7 minute read
Bommen Berend en het Rampjaar in Overijssel
DOOR: ESTHER VAN VELDEN
Zwijnenbisschop, Beernke den koodief, kanonnenbisschop, Bommen Berend; aan bijnamen voor Christoph Bernhard von Galen geen gebrek. Maar wie is deze man eigenlijk, wat is zijn invloed op de geschiedenis van Overijssel en waarom herdenkt Nederland in 2022 het mede door hem veroorzaakte ‘Rampjaar 1672’?
Von Galen wordt op 12 oktober 1606 geboren in het Duitse Drentsteinfurt. Hij wordt zeer streng katholiek opgevoed door zijn moeder Catharina von Horde. Al op zevenjarige leeftijd gaat hij als priesterstudent en als aspirant kanunik naar de Domschool van Münster. Ook volgt hij een opleiding bij de jezuïeten en studeert hij daarna filosofie in Mainz en Keulen en rechten in Leuven en Bordeaux. Vanaf zijn 24 e krijgt hij grote invloed op de gang van zaken binnen het Münsterse domkapittel. Het hoogtepunt van zijn carrière bereikt hij in 1650 als hij verkozen wordt tot bisschop van Münster. Een verkiezingsstrijd die hij weet te winnen door de stad te omsingelen en te bestoken met brandbommen en mortiergranaten. Mede aan deze actie dankt hij zijn latere en meest bekende bijnaam ‘Kanonen Bernd’ oftewel ‘Bommen Berend’.
Portret van Bernhard von Galen met op de achtergrond rondvliegende ‘bommen’, prent van Christiaan Hagen,1650-1695, Rijksmuseum, RP-P-1912-747.
Bisschop en wereldlijk heerser
Als vorst-bisschop van Münster krijgt Bernhard von Galen een dubbele taak: een militair/politieke taak als bestuurder en een kerkelijke taak als bisschop. Zijn lijfspreuk ‘Pie, juste, fortiter’ (vroom, rechtvaardig, sterk) vormt een rode draad bij alles wat hij doet. De heerlijkheid Borculo heroveren is één van zijn ambities, maar zijn hoofddoel is om het voormalige katholieke gebied in de Republiek te veroveren en het protestantisme in de calvinistische Republiek der Nederlanden terug te dringen.
Spotprent van Bernhard von Galen, half gekleed als soldaat en half als bisschop. Links op de achtergrond doodt hij als soldaat de schapen en rechts is hij als bisschop een herder voor de schapen. Reproductie van een prent, Rijksmuseum, RP-P-OB-81.938.
Het katholieke Overijssel
Bernhard von Galen bezet het gewest Overijssel twee keer vlak achter elkaar. Tijdens de Eerste Münsterse Oorlog van 1665 tot 1666 en tijdens de Tweede Münsterse oorlog van 1672 tot 1674. Een groot deel van de Overijsselse bevolking is katholiek en het volk verwacht zodoende bij de eerste inval weinig ‘last’ te hebben van de katholieke bisschop. Dat loopt anders.
Uit heel Overijssel komen al snel verhalen van brandstichtingen en plunderingen. De vele veediefstallen leveren Bommen Berend de nieuwe bijnaam ‘Beernke den koodief’ op. De Münsterse soldaten richten grootse drinkgelagen aan, slachten koeien en schapen en slaan de boel overal kort en klein.
Katholieken versus protestanten
Tijdens de Münsterse Oorlogen keren op kerkelijk gebied de rollen om. Protestantse predikanten vluchten en katholieken krijgen hun rechten, vrijheden en kerken terug. Von Galen verbiedt het protestantisme overigens niet; hij kondigt een gewetens- en godsdienstvrijheid af. In de praktijk betekent het dat de hervormden hun bevoorrechte positie kwijtraken, katholieken weer toetreden tot stadsbesturen en de onderlinge verdeling van kerken positief uitvalt voor de katholieken. Zo krijgen de katholieken in Zwolle de Michaelskerk, terwijl de protestanten hun diensten voortaan in de vervallen Peperbuskerk moeten houden. Een deel van de Overijsselse adel erkent Bommen Berend direct als hun nieuwe heer en meester en geniet van de bevoorrechte positie die dat met zich meebrengt.
Anderzijds hebben de officieren en soldaten zich met hun plunderingen en brandstichtingen de haat van de Twentse bevolking op de hals gehaald, zelfs in overwegend katholieke dorpen als Losser en Ootmarsum. Veel katholieken vrezen dat de veranderingen slechts tijdelijk zijn en zij – net als na de eerste bezetting – al hun verworven vrijheden op korte termijn weer moeten inleveren. Bovendien betaalt het merendeel van de bevolking, bijvoorbeeld door de inkwartieringen en boetes, hoe dan ook een hoge prijs voor de bezetting door Bommen Berend.
Spotprent ‘De bisschop op de bagijn’,anoniem, Rijksmuseum, RP-P-OB-77.065.
Het ware geloof
Bernhard von Galen pretendeert een goed katholiek bisschop te zijn, maar dat is niet voor iedereen te rijmen met zijn wrede optreden. Von Galen wordt ook wel een (te) laat geboren kruisridder genoemd, die per se wil vechten ‘uit naam van zijn geloof’ terwijl men de tijd van de godsdienstoorlogen voorbij achtte. Wellicht speelt hierin mee dat Bommen Berend zelf opgroeit ten tijde van de Dertigjarige Oorlog. Veel spotprenten uit deze tijd kaarten zijn optreden in combinatie met het geloof aan. Zo is er een prent waarin zowel de troon van de duivel als het eeuwig brandend licht van God te vinden zijn in het ‘Beernenhart van Galen, Berg-Graver van Strontberg en Booskop van Westfalen’. En een spotprent waarin de bisschop op de rug van een begijn (soort non) zit. Links gaat hij met zijn waakhond en varken ‘al plunderend’ langs de huizen, rechts knielt hij als de Verloren Zoon tussen de varkens. In de hemel is de Gesel Gods zichtbaar.
Aftocht
Uiteindelijk eindigt de opmars van Bommen Berend bij de stad Groningen. Het lukt hem in augustus 1672 niet om de stad in te nemen en deze nederlaag betekent het keerpunt in zijn veroveringen. Het duurt echter nog tot april 1674 voordat hij uit Overijssel vertrekt. Na de weinig eervolle vrede moet de bisschop al zijn veroveringen teruggeven en zo snel mogelijk de Republiek verlaten. Net als na de Eerste Münsterse oorlog kenmerkt de terugtocht van de Münstersen zich ook nu weer door plunderingen en diefstallen door de vaak onderbetaalde soldaten en officieren. Het gewest Overijssel wordt geruïneerd en gedesillusioneerd achter gelaten.
Het graf van Bommen Berend.
Heel Overijssel overwonnen
Von Galen overlijdt op 19 september 1678 in Ahaus op 71-jarige leeftijd. Hij wordt begraven in de St. Josephs Kapel in Münster in een graftombe waarvoor hij zelf de opdracht heeft verstrekt. Op de zwartkleurige tombe staat een fraai neervallende bisschop afgebeeld, geknield voor een engel die hem een crucifix voorhoudt. Het wordt omlijst door talrijke wapentrofeeën, zoals vlaggen en pauken, lansen en kanonnen, harnassen en helmen. In gouden letters staat op de tombe zijn verdienste bij leven opgesomd, met op regel zes: ‘Transisalania totam’, dat zoveel betekent als ‘Overijssel totaal’. Het verhaal gaat dat de bronzen balustrade voor de graftombe gegoten is uit kanonnen die Bommen Berend buitmaakte in de Republiek. Zo vormt zijn graftombe de letterlijke samensmelting van zijn functies als geestelijk leider en wereldlijk heerser.
Herdenking van het Rampjaar
In 2022 zijn er in heel Nederland activiteiten rond de herdenking van het Rampjaar 1672. Het is tenslotte gedenkwaardig dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich (uiteindelijk) weet te weren tegen haar oppermachtige tegenstanders Frankrijk, Engeland én de bisschoppen van Münster en Keulen. Maar het is goed om juist ook aandacht te besteden aan de andere kant van de medaille. Zodoende is er in Overijssel vooral aandacht voor lokale en vaak onbekende verhalen rond de bezetting door Bommen Berend. Luister de podcast (vanaf 1 juni), lees de verhalen op de website, bezoek het Rampjaarfestival of wandel mee tijdens een themawandeling. Er is van alles te doen en beleven in 2022. In Overijssel (zie www.bommenberendinoverijssel.nl) en de rest van Nederland (zie www.platformrampjaarherdenking.nl).