do 20 mrt 2014 donderdagavond serie serie Amsterdam sinfonietta Grote Zaal / 20.15 uur
amsterdam sinfonietta Cabaret & Ernste Ges채nge
PROGRAMMA
do 20 mrt 2014 donderdagavond serie serie amsterdam sinfonietta Grote Zaal / 20.15-22.00 uur DUUR: ca. 50 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze
Amsterdam Sinfonietta Cabaret & Ernste Gesänge
inleiding
Candida Thompson leiding & viool Thomas Oliemans bariton
foyerdeck 1 / 19.15-19.45 uur
Thea Derks in gesprek met arrangeur Wijnand van Klaveren en artistiek coĂśrdinator Willem de Bordes
Partners Donderdagavondserie:
Tekst toelichting: Willem de Bordes (Erwin Schulhoff / Richard Strauss) Thomas Oliemans (liederen)
Erwin Schulhoff (1894-1942) Vijf stukken voor strijkorkest (1923) opgedragen aan Darius Milhaud I Alla Valse viennese (Allegro) II Alla Serenata (Allegretto con moto) III Alla Czeca (Molto allegro) IV Alla Tango milonga (Andante) V Alla Tarantella (Prestissimo con fuoco) Hanns Eisler (1898-1962)/ Franz Grothe (1908-1982) Medley voor bariton en strijkorkest van Wijnand van Klaveren An den kleinen Radioapparat (1942) Sing mit Mir (1942) Einen Walzer für dich und für mich (1941) So schön wie heut, so müsst’ es bleiben (1941) Kurt Weill (1900-1950) Je ne t’aime pas (1934) Hanns Eisler Ernste Gesänge (1962) voor bariton en strijkensemble Vorspiel und Spruch (Friedrich Hölderlin) 1 Asyl (Friedrich Hölderlin) 2 Traurigkeit (Berthold Viertel) 3 Verzweiflung (Giacomo Leopardi) 4 Hoffnung (Friedrich Hölderlin) 5 XX. Parteitag (nach einem Gedicht von Helmut Richter) 6 Komm ins Offene, Freund! (Friedrich Hölderlin) 7 Epilog (Stephan Hermlin) PAUZE Richard Strauss (1864-1949) Metamorphosen (1944-1945) studie voor 23 solostrijkers
TOELICHTING ‘Sei du Gesang, mein freundlich Asyl.’ Waarheen nog vluchten wanneer je ondanks het oversteken van oceanen in verschillende richtingen, na het wisselen van continenten, nationaliteiten, na het deel uit maken van het ene na het andere totalitaire systeem, je toch je geluk niet vinden kunt? zijn korte en contrasterende sfeertekeningen met een eenvoudige vorm. De uitvoerenden moeten over een bijzonder goed gevoel voor ritmiek en uiteenlopende streektechnieken beschikken om deze vijf miniaturen tot een goed einde te brengen.
In de kunst misschien? Om precies te zijn in de muziek, of beter nog in zang en lied? Het lijkt een verbindend thema te zijn in alle werken – en vrij expliciet in de werken met zang – in dit programma. Muziek als thuishaven, als toevluchtsoord in een wereld die in tijd en plaats tot iets onherkenbaars, bedreigends en wanhopigs verworden is.
Al in de opstartfase van de Weense wals, het openingsdeel, wordt de luisteraar telkens op het verkeerde been gezet. De traditionele wals in driekwartsmaat en een Alla breve-tempo in een snelle tweedelige maat strijden om de hegemonie en ontaarden in een furieuze triller. In de gedempte serenade openen de altviolen samen met de celli en bassen als een zacht maar onwrikbaar ritmisch front waartegen de eerste violen een verleidelijke melodie laten glijden als een kat die schalks zijn rug rekt langs het been van zijn baasje. Deze filmische sfeer wordt bruut onderbroken door dissonante klauwen van de hoge strijkers in fortissimo. Het derde deel is het kortst en klinkt als een grove boerendans. Het opent met twee groepen van vier achtsten waarvan de laatste een accent krijgt. Dit ritme zorgt voor de bijzondere swing van het deel. Het vierde deel, een sensuele tango, toont Schulhoffs
Erwin Schulhoff
Vijf stukken voor strijkorkest ‘Ik ben gek op dansen in nachtclubs’, schreef de Tsjechische componist Schulhoff aan zijn vriend Alban Berg. Zijn vroege inspiratiebronnen Richard Strauss en Debussy wisselde hij al snel in voor dada, jazz en expressionisme. De Vijf stukken voor strijkorkest zijn geestige parodieën op populaire dansvormen. Ze lijken als groepje dansen wel op een baroksuite maar zijn inhoudelijk geïnspireerd door de Parijse componistengroep Groupe des Six. Schulhoff droeg zijn Vijf Stukken dan ook op aan een van de grondleggers van deze groep, Darius Milhaud. Het 4
TOELICHTING
interesse voor buiten-Europese en populaire cultuur. De Tarantella, het laatste deel, is van oorsprong een Zuid-Italiaanse volksdans met een wild karakter.
mededeelzaamheid legt het in een paar frases de hele tragiek van de emigrant bloot. Een klein radiootje als enige verbinding met alles wat ‘thuis’ is achtergelaten, een klein draagbaar stukje elektronica als enige spreekbuis nog naar vroeger en de grote angst dat dat ene stukje tastbaar ‘vroeger’ ineens de geest zou kunnen geven en er niets dan stilte en leegte over zou blijven. In de door Wijnand van Klaveren gearrangeerde medley is dit radiootje ons motto en de leidraad binnen de verzameling liederen.
Hanns Eisler en Kurt Weill Cabaretliederen
Zowel Hanns Eisler als Kurt Weill hebben in hun werk altijd een balans gezocht tussen wat onze oosterburen ‘U- und E-Musik’ noemen: ‘Unterhaltungs- en Ernste Musik’. Beiden schreven stapels liederen en chansons op teksten van light-verse dichters als Kurt Tucholsky, Erich Kästner en natuurlijk de roemruchte Bertolt Brecht.
Sfeervolle muziek ontstaan onder een duister gesternte De drie langskomende liederen zijn allemaal van de hand van Franz Grothe, muzikale grootheid uit de jaren van de UFA, de belangrijkste filmstudio in Duitsland in de eerste helft van de twintigste eeuw. Iemand die in de oorlogsjaren Duitsland niet verliet, en die binnen het systeem bleef werken, leven en componeren. Prachtige nostalgische sfeervolle en goed geschreven stukken maar allemaal ontstaan onder een duister en troebel gesternte. De vraag rijst: hoe fijn en goed mag muziek klinken onder dat soort omstandigheden. Mag een mooi liedje nog wel een mooi liedje zijn? Of moeten we streng zijn en met de dichter Lucebert zeggen: ‘dit kan niet meer, de schoonheid heeft haar gezicht verbrand’? Het blijft een terugkerende polemische worsteling waar ook Richard Strauss keer op keer onderdeel van uit blijft maken. Wie is er groter: de man of zijn muziek, de noten of het politieke systeem waarin/ waarvoor ze geschreven zijn?
Zowel Eisler als Weill verlieten Duitsland in turbulente tijden om hun heil uiteindelijk een tijd in Amerika te zoeken. Korte tijd verbleef Weill in Parijs waar hij voor de Franse markt het chanson Je ne t’aime pas schreef. De tekst van Maurice Magre beschrijft een scène waar de hoofdpersoon uit alle macht zijn gesprekspartner probeert te vertellen dat hij niet meer van haar houdt. De intensiteit, tederheid, woede en wanhoop waarmee hij dat doet maken echter zeer duidelijk dat dat nog wel zo is. Weill lukt het om met het subtiel inzetten van zijn zo´n kenmerkende harmoniek de hele dubbelheid van de situatie in een prachtige vorm te laten horen en voelbaar te maken. Een heel bijzonder klein maar zeer veelzeggend lied van Eisler is An den Kleinen Radioapparat. Nauwelijks een bladzij lang, simpel van zetting en harmoniek en op het eerste oog nuchter qua 5
TOELICHTING
Hanns Eisler
De reputatie van Strauss berustte voor het grootste deel op de opera’s die hij tussen 1920 en 1940 had geschreven en op de symfonische gedichten die hij voor 1914 componeerde. Maar na Capriccio zou hij nog tenminste twee absolute meesterwerken componeren; Metamorphosen en de Vier Letzte Lieder. Strauss moet zich bewust zijn geweest van het feit dat zijn componeertaal zeer nostalgisch was en dat hij wellicht de laatste West-Europese componist was die nog zo schreef. De modernistische trein van Webern, Stravinsky en Boulez was al op volle vaart. Strauss’ stijl stond nog in direct contact met de bloei en hoogtijdagen van de oude DuitsOostenrijkse cultuur. Hij schreef zijn laatste werken terwijl de Duitse culturele nalatenschap werd verkwanseld en vernietigd.
Ernste Gesänge
In Eislers vocale testament de Ernste Gesänge zien we deze worsteling heel duidelijk terug op zowel muzikaal als tekstueel gebied. Als een caleidoscoop waaiert hij een heel palet aan stijlen en stemmingen uit en laat vooral de worsteling zien in het maken van eenduidige keuzes hierin. Van twaalftoonssferen naar een met het Radioapparat vergelijkbare simpelheid tot een bijna aan Strauss’ Metamorphosen herinnerende vol stromende, gulle strijkersklank. Ergens in deze kameleonachtig wisselende virtuositeit vertelt Eisler ons iets. De teksten spreken van hoop, het verlangen naar rust, het voorvoelen van een naderend herfstig einde, maar vooral zingen de teksten over zingen. En alhoewel de toon meestal in een bijna schuchter aandoend parlando gehouden wordt, is het uiteindelijk toch de lyriek, het pure zingen, wat door al het zoeken en tegenslag heen breekt, tegen de klippen op bijna. Of zoals het Hölderlin het in het zesde lied verwoord: ‘Denn nicht Mächtiges ist unser Singen, aber zum Leben gehört es’.
In augustus 1944 begon Strauss zijn ‘studie voor 23 solostrijkers’, die hij Metamorphosen noemde. De titel verwijst naar de theorieën van Goethe over de groei van planten, het constant veranderende uiterlijk tegenover een innerlijke kern die altijd hetzelfde blijft. In Metamorphosen worden zeven motieven gepresenteerd die soms licht veranderen maar grotendeels hetzelfde blijven. Een van die motieven draagt de kiem uit het hoofdmotief uit Beethovens begrafenismars uit zijn Derde symfonie ‘Eroïca’. En de kiem blijkt giftig te zijn, want waar de compositie dramatisch en strijdbaar begon, eindigt die verslagen en somber. De kiem triomfeert want die is uitgegroeid tot een heel thema, het hoofdmotief uit Beethovens treurmars.
Richard Strauss Metamorphosen
In 1941 voltooide Richard Strauss zijn laatste opera Capriccio. Hij was toen 77 jaar oud. Maar nog steeds bleef Strauss dagelijks componeren. In deze oorlogsjaren schreef hij de epiloog, het coda van zijn oeuvre.
Het werk is opgebouwd uit drie grote delen. Opvallend is dat Strauss na een korte reprise een coda schrijft dat totaal uit zijn voegen barst. 6
TOELICHTING
Het coda grijpt nog eens terug op alle motieven die eerder in het werk klonken, alsof Strauss moeite had het stuk te beëindigen. Zoals de titel duidelijk aangeeft wordt elke musicus in dit werk beschouwd als solist. En alhoewel Strauss nooit eerder een compositie weidde aan alleen strijkers, sorteert hij in dit werk maximaal effect met deze instrumentengroep.
Pauline naar Zwitserland. Strauss dirigeerde op eigen verzoek de generale repetitie, maar kon het niet opbrengen om bij de première te zijn. Omdat Strauss officieel onder de nazi’s had gediend was hij een kandidaat voor de denazificatie. Maar door zijn vrijwillige ballingschap in Zwitserland liet men hem met rust.
Metamorphosen is onmiskenbaar een lamento, geweldig intense rouwmuziek geschreven terwijl de oorlog tot een einde kwam. Op 2 oktober 1943 werd het Nationaltheater München gebombardeerd en iets later werden ook de operahuizen van Dresden en Wenen – twee plaatsen waar Strauss regelmatig zijn opera’s dirigeerde – vernietigd. ‘Mijn levenswerk is verstoord, de Duitse opera ligt aan stukken. Mijn werk zal ik op deze wereld niet meer zien of horen – ik wou dat Mozart en Schubert mij na mijn tachtigste naar het Elysium hadden meegenomen’, schreef hij in een van zijn wanhopige brieven. Een van Strauss’ aantekeningen bij de schetsen voor Metamorphosen luidt: ‘Trauer um München’. En toen hij op de slotbladzijde van dit werk het thema van Beethoven aanhaalde schreef hij er in capitalen ‘IN MEMORIAM!’ bij.
Metamorphosen is geweldig intense rouwmuziek In de lente van 1945 voltooide Strauss zijn Metamorphosen, geschreven in opdracht van de Zwitserse dirigent en mecenas Paul Sacher en het Collegium Musicum in Zürich. In oktober van 1945 vertrok Strauss samen met zijn vrouw 7
liedteksten Hanns Eisler / Franz Grothe
Sing mit mir
(Een medley voor bariton en strijkorkest van Wijnand van Klaveren)
Tekst: Willy Dehmel (1909-1971)
Sing mit mir! Lach mit mir! Tanz mit mir um die Welt! Warte nicht, zög’re nicht, wenn mein Lied dir gefällt! Der richtige Augenblick, der kehrt sonst nie mehr zurück, und darum: Sing und tanz mit mir!
An den kleinen Radioapparat Tekst: Bertolt Brecht (1898-1956)
Du kleiner Kasten, den ich flüchtend trug, dass seine Lampen mir auch nicht zerbrächen, besorgt vom Haus zum Schiff, vom Schiff zum Zug, dass meine Feinde weiter zu mir sprächen, an meinem Lager und zu meiner Pein, der letzten nachts, der ersten in der Früh, von ihren Siegen und von meiner Müh. Versprich mir, nicht auf einmal stumm zu sein.
Willst du gerne wissen was die Zukunft dir noch bringt? Dort steht’s in den Sternen, dasss das Glück uns beide winkt! Drum Sing mit mir! Lach mit mir! Tanz mit mir in das Glück! Wir pfeifen auf die Welt, tun, was uns gefällt, und darum sag ich dir: Sing mit mir!
Für jeden Menschen, da kommt einmal die Zeit, die seinem Leben eine Wendung verleiht; Wo erfühlt: Nur zu zwei’n kan der Mensch glücklich sein! Genau so geht es mir, ich muss es gesteh’n, besonders seit dem Tag, als ich dich geseh’n! Du lässt mir keine Ruh’; drum ruf ich dir zu:
Ich sass heut’ nacht im alten Park auf einer Bank und hab geträumt, wie ganz von fern ein Lied erklang! Und die Putten aus Marmor und Stein tanzten plötzlich dazu Ringel reih’n! Mit einem Mal schlug eine Uhr, der Spuk war aus; Ich bin erwacht von meinem Traum und lief nach Haus! Doch das Märchen vergesse ich nie: In mir erklingt so wunderschön die Melodie! 8
liedteksten
Einen Walzer für dich und für mich Tekst: Willy Dehmel
Wie von tausend Geigen klingt es nachts an unser Ohr und bis zu den Sternen steigt ein altes Lied empor. Es jubiliert und musiziert von allen Zweigen im Gesträuch!
Einen Walzer für dich und für mich singt mein Herz Tag und Nacht, denn es hat mit dem ersten Moment an die Liebe gedacht! Wenn wir beide uns im Dreivierteltakt durch das Leben dreh’n wenn beim Geigen klang uns der Wirbel packt, bleibt die ganze Welt für uns steh’n!
So schön wie heut Tekst: Willy Dehmel
So schön wie heut’ so müsst es bleiben, so müsst es bleiben für alle Zeit! Dan könnte nichts das Glück vertreiben, es müsste bleiben in Freud und Leid!
Einen Walzer für dich und für mich hat mein Herz sich bestellt, und nun tanzen wir mit der Musik und dem Glück um die Welt!
Darum soll heut nur Fröhlichkeit aus unsern Liedern erkling drum wollen wir singen und träumen dabei. So schön wie heut so müsst es bleiben, so müsst es bleiben für uns zwei!
Selbst der Mond fängt schon an sich zu dreh’n, so wie du, so wie ich, und das Leben, das Leben ist schön bei dem Walzer für dich und für mich! Ihr kennt nicht die breiten, grünen Felder so wie hier, ihr habt nicht den weiten, blauen Him-mel so wie wir! Denn die Natur in Wald und Flur ist viel, viel schöner als bei euch!
9
liedteksten
Kurt Weill
Il me suffira de voir ton bonheur. Il me suffira de voir ton sourire. Conte-moi comment il a pris ton coeur Et même dis-moi ce qu’on ne peut dir.
Je ne t’aime pas Tekst: Maurice Magre (1877-1941)
Retire ta main, je ne t’aime pas, Car tu l’as voulu, tu n’es qu’une amie. Pour d’au-tres sont faits le creux de tes bras Et ton cher baiser, ta tête endormie.
Non, tais-toi plutôt. Je suis à genoux Le feu s’est éteint, la porte est fermée. Je ne t’aime pas. Ne demande rien, je pleure. C’est tout. Je ne t’aime pas, Je ne t’aime pas, ma bien-aimêe! Retire ta main, je ne t’aime pas. Je ne t’aime pas.
Ne me parle pas lorsque c’est le soir, Trop intimement, à voix basse mem, Ne me donne pas surtout ton mouchoir: Il renferme trop le parfum que j’aim! Dis-moi tes amours, je ne t’aime pas, Quelle heure te fut la plus enivrant! Je ne t’aime pas... Et s’il t’aimait bien, ou s’il fut ingrat’ Et me le disant, ne sois pas charmant, Je ne t’aime pas.. Je n’ai pas pleuré, je n’ai pas souffert, Ce n’était qu’un rêve et qu’ une folie. Il me suffira que tes yeux soient clairs, Sans regret du soir, ni mélancolie.
10
liedteksten
Hanns Eisler
Doch heute laß mich still den trauten Pfad Zum Haine gehn, dem golden die Wipfel schmückt Sein sterbend Laub, und kränzt auch mir die Stirne, ihr Erinnerungen!
Ernste Gesänge
Vorspiel und Spruch Tekst: Friedrich Hölderlin (1770-1843)
Viele versuchten umsonst, das Freudigste freudig zu sagen, Hier spricht endlich es mir, hier in der Trauer sich aus.
Und daß mir auch, Wie andern, eine bleibende Stätte sei, Sei du, Gesang, mein freundlich Asyl! 2. Traurigkeit
1. Asyl (Friedrich Hölderlin)
Tekst: Berthold Viertel (1885-1953)
Tekst: Friedrich Hölderlin
Wer traurig sein will, wird vielleicht mich lesen, Und er wird denken zwischen den Zeilen: ‘Ja, traurig ist auch dieser Mensch gewesen. Aber kann meine Traurigkeit die seine heilen?’
In seiner Fülle ruht der Herbsttag nun, Geläutert ist die Traub und der Hain ist rot Vom Obst, wenn schon der holden Blüten Manche der Erde zum Danke fielen.
Du solltest dich über die Gründe fragen Der Traurigkeit, du Mensch der besseren Zeiten. Die meine wird dir die Geschichte sagen, Die Jahresdaten meiner Traurigkeiten.
Und rings im Feld, wo ich den Pfad hinaus, Den stillen, wandle, ist den Zufriedenen Ihr Gut gereift und viel der frohen Mühe gewähret der Reichtum ihnen. Und leuchtest du, o Goldenes, auch mir, und wehst Auch du mir wieder, Lüftchen, als segnest Du eine Freude mir, wie einst, und irrst. Beglückt, wer am sicheren Herd In rühmlicher Heimat lebt. 11
liedteksten
3. Verzweiflung
5. XX. Parteitag
Tekst: Giacomo Leopardi (1798-1837)
Tekst: naar een gedicht van Helmut Richter (1933)
Nichts gibt’s, was würdig wäre deiner Bemühungen Und keinen Seufzer verdient die Erde. Schmerz und Langeweile sind unser Los Und Schmutz die Welt, nichts andres, Beruhige dich.
Ich halte dich in meinem Arm umfangen. Wie ein Saatkorn ist die Hoffnung aufgegangen. Wird sich nun der Traum erfüllen Derer, die ihr Leben gaben Für das kaum erträumte Glück: Leben, ohne Angst zu haben.
4. Hoffnung Tekst: Friedrich Hölderlin
O Hoffnung! holde! gütiggeschäftige! Die du das Haus der Trauernden nicht verschmähst, Und gerne dienend Zwischen den Sterblichen waltest: Wo bist du? wenig lebt ich; doch atmet kalt Mein Abend schon. Und stille, den Schatten gleich, Bin ich schon hier; und schon gesangslos Schlummert das schaudernde Herz.
12
liedteksten
6. Komm ins Offene, Freund!
7. Epilog
Tekst: Friedrich Hölderlin
Tekst: Stephan Hermlin (1915-1997)
Komm, ins Offene, Freund! zwar glänzt ein Weniges heute Nur herunter, und eng schließt der Himmel uns ein. Trüb ist’s heut, es schlummern die Gäng’ und die Gassen. Es scheint, als sei es in der bleiernen Zeit.
Nahe schon ist der Herbst Nah ist im Fall der Frucht das Verklingen des Lieds Dort, wo der Wald erdröhnt, Tief vom Stürzen der Toten und den’ Stürmen, die südwärts ziehn. Denn bestimmt ist’s, daß groß auf sich Verdunkelndes Schlaf kommt, Schattender Hauch, groß wie das Sehnen nach Stille Wenn nach des Lichtes Glanz der heftige Tag verstummt.
Denn nicht Mächtiges ist unser Singen, aber zum Leben gehört es. Kommen doch auch der Schwalben Immer einige doch, ehe der Sommer im Land. Möge der Zimmermann vom Gipfel des Dach’s den Spruch tun: Wir, so gut es gelang, haben das Unsre getan.
Ihm auch kündigt sich an hellerer Zeiten Bild Und was lange schon herrlich verheißen ist Wehet auch durch die Stille und macht sie schön. Neues wächst aber fort So wie die Zeit es will. Die ist des Darbens müd. Ihn aber ruft es weit. Was auch ohne ihn blüht, preist er Künftigen Glückes gewiß.
13
BIOGRAFIEËN Componisten Erwin Schulhoff
Op aanraden van componist Antonín Dvo˘rák nam Erwin Schulhof (1894-1942) zijn eerste pianolessen. Hij bleek een wonderkind te zijn: de jonge Schulhoff werd direct aangenomen bij het Praags Conservatorium waar hij piano, compositie en later ook orkestdirectie studeerde. Schulhoff schreef brutale, ironische en absurdistische composities, waaronder bijvoorbeeld In Futurum, slechts bestaand uit
gecomponeerde rustmaten. Hiermee was Schulhoff het werk 4’33’’ van John Cage dertig jaar vooruit. In de werken die hij in de jaren twintig componeerde volgde hij het neoclassicisme van componisten als Stravinsky, Poulenc en Hindemith. Maar Schulhoff mengde er vaak de in Europa opkomende jazzmuziek en oude volksmuziek doorheen. Eind jaren dertig plande Schulhoff een vlucht naar de Sovjet Unie. Door de nazi’s werd zijn muziek bestempeld als ‘entartet’ en daarnaast was hij ook joods en overtuigd communist. Een paar dagen nadat hij de benodigde visa voor hem en zijn familie had afgehaald werd hij opgepakt in juni 1941. Hij kwam terecht in het Beierse concentratiekamp Wülzburg, waar hij een jaar later stierf aan tuberculose.
Hanns Eisler De Duits-Oostenrijkse componist Hanns Eisler (1898-1962) studeerde vanaf 1919 tot 1924 bij 14
Arnold Schönberg en maakte in zijn vroege werken gebruik van Schönbergs twaalftoonstechniek.
Onder invloed van Marxistische sympathieën begon Eisler meer geëngageerde muziek te schrijven en jazz- en cabaretinvloeden toe te laten. Hij raakte goed bevriend met Bertolt Brecht en ging net als Brecht gedurende de Tweede Wereldoorlog in ballingschap in de Verenigde Staten. In 1948 werd hij vanwege zijn politieke opvattingen het land uitgezet en keerde hij terug naar Duitsland. Daar componeerde hij onder andere het OostDuitse volkslied.
biografie
Franz Grothe
Kurt Weill De Duitse componist Kurt Weill (1900-1950) werd als derde van vier kinderen geboren in een Joodse familie In Dessau. Hij studeerde aan de Hochschule für Musik in Berlijn, waar hij onder meer les had van de componist Engelbert Humperdinck.
De Duitse componist en dirigent Franz Grothe (19081982) schreef veel liedjes en schlagers. Daarnaast componeerde hij filmmuziek. Grothe werd in 1933 lid van de NSDAP en bleef gedurende de Tweede Wereldoorlog filmmuziek schrijven. In 1942 werkte hij bij de Duitse Radio bij de afdeling ‘Gehobenere Unterhaltungsmusik und Operette’. Na de oorlog trad hij op in Amerikaanse clubs in Bayern en volgden meer filmscores. Vanaf 1965 is hij dirigent in het showprogramma Zum Blauen Bock op tv en schreef liederen voor onder anderen Rudolf Schock en Renate Holm. In 1960 richt hij de Franz Grothe-Stiftung op.
In 1926 beleefde Weills eerste opera Der Protagonist zijn première. Voor het muziekfestival in BadenBaden schreef hij in 1927 een eenakter. Op zijn zoektocht naar een libretto kwam hij in aanraking met Bertolt Brecht. Een gevolg van hun samenwerking was Das kleine Mahagonny, waarin Lotte Lenya zong, zijn toekomstige vrouw. Met hun 15
Dreigroschenoper werd de combinatie Brecht-Weill in een klap wereldberoemd. Na de machtsovername in 1933 vertrok Weill met Lotte Lenya direct naar Parijs, waar hij op tekst van Brecht muziek schreef voor Die sieben Todsünden, een ballet met zang voor sopraan en mannenkwartet. In 1935 emigreerde hij naar New York, waar inmiddels ook Brecht terecht was gekomen. Daar zou hij tot zijn dood werkzaam blijven. In 1943 verkreeg hij het Amerikaans staatsburgerschap. In 1947 bezocht hij Europa en Palestina, maar naar Duitsland kwam hij nooit meer terug. In de veertiger jaren componeerde hij muziek voor een aantal Broadway-musicals.
Richard Strauss Richard Strauss (1864‑1949) begon op zijn vierde met piano spelen en op zijn zesde componeerde hij zijn eerste stukjes. Hij volgde geen opleiding aan het conservatorium maar kreeg piano-, vioolen compositieles van uitstekende musici uit het
biografie
hoforkest van München waarin zijn vader hoorn speelde.
Olympische Hymne die hij in 1936 componeert voor de Olympische Spelen in Berlijn en de Japanische Festmusik in 1940 voor de viering van het 620-jarig bestaan van het Japanse keizerrijk.
UITVOERENDEN Thomas Oliemans
Als jonge dirigent werkte Strauss achtereenvolgens in Meiningen, München en Weimar. In 1919 werd hij chefdirigent van de Weense Staatsopera. Als componist van symfonische gedichten werd hij wereldberoemd. Voor de buitenwereld was de rol die Richard Strauss tijdens het nazibewind speelde op zijn minst dubbelzinnig. Al in 1933 werd hij president van de nieuwe Reichsmusikkammer, een instituut van het naziregime. Hoewel hij in 1935 weer aftrad vanwege commentaar op zijn opera Die schweigsame Frau naar een libretto van jood Stefan Schweig, bleef zijn houding tweeslachtig getuige de
foto: Marco Borggreve
Bariton
Met zijn breed georiënteerde liedrepertoire is de Nederlandse Thomas Oliemans (1977) een veelgevraagde liedzanger. Zo heeft hij recitals gegeven in onder andere Het Concertgebouw in Amsterdam, Wigmore Hall in Londen en de Tonhalle in Zürich. 16
In 2013 ontving de Nederlandse bariton Thomas Oliemans (1977) de ‘Prix d’ Amis’ van De Vrienden van de Nederlandse Opera voor zijn vertolking van de rol van Papageno in Mozart’s Die Zauberflöte. Tot zijn andere recente opera engagementen behoren onder andere de rol van Lescaut in Massenet’s Manon bij de opera in Toulouse, Schaunard in Puccini’s La Bohéme bij de Royal Operahouse Covent Garden, Gunther in Wagner’s Götterdämmerung en Marcello in La Bohème bij de Nationale Reisopera en Figaro in Mozart’s Le nozze di Figaro bij de Scottish Opera. Thomas soleerde bij orkesten als het Nederlands Philharmonisch Orkest, Residentie Orkest, Bochumer Symphoniker, Orchestre National de Lille, Orkest van de 18e Eeuw en het Noors Radio Orkest. Hij werkte samen met dirigenten als Semyon Bychkov, Kent Nagano, Edo de Waart, Jaap van Zweden, Claus Peter Flor, Paul McCreesh, Ed Spanjaard, Steven Sloane, Christophe Rousset, Kenneth Montgomery, Neeme Järvi en Yannick Nézet-Séguin.
biografie
Candida Thompson
foto: Marco Borggreve
Leiding, viool
Candida Thompson studeerde bij de vermaarde pedagoog David Takeno aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen, waar zij haar solistendiploma met onderscheiding behaalde. Ze studeerde verder aan het Banff Centre for the Arts in Canada. Als solist speelde Candida Thompson met diverse orkesten in Europa, de Verenigde Staten en het Verre Oosten. Daarnaast is Candida Thompson een gepassioneerd kamermusicus. Zij speelde samen met musici als Isaac Stern, Janine Jansen, Julian Rachlin, Isabelle Faust en Bruno Giuranna. Met celliste
Xenia Jancovic en pianist Paolo Giacometti vormt zij het Hamlet pianotrio. Al vanaf jonge leeftijd voerde Candida Thompson kamerorkesten aan in Scandinavië, Spanje, Nederland en GrootBrittannië. Sinds 1995 is zij als concertmeester verbonden aan Amsterdam Sinfonietta en sinds 2003 is zij tevens artistiek leider van het orkest. Candida Thompson woont sinds 1992 in Amsterdam en bespeelt een viool van Jean-Baptiste Vuillaume.
Amsterdam Sinfonietta Amsterdam Sinfonietta is al 25 jaar het enige professionele strijkorkest in Nederland en treedt op over de hele wereld. De afgelopen jaren maakte Amsterdam Sinfonietta tournees door Europa, China, Amerika en Australië. Het ensemble, dat uit 22 strijkers bestaat, wordt geleid door violiste en artistiek leider Candida Thompson en speelt zonder dirigent. Daarmee onderscheidt Amsterdam 17
Sinfonietta zich van gangbare orkesten. Het repertoire omvat uiteenlopende muzikale stijlen, van barok tot hedendaags. Naast de uitvoeringen van bekend repertoire breekt het orkest ook een lans voor onbekend gebleven of nieuw repertoire. Zo speelde Amsterdam Sinfonietta recentelijk premières van Peter-Jan Wagemans, Michel van der Aa, Tigran Mansurian en P ¯eteris Vasks. Kenmerkend voor Amsterdam Sinfonietta is de innovatieve programmering; regelmatig brengt het orkest, naast het gevestigde strijkersrepertoire originele en spannende combinaties van muziekwerken. Zo gaat het onverwachte samenwerkingen aan of voert grensverleggende concepten uit, met onder andere videokunst, dans en theater. Met de educatieve voorstelling Kleutersinfonietta bereikt Amsterdam Sinfonietta jaarlijks duizenden kinderen in Nederland. Daarnaast organiseert het orkest de ‘Sinfonietta Strijkersdagen’ waarin jonge strijkers deelnemen aan workshops en in speciaal geformeerde strijkorkesten optreden voor publiek.
biografie
Met Candida Thompson heeft Amsterdam Sinfonietta sinds 2004 een reeks cd’s uitgebracht in samenwerking met het kwaliteitslabel Channel Classics, waaronder ‘The Bohemian Album’ (2009), ‘Brahms Schönberg’ (2011) ‘The Mahler Album’ (2012) en ‘Britten’ (2013). Afgelopen september werd een cd met werk van Sjostakovitsj en Weinberg gepresenteerd. In februari reisde het orkest met de Amerikaanse bariton Thomas Hampson langs twaalf Europese concertzalen met een bijzonder liedprogramma. Ook speelde het concerten in Rusland met de Georgische pianiste Nino Gvetadze. Voor de toekomst staat een Europese
tournee gepland met violiste Janine Jansen en concerten in de Benelux, Duitsland en Oostenrijk met cellist JeanGuihen Queyras. www.sinfonietta.nl/
Viool 1 Candida Thompson Nicoline van Santen Karen Segal Ingrid van Dingstee Viktor Stenhjem Viool 2 Jacobien Rozemond Petra Griffioen Diet Tilanus Inki Varga Frances Thé Cécile Gouder de Beauregard 18
Altviool Daniel Bard Els Goossens Anne-Bartje Fontein Susanne Dijkstra Rosalind Ventris Cello Kaori Yamagami Maarten Mostert Michiel Weidner Örs Köszeghy Charles Watt Contrabas Ying Lai Green Szymon Marciniak
TO VRO T 40% EG KOR BOEK TING
SEIZOEN 14/15 KLINKT GOED Stel nú online uw eigen concertseizoen samen MUZIEKGEBOUW.NL / 020 78819 2000
VERWACHT
do 27 mrt 2014 donderdagavond serie serie cappella amsterdam grote zaal / 20.15 uur
Cappella Amsterdam Lamentaties van K r˘enek
In 1938 verliet Ernst K r˘enek Duitsland als een ‘ontaarde’ componist, om zich in de Verenigde Staten te vestigen. In 1941 kwam hij met de Lamentatio Jeremiae Prophetae, met voorsprong zijn beste en meest toegankelijke koorwerk. Deze klaagzangen van Jeremia voor koor a capella vormen een wonderlijke mix van de renaissanceklanken van grootheden als Ockeghem en de twaalftoonstechniek van Schönberg. Deze klaagzangen vormen een aangrijpend werk; een schrijnende aanklacht tegen geweld en onderdrukking en een pleidooi voor schoonheid. Cappella Amsterdam is een koor met ervaring in zowel de oude als de nieuwste muziek. Deze ervaring valt perfect op zijn plaats in dit meesterwerk van Ernst K r˘enek. Ernst K r˘enek
20
VERWACHT
do 22 mei 2014 donderdagavond serie serie amsterdam sinfonietta grote zaal / 20.15 uur
Amsterdam Sinfonietta + Slagwerk Den Haag Strijken & Slaan
De Australisch-Nederlandse componiste Kate Moore schrijft in opdracht van Amsterdam Sinfonietta en Slagwerk Den Haag voor vijf strijkers en vijf slagwerkers met strijkstok. In dit klankexperiment onderzoekt ze de grenzen tussen strijkers en gestreken slagwerk. Het concert opent met een van de eerste werken van Ton de Leeuw, waarin deze unieke bezetting ten volle tot klinken komt.
21
Foto: Otto van den Toorn © Simone Lamsma
Leonard Bernstein, componist van grote klassiekers als West Side Story en Age of Anxiety schreef één vioolconcert. Hierin verklankt hij op magistrale wijze de beroemde dialoog over de liefde uit Plato’s Symposium. Voor dit liefdevolle maar ook swingende werk staan Amsterdam Sinfonietta met stervioliste Simone Lamsma en Slagwerk Den Haag samen op het podium. Ook de andere werken op dit programma draaien om de combinatie van strijkers en slagwerk.
Simone Lamsma
VERWACHT
Maart
do 27 mrt / 20.15 uur
za 5 apr / 20.15 uur
vr 21 mrt / 20.15 uur
Cappella Amsterdam Lamentaties van K r˘enek
Maud Nelissen De Mantel / The Immigrant
ISH + VOCAALLAB DJ Moz’ART
vr 28 mrt / 20.30 uur
zo 6 apr / 15.00 uur
zo 23 mrt / The Art of the Trio
Oslo Sinfonietta The Black Box
Carel Kraayenhof Wat is het geheim van de bandoneon? 8+
14.00 uur
zo 30 mrt / 20.15 uur
Cappella Pratensis + Goeyvaerts Strijktrio Hommage
Gesualdo Consort Amsterdam Modern verleden
do 10 apr / 20.15 uur
16.30 uur
ma 31 mrt / 20.15 uur
vr 11 apr / 20.30 uur
Rembrandt Frerichs Trio Jazz op fortepiano
Avishai Cohen (bas) Muziekgebouw en Bimhuis presenteren
Ensemble Klang + Knalpot Maximal Music
20.15 uur
Osiris Trio Kunst van het trio
za 12 apr / 20.15 uur
April wo 2 apr / 20.15 uur
ma 24 mrt / 20.15 uur
Jack DeJohnette + Joe Lovano + Esperanza Spalding + Leo Genovese The Spring Quartet di 25 mrt / 12.30 uur
Lunchconcert Ism Conservatorium van Amsterdam
Insomnio Happy birthday Harry
Quatuor Danel Van Beethoven naar Dusapin en Rihm
Alexander Melnikov + Andreas Staier Schubert vierhandig
zo 13 apr / 13.30 uur
do 3 apr / 20.15 uur
zo 13 apr / 20.15 uur
Calefax Rietkwintet + Nederlands Kamerkoor Far from Home
Nederlands Kamerkoor Boete en beklag
Kindermiddag
vr 4 apr / 20.15 uur
Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag + Wishful Singing Music for 18 Musicians 22
Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 50 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve uw mobiele telefoon tijdens het concert uit te schakelen. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.