5 minute read
Een late echo van de Vriezenveense Rusluie
Toon en Adinka Tellegen in Amsterdam zijn kleinkinderen van Egbert Engberts (18751955). Hun grootvader was één van de laatste telgen uit het Vriezenveense geslacht Engberts, dat in de achttiende en negen tiende eeuw als zoveel ‘Rusluie’ vanuit het Twentse textieldorp handel dreef in en vanuit Sint-Petersburg. Egbert Engberts, zelf geboren in Rusland, vluchtte uit angst voor de bolsjewieken in 1918 met vrouw en zes kinderen halsoverkop naar Nederland. In 1929 schreef hij de heimwee naar het oude Rusland van zich af, maar zijn werk verdween in een lade.
De herinneringen bleven liggen, totdat kleinzoon en schrijver Toon Tellegen zich in het begin van de jaren tachtig over de aantekeningen van zijn grootvader ontfermde. Na bijna een kwarteeuw leuren werden ze in 2004 uitgegeven als Herinneringen aan Rusland. In de inleiding bij het boek schrijft Tellegen hoe zijn moeder, de dochter van Engberts, de ‘met kleine letters getypte vellen, zonder marges, zonder wit tussen de regels en vol met de geschreven verbeteringen en toevoegingen’ ooit had gered, voordat grootmoeder Sara de papieren met de vuilnisman mee zou geven. Nadat zijn moeder in 1981 was overleden vond Tellegen de aantekeningen. Hij typte ze over en kopieerde ze voor zijn broers, zijn zuster en enkele anderen. Aangemoedigd door onder anderen zijn zus Adinka de Waal-Tellegen, slaviste van beroep, klopte hij aan bij een lange rij personen en uitgevers. Adinka: ‘Ze zeiden stuk voor stuk dat het interessante lectuur was, dat het de moeite waard was om het uit te geven, maar dat het helaas in geen enkele reeks of fonds paste. En aan een geïsoleerd boek waagt geen uitgever zich.’ Pas toen Querido in 2000 Tellegens boek De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne uitgaf, paste er ineens een dekseltje op het potje. De literaire verhalenbundel, gebaseerd op de binnen de familie populaire fantasieverhalen die opa Engberts altijd aan zijn kleinkinderen vertelde, werd een groot succes. Ineens waren de Russische memoires van opa óók interessant. In 2004 verscheen uiteindelijk bij Athenaeum – Polak & Van Gennep Herinneringen aan Rusland. Adinka ‘bezorgde’ het manuscript en voegde een woordenlijst en annotaties toe. En zo liftte het werk van de grootvader, driekwart eeuw nadat het was opgeschreven, mee op het succes van de kleinzoon. Adinka: ‘We waren allemaal heel blij dat het boek er was, het voelde als een soort gerechtigheid. En Toon nog het meest, omdat hij dit hoofdstuk nu definitief kon afsluiten.’ Het bleef bij één druk. Volgens Adinka is het boek hier en daar wellicht nog verkrijgbaar, maar een nieuwe druk wordt niet meer uitgebracht. ‘En dat hoeft ook niet. Dat de geschriften tot hun recht zijn gekomen is genoeg.’ Toon Tellegen zelf wil geen toelichting meer geven op het boek. Alles wat hij te melden heeft, staat in de inleiding ervan, liet hij via zijn uitgever weten. Zus Adinka begrijpt haar broer en zegt: ‘Lees Herinneringen, wat wij daar nu nog aan toe te voegen hebben is nauwelijks het opschrijven waard.’ Dat laatste valt erg mee, maar het boek zelf en de inleiding van Toon zijn inderdaad prachtig.
twee kinderen vroeg overleden. Zijn voorouders van beide kanten maakten deel uit van de Vriezenveense ‘Rusluie’, hechte handelsfamilies die al generaties lang zaken deden in en met het tsaristische Rusland. Veel Vriezenveners, onder wie de familie Engberts, bouwden met name vanuit Sint-Petersburg grote handelsmaatschappijen op in textiel, tabak, thee en wijn. Ze leverden ook aan de tsaar zelf. De hoogtijdagen van de Rusluie in Sint- Petersburg lagen in de periode waarin Egbert Engberts geboren werd. Toen hadden Vriezenveners grote winkels en handelshuizen in de Gostiny Dvor, een prestigieus winkelcentrum aan de Nevski Prospekt, de beroemdste straat van de toenmalige Russische hoofdstad. Twee oudere broers waren toegetreden tot het familiebedrijf, maar Egbert had zich na zijn stages in Engeland en Nederland als zelfstandig vertegenwoordiger van buitenlandse firma’s in Sint-Petersburg gevestigd aan de Nevski Prospekt. In 1902 trouwde hij met Sara Bréchet, een 22-jarige schone van ZwitsersBaltische afkomst. Ze kregen zes kinderen: vijf zoons en een dochter, de moeder van Toon en Adinka Tellegen.
Heimwee naar Rusland
Oudere Rusluie keerden vaak rijk terug naar Twente om hun laatste levensdagen in weelde op hun zelfgebouwde landhuizen door te brengen, maar voor Egbert Engberts liep het anders. Na de Russische Revolutie van 1917 waren al zijn bezittingen waardeloos geworden. De bedrijven van de hoed van mijn moeder verborgen, ontsnapten aan de aandacht van de Russische douane’, schrijft Toon over de vlucht van zijn grootvader en diens gezin. Engberts keerde met andere gevluchte familieleden voor korte tijd terug naar het familiehuis ‘Mon repos’ in Vriezenveen. Met het laatste geld dat hij in Nederland op de bank had staan, startte hij een banketbakkerij in Leiden. Hij wilde Russische pasteien en gebak gaan maken, die heel Leiden zou willen eten. Tellegen: ‘Hij wist niets van Leiden of de smaak van de Leidenaren.’ Het werd een fiasco. ‘De Rus’, zoals hij in Leiden werd genoemd, trok meer bekijks dan kopers. Hij werd uiteindelijk vertegenwoordiger in chocola en snoepgoed en ‘zeulde met In 1929 – toen Petrograd inmiddels Leningrad was geworden – schreef Egbert Engberts in het Neder lands zijn herinneringen aan Rusland op. Hij had van jongs af al veel geschreven, met name verhalen en gedichten, maar de pogingen zijn werk gepubliceerd te krijgen, waren steeds op niets uitgelopen. Wel werden de toneelstukken die hij schreef in het Russisch bij feestelijke gelegenheden opgevoerd door zijn kinderen. ‘In zijn laatste jaren deed mijn grootvader zijn kleinkinderen vaak denken aan de aartsvader Isaäc, zoals hij daar bijna blind in de donkere achterkamer in het huis aan de Haagweg zat, (…) soms nog genietend van de Russische klassieken, door zijn vrouw of kinderen voorgelezen, altijd wat etensresten in zijn grote, witte, Russische baard, de hoop op een terugkeer naar Sint-Petersburg eindelijk opgegeven en steeds orthodoxer in zijn geloof.’ Egbert Engberts overleed op 21 maart 1955 in Leiden. ■
Rusluie werden genationaliseerd. Voor de Vriezenveners was het door hun rechtstreekse banden met de tsaar niet meer vertrouwd om in Rusland te blijven. In de zomer van 1918 hadden ze nauwelijks nog iets te eten, behalve brandnetels. Ze werden dat jaar door de communisten gedwongen Petersburg - in 1914 omgedoopt tot Petrograd – te verlaten. ‘Alleen een paar familiejuwelen, onder een lint rond de strozware koffers met het openbaar vervoer door Noorden Zuid-Holland.’ Een zwaar en vernederend leven, maar in zijn huis was het een zoete inval van Russische emigranten die in Leiden bivakkeerden. ‘De voertaal was er Russisch en de volgende lente zou iedereen naar een bevrijd Rusland terugkeren.’ Zo ging het jaar na jaar, maar het zou er niet meer van komen.
Links: de ‘kleinkinderen’ Tellegen, v.l.n.r. Ben, Egbert, Toon en Adinka.
Onder: het familiehuis ‘Mon repos’ in Vriezenveen. Foto: Marcel Tettero.