6 minute read
Memling in Italië
memling, rinascimento fiammingo 15 oktober 2014 – 18 januari 2015 in de scuderie del quirinale
Er zijn honderd en één redenen om op citytrip naar Rome te trekken. Naast de ontelbare kerken, palazzi en musea vol kunstschatten is er nu ook tot medio januari 2015 een niet te missen Memlingtentoonstelling. Die vindt plaats in de voormalige paardenstallen van het Quirinaal, tegenover het paleis waar vroeger de pausen huisden en nu de president verblijft. Curator Till Holger Borchert bracht daar een vijftigtal werken van Memling en tijdgenoten uit Vlaanderen en Italië samen die een boeiende confrontatie met elkaar aangaan. Het betreft de eerste monografische tentoonstelling ooit in Italië opgezet rond Hans Memling die hier als de absolute meester van de Vlaamse renaissance wordt getypeerd. Door RUDY DE NOLF
Advertisement
De tentoonstelling loopt over twee verdiepingen waar in een reeks opeenvolgende open ruimtes de werken in een ruime setting en coherente samenhang te zien zijn. Bij het begin wordt Memling geïntroduceerd als de logische synthese van zijn beroemde Vlaamse voorganger Jan van Eyck en vermoedelijke leermeester Rogier Van der Weyden. Een bewening van Christus uit het atelier van Van der Weyden illustreert deze denkpiste. Eens gesetteld in Brugge, viel Memling al snel in de smaak bij de Italiaanse beau monde en de stedelijke en klerikale elite in Brugge. Dat is hier o.a. te zien in een indrukwekkende serie portretten van rijke Italiaanse handelaars en bankiers die zich tijdens hun verblijf in Brugge geflatteerd lieten afbeelden door de Meester uit Seligenstadt. Hiermee creëerde Memling een nieuw, vooral in Italië in het begin van de 16de eeuw frequent nagevolgd model: de geportretteerde in driekwart profiel tegen een weids landschap. De Man met de Romeinse munt uit het KMSK Antwerpen prijkt niet toevallig op de affiche van de tentoonstelling. Ook het portret uit de collectie van de Engelse koningin is van de partij naast andere bekende portretten uit de Frick in New York en uit de Accademia in Venetië. Telkens blijkt dat Memling de perfecte balans vond tussen een realistische en een geïdealiseerde voorstelling van zijn opdrachtgevers. Het bezorgde hem een
1 Affiche aan de gevel van de Scuderia del Quirinale
2 Hans Memling, (wedersamengestelde) Crabbetriptiek, (1470)
Foto’s: Rudy De Nolf talrijk en internationaal cliënteel dat bereid was de hoge prijs te betalen niet alleen voor portretten maar ook voor altaarstukken en triptieken in verschillende formaten waarvan er eveneens verschillende in de tentoonstelling te zien zijn.
De Crabbetriptiek, gewoonlijk opgesplitst over drie musea wereldwijd (New York, Vicenza en Brugge), is tijdelijk in al zijn glorie samengesteld inclusief de Brugse buitenluikjes van de Annunciatie. Ook de Pagagnotti-triptiek is opnieuw compleet met panelen afkomstig uit de Uffizi in Firenze en de National Gallery in Londen. Helemaal op het einde van de eerste verdieping troont prominent in het midden 'ons' Moreeltriptiek, het eerste grote familieportret uit de geschiedenis van de schilderkunst. Zoals bij de andere tentoongestelde triptieken is er telkens die juiste afweging tussen de weergave van de religiositeit van de stichters en hun sociale status. Iets wat de opdrachtgevers in de geest van hun tijd blijkbaar erg naar waarde schatten. Memling wordt verder ook getoond als 'narratore', verteller van het passieverhaal waar de gelovige in de geest van de Moderne Devotie, het lijdensverhaal kon volgen in één grote visuele wandeling door een gedurfde en originele compositie. Het lijkt wel of de hele Brugse Heilig Bloedprocessie hier op een paneel is samengebracht (Passie van Christus uit de Galleria Sabauda in Turijn).
Op de tweede verdieping wordt aandacht besteed aan de omgeving van Memling. De aangrijpende Ecce Homo van de Brugse meester (Genua, Palazzo Bianco) hangt er naast de versie van Domenico Ghirlandaio (Philadelphia). Ronduit verbluffend is een groot paneel van de meester van de Lucialegende, een heilige Catharina met achter haar de skyline van het laat 15de-eeuwse Brugge met het half afgewerkte Belfort. Op een drieluik uit de kathedraal van Cagliari herkennen we letterlijk de Ecce Homo en Mater Dolorosa uit het Groeningemuseum, aldaar toegeschreven aan Simon Marmion, hier aan een Brussels atelier. Het
1
1 Meester van de Lucialegende, H. Catharina, (11484-93), Pisa, Museo Nazionale di San Matteo
2 Meester van het geborduurde loofwerk, Triptiek van Clemens VII, (ong. 1500), Cagliari, Museo Diocesano
3 Hans Memling, Salvator Mundi, (1480-5), Collectie Lynda & Stewart Resnick
4 Hans Memling, Portret van een jonge vrouw (fragment), (1480-5), Collectie J. William Middendorf II
Foto’s: Rudy De Nolf
werk kende een dramatische geschiedenis. Het werd omstreeks 1500 door kardinaal Giulio de Medici aangekocht in Brussel en kwam in het Vaticaan terecht toen de eigenaar in 1521 paus werd onder de naam Clemens VII. Bij de plundering van Rome in 1527 nam een Spaanse soldaat het mee uit de pauselijke appartementen. Tot inkeer gekomen gaf de dief het aan een broederklooster in Cagliari. Wat later schonk de paus de triptiek aan de kathedraal van de Sardijnse hoofdstad. Een ander rampzalig verhaal is dat van de triptiek van het Laatste Oordeel die ooit door de Italiaanse bankier Angelo Tani besteld werd voor zijn grafkapel in de Badia Fiesolana maar tijdens het transport op zee gekaapt werd en naar Gdansk gebracht. Ook deze keer geraakte het werk in laatste instantie net niet in Italië. Een fraaie presentatie op verschillende televisieschermen van het werk en zijn talloze details moet dit gemis opvangen. Bij de opening van de tentoonstelling was het Reinstriptiek uit het Sint-Janshospitaal dat wel in de uitstekende, weliswaar alleen in het Italiaans gepubliceerde, catalogus prijkt, nog onderweg.
Voor wie de laatste twintig jaar de Brugse tentoonstellingen over 15de-eeuwse kunst gevolgd heeft, blijft er naast een blij weerzien met bepaalde schilderijen heel wat nieuws te zien: o.a. een recent ontdekte zegenende Christus, nog helemaal in de traditie van Jan van Eycks Vera Effigies, en aan het begin van de tentoonstelling een charmant - wat mij betreft - nooit voorheen gezien vrouwenportretje uit privébezit. Het is ooit onderaan ingekort zodat de typische Memling-uitsnit, hand op de lijst, verdwenen is, maar lijkt duidelijk verwant met het portret
van een jonge vrouw uit ons Sint-Janshospitaal. Verder zijn er nog twee buitenluiken van een triptiek uit het Spaanse Almazán die recent (2009) aan Memling toegeschreven werden: aan de binnenkant staan op het rechterluik een Sint-Pieter en op het linkerluik een Heilige Elisabeth van Hongarije in een zuilengalerij met typische doorkijk op het landschap. Op de
buitenkant vinden we in nissen de afbeeldingen van de Heilige Franciscus van Assisi en de heilige Bernardus van Siëna. Beide heiligen, in bruine pij, staan op een sokkel en maken een elegante beweging in trompe-l’oeil over de rand van de nis. Deze interessante paneeltjes bestemd voor het Franciscaner klooster van Almazán (Castilla y León) tonen samen met de
bewaarde fragmenten van de Nájeratriptiek (niet op de tentoonstelling) dat Memling niet alleen in Italië maar ook in het Spanje van Isabel la Católica zijn fans had.
Dat er over dit alles tevredenheid is in Rome mag blijken uit een citaat van de directeur van de Scuderie, Franco Bernabè op de persconferentie: “Het is een tentoonstelling van een ongekende schoonheid met zeer zeldzame schilderijen, vaak heel kleine werken. En hoewel we normaal gezien enkel Italiaanse meesters tentoonstellen, of werken die hier zijn geschilderd, verdient Memling die zelf nooit in Italië geweest is, zijn plaats hier door zijn grote invloed op onze kunst.” Na al het moois dat hij ons de laatste vijftien jaar in Brugge liet zien, geeft Till Borchert met deze prestigieuze tentoonstelling in Italië een visitekaartje af dat niet alleen hem tot eer strekt maar ook de faam en het kunstpatrimonium van Brugge onder internationale belangstelling brengt.
3 4