*Tijdschrift_MSMD_1_2012
13-02-2012
13:26
Pagina 15
15
door Marijke Borghgraaf
Pioniers met passie voor de plattelandsbibliotheek Tegenwoordig kun je met een paar muisklikken een boek thuis laten bezorgen. Ook in de meest afgelegen plaatsen op het platteland. De bibliotheekpioniers Abraham van Uxem en Claar Goudswaard zouden er misschien wel van hebben gedroomd.
et de bibliotheken op het platteland was het droevig gesteld, constateerde Van Uxem omstreeks 1948. Als cursusleider van Volkshogeschool Diependaal in Markelo had hij, in samenwerking met de Overijsselsche Landbouwmaatschappij, een enquete gehouden naar de lectuurvoorziening buiten de steden. Het leverde een beeld op van versnippering en chaos en Van Uxem besloot daarin verbetering te brengen. Hij koerste op een provinciale of regionale organisatie met een centrale bibliotheek en een wisselmagazijn. Kleine, vaak nog op te richten, bibliotheekjes in de buitengebieden zouden daarvan dan gebruik kunnen maken. Na veel voorbereidend werk en intensief overleg met belanghebbende organisaties werd op 17 maart 1948 de Centrale Plattelandsbibliotheek voor Overijssel (CPBO) opgericht. Claar Goudswaard werd benoemd als directrice van de centrale en zij was daarmee tegelijkertijd de eerste professionele kracht. Zij had ruime ervaring als bibliothecaresse in verschillende stedelijke openbare bibliotheken en als directrice van de openbare bibliotheek in Vlaardingen.
Abraham van Uxem en Claar Goudswaard
M
‘Meneer’ en ‘mejuffrouw’ Gedreven door idealisme, creativiteit en zakelijk instinct was Abraham van Uxem de stuwende kracht achter de nieuwe organisatie. In grote eensgezindheid en in nauw overleg met Claar Goudswaard bouwde hij aan een netwerk van bibliotheken op het platteland in de provincie. Vanaf het begin was er sprake van een natuurlijke rolverdeling. Hij was de nuchtere slimme zakenman, die zorgde voor de financiën. Zij bewaakte de idealen van verspreiding van kennis op het platteland en hoge kwaliteit binnen de bibliotheken. Met een natuurlijke autoriteit en voortdurende persoonlijke belangstelling voor het personeel gaf zij leiding. Respectvol werd zij ‘de moeder van het
‘Juffrouw’ Goudswaard en ‘meneer’ Van Uxem tijdens een feestelijke bijeenkomst in 1973 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de CPBO.
bedrijf’ genoemd. ‘Juffrouw Goudswaard is goud waard’ was het gezegde onder het personeel. Samen vormden ‘mijnheer’ Van Uxem en ‘juffrouw’ Goudswaard een markant en dynamisch duo. Het was de oprechte overtuiging van Van Uxem dat bewoners van het platteland recht hadden op goede bibliotheken en hij deed er alles aan om dat recht te realiseren. Naar zijn idee stelde een dorpsgemeenschap geen prijs op een anoniem systeem van boekzendingen zonder tegenprestatie. Volgens hem moest een op te richten bibliotheekcommissie van elke aangesloten dorpsbibliotheek zèlf verantwoordelijk worden gesteld voor de financiën en de dagelijkse gang van zaken. Een eigen dorpsbibliotheek was een voorwaarde voor het welslagen van de lectuurverspreiding in de buitengebieden. Hij was ervan overtuigd dat gemeenschapsvorming, ondanks de modernisering van de samenleving, een belangrijke factor bleef in het dagelijks doen en laten van de dorpsbewoners. In de pioniersfase waren er veel, zowel financiële als
praktische, problemen. Enig budget voor de opleiding van professionele bibliothecarissen was er niet. Daarom bezocht de directrice ten minste twee keer per seizoen de bibliotheken die bij de centrale waren aangesloten. Zo kon zij de bibliothecaressen bijpraten over alle aspecten van het werk en bleef zij op de hoogte van het wel en wee van de mensen in het veld. Ze stimuleerde hen en adviseerde om open te staan voor de vernieuwingen in de na-oorlogse maatschappij.
Groen en rood De voornaamste zorg van de beide pioniers was hoe een bibliotheek acceptabel kon zijn voor lezers en lezeressen van alle gezindten. Claar Goudswaard bedacht er iets op. Boeken werden ingedeeld naar levensbeschouwelijke overtuiging. Groen gemerkte boeken waren ‘veilig’ voor iedereen; de rode waren níet voor streng-christelijke en niet voor -katholieke lezers. In geval van twijfel waren er de adviseurs: twee dominees