6 minute read

Blokzijl: aardig vissersdorpje of trotse stad?

DOOR: DINAND WEBBINK

Kijkend naar de plattegrond van Blokzijl in de stedenatlas van Blaeu uit 1649 is het eerste wat je denkt: is er sindsdien wel iets veranderd? Het huidige plaatsje kent dezelfde straten, de sluis, de havenkom. Dat geldt natuurlijk voor heel veel laatmiddeleeuwse steden. De plattegronden in Blaeus meesterwerk van steden als Deventer, Kampen en Zwolle kunnen je vandaag de dag nog tot gids dienen. Maar deze Hanzesteden zijn enorm uitgedijd, Blokzijl is dat niet. Het ligt er nog net zo bekoorlijk, weliswaar zonder een compleet grachtenstelsel, maar eveneens zonder enorme nieuwbouwwijken, industrieterreinen en sportcomplexen.

Een ‘wondermooie stad’ noemt auteur Frederik Wiedijk zijn Blokzijl. In het voorwoord bij Blokzijl, een wandeling door de eeuwen (1980) spreekt hij de lezer vermanend toe: ‘En laat dan … niemand meer zeggen: “Wat een aardig vissersdorpje” ’. Blokzijl is een stad en dat willen de Blokzieligers weten. Maar is dat ook zo? Jos Mooijweer besluit het doorwrochte artikel Blokzijl, de fortresse die stad wilde zijn met: ‘Een echte Blokzijliger zal iedereen voorhouden dat hij inwoner is van een echte stad.’ Hij voegt er aan toe dat diezelfde inwoner van het havenplaatsje weet dat hij ‘de buitenwereld een rad voor ogen draait.’ Johannes Blaeu drukte zich in 1649 al voorzichtig uit. ‘Block-zyl is geen van de minste Forten, die … om ’t groot vermogen des konings van Spanje te wederstaen, gemaeckt sijn’, zo begint hij de beschrijving lovend, daarmee het grote belang voor de verdediging van ons land onderstrepend. Iets verder trekt hij de stedelijke pretenties toch in twijfel. Blokzijl is ‘nu volckrijcker, en bloeyt meer in koophandel dan sommige steden’. Het waren prins Maurits en later prins Willem III die aan de basis staan van de verwarring. Maurits kende Blokzijl een aantal stedelijke rechten toe, zoals in 1589 het recht om jaarlijks drie burgemeesters te kiezen. Een jaar later gaf hij toestemming voor het oprichten van een waag. De Staten van Overijssel waren er niet blij mee en draaiden alle besluiten van Maurits terug. Tot groot verdriet van de inwoners van de schans. In 1672, het Rampjaar, kwam er een nieuwe kans. Blokzijl was inmiddels uitgegroeid tot een heuse vesting, een fortresse.

Portret van Bernhard von Galen met op de achtergrond rondvliegende ‘bommen’, prent van Christiaan Hagen, 1650-1695, Rijksmuseum, RP-P-1912-747.

Johannes Blaeu drukte zich in 1649 al voorzichtig uit. Blokzijl is ‘nu volckrijcker, en bloeyt meer in koophandel dan sommige steden’.

Tijdens de bezetting door het leger van Bommen Berend weerden de inwoners zich heldhaftig en verdreven met behulp van het Staatse leger als eerste in Nederland de troepen van de Munsterse bisschop. Het bestuur wendde zich tot Willem III, die de door zijn oudoom toegekende rechten herstelde en Blokzijl daarbovenop nog eens stadsrecht verleende. Dus toch een stad! Echter, de macht van de latere koning van Engeland, Schotland en Ierland bleek toch niet zo groot. In 1675 zetten de Staten van Overijssel een streep door het besluit van de prins. Over en uit. Overigens was de economische neergang van Blokzijl al eerder ingezet, mede door verzanding. Het beste wordt de teloorgang geïllustreerd door het aantal schepen dat Blokzijl als thuishaven had. In 1658 waren dat er 160, ruim een eeuw later, in 1767 nog maar vijf. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog kon Blokzijl aan de behoefte aan bouwgrond voor woningen en bedrijven voorzien. De latere uitbreidingen zijn zeer bescheiden gebleven. De zeventiende-eeuwse fortificaties werden geleidelijk aan gesloopt, al werden in 2008 twee bolwerken hersteld. Geen stad dus, helaas. Niettemin verwierf het gefortificeerde vissersplaatsje en tegenwoordige toeristische trekpleister een plaatsje in de wereldberoemde stedenatlas van de firma Blaeu. Dat is iets om trots op te zijn.

Scheepswerven

Over het belang van Blokzijl voor de scheepvaart en visserij was geen enkele twijfel. De vele schepen die in de zeventiende eeuw de haven aandeden, hadden weinig diepgang. Dat had deels te maken met aanslibbing langs de kust van de Zuiderzee en verzanding van de vaarweg naar de haven. Op het fragment zijn drie scheepswerven te zien, waar gewerkt wordt aan vier scheepjes. De schepen links en rechts zijn duidelijk platbodems. Het schip dat op het eiland Rietvink onder handen genomen wordt, lijkt wat meer diepgang te hebben.

Blaeu

Het was Joan Blaeus droom om de hele wereld en de kosmos in kaart te brengen. Hij werkte ‘met onvermoeiden yver’ aan reeksen atlassen van steden en landen. Het leidde onder meer tot een tweedelige stedenatlas van de Nederlanden en de kroon op zijn werk, de elfdelige Atlas maior, het duurste boek van de zeventiende eeuw. De calvinistische bovenlaag van de Republiek wilde maar al te graag pronken met hun rijkdom, maar ook weer niet te uitbundig. Met een luxe serie prachtig versierde boeken kon je op een gepaste manier je gasten vermaken. De in 1649 verschenen stedenatlas, een jaar na het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog, was voor Joan Blaeu een uitdrukking van de liefde voor zijn vaderland, de Republiek der Nederlanden, het ‘toonneel van de dapperste verrichtingen des geheelen aertbodems’. De versterkte steden worden in al hun glorie getoond. Daar mocht de fortresse Blokzijl niet bij ontbreken.

Portret van Joan Blaeu (1596-1673), toegeschreven aan Michiel van Musscher.

Kerk

Vanaf 1581 was Blokzijl protestants en de invloed van Holland was groot. Op de Bierkade waan je je op een Amsterdamse gracht. Begin zeventiende eeuw was er behoefte aan een groter kerkgebouw in de snel groeiende handelsplaats. In 1609 werd de eerste steen gelegd voor een van de eerste protestantse kerken in de Nederlanden, deels gefinancierd door Amsterdamse bankiers. In 1613 was het kerkje klaar, waarschijnlijk een eenvoudig eenbeukig gebouw, een zogenaamde zaalkerk. Wellicht dat de afbeelding van de kerk die de plattegrond van Blaeu siert, gebaseerd is op die vroege kerk. De romaanse vormen van de vensters spreken dat weer tegen, want het oudste gedeelte van de huidige kruiskerk heeft een enkele gotische spitsbogen. Waar maar uit blijkt dat ook de kaarten van Blaeu niet altijd nauwkeurig zijn.

Literatuur

• De Grote Kerk van Blokzijl; samenst.: F.A. Wiersma e.a. Delden, 1988.

• Mooijweer, J. Blokzijl, de fortresse die stad wilde zijn of het status-probleem van Blokzijl. In: Kondschap jrg. 10 (sept. 1994) p. 1-13.

• Novvm ac magnvm theatrvm vrbivm Belgicae foederatæ. Amsterdam, J. Blaeu, 1649.

• Wiedijk, F. M. Blokzijl, een wandeling door de eeuwen. Kalenberg, 1980.

This article is from: