5 minute read
Schaapherder op de top van de Lemelerberg
In ruim een kwarteeuw zag schaapherder Teun Heuver op de Lemelerberg vele veranderingen aan zich voorbijgaan. Hij zag ook hoe het Sallandse heidelandschap floreerde bij de inzet van de schaapskudde van Landschap Overijssel.
Al meer dan een kwart eeuw leidt Teun Heuver een kudde Veluwse heideschapen over de Lemelerberg en de Archemerberg, een natuurgebied bij het Sallandse Lemele in de gemeente Ommen. De in 1947 geboren Lemelse schaapherder had eigenlijk boer willen worden. Maar het ouderlijk bedrijf was niet groot genoeg om hem en zijn broer een goed inkomen te bieden. Min of meer toevallig rolde Heuver in 1982 in zijn huidige beroep en kwam hij in dienst van Landschap Overijssel. Hij heeft er geen moment spijt van gehad. De schapen verrichten nuttig werk in het landschap; zij zorgen voor het behoud van de vierhonderd hectare heide op de Archemerberg en de Lemelerberg. In de vorige eeuw werd de berg begraasd door schapen van verschillende boeren. Later in die eeuw, in de jaren zeventig, liep Gait Wunnink er nog met een kudde, die daarna door de gemeente Ommen een tijdje in stand werd gehouden. Aan het eind van de jaren zeventig kwam de kudde onder beheer van Het Overijssels Landschap, later onderdeel van Landschap Overijssel. Als de schaapherder voorzichtig door zijn kudde loopt, ‘je moet schapen altijd rustig benaderen’, komen de makke schapen naar hem toe. Hij laat zijn handen over hun typische, gebogen ronde neus glijden en wijst: ‘Kijk daar is er een met een iets mindere vacht.’
Geen breiwerk of herdersfluit
Heuver kent ze allemaal, de 245 vrouwelijke dieren van Landschap Overijssel, al is het niet met naam en toenaam. ‘Zet je er een vreemd schaap tussen, dan
Een vroege voorganger van Teun Heuver.
pik ik dat er meteen uit.’ Alle ooien zijn voorzien van twee oormerken, waarmee de dieren kunnen worden geïdentificeerd. Het is een symptoom van de steeds toenemende controle op de veestapel in Nederland. De regels waar boeren zich aan hebben te houden, gelden ook voor natuurbeheerders. De schaapherder gaat zelf ook met zijn tijd mee. De nuchtere Sallander heeft in zijn rugzakje natuurlijk zijn dagelijkse proviand bij zich, maar hem zul je niet aantreffen met een breiwerkje of een herdersfluit. Wel met een transistorradio én een mobiele telefoon. Zo blijft hij goed op de hoogte van het nieuws en mocht iemand hem willen spreken terwijl de kudde graast bij het hoogste punt van de berg, dan is hij toch bereikbaar. ‘En ik sta natuurlijk veel te praten met mensen die ik op
de berg tegenkom.’ Heuver houdt ervan te vertellen over zijn vak, over de slimheid van zijn schapen en over het gebied waar hij dagelijks rondloopt. Hij mag graag een gesprek aangaan, maar moet zich niet te veel laten afleiden. Ongemerkt kan een groepje schapen zich zomaar afscheiden van de kudde. Dan geeft hij zijn Border Collies opdracht de schapen te zoeken en terug te brengen. Soms raakt er een schaap zoek. Bijvoorbeeld als de kudde wordt verstoord door loslopende honden, een grote ergernis van Heuver. Maar schapen die van de kudde zijn weggeraakt, hebben de weg naar de kooi aan de Dalmsholterweg vaak sneller teruggevonden dan de herder met de rest van de kudde. Een enkele keer sterft een schaap in het natuurgebied. Als Heuver dat tijdig merkt, neemt hij het overleden dier mee terug naar de kooi om het netjes af te laten voeren. Soms blijft het lijk achter en wordt het een prooi van insecten, vogels en vossen. ‘Na een tijdje vind je er niets van terug, behalve de wol, die vergaat niet. Vogels gebruiken de wol voor hun nesten.’
Veranderende flora en fauna
De schaapherder heeft zijn werkgebied in de loop van de tijd zien veranderen. Sommige dieren verdwenen, andere kwamen er voor terug. Een kwart eeuw geleden werd hij nog wel eens verrast door een wulp die probeerde haar nest te beschermen tegen de herder en zijn kudde. ‘Wulpen nestelden toen nog op de hei. Ik zag de patrijs, de boomleeuwerik en de veldleeuwerik. Ik vond hier vroeger allerlei soorten eieren, zelfs van eenden die toch een heel eind de berg op moesten. Die zie ik nu allemaal niet meer. Ze zijn verdwenen vanwege vossen, roofvogels of steenmarters en door loslopende honden. Maar de nachtzwaluw, de roodborsttapuit en de zandhagedis doen het nu juist weer goed.’ De schapen zorgen ervoor dat de vergrassing wordt tegengegaan en ze houden bovendien de heideplanten kort. Het Veluws heideschaap kan goed gedijen op de Sallandse heidevelden. Het dier houdt van gras; een overdaad daarvan is niet goed voor de heide. ‘Toen ik hier begon, stond er veel bochtige smele, een grassoort. Door de begrazing met de kudde is dat verminderd. Een groot deel van de Archemerberg was vergrast. Nu is daar weer veel heide.’ De mooiste tijd voor Heuver breekt aan in het voorjaar. Dan wordt alles weer groen en hoort hij de vogels weer zingen. De zomer kondigde zich in het verleden aan met de komst van gezinnen die zich aan het begin van de bouwvakvakantie op de heide stortten. Dat is veranderd. Kinderen worden nu op de campings vermaakt en de ouders verblijven meestal in de directe omgeving van de tent of de caravan. Veel meer dan vroeger treft hij wandelaars. ‘De grijze golf’ noemt Heuver ze: zestigplussers die al wandelend genieten van het landschap.
Rana Berends schilderde ter illustratie bij dit artikel ‘Schaapherder op de Lemelerberg’. Zie voor de wordingsgeschiedenis van dit werk www.facebook.com/ranaberends. Zie ook www.ranaberends.nl
De kroon op het werk
Af en toe treft Heuver bijzondere voorbijgangers. In augustus 2009 maakte koningin Beatrix tijdens een werkbezoek aan Ommen een praatje met hem. ‘Ik had de kudde aan het hek gezet, zodat de fotografen een mooie foto konden maken als de koningin daar langs zou lopen. Ik stond vooraan, zodat ik haar goed kon zien’, vertelt hij. De koningin liep niet gewoon langs, maar ze nam ruim de tijd voor een praatje met de schaapherder. ‘Op een gegeven moment zei ze tegen me dat we elkaar al eens eerder hadden gesproken. Ik moest diep nadenken en herinnerde me een mevrouw op een paard, met wie ik eens een gesprekje had gehad. “U was te paard?”, vroeg ik haar. “Ja, dat was ik”, zei ze. Ik dacht toen wel, die vrouw komt me bekend voor, maar ik had me niet gerealiseerd dat het de koningin was. Dat was echt de kroon op mijn werk!’ ■
@ Particulieren, eigenaren en agrariërs, kunnen advies krijgen bij de streekeigen inrichting van hun erf en het beheer van karakteristieke landschapselementen als houtwallen, singels en poelen. Landschap Overijssel zet zich, met behulp van duizenden vrijwilligers, in voor de bescherming van bijzondere soorten als de das, de kamsalamander en de knoflookpad.