4 minute read

De wereld in tinnen figuren

Boven: het Nationaal Tinnen Figuren Museum, gehuisvest in het voormalige Gemeentehuis van Ommen, gelegen aan de Vecht nabij de brug.

In deze aflevering een fascinatie van de vaste auteur van de rubriek ‘de fascinatie van’: tinnen figuren. Die fascinatie vormde de aanleiding voor de oprichting van het Nationaal Tinnen Figurenmuseum in Ommen, kortweg het NTFM. Het ontstond door een samenloop van omstandigheden.

Om te beginnen met een bezoek – ergens in het begin van de jaren tachtig – van mijn collega Herman Meulman, toentertijd net als ik verbonden aan het ziekenhuis in Hardenberg. Hij raakte gecharmeerd van mijn verzameling tinnen figuren en diorama’s, die volgens hem een groter publiek verdiende. Al snel kwam hij met een concrete plaats. Het voormalige Gemeentehuis van Ommen was in 1982 overgegaan in particuliere handen en er werd een zinvolle bestemming voor gezocht. Ook vanuit de gedachte dat Ommen als toeristische plaats wel een echte ‘slecht weer attractie’ kon gebruiken. Tegelijkertijd zocht de landelijke vereniging van verzamelaars van modelfiguren een waardig onderkomen voor een aantal fraaie collecties. Er werd een Stichting opgericht. Steun van de Gemeente Ommen en de Provincie Overijssel gaf het initiatief vleugels. Op 25 februari 1985 was het zover: het museum kon officieel van start gaan. Vrijwilligers en vrijwilligsters traden aan. Al snel kreeg het belangstelling van buiten, zoals van Hans Wiegel in 1986 en van Prins Bernhard in 1987. Ruim een kwarteeuw na de oprichting, en na een grondige herinrichting in 2006, telt het Nationaal Tinnen Figuren Museum meer dan 200.000 tinnen figuren in alle soorten en maten. Het oudste object is 5.000 jaar oud en afkomstig uit Sumerië, een gebied in het zuiden van het huidige Irak. De jongste aanwinsten zijn figuurtjes in Nederlandse streekdrachten, want ook die worden als tinnen figuurtjes weergegeven. Andere laten de vorsten uit het huis van Oranje zien, met ook de gouden koets, huisarbeiders in de negentiende eeuw, sprookjesfiguren, speelgoedfiguren uit de negentiende eeuw en meer.

Detail van de Slag bij Ane.

Maar een belangrijk deel van de collectie bestaat uit tinnen soldaatjes. Sommige marcheren op antieke marcheermachines of op wagentjes de hele dag heen en weer. Indrukwekkend zijn de diorama’s, veilig opgesteld achter glas, van de Slag bij Ane in 1227 en van de Slag bij Waterloo in 1815. Met meer dan tienduizend tinnen figuurtjes wordt het verhaal van deze grote gebeurtenissen verteld in een klank- en lichtspel. Tot 4 december 2011 zijn diorama’s te zien met tinnen figuren naar licht ironische schilderijen van Carl Spitzweg (1808-1885), over het geluksgevoel in de negentiende eeuw. Zo trekt de wereld aan de bezoeker voorbij op de drie verdiepingen van het Nationaal Tinnen Figuren Museum.

Slag bij Ane

Op Pantaleonsdag, 28 juli, 1227 trok de bisschop van Utrecht, Otto II, met een groot leger van zwaarbewapende ridders op tegen een groep Drentse boeren. Ze werden aangevoerd door een opstandige leenman van de bisschop, burggraaf Roelof van Coevorden. Op het eerste gezicht een ongelijke strijd, maar Roelof en zijn boeren hadden een geheim wapen: het moeras. Nadat de ridders eerst hun kampement hadden opgezet in Ommen, trokken zij op naar Ane, in de buurt van Gramsbergen. Daar zouden ze de strijd aangaan. Ze voelen zich zeker van de overwinning, maar toen ze oprukten tegen de vijand verdwenen hun voorste gelederen meteen in het stinkende, dode moeras. Door het gewicht van hun wapenrusting zakten ze er geheel in weg. De boeren slachtten hun tegenstanders af met pijlen en speren en van dichtbij met het zwaard. De bisschop werd gedood en gescalpeerd. Honderden ridders sneuvelen met hem. ■

Tinnen figuren

De oudst bekende tinnen figuren zijn grafgiften. Ze namen de plaats in van soldaten, dienstpersoneel, gereedschap, wagens, boten, huizen, stallen en vee, die voordien nog moesten worden geofferd. Ook werd tin gebruikt om er insignes, speelgoed of huisraad van te maken. In de tweede helft van de negentiende eeuw veranderden tinnen figuren in tinnen soldaatjes, die werden ‘gekleed’ in de nationale uniformen van de naties. In het museum komen zo ook de tegenstanders van Napoleon Bonaparte, de Franse keizer die in het begin van de negentiende eeuw bijna heel Europa beheerste, uitgebreid aan bod. Met name in het diorama van de Slag bij Waterloo, waar natuurlijk ook soldaten uit La Grande Armée te zien zijn. Al deze tinnen figuren vertegenwoordigen in feite het leven van ontelbare anonieme soldaten. Na de Eerste Wereldoorlog werden tinnen figuren vooral gebruikt om historische gebeurtenissen uit te beelden. Vanaf 1980 kwamen er steeds luxere ronde of drie-D figuren op de markt en ging ook de kwaliteit van het beschilderen van figuren met sprongen vooruit. Quint Tempelman maakt in Ommen furore met haar Manga figuurtjes naar Japanse strips. Kortom: de tinnen figuren zijn volop in beweging!

Diorama van de Slag bij Ane.

This article is from: