8 minute read

Het Drostenhuis, van woonhuis naar ziekenhuis en museum

DOOR: MARTINE VAN DER VEER

Het is 17 oktober 2017. De Zwolse gemeenteraad debatteert over de toekomst van het Stedelijk Museum van de stad. Het voortbestaan van het museum hangt aan een zijden draadje, wanneer er tot overmaat van ramp later die avond brand uitbreekt in het pand waar een deel van het museum is gevestigd, het Drostenhuis. Het historische interieur van het museum zit onder de roetdeeltjes en ook waardevolle schilderijen zijn aangetast. In 2017 valt het doek voor het Stedelijk Museum Zwolle, maar nu – vijf jaar later – opent er een nieuw museum binnen de historische muren van het Drostenhuis: ANNO Museum in de maak!

De brand in het Drostenhuis was niet de eerste tegenslag die het monumentale pand te verduren had. Deze historische plek heeft al een hele geschiedenis achter de rug. Zo onderging het pand verschillende verbouwingen, werd het door sloop bedreigd, kende het verschillende functies en had het verschillende bewoners. Over het Drostenhuis was al veel bekend, maar door de verbouwing en restauratie van het pand en archeologisch en bouwhistorisch onderzoek naar de bewonersgeschiedenis, weten we nu nog meer over dit icoon in de Zwolse binnenstad.

Prentbriefkaart met daarop het Drostenhuis dat destijds dienst deed als Overijsselsch Museum Zwolle ca. 1915. Collectie Overijssel.

De Drost

Al in de vijftiende eeuw stond er een belangrijk pand op de plek van het Drostenhuis. Dit pand was eigendom van Egbert Rhijnvis, afkomstig uit een bekend koopmansgeslacht uit Kampen. Rhijnvis’ huis zag er niet zo uit zoals we het Drostenhuis nu kennen. Zo was de voorkant niet gericht op de Melkmarkt, maar op de Voorstraat, een van de belangrijkste straten van het Middeleeuwse Zwolle. In Rhijnvis’ tijd was de Melkmarkt nog niet gedempt, maar stroomde daar het riviertje de Grote Aa. Via dit water verplaatste de Zwolse kooplieden hun handelswaar door de stad en naar het omliggende land. Het huis van Egbert Rhijnvis vormde de kern van het huidige Drostenhuis. In de jaren 1540 kocht Engelbert van Ensse het huis en de twee aangrenzende panden, waarna hij het geheel grondig verbouwde. Hij voegde de drie panden samen, oriënteerde de voorkant van het gebouw op de Melkmarkt en liet een belangrijke gevel met traptoren in renaissancestijl optrekken – een echt statussymbool. Niet alleen het huis van Van Ensse straalde autoriteit uit, ook hijzelf was zeer invloedrijk. Als Drost van Drenthe was Van Ensse een belangrijk persoon binnen het hof van keizers Karel V en Filips II. Zodoende kreeg het pand de naam Drostenhuis. Na Van Ensse’s dood in 1567 werd hij begraven in de Grote Kerk in Zwolle, waar zijn vrouw in 1573 werd bijgezet.

Door de uitbreiding van Zwolle buiten de vestingwallen en tussen het oude centrum en het in 1868 gebouwde station, kreeg de stad er een hoop nieuwe huizen bij.

Het rooms-katholieke ziekenhuis aan de Blekerstraat, met het zusterhuis en de kapel. Het ziekenhuis ontstond vanuit het ziekenhuis in het Drostenhuis en stond sinds 1902 op de hoek van het Groot Wezenland en de Blekerstaat.

Plattegrond Zwolle, met in vakken B1 en B2 de Melkmarkt. Collectie RCE.v

Invloedrijke Zwollenaren

Nadat de familie Van Ensse het Drostenhuis verliet, bleef het pand in handen van invloedrijke Zwollenaren. Zo was het in bezit van de vermogende brouwer Jan van der Werff en de regentenfamilies Podt en Helmich. Door deze laatste familie werd het Drostenhuis bekend onder de naam Huis Helmich. De verschillende bewoners breidden het pand uit door aanliggende gebouwen bij het huis te betrekken en verfraaiden het naar hun eigen smaak. Zodoende werd het Drostenhuis steeds groter en het kreeg allerlei bijgebouwen, zoals een ruim koetshuis. Toch steeg het pand in de loop van de achttiende en negentiende eeuw niet in waarde. Sterker nog, monumentale woningen in het stadscentrum werden steeds minder populair. Door de uitbreiding van Zwolle buiten de vestingwallen en tussen het oude centrum en het in 1868 gebouwde station, kreeg de stad er een hoop nieuwe huizen bij. De villa’s aan de stationsweg en rondom de singels waren veel comfortabeler dan de monumentale woningen in de historische stadskern, waardoor deze minder in trek kwamen. De oude woonhuizen kregen nieuwe functies als kantoren, pakhuizen en winkels, en ook voor de familie Helmich werd het Drostenhuis als familiehuis minder interessant. Toen het huis in handen kwam van Judith Engelbertha Maria Helmich, kreeg het pand een onverwachte functie. Engelbertha was toegetreden tot het klooster van de Liefdeszuster en wilde niets liever dan dat het pand een liefdadig doel zou dienen. Daarom maakte zij van het Drostenhuis een Rooms Katholiek Ziekenhuis.

Prentbriefkaart met daarop de voorgevel van het Drostenhuis, ca. 1907. Collectie Overijssel.

Gezicht op de Melkmarkt, gezien van het Rodetorenplein in de richting van de Grote Markt. Ter hoogte van het Drostenhuis staat een handkar, ca. 1925. Collectie Overijssel.

Krantenartikel uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 18 juni 1903 over de toewijzing van het Drostenhuis aan de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis.

Het Drostenhuis als Ziekenhuis

Wanneer je voor het pand staat, zou je misschien niet verwachten dat het ooit fungeerde als Ziekenhuis. Ook de zusters uit het moederhuis in Maastricht waren verrast toen ze in het gebouw hun intrek namen. ‘Hoe verbaasd stonden allen, toen ze dat deftige huis betraden. Dit huis met zijn prachtige hal, marmeren gangen en rijk gebeeldhouwde betimmering. […] Zo hadden ze het niet verwacht, liever was men het stalletje van Bethlehem binnengetreden, maar het woordje ‘liever’ kent immer een religieuze niet,’ zo is te lezen in een gedenkboek van de Liefdeszusters. Toch voelden de zusters zich snel op hun plek in het Drostenhuis. De uitstraling van het pand was dan weelderig en deftig, de inrichting was sober.

De eerste jaren had het Ziekenhuis het zwaar. Geldmiddelen waren schaars. Dankzij particuliere giften konden de zusters in het Drostenhuis uiteindelijk toch veertien patiënten verplegen en het gebouw kreeg zelfs een operatiekamer. Al snel werd het pand te klein en ging het ziekenhuis op zoek naar een grotere locatie. Die werd gevonden aan het Groot Wezenland. Zodoende kwam er een einde aan het gebruik van het Drostenhuis als ziekenhuis.

Sloop

Nadat het ziekenhuis uit het Drostenhuis was vetrokken, werd het in 1902 voor 15.000 gulden aan de staat overgedaan. De overheid had geen specifieke plannen voor het pand. Sterker nog, om ruimte te maken voor een nieuw, groter post- en telegraafkantoor waren er plannen om het Drostenhuis te slopen, maar dat idee stuitte op weerstand. Onder leiding van F.A. Hoefer wist de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis de uitbreiding van het postkantoor te voorkomen. Het Drostenhuis was van de sloopkogel gered en als kers op de taart kreeg het pand een nieuwe bestemming als museum.

Ook als museum onderging het Drostenhuis verschillende metamorfoses. In de jaren ’50 werden de bijgebouwen en het koetshuis gesloopt en werd de boel opgeknapt. Eind jaren ’90 breidde het museum uit en kreeg het een nieuwbouwgedeelte, met in de centrale hal een beroemde glazen trap van glasconstructeur Rob Nijsse. Twee decennia later viel voor het Stedelijk Museum Zwolle echter het doek.

Brand

In de avond van 17 oktober 2017 zorgde een ontploffing van het ontvochtigingssysteem voor een brand in een van de stijlkamers van het Drostenhuis. De rookschade aan het pand, het interieur en de kunstwerken was groot. De timing van de brand was bijzonder ongelukkig. De gemeente Zwolle koerste al een jaar aan op een andere, frissere presentatie van de geschiedenis van de stad en debatteerde die avond over de toekomst van het museum. 2017 luidde het einde in voor het Stedelijk Museum Zwolle.

Het Drostenhuis in februari 2022, tijdens de verbouwing van het pand naar ANNO Museum in de maak.

Het Drostenhuis in februari 2022, tijdens de verbouwing van het pand naar ANNO Museum in de maak.

Maar vanaf 12 mei 2022 heeft het Drostenhuis toch weer een museale functie. Dan opent ANNO haar deuren aan de Melkmarkt 41 en kan het publiek hier terecht om de verhalen van Zwolle mee te maken.

Het Drostenhuis en het nieuwbouwgedeelte zijn wederom grondig onder handen genomen en gerestaureerd, en daarmee blijft het Drostenhuis na al die eeuwen nog steeds een gebouw in transitie.

ANNO Museum in de maak!

ANNO haalt en brengt jou alle verhalen over Zwolle van het verleden, heden en de toekost. Museum, archeologie, bouwhistorie, monumenten en archief komen straks samen op één plek onder één naam. Het nieuwbouwgedeelte van museum ANNO is gratis toegankelijk. Voor het Drostenhuis werkt ANNO met betaalde toegangstickets. Het museum is een initiatief van Collectie Overijssel, de afdeling Erfgoed van de gemeente Zwolle en Stichting Allemaal Zwolle. ANNO is vanaf 12 mei geopend van dinsdag tot en met zondag, van 10:00 tot 17:00 uur. Kijk voor meer informatie op: www.anno.nl.

Vanaf 12 mei 2022 opent ANNO haar deuren aan de Melkmarkt 41 en kan het publiek hier terecht om de verhalen van Zwolle mee te maken.

Het Drostenhuis, ca.1962. Collectie RCE.

Bron

• Gevers, A. J. en A.J Mensema, 1987. Drostenhuis, Het Provinciaal Overijssels Museum.

This article is from: