2 minute read
Voorwoord directie
beste museumvriend, beste lezer,
Het geeft een merkwaardig gevoel om mijn laatste voorwoord te schrijven voor het bulletin van Musea Brugge. Zoals u wellicht in de pers heeft vernomen, vertrek ik - of beter gezegd ben ik al vertrokken als u dit leest - naar Antwerpen, waar ik de functie opneem van hoofddirecteur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Net geen veertien jaar lang heb ik de eer en het genoegen gehad om directeur te mogen zijn van de Brugse musea, en ik heb me daarover geen dag beklaagd. Het was een groot voorrecht om al die tijd (mede)verantwoordelijkheid te dragen voor de schitterende collecties in al die bijzondere gebouwen - erfgoed op topniveau en van wereldbelang. Ik heb daarbij mogen en kunnen werken met een gemotiveerde, enthousiaste en professionele staf, en dat in nauwe samenwerking met talloze vrienden en vrijwilligers. Bij deze wil ik uit de grond van mijn hart zowel al mijn collega’s, als het bestuur en alle vrijwilligers van de Vrienden danken voor alles wat we in die veertien jaar in nauwe samenwerking hebben kunnen realiseren. Naar mijn overtuiging hebben we in deze periode gezamenlijk een prachtig parcours afgelegd - iets waar we met recht trots op kunnen zijn. Ook dank aan allen voor de hartverwarmende steun, collegialiteit en vriendschap die ik in mijn Brugse periode zo vaak heb ondervonden. Het cliché wil dat kiezen ook verliezen met zich mee brengt. In dit geval is dat zeker waar. Ik weet wat ik achterlaat met mijn keuze om de uitdaging in Antwerpen aan te gaan. En dat stemt een beetje weemoedig. Maar helemaal weg ben ik toch weer niet. Ik blijf in de Brugse regio - het mooie, landelijke Meetkerke - wonen, blijf beslist lid van de Vrienden en zo als kunstminnaar met de musea in Brugge verbonden. dere plek in mijn hart - en ik ben blij dat juist in dit bulletin verschillende aspecten van het Hospitaalmuseum voor het voetlicht gebracht worden. Dank aan de wetenschappelijke medewerkers - Evelien, Mieke, Sibylla en Stéphane - en alle anderen betrokkenen voor de meer dan aangename samenwerking.
Advertisement
Traditiegewijs sluit ik af met het wijzen op alle lopende tentoonstellingen: een mooie editie van Snapshot met hallebardiers in Volkskunde (waar trouwens een enthousiaste groep vrijwilligers de herberg een nieuw leven heeft ingeblazen), de veelzijdige Grafiekbiënnale in het Arentshuis, de intrigerende installatie van Ellen Harvey in het Groeningemuseum, de kleine, maar bijzonder smaakvolle tentoonstelling over Marcel Van Maele in het Gezellemuseum, en natuurlijk het monumentale drieluik ’14-18 Brugge in Oorlog | Oorlog in Beeld’ in de Stadshallen. U ziet, wij geven u meer dan voldoende reden om de komende wintermaanden onze musea te bezoeken. Ik kan niet meer zeggen dan dat ik u daar hoop te verwelkomen, althans niet als directeur. Maar ik hoop u er wel te ontmoeten - als vriend en als kunstminnaar. U, lezer en museumvriend, dank ik voor uw niet aflatende interesse en steun. Ik wens u allen prettige feestdagen, een mooie jaarwisseling en bovenal een inspirerend nieuw jaar.
Manfred Sellink
Het is een mooi toeval dat dit laatste nummer gewijd is aan het Hospitaalmuseum - de gebouwen en collecties van het Sint-Janshospitaal en de Onze-Lieve-Vrouwe ter Potterie. Naast directeur van Musea Brugge, ben ik immers als (waarnemend) conservator jarenlang specifiek verantwoordelijk geweest voor deze twee prachtige laatmiddeleeuwse hospitalen met hun bijzondere collecties en eeuwenoude geschiedenis. Zij hebben een bijzon