goed”
VOOR IEDERE KLUS, VOOR IEDERE KLANT, QBLADES.
Bouwhout of een dunne spijker doorzagen is iets anders dan harde metalen of steen bewerken. Voor een optimaal gebruik en lange levensduur van de zaagbladen voor een multitool is het daarom belangrijk om bij de keuze ervan rekening te houden met de klus die geklaard moet worden. Qblades heeft voor iedere klus het juiste zaagblad en geeft gericht advies.
De Qblades zaagbladen zijn gemaakt van verschillende uitgangsmaterialen, die allemaal hun eigen kwaliteiten hebben. Om gebruikers te helpen bij het maken van de juiste beslissing, communiceert Qblades duidelijk op de verpakkingen waarvoor de bladen gebruikt kunnen worden.
Uw partner in multitool accessoires
Aansluitingen voor alle multitools
Compleet assortiment direct uit voorraad leverbaar
Voor 15.00 uur besteld, dezelfde dag verstuurd
Franco levering vanaf 100 euro Winkeldisplays en/of schap presentatie
Klantenservice voor technische vragen
Marketing support
Plastic-vrije verpakkingen
Zoektocht in ijzerwaren
In deze MIXpro veel aandacht voor het ijzerwaren-segment in de bouwgroothandel. Want die is volop in beweging.
Toen we ruim tien jaar geleden met MIXpro begonnen, lagen onze eigen ‘roots’ in de ijzerwarenhandel. Het Vakblad MIX bediende die ijzerwarenhandel met vakinfo, lang voor er bouwmarkten bestonden. Met de opkomst van die bouwmarkten verschoof de aandacht van MIX steeds meer naar DHZ-retail. En daarmee trokken we eigenlijk zelf het gat dat we met MIXpro weer vulden. Met de ijzerwarenhandel als doelgroep, in combinatie met de bouwmaterialenhandel én de houthandel. Alle drie B2B-groothandels met ongeveer dezelfde klant én zonder eigen vakmedium. Terwijl er juist toen veel stond te gebeuren.
Ontwikkelingen waarin de drie kanalen naar elkaar toegroeiden. Om de klant te bedienen in een one-stop-shop-concept. Bouwmaterialenhandelaren vonden al snel hun weg in het hout en andersom. IJzerwaren bleef daarentegen wat langer het domein van specialisten. Onder elkaar verenigd in inkoopcombinaties. Op dat vlak is er veel veranderd en nog steeds veel gaande.
Kijk naar de manier waarop alle bouwmaterialen- en houthandels tegenwoordig hun ijzerwaren en gereedschappen betrekken. Behalve 4Plus is iedere grote club intussen lid van een van de inkoopcombinaties. Een overzicht van die verbanden vind je op pagina 34.
En ook binnen die inkoopcombinaties speelt van alles. Transferro werd bijvoorbeeld lid van Zevij-Necomij en realiseerde tegelijkertijd een flink nieuw DC. En die
combi brengt nogal wat teweeg. Sla de artikelen over Transferro op pagina’s 21 en 30 er maar op na. Of lees het interview met Zevij-Necomij-directeur Marc de Dobbelaere.
Als je alles op een rij e zet, is de hele sector nog steeds op zoek naar het optimum. Wie is lid van wie? Wat doen we samen? Wat liever apart? En wat voegt precies waarde toe voor wie? Vanuit MIXpro roepen we wel eens dat iedereen liever ‘zijn eigen zeven’ heeft dan samen een acht of een negen te scoren.
Wij vroegen De Dobbelaere: “Als je een blanco canvas voor de branche in het algemeen en de stakeholders binnen Zevij-Necomij in het bijzonder zou hebben, zou je toch een logistiek- en voorraad-netwerk schetsen met veel meer synergie? Met één groot gezamenlijk magazijn in plaats van ieder een e voor zichzelf?”
Hij antwoordde: “In theorie is dat geen gekke gedachte. Maar in de realiteit zie je tussen diverse bedrijven veel verschillen in filosofie en cultuur waardoor dergelijke samenwerking niet zo makkelijk te verwezenlijken is in de uitvoering.”
En dat vinden wij een veelzeggende uitspraak voor de sector.
Veel leesplezier en goede zaken toegewenst!
Marc Nelissen Hoofdredactie MIXproMIXpro
Vakblad voor de totale bouwgroothandel
Hoofdredactie
Marc Nelissen
Aan MIXpro werken mee
Wim Bak (column)
Steven van der Cruijs (Hibin)
Geert Hilferink (algemeen)
Dennis Kosten (column)
Marit Nelissen (eindredactie)
Arjan van Oosterhout (formules)
Jeroen Rietvelt (algemeen)
Hugo Schrameyer (thema)
Edwin Timmers (column + w-ad-w)
Fotografie
Marjolein Ansink en shutterstock.com
Redactieadres
MIXpress
Postbus 11
5258 ZG Berlicum
T: 073.503.43.47
E: mixpro@mixpress.nl W: www.mixpro.nl
Advertenties/Close-Up’s
Molijn Sales Support
Edgar Molijn
Brugstraat 12, NL-5258 HT Berlicum +31 (0)73.503.35.44 mix@molijnsalessupport.nl
Close Ups
Advertorials
Vormgeving
Inpladi bv, bureau voor idee en creatie
Abonnementen
los nummer: € 19,50 (excl. btw) per jaar: € 64,95 (excl. btw)
Abonnementsvoorwaarden check www.mixpress.nl/abo
Abonnementenadministratie
Abonnementenland
Postbus 20, 1910 AA Uitgeest
Tel.: 0251.25.79.24
Internet: www.aboland.nl
Stopzetten abonnement
Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk) dienen 8 weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn.
Algemene voorwaarden
Alle advertentieopdrachten en plaatsingsvoorkeuren worden schriftelijk vastgelegd, afgesloten en uitgevoerd conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd ter griffier van de Arrondissementsrechtbanken en bij de Kamers van Koophandel. Een exemplaar wordt op verzoek toegezonden of zie www. stichtingrota.nl
Copyrights
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd op welke wijze dan ook,worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
FORMULES
Met directeur Marc de Dobbelaere spreken we over mijlpalen in 70 jaar Zevij-Necomij. En over de toekomst. Dus hebben we het over de slagkracht van het zandlopermodel, de aansluiting van Destil, Bouwmaat en Transferro, logistiek en voorraad, duurzaamheid, internationalisering, inkoop, gedifferentieerde staffels, kostenverlaging en data.
CONJUNCTUUR 34
Een on-Nederlandse kijk op de woningmarkt
Wat is er aan de hand met de vergunningverlening voor nieuwe woningen? Afgelopen winter liep de vergunningverlening terug, wat het startpunt werd voor grote onrust. Media publiceren nog steeds artikelen met koppen als ‘Rampjaar woningbouw lijkt aanstaande’ (BNR, 23 mei 2023) en ‘Orders heiwerk zakken in door stagnatie in de woningbouw’ (Het Financieele Dagblad, 11 juni 2023). Opvallend is het eenzijdige beeld en de alarmerende toon, terwijl de achterliggende cijfers toch zo rampzalig niet zijn.
FORMULES 36
ONLINE
Het Netwerk Bouwmaterialenhandel in ijzerwaren
Een serieuze afdeling ijzerwaren en gereedschappen zien we tegenwoordig eigenlijk in iedere bouwmaterialenhandel. Maar waar doen die bouwmaterialen- en houthandels eigenlijk hun inkopen? We scanden het netwerk van Zevij-Necomij, Transferro, Ferney en Nicovij op ‘branchevreemde’ leden.
DSG sprong al vroeg op de digitale trein: in 1996 openden de virtuele deuren van een website voor vlaggenschip Stiho. Twintig jaar later pionierde het concern met Sybrand’s Place, een eigen e-commercebureau. Met de opening van een nieuw centraal kantoor voor DSG Digital is onlangs een nieuwe stap voorwaarts gezet. Sinds 2 april werken zeventig werknemers daar in meerdere cross-functionele teams samen aan nieuwe oplossingen.
“Transparantie is voorwaarde voor succesvolle coöperatie”
“We gaan nu digitaal vooruit als één vloot”
Het netwerk van Sakol
Transferro-leden zetten de schouders er onder
Wat al aangekondigd was, is gebeurd: Transferro heeft de kosten richting zijn leden moeten verhogen. Daarbij ging de inkoopcombinatie echter niet over één nacht ijs.
Circulair bouwen op basis van volledig hergebruik is voorlopig op grote schaal nog niet haalbaar, maar kostenneutraal circulair bouwen is zelfs anno 2023 al mogelijk. Die conclusie trekt Klaas van den Brand, bouwkostendeskundige bij Van Wijnen Rosmalen. Hij deed onderzoek naar de financiële haalbaarheid van circulariteit in de woningbouw. “Daarvoor heb ik een bestaande case vergeleken met twee circulaire varianten.
Werk aan de winkel Vier pagina’s Hibin-nieuws in MIXpro
BMN Barneveld is gevestigd op het grote industrieterrein ten noorden van Harselaar, een dorp in de gemeente Barneveld. De vestiging wordt gedraaid door Jan-Willem en zijn collega.
Vanwege de vakantie is het rustig, daarom staat Jan-Willem vandaag alleen in de zaak. De spaarzame klanten die langskomen, zullen volgens hem echter weinig voelen voor een praa e. “Ze willen altijd door.” Maar dan meldt Teun van den Oever zich aan de balie. “Teun wil wel op de foto”, zegt Jan-Willem met een lach op zijn gezicht. Teun vindt het best: “Maar eerst een kop koffie.
• ‘Integrale samenwerking bouwer en handel’: verslag Hibin Jaarcongres 2023 Hoe handel jij?
• Langdurig slijtvast beschikbaar en bruikbaar! Waarom duurzame inzetbaarheid belangrijk is voor mens èn bedrijf
• Themadag Prefab Bouw
Recap van de Hibin Algemene ledenvergadering – 1 juni 2023
“Circulair bouwen kan al kostenneutraal”
WOOD MAX. DE KEUZE VAN DE PROF.
Dé nieuwe generatie houtconstructielijmen Wood Max Express Power, Wood Max Power en Wood Max Transparent Power zijn extreem sterke, watervaste (D4) en vullende houtconstructielijmen, op basis van SMP-Polymer. Deze unieke PU- en oplosmiddelvrije formules zijn direct afmesbaar, bruisen niet (na) en zijn zowel horizontaal als verticaal toepasbaar. Ideaal voor verlijming van alle soorten hout, onderling of in combinatie met andere bouwmaterialen.
www.griffon.nl
Grafton Netherlands groeide
3,7% in H1-2023
Isero- en Polvo-moeder Grafton presenteerde de cijfers over het eerste hal aar van 2023. En waar Ierland, UK en Finland hun volume in B2B-distribution zagen dalen, zag Nederland het ongeveer gelijk blijven.
Over het eerste kwartaal van 2023 zag Grafton de Nederlandse operatie met 4,8% groeien. In het tweede kwartaal was de groei 2,6%, met een 3,7% voor het gehele eerste hal aar.
Würth pakt door
Met drie nieuwe vestigingen in aantocht geeft Würth een zwiep aan de expansie van het netwerk van shops.
Würth Alkmaar gaat in september open en wordt dan snel gevolgd door Spijkenisse en Harderwijk. Dat zijn de vestigingen nummer 43, 44 en 45.
De shop in Enschede is momenteel trouwens gesloten wegens aanzienlijke schade door hevige regenval (check de beelden van de ingestorte vestiging van Würth op RTV Oost).
Nieuwe aanwinst voor Witzand
Nicovij presenteert mooie cijfers en voert stevig debat
Nicovij organiseerde onlangs zijn jaarlijkse Algemene Leden Vergadering en daar vlogen de leden elkaar in de haren. Figuurlijk althans.
Witzand benoemde een nieuwe commercieel directeur uit een interessante hoek.
Op LinkedIn zagen we een opvallende positie-wisseling. Reinder Lijnema, een van PontMeyers regiodirecteuren, stapt over naar Sakol-lid Witzand. Lijndema wordt commercieel directeur bij Witzand. Witzand Bouwmaterialen is een familiebedrijf, van bijna 130 jaar oud en levert hout en bouwmaterialen. Witzand heeft vestigingen in Almelo, Eibergen, Lichtenvoorde, Ruurlo, Enschede en Vriezenveen en is lid van Sakol.
De jaarlijkse Algemene Ledenvergadering was weer een groot succes, aldus Nicovij zelf.
Een van de hoogtepunten, naast de gepresenteerde positieve resultaten, was een boeiend en inspirerend debat onder leiding van Frits Bloemberg van Het Debatbureau. Nadat een deel van het eigen centraal magazijn in Deventer omgetoverd was tot een ware replica van het Britse Lagerhuis, vlogen de voor- en tegenstanders elkaar figuurlijk in de haren over belangrijke kwesties als de uitdagingen en mogelijkheden voor de toekomst van hun coöperatie. Ontzettend leuk om te zien hoe gepassioneerd, open en enthousiast de leden reageerden als het gaat om zowel hun individuele, maar vooral óók om hun gezamenlijke toekomst. Dat leverde heel veel waardevolle input op. Waarover nog druk werd nagepraat tijdens de gezellige BBQ. Willie Dekens, algemeen directeur van Nicovij: “We houden deze positieve energie vast en blijven ons inzetten voor de groei en bloei van onze coöperatie. Door samen te bouwen aan elkaars individuele succes. We bedanken onze leden voor hun komst en hun betrokkenheid. De solide basis en de inspiratie zijn er!”
Nog zwarte cijfers voor bouwmaterialenhandel
Een deel van de Nederlandse bouwmaterialenhandels verwacht een uitdagend jaar. Een ander deel verwacht heel 2023 nog zwarte cijfers te schrijven.
Stijgende kosten drukken op de resultaten, landelijk worden minder vergunningen verleend en de stikstofproblematiek hangt nog altijd als grijze wolk boven de bouwsector. Dat blijkt uit Hibins hal aarlijkse conjunctuurmeting waarmee de brancheorganisatie de bouwmaterialenhandel voorziet van cijfermatig inzicht in de huidige periode en de verwachtingen voor het komende hal aar.
Verwachtingen over 2023
Veel respondenten verwachten een uitdagend jaar voor 2023, met daling van afzet en omzet, met prijzen en marges die onder druk staan en met veel onzekerheid. Met name kostenstijgingen zijn volgens de respondenten de drukkende factor op het resultaat. De zorgen rondom nieuwe vergunningsverleningen en de aanhoudende stikstof-problematiek hebben voornamelijk effect op een helder beeld naar de toekomst toe. Een deel van de respondenten verwacht daarentegen dat de bouwmaterialenhandel nog zeker tot de bouwvak en mogelijk heel 2023 zwarte cijfers noteert. Maar daarna wordt alsnog een lichte daling verwacht.
Bouwmaat versterkt directie
Om de nieuwe (groei)strategie effectief uit te kunnen voeren past Bouwmaat zijn organisatie aan. Onder meer met een vierkoppige directie.
De leiding van Bouwmaat Nederland komt in handen van een 4-hoofdige directie. Jeroen de Haan (Operationeel Directeur), Beate Toonen ad interim (Commercieel Directeur) en Peter van Grootheest (Financieel Directeur). Rob Klifman (Algemeen Directeur) blijft de directie leiden. Met deze nieuwe opzet creëert Bouwmaat een mogelijkheid om bestaande knelpunten in de organisatie op te heffen en aan opvolging van leiderschap voor de toekomst te werken.
Afscheid Michiel Mak
Na een succesvolle periode van 8 jaar waarin Michiel Mak veel strategische, tactische en operationele vernieuwingen bij Bouwmaat heeft mogen doorvoeren is deze herorganisatie voor Michiel een uitgelezen kans om zich te oriënteren op een volgende uitdaging. Bouwmaat dankt hem voor de rol die hij als Manager Categorie Management, Inkoop, Pricing en Data heeft gespeeld bij het professionaliseren van Bouwmaat. Mak zal per 1 augustus zijn werkzaamheden stoppen.
Inkoop naar Operations en ‘Brand, Format en Business Development’ onder Commercie
Enkele afdelingen zullen een andere plek krijgen in de organisatie. Zo verschuift Inkoop naar Operations en Business Information Technology naar Finance. Verder voegen we aan Commercie een belangrijke afdeling toe: Brand, Format en Business Development om het Bouwmaat-merk en de Bouwmaat-formule nog passender te maken voor de specifieke doelgroep: de eigen bazen in de bouw.
Uitwerking Bouwmaat-strategie
De nieuwe (groei-)strategie heeft Bouwmaat samen met haar franchisenemers ontwikkeld voor de periode 2023 – 2026: Duurzaam Verbonden. En samen met zijn franchisenemers gaat Bouwmaat in het najaar van 2023 onderzoeken hoe zij hun vestigingen nog beter kunnen ondersteunen met het behalen van hun doelstellingen en de Bouwmaat-formule nog adequater bij klanten kunnen brengen. De uitkomst daarvan kan leiden tot nieuwe aanpassingen in onze Operations organisatie.
Zoveel Profi-omzet maakt Hornbach
Met meer dan 25% marktaandeel neemt Hornbach een flinke hap uit de dhz-retail. Maar hoeveel Profi-euro’s zitten er nu eigenlijk in al die Hornbach-omzet?
Over het gehalte aan Profi-omzet zwijgt Hornbach-directeur Evert de Goede normaal gesproken als het graf. Maar tijdens een rondleiding in de splinternieuwe Hornbach in Nijmegen, licht hij toch een tipje van die veelbesproken B2B-sluier op.
“Hornbach gaat richting de 30% en mikt uiteindelijk op 40% Profi-omzet”
In Nijmegen is de Profi-balie vernieuwd en de drive-in groot. Twee Profi-adviseurs staan permanent gereed voor de prof-
klanten. “We groeien hard op het gebied van prof-omzet”, glimlacht De Goede. “We doen al heel veel en we gaan ‘richting de 30%’, terwijl ons uiteindelijke doel 40% professionele omzet is.” De Goede wijst ook op een aantal profmerken in het winkelassortiment. Als we vragen of er nog pijnpunten zijn, noemt hij Akzo en powertool-merken waar hij nog steeds geen professioneel assortiment van krijgt.
“Maar ook op gebied van sanitair en installatie hebben we graag alle gangbare profmerken.”
Na BMN Bouwmaterialen en de Proshop komt nu ook BMN IJzerwaren op de nieuwe locatie in Enschede
Na de nieuwe bouwmaterialenvestiging in Enschede, is BMN IJzerwaren nu ook zijn nieuwe vestiging in Enschede aan het inrichten. Daar komt BMN Jacob Bakker onder één dak met de bouwmaterialen. De basis staat en ze zullen de komende week de verhuizing afronden. Vanaf 30 mei gaan de deuren open.
MIXpro publiceert het laatste nieuws als eerste
Marc de Dobbelaere over 70 jaar Zevij-Necomij
“Transparantie is voorwaarde voor succesvolle coöperatie”
Met directeur Marc de Dobbelaere spreken we over mijlpalen in 70 jaar Zevij-Necomij. En over de toekomst. Dus hebben we het over de slagkracht van het zandlopermodel, de aanslui ng van Des l, Bouwmaat en Transferro, logis ek en voorraad, duurzaamheid, interna onalisering, inkoop, gedi eren eerde sta els, kostenverlaging en data.
Onlangs bestond Zevij-Necomij 70 jaar. Zevij-Necomij vindt zijn oorsprong in de Zevij, een samenwerking van Zeven IJzerwarenhandelaren. “Aanvankelijk heel duidelijk gericht op de bouw”, zegt De Dobbelaere. Met de toetreding in 1991 van de 10 technische groothandels van de Zuidwest groep, met onder andere Van der Peijl, traden ijzerwarenhandels toe die aan de industrie leverden, daarmee verbreedde de basis van Zevij.
Werkmaatschappij voor slagkracht
De volgende mijlpaal is de oprichting in 1995 van Zevij BV onder de inkoopvereniging. “Daarmee kregen we een werkmaatschappij die in een zandlopermodel verbonden is met de coöperatieve vereniging. Die BV kan zelfstandig opereren met een directeur die rapporteert aan een raad van commissarissen. En die RVC vormt een personele unie met het bestuur van de coöperatie. De coöperatie is dus eigenlijk een soort holding, en de werkmaatschappij is een professionele onderneming met een eigen verantwoordelijk directeur/bestuurder. Dat is anders dan bij een coöperatie waar de bestuursleden gezamenlijk opereren als verantwoordelijk
bestuur. Deze BV bevordert de slagkracht, want je kunt je daarin laten sturen door de markt. Natuurlijk zijn ook voor de BV de aangesloten groothandels indirect de eigenaren via de coöperatie, maar je ziet ze meer als klant dan als eigenaar. En met die focus stel je het beleid vast.”
Transparatie en differentiatie
Ook met de BV-structuur blijft Zevij-Necomij een coöperatieve onderneming en dat vereist een aantal duidelijke spelregels volgens De Dobbelaere. Zo staat binnen Zevij-Necomij transparantie zeer hoog in het vaandel. “Dat vind ik belangrijk”, zegt De Dobbelaere. “Het hoeft niet, er is geen wet die dat voorschrijft. En het gebeurt ook niet overal zo. Maar bij ons wél.” De Dobbelaere heeft veel ervaring in de coöperatieve wereld. Voor zijn aantreden bij ZevijNecomij in 2005 had hij al heel wat gezien en wist hij welke coöperatieve ondernemingen succesvol waren maar had hij ook vaak gezien waar het fout kon gaan. Met die ervaring wist hij goed aan welke knoppen gedraaid konden worden voor een succesvolle ontwikkeling. Transparantie stond daarbij voorop. “Bij ons weet je
precies wat er gebeurt. In het web-portaal kun je alles zien. Ook de vertaling van de marktverschillen naar de groothandels toe. We zijn een inkooporganisatie en een leverancier zien we in de eerste plaats als leverancier van onze groothandels, niet van Zevij-Necomij. Dat zie je elders ook wel anders. En wij zijn er voorstander van dat leveranciers hun beste klanten de beste prijs kunnen bieden, maar wel volgens een objectieve maatstaf. De staffels worden per leverancier onderhandeld en vastgelegd waarbij ze zichtbaar zijn voor de aangesloten groothandels. Dat doen we via intern-publieke staffels, dus transparant. In de bonus- en in de korting-staffels.”
Verdienen door aansluiting
Differentiëren die staffels alleen op omzet? “Het kan ook op gebied van marketing-inspanningen. Bij ons vragen ze wel eens om de differentiatie te maximeren op een procent of drie. Dat snap ik, maar we doen het niet. Als leden vragen; waar houdt het dan op? Dan zeggen wij: ‘nergens, de markt bepaalt dit’. Het kan bijvoorbeeld ook verschillen tussen de productgroepen. Powertools zijn anders dan schroeven of deurdrangers.” Maar dat is dan toch heel ingewikkeld? “Nee juist niet, het staat op de leveranciersconditiebladen en die zijn toegankelijk voor de aangesloten groothandels via het interne portaal.”
Het feit dat Destil ooit bij Zevij-Necomij is teruggekomen is, heeft volgens De Dobbelaere precies daarmee te maken. “Ze konden meteen zien wat ze gingen verdienen met de aansluiting bij ons.”
Berekent Zevij-Necomij dat voordeel altijd vooraf? “Zeker. Het is niet zo dat we zeggen: we zien wel. We maken het financieel voordeel vooraf duidelijk.” En is de uitkomst van die rekensommen altijd positief? “Altijd. Al hebben we wel eens ondernemingen die erop vooruit zouden gaan en tóch niet aansluiten wegens bijvoorbeeld de strakke betalingstermijn die wij stellen.”
Puur inkoopcombinatie
Voorafgaand aan de aansluiting van Necomij en de samensmelting tot Zevij-Necomij was de weder-aansluiting van Destil ook een mijlpaal in de geschiedenis van Zevij. Eerder waren de Tilburgers juist vertrokken omdat de gebiedsbescherming binnen de groep hun expansie belemmerde. De Dobbelaere: “Exclusieve gebiedsbescherming hebben we niet meer. Zevij-Necomij is enkel en alleen een inkooporganisatie en daardoor hoeven we geen gebiedsbescherming te organiseren. Dat zou wel een rol kunnen spelen als we ons meer op de verkoopkant zouden werken. Gamma zet ook geen twee vestigingen naast elkaar, toch? Als we een eigen verkoopformule zouden hebben, kunnen we bovendien ons transparante model niet meer handhaven omdat je voor zo’n groep een extra marketingbonus moet onderhandelen omdat ze een formule hebben. Maar dat gaat dan weer ten koste van inkoopcondities.” Dat is best een veelzeggende stelling in een markt waar andere inkoopcombinaties wel verkoopformules hebben. “Is dat zo? Ieder kiest daarin zijn eigen weg. Wij doen het op deze manier en dat is best goed gegaan toch?”
Op een gegeven moment kreeg Zevij toch de vraag naar een verkoopformule, maar die werd niet gehonoreerd. “We hebben wel geholpen bedrijven binnen onze groep bij elkaar te brengen.
We zijn zeker niet tegen verkoopformules, integendeel. Maar bundelen aan de verkoopkant zien wij meer als een initiatief van de leden zelf, zoals het is gegaan bij bijvoorbeeld Mastermate, GBI-groep of de coöperatie Industrie-Partner.”
Branchevreemd of niet?
Zoals De Dobbelaere de aansluiting van Destil als mijlpaal noemt, noemt hij die van Bouwmaat niet. Terwijl Bouwmaat een tamelijk branchevreemd lid was en de aansluiting vanuit enkele bestaande leden op weerstand stuitte. De Dobbelaere: “Ik zag dat samen met onze raad van commissarissen en het bestuur anders: Bouwmaat was al zeer gespecialiseerd op ijzerwaren en gereedschappen en had daarin een zeer grote omzet. Zelfs meer dan de meeste van onze leden. Bovendien zagen we een versterking van de groep. We kijken altijd naar het belang van de huidige groep leden. We berekenen voor de nieuwkomer altijd wat het hem gaat opleveren. En dat doen we óók voor de huidige groep zelf, in harde cijfers. Bij zo’n toetreding gaan de bedrijfskosten als percentage over de omzet omlaag en worden onze diensten goedkoper per lid. En door het toegenomen volume worden de inkoopcondities beter voor het nieuwe lid en voor de huidige leden. Dat gebeurde zo bij de aansluiting van Asamco, van Necomij, van Bouwmaat en ook zo bij Transferro.”
Logistiek en voorraad
Over de aansluiting van Transferro later meer, maar eerst een andere mijlpaal: de aankoop van het DC tegenover de oorspronkelijke locatie van Zevij-Necomij. Lange tijd was Zevij-Necomij terughoudend in voorraad en logistiek doordat veel leden eigen faciliteiten hebben. En dan zou een centraal magazijn dus amper waarde toevoegen en wel kosten verhogen. De nieuwe locatie werd – net als de bestaande – vooral ingezet voor cross-dock van de samenkoop-acties, maar kan ook andere diensten verlenen aan de leden. Dat kwam goed van pas toen Destil onlangs een magazijn-probleem had.
Destil-directeur Kars zei daarover in MIXpro: “We konden niet alleen onze klanten mondjesmaat leveren, maar ook de vestigingen amper. Dat losten we op via het magazijn van ZevijNecomij. Dat leek mij voorheen sowieso al beter, maar kregen
we nooit voor elkaar. Toen ineens wel. Dat ging fantastisch en houden we nu ook zo.” Een uitspraak die De Dobbelaere met een glimlach beantwoordt.
Geen black-box voor leveranciers
Over logistiek en DC gesproken: hoe maak je de stroom via het DC transparant naar de leveranciers toe? “Wij laten aan de leveranciers precies zien hoe de centrale samenkoop-voorraad verdeeld wordt onder onze leden. Zo kan Fischer bijvoorbeeld precies zien wie hoeveel pluggen inkoopt. Anders zou ons magazijn als een black-box tussen onze leden en de leveranciers instaan. Dat willen we niet en doen we dus ook niet. Zoals eerder gezegd zien wij de leverancier in de eerste plaats als de leverancier van de aangesloten groothandels. De aanwezigheid van een DC, dat een puur logistieke functie heeft ten behoeve van de aangesloten groothandels, mag daarin geen spelbreker zijn. Dankzij onze openheid kunnen leveranciers hun bonussen precies toerekenen aan de leden, waarbij niet alleen de rechtstreekse omzet wordt betrokken maar ook de omzet via ons DC.”
Een andere voorraad-kwestie: Bouwmaat zette na aansluiting een eigen DC op en Transferro bouwde ook een groot eigen DC. Wat vindt De Dobbelaere van die move van Transferro dat zich nog maar kortgeleden bij Zevij-Necomij aansloot? “Transferro heeft als lid wel inspraak bij ons, maar dat werkt natuurlijk niet omgekeerd. De leden gaan over hun eigen bedrijfsvoering en alle leden maken hun eigen beleid. Transferro is vooral bij ZevijNecomij aangesloten voor inkoopactiviteiten, data en de digitalisering. Dat ze toen al een eigen magazijn in gedachten hadden, is uitvloeisel van hun eigen beleid. De meeste aangesloten leden, zoals ook Mastermate, Bouwmaat, Destil, Rubix en Lasaulec hebben toch ook een eigen centraal magazijn?”
Synergie lastig te realiseren
Maar als we een blanco canvas voor de branche in het algemeen en de stakeholders binnen Zevij-Necomij in het bijzonder, zou je toch een logistiek- en voorraad-netwerk schetsen met veel meer synergie? Met één groot gezamenlijk magazijn in plaats van ieder
een e voor zichzelf? “In theorie is dat geen gekke gedachte. Maar in de realiteit zie je tussen diverse bedrijven veel verschillen in filosofie en cultuur waardoor dergelijke samenwerking niet zo makkelijk te verwezenlijken is in de uitvoering. Wij werken bijvoorbeeld met een cafetaria-model. De kosten van de diensten die wij aanbieden worden volledig betaald door de gebruikers van die diensten. Als je bij ons gebruik maakt van het magazijn rekenen wij alle betrokken kosten door. De kosten van het magazijn en transport worden volledig gedekt door de leden die gebruik maken van die diensten. Leden die er geen gebruik van maken, dragen hiervoor niets bij. En dat werkt niet per se hetzelfde bij andere inkoopcombinaties.”
De Dobbelaere ziet bovendien meer dan alleen voorraad: “Voorraad heeft niet meer het onderscheidend vermogen van voorheen. Het gaat meer over beschikbaarheid. En of dat dan uit een eigen magazijn komt, uit dat van Zevij-Necomij, of bij de leverancier vandaan, dat maakt in de concurrentie van de grotere bedrijven niet meer zoveel uit.”
Individueel contract met álle leden
Dan specifiek over de aansluiting van Transferro. Een mijlpaal van jewelste, maar hoe zit het met de differentiatie in condities binnen Zevij-Necomij? Valt Transferro als groep met een volume
ALS BESTE GETEST!
‘Maar liefst negen van de tien tegelzetters beoordelen webercol LC 220 lichtgewicht flexibele tegellijm als best’
van € 160 mln in de hoge staffels en kan het die doorgeven aan kleinere leden waardoor die met weinig omzet betere prijzen krijgen? De Dobbelaere: “Transferro is bij ons lid van de coöperatie. De individuele Transferro-leden hebben een contract met Zevij-Necomij BV en hebben daardoor ieder hun positie in onze staffels. Dus de Transferro-groep wordt daarin niet als één gezien. Dat doen we zo met iedereen, tenzij het een formule betreft. Mastermate, GBI en Probin hebben een contract als formule, Bouwcenter ook. In totaal hebben wij dus 265 individuele contracten met alle aangesloten groothandels. Dit geldt bijvoorbeeld ook met de 70 individuele aangesloten leden van Asamco. Bij Asamco hebben we met alle 70 leden een individueel contract. Dat is volgens mij ook de enige manier om de gezamenlijke handelswijze en de bijbehorende regels duidelijk te communiceren en vast te leggen. Wanneer dit alleen op groepsniveau zou gebeuren zouden de individuele leden niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de afspraken en regels die zijn afgesproken en is de kans groot dat deze dan ook niet zouden worden opgevolgd.”
Overstap gunstig?
In deze constructie vraag je je af of bijvoorbeeld een grote Bouwcenter of ander Transferro-lid meer voordeel kunnen hebben uit een direct lidmaatschap van Zevij-Necomij dan in de huidige constructie via Zwolle? “De voorwaarden en regels verschillen tussen Transferro en Zevij-Necomij”, zegt De Dobbelaere. En qua geld en bonussen? “Qua conditie en persoonlijke bonussen maakt het geen verschil. Maar de integraal-bonus zou dan naar het lid zelf gaan. Nu gaat die naar het Transferro-collectief en kijken ze in Zwolle eerst als groep wat ze ermee doen.” Zo kan het dus voor de ene groothandel beter zijn om lid van Transferro te zijn en te genieten van het DC van Transferro. Terwijl het andere lid dat minder gebruikmaakt van dat DC misschien beter rechtstreeks lid van Zevij-Necomij zou kunnen zijn? “Dat klopt.” Zijn daar afspraken over gemaakt? “Die vraag heb ik niet gehad, maar er bestaan uiteraard gewoon juridische kaders voor toetreding en vertrek van leden bij Transferro aan de ene kant en bij Zevij-Necomij aan de andere kant.”
Kosten verlagen
Voor de toekomst ziet De Dobbelaere voor Zevij-Necomij kansen om nog meer kosten uit de keten halen. Dat kan door schaalvergroting. “Des te groter, des te lager de kosten vanzelf worden. Middels gesprekken met leveranciers is de inkoopprijs het eerste waar de inkoopcombinatie mee actief is maar vervolgens ook met data, facturatie en EDI. Dat hoef je allemaal niet zelf te doen als groothandel en is dus allemaal kostenbesparend.”
Hij gaat verder: “Ten tweede kun je als inkoopcombinatie iets doen in de distributie van de goederen. Daar kun je een rol in spelen met een magazijn, maar ook via dropshipment. Dat is een ontwikkeling voor de toekomst waar we voor Destil mee zijn begonnen en dat verder zullen uitbreiden. Let wel: we maken steeds de rekensom en willen de kosten laag houden. En dat hebben we. De totale kosten van de organisatie liggen rond 1,25% van de omzet.”
Speerpunten voor toekomst
Voor de toekomst ziet De Dobbelaere internationalisering als één van de speerpunten: “We zijn lid van Euro Craft en wat we in Nederland doen qua krachtenbundeling kunnen we uiteraard middels de samenwerking binnen Euro Craft op internationaal niveau doen.” Business Intelligence (BI) is een tweede speerpunt, dat voortkomt uit IT. “We willen laten zien wat er gebeurd is, maar ook voorspellend tonen wat er zou kunnen gaan gebeuren.”
En dan productopleidingen. Zevij-Necomij is bezig met een eigen Academy voor leden en klanten van leden. “Micro-learning, met meerkeuzevragen en een level-structuur op basis van gamification, gevuld door leveranciers op basis van een vast en beproefd stramien.”
Duurzaamheid is tenslotte ook een essentieel speerpunt voor de toekomst. De Dobbelaere: “We gaan aan de slag met een classificatie op gebied van duurzaamheid op ondernemingsniveau, leveranciersniveau en productniveau. Als inkoopcombinatie staan we dicht bij de leveranciers, daarom vinden we onszelf geschikt voor een regierol.”
Nieuwe directeur gezocht
De Dobbelaere heeft tijdens Zevij-Necomij Next zijn afscheid aangekondigd. Zevij-Necomij is op zoek naar een geschikte opvolger. “Dat doen we binnen het netwerk, maar ook erbuiten. De wereld is zo groot, en als je alleen in je eigen netwerk kijkt heb je kans een goede kandidaat te missen. In het verleden is er ook in de breedte geworven. Zo heb ik zelf in 2005 gesolliciteerd op een advertentie in Elsevier. Als ze alleen binnen het eigen netwerk hadden gezocht, hadden ze mij niet gevonden.”
Een on-Nederlandse kijk op de woningmarkt
Wat is er aan de hand met de vergunningverlening voor nieuwe woningen? Afgelopen winter liep de vergunningverlening terug, wat het startpunt werd voor grote onrust. Media publiceren nog steeds ar kelen met koppen als ‘Rampjaar woningbouw lijkt aanstaande’ (BNR, 23 mei 2023) en ‘Orders heiwerk zakken in door stagna e in de woningbouw’ (Het Financieele Dagblad, 11 juni 2023).
Opvallend is het eenzijdige beeld en de alarmerende toon, terwijl de achterliggende cijfers toch zo rampzalig niet zijn.
Te veel onzekerheden
In april zijn 5.551 nieuw te bouwen woningen vergund. Het is, na vier magere wintermaanden, alweer de tweede maand op rij dat de vergunningverlening weer boven de 5.000 woningen uitkomt. Bovendien ligt in april het aantal vergunde woningen ook weer hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Het is weliswaar nog te vroeg om te spreken over definitief herstel, daarvoor zijn er nog te veel onzekerheden. Maar ik verwacht ook weer niet dat de woningbouw zal instorten. In het verleden zagen we dat het woningaanbod in ons land de vraag naar woningen slecht volgt. Maar dat is een keuze.
Beeld te positief?
Als ik lezingen geef in het land, krijg ik regelmatig de vraag of mijn beeld niet te positief is. Er zijn zeker belemmeringen – denk aan hoge bouwkosten, regelgeving die de winstmarges van investeerders aantast, weinig beschikbare bouwlocaties – maar er zijn ook factoren die de woningmarkt juist ondersteunen. Met stip op één staat de grote vraag naar woningen. De bijstellingen van de bevolkingsgroei naar boven toe versterken de verwachting dat de vraag naar woningen groot blijft. De hypotheekrente stijgt niet meer zo hard en mensen zijn inmiddels gewend geraakt aan de hogere rentestand. Bovendien zijn de huizenprijzen gedaald en de inkomens gestegen, waardoor de betaalbaarheid van woningen is verbeterd. Dat zorgde in juni voor een ander lichtpun e: het is voor de verkoop van nieuwbouwwoningen de beste maand van het jaar tot nu toe.
66.500 woningen in 2023
Voor 2023 geven we vanuit Buildsight, op basis van de vergunningverlening, een prognose voor woningbouwproductie van 66.500 woningen in 2023, 64.750 in 2024 en 66.750 in 2025. Dat blijft achter bij de ambities van het kabinet (70.000 nieuwe woningen per jaar, die samen met transitiewoningen en flexwoningen moeten zorgen voor 100.000 extra woningen per jaar), maar stilvallen doet de woningbouw nou ook weer niet. Wel zit er een duidelijk verschil tussen de koop- en de huursector, waarbij de pijn vooral zit in de koopsector in het westen van het land. Ik verwacht geen reorganisaties, geen ontslagen, geen rampjaar. Als ik naar de
orderportefeuilles kijk, zie ik dat woningbouwers sowieso nog een dik jaar vooruit kunnen met opdrachten die al binnen zijn.
Vraag hoog? Betaalbaar(der) bouwen!
En zoals vaker: waar een wil is, is een weg. Ook als die weg een bee e on-Nederlands is. In het verleden zagen we dat het woningaanbod in ons land de vraag naar woningen slecht volgt; de Rabobank spreekt treffend van een ‘inelastisch woningaanbod’. Als in ons land de vraag naar woonruimte stijgt, dan worden er vooral duurdere woningen gebouwd in plaats van méér woningen. Dat maakt de woningmarkt in Nederland grilliger dan die in veel andere landen. Maar dat is een keuze. Als het de markt lukt om de focus te verleggen van de bouw van dure woningen naar meer betaalbare woningen, zal de vergunningverlening vanzelf aantrekken. We zien nu al dat woningcorporaties, als opdrachtgevers voor de bouw van betaalbare woningen, een groter aandeel hebben genomen in de vergunningverlening. Projectontwikkelaars, die zich terughoudend tonen omdat ze liever duurdere huizen bouwen met grotere winstmarges, kunnen niet eeuwig blijven wachten. Wanneer zullen zij meegaan in de transitie naar passende woningen? Er staat een lange rij woningzoekenden klaar om deze woningen te kopen. De eerste projectontwikkelaars komen al in beweging. Uiteindelijk gaat het zoals het vaker gaat met evoluties: ‘Adapt or Die’.
Volg de vergunningverlening via het Buildsight Dashboard op www.buildsight.nl.
Of bezoek de Buildsight-dag van 13 september
“Zonder goed digitaal product sta je 1-0 achter”
Van Walraven is in 55 jaar jd uitgegroeid tot een geves gde naam in de infra- en installa ebranche. Jarenlang hield de technische groothandel zelf “één grote Excel” bij met prijzen, kor ngsafspraken en andere relevante gegevens. “Monnikenwerk”, aldus algemeen directeur Henk van Walraven. Enkele jaren geleden scha e het familiebedrijf een MDM-systeem van Compano aan om de data te structureren: “Het vergde zeker ook het nodige huiswerk om dat systeem goed te laten draaien. Maar ik ben heel blij dat we de stap hebben gezet.”
De geschiedenis van Van Walraven voert terug tot 1968, toen de vader van Henk van Walraven een groothandel opzette met drie broers in Mijdrecht. “Mijn vader had al een mooi installatiebedrijf opgebouwd, maar vond handel heel erg leuk en dus is hij toen die kant op gegaan. In de jaren negentig heb ik het stokje van hem overgenomen, samen met mijn broer.”
Zestigduizend producten
Anno 2023 werken er meer dan vierhonderd mensen bij het bedrijf, dat nog altijd hoofdkantoor houdt in Mijdrecht. Inmiddels heeft de onderneming dertien vestigingen, een winkel in bedrijfskleding en een grote prefab-tak voor installateurs. Van Walraven verkoopt al meer dan tien jaar online, aan klanten met een account. Mede door OCI-koppelingen zijn installateurs aan de shop verbonden, die zo eenvoudig kunnen bestellen. Van Walraven heeft ook een eigen app. Het totale assortiment bestaat uit ruim zestigduizend producten van meer dan vijfhonderd merken. Behalve producten levert het groothandelsbedrijf ook technisch advies en aanvullende diensten.
MDM-oplossing
“We waren al jaren aangesloten op de datapool Artikelbeheer.nl, waar we Compano van kenden, toen we nader in contact kwamen”, blikt Henk van Walraven een jaar of vier terug in de tijd. “We wisten dat we er goed aan zouden doen om een MDM-systeem (de letters staan voor Master Data Management, red.) aan te schaffen. Compano kwam als beste uit de bus, vanwege de persoonlijke benadering, de structuur van de systematiek en hun aansluiting op de keten.”
Waarom koos Van Walraven voor een MDM-systeem? “We werkten altijd met één grote Excel met alle prijzen, kortingen et cetera. We voegden ook zelf veel data toe. Het vergde ontzettend veel hand-
werk om dat document te actualiseren en verrijken. We zagen in dat het nodig was om onze assortimentsdata te structureren.”
Hou e touw e voorbij
“Dat gaat overigens niet zomaar”, vervolgt de directeur. “Je moet alles eerst op orde maken en goed naar de inkoopkant kijken, voor je een en ander als masterdata gaat vastleggen. Het heeft ons veel tijd en aandacht gekost om vanuit die ene Excel zover te komen als we nu zijn, maar ik ben heel blij dat we de stap hebben gezet. Het is enorm wat klanten tegenwoordig allemaal vragen, dat is hou e touw e niet meer bij te houden.”
Carlo de Nijs, commercieel manager van Compano, valt Van Walraven bij: “In de praktijk druk je nu op het knopje ‘actualiseer’, en dan zijn alle data en prijzen weer op orde, aangenomen dat fabrikanten die gegevens hebben gepubliceerd in een datapool. Als groothandel kun je snel schakelen als je koppelingen hebt gelegd met je ERP en je inkoop. Van Walraven is nu bezig met de uitrol van automatisch bestellen door zijn klanten via EDI, op basis van berichtenstandaard DICO. Dat kan naadloos als het MDM-systeem goed draait.”
Dataexplosie
Net als Van Walraven ziet De Nijs de hoeveelheid data exploderen: “In coronatijd kregen bedrijven meer aandacht voor hun website en shop. Ze zagen in dat het handig is om alle data op één plek te hebben en klanten rijke, eenduidige en actuele informatie te bieden – Van Walraven had dat trouwens al eerder in de gaten. De containercrisis en de oorlog in Oekraïne hebben vervolgens geleid tot veel wisselingen in prijzen en assortimensbeschikbaarheid, en daarmee tot datawijzigingen. Ondertussen komen er steeds nieuwe duurzaamheidsmaatregelen die data-eisen met zich meebrengen. Denk aan het materiaalpaspoort, certificaten en ga zo maar door. Er komt wat dat betreft nog een hele wereld aan. Deze data moeten allemaal ook nog eens vele jaren bewaard worden.” De behoefte aan structurering van al die data is manifest en zal alleen maar groeien, wil De Nijs maar zeggen. Zeker bij bedrijven
Wie is Compano?
Compano is al 25 jaar dé specialist op het gebied van online software voor de bouwen installatiebranche. Klanten zijn actief als producent, handelaar, inkoopvereniging, aannemer of installateur. Compano is erkend partner van Ketenstandaard voor de bouw- en installatiebranche, ETIM, DICO, BMECAT, FESAH en GS1. www.compano.com
met grote assortimenten en verschillende verkoopkanalen als Van Walraven: “Ik ben blij dat we klanten goede informatie kunnen bieden, niet meer de informatie die we zelf hadden bedacht”, aldus Henk van Walraven. Hij doelt op de beginjaren van de webshop, toen het bedrijf handmatig producten met informatie verrijkte. “Bijvoorbeeld over kleuren, afmetingen, diameters en dergelijke. Dankzij de ETIM-classificatie kun je productinformatie nu direct gebruiken en in één keer online ontsluiten voor klanten. Zonder fouten, met een grote hoeveelheid kenmerken waar klanten op kunnen selecteren en filteren. Er is simpelweg veel meer informatie beschikbaar gekomen, waar klanten ook echt op zitten te wachten zo blijkt; ze vragen veel meer info op dan we ooit voor mogelijk hielden.”
Fabrikanten
Van Walraven constateert dat de meeste fabrikanten hun best doen om goede informatie over hun producten beschikbaar te stellen. “Ze moeten ook wel”, zegt hij, “want anders staan ze tegenwoordig met 1-0 achter. Ze hebben er baat bij om informatie goed gestructureerd aan te bieden.” De Nijs vult aan: “Anders gaan groothandels hun eigen interpretaties maken en verliezen fabrikanten grip op hun productdata. Of groothandels kiezen voor andere aanbieders die wél werk maken van wat men hun digitale product noemt. Dat is tegenwoordig zeker zo belangrijk als het fysieke product waar ze groot mee zijn geworden. Wij zien zeker in de bouwbranche nog weleens dat fabrikanten de digitale productversie als een bijkomende administratieve taak zien, of dat ze het uitbesteden aan hun webbureau of een datadienstverlener. Daarmee verliezen ze in feite de grip en specialisme op hun digitale product. Het spreekt voor zich dat het heel frustrerend is als een product om die reden niet goed naar voren komt in de systemen en filters van aannemers of installateurs. Zij kopen op basis van het digitale product.”
Compano Software, Arnhem, 088.266.72.01, sales@compano.com, www.compano.com
Laat uw voorraden 100% doorstromen!
Stock & Trade: vertrouwde schakel in de supply chain
Stock & Trade Helmond ontfermt zich over incourante voorraden en restpartijen in onder andere de Bouwgroothandel en DHZ-retail. Wij ontzorgen opdrachtgevers volledig. Denk aan transport, discretie en condities conform afspraak Onze handelspartners zijn: het midden- en kleinbedrijf, groothandel en multinationals. Daarnaast hebben we bijzondere focus op merk-artikelen. We bouwen al 10 jaar aan toekomstbestendige relaties Zo bent u er zeker van dat de bestaande markt niet wordt verstoord en voorraden voor 100% doorstromen.
Transferro-leden zetten de schouders er onder
Wat al aangekondigd was, is gebeurd: Transferro hee de kosten rich ng zijn leden moeten verhogen. Daarbij ging de inkoopcombina e echter niet over één nacht ijs.
De mogelijkheid was al aangekondigd bij Transferro’s 2022-jaarcijfers en in het jaarverslag, en de verhoging van contributie, order- en vrachtkosten is nu werkelijkheid geworden.
Op zichzelf niet zo’n groot nieuws, ware het niet dat er twee algemene ledenvergaderingen aan te pas kwamen. Op basis van de cijfers van het eerste kwartaal voorzag Transferro namelijk dat de afspraken voor de financiering van de nieuwbouw in de knel zouden kunnen komen.
Dalende marge
Deze situatie ontstond volgens Transferro-directeur
Arap-John Tigchelaar vooral door de dalende marge. En die wordt weer veroorzaakt door het stagneren van de groei bij de leden. Bovendien loopt een groter deel van de inkoop-omzet decentraal – dus direct van leveranciers naar de leden – dan via het magazijn van Transferro. Terwijl magazijn-omzet qua marge beter is dan rechtstreekse omzet, voor Transferro althans.
Bonussen geen wisselgeld meer
Tegelijkertijd meldt Tigchelaar dat sinds Transferro’s aansluiting bij Zevij-Necomij af-factuur-condities en bonussen die voorheen gedeeltelijk bij Transferro terechtkwamen, nu rechtstreeks aan de leden betaald worden. Daarmee gaan de individuele leden er dus direct op vooruit, maar heeft Transferro als collectief minder wisselgeld om de eigen boekhouding mee te sturen. De ‘af-factuur-condities’ en bonussen die nu rechtstreeks aan de leden gaan, maakten voorheen namelijk deel uit van Transferro’s winst- en verliesrekening en werden pas uitgekeerd aan de leden mits en nadat Transferro een bepaald resultaat had behaald.
Andere geldstromen
Tigchelaar geeft toe daardoor verrast te zijn. “Dat is een miscalculatie van mij geweest. Maar nu is het niet alleen zo dat de geldstromen anders lopen, ook zien we dat we er in totaal – Transferro én onze leden – procentueel op achteruitgaan. En dat kan natuurlijk nooit de bedoeling
zijn van Transferro’s aansluiting bij Zevij-Necomij. Dus nemen we nu samen met Zevij-Necomij alle details onder de loep om de situatie te checken en te verklaren.”
Kostenverhogingen. Helaas
Maar ondertussen moet Transferro’s ebitda wel op korte termijn omhoog. En daarover is dus in twee achtereenvolgende ALV’s een beslissing genomen. De contributie wordt voor het eerst in 10 jaar verhoogd, de kosten voor een order gaan omhoog naar 5% en per stop worden voortaan vrachtkosten berekend. Tigchelaar: “De leden waren uiteraard ‘not amused’ en ik voer de verhogingen zelf ook met veel tegenzin in. Van de contributie kun je zeggen dat we die al eerder hadden moeten indexeren, maar dat is al sinds mensenheugenis niet meer gebeurd. De drop-kosten dragen bij aan de veel hogere vrachtkosten die we verder proberen te drukken door van drie naar één transporteur te gaan en van ‘dedicated’ naar ‘dynamisch’ transport. Bovendien helpen de leden ons zuiniger te werken door minder leveringen in de week te kiezen.”
Succesvolle Open Deuren Dagen Skantrae en Weekamp Deuren
“Meer synergie in processen, maar twee unieke merken voor de markt”
Met drie Open Deuren Dagen in het nieuwe distribu e- en bewerkingscentrum in Zevenaar hebben
Skantrae en Weekamp Deuren ruim 250 dealers een inspirerende blik achter de schermen geboden. Naast een uitgebreide rondleiding door de nieuwe ruimtes, werden noviteiten gepresenteerd die dit najaar op de markt komen.
“Vooral de omvang van het magazijn en de drukte en actie op de werkvloer geven dealers een goed beeld van wat er allemaal gebeurt nadat ze een deur bestellen. Je ziet dat ze daar erg enthousiast over zijn”, zegt Ralf Roozeboom, head of sales Deuren, die dan ook tevreden terugkijkt op de dagen. De dealers werden tijdens hun bezoek aan het fors uitgebreide distributie- en bewerkingscentrum ook uitgebreid bijgepraat over de vele ontwikkelingen die beide merken tijdens en na de Covidpandemie hebben doorgemaakt. “We hebben het evenement aangegrepen als start van hernieuwde transparantie en samenwerking. Er is veel gebeurd, want naast deze nieuwbouw en uitbreiding hebben we veel geïnvesteerd in beide merken en onze systemen.”
Voorloper blijven in markt
Zo is bij Weekamp veel in de operatie aangepast. Door onder andere het nieuwe systeem en de nieuwe operatie, zijn uiteindelijk verbeteringen doorgevoerd. Bij Skantrae heeft de nadruk meer gelegen op het verder uitbreiden van onze mogelijkheden en services. Dat heeft bij beide merken tot veranderingen geleid waarmee onze dealers met name het afgelopen half jaar ook geconfronteerd werden. Dat leidde wel eens tot vragen of onduidelijkheden. Nu hebben we het resultaat van al die investeringen kunnen laten zien aan onze dealers en dat werd enorm gewaardeerd.”
De investeringen moeten de sterke positie van Skantrae en Weekamp Deuren op de markt verder versterken en verankeren. “We lopen voorop in de deurenmarkt en dat willen we blijven doen. Daarbij kunnen we vooral aan de achterkant profiteren
van synergie. Bijvoorbeeld in de optimalisatie van onze logistiek, opslag en handling, gezamenlijke kennis van het product en de markt.”
Meerwaarde merken versterken
Dat synergievoordeel werd door veel dealers ook al gezien, maar leidde steeds vaker tot de vraag wanneer moederbedrijf Deli Home beide merken definitief zou gaan samenvoegen. Lunenborg: “Ons antwoord op die vraag is kort en helder: we gaan Skantrae en Weekamp Deuren niet samenvoegen. Ze hebben beide een eigen meerwaarde en die gaan we juist verder versterken. Hierdoor maken we het voor onze klanten mogelijk om vanuit beide merken de verschillende doelgroepen te kunnen bedienen en altijd over een passend aanbod beschikken.”
Weekamp Deuren wordt, nog meer dan nu het geval is, als maatwerkconcept gepresenteerd. Unieke deuren van hoge kwaliteit die op maat gemaakt worden. “Skantrae is het full-serviceconcept
Huis op orde
De ontwikkelingen binnen Skantrae en Weekamp Deuren waren dermate ingrijpend dat op sommige momenten de levering aan dealers niet altijd optimaal was. “In het derde kwartaal van 2022 is het nieuwe dc in gebruik genomen. Net als het bewerkingscentrum is de capaciteit van onze magazijnen verdubbeld. Het is in die periode voorgekomen dat we een deur die een dealer had besteld niet terug konden vinden. Dat waren dealers niet gewend dus dat heeft wel tot discussies gezorgd. Begrijpelijk ook, maar sinds begin dit jaar hebben we het huis op orde en dus was het tijd om de deuren open te zetten voor onze dealers. Zonder onze deze dealers, die ons ook tijdens deze periode zijn blijven steunen, kunnen we immers niet”, zegt Roozeboom.
De transparante communicatie hierover met dealers heeft bijgedragen aan blijvend goede relaties. “Dat hebben we de afgelopen dagen gemerkt. Bij het zien van de omvang van de veranderingen en ruimtes was er vooral begrip. Zeker omdat ze nu echt de meerwaarde van de investeringen ervaren.”
De investeringen moeten de sterke positie van Skantrae en Weekamp Deuren op de markt verder versterken en verankeren
waar naast snelle beschikbaarheid en levering ook de servicemogelijkheden voor vakman en dealer centraal staan, waaronder de hang- en sluitwerkpakketten en afhangservice.”
Nieuw showroomconcept
Het nieuwe showroomconcept van Weekamp Deuren zal eind dit jaar uitgerold worden.
“Daarvoor hebben we een nieuwe modulaire showroominrichting ontwikkeld, die dealers, afhankelijk van de beschikbare ruimte, naar eigen wens kunnen samenstellen. Naast een uitgebreide presentatie van de deuren zijn er ook mogelijkheden om hang- en sluitwerk, kleurstellingen, aflakopties en glaspakketten te presenteren.”
Onderdeel van het nieuwe showroomconcept wordt ook de configurator. In de configurator kan de dealer samen met een particulier zelf in de showroom de gewenste deur samenstellen en bestellen.
Synergievoordeel
Soortgelijke modulaire presentatiemogelijkheden bestaan al langer voor Skantrae. “De doorvertaling naar Weekamp Deuren is een mooi voorbeeld van synergievoordelen die we kunnen bieden en waar onze dealers van profiteren”, zegt content marketeer Bas Damming van Weekamp Deuren, die toevoegt dat de online configurator ook voor de showroominrichting van Weekamp Deuren beschikbaar komt.
“Vooral in die processen en oplossingen kunnen we binnen onze deurendivisie optimaal gebruikmaken van elkaars kennis. Kennis die we bovendien ook aan onze dealers doorgeven via de dealer portal. Die bestaat voor Skantrae al enkele jaren, maar die hebben we verder doorontwikkeld. En voor Weekamp Deuren wordt de laatste hand gelegd aan de portal, die deze zomer live gaat.”
Alles in portal
Volgens Damming beschikken de dealers van beide merken straks over een dealer portal met ‘echt alles er in’. “Niet alleen alle gegevens over onze deuren, accessoires en services, maar ook alle aanvullende informatie is op termijn via de portal beschikbaar. Dat geldt ook voor alle eigen gegevens zoals bestellingen, offertes, facturen en andere zaken. Dealers kunnen in de portal echt alles terugvinden. Op die manier proberen we het voor onze dealers zo makkelijk mogelijk te maken.”
Verschuivende vraag
In de periode tijdens en na de Covidbeperkingen werd door veel particulieren flink geïnvesteerd in de eigen woning. “Onze dealers zagen toen een verschuiving van de vraag en die zien we eigenlijk nog steeds. Lange tijd waren het vooral de luxe binnendeuren waar particulieren naar op zoek waren, maar het zijn inmiddels vooral isolerende deuren waar grote behoefte aan is. Verduurzaming van de woning staat bovenaan de prioriteitenlijst en dat vertaalt zich in een run op isolerende voor- en achterdeuren. Deuren die actief kunnen bijdragen aan een woning met een gunstig energielabel.”
Mede daarom presenteerde Weekamp Deuren de nieuwe geïsoleerde achterdeur, die dit najaar op de markt komt. “Een uitbreiding van ons assortiment buitendeuren waar onze dealers blij mee zijn, zo bleek tijdens het evenement.”
Weekamp Deuren, Dedemsvaart, 0523.62.53.00, info@weekampdeuren.nl www.weekampdeuren.nl
Tremco CPG: conceptmatig samenwerken aan succes
Tremco CPG levert en produceert producten voor onder andere kozijn-gevelafdich ng, isola e, gietvloeren, bouwkundige brandbeveiliging en betonrepara e. Tegelijker jd leggen zij steeds meer focus op het aanbieden van concepten, iets waar ze onderscheidend én succesvol mee zijn. Daarbij werken ze in een driehoek samen met de groothandel en de uitvoerende par j om zo tot de meest op male oplossing te komen.
Tremco CPG is onderdeel van RPM International Inc., één van ‘s werelds grootste fabrikanten van bouwproducten voor de industriële- en consumentensector. “Tremco CPG is onze bedrijfsnaam, die je qua structuur kunt vergelijken met bijvoorbeeld Unilever”, legt Sales Director Benelux Constanz Bothof uit. “Zie het als een paraplu waar al onze merken onder zitten. Wij zijn in de Benelux actief met verschillende merken, waarbij illbruck, Nullifire, Flowcrete en Vandex het meest bekend zijn.”
• illbruck: afdichting, verlijming en isolatie
• Nullifire: slimme passieve brandbeveiliging
Flowcrete: naadloze gietvloeren, ondervloersystemen en vloerreparatie
• Vandex: beschermen, waterdicht maken en reparatie van beton
Duurzaamheid als speerpunt
Tremco CPG is dus een grote speler. Wereldwijd heeft het bedrijf twee miljard omzet, waarvan het grootste gedeelte in Noord-Amerika wordt behaald. In Europa wordt € 500 mln omzet gedraaid. Die bedrijfsgrootte brengt verantwoordelijkheden met zich mee. RPM ziet sustainability dan ook als een belangrijk thema, waarbij onder de noemer ‘building a better world’ verschillende, verregaande duurzaamheidsmaatregelen worden genomen. Bothof: “Daarnaast vormen in Europa diversiteit en maatschappelijke betrokkenheid ook belangrijke thema’s. Investeringen hierin moeten de toekomst van ons bedrijf veiligstellen. Onze slimme bouwoplossingen moeten zorgen voor veiliger en milieuvriendelijker werken. Dat is drieledig: zowel voor de gebruiker, bij het eindresultaat (een duurzaam gebouw) en bij ons eigen bedrijf.”
Tremco CPG zet daarvoor bijvoorbeeld vol in op het gebruik van minder oplosmiddelen, het doorontwikkelen van verpakkingen
en grondstoffen en milieuvriendelijkere varianten, zoals isocyanaatvrij purschuim. Bothof: “Maar de markt is soms traditioneel, vaak wordt voor het bekende gekozen. Toch gaan dingen veranderen, vanuit wetgeving of vanuit vraag van de gebruiker. Straks is er geen keuze meer.”
Van product naar concept
“Op productniveau kun je van alles bij ons kopen. Denk aan compribanden, purschuim, kitten, lijmen en andere losstaande producten. Tegelijkertijd is de markt veranderd; online worden meer producten aangeschaft. Daar zijn we altijd voorzichtig in geweest. Maar we hebben online – met webshopklanten – op productniveau groei behaald, zeker met illbruck en Nullifire, zonder dat dit ten koste is gegaan van fysieke winkels. Hierbij bieden we online handige productadviestools.” Bothof benadrukt hierbij meermaals dat hij het over producten heeft. Maar de echte groei, die zit bij hun onderscheidende concepten. “Daar neemt de omzetgroei sneller toe dan in de winkels. Met Premium Partners als Isero, Polvo, Mastermate, Destil en Voskamp en in samenwerking met applicateurs bieden we totaaloplossingen”, legt hij uit.
In driehoek samenwerken
Zo’n concept is een totaaloplossing voor een bouwkundige uitdaging, gecombineerd met advies, begeleiding en garantie. Het succes van deze conceptmatige aanpak begon jaren geleden met het luchtdicht bouwen als nieuwe norm. “Met onze aandacht en aanpak hiervoor werden we in eerste instantie uitgelachen. Maar we zijn blijven verkondigen dat deze methodiek energiebespa-
ring, minder vocht en schimmel oplevert en beter is voor de gezondheid. Ook door de veranderende wetgeving is het een belangrijk topic geworden, waar we veel tijd en energie in kennis hebben gestoken, zoals met opleidingen en trainingen. Met die conceptmatige aanpak waren we destijds voorloper, inmiddels zijn we marktleider in kozijn-gevelafdichting.”
Vanwege het succes met luchtdicht bouwen, startte Tremco CPG ook met bouwkundige brandveiligheid. Bothof: “Daarvoor moesten we techneuten in huis halen, ook daar hebben we enorm geïnvesteerd in kennis. We gingen van productverkopers naar fire safety engineers; zij staan rechtstreeks in contact met de bouw. We hebben een vaste groep mensen die hier al lang werkt, daar zijn andere mensen bij gekomen die aanvullende specialistische kennis hebben. Onze aandacht ging daarbij van push naar pull.” Tremco CPG levert hun advies en producten niet rechtstreeks, maar alles verloopt in een driehoek met de groothandel en met de applicateur. Dat gebeurt met hulp van een stappenplan met dezelfde applicateur, distribiteur en de buitendienstman in samenwerking met het bouwbedrijf en/of de opdrachtgever.
“We werken samen met onze distributiepartners, waarbij een aannemer de applicateur erbij kan nemen, wij het advies geven en waarbij de distribiteur zorgt voor beschikbaarheid en levert aan applicateur. Het draait om samenwerkingsverbanden. In ieder van onze vier regio’s beschikken we over een bouwkundige en een commerciële collega die zich met de distributiekanalen bezighoudt én bouwkundige kennis heeft. Hiervoor leiden we mensen intern op.” Tremco CPG wil bij hun advies direct in contact staan met de opdrachtgevers. Zo kunnen ze details zien en de beste oplossingen bieden die passen binnen de eisen.
“De prijs voor het product is dan niet meer leidend, maar wel het leveren van de meest economische totaaloplossing. Toegevoegde waarde, referenties en ons kennisniveau zijn daarbij onderscheidend.”
Succesvolle samenwerkingen
Bij ‘De Kracht van de Combinatie (DKVDC)’ hebben Gebr. Bodegraven, fischer Benelux en Tremco CPG met het merk illbruck de handen ineengeslagen. Hierbij geven ze één totaaladvies voor verbinding, verankering en luchtdichting. Bij wie van de drie een aanvraag ook binnenkomt: de kennis van de andere twee zit daar ook bij. Bothof: “Hierdoor is het thema luchtdicht bouwen sterker geworden. Bij isolatie en afdichting doen we dat als DKVDC onder andere ook samen met Kingspan en met Ubbink, met Meuwissen Gerritsen voor folies. Bij al deze concepten is duurzaamheid een belangrijk thema.”
Nieuw: verduurzamen bestaande bouw
Met dezelfde filosofie introduceerde Tremco CPG op de BouwBeurs in Utrecht en op de Beurs Renovatie & Transformatie een nieuw concept voor het verduurzamen van bestaande bouw,
gericht op renovatie. “Daarbij bieden we complete oplossingen om ervoor te zorgen dat een gebouw duurzamer wordt. Denk daarbij aan balkon- en galerijvloeren, parkeerdekken, afbouw, gevelafdichtingen en bouwkundige brandveiligheid. Dit concept zijn we momenteel aan het uitrollen met onze distributiekanalen. Bij nieuwbouw richten we ons vooral op aannemers, maar bij verduurzamen van bestaande bouw ook op woningbouwcorporaties en vastgoedonderhoudsbedrijven. Zij kiezen vaak voor vertrouwde, standaard oplossingen. Dat is begrijpelijk, maar ons kennisniveau is hoger. Daardoor kunnen wij een meer adviserende rol spelen met een beter eindresultaat.”
Doorontwikkelen en groeikansen
Bij Tremco CPG denken ze na over het doorontwikkelen van hun concepten. Waar nu de producten nog separaat geleverd worden, zijn ze aan het nadenken om het met one-stop-shopping voor aannemers makkelijker te maken. Bothof: “Vanuit het oogpunt van duurzaamheid willen we dat het werk veiliger voor mensen wordt en dat oplossingen langer meegaan. Ook kennis is daarbij heel belangrijk. Het is één van de redenen waarom we een specialist voor prefab in dienst hebben, het concept hiervoor hebben we ook met de distributie opgezet. En er zijn nog meer mogelijkheden om de samenwerking op te zoeken, bijvoorbeeld bij de Wet kwaliteitsborging (Wkb). De investeringen die nu gedaan worden zijn gericht op milieuvriendelijke oplossingen. Maar innovatie en kennisoverdracht gaat ook over duurzaamheid, dat helpt om de norm te halen én te overtreffen. Niet voor niets is onze missie: Samenwerking, innovatie en kennisoverdracht voor duurzaam succes van onze klanten.”
Tremco CPG, Gorinchem, +31 (0)183.56.80.19 info@tremcocpg.com, www.tremcocpg.eu/nl-nl/
Van Wijnen onderzoekt de financiële haalbaarheid van circulaire woningbouw
“Circulair bouwen kan al kostenneutraal”
Circulair bouwen op basis van volledig hergebruik is voorlopig op grote schaal nog niet haalbaar, maar kostenneutraal circulair bouwen is zelfs anno 2023 al mogelijk. Die conclusie trekt Klaas van den Brand, bouwkostendeskundige bij Van Wijnen Rosmalen. Hij deed onderzoek naar de nanciële haalbaarheid van circulariteit in de woningbouw. “Daarvoor heb ik een bestaande case vergeleken met twee circulaire varianten. Hoewel de bouwkosten met 3 tot 6% iets hoger liggen dan bij tradionele bouw, maak je die gedurende de levensduur van het gebouw goed.”
Van den Brand maakte zijn scriptie als onderdeel van zijn opleiding Kostendeskundige Bouw. “De ambitie van Van Wijnen is om in 2030 per saldo geen negatieve impact op milieu, klimaat en hulpbronnen te hebben. Om dat mogelijk te maken is onderzoek naar circulair bouwen nodig.”
Focus op drie punten
Daarbij ligt de focus op drie punten. CO2-reductie om de uitstoot te verminderen door technische kringlopen te verbeteren. Losmaakbaarheid om in de toekomst meer materialen volledig te kunnen hergebruiken. En biobased bouwen wat naast CO2-reductie extra voordelen geeft als CO2-opslag en een gezond leefklimaat. Inzicht in de financiële consequenties wordt vaak onderbelicht. Daarom richtte Van den Brand zich voor de afronding van zijn opleiding op de vraag wat die mogelijkheden en gevolgen op dit moment zijn. “Circulair bouwen heeft de naam tot wel 15% duurder te zijn en in mijn onderzoek heb ik me op de vraag gericht of dat imago klopt.”
Nu en toekomstig verkrijgbaar
Om een goed antwoord te vinden op die vraag vergeleek de inmiddels afgestudeerde bouwkostendeskundige een kleinschalig woningbouwproject van 36 sociale huurwoningen met twee circulaire varianten. “Dit project is gebouwd volgens het Vrij wonen-concept van Van Wijnen: maatwerk met seriematig
ontworpen prefab betonnen casco’s met massieve plaatvloeren. Daarnaast heb ik variant 1 uitgewerkt met daarin circulaire bouwmaterialen die op dit moment al te koop zijn.”
Voor variant 2 gebruikte Van den Brand de circulaire materialen uit variant 1 en voegde daar circulaire materialen aan toe die in ontwikkeling zijn. Ook is in deze variant geëxperimenteerd met meer terugnamegaranties en bijvoorbeeld een sloop-/demontagecontract. “Denk hierbij bijvoorbeeld aan beton van ‘Urban miners’ waarin 50% recyclaat verwerkt is. In ruil daarvoor bieden aannemers of corporaties te slopen projecten aan waar weer her te gebruiken grondstoffen uit gehaald kunnen worden
Voor beton met een hoog percentage recyclaat is nu nog geen weten regelgeving en dit mag dus nog niet structureel worden toegepast, maar dat gaat zeker komen. Als laatste heb ik bij variant 2 meer biobased materialen in de gevelconstructie toegepast.”
Verduurzamen van handel
Hoewel volledig hergebruik van bouwmaterialen voor een klein particulier project deels al wel mogelijkheden kan bieden, is de keten voorlopig nog niet klaar voor het opnieuw inzetten van betonvloeren en -wanden, kozijnen en deuren. “Dat aanbod gaat de komende jaren wel een enorme vlucht nemen, maar er is nu te weinig beschikbaar om in grootschalige projecten toe te passen. Daarom zit de kans voor circulair bouwen nu vooral in het verduurzamen van de handel. Zowel de fabrikanten als de groothandels kunnen nu al grote stappen zetten.”
Als een goed voorbeeld van die verduurzaming noemt Van den Brand de Climateproof kozijnen van Van de Vin. “Gemaakt van thermisch gemodificeerd Europees naaldbomenhout. Erg duurzaam, want het zou bij juist onderhoud tot wel 75 jaar mee kunnen gaan, interessant want dit is gelijk aan de levensduur van woningen die een corporatie in portefeuille heeft. Lange tijd werd tropisch hardhout toegepast, maar dat heeft een levensduur van 50 jaar. Na die 50 jaar werden die kozijnen vervangen voor nieuwe.”
Terugnamegarantie
Ook de Faay binnenwanden met een vlaskern die biobased en losmaakbaar zijn, ziet hij als concreet voorbeeld van beschikbare circulaire bouwmaterialen. “Die losmaakbaarheid maakt hergebruik mogelijk helemaal dankzij de terugnamegarantie van de fabrikant. Een ontwikkeling die in steeds meer productgroepen zichtbaar is. Daarmee maken de fabrikanten uiteindelijk de cirkel rond. Van productie en levering tot inname en hergebruik.”
Kijken naar alle parameters
“Het bestaande bouwplan voor 36 levensloopbestendige woningen in Deurne dat Van Wijnen in opdracht van woningcor-
poratie Bergopwaarts heeft gebouwd, vormde de nulmeting. Daarvan heb ik de verschillende kosten en opbrengsten vergeleken met de twee circulaire varianten.” Hij zette onder meer de bouwkosten, bouwplaatskosten, exploitatiekosten (75 jaar), onderhoudskosten, opbrengsten, CO2-opslag, CO2-uitstoot en MPG naast elkaar.
Beperkte meerkosten in bouwfase
Een belangrijke conclusie die de vergelijking van Van den Brand opleverde, was dat de totale bouwkosten weliswaar 2,4% (variant 1) en 6% (variant 2) hoger liggen dan bij de traditionele bouw, maar veel minder hoog liggen dan vaak gedacht. “Bovendien blijkt dat, gerekend over de volle levensduur van 75 jaar, beide circulaire varianten bijna 8% goedkoper zijn in onderhoud.” In het vergelijk zijn ook de sloopkosten aan het einde van de levensduur opgenomen. “Daar zie je wel grote verschillen
Hout geen must voor circulair bouwen
Naast het vooroordeel dat circulair bouwen aanzienlijk duurder is dan traditioneel bouwen, neemt het onderzoek van Van den Brand een tweede aanname weg. “Bouwen in hout heeft qua duurzaamheid en esthetica zeker voordelen maar los van de esthetische ambities van opdrachtgevers kan circulair bouwen ook zónder toepassing van houtbouw. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van beton dat is aangevuld met recyclaat kunnen milieueisen ook behaald worden. En hetzelfde geldt voor losmaakbaar bouwen. Daarvoor zijn betonnen wand- en vloerplaten eveneens geschikt dus voor zowel hout als beton geldt dat ze een prima basis voor circulair bouwen zijn.”
Van den Brand ziet dat klimaatadaptatie bij veel gemeenten hoog op de agenda staat. “Daar wordt vaak gevraagd naar biobased, maar ook daarvoor geldt dat biobased bouwmaterialen niet de enige optie zijn. Er zijn op dit moment al verschillende producten en concepten waarmee circulair bouwen technisch en financieel haalbaar is. Daarmee kunnen we beginnen en vanuit die kleine stappen moeten we verder doorontwikkelen.”
“De kans voor circulair bouwen zit nu vooral in het verduurzamen van de handel”
Ontdek de aflakservice van Skantrae
Ben jij al bekend met onze aflakservice? Het professioneel laten aflakken van onze deuren biedt veel voordelen voor zowel dealer als consument. Zo bespaart het niet alleen kosten, maar ook tijd omdat er geen schilder langs hoeft te komen. De deur kan direct afgehangen worden.
Of het nu gaat om een stompe of opdekdeur, wij kunnen alle nodige bewerkingen uitvoeren zonder in te leveren op kwaliteit. Jouw afgelakte deuren worden zorgvuldig verpakt zodat deze veilig van A naar B vervoerd kunnen worden.
VoorbewerkingSpuiten Verpakken Transport
De gegronde deur, dit kan zowel een stompe als een opdekdeur zijn, wordt voorbewerkt. Denk aan armschaven, frezen, beglazen en beschermende folie aanbrengen.
De deur gaat door onze spuitstraat en wordt in de gewenste kleur gespoten.
Je hebt momenteel de keuze uit
5 verschillende RAL kleuren voor onze aflakservice.
Als de deur is afgelakt, wordt deze zorgvuldig verpakt in een piepschuim verpakking. Deze verpakking beschermt de deur voldoende en zorgt ervoor dat deze veilig getransporteerd kan worden.
De deur is klaar voor transport en komt jouw kant op!
i Heb je een complete deur inclusief sluitwerkpakket besteld? Dan hebben wij de voorbewerkingen ook al gedaan en hoef je alleen nog maar de deur af te hangen.
Wil je meer weten over onze aflakservice? Kijk eens op onze website of neem direct contact met ons op.
ontstaan. Losmaakbaar bouwen, terugnamegaranties van de fabrikant en hergebruik van bestaande materialen maken de sloop van circulaire woningen aanzienlijk goedkoper. Vergeleken met het originele project zijn de sloopkosten in variant 1 37,4% lager en bij variant 2 zelfs 52% lager.” We spreken dan ook liever niet meer van sloop maar van hoogwaardig recyclen.
Grote milieu-impact
Groot zijn ook de verschillen in de milieubelasting. “Vergeleken met het bestaande project wordt bij variant 1 bijna 29% minder CO2 uitgestoten, bij variant 2 is de uitstoot bijna 45% lager. Ook heb ik de opslag van CO2 berekend en vergeleken. Variant 1 neemt 35% meer CO2 op, maar variant 2 scoort met een meeropslag van 177% aanzienlijk beter. Dat is vooral te verklaren door de toepassing van meer biobased materialen en hernieuwbare grondstoffen zowel in afbouw als gevelconstructie.”
Die prestaties vertalen zich ook in een lagere MPG-score van de woningen. “Bedraagt die score in de nulmeting 0,73, bij variant 1 is die 0,58 en variant 2 zit met een MPG van 0,47 al onder de per 2025 verplichte grens van 0,5.”
Andere manier van bouwen
Het volledig losmaakbaar bouwen vraagt overigens wel wat van de bouwketen, zo zegt Van den Brand. “De engineering verandert, het vraagt echt een andere manier van bouwen. Helemaal als je wilt uitgaan van een losmaakbaar en/of biobased casco. Losmaakbaarheid kan vooral voor corporaties interessant zijn omdat zij aan het eind van de levensduur eigenaar blijven van de woningen. Daarin moet je in het begin van het proces dus bewuste keuzes maken.”
Steeds aantrekkelijker
Strengere wet- en regelgeving en verdere verduurzaming van materialen zal circulair bouwen de komende jaren financieel steeds aantrekkelijker maken. Volgens Van den Brand zorgt dat ook voor veranderende rollen voor alle partijen in de keten, van opdrachtgever tot sloper. “Zo moet een aannemer woningen blijven bouwen die voldoen aan wetten en regels, maar moet hij moet ook kennis hebben van circulaire materialen en bouwmethodes. En moeten toeleveranciers nu bouwmaterialen leveren die voldoen aan wetgeving, in een circulaire economie moeten die materialen ook een lage milieu-impact hebben, en liefst voorzien zijn van een ingevuld materialenpaspoort. Daarnaast moeten ze geschikt zijn voor hergebruik. Slopers evolueren naar grondstoffenhandelaren. Die veranderende rollen maken wel duidelijk dat een circulaire bouweconomie niet tot één schakel van de keten beperkt kan blijven. Circulair bouwen moeten we samen doen.”
“Circulair bouwen moeten we samen doen”
“Ambities richting 2040 waarmaken”
Na de verhuizing naar de nieuwe loca e aan de Paderbornstraat in Zwolle is Transferro klaar voor verdere groei rich ng 2040. De inkooporganisa e wil al enige jaren doorgroeien, maar werd daarin beperkt door gebrek aan mogelijkheden in het pand aan de Lingenstraat. “Daar zaten we al langere jd aan de grenzen van de capaciteit. Hier kunnen we onze ambi es waarmaken. Meer leden en onze dienstverlening waarborgen en verder uitbreiden”, zegt directeur Arap-John Tigchelaar.
Het nieuwe onderkomen is hemelsbreed niet ver verwijderd van het pand waarin Transferro sinds 2003 gehuisvest was. In ruimte, mogelijkheden en voorzieningen verschilt de nieuwbouw enorm. “We verdubbelen bijna in oppervlakte en dankzij de veel efficiëntere indeling kunnen we de komende decennia weer groeien. We zijn hier klaar voor de toekomst en kunnen meer leden verwelkomen en assortimenten en voorraden desgewenst uitbreiden”, zegt Tigchelaar.
In een keer goed doen
Belangrijk uitgangspunt richting de toekomst is duurzaamheid. “We hebben een gebouw neergezet dat, als het om duurzame prestaties gaat, over 20 jaar nog steeds courant is. We willen het in één keer goed doen en zijn voor GPR 8.5 gegaan, de hoogst haalbare duurzaamheidsscore.”
Een uitspraak die door bouwcoördinator Jos Pierik wordt bevestigd. “Het is echt een waanzinnig technisch gebouw met veel slimme installaties.”
De inkooporganisatie beschikt in het nieuwe onderkomen over verschillende magazijnen die efficiënt op elkaar aansluiten. Tigchelaar: “Naast een hal voor de opslag van de ADR-assortimenten hebben we een magazijn voor de ugly’s, een groot pickmagazijn en een klein pickmagazijn. Daarnaast hebben we het aantal kardexkasten verdubbeld tot acht. En door de ruimte voor crossdocking slimmer in te richten, vergroten we ook daar onze capaciteit.”
Transparantie centraal
Samen met Tigchelaar was Pierik verantwoordelijk voor het Plan van Aanpak. “Nadat de contouren waren opgesteld, zijn we aan de verdere indeling gaan werken. Waar komen de kantoren, hoeveel ruimte hebben medewerkers nodig en hoe richten we elke ruimte optimaal in. We hechten veel waarde aan transparantie en mede daarom is veel glas toegepast. Op verschillende plekken in het gebouw zorgen we bewust voor zicht op de operatie. Zo kijk je vanuit de kantine de ontvangsthal in. Aan de basis van de inrichting van het nieuwe pand liggen twee logistieke rapporten. “Het ene is gericht op onze groeiambities, het tweede onderzoek gaat over kansen om verbeteringen in het orderpickproces door te voeren zodat dit zo efficiënt mogelijk wordt georganiseerd”, zegt Tigchelaar.
Toe naar gerobotiseerd picken
Het stroomlijnen van het picken en het verzamelen van orders is sinds september 2022 de verantwoordelijkheid van supply chain manager Carry Struis. “De nieuwbouw was al gestart en de eerste inrichtingsplannen waren al gemaakt door mijn voorganger toen ik nieuw bij Transferro binnenkwam. Op de vraag of ik daarin nog zaken wilde veranderen, heb ik als eerste voorgesteld de rollenbaan zoals die was ingetekend aan te passen. Deze baan biedt grote voordelen om sneller en semiautomatisch orders te picken. Daardoor kunnen we hier met dezelfde medewerkers dagelijks veel meer orderregels verwerken dan we aan de Lingenstraat
konden. Bovendien is er met het inrichten van het magazijn rekening gehouden met de mogelijkheid om het pickmagazijn volledig gerobotiseerd en geautomatiseerd te laten opereren.”
Rust in proces
Voor het zover is, is het volgens Struis belangrijk om rust te creëren. “Rust in het proces zorgt al voor meer efficiency. Als die rust er is, kun je nadenken over uitbreiding. Daarbij moeten we voor ogen houden dat onze logistieke dienstverlening altijd ten dienste van de leden moet staan. Dat geldt ook voor het werk van de kantoormedewerkers. Wat voor ons efficiënt is, hoeft voor leden niet altijd efficiënt te zijn.”
Zo doet Transferro momenteel een proef met het picken van orders op winkelpadniveau. “Een dynamische werkwijze die we in een semiautomatisch magazijn veel efficiënter kunnen organiseren. Die efficiency biedt bovendien kansen om andere vormen van dienstverlening aan te bieden”, zegt Tigchelaar.
Standaardiseren biedt kansen
In de optimalisatie van het orderpicken biedt standaardisatie een grote kans. “Zo werkt Van Marcke met een volledig gerobotiseerd magazijn en standaard kratten. Een werkwijze die voordeel kan opleveren voor de hele keten. Om dat voordeel optimaal te laten zijn, moeten er wel duidelijke afspraken zijn. Neem Knipextangen, die worden door de producent per 6 stuks verpakt. In de kratten van Van Marcke passen bijvoorbeeld 37 tangen. Het is voor de hele keten belangrijk om de kratten op de ideale eenheid te vullen. Als we daar met producenten als Knipex voor kunnen zorgen, zorgt dat voor efficiencyvoordeel door de hele supply chain”, zegt Tigchelaar.
Fulfilment voor leden
Het nieuwe thuis van Transferro biedt de inkooporganisatie volgens Tigchelaar de kans om grote slagen te maken in de uitbreiding van dienstverlening. “Dienstverlening waarmee we nog efficiënter worden voor onze leden. Zoals dropshipment, nu nog een extra service die we kunnen bieden. Dat kan in de toekomst een standaard dienstverlening worden, waarbij we zelfs het volledige fulfilment voor leden kunnen gaan verzorgen.”
Bang om daarmee uiteindelijk als tussenhandel overgeslagen te worden, is Tigchelaar niet. “Daarvoor vraagt onze markt een te fijnmazige distributie waarin wij een rol blijven spelen.”
Leveren aan niet-leden
Naast groei in leden, assortimenten, voorraden en dienstverlening, biedt de nieuwbouw Transferro ook de mogelijkheid om op termijn aan derden te gaan leveren. “Dat is zeker een optie en
‘Tailormade en multifunctioneel’
Het nieuwe onderkomen van Transferro is het derde bouwproject dat bouwcoördinator Jos Pierik voor de inkooporganisatie begeleidt. “Geen logistieke doos, maar een tailormade en multifunctioneel gebouw. Gecompartimenteerd en logisch aan elkaar gekoppeld, waardoor het een flexibel gebouw is”, zegt Pierik. Zo heeft Transferro een van de magazijnhallen voorlopig zelf nog niet nodig. “Deze hal wordt tijdelijk verhuurd totdat Transferro hem nodig heeft. Dan is de hal eenvoudig met de andere hallen te verbinden.”
Bij het ontwerp en de uitstraling van het pand heeft het bouwteam volgens Pierik de rand opgezocht. “De gemeente Zwolle wilde een grijs pand, wij wilden dat het gebouw Transferro een gezicht geeft en past bij de transparantie van de organisatie. Dat geldt ook voor de inrichting binnen, van de grote showroom en kantoren tot magazijnen en logistieke ruimtes.”
daarover krijgen we ook al vragen uit de markt. Onze focus ligt tot en met 2024 op een goede start hier en de dienstverlening aan onze leden. In de toekomst kunnen we dan kijken naar een model voor niet-leden. Daarover gaan we eerst in overleg met de leden met de vraag of zij dat ook willen en tegen welke voorwaarden”, zegt Tigchelaar, die inmiddels al wel met meerdere potentiële nieuwe leden in gesprek is. “Nieuwe leden waarvoor we nu gelukkig weer ruimte hebben.”
Transferro, Zwolle, 038.206.80.00, info@transferro.com, www.transferro.com
“We kunnen hier meer leden verwelkomen en assortimenten en voorraden desgewenst uitbreiden”
PREMIUM TOOLS
Rawlplug Chemische Ankers
100% eigen productie
R-KEM-II Universal polyester hars (styreen vrij)Europese goedkeur voor 15 ondergronden
R-KER-II Hybrid vinylester, hoge sterkte en veelzijdige toepassing in gescheurd en ongescheurd beton
R-KEX-II premium pure epoxy hars, goedgekeurd voor zware toepassing in gescheurd en ongescheurd beton
CFS- folie (geen afval van kokers)
Van knelpunt naar zekerheidsmarketing in de woningbouw
Onlangs kwam ik een interessant rapport tegen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
‘Marktaspecten we elijke implementa e nieuwbouw bijna energieneutraal’. Een bloemlezing van knelpunten die de eindgebruiker ervaart bij het kiezen voor een duurzame (BENG/Energieneutraal/ NOM) woning.
Het belangrijkste knelpunt is dat eindgebruikers kiezen op aankoopsom en niet op woonlasten. Het tweede knelpunt is dat men vreest dat lagere energielasten niet opwegen tegen de meerkosten van de oplossingen. Voorbeelden van tegenvallende rendementen en complicaties zorgen voor een slecht imago van energiezuinige nieuwbouw. Verder ziet men als knelpunt dat energiezuinige oplossingen voor de eindgebruiker te veel gedoe opleveren en te ingewikkeld zijn. Oftewel, een hoop argumenten om niet te investeren in verduurzamingsmaatregelen.
Het rapport is van 2014. Bijna tien jaar later zijn de meeste van deze knelpunten nog altijd actueel. Hoewel er een belangrijk verschil is opgetreden. Waar eindgebruikers voorheen argumenten vonden om niet te investeren in verduurzamingsmaatregelen, zie ik dat mensen nu onrustig worden van het idee om investeringen voor zich uit te schuiven. Een sterk groeiende groep maakt zich zorgen over hun energierekening en over de vraag wat het uitstellen van verduurzamingsmaatregelen betekent voor de toekomstige waarde van hun woning.
Deze onzekerheid heb ik het afgelopen anderhalf jaar aan den lijve ondervonden. Ik ben nauw betrokken bij het nieuwbouwproject Park Rietveld in Noordeloos. Het gaat om 45 energieneutrale woningen voor een brede woondoelgroep. Samen met ontwikkelaar Develop Inc. en grondeigenaar Rietveld voeren we verkoopgesprekken met toekomstige bewoners. Wat mij opvalt is dat de kennis van de woonconsument over zaken als warmtepompen, ventilatie, zonnepanelen, isolatie, daglichtopties, onderhoud, energielabels en duurzame hypotheekverstrekking vele malen groter is dan voor het uitbreken van de Oekraïnecrisis en al hele-
Wim Bak Marketingdeskundige Merkvastmaal onvergelijkbaar is met de situatie van het RVO-rapport. Al die kennis hebben ze voornamelijk online opgedaan. Op specifieke websites, blogs, filmpjes en reviews. Maar ook op verjaardagen, het schoolplein en andere sociale bijeenkomsten.
Wat ik fascinerend vind, zijn de antwoorden die mensen geven als ik echt doorvraag naar hun wensen. Zonder uitzondering blijkt dat mensen niet echt zitten te wachten op een warmtepomp, zonnepanelen en dikke isolatiepakketten. Ze worden blij van de gedachte aan een laag energiegebruik en daarmee de relatieve zekerheid over de betaalbaarheid van de energiekosten en van het idee van een moderne woning die je niet binnen een aantal jaar hoeft te renoveren. Woonconsumenten willen gewoon betaalbare warmte en koelte. En geen onzekerheid over hun energierekening en de waardevastheid van hun investering. Geef ze eens ongelijk.
Toch blijven bedrijven voornamelijk op productniveau communiceren. En te weinig op oplossingsniveau, of beter gezegd op ‘zekerheidsniveau’. Bedrijven die dat wel doen, zijn spekkoper. Dan bedoel ik aanbieders van energie- en binnenklimaatinstallaties die hun systemen niet als product verpakken, maar als oplossing. Inclusief onderhoud, financiering en prestatiegarantie. Zij verkopen geen warmtepompen, ventilatiesystemen en PV-panelen, maar warme, koude en verse lucht. En dat tegen een vaste prijs. Als geen ander begrijpen zij de wens van de woonconsument. Ik ben ervan overtuigd dat de winnaars van de toeleverende industrie ‘zekerheidsmarketing’ zullen omarmen. Met de Pyramide van Maslow in het achterhoofd is dat meer dan logisch.
Het Netwerk
Bouwmaterialenhandel in ijzerwaren
Een serieuze afdeling ijzerwaren en gereedschappen zien we tegenwoordig eigenlijk in iedere bouwmaterialenhandel. Maar waar doen die bouwmaterialenen houthandels eigenlijk hun inkopen? We scanden het netwerk van Zevij-Necomij, Transferro, Ferney en Nicovij op ‘branchevreemde’ leden.
Zevij-Necomij Transferro
Bouwmaat Sakol Veris/Bouwcenter
DGS (via Giebels)Business Update Bouwgroothandel
Benieuwd naar de dwarsverbanden in de bouwmaterialenhandel, houthandel en ijzerwarenhandel? Naar de trends, de sleutelfunctionarissen, de kerngegevens, de marktcijf ers en achtergrondverhalen? Check dan de [Business Update Bouwgroothandel] via www.mixpro.nl/update
“We gaan nu digitaal vooruit als één vloot”
DSG sprong al vroeg op de digitale trein: in 1996 openden de virtuele deuren van een website voor vlaggenschip S ho. Twin g jaar later pionierde het concern met Sybrand’s Place, een eigen e-commercebureau. Met de opening van een nieuw centraal kantoor voor DSG Digital is onlangs een nieuwe stap voorwaarts gezet. Sinds 2 april werken zeven g werknemers daar in meerdere cross-func onele teams samen aan nieuwe oplossingen. “De afgelopen jaren hebben we met een klein clubje e-commercespecialisten in een soort speedboot vaart kunnen maken. Nu gaan we juist gezamenlijk vooruit.”
Aan het woord is Johan van der Meer, manager digital commerce bij DSG. Samen met zijn collega Monique Vorst-Winters, manager digital development, vertelt hij aan MIXpro hoe de onderneming omnichannel koploper in de bouwgroothandel wil worden en blijven. De mt-leden komen onder meer te spreken over het nieuwe kantoor in Utrecht, Magic Fridays, lunchupdates en over wegwijs worden in het applicatielandschap.
Denken in klantreizen
“Al relatief vroeg hebben wij bekeken hoe we het dagelijks werk van onze klanten konden vergemakkelijken”, blikt Van der Meer terug op DSG’s eerdere digitale schreden. “Niet alleen met producten, maar ook met digitale oplossingen en diensten. In eerste instantie betrof dit vooral het toevoegen van online verkoopkanalen. Daarmee waren we er vroeg bij in onze branche. Daarna hebben we de klantreis centraal gesteld en daar digitale oplossingen en diensten voor ontwikkeld die echt bijdragen aan een omnichannel klantervaring. Denk hierbij aan track & trace, online bewerkingen, realtime inzicht in voorraadhoogtes en de levertijd van bestelartikelen en aan een online offertetool.”
Vorst-Winters vult aan: “De bouwgroothandel staat niet te boek als zeer vooruitstrevend op digitaal vlak. Het zal ermee te maken hebben dat de klantenkring voor een groot deel bestaat uit familiebedrijven die vaste werkwijzen hanteren. Ze komen elke dag bij de vestiging langs, maken een praa e en doen misschien een kop koffie. Die manier van werken wordt doorgegeven.” DSG’s manager digital development werkte eerder op de consumentenmarkt voor onder meer Albert Heijn en bol.com, waar klanten stukken veeleisender en beweeglijker waren: “De verwachtingen daar zijn sky high, dat is in deze branche anders. Het leuke van werken in deze branche is dan wel weer dat je klanten nog wel eens kunt verrassen met een nieuwe feature, zoals track & trace. ‘Oh handig’, zeggen ze dan.”
Sybrand’s Place
DSG staat er digitaal goed op. Dat is mede te danken aan Sybrand’s Place, het eigen digitale ontwikkelteam dat in 2016
Auteur Arjan van Oosterhout Foto’s DSGwerd opgezet. Vanuit een apart onderkomen op het hippe Rotsoord in de Domstad werkten developers – ‘de e-commerce pioniers van DSG’ – aan webshops en apps voor de verschillende formules. Het was de zogenoemde speedboot die los van het moederschip digitale meters voorwaarts mocht maken. “Met de agile scrum-methodiek hebben we daar in korte sprints snel veel succes geboekt”, aldus Vorst-Winters.
Digitale transformatie
Bij de digitale ontwikkeling van DSG voerde de techniek de voorbije jaren de boventoon, aldus Van der Meer: “Niet iedereen werd even goed betrokken bij waar de developers aan werkten. Terwijl het van groot belang is om mensen intern enthousiast te maken. En dus om bij de ontwikkeling mee te nemen hoe processen eruit komen te zien en hoe de kwaliteit kan worden gewaarborgd. Het werd tijd om niet meer met een klein groepje frontrunners naar digitalisering te kijken, maar bedrijfsbreed. Dan heb je het over verandermanagement of ook wel digitale transformatie.” Zo verschoof het zwaartepunt van de techniek naar de organisatie.
Eén DSG Digital
De elf ontwikkelaars die eerder werkten onder de vlag van Sybrand’s Place, zijn dit voorjaar verhuisd naar het centrale nieuwe onderkomen van DSG Digital in het Utrechtse Rijnsweerd. “Daar werken nu zeventig mensen in sprints van drie weken aan projecten met cross-functionele doelen”, aldus Vorst-Winters. “Eerder werkten zij op verschillende locaties, op Rotsoord dus, of in Nieuwegein, in Rotterdam of nog ergens anders. Nu kunnen we gezamenlijk vooruit als één DSG Digital, met ontwikkelaars, maar ook met specialisten op het gebied van bijvoorbeeld e-commerce, IT en applicatiebeheer en met collega’s van de servicedesk en cybersecurity. Nu gaan we digitaal vooruit als één vloot.”
Sneller en beter
De expertisebundeling werpt diverse vruchten af, aldus Van der Meer: “We kunnen sneller beslissingen nemen en dingen gaan bouwen waar we samen in geloven. En doordat er van verschillende kanten naar oplossingen wordt gekeken, gedurende het hele proces, worden die oplossingen ook beter.”
DSG Digital werkt toe naar zogenoemde BusDevOps-teams, waarin mensen vanuit de businesskant (zoals vestigings- en accountmanagers) samenwerken met ontwikkelaars en met specialisten in procesoptimalisatie en IT-systemen. De Bus, de Dev en de Ops respectievelijk. “Er zijn meer overeenkomsten dan verschillen, benadrukken we intern vaak. Dat geldt voor functies net zo goed als voor formules. Samen bedenken we hier features, neem bijvoorbeeld realtime track & trace met pushnotificaties, die voor een interieurbouwer net zo handig zijn als voor een aannemer. Zo kunnen we dus sneller ontwikkelen voor alle formules, hoeven we niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden. De cross-functionele teams worden overigens ook goed gewaardeerd door de medewerkers. Ze maken het werk leuker.”
Recruitment
Daarmee komt de manager digital commerce aan een ander pluspunt van het centrale DSG Digital: de aantrekkingskracht op schaars digitaal talent. “We wedijveren met bol.com, ook gevestigd hier in Utrecht, en met allerlei andere bedrijven. Dan is het interessanter te kunnen zeggen dat kandidaten hier in een community van zeventig digitale specialisten voor zes verschillende formules komen te werken, dan bijvoorbeeld in een team van vijf mensen voor één formule.”
Magic Friday
Wat zowel bijdraagt aan de employer branding als aan de oplossingen voor klanten is de Magic Friday die DSG in het leven heeft geroepen. Vorst-Winters: “Één vrijdag in de maand plannen we niets in. Dan bieden we medewerkers zogezegd de gelegenheid om naar buiten te kijken, om hun eigen expertises uit te diepen op basis van nieuwe technologieën en trends, of nieuwe kennis op te doen. Allemaal op vrijwillige basis overigens; het mag, maar ‘t hoeft niet. Zo stimuleren we medewerkers om te blijven leren, prikkelen we innovatie en blijven we ook als bedrijf open-minded.”
De Magic Fridays hebben DSG verschillende concrete resultaten opgeleverd, vervolgt Vorst-Winters: “We hebben op zo’n vrijdag kennisgemaakt met Flutter-technologie, wat de basis is geworden voor onze apps. Maar we hebben ook een manier gevonden om de prijscommunicatie op het schap van Qoqon te verbeteren dankzij de inzet van QR-codes.” Verder zijn er onder meer voorspellende algoritmes gemaakt en is onderzocht hoe productbeschrijvingen kunnen worden verbeterd met ChatGPT. “Het is leuk om te zien wat er uit zo’n Magic Friday kan komen, maar het levert ook op”, aldus Vorst-Winters. “Het zorgt ervoor dat we buiten de bestaande bedrijfsroutines denken”, vult Van der Meer aan. De magische vrijdagen maken het 97-jarige DSG aantrekkelijk, en ze houden de organisatie scherp.
IJzersterk in elke vezel.
Echte WASHI-TEC® tapes komen niet uit de lucht vallen. Ze komen uit Japan – alleen uit Japan. Uitsluitend daar worden ze met extra lange JINZOKEI® vezels versterkt voor de hoogste scheurvastheid en optimale trekkracht. Alleen in Japan ontstaat zo de originele WASHI-TEC® schilderstape die garant staat voor messcherpe verflijnen. Dus kies niet zomaar een washi tape, maar kies WASHI-TEC®. Kijk voor meer informatie op www.kip-tape.com.
Interne betrokkenheid
Nu DSG’s speedboot zich voegt bij het moederschip, om in die beeldspraak te blijven, worden steeds meer mensen in de organisatie actief betrokken bij de digitale stappen van de organisatie. Volgens Van der Meer kan het ook niet anders: “Als een klant in een vestiging een vraag heeft, bijvoorbeeld over de werking van een app, kun je niet zeggen: ‘We bellen wel even met onze developers.’ Bovendien: bijna alles is digitaal tegenwoordig. Of het nu gaat om een kassa-aanslag, productinkopen of om het inplannen van ritten voor vrachtwagens.” Digitaal is overal aanwezig in het dagelijkse werk binnen DSG, vervolgt Van der Meer: “Het is niet een kwestie van een paar mensen ergens in een hoekje op een afdeling. We willen zowel klanten als medewerkers echt de voordelen van digitaal laten ervaren door middel van onze omnichannel klantreis. Dat kan alleen met een organisatiebrede digital mindset.”
En dus organiseert DSG Digital lunchupdates in het land om medewerkers op de hoogte te brengen van actuele ontwikkelingen. Dat zijn geen referaten, maar korte verslagen van ervaringsdeskundigen over een digitaal project: “Wat is er gedaan, wat heeft het betekend voor jou als professional, en wat draagt het bij voor de klant”, vat Vorst-Winters samen.
De medewerkers gaan niet alleen naar locaties van de formules toe om informatie te brengen, maar ook om die te halen, aldus Van der Meer: “Wij stimuleren mensen om vestigingen te bezoeken en te praten met medewerkers en klanten op de vloer, bijvoorbeeld als we met de ontwikkeling van een feature bezig zijn. We zitten niet in een ivoren toren, juist niet. Klantonderzoek, A/B-testen en datagedreven werken zijn ook het uitgangspunt om van ‘denken wat de klant wil’, naar ‘weten wat de klant wil’ te gaan.”
Wij-zij voorbij
De multidisciplinaire teams binnen DSG Digital zorgen volgens Vorst-Winters voor brede betrokkenheid vanaf de start van digitale projecten. “We trekken direct samen op. Zo gaan we af van het wij-zij-denken tussen verschillende formules of afdelingen. Binnen DSG Digital en onze formules streven we allemaal dezelfde doelen na: we hebben samen KPI’s gedefinieerd (key performance indicators, red.) en we meten succes nu op dezelfde manier.”
Schaalbaarheid
Behalve aan één DSG Digital, aan de organisatiebrede digital mindset en aan innovatie (zie een artikel over DSG Ventures in MIXpro 4-2022), werken Van der Meer, Vorst-Winters en collega’s deze dagen aan schaalbaarheid. “Dat is de basis voor versnelling”, weten de mt-leden. Vorst-Winters: “We hebben laatst geteld hoeveel applicaties we in gebruik hebben over alle formules. Dan kom je op een aantal dat ik niet hardop durf te noemen.” De wildgroei in het applicatielandschap is begrijpelijk, vervolgt ze, met steeds nieuwe oplossingen om problemen op te lossen of kansen te grijpen. “Het werkt ook allemaal wel, maar het belemmert je om grote nieuwe stappen te zetten. Omdat je niet
alleen te maken hebt met de techniek, maar ook met de mensen die ermee werken en met processen waar systemen op aansluiten. Het is een hele klus om dat te ontvlechten, maar met ons project ‘Applications in control’ zijn we daar nu wel mee bezig. We kijken naar wie applicaties en data gebruikt, wie de eigenaar is, wat de risico’s zijn, welke contracten er liggen et cetera. Met als grote doel om steeds dezelfde waarheid te vertellen aan klanten en medewerkers, onafhankelijk van de formule of het kanaal.”
Renovatieproject
Er zijn nieuwe afdelingen gekomen rondom IT en data-architectuur die nu bouwen aan ons fundament voor de toekomst, vult Van der Meer aan: “We zijn begonnen aan een renovatieproject. De tekening ligt er, nu zijn we aan het slopen en dan gaan we voorzichtig weer opbouwen. Het duurt nog wel even voordat we echt modulair ofwel schaalbaar zijn. Daar kun je grote synergievoordelen mee behalen: het putten uit magazijnen van verschillende DSG-formules, bijvoorbeeld. Daarmee kunnen wij onze klanten een nog breder en dieper assortiment aanbieden. En hoe meer je standaardiseert, hoe beheersbaarder en voorspelbaarder je processen worden, hoe beter medewerkers en klanten geholpen zijn. ”
Familiebedrijf
DSG mag er digitaal goed op staan, Van der Meer en Vorst-Winters hebben de komende jaren genoeg te doen om de organisatie verder vooruit te brengen. “Ik voel veel vertrouwen en draagvlak voor onze strategie. We krijgen dan ook de ruimte en mogelijkheden om die met een brede groep collega’s waar te maken. Ik denk dat dat juist ook kan bij een familiebedrijf als DSG”, benadrukt Van der Meer. “Als groep willen we inspireren in duurzaam en digitaal ondernemen. Daar zetten wij ons dan ook dagelijks met ruim duizend collega’s voor in.” Vorst-Winters: “Daar sluit ik me helemaal bij aan.”
Buiten- en Binnen lak
Binnenlak
Buitenlak
Grondverf
Muurverf
MAAK NU KENNIS MET: een zorgvuldig samengesteld concept met de meest populaire ready-mix kleuren van dit moment.
Alle kleuren zijn verkrijgbaar in zowel Alkyd als Acryl variant, en beschikbaar in blikken van 250 ml, 750 ml en 2,5 liter.
Met een uniek aanbod vanaf één meter schapruimte, is vrijwel elke verfvraag te beantwoorden.
Interesse?
Bel voor meer informatie 0180 - 617422
Flensburg 11, 2993 LS Barendrecht info@versluis.nl - www.versluis.nl
Een gouden toekomst dankzij teflontape
Ongetwijfeld bestaan er vrouwen die alles kunnen, maar die ben ik nog niet tegengekomen. Wel tref ik zo nu en dan mannen voor wie geen klus te gek is. Met een van die mannen werk ik geregeld in de beton. Een paar jaar geleden kocht hij een erns g gedateerd huis tegen een sterk gereduceerde prijs. Alleen een buitengewoon handig persoon kan door de ellende van zo’n aankoop heen kijken. Mijn collega is zo’n persoon.
Gestaag tovert hij het stenen misbaksel om tot een vrijstaande villa in het buitengebied. Werkelijk alles doet hij zelf, ook het loodgieters- en elektrowerk. Was ik maar zo handig als hij. Ook anderen erkennen zijn lef en vakmanschap. Sinds kort gaat hij mee op pad met een loodgieter. Ketels hangen en dat soort werk. Het bevalt hem zo goed dat hij besloten heeft zich op dat gebied bij te scholen en op korte termijn de overstap van beton naar installatietechniek te maken. “Het verdient ook nog eens stukken beter.”
Thuis heb ik een in hoogte verstelbare wasbak die lekt boven de aansluiting op de sifon. Geïnspireerd door mijn collega denk ik het euvel zelf te moeten oplossen, niet in de laatste plaats met het oog op een beter betaalde toekomst. Ik pruts en pruts en houd onder-
delen over. De lekkage heeft zich verplaatst naar de afdichting op een flexibele slang. Teflontape! Ja, mijn vader wees me lang geleden op dat wonder. Dus ik naar de BMN in Veghel, een enorme bouwmaterialenhandel met een zeer chique entree.
Achter de balie van de shop zit een jongeman die ik daar niet verwacht had. Tot voor kort werkte hij bij Agri Bouwmarkt in Berlicum, de onlangs (helaas) gesloten zaak van Ad Geerts, ook bekend als columnist voor MIX. Ik raak met de jongeman aan de praat. Na een half uur vraagt hij me waarvoor ik eigenlijk kom. “We hebben heel veel”, antwoordt hij nadat ik mijn wensen kenbaar heb gemaakt. “Maar teflontape hebben we niet.” Hij wijst naar buiten. “Daar, bij Wildkamp, daar hebben ze het zeker wel.” Hierna vervolgen we ons gesprek. Als ik even later aanstalten maak om te vertrekken, zegt hij dat ik gerust naar Wildkamp kan gaan, maar dat een rolle e teflontape bij de Gamma waarschijnlijk goedkoper is. Ik weet genoeg.
Thuis zet ik de flexibele slang dik in de tape, schuif het geheel weer in elkaar en laat de kraan lopen. Tadaaa! Het lekken is verholpen. Is dit de eerste stap in de overstap van beton naar installatietechniek? Denk van wel. Meteen bestel ik online een grotere smart-tv, want zeer binnenkort ga ik ongetwijfeld stukken beter verdienen.
Edwin TimmersElectra als categorie voor de bouwgroothandel
Electra in de bouwmaterialenhandel wordt toch vooral geassocieerd met schakelmateriaal en bekabeling. Wordt het niet eens jd om dit assor ment stevig te upgraden en de door k te maken naar smart home? Met beveiliging, slimme verlich ng en mul media valt mogelijk meer omzet te maken. Neemt de bouwmaterialenhandel zijn klantenkring inmiddels mee in deze ontwikkeling? En is daarbij ondersteuning vanuit de industrie?
Willem Lezwijn PLOEGGANG OOSTERWOLDE
“Dat partijen in de bouwmaterialenhandel dat laten liggen, heeft wellicht te maken met de gerichtheid op traditioneel aanbod. Wat ik in ieder geval merk: er is steeds meer vraag naar. Wij bedienen de zakelijke gebruiker en in mindere mate de particulier – wat ik aan die kant merk, is dat er zeker onder jongeren almaar meer interesse is voor slimme oplossingen. Wij staan met één been in de technische installatiesector en met één been in de bouwmaterialenbranche; misschien verklaart dat onze vooruitgeschoven positie. Dozenschuivers zijn er al genoeg, wil je je onderscheiden, dan moet je jezelf ook weten te onderscheiden.
Mathijs Romburg
POLVO VAN DE HAM, ELBURG
“Als je het hebt over slimme oplossingen voor de woonomgeving praat je bij ons vooral over het toepassen van slimme toegangscontrole. In die context zijn we vooral bezig met grotere projecten. Dan moet je denken aan grotere projecten op woningbouwgebied: flats, complexen, penthouses, dat soort werk. De uitvoering daarvoor ligt
Het is ook zo: als je het niet presenteert, dan zal de belangstelling ook niet groeien. De man met de klusbus toont zeker ook interesse. Hij beperkt zich vooralsnog tot oriëntatie, hij neemt het product in zijn handen en snuffelt er eens aan, maar daarmee is er wel een signaal dat er ook in die hoek kansen liggen. De zzp’er heeft met smart home-oplossingen bovendien een interessant verhaal te vertellen aan zijn eindklanten.
Wat je als verkooppunt wel moet realiseren, dat er een behoorlijke investering aan vooraf gaat. Slim wonen-oplossingen zijn behoorlijk prijzig. Daar staat dan weer een hoge kassa-aanslag en een aantrekkelijker marge tegenover.”
met name in handen van de grotere aannemers. De man met de klusbus komt hier ook wel, maar die wordt dan veelal ingehuurd door de particulier die zijn elders gekochte oplossing door een klusprofessional laat installeren. Dan wordt het slimme slot dus bij een bouwmarkt gekocht, terwijl de installatie zelf uit handen gegeven wordt.”
Gerwen Twilhaar
BMN BOUWMATERIALEN NIJVERDAL
“Wat wij in het schap hebben liggen zijn lasdoppen, installatiebuizen, kabelclips, dat soort werk. Dat zijn bijproducten voor bouwprofessionals die bezig zijn met het realiseren van een bebouwing. Ik denk dat smart home-oplossingen als beveiligingscamera’s of slimme verlichting eerder past bij de technische installatiebranche. De technisch installateur zal heus wel een keer een gipsplaat nodig hebben, die koopt die dan hier, terwijl de klusprofessional bij de technische installatiesector te raden gaat voor een beveiligingscamera bijvoorbeeld.”
Han Muller
BOUWMAAT AMERSFOORT
“Ik heb de indruk dat de bouwmaterialenhandel, dus breder dan Bouwmaat, altijd wat later inspeelt op de trends dan de consumentenhandel. Bij ons gaat het toch meer om volumes dan om individuele oplossingen. Neem zwart bouwbeslag. Dat is al een tijdje populair in consumentenkringen, terwijl het nu pas eigenlijk landt in de bouwmaterialenhandel.
Dat geldt ook voor elektraoplossingen. We waren één van de eerste partijen die aan de slag gingen met KlikAanKlikUit-oplossingen, maar echt veel dieper zijn we niet in oplossingen voor smart home gegaan. Er bestaat immers zo ontzettend veel keuze, dan heb je eigenlijk nooit het juiste product op voorraad. Er bestaan inmiddels ook draadloze lichtschakelaars, gezien het karakter daarvan zou dat best een plek kunnen veroveren in het schap, maar blijkbaar is de vraag daarnaar nog dusdanig beperkt dat we die oplossing op dit moment niet voeren.”
Margreet Bouwman
Nico Koomen SALO ALKMAAR
“Er zijn prachtige concepten beschikbaar. Probleem is echter: niemand lijkt er hard aan te trekken om dat verder te populariseren. Zo bestaan er prachtige smart home-concepten, waarbij zonnepanelen, een kleine thuisaccu en huishoudelijke apparatuur met elkaar samenwerken om tot optimaal energieverbruik te komen. Als de zonnepanelen je thuisbatterij hebben opgeladen, krijg je een push notificatie op je smartphone met de mededeling dat het tijd wordt om je wasmachine aan te zetten. Ideaal, alleen is de belangstelling ervoor nog zeer beperkt. Probleem is dat veel vakprofessionals optimaal hun werk doen, terwijl ze daarnaast te weinig hun commerciële kwaliteiten in de strijd gooien. Wat ik zeg: er bestaan prachtige concepten, maar die moet je dan wel weten te verkopen. Ook hier is de aandacht voor smart living-concepten nog beperkt. De vraag is gering, dus bestaat er ook geen reden om daar fors mee uit te pakken.”
COMMUNICATION SPECIALIST RESIDENTIAL BUILDING, ABB
“Rond, vierkant, tijdloos, klassiek, plastic, porselein, zwart, wit of kleurrijk; de mogelijkheden in schakelaars zijn eindeloos. Niet voor niets liggen de schappen er vol mee, net als met bijpassende wandcontactdozen en bekabeling overigens. Maar wordt het niets eens tijd om flink te ruimen en plaats te maken voor Smart Home-producten? Oplossingen met meer marge, meer toekomst en dus met meer kansen.
Inmiddels heeft ruim 4,8 miljoen van de Nederlandse huishoudens (59%) minimaal één Smart Home-product in huis, zo blijkt uit onderzoek van Multiscope*. En vertegenwoordigen al die producten samen een waarde van 4,1 miljard euro. Het is dus best de moeite waard om daar als bouwmaterialenhandel serieus werk van te maken. Zeker ook omdat er voor elk budget en elke vraag wel een oplossing is.
Dat begint simpel met slimme schakelaars die draadloos te bedienen zijn en op elke willekeurige plek in de woning te plaatsen zijn. Of met
complete sets voor het schakelen, dimmen en de kleurregeling van ledverlichting. Ook bewegingsmelders vinden nog steeds gretig aftrek, net als overige systemen voor meer veiligheid in en om de woning.
Ook de industrie denkt mee en innoveert continu. Zo biedt een systeem als Busch-free@home flex bijvoorbeeld uitkomst voor consumenten die huisbesturing nog een brug te ver vinden. Het legt namelijk de basis voor een slimme installatie en het kan in de toekomst eenvoudig stapsgewijs uitgebreid worden naar een compleet Smart Home. Daarin zijn tegenwoordig overigens tal van oplossingen van gerenommeerde merken te integreren. Ledverlichting, home sound systems, raambekleding en zelfs huishoudelijke apparatuur. Met dat alles is het dus relatief simpel om in een snel veranderende markt mee te bewegen met de toenemende wensen van de klant, en om zo meer omzet te genereren.”
( * Bron: Multiscope Smart Home Monitor 2023)
Gerrit van der Vegt MASTERMATE ZWOLLE
“Wij zijn een relatief kleine speler als het gaat om het aanbieden van installatiemateriaal. Wat je daarentegen uitdrukkelijk wel ziet, is dat er steeds meer belangstelling ontstaat voor slimme elektronische toegangscontrole. Dat is bij ons beslist een interessante groeimarkt. Vroeger waren dat behoorlijk ingewikkelde, vrij dure toepassingen, maar tegenwoordig is veel plug & play. Het is niet superingewikkeld om dat te installeren.
We bedienen daarmee twee groepen: de particulier die de bouwmarkt omzeilt en rechtstreeks naar ons komt en de man met de klusbus die de oplossing in opdracht van de afnemer monteert. Vooral bij de groep particulieren zie je een almaar groeiende belangstelling. Het zijn vaak mensen die wat meer kaas hebben gegeten van techniek en het leuk vinden om met deze materie aan
de slag te gaan. Het zijn ook mensen die andere delen van hun huis hebben geautomatiseerd. Bij de profklusser zie je ook wel toegenomen belangstelling, tegelijkertijd zijn ze wat huiverig voor de toepassing ervan. Er bestaat een bee e angst dat installatie ook kan leiden tot storingsmeldingen. En profklussers hebben er geen zin in om voor een storing op pad te gaan.
Ik denk zeker dat hier een groeimarkt in zit, ook voor de ijzerwarenhandel, al zal zich dat beperken tot slimme sloten en bijvoorbeeld vluchtwegtechniek. Ik verwacht niet dat wij een rol gaan spelen bij slimme verlichting of het automatiseren van zonwering of gordijnen bijvoorbeeld. Gevoelsmatig verwacht ik eerder dat die ontwikkeling ligt bij de elektrotechnische installateur.”
Berend Pongers
POLVO LEKKERKERKER, UTRECHT
“Slimme elektronische toegangscontrole is een hot item op dit moment. Zeker nu de vergrijzing zich in groot volume aandient en senioren langer thuis blijven wonen, zijn dit oplossingen die bij deze tijd passen. Mensen van de thuiszorg willen binnenkomen, een slim slot kan daarvoor de ideale oplossing zijn. Wat je vaak ziet, is dat er twee mensen bij dit traject betrokken zijn: de timmerman en de elektricien. De timmerman is er om de deur af te hangen en het beslag aan te brengen. De elektricien heeft weet van de technische installatie.
Dat lijkt complex, maar veel merken die elektrische toegangscontrole aanbieden, eisen dat de uitvoering in handen ligt van een gecertificeerde professional. Die moet dan kennis hebben van allerlei achterliggende technieken. Voor een timmerman is het veelal niet lonend om zich bij te scholen op dat vlak. Daar is zijn vraagvolume naar elektronische oplossingen te beperkt
voor.” De elektrische installatie van een woning behelst meer dan uitsluitend een peer e in een fitting: eindgebruikers zijn op zoek naar oplossingen die hun woning verder veraangenamen.Met Mondial maakt Versluis de verfklus toegankelijk
Makkelijke instap in lucratief winkelmandje
Versluis is een toonaangevende groothandel in verf en schildersgereedschap. Ze leveren een mix van A-merken en eigen merken. Snel en e ciënt dankzij vergevorderde automa sering. En met het geheel vernieuwde Mondial-concept van readymix-verf bieden ze nu iedereen een heel makkelijke instap in de complete ver lus. Want die levert een heel interessant winkelmandje op, weten ze in Barendrecht.
Verf is een belangrijke productgroep in dhz-retail. Dat weten ze bij Versluis uit Barendrecht. Ze zijn onder andere dealer van Sikkens en Sigma en groothandel voor heel veel paint- en non-paint-producten van A-merken en eigen merken. “Maar”, zegt Bas Versluis, “Niet ieder verkooppunt heeft een mengmachine in zijn winkel. En al heb je die wel, dan heb je soms ook klanten met een verfklus die niet per se vraagt om een dure pot mengverf van een topmerk.”
Precies voor die situaties introduceert Versluis het vernieuwde Mondial-concept. Dat is een compleet concept waarmee je als winkelier op één meter de complete verfklus compleet kunt maken. Van de ready-mixed-verf tot de kwast en van het schuurpapier tot aan de afplakband of de verfkrabber en het plamuurmesje.
Verfklus is heel belangrijk
Boudewijn Versluis komt als buitendienstman trouwens ook nog andere situaties tegen waarin het compleet vernieuwde kant-enklaar-concept Mondial zijn diensten kan bewijzen. “We zien diverse formules instappen op de mengmachine en daar ook weer snel van afstappen. Omdat het toch te bewerkelijk is, ze er het volume niet voor hebben, de klandizie niet, de traffic niet, of simpelweg de kennis ontbreekt. En dan staan die machines daar geld te kosten, gaan ze binnen no-time retour met alle kosten van dien. Terwijl de verfklus wel een heel interessant ‘winkelmandje’ vertegenwoordigt voor dhz-retail én voor de zakelijke markt. Want zowel klusconsumenten als zzp’ers en klusbedrijven nemen heel vaak de kwast ter hand.” Bas Versluis: “In het zakelijke segment zeggen we wel eens: je hebt misschien niet veel schilders als klant, maar beslist wél veel klanten die af en toe eens schilderen.”
Instap in lucratief winkelmandje
Kortom, met het Mondial-concept geeft Versluis dhz-winkels en bouwgroothandels de perfecte instap in de verfklus. Mondial biedt een compleet assortiment binnen- en buitenlakken in negen actuele kleuren plus zwart en wit in een vriendelijke prijs-kwaliteitverhouding. De verf is er op terpentinebasis en in watergedragen varianten. In hoogglans en in zijdeglans, de watergedragen varianten ook in mat zijdeglans. Steeds in drie volume-varianten: het 2,5 L blik, de 750 mL en het unieke 250 mL-blikje. Bas Versluis: “De 250 mL is het perfecte het blikje voor het kleine klusje. Daar heeft de klant geen groot blik voor nodig en dat wil hij
Over Versluis
Sinds jaar en dag is Versluis een bekende speler op de paint en non-paint markt. Als dé partner voor hun klanten kiest de groothandel altijd voor kwaliteit in producten en dienstverlening. Dankzij jarenlange ervaring hebben ze vanuit Barendrecht goede en langdurige relaties opgebouwd met zo’n duizend klanten en beschikken ze over talloze leveranciers van paint en non-paint producten.
dus niet kopen. Toch zien we alle fabrikanten stoppen met die variant, daarom bieden wij hem juist wél. En vergeet trouwens de vernieuwde etiketten niet. Die bieden veel overzichtelijke productinformatie en geven de blikken en het complete schap een kwalitatieve en betrouwbare uitstraling.”
Mondial biedt ook twee soorten latex: de basic variant voor bijvoorbeeld de studentenkamer en de kwaliteitslatex op het niveau van de Powerdek en Monodek.
Marge en onderscheid
Vanuit het lokale dealerschap, in de omgeving Barendrecht, voor de merken Sikkens en Sigma weet Versluis precies welke kleuren er hard lopen en welke niet. En juist die actuele hardlopers hebben ze opgenomen in Mondial kleurlijn. Het kleurenpallet voor de binnenlakken iets meer op de trend en dat van de buitenlakken juist iets tijdlozer. Boudewijn Versluis: “Op basis van al onze verkoopdata kunnen we precies zien welke kleuren nú lopen.”
Ter introductie van de Mondial lakken heeft Versluis paint & non-paint een Goud, Zilver en Brons-pakket in de aanbieding. Die zijn compleet te maken met kwasten en schildersgereedschap van de eigen merken van Versluis paint & non-paint: VEBA en Flensburg. “Daarmee bieden we de verkooppunten een heel hoge marge en een heel sterk onderscheid. Want de kwasten van de meer gangbare merken liggen overal, met de nodige prijsdruk van dien”.
Het succes met Versluis
• Persoonlijke service
• Continu uitgebreide voorraad
• Snelle levertijd
• Eigen en uniek assortiment
• Goede marges en omzetsnelheid realiseren
• De beste prijzen
• Uitsluitend werken met top merken
Een rondje door het bedrijf laat zien dat het met de leverbetrouwbaarheid wel goed zit. Ondanks de grote ingaande en uitgaande stromen, ziet het magazijn er spic en span uit en lopen de processen gesmeerd. Bas Versluis: “Daar doen we goed ons best voor. We zijn tot in de pun es geautomatiseerd en hebben alles efficiënt georganiseerd. Allemaal ten voordele van onze klanten. Dus ik zou zeggen: kom maar op!”
Wat kan Versluis paint & non-paint voor je betekenen?
Bas Versluis verwoordt heel helder: “Gemakkelijk de beste paint en non-paint producten, tegen de scherpste prijs inkopen? Met Versluis als partner ben je als reseller bij ons aan het juiste adres. Zo kun jij direct goed voorzien in de wensen en behoeften van je klanten. Met een breed en compleet assortiment houd jij je voorraad te allen tijde compleet, onderscheid je je van jouw concurrentie en ben je in staat indrukwekkende marges te realiseren.”
Versluis paint & non-paint, Barendrecht, 0180.61.74.11, sales@versluis.nl, www.versluis.nl.
mij
Kip Tape verduurzaamt assortiment naar mogelijkheden
“Duurzaamheid nooit ten koste van kwaliteit”
Net als veel andere toeleveranciers voor de bouwgroothandel en doe-het-zelfzaken onderzoekt ook tapefabrikant Kip Tape mogelijkheden om producten te verduurzamen. “Best een uitdagende zoektocht”, zo zegt Chris an Würz, die zich als productmanager toelegt op de verduurzaming. “Duurzaamheid is echter een belangrijke ambi e van onze organisa e dus we focussen ons bij de ontwikkeling van nieuwe producten op het maximaal haalbare.”
Een van de grote uitdagingen als het gaat om recycling en hergebruik van tapes, beschermfolies en maskeerpapier is de kleefstof die wordt gebruikt voor de bevestiging. Würz: “In veel van die kleefstoffen zitten oplosmiddelen en die maken hergebruik of recycling erg lastig. De nieuwe producten die we ontwikkelen bevatten daarom geen oplosmiddelen meer.”
Voorbeelden daarvan in het huidige assortiment van Kip Tape zijn Washi-Tec tapes, zelfklevende beschermfolies, PE-tapes en de Ultra Sharp® tape. “Bovendien winnen we de oplosmiddelen terug in het productieproces en hergebruiken ze.”
Kwaliteit bewaken
Dat geldt ook voor de toepassing van gerecycled papier. “Daar waar mogelijk willen we in onze productie gebruikmaken van gerecycled papier en karton. Aangezien gerecycled papier minder sterk is dan
Koploper Masking-Tec® Cover
Een van de meest duurzame producten uit het huidige assortiment van Kip Tape is volgens Würz de 397 Masking-Tec® Cover. “Hier gebruiken we PEFC-gecertificeerd maskeerpapier in combinatie met een maskeertape. De Masking-Tec® Cover is uitstekend geschikt om bijvoorbeeld vloeren te beschermen tijdens schilderwerk, vooral bij airless spuiten. Door gebruik te maken van het tegelijkertijd dunne maar uiterst duurzame papier kan veel afval worden bespaard in vergelijking met conventioneel afdekvlies of stucloper. Afhankelijk van hoe vervuild het is, kan de Masking-Tec® Cover in zijn geheel worden hergebruikt of weggegooid in de papierbak.”
nieuw papier, volstaat de kwaliteit ervan nog niet voor sommige van onze producten, zoals Maskingtape. De kwaliteit van onze producten is minstens zo belangrijk dus daaraan doen we nooit concessies”, zegt Würz, die benadrukt dat wel gezocht wordt naar mogelijkheden om de sterkte van gerecycled papier te verbeteren. Door nieuw en gerecycled papier te combineren in tapes zoekt Kip Tape ook naar duurzamere oplossingen. “Zo hebben we een verpakkingstape ontwikkeld met 30% gerecyclede vezels. Dit kan prachtig samen met een doos worden gerecycled en hoeft niet tegen hoge kosten te worden gescheiden. Wie scheidt immers de tape van een doos bij het weggooien?”
Eigen impact bepalen
Voordat Kip Tape enkele jaren geleden begon met het opstellen van duurzame ambities, is eerst onderzoek gedaan naar de impact die de fabrikant heeft op de keten en vice versa. “Die analyse hebben we vertaald in een duurzaamheidscirkel waaruit we drie kernwaarden hebben vastgesteld. Dit zijn ‘Veiligstellen van duurzame levenscycli’, ‘Vasthouden aan milieubehoud’ en ‘Verbinden van collega’s en gemeenschappen’”, zegt Maurice Magis, marketingmanager van Kip Tape. “Drie kernwaarden met een duidelijke link naar onze tapes, maar vooral onze ambitie voor de toekomst.”
FSC en PEFC
Sinds enkele jaren gebruikt Kip Tape vooral FSC- of PEFC-gecertificeerd papier in het productieproces. “Dit garandeert onder andere dat er geen bossen worden gekapt of inheemse gemeenschappen worden verdrongen voor onze producten. We willen zo holistisch mogelijk denken. Wat heb je bijvoorbeeld aan een T-shirt van biologisch katoen als het onder mensonwaardige omstandigheden door kinderen wordt gemaakt? Onze productielocaties zijn dan ook gecertificeerd.”
Deze holistische benadering beperkt zich niet alleen tot het product, maar ook de verpakking selecteert de fabrikant zorgvuldig. Würz: “Verpakkingsmachines over de hele wereld zijn ontworpen om PVC te gebruiken. Niet erg milieuvriendelijk, mede omdat het gekrompen wordt met behulp van warmte. Dit is weliswaar kosteneffectief en werkt misschien goed, maar wij proberen PVC te vervangen door duurzamere materialen, ook al is dat iets duurder. Bovendien kunnen we daarmee de verpakking tot een minimum beperken.”
Circulair nog onhaalbaar
Volgens Würz heeft Kip Tape de keten van productie tot en met de verkoop van de assortimenten goed in beeld. Ondanks de duurzame innovaties en ontwikkeling van Kip Tape is de cirkel voorlopig nog niet rond, zo weet Würz. “Met de huidig beschikbare techniek en kennis is het nog niet mogelijk om een sluitende keten te maken voor onze producten. Daarvoor zijn we bovendien ook afhankelijk van andere, vaak individuele, schakels in de keten. Schilders, maar ook consumenten spelen een belangrijke rol in de rest- en afvalstromen.”
Complexe oplossingen
Er wordt gewerkt aan oplossingen, maar die zijn volgens Würz complex. “Voor papier is er bijvoorbeeld een functioneringscyclus vastgesteld. Een deel van ons papier bestaat al voor honderd procent uit gerecycled papier. Het probleem is dat ze vaak vervuild zijn met verf, lak of vernis dat er in het recyclingproces weer uitgewassen moeten worden. Dat is mogelijk, maar vraagt voor iedere vervuiling een andere aanpak.
Het belet de fabrikant niet om zelf actief verder te werken aan een zo duurzaam mogelijk assortiment. “En over die initiatieven en ontwikkelingen blijven we de handel ook informeren zodat ze weten dat ze met ons kiezen voor verantwoorde producten en een duurzame toekomst”, benadrukt Magis. Würz vult aan: “Ook al zetten we steeds kleine stapjes, uiteindelijk zijn het juist die kleine stapjes die ons helpen op weg naar een duurzaam product.”
Bedrijf, NAW Kip Tape, Bocholt (D), +49(0).287.123.466-0, info@kip-tape.com www.kip-tape.com
“Wij proberen PVC te vervangen door duurzamere materialen, ook al is dat iets duurder”
DE OPLOSSING VOOR
AL UW PLEISTERPROJECTEN
PLAMUURMES
PLAMUURROL
AIRLESS
Wat gaat het je kosten?
Uit een recente enquête van het Centraal Bureau voor de Sta s ek (CBS) blijkt dat driekwart van de bedrijven de hogere kosten voor grondsto en, energie en lonen niet (volledig) doorberekenen aan hun klanten. Dit hee verschillende redenen, waaronder zorgen over concurren eposi e en bestaande contractuele afspraken.
De stijgende kosten zijn voornamelijk het gevolg van naweeën van de leveringsproblemen door COVID en hogere energie- en grondstofprijzen, als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de ook hierdoor verstoorde markten en handelsketens. Zoals het er nu uitziet blijft deze onzekerheid nog wel even bestaan.
Zoals gezegd, het raakt dus de hele keten van grondstoffenleveranciers, fabrikanten, toeleveranciers en je afnemers. Omdat het procenten over procenten zijn kan het eindresultaat voor de klant van je afnemer een uitkomst hebben die hij liever niet ziet.
Hoewel het gebruikelijk is om prijsstijgingen van fabrikanten één op één door te berekenen en mogelijk de marges te verhogen om onverwachte kostenstijgingen te compenseren, is het belangrijk om rekening te blijven houden met de klanten van je afnemer. Die klant gaat shoppend op zoek naar bedrijven die niet alles doorberekenen of gaat op zoek naar een alternatief. Beide niet prettig voor jouw vaste afnemer.
Kosten zijn kosten en die kun je niet ontkennen, ook niet voor je liefste afnemer, het komt er anders op neer dat je inlevert op je eigen marges. Maar van die marges draait jouw bedrijf, niet doen dus! Vooral kleine ondernemers zijn vaak terughoudend als het gaat om het doorberekenen van prijsverhogingen voor hun vaste klanten. Angst voor omzetverlies of verlies van hun vaste klanten. Maar ook concurrentieoverweging is zo’n argument, het zijn echter allemaal kortetermijnoverwegingen om de kosten niet door te willen berekenen. Het klinkt klantvriendelijk maar het is de vraag of het verstandig is want het uitzingen in de hoop op een kostenverlaging is een uitdaging.
Die prijsstijgingen zijn er en moeten betaald worden. Door jou of door je afnemer.
Wat dan wel? Allereerst blijf eerlijk… ook naar jezelf toe. Maak voor jezelf inzichtelijk waar de kostenstijging vandaan komt en hoe die doorberekend kan worden. Wees transparant naar je afnemer over jouw kostenopbouw en kijk waar kostenbesparingen (productverandering) te halen zijn zonder aan kwaliteit in te leveren.
Kijk of je met jouw (toe)leveranciers de kostenstijgingen kunt faseren. Belangrijk is ook dan altijd transparantie, dus niet bij elke fase de kosten verhogen maar in een keer de werkelijke kostenstijging laten zien en bij elke fasering de korting op de kostenstijging kleiner maken.
Het is belangrijk om de waarde van klanttevredenheid en langetermijnrelaties te onderkennen. Ook als prijsverhogingen onvermijdelijk zijn, kun je door alternatieve manieren te zoeken om te besparen, je klanten een positief gevoel geven. Het vinden van creatieve oplossingen en het proactief inspelen op de behoeften van je klanten leidt tot meer tevredenheid en de groei van loyale klanten, zelfs in deze uitdagende economische omstandigheden. Bespreek het en… doe het samen.
Dennis Kosten Directeur VLOKBespaar kostbare tijd en werk efficiënt met de Steelies® Ultimate Band-gipsplaatschroeven!
- De kop van de schroef is een trompetkop
- Gebruik bitmaat PH2 voor het indraaien van de snelbouwschroeven
- De schroeven beschikken over een grove draad
- Universele band
Innovatie in conservatieve stucmarkt
Stucwerk geldt als volwaardig onderdeel van het bouwproces. De cement- en mortelwereld lijkt op het eerste gezicht conserva ef, toch spelen zich tal van innova eve ontwikkelingen af, waaronder de introduc e van speci eke mortels en zelfs ontwikkeling van hypermoderne tools om werkzaamheden te vergemakkelijken. Worden die trends voldoende opgepikt door de profklusser? En wordt de bouwmaterialenhandel daarbij voldoende ondersteund door de industrie?
Reynoudt Koning
MARKET MANAGER STUC, KNAUF
“Verbruikers van stucwerk staan te boek als behoorlijk conservatief. Dat wil zeggen: aan de voorzijde. Als er eenmaal de keuze is gemaakt voor een bepaald merk, dan vallen ze eigenlijk nog amper op andere gedachten te brengen. Eigenlijk is dat logisch: aannemers en zzp’ers verdienen geld met merken die de industrie op de markt brengt. Zijn ze daar tevreden over, dan zullen ze dat merk niet snel verlaten. Voor buitenwerk ligt dat misschien nog wel kritischer dan voor binnenwerk. Bij buitenwerk loop je door weersomstandigheden meer risico’s. Die wil je als verbruiker afgedekt hebben door voorschriften en garanties van de merkleverancier. Bij binnenwerk is er meer ruimte voor testen en uitproberen, bijvoorbeeld met alternatieve producten. Dat is niet aan de orde van de dag, maar kan een keer voorkomen. Toch gedragen verwerkers zich niet over de hele linie behoudend. Er is wel degelijk belangstelling voor innovaties. In 2021 hebben we het Knauf Exoskelet geïntroduceerd. En in korte tijd zien we hier al behoorlijk wat belangstelling voor. Zo zijn er inmiddels al honderden exemplaren van het Knauf Exoskelet verkocht, zowel aan zzp’ers als aan grotere stukadoorsbedrijven, en zijn de reacties van deze gebruikers overwegend enthousiast.
Het Exoskelet is speciaal ontwikkeld voor de werkzaamheden in de (af)bouw, waarmee je lichaam de nodige extra ondersteuning krijgt. Dit stukje technisch vernuft is ontwikkeld in samenwerking met TNO en heeft duidelijke voordelen voor het lichaam zowel in de natte als
droge afbouw. Door de lichamelijke ondersteuning wordt het werk makkelijker uitvoerbaar, voelen verwerkers zich aan het einde van de dag minder vermoeid, houden zij energie over voor hun vrije tijd én voorkomt het verlies van omzet vanwege uitval door overbelasting en blessures.
Verwerkers die ook de voordelen van het Exoskelet eens zelf willen ervaren kunnen dit najaar langskomen bij verschillende verkooppunten in Nederland waar wij een demonstratie verzorgen (de agenda is te vinden op https://knauf.nl/exoskelet).
Naast dit skelet zijn we ook gekomen met productinnovaties, waaronder met aanbod onder de naam Knauf Skin, een breed isolatiepakket voor de buitengevel. Die introductie haakt naadloos in op de actuele behoefte aan energiebesparing en duurzaamheid. Onder de noemer ‘Zeg je cementpleister, dan zeg je Knauf’ zijn we verder met een campagne begonnen om ons complete assortiment cementgebonden pleisters extra onder de aandacht te brengen. Terwijl we tot slot ook cementgebonden platen op de markt hebben gebracht onder de naam Knauf Aquapanel. Ook daar bestaat inmiddels goede belangstelling voor.
Kortom, de stucmarkt lijkt misschien traditioneel. En verwerkers hebben dan misschien de neiging om de kat uit de boom te kijken, maar als de ervaringen bevallen, is er wel degelijk bereidheid om te werken met innovaties.”
Ton van Dijk BOUWMAAT DEN HAAG BINCKHORST
“We doen op allerlei mogelijke manieren inspanning om de verwerker van stuc te informeren. Dat gebeurt via ons eigen tijdschrift, via nieuwsbrieven, zelfs via vakavonden. Verbruikers tonen zeker belangstelling, ook op vakavonden kijken ze geïnteresseerd toe. Maar als het dan aankomt op de verkoop, dan zie je vooral dat ze trouw blijven aan hun vertrouwde merk. Het is ontzettend lastig om verbruikers tot een innovatie te verleiden. Het gaat eigenlijk maar om één ding, en dat is prijs. Als je zegt:
deze stucoplossing is drie keer zo droog en snel bewerkbaar, dan wil men daar best naar luisteren, maar als het alternatief een fractie duurder is, ontstaat al de neiging om af te haken. Opmerkelijk eigenlijk: als je een renovatiebadkamer drie keer zo snel afbouwt, dan is dat ook wat waard. Er is een neiging om meer nadruk te leggen op het in rekening brengen van het aantal werkuren. Dat is blijkbaar aantrekkelijker dan het sneller kunnen afronden van een klus.”
Ruud StamAPPLICATION ENGINEER, SIKA NEDERLAND
“De innovaties van afgelopen jaren in de categorie cement en mortels zijn ondertussen behoorlijk ingeburgerd geraakt. Stucwerk vindt veelal plaats in de renovatiesector waar stuclagen op ondergronden worden aangebracht die niet vlak genoeg zijn. Snelheid is daarbij almaar meer van belang: er zijn immers minder professionele handen beschikbaar. Vroeger werd een kleine uitsparing gerepareerd met cement en kalkmortel. Nu is daar geen tijd meer voor en wordt er gebruik gemaakt van cementgebonden mortelvarianten. En dan moet dat het liefst binnen de kortste keren weer bewerkbaar zijn. Wij hebben verschillende sneldrogende egalisatiemortels beschikbaar die in verschillende laagdiktes van 2 tot 30 mm aangebracht kunnen worden en een snelle doorharding en droging kennen.
De markt is al een tijdje bekend met dergelijke productontwikkelingen. Ondertussen toont de markt zich wat stabieler, de innovaties zijn inmiddels bekend bij de eindgebruiker. Wat je wel ziet, is
dat de visuele afwerking nieuwe eisen met zich meebrengt. Tegenwoordig staan grootformaat tegels sterk in de belangstelling, tegels die bij wijze van spreken van het plafond tot aan de vloer toe doorlopen. Het aanbrengen daarvan verlangt een superstrak ondergrond. Dat is iets anders dan het aanbrengen van beton ciré. Als er meer tijd beschikbaar is en minder geld, dan blijft traditionele mortel natuurlijk ook een optie. Wanneer de eindklant het geen probleem vindt om een paar weken te wachten op het drogen van het materiaal, dan kun je kiezen voor een minder dure, maar wel tijdsintensieve toepassing.
Bouwmaterialenwinkels weten prima met nieuwe innovaties om te gaan. De voorraad is veelal in groot volume aanwezig. Er wordt veel stucmateriaal verwerkt, dus heeft de gebruiker ook behoefte aan voldoende aanbod op de plek van verkoop. Het is niet zo dat er extra toelichting wordt verlangd. Gebruikers kennen de kwaliteiten van de producten, dat verlangt niet per se extra ondersteuning.”
De industrie ontwikkelt tal van nieuwe innovaties voor de stucmarkt. (Foto: Knauf) De badkamer: typisch een renovatietraject waar de stukadoor zich op kan uitleven.Bas van der Kuijl COMMERCIEEL DIRECTEUR, CEVES VERGEER
“We profileren ons al vele jaren als dé profielspecialist voor de professionele afbouw in Nederland. We ontwikkelen continu nieuwe profielen, terwijl ons programma de laatste jaren ook sterk uitgebreid is met meerdere hoogwaardige afbouwproducten. Een ontwikkeling op stucgebied is dat er steeds dunner wordt gesmeerd. Dat heeft dus ook zijn consequenties voor de keuze van het juiste profiel. De keuze van een profiel wordt veelal vanuit gewoonte gemaakt in plaats van het juiste profiel kiezen voor de juiste toepassing, Het is onze uitdaging die boodschap over te brengen richting handel en verwerker.
Verder is al jaren de trend dat de hoeken van het stucwerk haakser dienen te zijn. De kleine bolling in de hoekprofielen wordt daarmee scherper. Met Slimgrip wordt daar goed op ingespeeld.
Ik zie niet zozeer dat er een behoefte ontstaat aan een hogere verwerkingssnelheid in de kleinschalige renovatiemarkt. Er is vooral behoefte aan hoogwaardige kwaliteit en gemak wat resulteert in goed hechtende hoeken, geen nazorg kosten en een prettige verwerking.
Wim van der Zande, BOUWPARTNER MERTENS, ETTEN-LEUR
“We zijn voor stukadoors niet het eerstaangewezen verkooppunt. Meestal komt die doelgroep bij meer gespecialiseerde groothandels. De stukadoors die hier komen, nemen enkel een paar zakken mee. Wat ik inderdaad zeker merk, is dat er een sterke merktrouw
Patrique Veninga
STUCSHOP EMMEN
“Soms is de stucbranche een gekke wereld, zeker als het gaat om traditionele stucproducten als MP75. Dan is de gebruiker bij wijze van spreken bereid om voor een prijsverschil van 5 cent naar een ander adres te lopen. Waar wij als gespecialiseerde groothandel vooral op inzetten, is het direct benaderen van de gebruiker en hem te betrekken bij ontwikkelen en innovaties. Dat moet je ook echt letterlijk zo nemen: we trekken erop uit om gebruikers ter plekke bestellingen af te leveren en te informeren. Bovendien houden we speciale trainingen. Zowel in de verkooppunten als op locatie. Als je daar extra energie in stopt, dan staan stukadoors wel degelijk open voor nieuwe informatie. Maar je moet wel je best doen. Het merendeel van de beroepsgroep is 40+. Die zijn minder gemotiveerd om zich te laten informeren of kennis te nemen van nieuwe innovaties, maar het is ook niet zo dat ze daar volledig gesloten op reageren. Zo hebben we de markt breed kennis laten maken met het exoskelet van Knauf. Een deel denkt: ‘Ik ga die investering niet doen’, terwijl het natuurlijk nog veel kostenintensiever is als je op een jongere leeftijd uitvalt. En toch, er zijn ondertussen vele exemplaren van verkocht. Dus is er wel degelijk niet zo goed belangstelling voor.”
In de grotere projecten speelt tijd natuurlijk wel een rol omdat het aantal uren werk een belangrijk onderscheid in de projectprijs kan maken. De uitdaging is daar om samen met betrokken partijen integraal een kostenafweging te maken.
In droogbouw bijvoorbeeld: met profielen voor of achter de gipsplaat is in specifieke gevallen nog een stap te maken om uiteindelijk kwaliteit van het eindresultaat te verhogen.
Wij werken er hard aan om die boodschap in de markt te laten horen. In de achterliggende periode van hoogconjunctuur in de bouw was daar niet altijd aandacht voor, maar nu we de bouwresultaten zien afvlakken, zien we dat de groothandel weer open staat voor vernieuwing en het upgraden van assortimenten om mede vanuit daar de push in de markt te genereren.
Via juiste adviezen aan de handel, afbouwer, architect, woningbouwcoöperatie, projectontwikkelaar, particuliere opdrachtgever en verwerker trachten wij deze ontwikkeling positief te beïnvloeden.”
bestaat. Gebruikers zijn lastig op andere gedachten te brengen. Er bestaan prachtige snel toepasbare producten voor het renoveren van badkamers, maar die krijgen van eindgebruikers eigenlijk weinig belangstelling.”
Iwan Hoogers
BMN STUCGOED KAMPEN
“Dat de markt zich in zijn geheel conservatief gedraagt, daar ben ik het niet mee eens. Vroeger misschien wel, maar zeker ook door de toestroom van zzp’ers die bereid zijn om zich te oriënteren op nieuwe mogelijkheden, valt die conservatieve aard heus wel mee. Zeker voor grotere bedrijven geldt dat er in een periode van hoogconjunctuur, als de werkzaamheden telkens doorlopen, de neiging bestaat om aan het vertrouwde merk vast te houden. In periode met minder werkdruk is er ondertussen wel degelijk bereidheid om verder te kijken naar alternatieven.
Natuurlijk blijft de prijs een factor van betekenis, maar als je de eindgebruiker kunt laten zien dat hij een fractie meer moet betalen voor een kwalitatief beter eindresultaat, dan is dat best een optie. Niet iedere verwerker weet zich ondernemerseigenschappen eigen te maken. Die zijn het vak ingekomen als stucprofessional, maar maken voor zichzelf amper de balans op hoe ze optimaal hun geld kunnen verdienen. Ondernemen als stukadoor betekent niet uitsluitend dat je veel uren smeert, maar betekent ook dat je slim omgaat met je inkoop en keuze van materialen.”
Verbo's innovatieve aanpak:
Van afval naar duurzame stuclopers
De duurzame Perfect Cover afdekvliezen en verschillende stuclopers van Verbo zijn al jaren een vaste waarde in de groothandels, bouwmarkten en verfspeciaalzaken. Aan de basis van de stuclopers staat het Professional Waste Solu onprogramma. Een duurzaam en circulair proces waarin Verbo de wereldwijde af- en uitvalstromen van onder meer papierproducenten van gelamineerd papier ontzorgt. “Die reststromen, inmiddels meer dan 70 miljoen kilo per jaar, gebruiken wij voor de produc e van onze stuclopers”, zegt Brandy Fon jn, opera oneel manager.
Verbo is onderdeel van de Verbo Group. “Daarbinnen vallen diverse bedrijven die ieder hun eigen rol en expertise hebben als het gaat om het inzamelen, behandelen en transporteren van afval en restmateriaal uit de productie van papier en kunststoffen. Samen maken we de cirkel rond. Verbo richt zich daarbij op de reststromen uit de productie van gelamineerd papier. Dat papier bevat een laagje plastic. Denk hierbij aan misdrukken van onder andere de verpakkingen van melk, andere zuivel en vruchtendranken. Het streven van de Verbo Group is om de impact op het milieu, door gebruik te maken van rest- en afvalstromen, zo klein mogelijk te houden.”
Afval als grondstof
Verbo hergebruikt en recyclet afval dat afkomstig is van producenten over de hele wereld. “We maken gebruik van lokale papier-
verwerkers die per productielocatie de materialen verwerken zodat ze getransporteerd kunnen worden. Voor de transporten maken we gebruik van open, pers-, en customer-made containers. Hierdoor wordt het papier zo compact mogelijk opgeslagen en de kosten en de uitstoot per containertransport geminimaliseerd”, legt Fontijn uit. Al het ingezamelde papier wordt naar een centrale locatie in Tilburg gebracht. “Van daaruit worden de diverse stromen herverdeeld naar de diverse dochterondernemingen van de Verbo Group. Verbo verwerkt het restmateriaal van gelamineerd papier tot verschillende duurzame stuclopers voor vloerbescherming in de bouw.”
Alles in eigen hand
Volgens Fontijn heeft het Waste Managementprogramma ervoor gezorgd dat de Verbo Group vaste en langdurige relaties heeft met leveranciers, waardoor Verbo een betrouwbare partner is, die kwaliteit, een goede prijs en service vooropstelt. “We hebben de hele keten zelf in de hand. Van de grondstoffen tot de productie en levering. De constante stroom rest- en afvalmateriaal biedt ons garanties en daarom kunnen we stabiele prijzen bieden en scoren we goed op leverbetrouwbaarheid. Ook in tijden dat voor anderen grondstoffen schaars zijn.”
De duurzame werkwijze van Verbo heeft er volgens Fontijn aan bijgedragen dat het bedrijf op het gebied van stuclopers al sinds jaren marktleider is in de Benelux. “We hebben voor iedere klus en ondergrond de juiste duurzame bescherming. Van een nieuwbouw of renovatieproject tot schilderklus of stucwerk.”
Voor zware en lichte klus
Verbo heeft verschillende stuclopers in het assortiment, waaronder de Stucloper Grijs/Grijs. Fontijn: “Die zorgt een optimale bescherming van vloeren en trappen en is waterafstotend, vochtbestendig en stootvast. Al 25 jaar worden vloeren & trappen veilig afgedekt door deze stuclopers. Veilig en eenvoudig in gebruik.”
De stuclopers van Verbo bieden voor iedere klus de gewenste bescherming van vloeren, wanden en trappen. Van het schilderen of behangen van een wand tot het beschermen van de trap en vloer tijdens een grote en intensieve verbouwing. En behalve van de A-merk kwaliteit van Verbo profiteren de gebruikers ook van de slimme functionaliteiten die de verschillende stuclopers hebben. Zoals een reflecterende witte toplaag, die zorgt voor optimale lichtreflectie tijdens schilderwerkzaamheden. Of een waterbestendige toplaag die de vloer volledig beschermt tegen water, verf of andere vloeistoffen. Fontijn: “Alles is ontwikkeld vanuit de behoefte van de gebruikers.”
Perfect Cover
Naast de stuclopers biedt Verbo met Perfect Cover een serie handige zelfklevende afdekvliezen. “Perfect Cover beschermt niet alleen, het is snel te leggen omdat het een zelfklevende onderlaag heeft. Je hoeft dus geen tape meer te gebruiken. Met Perfect Cover voorkom je herstelwerkzaamheden aan de ondergrond en bespaar je dus tijd en geld”, zegt Fontijn.
De verschillende Perfect Cover-varianten zijn makkelijk herbruikbaar en dat maakt ze voor de gebruiker nog voordeliger. “Bovendien zorg je met de zelfklevende afdekvliezen als professional, maar ook als consument, snel voor een veilige plek om te werken. Daar hechten we als producent erg veel waarde aan.”
Met het Perfect Cover-assortiment biedt Verbo voor ieder type vloer de juiste bescherming. “Van harde en gladde vloeren tot pas gelegde vloeren en van houten vloeren tot keramische tegels. Perfect Cover beschermt elke vloer.”
Duurzame ontwikkeling
Als circulaire producent heeft Verbo duurzaamheid hoog in het vaandel staan. “Niet alleen als het gaat om de grondstoffen voor de verschillende beschermingsproducten. Duurzaamheid zit ook in de eenvoudige en lichte verwerking van onze producten”, zegt Fontijn. “Wij innoveren ook met oog voor ergonomie.”
Met Perfect Cover Eco heeft Verbo als eerste een lichtgewicht afdekvlies op de markt gebracht. “Het biedt dezelfde kwaliteit als Perfect Cover Standaard, maar is gemaakt van minder grondstoffen. Daardoor is het lichtgewicht afdekvlies efficiënt te verwerken, te vervoeren en op te slaan. En daarmee minder schadelijk voor het milieu. Echt een duurzame toevoeging aan ons assortiment waarmee de gebruiker in twee opzichten kiest voor duurzame kwaliteit.”
Verbo Group
De Verbo Group is een circulair internationaal afvalverwerkend bedrijf met de hoofdvestiging in Tilburg. Met dochterondernemingen Verbo, Ppi, Ipt en Ipt Recycling is de onderneming in 20 landen actief en worden rest- en afvalstromen van papier- en kunststoffabrikanten duurzaam verwerkt en hergebruikt.
In 1997 begon Verbo Group zijn circulaire activiteiten met het recyclen van papierafval. Fontijn: “In 2010 werd jaarlijks al 30 miljoen kilo verwerkt, in 2020 zaten we op 70 miljoen kilo en onze ambitie is om in 2025 jaarlijks 100 miljoen kilo papierafval te recyclen. Dit komt neer op bijna 400.000 bomen. Daarmee reduceren wij de papierafval- en reststroom van de industrie en hergebruiken wij het als duurzame grondstof voor nieuwe producten. Een eenvoudige, duurzame en circulaire afvaloplossing voor die producenten en voor ons als producent gegarandeerde aanvoer van grondstoffen.”
Flexibele totaalleverancier
Verbo is behalve een duurzame partner ook een flexibele partner voor klanten. Fontijn: “In totaal verkopen wij meer dan 80 verschillende afmetingen aan stuclopers. Hierdoor kunnen wij voor diverse situaties een stucloper op maat creëren. Een dienstverlening die we kunnen bieden omdat we de productie zelf in de hand hebben en waarmee we ons ook echt onderscheiden.” Verbo onderscheidt zich ook op andere vlakken. “We zijn een totaalleverancier van een circulair en duurzaam assortiment met naast stuclopers en afdekvliezen ook verschillende folies, afdekhoezen en andere beschermingsoplossingen. Wij bieden het complete pakket. Onze klanten zijn verzekerd van kwaliteit en service tegen een goede prijs. We hebben veel contact met klanten en weten wat er speelt in de markt. Dat is de basis van de goede band die we met al onze klanten hebben. We bieden ondersteuning bij de promotie van producten met content en foto’s en zorgen er samen voor dat onze producten hun weg naar de klanten vinden.”
Verdere groei
Hoewel de stuclopers, Perfect Cover afdekvliezen en andere beschermingsproducten van Verbo al in veel groothandels, bouwmarkten en speciaalzaken verkrijgbaar zijn, wil de producent verder groeien. Fontijn: “Niet alleen in Nederland, België en Duitsland, maar ook in andere Europese markten. Zo zijn we momenteel bezig in Frankrijk en Groot-Brittannië om daar ook een distributienetwerk op te zetten. We zien nog volop potentieel.”
Dat groeipotentieel beperkt zich niet tot Europa. “Australië is eveneens een interessante markt voor ons. Daar wordt ook al met mogelijke partners gesproken.”
Verbo B.V., Tilburg, 013.463.25.55, sales@verbonet.com, www.verbonet.com
Buckbootz blij met aanscherping normering veiligheidsschoenen
“Wij worden nu ook weer getriggerd”
Na een periode waarin de markt soms ver voor liep op de bestaande normeringen, gelden voor de producenten van veiligheidsschoenen sinds begin dit jaar aangescherpte eisen. “Sinds 1 januari geldt de normering EN 20345:2022. Daarin zijn bestaande vereisten aangescherpt en enkele nieuwe eisen opgenomen”, zegt Bas van den Beukel, managing director van Buckler Boots.
“Eisen die ons bovendien weer triggeren om ons assor ment verder te verbeteren.”
Volgens Van den Beukel gaat het om de grootste wijziging voor de producenten van veiligheidsschoenen sinds 2011. “Wij zijn blij met de nieuwe normering. Niet alleen omdat die nieuwe regels meer duidelijkheid bieden voor producenten, groothandel en gebruikers, maar ook omdat inferieure kwaliteit aan het licht gaat komen.”
Om mee te kunnen met deze nieuwe ontwikkeling, moeten vooral de fabrikanten in het midden en aan de onderkant van de markt veel moeite doen, verwacht Van den Beukel. “De aangepaste norm gaat voor een duidelijkere splitsing in de markt zorgen. Bovendien zorgt de nieuwe norm ervoor dat de veiligheid van alle genormeerde schoenen nog veiliger zijn. Daarmee zijn de dragers ervan dus nog beter beschermd.”
Laddergrip en slipweerstand
Aan de normering voor veiligheidsschoenen zijn sinds dit jaar enkele nieuwe eisen toegevoegd. Van den Beukel: “Belangrijk zijn de aangescherpte verplichte eisen aan de slipweerstand. Er zit een bepaalde mate van antislip in de basisnormering SB, die minimaal nodig voor de EN 20345:2022. Binnen die norm is nu een basistest antislip opgenomen. De aanvullende test SR is extra streng geworden. Producten die voorheen in de 2011-norm de maximale SRC-test gewoon haalden, halen in de 2022-norm de nieuwe SR test niet.”
Hetzelfde geldt voor laddergrip. “We zien in de markt veel sneakers met gladde zool. Een potentieel gevaar bij ladderlopen omdat je snel van een trede kunt afschieten. Door toevoeging van LG wordt nu aangegeven of een schoen veilig is om op ladders te werken. Dat betekent dat een schoen voldoende profiel, of minimaal een hak, moet hebben om te voorkomen dat je wegglijdt.”
Metaalvrije antiperforatiezool
Voor schoenen en laarzen met een metalen antiperforatiezool verandert er in EN 20345:2022 niets. Daarvoor blijft de bestaande codering P gelden. “Een tussenzool van metaal of staal biedt voldoende bescherming tegen spijkers, schroeven of andere scherpe elementen”, zegt Van den Beukel. “Maar je ziet steeds meer antiperforatiezolen met een gewoven stof als beschermende tussenzool. De kans op falen is bij die zolen groter dus daarom gelden voor de niet-metalen antiperforatiezolen wel nieuwe regels. Bij de testen van die tussenzolen wordt nu onderscheid gemaakt tussen bescherming tegen indringing van een grote en kleine spijker, die respectievelijk een PL of PS-code opleveren.”
Twee normen naast elkaar
De invoering van de norm EN 20345:2022 betekent dat veiligheidsschoenen die na 1 januari 2023 geproduceerd worden, aan de nieuwe eisen moeten voldoen. De schoenen die al gecertificeerd waren vóór 1 januari 2023 mogen ook nog geproduceerd en verkocht worden op het oude certificaat zolang dat geldig is. De certificaten van de schoenen die geproduceerd zijn tot en met december 2022 gelden voor een periode van vijf jaar. “Dat houdt dus in dat de markt tot uiterlijk 2027 met twee verschillende normen te maken heeft”, zegt Van den Beukel. Om de dealers zorgvuldig te informeren over de wijzigingen en te ondersteunen bij de overgang, besteedt Buckler Boots de komende tijd extra veel aandacht aan training en ondersteuning. “We krijgen nu al vragen van klanten die meer willen weten over de exacte gevolgen van de nieuwe normering voor de handel. Daarover kunnen wij ze adviseren. En door onze dealers goed te trainen, zorgen we dat ze voldoende kennis hebben om hun klanten de juiste veiligheidsschoen aan te kunnen bieden. Zo werken we samen aan een nog veiligere werkplek.”
Slijtvaste overneus
Een nieuwe toevoeging aan de norm voor veiligheidsschoenen heeft betrekking op de kruip- of overneus. “Daar werden nog geen eisen aan gesteld, waardoor van sommige schoenen de stalen neus al snel zichtbaar was. In de aangepaste norm is daarvoor nu de code Scuff Cap (SC) opgenomen. Producenten moeten aantonen dat de kruipneus voldoende bescherming biedt tegen slijtage van de neus van de schoen.”
Niet nieuw, maar wel aangepast zijn de regels voor waterdichtheid. Als een schoen volledig waterdicht is, krijgt het de codering WR. De bestaande codering WRU wordt niet meer gebruikt. “Daarmee ontstaat een duidelijk verschil tussen premium en basis waterdicht. Nu is er ook S7, S7S en S7L en dit is dus meteen duidelijk herkenbaar als getest waterdicht schoeisel. Een goede ontwikkeling volgens ons”, zegt Van den Beukel.
Niet ver genoeg
Hoewel Van den Beukel blij is met de aanscherping en uitbreiding van de normering, gaan de eisen wat hem betreft nog niet ver genoeg. “Als koploper door innovatie lopen wij al vele jaren voor op de markt met slimme innovaties en oplossingen. Bijvoorbeeld op het gebied van de enkelbescherming. Daarom had het wat ons betreft allemaal nog wel wat strenger gemogen.
Voor werken in de bouw en infra geldt wat ons betreft dat het niet veilig genoeg kan.”
Zo betreurt hij het dat er nog steeds geen normen zijn voor de zichtbaarheid van veiligheidsschoenen. “Die zijn er wel als het gaat om de kleding, maar ondanks de goede ervaringen met onze high visibility schoenen, is daar nog steeds geen normering voor. Terwijl die zichtbaarheid juist zo belangrijk is, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden, die vaak ook in het donker worden uitgevoerd.”
Weer uitgedaagd
Van den Beukel benadrukt dat de producent, ondanks deze voorsprong op sommige onderdelen, zelf ook weer moet doorontwikkelen om de bestaande en nieuw te ontwikkelen schoenen en laarzen gecertificeerd te krijgen. “Wij worden zelf ook weer uitgedaagd om verder te denken en te innoveren. We willen voorop blijven lopen dus de aanpassing is voor ons een mooie trigger.” Binnen het Buckbootz-assortiment zijn momenteel de nieuwe instapper B1180 en de leren laars BVIZ5 ORBK volgens EN 20345:2022 gecertificeerd. “Het spreekt voor zich dat we ons bij de ontwikkeling van nieuwe modellen focussen op de nieuwe norm als minimale kwalificatie.”
Buckler Boots, Tilburg, 013.203.24.34, info@buckbootz.nl, www.buckbootz.nl
“De aangepaste norm gaat voor een duidelijkere splitsing in de markt zorgen”
BMN Barneveld is geves gd op het grote industrieterrein ten noorden van Harselaar, een dorp in de gemeente Barneveld. De ves ging wordt gedraaid door Jan-Willem en zijn collega. Vanwege de vakan e is het rus g, daarom staat Jan-Willem vandaag alleen in de zaak. De spaarzame klanten die langskomen, zullen volgens hem echter weinig voelen voor een praa e. “Ze willen al jd door.” Maar dan meldt Teun van den Oever zich aan de balie. “Teun wil wel op de foto”, zegt Jan-Willem met een lach op zijn gezicht. Teun vindt het best: “Maar eerst een kop ko e”.
“Zeker vier ochtenden in de week kom ik hier”, zegt Teun, die al 17 jaar stukadoor is. “Voor materialen, maar ook voor een bakje koffie. Dit is het centrale punt, we verzamelen hier. Daarna stap ik bij mijn maat in de auto om naar de klus te gaan. ’s Middags kijken we wat we de dag erop nodig hebben en dat halen we dan de volgende ochtend hier weer op.” Deze week klust hij thuis. Twee maanden terug kocht hij een huis, dat hij nu naar zijn zin aan het maken is. Natuurlijk doet hij het stukadoorwerk zelf. Voor andere klussen, zoals timmer- en installatiewerk, kan hij een beroep doen op een stel handige maten. Vandaag is hij hier voor een bus purschuim. “Ze hebben hier kennis”, zegt hij met een snelle blik op Jan-Willem, die deze opmerking wel waarderen kan. “En die kennis is gemakkelijk nu ik aan het bouwen ben.”
Bouwprof Teun van den Oever
Loca e BMN Barneveld
Tijds p Maandag, net na de lunch
“Ze hebben hier kennis”
‘Integrale samenwerking bouwer en handel’: verslag Hibin Jaarcongres 2023
Vol trots blikken we terug op ons Hibin Jaarcongres van afgelopen donderdag 1 juni 2023! We hebben genoten van bijzondere sprekers, samen met een divers publiek van handelaren, leveranciers, netwerkpartners, experts van platforms en de thematafels en de aannemerij – ontwikkelende bouwers. Jullie opkomst heeft onze verwachtingen overtroffen. Dank daarvoor! En zoals de deelnemers aangaven; inhoudelijk sterk, relevant en inspirerend.
Welkom
De middag begon met de Hibin statusupdate, gegeven door Ad Blokker, Marc Donckers en Hans Busio van Hibin, onder leiding van Hedy van Opzeeland (dagvoorzitter). Voorzitter Cock Sierhuis besprak de actuele ontwikkelingen rondom de bouwsector en de verwachtingen van 2024 en 2025.
Innoveren
De deelnemers werden aangezet tot innovatief denken door de interactieve sessie van Johan Treur van Hello New Day. Samenwerken staat centraal. “Om te kunnen innoveren moeten zo’n 10% van je professionals pionieren, 20% aan de slag met eenvoudige vernieuwingen, terwijl de andere medewerkers de operatie draaiende houden en verbeteren”, aldus Johan Treur. Deelnemers in de zaal kregen allemaal een A4-tje en zaal werden gevraagd instructies op te volgen, om al snel te ontdekken dat iedereen de opdracht anders interpreteert. Kortom, samenwerken is zo gemakkelijk nog niet.
Marktinformatie
Michel van Eekert besprak de meest recente marktgegevens over de bouwgroothandel en bouwsector als geheel, onder meer aan de hand van de voorjaarsconjunctuurmeting van Hibin. Opvallend was dat we in een situatie verkeren waarin het zo slecht nog niet gaat, aldus de data.
Scan de QR-code en lees meer over ‘de bespreking van Arno Visser van Bouwend Nederland’ en het ‘Panel van ontwikkelende Bouwers’.
Met de input die we vanmiddag hebben gekregen, kunnen we de komende tijd aan de slag.”
Hoe handel jij?
… als het gaat om het gezond, vitaal en vakbekwaam houden van medewerkers in een wereld die steeds sneller lijkt te veranderen? Mensen moeten steeds langer doorwerken en nieuwe mensen zijn steeds moeilijker te vinden. Het is dus verstandig om stil te staan en te blijven werken aan een cultuur die ontwikkeling van medewerkers als vakman en als mens stimuleert. Zodat medewerkers vitaal en met plezier optimaal kunnen presteren.
Werkgevers, medewerkers en politiek hebben daarom afspraken gemaakt over langer doorwerken (waaronder de nieuwe pensioenwet) en hebben landelijk 1 miljard beschikbaar gesteld voor MDIEU (Maatregel Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden).
Project Duurzame Inzetbaarheid Hibin
gestart
Werkgevers, medewerkers, FCB Hibin en de vakbonden hebben hierin allemaal een rol. Hibin heeft samen met de bonden FNV, CNV en De Unie een subsidieaanvraag ingediend. Daarmee hebben we voor de sector een budget van €900.000 beschikbaar om tussen 1 november 2022 en 31 december 2024 activiteiten te realiseren binnen drie pijlers:
• bewustwording vergroten;
• goed werkgeverschap bevorderen, o.a. door DI-bedrijfsanalyse en trainingen; werken aan ontwikkeling, werkvermogen en vitaliteit door medewerkers.
Als werkgever wil je jouw mensen gezond, vitaal en vakbekwaam houden in een wereld die echt aan het veranderen is. En je wil ze voor het bedrijf behouden. Als medewerker wil je gezond en met plezier werken met leuke collega’s en voor een goed salaris tot aan je pensioen. Het is goed om daar nu samen bij stil te staan en te blijven werken aan een cultuur die een ontwikkeling als vakman en als mens stimuleert.
50% subsidie terug ontvangen?
Als werkgever kun je duurzame inzetbaarheid stimuleren en je mensen helpen, als medewerker kan je je wensen duidelijk maken, door samen in gesprek te gaan en te blijven, te werken aan gedrag en cultuur. Binnen de subsidie vallen initiatieven als financieel advies, loopbaanplanning, gezondheids- en vitaliteitsprogramma’s, leiderschapsprogramma’s, DI-analyses en
trainingen. Wil je daar meer over weten?
Kijk dan op de ‘MDIEU-menukaart van SZW’. à Menukaart (QR-code)
Successen delen – we vragen ook jullie hulp!
We weten dat er binnen de sector al allerlei mooie initiatieven worden ondernomen. Wij willen werkgevers en medewerkers oproepen om te delen met de sector wat jullie allemaal al doen. Via bijvoorbeeld een filmpje. Of heb je een medewerker die niet op film wil, maar wel graag iets wil vertellen, laat het ons weten. Door ervaringen te delen met elkaar krijg je inspiratie. Stuur naar hoehandeljij@hibin.nl.
Alle informatie op de website en tijdens bijeenkomsten
Via hibin.nl/hoehandeljij (of de QR-code) kom je terecht bij alle informatie. Daar worden ook een aantal filmpjes en ervaringen geplaatst (uiteraard na toestemming). Hier zal ook meer informatie worden gedeeld over de informatiebijeenkomsten op woensdagochtend 13 september (live) en dinsdagochtend 3 oktober (online-opname). Tijdens deze bijeenkomsten lichten we toe welke activiteiten subsidiabel zijn en hoe je met succes subsidie kan aanvragen. Jezelf en/of collega’s aanmelden voor één van bovengenoemde data kan door te mailen naar hoehandeljij@ hibin.nl, onder vermelding van naam en bedrijf. Op een later moment volgen meer fysieke en online bijeenkomsten rondom dit thema. Houd daarvoor de Hibin agenda in de gaten.
Goed om te weten; dat met terugwerkende kracht ook subsidie kan worden aangevraagd voor initiatieven die zijn gestart na 1 november 2022!
Vóór 13 september subsidie aanvragen?
Wil je liever direct aan de slag en niet wachten tot 13 september? Heel verstandig, want nu is er nog volop budget. Bijvoorbeeld voor 50% subsidie op de opleiding Praktisch Leidinggeven of de Masterclass Personeelsmanagement
Langdurig slijtvast beschikbaar en bruikbaar!
Waarom duurzame inzetbaarheid belangrijk is voor mens èn bedrijf
Persoonlijk vind ik duurzame inzetbaarheid een suffe term. Maar een beter woord kan ik er ook niet voor vinden. En tegelijkertijd klopt het helemaal. Zo geeft De Dikke van Dale drie betekenissen aan “duurzaam”; langdurend, slijtvast en het milieu weinig belastend. En “inzetbaarheid” kent De Dikke van Dale dan weer niet, maar “inzetbaar” wel namelijk: beschikbaar, bruikbaar.
Wie wil er nou niet langdurig slijtvast bruikbaar en beschikbaar zijn en liefst het milieu niet al te veel belasten? Iedereen toch? In ieder geval wil je zo lang mogelijk meegaan in goede gezondheid en een fijn (werkend) leven.
Dat is de kern van duurzame inzetbaarheid; langdurig slijtvast bruikbaar en beschikbaar zijn. En hoe zorg je daar dan voor? Het begint door regelmatig eens stil te staan bij jezelf; de balans opmaken zogezegd. Hoe gaat het met mijn lijf? Zit ik lekker in mijn vel? Heb ik geldzorgen? Hoe gaat het op mijn werk? Wil ik verder? Deze vragen zijn nodig om duurzaam inzetbaar te blijven.
Voor directie, management, leidinggevenden is het net zo belangrijk om zulke vragen te stellen. Medewerkers vormen de
kern van een gezond en succesvol bedrijf. En ze worden steeds schaarser en moeten ook nog eens langer doorwerken. Wees zuinig op ze.
De vragen stellen is één. Vervolgens de antwoorden. En vooral de mogelijkheid en eventueel hulp om iets te veranderen of te verbeteren. Daar draait het om in het programma “Hoe handel jij”.
Het programma van, voor en door werkgevers en werknemers dat zich richt op ‘Langdurig Slijtvast Beschikbaar en Bruikbaar zijn’ bij voorkeur in de bouwgroothandel. Samen met de bonden geeft Hibin hier vorm aan. Voor meer informatie, kijk op: www.hibin.nl of mail naar hoehandeljij@hibin.nl Agenda
Themadag Prefab Bouw
12 oktober 2023 10.00-16.00 uur, Veenendaal
Nederland heeft een grote bouwopgave in te vullen. Deze maatschappelijke opgave vraagt om andere bouwprocessen, waarbij prefab een belangrijke rol kan spelen.
Prefabricage maakt bouwen met (half)fabricaten vanuit een fabriek mogelijk, maar wat betekent dat voor de bouwmaterialengroothandel? Tijdens de themadag Prefab Bouw, krijgen deelnemers antwoorden op deze vraag. De excursie biedt concreet inzicht in het productieproces en de bedrijfsfilosofie van Megaplex.
De inhoud:
• maatschappelijke opgaven in relatie tot prefab;
• de keten van Prefab bouwen;
• prefab bouwmethodieken en standaardisering;
• prefab bouwonderdelen, modulair bouwen en montagebouw;
• rol van de bouwmaterialenhandel;
• bedrijfsbezoek Megaplex.
Inschrijving
Deelname is gratis voor Hibin-leden. Inschrijven à h.busio@hibin.nl.
Recap van de Hibin Algemene ledenvergadering – 1 juni 2023
Op 1 juni 2023 vond de Hibin algemene ledenvergadering plaats bij het inspirerende en speelse ‘DUS – De Utrechtse Stadsvrijheid’. Deze ochtend werden we vergezeld door een gemêleerd gezelschap van handelaren, waarvoor dank!
Cock Sierhuis (bestuursvoorzitter), Hedy van Opzeeland (directeur), Siemen Bakker (penningmeester) en Loek Wensink (voorzitter Commissie Vakopleidingen) betraden het podium met toelichtingen.
Tijdens de alv werden de aanwezigen door Cock Sierhuis meegenomen inzake wat er allemaal bij Hibin gebeurd is en wat er in de wereld om ons heen afspeelt; waar staan we vandaag de dag en wat is het vooruitzicht van dit jaar en het jaar 2024. Aanvullend besprak Siemen Bakker de jaarcijfers. Gevolgd door een toelichting van Loek Wensink over Hibin opleidingen, waar een stijging waarneembaar is in het aantal genoten opleidingen.
Ook werd een voorstel voor het aanpassen van het toelatingsbeleid voor gewone leden besproken. Dit met het oog op het groeiende aantal lidmaatschapsaanvragen van tal van bouwmaterialenhandelaren voor de professionele handel die wel onder de Hibin werkingssfeer vallen; denk bijvoorbeeld aan
een webshop voor bouwmaterialengroothandel. Daar moet een passend lidmaatschap voor aangeboden kunnen worden. Tijdens stemmen bleek dat het voorstel positief werd ontvangen en is daarmee ook aangenomen!
Als laatste sprak Cock Sierhuis namens de hele branche enorme waardering uit aan voormalig bestuursvoorzitter Pieter van Leusden, die officieel Hibin Erelid is geworden.