3 minute read

Hans van Griensven

JUNI 2022 – 11 INTERVIEW

‘Het gaat goed met de veteraan’

Advertisement

Na een carrière bij Defensie is luitenant-generaal buiten dienst Hans van Griensven sinds vorig jaar voorzitter van het Veteranen Platform. De Militaire Courant sprak met hem in het jaar 2019 toen hij nog Inspecteur Generaal van de Krijgsmacht was. Nu we dit jaar na twee jaar afwezigheid Veteranendag op 25 juni weer op het Malieveld in Den Haag mogen vieren, is er alle reden om met de voorzitter van het Veteranen Platform in gesprek te gaan!

DOOR JAN LOUWERS

Geachte heer van Griensven, waar houdt het Veteranen Platform zich eigenlijk mee bezig?

‘Het Veteranen Platform is een vereniging van verenigingen, ontstaan toen in 1989 generaal Ted Meines tien veteranenverenigingen bij elkaar bracht. Dit was bedoeld om beter op te kunnen treden in het belang van veteranen. Dat is uitgegroeid, inmiddels hebben we 91 aangesloten organisaties en stichtingen. Dit jaar gaan we de honderd wel halen! Erkenning, waardering, zorg en belangenbehartiging van veteranen, daar houden wij ons mee bezig. Het Nederlands Veteraneninstituut houdt zich bezig met de individuele Veteraan, terwijl het Veteranen Platform zich richt op het algemene belang van veteranen. Wij zijn de enige organisatie die op politiek en ambtelijk niveau mag meepraten. Wij geven al die individuele veteranen een stem. We denken bijvoorbeeld mee over de transitie van een militair naar de burgermaatschappij.’

De stem van de veteraan, wie is dat eigenlijk? Je hebt de hoogbejaarde veteraan die nog tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gevochten en je hebt de man of vrouw van 21 die op uitzending naar Mali is geweest.

‘Wij kennen geen onderscheid in veteranen. Een veteraan is een veteraan omdat hij voldoet aan de definitie van de Veteranenwet. Jong of oud, korte of lange inzet, wel of niet geschoten, dat maakt allemaal niet uit. Binnen de veteranenwereld zelf denkt men daar nogal eens anders over. Wij houden ons heel strikt aan de definitie. Maar er zijn wel discussies. Bijvoorbeeld als je vanuit Nederland een drone bestuurt die in Afghanistan bommen laat vallen, ben je dan een veteraan? De veteranenstatus is iets bijzonders, jonge veteranen zijn daar vaak niet zo mee bezig, oudere veteranen juist wel. Als Veteranen Platform vertegenwoordigen wij alle veteranen, of zij nu wel of niet lid zijn van een organisatie die is aangesloten bij het Veteranen Platform. Dat geldt zowel op beleidsniveau als bij praktische zaken, zoals het Veteranenuniform, naamgeving van viaducten van gesneuvelde militairen en de Veteranenvlag. Als wij iets voor elkaar krijgen, profiteert iedere veteraan hier van!’

Het valt me op dat er heel veel initiatieven zijn van en voor veteranen. Hoe gaat het Veteranenplatform daarmee om?

‘De veteranenwereld wordt gekenmerkt door twee woorden: versnippering en emotie. Een veteraan is een status. De overeenkomst is dat ze allemaal wat voor Nederland hebben gedaan op internationaal vlak. Voor de rest zijn ze allemaal heel verschillend, net zoals in de maatschappij. Ik richt me op de algemene onderwerpen, om die onder de aandacht van de politiek en Defensie te brengen. Er gebeurt altijd wel wat bij 91 aangesloten organisaties, daar probeer ik me niet mee te bemoeien. We hebben ook een beperkte capaciteit als Veteranen Platform, we moeten goed opletten waar we wel en niet tijd aan besteden.’

Een hele algemene vraag: hoe gaat het nu eigenlijk met de veteraan?

‘Goed. Dat is the bottom line. Maar niet met iedereen natuurlijk. Heel goed en belangrijk dat deze veteranen alle zorg krijgen die nodig is om hen te helpen. Maar in het publieke domein krijgen vaak de veteranen met problemen aandacht. Daardoor ontstaat het beeld dat alle veteranen psychische schade hebben opgelopen, dat iedereen een Post Traumatische Stress Stoornis (PTTS) heeft opgelopen. 5 a 10 procent heeft problemen, 90% dus niet. Goed om ook hierbij stil te staan! Wel eens gehoord op een verjaardagsfeestje: ‘Ben jij veteraan, maar heb je dan ook PTSS?’’

Hans van Griensven

‘Jong of oud, korte of lange inzet, wel of niet geschoten, dat maakt allemaal niet uit.’

This article is from: