4 minute read
Bidprentjes als levensverhaal
Bidprentjes als
1 2
Bidprentjes worden in katholieke kringen al honderden jaren gedrukt en verspreid bij het overlijden van een persoon. Ze zijn bedoeld als aandenken aan een dierbare. De functie ervan is door de eeuwen heen veranderd.
In de negentiende eeuw werden bidprentjes ook wel ‘aflaatprentjes’ genoemd. De priester schreef er dan een aflaatgebed op dat moest worden gebeden om de overledene sneller van het vagevuur naar de hemel te laten gaan. Bovendien vermeldde hij het aantal dagen dat er – afhankelijk van de manier waarop iemand had geleefd – moest worden gebeden: honderd, tweehonderd of zelfs driehonderd. Op de aflaatprentjes stonden ook afbeeldingen, zoals aanvankelijk vooral doodshoofden en beenderen, om mensen tot vroomheid te bewegen. Later werden vooral bijbelse taferelen en heiligen afgebeeld. De uitgave van bid- of devotieprentjes was eerst voorbehouden aan het meer welvarende deel van de bevolking. Vanaf het begin van de vorige eeuw werden ze binnen katholieke gemeenschappen echter gemeengoed. Deze ‘devotionalia’ hebben niet alleen een religieuze waarde, ze bieden vaak ook een aardige afspiegeling van het leven van de overledene en van de samenstelling van een gemeenschap. Dat valt onder andere op te maken uit de bidprentjes binnen het katholieke kerkdorp Haarle, gelegen op de Sallandse zandgronden.
Uitgevers en drukkers
In Haarle waren verschillende uitgevers van bidprentjes actief. De eerste was schoolmeester Bernardus Johannes Bodde, die waarschijnlijk ook verschillende schrijfwaren aan huis verkocht. Daarnaast onderhield hij contacten met een drukker elders. Een andere uitgever, in dit geval een vrouw, was Johanna Maria Theodora Laarman. Het oudst gevonden prentje waarop haar naam als uitgever prijkt, is dat van Joanna Hermina Reimert (1); zij overleed op 12 januari 1915 als weduwe van Willem Smeenk. Tot 1950, toen zij bijna zeventig was, verzorgde ‘Jo’ Laarman de uitgifte van bidprentjes van overleden dorpsgenoten. De prentjes uit Haarle werden vóór 1900 voornamelijk gedrukt bij J.T. Sommer in Almelo, A.H. Koestal in Deventer, J.J. Buijs en A.J. Olthof in Raalte en J.M.W. Waanders in Zwolle.
Voorbeelden
Het oudste voorbeeld van een bidprentje uit Haarle dateert uit 1848. Opmerkelijk genoeg behoorde de overledene, Hermanus Brinkman (2), juist niet tot het meest gegoede deel van de plaatselijke bevolking. Hij was een keuterboer. Het verschijnen van dit prentje hangt waarschijnlijk samen met zijn leeftijd, want hij werd slechts 34 jaar oud. Het oudst bekende bidprentje uit één van de grotere boerenfamilies van het dorp is dat van Gertruid Wolterink-Mulders. Zij was geboren in Uedem, dicht bij het Duitse Kleef, en kwam aan het begin van de negentiende eeuw als ongeveer vijftienjarige, samen met haar tien jaar oudere zus Johanna, naar Haarle. Daar woonde al familie van de beide zusters. Haar oom Jacobus Winkelman was als kapelaan in 1788 in Haarle gekomen en was van 1801 tot 1831 de plaatselijke pastoor. Gertruid overleed in 1879 op 79 jarige leeftijd, na bijna zestig jaar getrouwd te zijn geweest met Willem Wolterink. Op haar devotieprentje werd ze herinnerd als ‘eene voorbeeldige huismoeder’. Naast bidprentjes van de grotere boeren vallen er tot omstreeks 1910 nog enkele andere opmerkelijke voorbeelden te noemen. Zo zijn er exemplaren van het hoofd der school, Hendrikus Joannes Laarman, de al genoemde schoolmeester Bodde en verschillende pastoors. Ook zij namen allemaal een bijzondere positie in binnen de samenleving. Daarnaast is noemenswaardig, dat er rond die tijd ook een begin werd gemaakt met het drukken van devotieprentjes na het overlijden van jonge kinderen. Voorbeelden daarvan zijn de zusjes Everarda Maria en Johanna Hendrika Nahuis, overleden in 1911 en 1913 op zeven- en vijftienjarige leeftijd. Het meest bijzondere devotieprentje dat schoolmees-
levensverhaal
3
ter Bodde uitgaf, dateert uit 1883. In dat jaar overleed op 26-jarige leeftijd Hendrika Maria Logtenberg (3) haar familie gebruikte de naam Lugtenberg, die werd geboren in Westenholte, nabij Zwolle. Ze was getrouwd met Antonius Gerhardus Geertman, molenaar in Haarle. Zij kregen zes kinderen; één in elk jaar van hun korte huwelijk. De laatste zoon kwam op 22 maart 1883 levenloos ter wereld. Acht dagen na de geboorte overleed Hendrika Maria. Op de achterzijde is een foto van haar te zien. Ze lijkt daarop omstreeks twintig jaar oud te zijn, wat doet vermoeden dat de foto kort voor haar huwelijk in Zwolle werd gemaakt. Het is tevens de oudst bekende foto van een Haarlenaar. Haar bidprentje is daardoor van grote waarde, want er is slechts één exemplaar van bewaard gebleven.
Pastoor A.Th.L. Hasselbach
De teksten van het bidprentje werden voornamelijk bepaald door de plaatselijke pastoor. Hij kende als geen ander de bij de overledene passende bijbelteksten en verwerkte deze al dan niet in een kort verhaal. Beste bewijs hiervoor valt af te leiden uit het werk van pastoor A.Th.L. Hasselbach, die op 23 augustus 1935 in functie trad. De eerste Haarlese die daarna overleed, was Johanna Agnes Geerts. Hasselbach zorgde er, vijf dagen na zijn komst, voor dat er een gedicht van Guido Gezelle op het prentje kwam; iets wat hij –enkele uitzonderingen daargelaten – volhield tot zijn overlijden op 23 oktober 1946. Dat was tevens het laatste prentje dat met teksten van Gezelle is voorzien.
4
Ander karakter
Op het prentje van Hendrikus Wilhelmus Linthorst, overleden op 30 december 1946, werden door de nieuwe pastoor W.M.A. van Rijn weer bijbelteksten aangehaald. Hij overleed in 1954. Sindsdien viel er langzamerhand een luchtiger noot te ontdekken. Evert Nije Bijvank (4) werd in 1959 omschreven als ‘de oude grijsaard’. Het is onduidelijk wie voor die typering verantwoordelijk was. Het karakter van het bidprentje veranderde in de jaren daarna verder, het werd meer een kort ‘in memoriam’. Tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw bevatte het nog diverse gebeden. Tegenwoordig verschijnen er nog nauwelijks nieuwe versies. Nu wordt er door de nabestaanden stilgestaan bij de wijze waarop de overledene zijn leven heeft ingevuld. Kinderen, maatschappelijke activiteiten, hobby’s en dergelijke staan daarbij vaak centraal. ■
Het kerkhof van Haarle.