klik

38 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

4

6

Maarten Flederus

5

3

4

1 2 Drukschakelaar kanaal 4 met weerstanden

Overzicht van de binnenzijde en de nummers van de kanalen. “klik” te hebben bij de midden-stand en stops bij maximale uitslag. Een ronde servoschijf dient als geleider met een uitsparing precies in het midden. Een kogeltje, penveer en een stukje buis geven precies de lichte klik bij het midden. De stop zijn twee blokjes op de schijf die tegen de buis van de veer botsen en zo stoppen.

geval 6,8k Ω. De schakelaars hebben nu ieder hun helft. Om kortsluiting te voorkomen, als je ze beide indrukt (dat kan met een knuppel nooit maar hier nu wel) een 180 Ω weerstand naar de middelste draad. Zie onderstaand schema. Nu is kanaal 4 geschikt om de vier functies van de Graupner SXM module in het model te bedienen. LET OP: voor elk merk zender kunnen de waardes anders zijn, deze zijn van de DX5e.

Kanaal 4 gaat van potmeter naar twee drukschakelaars, één voor de linkerfunctie van de knuppel en één voor de rechter. Aan de potmeter zitten 3 draden, twee aan de uiteinden van de weerstandbaan in de potmeter, de middelste geeft de waarde door, afhankelijk van de stand. Eigenlijk moeten we de potmeter een beetje namaken. Om nu links en rechts te bedienen creëer je eerst de middenstand, de helft van 12k Ω is in mijn

Van potmeter naar 2x drukschakelaar

De werking met twee eind nokjes

Terug plaatsen en aansluiten in de zender

12k Ω

L

Potmeter

180 Ω

180 Ω

6,8k Ω

6,8k Ω

R

2 x Drukschakelaar


Reling op de opbouw Volgens de schaal worden het zeer dunne relinghouders, die je kan vinden als etsdeel, iets te dun voor stevig. De robuustheid van de opbouw gaat boven schaal daarom voor de iets dikkere staanders gekozen. Een mal op schaal gemaakt met de ladder onder de goede hoek. Messingdraad buigen en buigen tot het klopt met de tekening. De staanders “rijgen” en in de voorgeboorde gaatjes zetten en uitlijnen. Dan solderen met een klein beetje S39. Normaal loopt de reling voor de bediening langs, gekozen is om ze erin te laten lopen. Voordeel is dat het voorop wat minder druk oogt met de iets dikkere reling, dan op schaal.

De zender compleet en afgebouwd. Nu heb ik drie proportionele kanalen, een kanaal voor 4 schakel functies en de losse enkele functies van 5 en 6. Met de SXM is het nu een 5+4 = 9 functies en deze setup gebruik ik in meerdere modellen als standaard.

De radarmast is een stukje messingbuis voor straks de draaiende as. Hierover straks meer. Een zelfde printje als van de mal heb ik ook gebruikt om alle gaten te markeren op de opbouw. Na solderen kon met een beetje wrikken de hele reling en radarmast zo van de mal op het model. Wel eerst het geheel goed schoongemaakt en overtollig soldeer weggevijld.

Buigen en solderen...

Plaatsen op de opbouw, past precies

Schijnwerper In de opbouw zal standaard de navigatie verlichting branden als het model aanstaat, puur omdat van buiten af goed te kunnen zien. De extra schakelfunctie zal het toplicht in de mast, een lampje boven de deur en de schijnwerper aanzetten. De schijnwerper is niets anders dan een felle LED en een minimale behuizing. De LED is met een polijstschijf eerst rond pas gemaakt en aan de kop vlak. Het is verbazend hoeveel je weg kan slijpen van een 3mm LED voordaat deze ermee ophoudt. De plus van de LED is in de uitsparing vast gesoldeerd en gaat door tot in de voet en later door het dek. De min is kort afgeknipt en een dun geisoleerde draad doet lijken of dat de hele aansluiting is. De voet en beugel zijn losse stukjes polystyreen. De pluspool is de zekerste verbinding en de dunne draad de zwakste schakel. Daarvoor is de achterzijde volgegoten met twee componenten epoxy. Geheel is nu stevig en geschikt voor op de opbouw, bovendien een best fel licht, dat wel zal opvallen.

Twee felle LED’s ...

Mal voor de reling en ladder solderen

Vlakgeschuurd...

Test....

Ladder afgewerkt en op z’n plek.

Klaar voor plaatsen

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 39


Roerservo, motoren en Lipo bakje vóór het dek er op gaat

In de boeg de vaartregelaar en relais, motoren zijn nog niet aangesloten

Inrichting romp De enige toegang straks is het luik boven de roerservo en onder de opbouw. Verwijderbaar is de servo, Lipo en de vaartregelaar, de relais en motoren gaan er vast in. Dit is een risico maar de belasting is niet veel en we hopen op een lange levensduur. Mocht het toch zover komen dan is het dek open snijden een optie. Omdat er wellicht ruw mee gevaren gaat worden vond ik een verlijming van het dek opwegen tegen het risico van mindere waterdichtheid bij een verwijderbaar dek. Daarom zit alle electronica hoog onder het dek en zo min mogelijk op de bodem waar eventueel een druppel water terecht zou kunnen komen. De roerkokers zitten boven de waterlijn en met een drupje olie redelijk waterdicht, dat is dan ook het enige punt waarop er iets naar binnen kan komen bij normale vaart. De koppelingen zijn met lock-tite vast gezet en de smeernippels op de assen zijn naast de roerservo toegankelijk voor een vers scheutje kogellagervet. Alle onderdelen van de roerstangen zijn met metaal epoxy lijm vastgezet want ook daar kan ik niet meer bij, enkel de servohevel kan vervangen worden. In het midden de Lipo bak en voorin de stekker voor

de vaarregelaar unit. De relais zitten daarnaast en alle verbindingen met epoxy overgoten tegen kortsluiting door vocht. De motoren zijn uitgelijnd met afvalstukjes plaatmateriaal en al draaiende verlijmd met epoxy en tijdens het drogen dusdanig gecorrigeerd dat de koppeling en assen zo vloeiend mogelijk draaien. Het was een werkje van twintig minuten, maar wel een goed resultaat. Beide motoren reageren gelijk op de enkele regelaar en zijn dus gelijk in belasting. En om helemaal elk onheil te voorkomen zijn twee stukken piepschuim aan de zijkanten vastgezet zodat in het geval van een aanvaring en eventueel kapseizen de boot in ieder geval blijft drijven tot de hulptroepen arriveren. De opbouw blijft aan de magneten en de telefoonstekker ook hangen.

De basis onderdelen (origineel 13x9 cm)

...de binnenste schuifarm...

40 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Hijskranen Als optie was er een kraansetje te bestellen, het is echter alleen de voet en armen. Zaken als cilinders, verbindingen, slangen en ander detail zal je zelf naar wens moeten toevoegen. Ook hier weer de stapelbouw van perfect passende onderdelen, weliswaar af en toe te klein voor dikke vingers. Uit los polystyreen

Roer assen met twee componnenten metaal epoxy verlijmd aan de hevels profielen de cilinders nagemaakt en met dun draad de leidingen aangelegd. Lang niet alle leidingen, maar genoeg om het ingewikkeld genoeg te laten lijken. Een beetje gele verf, wat gebruikssporen en het ziet er zo uit dat het tijd wordt voor de bemanning eens wat te gaan poetsen. De mate van “smerig” maken is wat overdreven, maar ik hou de één meter regel aan, oftewel vanaf één meter afstand moet het echt overkomen. Het doel is immers RC varen in kinderhanden en niet een perfect boekenkastmodel tot in elk detail.

...cilinders erbij...

...samenstellen...


Dek montage

Radar

Het dek gaat definitief vast op de romp en daarvoor moest alles binnenin in orde zijn. De electronica getest en verbonden met de onderdelen in de romp. Proef passen en dan met genoeg lijm het dek vast zetten. Eindelijk kan dan begonnen worden met de afbouw van de romp.

Een radar in deze kleine schaal is lastig, het mag niet veel wegen want dat maakt de boot topzwaar. En hoe klein de motor ook is, hij is veel te groot en te snel voor een natuurgetrouw radar. Gekozen is voor een mini servo zonder electronica als aandrijving en een 2:1 tandwielvertraging zo laag mogelijk in de opbouw. Na een draaitest (met de klok mee) nog steeds veel te hard voor mooi. De servo zit al op de BEC spanning van 6V, dat moet dus omlaag, Middels twee gelijkrichters (diodes) in serie het voltage tot 3,7V terug weten te brengen, wat een redelijk maar vlot rotatiebeeld oplevert. Het is niet exact de juiste snelheid, maar dicht genoeg. Bovenin komt straks een ronde magneet aan de as en daarop nog een magneet met de radarbalk. De servo zit vast en is bijna niet vervangbaar in de opbouw, ook de tandwielen zijn niet te vervangen. Mocht iemand met de vingers in de buurt komen van het radar, zal deze losraken of niet meedraaien zonder dat het mechaniek overbelast wordt of stuk gaat. Hooguit kan ik de bovenste magneet en radar zelf kwijtraken, deze kan ik dan weer wel vervangen.

Verschansing De hele verschansing op het dek bestaat uit twee lange delen met aan de binnenzijde diverse steunen en opbouwdelen voor het dek. Alles past nauwkeurig en alleen voorbuigen van de ronde delen was nodig. Een beetje schuin afschuren voor de hechting aan het dek en van achter naar voor lijmen op het dek. Bij de boeg hou je wat over, dat je weg moet snijden, maar beter teveel dan te weinig. De steuntjes zijn wel nodig om enige stevigheid te geven. Alle andere opbouwdelen voegen nog meer stevigheid toe. De ronde toprand is zelf toegevoegde polystyreen ronde strip, dat met voorzichtig buigen en een beetje smelten met thinner op de kopse kant van de verschansing is gelijmd. Eerst op kleine punten met een beetje seconden- lijm en later met een kwastje thinner versmolten aan de verschansing.

Mini servo en tandwiel

Bovenste twee magneten voor radar

Weerstanden voor verlichting, voltreductie miniservo en de telefoonstekker voor verbinding met de romp

De complete verschansing met diverse steuntjes en de opbouwdelen voor de bolders

In deel 3:

...de kabels...

Geel gespoten en een beetje vies, maar klaar voor plaatsing aan boord

-

Afbouw romp De mast De laatste details Plaatsen van de ramen Hopelijk een eerste testvaart

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 41


SCHEEPSMODELBOUW

Kortstraalbuisroer Hoe maak je dat? Het staat er zo eenvoudig, kortstraalbuisroer. Kort blijkt de heer Ludwig Kort (1934) uit Duitsland te zijn, die deze vorm mede bedacht heeft. De bedoeling is (nog steeds) om bij een laag toerental of beperkte diameter het rendement van de schroef te verhogen. Dit principe wordt op twee manieren tegenwoordig nog toegepast, te weten Stuwdruk verhogend, d.w.z. het water wordt samen geperst of Stuwdruk verlagend, het water krijgt meer ruimte en veroorzaakt minder trillingen en cavitatie (bij waterjets) Mijn plan om een model te bouwen van de Dockyard IX (9) heeft alleen kans van slagen, wanneer het mij lukt om het kortstraalbuisroer te vervaardigen. De Dockyard IX is één van de acht sleepboten, die bij de RDM (Rotterdamse Droogdok Maatschappij) in aanbouw waren, in begin 1940, voor de haven van Moermansk.Vanwege ijs en andere winterse omstandigheden kregen deze slepers een on-Hollandse vorm, met onder andere de schoorsteen dwars door het stuurhuis. Geen apart

Kornelis Polderdijk

CV nodig, maar het profiel van deze slepers werden in de loop der tijd wel herkenbare handelsmerken. Omdat ik in het bezit was van de werftekening van dit schip, via het archief van de modelbouwclub in Hoogvliet, die pas in 1942 afgebouwd is, was ik in de veronderstelling dat alle 8 hetzelfde waren, totdat mij een foto onder ogen kwam van de Dockyard V (5), (af) gebouwd in 1947. Deze had een gewoon roer, maar ik was al te ver gevorderd, om voor de gemakkelijker weg te kiezen. Ik had nog een groot stuk aluminium, vierkant, dus passend voor dit karwei. Het probleem is dat de buis taps toeloopt, aan de bovenkant een schuinte van 10 graden en aan de onderkant een schuinte van 3 graden, ook nog eens excentrisch dus. In mijn werkzame leven kon ik beschikken over een draaibank met conusliniaal maar dat heb ik niet op mijn oude emco 7, maar om over een lengte van 45 millimeter, dit handmatig te doen lokte mij helemaal niet aan, er

Het origineel va

n de Kortstraalbu

isroer

moest een list verzonnen worden en omdat het om een eenmalig gebruik ging, met zo eenvoudig mogelijke middelen, improviseren dus. Een stuk plat materiaal, de liniaal dus aan het bed bevestigd en een stelboutje op het dwarssupport, met de beitel ondersteboven met de klok meedraaiend en de voeding van links naar rechts.

De messing glijliniaal in gesteld op 10 graden

Het resultaat is te zien aan de linkerkant van de foto.

Op de tekening is het verschil in hoek tussen onder en boven goed af te lezen.

42 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De messing glijliniaal in gesteld op 3 graden


De latere aanpassing van het origineel met een verticaal vlak om meer stuur te kunnen geven.

De vinnen zijn geplaatst in uitgefreesde sleuven.

Met dit hulpstuk kon ik de straalbuis in de klauwen spannen, om het op lengte af te draaien.

De zelf gemaakte schroef, die in de straalbuis komt.

Door het stelboutje telkens wat te verstellen met weinig spaandiepte en met de dwarsvoeding ingeschakeld, met de hand het stelboutje met zo gelijkmatig mogelijke druk tegen de “liniaal” te laten glijden, enig vet helpt hierbij. Eerst de tien graden op bovenstaande wijze en toen, met behulp van de meetklok en de vierklauw de buis 4 millimeter excentrisch gesteld. Met de liniaal op 3

graden gesteld de oefening herhaald, dit levert wel een vormfout op, maar het valt niet zo op, volgens mij. Je kan excentrisch stellen ook in meerdere stappen doen, elke keer 1 millimeter bijvoorbeeld. Er was genoeg materiaal om het in de vierklauw af te draaien maar net niet genoeg om het op lengte af te steken, zodoende moest het met het hulpstuk, gemonteerd op de stelplaat van de draaibank, op de juiste

lengte afgedraaid worden, hetzelfde hulpstuk kon ik ook gebruiken om de gaten te boren en de sleuven te frezen op de verdeeltafel. Meer informatie over het schip is te vinden op www.dockyard9.nl Wilt u meer uitleg over hoe ik het gedaan heb, dan kunt u altijd een mailtje sturen naar: kornelis1937@ outlook.com

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 43


SPOORMODELBOUW

Schuivende schuifdeuren Toen treintjes nog tot speelgoed gerekend werden waren gesloten goederenwagens met deurtjes die echt open konden een gewild artikel. Ook ik heb in mijn jonge jaren door een geopende schuifdeur lading in mijn gesloten goederenwagen geperst. En wat een werk je er dan weer aan had om het er uit te krijgen……. Later bleken dit soort accessoires alleen maar lastig: het mechaniek raakte lam en de deuren trilden tijdens de rit altijd weer open. Eenmaal modelspoorder waren die te openen deuren wel weer handig: vervelend nu weer dat van de gewenste wagen de deuren nu net weer niet open wilden. Maar waar een wil is…….

Na het uitzagen van de deur maar eens passen. De afdekkap is al aangepast, zijn afwezigheid wordt ook aangetoond door de hangende koppelingen.

Het model Voor een klein diorama leek het mij wel aardig om een Artitec vierdeurs groentewagen aan de losweg van lading te voorzien. Op internet was al een ombouwproject gevonden waarbij de wagen wel geopende deuren had maar die konden vervolgens niet meer dicht. Omdat er niets zo veranderlijk is als een mens had ik toch liever een variant waarbij een inzet op de modelbaan anders dan als statisch object tot de mogelijkheden bleef behoren. Om het mijzelf iets makkelijker te maken was al wel snel bedacht dat schuivende deuren aan één zijde van de wagen wel genoeg zou zijn.

de wagenwand geslepen waarbij aan de onderzijde bewust ruim een plank breedte is blijven staan. Om later inkijk bij gesloten deuren tegen te gaan dient er ook aan de beide zijkanten ongeveer 1,5mm materiaal in de deuropening te blijven staat. Aan de onder- en bovenzijde kan de deuropening wel tot aan de rand afgewerkt worden. Bij het nader bekijken van het onderstel blijkt

De ombouw De kap werd voorzichtig van het onderstel genomen (deze zit met twee nokjes per zijkant aan het onderstel geklipt). Vervolgens werd met een kleine horlogemakers schroevendraaier aan één zijde van de wagen voorzichtig de deurpartij losgewrikt. Wie nu een opening verwacht komt bedrogen uit: de wagenwand loopt gewoon door. Met een doorslijpschijf in de miniboor werd ongeveer de gewenste opening in

44 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De volgende stappen zijn gezet: de deuren en de looprails zijn gescheiden. Het uitgezaagde stukje ballast gedeeld en teruggeplaatst.

Rob Mooij

dat de wagen al van een passende “lading” is voorzien: een kloek ballastgewicht vult voorzien van een afdekkap zo ongeveer de hele wagen. Om de (on) mogelijkheden in beeld te krijgen werd de kap maar weer eens teruggeplaatst op het onderstel. Duidelijk was dat, om de wagen voorbeeld getrouw te kunnen beladen, er een flinke hap uit het ballast gewicht en afdekkap gehaald moest worden. Gezien de wens om ook met de wagen te kunnen blijven rijden is besloten om het ballast gewicht niet te delen maar er een flinke “hap” uit te nemen. Een zelfde hap is ook uit de afdekkap genomen. Voor deze werkzaamheden is gebruik gemaakt van een figuurzaagbeugel met metaalzaagjes en een klein beetje geduld. Het uitgezaagde stukje ballast is ook weer gedeeld en later met stukjes dubbelzijdig tape boven de wielstellen op de afdekkap gezet. Onderstel, ballast en afdekkapje zijn vervolgens weer samen gevoegd. Wees er bij de montage op bedacht dat wagens met een rembordes aan die zijde een iets verder uitstekende opnameschacht voor de modelspoorkoppeling hebben. Alles is dan nog wel symmetrisch maar past toch maar op één manier. Voor één deuropening staat nu een nutteloos vorkje die zich met weinig moeite laat verwijderen. Op het lage vloerdeel is een stukje karton met planken imitatie (Faller) gelijmd. Uiteindelijk was de hele operatie begonnen om de deuren te laten schuiven dus terug naar de deuren. In model is het slechts één onderdeel: maar het moeten er drie worden. Als eerste zagen / snijden we de geleide rail onder de deuren weg. De imitatie loopwielen dienen wel te blijven zitten: de opgevulde ruimte tussen de beide wielen kan wel weggenomen worden. De volgende stap is het delen van de deuren. Dit kan het beste met een mes en vanaf de achterzijde gedaan worden. Gezien de forse dikte van de deuren gaat dit zeker niet met één haal lukken maar zijn meerdere (voorzichtige) sneden nodig. Aan de achterzijde van iedere deur zitten nog twee vierkante nokjes, die kunnen ook weggesneden worden. Een beetje passen en meten leerde dat de schuin geplaatste schoor profielen op de wagenwand eigenlijk een beetje in de weg zitten.


Weinig is genoeg: meer is er van het interieur niet te zien. Let op de iets verzaagde vaten.

wagen een kleine verstevigingsrib die met een pertinaxboortje weg gefreesd is. Om de kantelen van de deur tegen te gaan wordt een deel van de oude geleiderails die we onder de deuren hebben weggesneden op de “plank” onder de deuropening gelijmd.

Een geelbander aan de loods, nog effe wachten met die deur: er moet nog meer mee.

De montage en afwerken

De schuifdeurmechaniekjes is wording: de linkse is gemonteerd, de rechtse nog los.

Daar is, omdat de deuren ook moeten kunnen sluiten weinig aan te doen. Wel kunnen we iets aan de forse dikte van de deuren doen. Met geduld en wat schuurpapier zijn deze van 1.7 tot ongeveer 1.3 mm dikte teruggebracht. Om de deuren te laten schuiven is er iets van een mechaniek nodig. Omdat eenvoud het kenmerk van het ware is is het mechaniek zo simpel mogelijk gehouden. Het bestaat per deur uit een op een montageplaatje gesoldeerd messingbuisje dat als geleider voor een

En zo ziet het er aan de binnenzijde uit.

messing draadje dienst gaat doen. Dit messing draadje op zijn beurt is aan een L-vormig stukje messing strip gesoldeerd. De lange poot van dit stukje strip wordt achter de deur gelijmd, de korte poot bepaald hoever de deur buiten de wagen kan schuiven. Dit laatste onderdeel vereist met name als de positie voor het montagegat voor het messingdraadje bepaald wordt wat extra aandacht. Op de plaatst waar het montage plaatje met daarop het messing buisje gedacht was bevind zich aan de binnen kant van de

Het eigenlijke plaatsen van de diverse onderdelen is een klusje van niets: geleider + montageplaat horizontaal aan binnenzijde van de wagenwand plakken, schuifpen met deurhouder in de geleider schuiven en de deur op de deurhouder plakken. Voor dit soort constructie werk heb ik gebruik genaakt van het vanouds bekende Bisonkit. Na de wagen van een passend interieur voorzien te hebben kon ook de kap weer teruggeplaatst worden. Nu rest er nog één klusje: onder de deuren hoort een looprail te zitten: deze is weggesneden en deels hergebruikt maar er moet toch weer een looprail terug komen. Aan een stukje messing hoeklijn van 1x1 mm zijn twee pennetjes van 0.8mm gesoldeerd. Deze pennetjes worden in twee in de stelbalken geboorde gaatjes gestoken. Als we dit op de juiste wijze gedaan hebben zit het stukje hoeklijn keurig als imitatie looprail onder de deuren. Om het spontaan opentrillen van de schuifdeuren tijdens de rit tegen te gaan is de looprail aan de bovenzijde met de figuurzaag middels het zetten een aantal zaagsneden iets ruw gemaakt. De finishing touch bestaat uit het met wat roestbruine verf aantippen van de zijkanten van schuifdeuren en het schilderen van de looprail onder de deuren. Als ook de laatste vaten geladen en geteld zijn zal ladingmeester Preiser de deuren sluiten en vergrendelen en kan de wagen de baan weer op.

De wagen met beide deuren gesloten.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 45


WERKPLAATS & TECHNIEK

Rapid prototyping: ook voor modelbouwers Op 26 en 27 februari vond in de Koningshof in Veldhoven de beurs Rapid Pro plaats. Daar werden de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van rapid prototyping gedemonstreerd. Het zal geen verbazing wekken dat 3D printen daar een prominente plaats in nam, naast CNC frezen en 3D scannen. Het was op de beurs mogelijk je te laten scannen en vervolgens klein te (laten) printen. Hoe zo, modelbouw? Voor de modelbouwers was vooral interessant kennis te nemen van de richting waarin de ontwikkelingen gaan. Bij de draadprinters was duidelijk de richting naar twee draden. Niet alleen voor het printen van verschillende kleuren, maar ook om steunmateriaal te kunnen printen. Duurdere machines werkten daarbij met twee aparte koppen. Ook neemt het aantal materiaalsoorten gestaag toe. Interessant voor de modelbouwer was filament in de vorm van rubber. Verkrijgbaar bij de Kunststofshop. (ook voor andere materialen als kunststof palen, folie, buis en staf, kijk op: www.kunststofshop.nl). Naast Shapeways heeft nu ook Materialise een internet printservice heeft opgezet waar u uw objecten kunt laten printen. Zie http://i.materialise.com Het aantal materialen is daar al 17, uiteenlopend van polyamide via transparante resin tot zilver en RVS. Maar de belangrijkste ontwikkeling gaat toch in de verbetering van de resolutie. Voor ons van doorslaggevend belang. De mooiste methode is de Digital Light Processing (DLP) techniek. Hierin wordt een vloeistof belicht en hardt de voorwerpdoorsnede uit. De resolutie (verticale laagdikte) wordt bepaald door de nauwkeurigheid van de Z-as. (en vanzelfsprekend de software). Laagdiktes tot 10µm zijn daarbij haalbaar. Een doorbraak is de ontwikkeling van de Portobello van Orchis. Dit apparaat werkt met een beamer die de vloeistof belicht en met een resolutie van 60µm voor de X- en Y-as en tot 1,5µm voor de Z-as het non-plus-ultra voor kleine onderdelen. De beperking zit in de afmetingen: 115x64x100mm is het grootste onderdeel dat in deze machine kan worden geprint. Maar nu de klapper: het apparaat wordt op de markt gebracht voor minder dan €5.000.- incl. BTW, geheel compleet. (Introductie zelfs < € 4.000.) Maar ren niet meteen naar de winkel: de machine komt te staan bij het fablab in Dronten en daar kunt u tegen de kosten van het materiaal gratis uw onderdeel laten printen. Als uw onderdeel dan 10g weegt kost het minder dan €1.- het ligt in de lijn dat binnenkort ook andere fablabs hierover zullen gaan beschikken. Kijk voor meer informatie eens op de website: http://www.orchis-print.nl/

46 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Gerrit Volgers


Nederland

Model bouwland 01 Modelbouw Bloemendaal.nl, Bloemendaal

06

02 Quartel Modelbouw BV, Pijnacker (hoofdfiliaal) 03 Hobby- en Modelbouw.nl, Katwijk

01

03 02

04 MiniatuurA, Putten

04 05

07

05 Tolkamp, Bredevoort 06 Historische Modelbouw, Den Helder 07 De Posttrein, Barendrecht

Kijk op www.wrtolkamp.nl voor ons assortiment machines! Draaibanken - draaibeitels - centers - Freesmachines - spantangen Freessets - machineklemmen - meetgereedschap - slijpmachines Boren - tappen - heftafels

W.R. Tolkamp - Bredevoort Prins Mauritsstraat 1, 7126 AC Bredevoort, Tel. 0543 - 451 754 Openingstijden Pijnacker (hoofdfiliaal) Maandag en Vrijdag 10.00u - 21.00u Dinsdag t/m Donderdag: 10.00u - 18.00u Zaterdag: 09.00u - 17.00u 12.00u - 17.00u 2e zondag v.d. maand:

• Pijnacker, Delftsestraatweg 26D, Tel. 015-3692205 • Amsterdam, Osdorper Ban 62, Tel. 020-6154920 • Zwolle, Rembrandtlaan 9, Tel. 038-4534073 • Roosendaal, Hulsdonksestraat 21, Tel. 0165-548230

Openingstijden overige filialen Maandag: Gesloten Dinsdag t/m Vrijdag: 10.00u - 18.00u Zaterdag: 10.00u - 17.00u Koopavonden: 19.00u - 21.00u Donderdag: Amsterdam en Zwolle Vrijdag: Roosendaal

E-mail: hans@quartel.nl • Website: www.quartel.nl

De Posttrein Dorpsstraat 123 2992 BD Barendrecht. Telefoon: 0180-619539 Fax: 0180-619539 E-mail: info@posttrein.nl Website: www.posttrein.nl

ADVERTEREN? Neem contact op met Media Primair Modelbouw BV Telefoon: (0342) 400 279 E-mail: advertenties@mediaprimair.nl

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 47


werkplaatS & tecHniek

3D printen van brandweertoebehoren Als modelbouwer van brandweervoertuigen ontkom ik er vaak niet aan om zelf veel kleine onderdelen met de hand na te maken. In de schaal van 1:14-1:16 zijn wel veel accessoires te koop voor de RC trucks, maar niet de specifieke brandweervoertuig attributen. Zo moest ik voor mijn Mercedes Benz 408 van Brandweer Brugleuningerveen (De Modelbouwer nr. 8, 2010) zelf de zuigslangen op het dak van het voertuig maken met de bijbehorende Storz-koppelingen. Op zich leuk werk, vooral als je het voorbeeld vaak in je handen hebt. En na een middag en avond “prutsen” heb je dan vier koppelingen voor de zuigslangen. Maar na het volgen van de cursus Inventor om voorwerpen met 3D techniek te kunnen printen zag ik de mogelijkheid om dit soort onderdelen veel nauwkeurige maar ook makkelijker te maken. En waar er bij hand werk nog wel eens kleine onderlinge verschillen ontstaan, met de 3D techniek krijg je nu alle koppelingen exact gelijk.

De Storz koppeling De Duitser Guido Storz heeft in 1882 patent aangevraagd op de door hem uitgevonden koppeling. (Figuur 1.) Storz was een architect die bij een brand in het Duitse Konstanz de moeilijkheden zag die het werken met schroefkoppelingen (man- en vrouwkoppeling) met zich mee bracht. In 1936 werd zijn ontwerp het standaard type koppeling in Duitsland, de zogenaamde Storz-koppeling. Deze koppelingen had het grote voordeel dat de slangen willekeurig aan elkaar

Figuur 1.

48 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

gekoppeld konden worden en er geen begin- of eind koppeling meer aan de slangen zat. Inmiddels is dit in veel landen de standaard koppeling die in gebruik is bij de brandweer. (alleen o.a Frankrijk, België en Engeland gebruiken andere koppelingen) De koppeling bestaat uit twee identieke delen (halve Storz-koppeling) die in elkaar gedraaid kunnen worden net als een bajonetsluiting. Een halve koppeling heeft twee of drie nokken en evenveel uitsparingen. Het aantal nokken is afhankelijk van de diameter. De meeste brandweerkorpsen gebruiken Storzkoppelingen met nokafstand 81 mm. (de afstand tussen de binnenkanten van de tegenover elkaar liggende nokken) op 52 mm en 75 mm slangen en overige armaturen, zodat ze allemaal onderling te koppelen zijn. Voor zuigslangen wordt een zuigslangkoppeling toegepast. Deze zijn vaak voorzien van uitklapbare handvatten om het koppelen van de vaak stugge en zwaardere slangen makkelijker te maken.

Fred Keislair

Figuur 2.

Het ontwerp Nu zal ik gelijk toegeven dat ik zelf nog niet heel erg ervaren ben in het tekenen met Inventor. Gelukkig kreeg ik hierbij hulp en na een moeizame op start had ik het weer snel opgepikt. Ik heb de standaard nok 81 halve Storz-koppeling getekend, zodat deze gebruikt kan worden voor: • opgerolde slangen in of op een voertuig een mooie koppeling te geven. • aan de achterzijde van een voertuig de aansluitkoppelingen van de pomp te kunnen weergeven, • voor de straalpijpen of waterkanonnen etc. op een voertuig. De gekozen schaal is 1:15, maar met een buitenmaat van 8 mm in schaal is het verschil tussen 1:14 en 1:16 verwaarloosbaar klein. Bij de zuigslangkoppelingen zijn mijn Inventor mentor en ik een stapje verder gegaan. Daar hadden we door de maatvoering de mogelijkheid om de koppelingen ook werkelijk in elkaar te laten grijpen. Dit is natuurlijk niet noodzakelijk, maar het geeft wel aan wat de mogelijkheden zijn van 3D print techniek. Figuur 2 toont het ontwerp van de werkende uitvoering, voor de duidelijkheid zijn de vlakken van de bajonetsluiting verschillend

Figuur 3.

gekleurd. (In de eenvoudige uitvoering ontbreekt groef, wel zijn de uitsparingen voor de nokken aanwezig. Om een voertuig compleet af te maken volstaat het natuurlijk niet om alleen de koppelingen aan te brengen. Deze worden als er geen slangen aan gekoppeld zitten afgesloten met een blinddeksel. Zie figuur 3 (Zelf moet er nog een kettinkje aan worden gemaakt). Figuur 4 geeft de tekening met de hoofdmaten van de onderdelen.

Het product De 3D CAD tekeningen zijn vervolgens omgezet naar .stl files de dienen als input voor de printer. Als eerste zijn de normale koppelingen geprint bij het fablab in Eindhoven op de uP printer. Het resultaat is weergegeven in figuur 5. Aan de rechterkant liggen de zuigslangaansluitingen (Ø12mm) , links boven ligt de slangaansluiting (Ø8mm) en daaronder de afsluitflens Ø8mm.


Figuur 6.

Figuur 7.

Figuur 4.

Figuur 5.

Duidelijk is dat met deze techniek de grens van het haalbare is bereikt. Weliswaar maakt deze printer zelf steunmateriaal aan en is de draad maar 0,4mm dik, toch zijn bij de grote aansluiting de nokken weggevallen. Dit is het gevolg van positioneren: de voorkant is op het bed geplaatst, de nokken zijn beschadigd bij het verwijderen van het bed. De 8mm en de flens zijn te klein om voldoende details scherp weer te geven. Om tot een beter resultaat te komen moet een andere techniek worden gebruikt dan de draadmethode. Het beste resultaat wordt verkregen met de stereolithografie techniek: het belichten van een vloeistof. Een machine die dit toepast is de Portobello bij het fablab in Dronten. Een test met deze onderdelen op die machine gaf het resultaat van figuur 6 en 7. Niet alleen is nu de afdruk haarscherp, de beide koppelingen van de aanzuigleiding kunnen nog in elkaar worden gezet! Het is duidelijk dat voor dergelijke kleine onderdelen dit een prima methode is. De tijd die het produceren van deze onderdelen op de Portobello in beslag nam was ruim een half uur.

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 49


werkplaats & techniek

Een 3D printer bouwen waarom? • (Deel 1) Arnold van der Weide Tijdens de bouw van mijn MicroMagic besloot ik dat er een aantal extra trimlijnen om de tuigage te trimmen nodig waren. Hierdoor kwam ik een aantal spanners te kort die op dat moment waren uitverkocht en het ook niet duidelijk was wanneer ze weer leverbaar werden. Dit zou een goed moment zijn geweest om een 3D printer te hebben om deze onderdelen zelf te maken. Vraag was natuurlijk wel: is het mogelijk om een dergelijk onderdeel te modelleren en te printen. Vanuit mijn werk heb ik ervaring met het maken van 3D modellen en er zijn testversies beschikbaar van modelleersystemen. De keuze viel op Briscad en in een avond was ik in staat om een CADmodel te maken van de spanner. Het probleem met de spanner heb ik uiteindelijk op een andere manier opgelost en de MicroMagic heeft in de tussentijd al een flink aantal zeiltochten gemaakt. MicroMagic

De 3D printer Toch bleef het idee om een 3D printer te hebben om onderdelen voor mijn modelbouwactiviteiten te gaan maken hangen. Daarbij was het print volume van 20x20x20 cm belangrijk omdat dat de maximale grootte bepaalt van de te printen onderdelen. Het idee bleef liggen tot ik een advertentie tegenkwam van de Velleman K8200 3D printer, die als bouwpakket beschikbaar is. Waarom een bouwpakket? Allereerst omdat ik weinig tijd heb om alle onderdelen bij elkaar te zoeken. Ook is er een uitgebreide website voor de ondersteuning van de bouw van de printer, de benodigde software om de printer aan te sturen en de setup bestanden. Wel was ik verrast toen het bouwpakket arriveerde. Je verwacht een uitgebreide bouw handleiding maar niets van dat alles. Er was een blad papier dat verwees naar de website van de printer waar in 20 stappen met veel foto’s wordt uitgelegd hoe de printer gebouwd moet worden. Ook is er een .pdf bestand aanwezig dat de volledige bouwbeschrijving bevat, maar ik zou willen afraden dit te printen omdat het 750 pagina’s lang is. Dus heb ik een tablet meegenomen naar m’n werkplaats en via wifi de bouwbeschrijvingen één voor één gedownload. (figuur 1)

De Bouw Het samenbouwen van de K8200 is voor een technisch aangelegd persoon

Figuur 1

50 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

eenvoudig. Het bouwpakket is zo uitgevoerd dat de onderdelen die voor een bepaalde stap nodig zijn in een plastic zak zijn verpakt. Wel zijn er een aantal aandachtspunten. Allereerst de geleiding van de X, Y en Z as. Deze bestaan uit geleidestangen waarover lineaire lagers lopen. Normaal zou je kiezen voor een systeem waar twee lineaire lagers aan de ene kant worden gemonteerd en één lineair lager aan de tegenoverliggende kant, equivalent van de kruk met drie poten. Bij de K8200 is echter gekozen voor twee lagers aan beide kanten. Dit betekent dat men de lagers pas echt vast kan zetten als alles gemonteerd is en het onderdeel zonder veel wrijving heen en weer kan worden bewogen. Ook is het verstandig om de geleide stangen goed in te vetten met kogellager vet. (figuur 2) Ook het gebruik van nylon borgmoeren om het bovenste lager vast te zetten ter ondersteuning van de spindel van de Z as is niet optimaal. Het vergt nogal wat kracht om de moer op de spindel te draaien en er is een risico dat de spindel verbogen wordt. Het is eenvoudiger om het bovenste lager gewoon vast te zetten met twee M8 moeren. Deze moeren worden sowieso geborgd als ze vast gedraaid worden op de binnenring van het kogellager. Ook moet de spindel goed worden ingesmeerd met kogellager vet om de wrijving zo klein


Figuur 2 mogelijk te maken. Het is verstandig om het printbed voor te spannen. De ondersteuning van het bed is een aluminium frame waarin de gaten voor de schroeven al zijn voorgeboord. Als alles koud is dan past het net, maar als het printbed wordt opgewarmd en uitzet dan is er een kans dat het bed in het midden omhoogkomt. Ik heb de gaten van de ondersteuning iets uitgevijld om meer ruimte te geven. Daarna het bed licht vastgezet en opgewarmd tot 50 graden Celsius. Toen een gewicht op het midden van het bed geplaatst en de bouten van de ondersteuning aangedraaid. Heb tot op heden nog geen uitstulping in het midden van het bed waargenomen. De totale bouw neemt ten minste 12 uur in beslag. 50% van die tijd met het in elkaar zetten van de printer en 50% voor het aansluiten en instellen van de elektronica.

Figuur 3 uitstekende beschrijving op de website van de K8200. Alleen kan men stap 007 overslaan omdat de controller van de K8200 geleverd wordt met de juiste firmware voorgeïnstalleerd. Wel zou ik willen aanraden om niet het filament (de draad) te gebruiken dat wordt meegeleverd in het bouwpakket maar direct een nieuwe spoel te gebruiken. Het is best uitdagend en niet aan te bevelen om tijdens het printen het filament te vervangen. Voordat men begint met kalibreren is het verstandig om een spiegel of glazen plaat op het print bed te monteren. Dit zorgt voor een vlak oppervlak. Men kan kiezen voor de Sörli spiegel van Ikea of men kan een glasplaat direct bij de dealer van Velleman bestellen. Ook is het aan te bevelen om het glas te beplakken met schilders tape van 5 cm breed.

Dit verbetert de hechting van het werkstuk aan het glas. Een extra voordeel van het gebruik van een glazen plaat is dat als een werkstuk te vast zit, je het toch kan verwijderen zonder het printbed te beschadigen. (figuur 3)

kalibreren Bij het kalibreren heb ik gebruik gemaakt van een voelermaat. Het is belangrijk om de afstand tussen de uitgang van de extruder en het printbed tussen de 0,25 en 0,3 mm te houden. Is deze afstand te klein dan zal het werkstuk te veel kleven en zal moeilijk te verwijderen zijn. Is de afstand te groot dan zal het plastic niet voldoende aan het printbed kleven en loopt men het risico dat een deel van het werkstuk loslaat.

Uitlijnen en in gebruik nemen Als de printer gemonteerd is dan is de eerste stap het uitlijnen van de printer. Het is vrij eenvoudig om vast te stellen of een as in lijn is door het printbed langs de X en Y-as heen en weer te bewegen. Blijft de getande riem, die de desbetreffende as aandrijft, op dezelfde plaats op de spindel, dan is de as in lijn. Is dit niet het geval dan kan men de uitlijning verbeteren door de ondersteuning aan één zijde een beetje los te maken en te verschuiven tot de riem wel op zijn plaats blijft. Als alles uitgelijnd is dan is het verstandig om alle bouten nogmaals na te lopen en waar nodig vast te zetten. Voor het in gebruik nemen vindt men weer een

Figuur 4

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 51


Figuur 6 Figuur 5 Een te kleine afstand is ook slecht voor de maatvoering omdat de onderkant van het werkstuk uitstulpt omdat er te weinig ruimte voor het hete plastic is. Ook is het aan te bevelen om een LED ring te bestellen. Dit maakt het kalibreren van de printer een stuk eenvoudiger (figuur 4).

Modificaties Het leuke van het hebben van een 3D printer is dat men zijn eigen modificaties kan maken. Het eerste voorbeeld is het printen van de behuizing van het controller board (Figuur 5). Hiervan zijn twee versies beschikbaar op het internet: de eerste wordt aangeraden op de website van de K8200 maar er is ook een versie met een opening voor een ventilator. Deze versie heeft mijn voorkeur omdat de drivers nogal warm schijnen te worden. Verder heb ik zelf om de ventilator beter te beschermen nog een beschermkap

Figuur 8

52 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

gemodelleerd en deze op de ventilator geschroefd. (Figuur 6) Nog een modificatie is de verbeterde ondersteuning van de stappenmotor van de Z as. Hierdoor wordt de bevestiging meer flexibel en wordt de excentriciteit tussen de spindel en stappenmotor verbeterd. Dit onderdeel is te downloaden van http://www. thingiverse.com/thing:144813 . Het bestaat uit twee componenten die aan elkaar geschroefd worden. (Figuur 7) Verder een bescherming van de lintkabel die het printbed verwarmt en controleert. Zonder deze bescherming is er kans dat de lintkabel de getande riem van de X-as raakt. (Figuur 8) Tenslotte de verbetering van de koeling van de extruder. Het model is beschikbaar op de website van de K8200. Het helpt met het koelen van het plastic bij het printen van kleine onderdelen. (Figuur 9)

Figuur 9

Figuur 7

in deel 2: • Modelleren en printen van de eerste onderdelen. • Invloed van de printsnelheid. • Het verbeteren van de maatvastheid. • Toekomst plannen.



Algemene ledenvergAdering nvm

Algemene Ledenvergadering NVM 2014 Op zaterdag 17 mei 2014 zal de ALV plaatsvinden in het buurthuis “De Schalm”, Oranjelaan 10 in De Meern. Aanvang: 10:30 uur.

Op deze vergadering zult u kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen in 2013/2014 die van ongekende invloed zijn geweest op het voortbestaan en de toekomst van de NVM. In de loop van 2013 werd steeds duidelijker dat een versnelde reorganisatie op de locatie ’s-Hertogenbosch onontkoombaar was. Het bestuur zag zich gedwongen naar een commerciële partner en een nieuwe locatie om te zien. In beide gevallen is dat redelijk succesvol verlopen met als gevolg dat per 1 januari 2014 het MIC in ’s-Hertogenbosch is gesloten. Vanaf die datum worden de NVM-modelbouwtekeningen en -boeken via de NVMwebsite verkocht door Media Primair Modelbouw (MPM), de uitgever van De Modelbouwer. Voor het onderhoud van het digitale tekeningenarchief is de apparatuur overgebracht naar een nieuwe locatie in Elst (Gld.). De door het bestuur getroffen maatregelen zijn geen ad-hoc beslissingen, feitelijk betreft het een versnelde invoering van eerder gedefinieerde plannen. Tien jaar geleden werd besloten de bakens te verzetten en een nieuwe beleidslijn voor de toekomst uit te zetten. In de achterliggende jaren is voor de invoering daarvan veel werk verzet. Dat proces naderde z’n voltooiing, maar de alsmaar verslechtende economische omstandigheden in de achterliggende maanden noodzaakte het bestuur het proces versneld af te ronden. Het bestuur prijst zich gelukkig in staat te zijn geweest om de taak binnen de vereiste tijd te kunnen afronden. Zonder de enthousiaste inzet en adviezen van de vrijwilligers van het MIC-team zou dat echter onmogelijk zijn geweest.

54 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

De vereniging keert na het afstoten van de commerciële activiteiten van het MIC terug op haar oude vertrouwde terrein; promotie van de modelbouw in de breedste zin van het woord. Onbelast met de zorg voor het MIC kunnen bestuur en vrijwilligers zich vanaf nu weer volledig richten op de taak waar ze 70 jaar lang goed in is geweest; voorlichting en instandhouding van een uitgebreide sortering modelbouwtekeningen in alle categorieën, en de redactionele inhoud van De Modelbouwer en de NVMModelbouwboeken. Nieuw elan, gericht op de modelbouw van deze tijd, met oog voor de technologische ontwikkelingen op alle gebieden die betrekking hebben op de modelbouw. Maar ook de directe integratie van de clubs in het beleid van de vereniging zal nieuw perspectief bieden. De kennis en ervaring van de actuele modelbouw en z’n toepassingen zoals die bij de clubs aanwezig is zal een welkome verrijking beteken in het beleid van de NVM.

Belangrijk Bij nieuw en innoverend beleid behoort ook een nieuw bestuur dat zich onbevangen kan inzetten voor de taak. De huidige interim-voorzitter Henk van der Biezen en de penningmeester Kees van der Mij treden af. Dat betekent dat er een nieuwe voorzitter en een nieuwe penningmeester gekozen moeten worden. Kandidaten kunnen zich aanmelden bij de secretaris van de NVM Piet Bogaards, pmbogaardsnvm@ casema.nl, of zich tijdens de vergadering aanmelden.

1. Opening, mededelingen door de voorzitter. 2. Vaststelling agenda. 3. Ingekomen stukken. 4. Goedkeuring verslag van de Algemene Ledenvergadering van 6 april 2013. 5. Het jaar 2013; wat er aan vooraf ging, vestiging ’s-Hertogenbosch gesloten, tekeningen verkoop naar Media Primair Modelbouw(MPM), TA-onderhoud naar Elst (Gld.), NVM-nieuwe stijl. 6. Instelling van een ‘LedenAdviesraad’. 7. Financieel jaarverslag. 8. Verslag van de kascommissie. 9. Contributie voorstel voor 2015. 10. Verslag van de redactie over 2013. 11. Verslag van de Veiligheidscommissie over 2013. 12. Pauze met koffie en broodjes (± 12.30 uur). 13. Uitreiking wisselprijzen. 14. Verkiezingen Bestuur: a. Aftredend is Henk van der Biezen (interim-voorzitter); b. Aftredend is Kees van der Meij (penningmeester); c. Prijzencommissie; d. Kascommissie. 15. NVM-nieuwe stijl. 16. Rondvraag. 17. Vaststellen datum en plaats Algemene Ledenvergadering 2015. Voorgesteld wordt: zaterdag 4 april 2015. 18. Sluiting. De agenda zal op de vergadering in de zaal aanwezig zijn.


Staalkrullen & Houtspaanders

Frans Kamman Naarden

spaanders@modelbouwers.nl Zoveel clubbladen als ik voor het vorige nummer had liggen, zo weinig zijn het er deze keer. Zul je zien dat ze binnen komen rollen zodra ik deze aflevering van Spaanders heb afgesloten. Murphy’s Law noemen we dat. Mag ik clubbladredacteuren en -verzenders er trouwens nog eens op wijzen dat ik ze ook digitaal kan ontvangen? Scheelt u dure postzegels. mBv Papendrecht heeft (traditioneel) weer een jaarlijks niet modelbouwgerelateerd clubuitje gepland. Karten en wokken deze keer. Goed voor de onderlinge binding. Tweede Paasdag leggen ze het auto-parcours uit in Steenwijk bij het miniatuurspektakel. Wordt beslist weer een leuke showwaar veel te zien is. Traditioneel altijd veel landbouwwerktuigen en tractoren in model maar ook alle andere takken van modelbouw zullen zijn vertegenwoordigd. mBv Friesland stelde in januari met een tiental leden tentoon in de Bloemkamp, een verzorgingscentrum in Leeuwarden. Ze hebben hun jaarvergadering al weer achter de rug en het bestuur is onveranderd gebleven. Wel een verandering bij Stoomgroep Kerkwerve. Daar is een nieuwe (oude) secretaris aangetreden in de persoon van Bas Barendrecht. U kunt zich overigens op hun website alweer opgeven voor de Grote Rijdag op zaterdag 2 augustus. Ik heb het voornemen om daar weer als vanouds met de stoom- en spoortekeningen aanwezig te zijn. Ingeschreven heb ik al voor de Stoompluimen in de Pluimweide, bij SgB-Junior in Hoedekenskerke. De faciliteiten daar zijn onlangs uitgebreid met een vast modelschepen bassin. Nog meer modelbouwpret dus. Over het resultaat van de modelbouwshow in de Zeelandhallen zijn we niet ontevreden, hoewel enkele bezoekers de stand van het MIC moeilijk of niet konden vinden. We vielen dan ook een stuk minder op door het ontbreken van de vertrouwde blauwe achterwand. Daar moeten we dus nog iets op vinden.

Op een andere grote show, intermodellbau in Dortmund zult u ons dit jaar niet aantreffen. Dit jaar van 9 tot en met 13 april. De kosten van deelname worden ondanks het feit dat we altijd gratis standruimte hadden, toch veel te hoog. U vindt het MIC natuurlijk wel in het Zuiderpark bij SWZ en in nienoord eind mei. In Den Haag waarschijnlijk niet op zaterdag 26 april, dan geven we acte de presence in Stormpolder. Traditie moet er natuurlijk zijn nietwaar? Uit Hollandse Rading bereiken ons minder leuke berichten. Het schijnt dat radingSpoor het terrein waar de baan ligt aan het einde van dit jaar zal moeten verlaten. En wat dan? Waar vindt je ruimte om opnieuw op te bouwen en waar haal je de moed vandaan om dat te gaan doen? We kunnen de mannen slechts sterkte wensen en hopen op een oplossing. Zij zijn trouwens niet de enigen waar de autoriteiten andere gedachten hebben over continuïteit dan de club. Ook in Antwerpen werd al wat

langer gepraat over herinrichting van het Provinciaal Domein Rivierenhof, maar de gesprekken lijken nu toch een meer serieuze wending te nemen, ten gevolge waarvan de baan van de KmYCA mogelijk zal moeten verplaatsen. Voor het kunnen bereiken van de baan moeten nu al speciale afspraken voor de rijdagen gemaakt worden. Clubbladen en uw berichten voor deze rubriek zie ik graag zeer bijtijds in mijn brievenbus (van der Helstlaan 5, 1412 HG Naarden) of digitaal op het bovenvermelde emailadres. Voor nummer 5 (9 mei in de bus) op 11 april en voor nummer 6 13 juni in de bus) op 16 mei. Agendanieuws stuurt u natuurlijk ook zo vroeg mogelijk naar onze secretaris in Den Haag. Hoe eerder u dat stuurt, hoe eerder staat het in de agenda op internet. Daarvoor kunt u natuurlijk ook het formulier gebruiken dat we daarvoor op onze website hebben gezet.

Oplettende lezers hebben opgemerkt dat de agenda is uitgebreid met de vaarkalenders van HmBC en nvm Afd. Krimpen/Capelle. Veel zeilen en zeilwedstrijden, maar ook motorbootvaren. Dit jaar zal Nederland de Wereldkampioenschappen voor de Marblehead (of M-klasse) zeilboten organiseren. Dat doen ze in Reeuwijk, vanuit de jachthaven van de Goudse Roei- en Zeilvereniging. Dat is van 5 t/m 11 juli. Belooft een spectaculaire gebeurtenis te worden. Foto’s Wim Breedijk

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 55


MIC-berichten

Frans Kamman, Naarden

Nieuws uit het Modelbouw Informatie Centrum • MIC archief@modelbouwers.nl

In deze aflevering weer twee nieuwe tekeningen en een tweetal die we al eerder hebben geïntroduceerd. In Modelbouwer 1/2014 verscheen een artikel over de bouw van het oliebestrijdingsvaartuig ms Arca van Rijkswaterstaat. Wij kunnen u nu de tekeningen aanbieden onder nummer 16.18.043. De set bestaat uit drie bladen A-0 en geeft een algemeen plan en een spanten- en lijnenplan, alles op schaal 1:100. De prijs voor leden is € 32,00 en voor niet-leden € 44,80. Een kopie van het artikel uit MB 1/2014 is verkrijgbar onder nummer 12.16.18.043, bestaande uit 6 blz tegen betaling van € 0,60 plus (als u zonder de tekening bestelt komt daar € 1,28 portokosten bij). Onder bestelnummer 16.18.043/A kunnen we u een CD aanbieden met een geïllustreerd bouwverslag, het artikel uit MB 1/2014, veel extra foto’s van het model en van het schip. De prijs voor deze CD is voor leden € 12,00 en voor niet-leden € 18,00.

16.18.043.

In Modelbouwen 3/2014 schreef Gerrit Volgers over de Nederlandse pantserwagen YP 408. De tekeningen daarvoor zijn nu beschikbaar onder nummer 40.22.006. De set bestaat uit 2 bladen A-3 en kost voor leden € 7,70 en voor niet-leden € 11,60. Op de tekening staan aanwijzingen hoe u de CADbestanden kunt verkrijgen ten behoeve van lasersnijden of CNC-graveren. Een kopie van het artikel (4 blz) is leverbaar onder nummer 42.22.006 voor € 0,40. (plus € 1,28 portokosten als u alleen het artikel bestelt). Bent u geïnspireerd door het artikel van Louw Eijben in dit nummer over de door hem gebouwde Chinese jonk? Dan wijs ik u graag op de MIC berichten uit MB 9 en 10/2013, waarin we onze collectie jonktekeningen van wijlen Wolfgang Asbach voorstelden. We halen er twee nog eens voor het voetlicht. Om te beginnen de grotere broer van de Zhenjiang jonk, uit dezelfde streek afkomstig. Dat is 10.02.031, de Shaoshun Ch’uan, of Hangzhou trader. Een zeegaande handelsjonk, getekend op schaal 1:30 op 8 bladen A-0 en A-1. Een Engelse beschrijving van 15 blz. is bijgevoegd. Ledenprijs € 68,40 en de niet-ledenprijs is € 82,10. Een wat kleiner schip vinden we op 10.02.020, de Singapore Twakow, een klein kustvaartuig uit de wateren rond Singapore. De set op schaal 1:30 bestaat uit 3 bladen A-0, een kleurenschema en 17 blz. beschrijving in het Engels en Nederlands. Ebe de Jong zorgde voor de vertaling, gedeeltelijke bewerking en aanvulling van de tekst. De prijs bedraagt voor leden € 34,15 en voor niet-leden € 47,80. Dat is het voor deze keer. U weet het, er zijn vooralsnog geen bezoek- en verkoopdagen meer in Den Bosch. Verder verzoeken wij u om voor uw betalingen aan het miC uitsluitend gebruik te maken van rekening 16.87.00.360, iBAn nl14rABO 0168700360 en BiC rABOnl2U, behalve in geval een eventueel meegezonden factuur een ander rekeningnummer opgeeft. De ING-rekening 258895 en de

56 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

40.22.006.

10.02.031.

10.02.020.

Belgische en Duitse rekening worden op termijn uitgefaseerd. Eind maart verhuist het MIC van ’s-Hertogenbosch naar Elst (bij Nijmegen). Op het moment van schrijven is de exacte datum nog niet bekend, maar in elk geval vóór 1 april. We hebben even tijd nodig om op de nieuwe locatie alles in te richten en misschien leveren nieuwe telefoon- en internet aansluitingen ook nog wat vertraging op, dus het is mogelijk dat de uitlevering van bestellingen eind maart en begin april wat vertraging oploopt. Ons postadres blijft tot nader aankondiging Postbus 790, 5201 AT ’s-Hertogenbosch. Op de website zullen we zodra dat bekend is de nieuwe telefoonnummers bekend maken.


Voor uw agenda 5 april

Treinen en autobeurs Spijkspoor; Delta, Albrandwaardsedijk 74, 3172 AA Poortugaal; open 10.00 – 15.00; toegang € 2,50, kind tot 12 jr gratis; info: www.spijkspoor.nl.

5 april

Modelspoorbeurs Houten; Expo Houten, Meidoornkade 24, 3992 AE Hoten; open 10.00 – 15.00; toegang € 7,00, kind tot 12 jr onder begel gratis; NVM aanwezig met infostand; info: www.modelspoorneurs.nl

6 april

NVM Afd. Krimpen/Capelle, Opening vaarseizoen; vrij varen; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

9 t/m 13 april

Intermodellbau; grote modelbouwtentoonstelling in de Westfalenhallen in Dortmund. Info: www.westfalenhallen.de

12 april

Rijdag bij de NVM Spoorbanen Stormpolder; Uitkijkpunt Stormpolder, op Industrieterrein Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; open 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl

13 april

NVM Afd. Krimpen/Capelle; zeilwedstrijd MM-klasse; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

13 april

Lenterijdag bij Stoomgroep Zuid; clubbaan Reeptiend 23, Breda; open 10.00 – 17.00; rijden op 3,5”, 5”en 71/4” en de Spoor 1 tafel. Info: www.stoomgroepzuid.nl of info@stoomgroepzuid.nl

20 april

HMBC Vaardag op Madestein; Madepolderweg 98, 2553 EG Den Haag; 10 – 15; Schaalmodellen en modelzeilschepen; info: www.hmbc.nl.

21 april

NVM Afd. Krimpen/Capelle; motorbootvaren; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

21 april

Miniatuurspektakel 2e editie; Rabotheater De Meenthe, Steenwijk (tegenover het station); alle vormen van modelbouw en modellenmarkt; open 10.00 – 16.00; toegang € 7,50, kind 6 – 12 € 5,00, beneden 6 jr gratis (onder begel.)

26 april

17 mei

Open Vaardag Modelbouwclub Almelo; is vervallen!

17 en 18 mei

Vaarweekend Olster Modelbouwclub; Kortrickvijver in Olst; aanvang 10.00; aanmelden vóór 15 april bij j.starink@home.nl; deelname mogelijk met alle soorten modelbouw.

17 en 18 mei

Let op: nieuwe datum! Open dagen bij de Maasoeverspoorweg; Achterzeedijk 1-b, 2991 SB Barendrecht.

18 mei

NVM Afd. Krimpen/Capelle; zeilwedstrijd MM-klasse; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

23 t/m 25 mei

Dordt in Stoom; info: www.dordtinstoom.nl

24 mei

Rijdag bij de NVM Spoorbanen Stormpolder; Uitkijkpunt Stormpolder, op Industrieterrein Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; open 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl.

25 mei

HMBC Vaardag op Madestein; Madepolderweg 98, 2553 EG Den Haag; 10 – 15; Schaalmodellen en modelzeilschepen; info: www.hmbc.nl; parcoursvaren mogelijk.

25 mei

Voorjaarsrijdag bij MV Het Y, Genieweg 38-a, Spaarnwoude; open 10 – 17; rijden op 3,5”, 5”, en 7,25” en de Spoor-1 tafel; info: lex.leenars@hotmail.com of 020-4977114.

25 mei

NVM Afd. Krimpen/Capelle; motorbootvaren; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

1 juni

NVM Afd. Krimpen/Capelle; vrij varen; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

8 juni

Ruilbeurs H0-modelautoclub Nederland; modelauto’s schaal 1:87; Dorpshuis Het Hart, Jolinkweg 2, 7211 DM Eefde; open 10.00 – 14.00; info: www.homodelautoclub.nl

Oranjestoom bij de NVM Spoorbanen Stormpolder; Uitkijkpunt Stormpolder, op Industrieterrein Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; open 10.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl

9 juni

26 april

13 t/m 15 juni

NVM Afd. Krimpen/Capelle; demo Varen t.g.v. Koningsdag; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

26 t/m 28 april

Internationale Stoomdagen bij Stoomgroep West Zuiderpark; inschrijfformulier op www.stoomgroepwest.nl

3 mei

Open Zeilwedstrijd ROB (Radiozeilen Op de Braassem) bij W.V. de Braassemermeer; start 11.00.

3 mei

Modelspoorbeurs Houten; Expo Houten, Meidoornkade 24, 3992 AE Hoten; open 10.00 – 15.00; toegang € 7,00, kind tot 12 jr onder begel gratis; NVM aanwezig met infostand; info: www.modelspoorneurs.nl

4 mei

NVM Afd. Krimpen/Capelle; M-klasse zeilen; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

10 mei

Rijdag bij de NVM Spoorbanen Stormpolder; Uitkijkpunt Stormpolder, op Industrieterrein Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; open 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl

11 mei

2e ANSF openclub modelzeilwedstrijd (locatie Strijkviertel, De Meern), VMBC ’t Anker, Niewegein, start 11.00.

11 mei

NVM Afd. Krimpen/Capelle; vrij varen; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 -16.00.

NVM Afd. Krimpen/Capelle; zeilwedstrijd MM-klasse; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00. Quelderduyn modelboten weekend; HMBV Nieuwe Koers; inschrijven vóór 1 juni: Organisatie Quelderduyn, Dollardlaan 6, 1784 BE Den Helder; info: 0223-614786 of 0223-681455.

14 juni

Zomerstoom bij de NVM Spoorbanen Stormpolder; Uitkijkpunt Stormpolder, op Industrieterrein Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; open 10.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl

15 juni

NVM Afd. Krimpen/Capelle; vrij varen; Zwanenkade, Krimpen; 13.00 – 16.00.

15 juni

Open dag bij Stoomgroep Zuid; clubbaan Reeptiend 23, Breda; open 10.00 – 17.00; rijden op 3,5”, 5”en 71/4” en de Spoor 1 tafel. Info: www.stoomgroepzuid.nl of info@stoomgroepzuid.nl

21 en 22 juni

Stoompluimen in de Pluimweide; open dag bij SGB-Junior te Hoedekenskerke; beide dagen vanaf 10.00; toegang gratis; bij Station Hoedekenskerke van Stoomtrein Goes-Borssele; aanmelden deelname vóór 1 juni via edwin.sulsters@zeelandnet.nl waar ook aanvullende info te verkrijgen is; NVM-MIC aanwezig met stoom en spoor. Zie ook www.destoomtrein.nl

21 t/m 24 juni

Vaarshow Vaargroep De Vaarhobbyist “Noorderlicht”; Jachthaven “Reiderhaven”, Hoofdstraat 9, 9686 VE Beerta. Info gee.ottens@live.nl; info: http://devaarhobbyist.com2me.nl

De Modelbouwer • nr 4 - 2014 - 57


Adressen van aangesloten verenigingen Algemene Modelbouw Vereniging Zevenkamp Secr. Koekoekstraat 1, 2953 EG Alblasserdam. Vaarvijver Wollefoppenhaven, Paul Whitemansingel, Rotterdam - Zevenkamp. Website: www.amvz.nl EMV, Eindhovense Modelbouw Vereniging Secr. Treublaan 14, 5644 DD Eindhoven. E-mail: emv@dse.nl Website: emv.dse.nl Haagse Modelboot Club - HMBC Postadres: De Look 23, 2635 GE Den Hoorn. Tel.: 015-2621524. Clubavond: ‘s zomers elke woensdagavond in clublokaal Madepolderweg 98 te Den Haag. Vaarlokatie: de Madestein-vijver bij Partycentrum Madestein. E-mail: info@hmbc.nl Website: www.hmbc.nl HMBC Amfibie Secr.: R.Tilburgs, Gaaistraat 3, 5702 LB Helmond. Tel.: 0492-534779. E-mail: hertenp@home.nl Website: www.helmondse-modelboten-club.nl Kottenpark Modelbouw Club Secr. en werkpl: Lyceumlaan 30, 7522 GK Enschede, Tel.: 053-4821234. Bijeenkomst elke woensdagavond Website: www.kottenparkmodelbouwclub.com Marinegroep de Ruyter Zeeland Secr: F. Valke, ‘s Gravenstraat 174, 4567 AN Clinge. Tel.: 0114-311031. E-mail: devalk26@zeelandnet.nl Modelbouw Club ‘Apeldoorn’ Contactadres: G.L. v.d. Akker, Sluisoordlaan 430, 7323 EP Apeldoorn. Tel.: 055-3660272. Bijeenkomsten op de tweede en vierde dinsdag van de maand, behalve in juli, aug. en dec. Modelbouwclub Epe Secr.: Buizerdstraat 26, 8161 VD Epe. Tel.: 0578616457. E-mail: mbc.epe@kpnplanet.nl Website: modelbouwclub-epe.webklik.nl Modelbouwvereniging ‘Titanic’ Secr.: G.V.M. Haffmans, Genualaan 51, 5237 EC ‘s-Hertogenbosch. Tel.: 073-6419162. Clubhuis: Oosterplasweg 71. Bijeenkomst: elke donderdagavond, in de zomer ook elke zondagmiddag. E-mail: ghaffmans@home.nl Website: www.modelbotenclub-titanic.nl

Modelbouwvereniging Hoeksewaard ‘Maasoever Spoorweg’, Contactadres: Achterzeedijk 1-B, 2991 SB Barendrecht. Tel.: 06 -83080063. E-mail: info@maasoeverspoorweg.nl Website: www.maasoeverspoorweg.nl Modelbouwvereniging Papendrecht Postbus 1209, 3350 CE Papendrecht. Info: A. van Bennekum. Tel.: 0184-417457. Bijeenkomst: iedere woensdagavond v.a. 19.30 uur, in de clubruimte in ‘de Boerderij’, Westeind 202 te Papendrecht. E-mail: avaben@mbvp.nl Website: www.mbvp.nl Modelbouwvereniging ‘Twente’ Secr.: J.D.Ameling, Beltrumbrink 52a, 7544 ZD Enschede, tel. 06-13047665. E-mail: info@ mvtwente.nl. Website: www.mvtwente.nl Modelbouwvereniging Voorne Secr.: B.H. Distelvelt, Vliedbergstraat 208, 3224 XJ Hellevoetsluis. 06-54631614. Bijeenkomst: Woensdag 13.30-17.00 uur en donderdag 19.3022.00 uur in het clubhuis: Mosterdijk 1b, Vierpolders. NVM Afdeling Capelle/Krimpen a.d. IJssel Secretariaat: H.B. v.d. Dool, Koggerwaard 2, 2904 VG Capelle a/d IJssel, Email: info@nvmkrimpen.nl Clubavond: 1e donderdag van de maand. E-mail: info@nvmkrimpen.nl Website: www.nvmkrimpen.nl NVM Afdeling Rotterdam Secr.: Cor Willemse, Kadoelermeer 35, 3068 KE Rotterdam. Tel.: 010-4202617. Bijeenkomst: 1x per maand in de kantine van Speeltuinver. Lieshoutstraat 20, Rotterdam. E-mail: info@modelbouwersrotterdam.nl Website: www.modelbouwersrotterdam.nl NVM Afdeling Utrecht Secr.: Van der Helstlaan 5, 1412 HG Naarden. Bijeenkomsten 1e dinsdag van de maand om 19.30 uur in Cutureelcentrum ‘de Schalm’, Oranjelaan 10, De Meern. Email: nvm.afdeling.utrecht@ziggo.nl. Website: www.nvm-afd-utrecht.nl

Modelbouwvereniging Almelo Secr: Keizersweg 10 7451 CS Holten Website: www.modelbouwalmelo.nl

NVM Afdeling Oude Rijn en Gouwe Secr: Henk W.J.J.Ombelet, Hoefblad 1, 2771 SK, Boskoop. Tel.: 06-51775765 E-mail: stoomclub@kpnmail.nl Bijeenkomst: elke 1e maandagavond v.d.maand.

Modelbouwvereniging ‘Amstelland’ Secr.: A.H. Brandt, Egelantierstraat 58, 1171 JP Bahoevedorp. Tel.: 020-6598896. Elke woensdag werkavond van 20 - 23 uur in het eigen clublokaal aan de Alsmeerderweg 230 te Aalsmeer.

NVM Spoorbanen ‘Stormpolder’ Contactadres: Distelbeemd 59, 4907 GW Oosterhout. Rijdagen elke tweede zaterdag van de maand, behalve in het winterseizoen (november t/m maart). Website: www.stormpolderrail.nl

Modelbouwvereniging ‘Flakkee’ Contactadr.: J.v.Hulst, Groene Zoom 36, 3245 CJ Sommelsdijk; Tel.: 0187-485345. Bijeenkomsten 1e woensdag van de maand om 20.00 uur in het clubgebouw van de S.V.I.K. bij de Victoriahal te Dirksland. Website: www.modelbouwflakkee.nl

NVM Stoomgroep West ‘Zuiderpark’ Mr. P. Droogleever Fortuynweg 50, 2533 SR Den Haag. Terrein ligt in het Zuiderpark te Den Haag. Elke zaterdag ‘werkdag’. Gereden wordt vanaf april t/m september op woensdag van13.00 - 16.30 uur en op zondag van 11.30 - 16.30 uur. E-mail: info@stoomgroepwest.nl Website: www.stoomgroepwest.nl

Modelbouwvereniging ‘Friesland’ Secr.: Joh. S. Modderman, Beemdgras 9, 8935 BJ Leeuwarden. Tel.: 058-2880921. Bijeenkomsten 1x maal per maand op zaterdagmiddag van 14.0017.00 uur in een zaal van het Wijkcentrum Bilgaard, De Hooidollen 17 te Leeuwarden. E-mail: rleskens@online.nl Website: www.modelbouwverenigingfriesland.nl Modelbouwvereniging ‘Het Y’ Amsterdam Voorz: Dhr. W. van Gilst, Haesackerlaan 65, 1851 ML Heilo. Clubhuis en spoorbaan: Genieweg 38A,Spaarnwoude. E-mail: info@mbv-hety.nl Website: www.mbv-hety.nl

58 - De Modelbouwer • nr 4 - 2014

Scheepsmodelbouw Vereniging Vlissingen - SMVV Secr.: Nieuwenhovenseweg 5, 4333 AP Middelburg. Website: www.smvv.com Stoomgroep Kerkwerve Secr.: B. Barendrecht, Ring 9, 4321 AJ Kerkwerve, tel 0111 420007. Clubterrein Weelweg 3, 4321 AH Kerkwerve Website: www.stoomgroepkerkwerve.nl

Stoom Modelbouw Midden Brabant Secr.: A. Bernaards, Ed. Meyerslaan 81, 5042 MN Tilburg. Tel.: 013-4633103. E-mail: ad.bernaards@ ziggo.nl. Website: www.smmb.nl NVM Stoomgroep Zuid R.F.P. van Vught, Eeuw Driessestraat 19, 5674 TN Nuenen. Tel.06-12621474. E-mail: secretaris@ stoomgroepzuid.nl Web: www.stoomgroepzuid.nl Vaargroep ‘De Kempen’ Secr.: John Lakwijk, Sparrenlaan 38, 5553 DA Valkenswaard; Tel.: 040-2016251. Clubavond: 1e woensdag van de maand om 20.00 uur in ‘De Muzeval’, Dijk 5, Eersel, met uitz. van augustus. Vereniging van Modelbouwers Regio Zwolle Secr.: v. Laakstraat 25, 8121 HD Olst. Tel.: 0570565631 (ma. t/m do. 19.00-21.00 uur). Clubadres: Gebouw ‘De Poort’, Veemarkt 39, 8011 AP Zwolle. E-mail: hja.blanke@hccnet.nl Website: www.vvmrz.nl

Verwante contactgroepen en organisaties Houtmodelbouwgroepen: Hout/Hobby Groep Midden Veluwe Inl.: Mw.C.J.Franke, Gruitmeesterslaan 24, 8014 CH Zwolle. Tel. 038-4651561. E-mail: cj.franke@inter.nl.net Houtgroep Inl.: F. van de Water, Maanstraat 21, 5351 GW Berghem. Tel. 0412-401814 E-mail: watermolenaar@hotmail.com Houtbouw Zuid Contactadres: F. Kerstens, Kronenland 1237, 6605 RP Wijchen. Tel. 024-6418895 E-mail: franskerstens@hetnet.nl NVM Marinegroep Coördinator (zuid): W. Haars, Dorpsstraat 63, 4507 BJ Schoondijke; tel: 0117 - 401511. Coördinator (noord): J. van Utrecht, Mercury 108, 3769 KH Soesterberg; tel: 0346-351726; E-mail: j.van.utrecht@kpnmail.nl Stoomgroep Holland Secr.: Rozemarijnsingel 13, 7641 ED Wierden, tel. 0546-571017, www.onderstoom.nl Ned. Modelspoor Federatie NMF Secr.: De Wieke 47, 7876 GZ Valthermond, tel. 0599-662753, www.nmf.nl Ned. Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwezen NVBS Secr.: W.J. Wiebosch, Schapedrift 47, 3371HE Hardinxveld-Giessendam, tel. 06 30234905 www.nvbs.com Alg. Ned. Scheepsmodelbouw Federatie ANSF Secr.: De Geerplantsoen 9, 3433 BD Nieuwegein, www.ansf.nl Model Contactgroep Nieuw-Beijerland p/a M. Alewijn, Ridder van Dorpstraat 11, 3264 VC Nieuw Beijerland, tel. 0186-692585, E-mail: m.alewijn7@upcmail.nl Verenigingen kunnen zich aansluiten bij de NVM door zich te melden bij het NVM-secretariaat. Aangesloten verenigingen ontvangen ‘De Modelbouwer’ en alle leden zijn automatisch lid van de NVM.


NVM Nederlandse Vereniging van Modelbouwers Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Utrecht onder nummer 40478213

Ledenadministratie Aanmelding en opzegging lidmaatschap, adreswijzigingen en klachten over de bezorging: Administratie NVM, Postbus 277, 7240 AG Lochem E-mail: marga@modelbouwers.nl De contributie inclusief toezendig van ‘de Modelbouwer’ bedraagt voor 2014: Voor leden binnen Nederland € 54,Voor jeugdleden in Nederland (t/m 17 jaar) € 45,België € 59,Overig Europa € 79,Buiten Europa € 99,Voor gezinsleden € 12,- zonder toezending van ‘de Modelbouwer’ Een lidmaatschap kan per 1 januari, of per elke gewenste uitgave ingaan en loopt tot en met 31 december. Lidmaatschappen worden automatisch verlengd, tenzij voor 1 november schriftelijk bij de Administratie is opgezegd. Vermeld bij correspondentie altijd uw lidmaatschapsnummer.

Vereniging Voor alle andere vragen en inlichtingen, alsmede voor opgave van ledenadvertenties en opgaven t.b.v. de evenementen-agenda: NVM Secretariaat: Piet Bogaards, Nederhoflaan 12, 2553 EW Den Haag Telefoon: 06-53197798 (ma t/m vr 19.00-21.00 uur) E-mail: info@modelbouwers.nl

U wilt ook adverteren in De Modelbouwer? Neem dan contact op met Media Primair Modelbouw T: 0342 400 279 • E: advertenties@mediaprimair.nl

COLOFON JAARGANG 76, NUMMER 4 - 2014 Officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers Uitgave:

De Modelbouwer is een uitgave van het NVM in samenwerking met Media Primair Modelbouw BV.

Uitgever:

Rob Mekelenkamp

Hoofdredacteur:

G.J. Volgers

Eindredacteur:

M.Flederus • eindredactie@modelbouwers.nl

Redactie:

(vacature) • trains@modelbouwers.nl E.de Jong • ships@modelbouwers.nl J.M.P. Papenhuijzen • stoom@modelbouwers.nl

Redactiesecretariaat: Postbus 26, 4697 ZG, Sint Annaland

Kopij voor artikelen, foto’s en inzendingen voor de rubriek ´Werk van Leden´ moeten aan het Redactiesecretariaat worden toegezonden.

NVM op Internet:

www.modelbouwers.nl

Vormgeving:

Media Primair Ontwerpbureau BV

Advertenties:

advertenties@mediaprimair.nl Telefoon: +31 (0) 342 400 279

Verspreiding:

De Modelbouwer is los verkrijgbaar bij de boek- en lectuurhandel

Distributie NL: Distributie BE:

Aldipress AMP

Ledenservice:

Zie hiernaast.

NVM Veiligheidscommissie Stoom Vóór u een keuringsplichtige ketel gaat bouwen (in het algemeen een ketel met een werkdruk groter dan 3 bar) is het verstandig dit plan te melden bij één van de onderstaande inspecteurs of de voorzitter van de Veiligheidscommissie, Hans van Vught.

De leden van de Veiligheidscommissie zijn: J.A. Pommer P.P. van Mourik J. van Vught G.H.Wentink P. Wijmenga

tel. 020-6596595 tel. 010-5018456 tel. 040-2834218 tel. 070-3682340 tel. 0512-354037

(Badhoevedorp) (Rhoon, ZH) (Nuenen, NB) (Den Haag) (Sumar, Fr)

Het NVM Ketelreglement, waarin regels voor de bouw en de beproeving van modelstoomketels zijn vermeld, is verkrijgbaar bij het Tekeningenarchief en kan worden gedownload van de NVM website.

NVM-Modelbouw Informatie Centrum Tekeningenarchief en Bibliotheek, Postbus 790, 5201 AT ‘s Hertogenbosch Telefoon 073-6240773. E-mail: archief@modelbouwers.nl Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit ‘de Modelbouwer’ is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de redactie en met een duidelijke bronvermelding. Door het indienen van bijdragen geeft de auteur te kennen te beschikken over de relevante rechten, inclusief die van beeldmateriaal en tekeningen, en verklaart hij deze ten behoeve van publikatie in ‘de Modelbouwer’ over te dragen aan de NVM van het blad. Publikatie in ‘de Modelbouwer’ omvat tevens latere, gehele of gedeeltelijke, publikatie in andere uitgaven van de NVM, waaronder begrepen uitgaven van het tekeningenarchief van de NVM. Een handleiding met tips voor het inleveren van kopij kan men downloaden van de NVM-site: www.modelbouwers.nl. De redactie behoudt zich het recht voor om, zonder dat de inhoud en vorm van de bijdrage wordt aangetast, redactionele wijzigingen aan te brengen. De redactie beslist over het al of niet plaatsen van de aangeboden bijdragen. Niet geplaatste bijdragen worden geretourneerd. De redactie tracht onvolkomenheden in tekst en tekeningen te vermijden, zij kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die desondanks kan ontstaan.

ISSN 0026-7384


WORD NU ABONNEE EN MIS GEEN UITGAVE MEER! >> ModelbouwAktueel

Het hobbytijdschrift voor radiografisch bestuurde auto’s, vliegtuigen, helikopters en boten. Alle facetten ervan komen aan bod in dit unieke hobby-’vakblad’. Testberichten, bouwbeschrijvingen van nieuw uitgekomen modellen, actueel nieuws over álle nieuwe modellen, plus info over toebehoren, shows en tentoonstellingen.

>>

>>

Modelauto

Het enige echte hobbyblad voor verzamelaars van automodellen. In elk nummer honderden nieuwe miniatuurmodellen van de nieuwste auto’s, maar ook historische en nostalgische modellen, tot oud speelgoed aan toe. Met natuurlijk veel aandacht voor de echte auto’s en de verhalen er omheen, plus agenda van verzamelbeurzen en andere evenementen.

Kado tip!

De Modelbouwer

Het echte modelbouwen staat centraal in dit veelzijdige modelmagazine: vliegtuigen, schepen, wagens en rijtuigen, stoom, auto’s, treinen enz. Dat biedt eindeloze mogelijkheden om van elkaars werkstukken te genieten en nieuwe vaardigheden en technieken te leren. De 60 pagina’s dikke Modelbouwer is het officiële tijdschrift van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers.

LEES ALLES OVER MODELBOUWEN/VERZAMELEN

Ja, ik ben geïnteresseerd in een abonnement en wil mij graag abonneren op: Modelbouw Aktueel (6 nummers)

Jaarabonnement € 39,90 (België € 41,50)

Modelauto (6 nummers)

Jaarabonnement € 35,00 (België € 36,50)

De Modelbouwer (10 nummers)

Jaarabonnement € 54,00 (België € 59,00)

Ja, ik kies voor de hierboven aangekruiste uitgave(n). Dit verplicht mij tot niets. Ik machtig u hierbij om het verschuldigde bedrag af te schrijven van mijn rekeningnummer: Naam: Adres: Postcode:

Plaats:

Email: Datum:

Modelbouw

Handtekening:

Vul de bon in en stuur naar Media Primair Modelbouw B.V., Antwoordnummer 154, 7240 WB Lochem, Nederland. (een postzegel is niet nodig). Voor vragen kunt u mailen naar: modelbouwaktueel@mediaprimair.nl of bel naar (0031) (0)6 12564239 (8h30-12h30). Meer weten of abonneren via internet? Ga naar www.modelbouwaktueel.nl, www.modelbouwers.nl of www.modelauto.nl * Er is geen mogelijkheid deze incasso te storneren. ** Voor België: automatische incasso is voor alsnog niet mogelijk. U ontvangt een factuur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.