9 minute read

Mee op eindmars van de onderofficieren

Next Article
Mijn functie

Mijn functie

JUNI 2022 – 7 DE EINDMARS

‘Onze instructeurs zijn ook veteraan’

Advertisement

Opleiding tot onderofficier op de Koninklijke Militaire School

‘Hallo, ik ben sergeant Remco.’ Het is pikkedonker, 1.30 uur ‘s nachts. Ik kan sergeant Remco nauwelijks zien. Hij is een van de instructeurs die verantwoordelijk isis voor de opleiding van een nieuwe lichting onderofficieren. Wat rode lampjes bewegen zich in onze richting. Dat blijken leerlingen te zijn van de KMS SIVO, de Koninklijke Militaire School, School Initiële vorming Onderofficier. Ze staan op het punt om te starten met de eindmars, de afronding van de opleiding die veertig weken heeft geduurd. En de Militaire Courant is uitgenodigd om mee te lopen!

DOOR JAN LOUWERS

De leerlingen hebben net een paar uur geslapen. Ze worden wakker onder een heldere hemel. Alles wordt ingepakt en gereed gemaakt voor vertrek. We zitten midden in een bos, niets te zien. Maar groep A zet zich in beweging onder leiding van sergeant Remco. Om het juiste pad te vinden is het blijkbaar nodig om even dwars door een stuk bos te gaan. De takken vliegen op ooghoogte aan me voorbij, maar blijkbaar heb alleen ik daar last van. Kortom, het avontuur is begonnen! Ik blijk ingedeeld te zijn bij een groep bestaande uit acht man, die fysiek wat sterker zijn. Ze gaan ook allemaal na de basisopleiding die ze bijna afgerond hebben, naar de Infanterie. Het tempo zit er goed in, maar het lukt me om te volgen. Ik heb geen rugzak van dertig kilo en ben ook niet al een week in touw, dat scheelt wellicht ook. Sergeant Remco heeft een van de leerlingen de leiding over de groep gegeven, dat is korporaal Tristan. De juiste route volgen, dat is een van zijn taken. Dat gaat niet met een mobiele telefoon, maar met een papieren stafkaart. Een van de basisvaardigheden die je als militair leider onder de knie moet hebben. Wat hierbij opvalt is dat korporaal Tristan zo nu en dan met de overige groepsleden overlegt om te checken of inderdaad de juiste route wordt gevolgd. Samen sterk als team, daar gaat het om. Dat gaat goed. Nou ja, bijna altijd goed. Sergeant Remco vraag korporaal Tristan ergens in de nacht nog eens goed op zijn kaart te kijken. Er blijkt een afslag gemist te zijn. Iedereen is dankbaar voor vijfhonderd meter extra die gelopen mag worden. We zijn overigens niet de enige groep met wat tegenslag. Er komt een groep ons tegemoet die terug moet naar de plek waar ze overnacht hadden. De plek waar was geslapen was niet opgeruimd, dus ze mochten even terug om dat in orde te brengen.

Pauze

Na anderhalf uur lopen houdt korporaal Tristan halt. Het is tijd voor een pauze. Ik ben een beetje verbaasd, we zijn net lekker onderweg, waarom nu al rusten? Korporaal Tristan legt uit: ‘Het gaat er om om zo snel mogelijk zo veel mogelijk afstand af te leggen. Wij hebben geleerd dat het goed is om regelmatig rust te houden, zodat je even kunt herstellen. Dit zorgt ervoor dat je het lang volhoudt’. Er wordt wat gedronken en gegeten. ‘Twee minuten’: het teken dat de groep binnenkort weer vertrekt. Net op dat moment komt adjudant Anton aangereden in een terreinwagen om poolshoogte te nemen hoe het met de groep

Eén woord galmt constant door de nacht: “Aansluiten!”

gaat. Hij praat even met de mannen en ook met sergeant Remco. Het gaat allemaal goed. Het is inmiddels vier uur in de nacht en het begint langzaam licht te worden. De natuur is prachtig en overweldigend. De mist trekt op uit de landerijen. Een heerlijke wandeling, en dat in de baas zijn tijd! Zo ervaar ik het tenminste. De mannen van groep A kunnen ook genieten, wellicht minder van de natuur, maar vooral van de wetenschap dat ze de eindstreep naderen. Er wacht alle leerlingen echter nog een beproeving, de commandantenmars… Alle groepen zijn rond vijf uur aangekomen bij een verzamelpunt aan de rand van een heidegebied. Dit is het vertrekpunt van de commandantenmars. Een vast gevreesd onderdeel van de opleiding. Commandant adjudant Anton loopt voorop en de mannen en vrouwen moeten volgen. Het tempo is veel pittiger dan wat we eerder in de nacht hebben meegemaakt. Een aantal leerlingen heeft het zwaar. De ademhaling wordt luider. De instructeurs lopen om de groep heen en houden alle leerlingen goed in de gaten. Er worden tips gegeven over hoe je het beste kunt ademhalen. En een woord galmt constant door de nacht: ‘aansluiten!’ Maar er is ook steun, de geestelijk verzorger dominee Jan-Derk is ter plaatse. Hij loopt heen en weer voor een bemoedigend woord en deelt ondertussen ook wat versnaperingen uit. Dat is heel bijzonder om te zien. Voor mensen binnen de krijgsmacht is dit iets heel vertrouwds, voor buitenstaanders wellicht een verrassing. Een dominee te velde. Zorg voor elkaar, zorg voor je mensen. Kameraadschap.

Onverstoorbaar

De commandantenmars gaat kriskras door heidegebied en bosterrein. Er lijkt geen richting in te zitten, is er wel een plan? Geen idee, de adjudant loopt onverstoorbaar door. En de tijd tikt door, het lijkt eindeloos te duren. Inmiddels is de zon boven de horizon verschenen, dat geeft hoop, maar het lopen gaat door. En dan ineens, toch nog onverwacht: ‘HALT!’ Na een uur gezwegen te hebben neemt adjudant Anton nu het woord. ‘Gefeliciteerd, de eindmars is ten einde!’ De opluchting verschijnt op de gezichten van de leerlingen. De bepakking mag af, even rust. Gereedmaken voor de intocht op de kazerne waar familie en vrienden wachten. Maar de verrassingen zijn nog niet voorbij. Daar komt ineens een wit busje aanrijden, van de CADI. Dat is catering te velde voor de militairen. Een betere afsluiting van de opleiding is nauwelijks denkbaar. Heerlijk genieten van een broodje bal! Dan is het tijd voor de laatste etappe van de opleiding die na veertig weken ten einde komt. De leerlingen marcheren samen met de instructeurs met de muzikale begeleiding van een militaire kapel onder de poort van de Jan van Schaffelaerkazerne door. De voeten, de rug, alles doet pijn. Maar de laatste paar honderd meters zijn er geen afvallers meer, daarvan zijn familie en vrienden getuige. Bij de bevordering van de leerlingen van korporaal tot sergeant zijn ook leerlingen aanwezig die nog met hun opleiding bezig zijn. De bevordering wordt gedaan door de instructeurs die de opleidingen verzorgd hebben. Dit wordt gevolgd door de traditionele ‘bierdouche’ om de bevordering te vieren. De leerling verandert in een collega-onderofficier. De ruggengraat van de krijgsmacht!

JUNI 2022 – 9 EINDMARS DE EINDMARS

Inmiddels is de zon boven de horizon verschenen, dat geeft hoop, maar het lopen gaat door.

10 – MILITAIRE COURANT EINDMARS

Stefan, jij bent net bevorderd tot sergeant, gefeliciteerd! Er was een intocht hier op de kazerne in Ermelo, als sluitstuk van de opleiding. De afgelopen week waren jullie in het veld voor de eindoefening. Wat vond je het meest indrukwekkend om mee te maken?

‘Dat was toch wel door de kazernepoort lopen, als afsluiting van de opleiding. Ik heb daar al vaak gestaan, maar toch wel heel mooi om er nu zelf door te lopen, met je familie en vrienden erbij. Dat is toch een heel bijzonder gevoel. Daar doe je het allemaal voor, dat je het zo mooi kunt afronden.’

Ik heb de eindmars mee mogen lopen vannacht. Lijkt me pittig na een week bezig zijn om dan nog de hele nacht door te lopen. Maar het werd pas echt zwaar toen de ‘commandantenmars’ begon.

‘Ja, toen ging de adjudant voorop lopen en dan is het een kwestie van volgen. De gaten mogen niet te groot worden. Dat is het gewoon rammen eigenlijk. Samen zorgen dat iedereen de finish haalt en dat is uiteindelijk gelukt.’

Sergeant Remco, jij hebt het samen met je collega’s allemaal begeleid. Je

‘Het is altijd weer mooi als je na veertig weken een goed product aflevert.’

hebt dit al vaker gedaan begreep ik, maar is dit toch nog bijzonder om mee te maken?

‘Ja, iedere lichting is weer anders, het is zeker geen routine. Het is altijd weer mooi als je na veertig weken een goed product aflevert. Dat voelt toch trots, dat je samen hier onder de poort van de KMS doorloopt; een goed gevoel.’

Stefan, jullie zijn nu allebei sergeant, maar tijdens de opleiding was de verhouding anders, de een was instructeur, de ander leerling. De instructeurs hebben veel ervaring, heb je dat tijdens de opleiding gemerkt?

‘Ja, ze brengen hun ervaring over aan jou. Dat is voor ons heel fijn. Want je kunt de theorie wel kennen, maar het is heel belangrijk om de dingen uit de praktijk over te brengen. Onze instructeurs zijn bijna allemaal veteraan. De ervaringen die ze hebben opgedaan tijdens uitzendingen in bijvoorbeeld Afghanistan of Mali, dat is natuurlijk heel leerzaam. Ik denk dat veel leerlingen opkijken naar veteranen, die op uitzending zijn geweest, zoals sergeant Remco. Ik zou het heel mooi vinden om zelf ook op uitzending te mogen gaan, want daar train je toch voor. Kunnen natuurlijk hele vervelende situaties zijn, maar dan moet je doen waar je voor opgeleid bent.’

Tijdens jullie opleiding is natuurlijk heel veel gebeurd in de wereld. Bijvoorbeeld de aftocht uit Afghanistan en de oorlog in Oekraïne. Hebben jullie het daar onderling over?

Stefan: ‘Ja, het wordt gewoon besproken, ook met de instructeurs. Iedereen kan daar zijn mening over geven. Je merkt wel dat instructeurs die veteraan zijn en bijvoorbeeld in Afghanistan zijn geweest er vaak heel anders tegen aankijken dan ikzelf, want ik heb verder helemaal geen ervaring met dit soort dingen. Heel zinvol om het elkaar hierover te hebben.’

Tot slot, zouden jullie andere mensen ook aanraden om de opleiding op de KMS te gaan doen?

Stefan: ‘Voor mij 100%. Ik kom gewoon uit de burgermaatschappij, toen heb ik een tijdje een hbo-opleiding gevolgd, dat was ook een soort managementopleiding. Maar als je ziet wat ik hier in korte tijd heb geleerd, dan is dat veel meer dan tijdens mijn tijd op school. Je maakt hier heel veel mee, je beoordeelt elkaar doorlopend op een positieve manier, dat is leerzaam. Je leert hoe je samenwerkt en ook hoe je onder zware omstandigheden met mensen om moet gaan. En ook heel belangrijk, hoe je dan leiding moet geven. En soms is het heel zwaar, daar moet je dan gewoon doorheen.’ Remco: ‘Absoluut. In het militaire leven doe je zoveel andere dingen dan in de burgermaatschappij. Alle dagen zijn weer anders. De ene dag ben je les aan het geven, dan ben je weer in het veld met een oefening. En dan heb je ook nog de uitzendingen, een unieke ervaring. En je bent ook altijd lekker fysiek bezig, dat is ook prachtig. Ik zou mensen echt adviseren om richting Defensie te komen!’

This article is from: