5 minute read

Bert Haanstra. Oscarwinnende filmpionier uit Goor

Bert Haanstra werd in 1916 geboren in Espelo (gemeente Holten), waar zijn vader hoofd was van een kleine boerenschool. Drie maanden na de geboorte van Bert verhuisde het gezin naar Goor. Bert, die aanvankelijk na de MULO koos voor de Kweekschool, zou in de oorlogsjaren nog een avondstudie fotografie en schilderen volgen aan de Rijksacademie te Amsterdam.

DOOR TONNY PETERS

Ver voor de oorlog echter was hij al bezeten van de film. De operateur in de lokale Goorse bioscoop wist het enthousiasme van de 14-jarige knaap te waarderen en liet hem toe in zijn projectiecabine. Hier raakte Bert bezeten van het nieuwe medium en wist allerlei onderdelen bijeen te scharrelen om een eigen projector te kunnen maken. Hij creëerde zijn eigen thuisbioscoopje en wist toen al dat hij cineast wilde worden. Zijn grote voorbeeld was Joris Ivens. De opleiding aan de Kweekschool brak hij na twee jaar af om bij een Hengelose fotograaf te gaan werken. Hier kon hij aan een geschikt fototoestel komen waar hij persfoto’s mee maakte, die hij bij boekhandel Bokhove in Goor in de vitrine mocht hangen.

In 1934 belandde Bert Haanstra als “leerling zonder salaris” bij het befaamde persbureau Vaz Dias in Amsterdam. Een ander persbureau en een eigen (mislukt) persbureau later kwam hij via een kennis, Jaap Carels, vlak voor de oorlog terecht in een veilige baan als fotograaf bij het Gemeentelijk Energie Bedrijf in Amsterdam. Minder veilig waren de contacten die Carels had. Via Carels belandde ook Haanstra in het verzet en fotografeerde hij vele rapporten en tekeningen die naar Engeland gesmokkeld werden. In 1944 trouwde hij met Nita Wijtmans, een vrouw met een sterk muzikale achtergrond. Ze speelde fluit en piano. Uit dit huwelijk zouden later twee zoons worden geboren, Rimko en Jurre, die beiden in de voetsporen van hun ouders zouden treden. Rimko werd filmregisseur en Jurre dirigent en componist van vooral filmmuziek. Haanstra werkte twee jaar als cameraman aan de sprookjesfilm Myrthe en de demonen. Het werd een grote flop met één lichtpuntje: het camerawerk werd geprezen. Hij kreeg hierdoor de opdracht voor een film over het Muiderslot en de Muiderkring van P.C. Hooft. De Muiderkring herleeft (1948) werd de eerste film waarbij zowel het camerawerk als scenario, montage en regie in handen van Bert Haanstra waren.

Scene uit de Oscarwinnende film Glas.

Met de volgende film Spiegel van Holland (1950) (waarbij als noviteit met de camera ondersteboven werd gefilmd) brak Haanstra internationaal door. Hij won zelfs de Gouden Palm in Cannes. Veelvuldig bekroond werd ook Panta Rhei (1951), waarin zoals de titel zegt “alles in beweging is”, een soort filmgedicht over water en wolken. Haanstra ontving veel opdrachten, zoals in 1957 van het Ministerie van OK&W voor een film over Rembrandt. Hierin was zijn vondst te zien van in elkaar overvloeiende beelden van zelfportretten van Rembrandt.

Haanstra geeft instructies tijdens de opnames van De zaak M.P. (Nationaal Archief).

In 1958 maakte hij de korte experimentele kleurenfilm Glas, die insloeg als een bom. Als eerste Nederlander sleepte Haanstra hiermee een Oscar in de wacht. De beelden, de ritmiek, de kleuren en de muziek (van Pim Jacobs) vormden een perfecte eenheid. In het jaar van de Oscar begon hij aan zijn eerste speelfilm Fanfare. De film over twee rivaliserende fanfarekorpsen in Giethoorn trok in een half jaar twee miljoen bezoekers. Dit succes zou later alleen door Turks fruit verbeterd worden. Het werd een echte Haanstra-film. Altijd zittend op het kistje naast de camera stelde hij de hoogste eisen aan de visuele aspecten, alles moest perfect zijn. Door de film werd Giethoorn een toeristische trekpleister van formaat en werden acteurs als Albert Mol, Hans Kaart, Bernard Droog, Ton Lutz en Andrea Domburg ongekend populair. De tweede speelfilm De Zaak M.P. (1960), door Haanstra zelf geproduceerd, werd geen succes.

Poster van Haanstra’s succesfilm Fanfare.

Met beide benen terug op de grond wijdde hij zich weer aan documentaires. Delta Phase I (1962), over de afsluiting van het Veersche Gat, behoort tot zijn beste werk. In Zoo (1962) maakte hij in navolging van Joris Ivens voor het eerst gebruik van de verborgen camera. Dit laatste middel gebruikte hij veelvuldig bij zijn volgende kassucces Alleman (1963), de film over alledaagse gebeurtenissen en gewone Nederlanders, die door Haanstra een spiegel werd voorgehouden. De film waaraan ook Anton Koolhaas en Simon Carmiggelt meewerkten ontving vele internationale prijzen en werd genomineerd voor een Oscar. Zijn vriend Jacques Tati wilde een Franse versie van Alleman uitbrengen, maar Haanstra hield vast aan het oorspronkelijke script, waardoor het plan niet doorging. De vriendschap leed er niet onder. Veelvoudig bekroond werd ook De stem van het water (1966), alweer een film over het thema water. Uiteraard kwamen niet al zijn dromen uit. Bert Haanstra was een vurig supporter van Ajax. Een groot meesterwerk over zijn favoriete club heeft hij nooit kunnen maken, slechts een 20 minuten durende documentaire Retour Madrid (1968). Na een lange voorbereidingstijd verscheen in 1972 Bij de beesten af, een film over de relatie tussen het menselijk en dierlijk gedrag met als thema’s: het territoriumgedrag, het dominantiegedrag, het seksuele gedrag en het gedrag tussen jong en oud. Het resultaat oogstte wereldwijd succes en werd genomineerd voor een Oscar. Zijn eigen mening over de film: “Het is mijn grote liefde geworden en gebleven door de jaren heen. De film stelt mij nooit en nergens teleur”.

In de jaren zeventig volgden nog een aantal films, waaronder Dokter Pulder zaait papavers, opgenomen in Blokzijl. Tijdens een vertoning van de speelfilm Een pak slaag op het filmfestival van Cork trof Bert Haanstra een hartaanval. Na zijn herstel maakte hij onder meer Vroeger kon je lachen, een hommage aan Simon Carmiggelt Monument voor een gorilla (1987), die in vele landen werd uitgezonden.

Op zijn tachtigste verjaardag ontving Bert Haanstra de “Oeuvreprijs” van het Nederlandse Fonds voor de Film, sindsdien de “Bert Haanstra Oeuvreprijs”. De laatste jaren leed Bert Haanstra aan de ziekte van Alzheimer, waar zijn vader ook aan geleden had. Bert Haanstra overleed op 23 oktober 1997. ●

Scene uit de film Fanfare.

De derde aflevering van de podcastserie Zoek de zon op, van de IJsselacademie, gaat over de betekenis van Haanstra’s film Fanfare voor het toerisme in Giethoorn. Beluister de aflevering via Spotify, Soundcloud of Apple Podcasts.

This article is from: