wo 7 jan 2015 serie piano Grote Zaal / 20.15 uur
ralph van raat + taI murray P채rt in perspectief
PROGRAMMA
wo 7 jan 2015 serie Piano Grote Zaal / 20.15-22:00 uur DUUR: ca. 45 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Ralph van Raat + Tai Murray Pärt in perspectief
Ralph van Raat piano Tai Murray viool Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Prelude en Fuga in C op. 87 nr. 1 (1950) Arvo Pärt (1935) Zwei Sonatinen (1958/1959) Partita op. 2 (1959) Toccatina - Fughetta - Larghetto – Ostinato Johann Sebastian Bach (1685-1750) Sonate in G voor klavecimbel en viool BWV 1019 (1725) Allegro - Largo - Allegro - Adagio – Allegro PAUZE Johann Sebastian Bach Prelude en Fuga nr. 1 uit Das wohltemperierte Klavier (1722) Arvo Pärt Für Alina (1976) Fratres (1977/1980) voor viool en piano Variationen zur Gesundung von Arinuschka (1977) Für Anna Maria (2006) Spiegel im Spiegel (1978) voor viool en piano
Dit concert wordt live uitgezonden door Omroep MAX op Radio 4.
Tekst toelichting: Ralph van Raat
TOELICHTING ‘De steen die de bouwlieden hadden afgekeurd, heeft God tot hoeksteen gemaakt’ (Mattheus 21: 42). Deze zin uit de Bijbel zou buitengewoon toepasbaar zijn op het oeuvre van Arvo Pärt. De schijnbaar eenvoudige harmonische opeenvolgingen van zijn werk, de openlijk melodische benadering van het componeren en de afwezigheid van overdadige complexiteit zorgden voor een stille revolutie in de eigentijdse muziek. Hoewel Pärts stijl door collega-componisten in eerste instantie niet altijd direct omarmd werd, keerde het tij spoedig en er volgde met name vanaf de jaren 70 een grote schare bewonderaars wereldwijd. Wie vertrouwd is met de typerende consonante, vaak naar binnen gerichte stijl van Pärt, zal verbaasd staan bij het horen van zijn vroege oeuvre tot 1968. Men hoort met name in deze werken de invloeden van zijn grootste voorbeelden uit die tijd: Bach en Sjostakovitsj. Interessant is dat het eerder genoemde citaat uit de Bijbel behalve op Arvo Pärt ook op de laatstgenoemde componist had kunnen slaan, zij het om andere redenen. Hoewel een groot deel van het werk van Sjostakovitsj vanaf 1948 door de Sovjet-Unie gebannen werd wegens een te ‘formalistische’, abstracte aanpak, behoren ook zijn composities tot de meeste gespeelde en gewaardeerde composities van deze tijd.
dat ook een verzameling is van preludes en fuga’s in alle toonsoorten. Hij raakte hierdoor dusdanig onder de indruk, dat hij besloot voor haar een soortgelijke cyclus te componeren. Een provocerende beslissing in die tijd, waarin een dergelijk compositieconcept natuurlijk bij uitstek formalistisch en abstract was. Deze abstractie gaf Sjostakovitsj de mogelijkheid om vrij te zijn van allerlei muziek-politieke artistieke keuzes en zijn muzikale creativiteit volop te benutten. Het eerste deel van deze grote cyclus, de Prelude in C, begint met dezelfde noten als de allereerste prelude uit Das wohltemperierte Klavier van Bach. Bachs Prelude in C nr. 1 is onder het grote publiek bekend geworden via het immens bekende Ave Maria van Charles Gounod (1818-1893), die hiervoor in 1859 een melodielijn aan Bachs originele prelude toevoegde . Op neoklassieke wijze voorziet Sjostakovitsj zijn eigen eerste prelude en fuga van eenzelfde bijna
Een voorbeeld hiervan is de collectie van 24 Preludes en Fuga’s, die een resultaat waren van Sjostakovitsj’ bewondering voor pianiste Tatyana Nikolayeva. Als jurylid bij een concours in Leipzig in 1950 hoorde hij haar het complete Wohltemperiertes Klavier van Bach spelen, 3
TOELICHTING
sacrale grootsheid, maar de chromatiek en de dissonanten verraden al snel dat het hier om een twintigste-eeuwse componist gaat.
in het tweede deel, de Fughetta, maar het Larghetto verraadt reeds Pärts voorkeur voor expressieve lijnen, die later zo karakteristiek voor zijn toontaal zouden worden. Zijn interesse in herhaalde ostinato-patronen, die eveneens in zijn latere stijl tot uiting zou komen, spreekt al uit het laatste deel.
Van neoklassiek naar atonaliteit De neoklassieke aanpak van Sjostakovitsj, gemodelleerd op historische muziek maar nu voorzien van kruidige dissonanten en kleuren, is direct terug te herkennen in Arvo Pärts eerste officiële compositie, de Zwei Sonatinen. Hij schreef ze als leerling van componist Heino Eller aan het conservatorium van Tallinn, Estland, dat vanaf 1940 onderdeel van Rusland was. Met name in de eerste sonatine doen de akkoorden in de linkerhand, die uit opgestapelde kwartintervallen bestaan, ook denken aan de moderne jazz die Pärt in de ondergrondse muziekscene hoorde. De dissonantie, veroorzaakt door een sterke chromatiek, in de tweede sonatine, lijkt al vooruit te wijzen op Pärts volgende stilistische ontwikkeling: het toepassen van de dodecafonie oftewel de twaalftoonsmethode. Dit was een relatief mathematische manier van componeren waar met name Arnold Schönberg bekendheid door kreeg.
Kenmerkend voor Pärts vroege werk is de grote levendigheid van het materiaal en een overduidelijke vanzelfsprekendheid in het schrijven, die bevestigd werd door zijn docent aan het conservatorium, die meldde dat ‘het leek alsof Pärt slechts met zijn mouw hoefde te schudden en de noten vielen eruit’. De levendigheid doet direct denken aan muziek uit de barok, zoals Bachs Sonate voor klavecimbel en viool in G. Deze vioolsonate, die in 1725 in Lepizig voltooid werd, maar waarvan de eerste twee delen waarschijnlijk al eerder gecomponeerd waren, is zelfs voor zijn tijd levendiger dan ooit door de vernieuwende aanpak van Bach. Hoewel vioolsonates tot dat moment vooral solosonates waren met begeleiding, koos Bach in zijn cyclus van de zes vioolsonates, waarvan dit de zesde is, voor een gelijkwaardige rol van de klavecimbel. Zo duidde Bach het werk aan als een ‘triosonate’, maar dan voor twee spelers: de klavecinist kreeg de dubbele taak om zowel een tweede solostem te spelen (in de rechterhand) als een basso continuo-stem (in de linkerhand). Ook de toevoeging van een deel voor solo klavecimbel duidde op de hernieuwde, actieve rol van beide spelers.
‘Pärt hoefde slechts met zijn mouw te schudden en de noten vielen eruit.’ Reeds een jaar na het componeren van zijn Zwei Sonatinen voerde Pärt zijn chromatiek tot in het uiterste door; in het eerste deel, Toccatina, van zijn Partita op. 2 horen we dan ook een volledig atonale cadens. De invloed van zowel Bach als Sjostakovitsj is met name opnieuw hoorbaar
Na het schrijven van zijn Partita, zou Pärt zich in de tien daaropvolgende jaren volledig 4
TOELICHTING
bezig houden met het integreren van allerlei – door de Sovjet afgekeurde – westerse compositietechnieken. Met zijn orkestwerk Nekrolog (1960) werd hij de allereerste Estse componist die een compositie in strenge twaalftoonsstijl had geschreven, waarmee hij ook direct bekendheid kreeg in het Westen. Ook bediende Arvo Pärt zich op experimentele wijze van allerlei andere in die tijd actuele technieken zoals het componeren met behulp van toevalprocessen, klankvelden en collagetechnieken. Deze laatste techniek, die in zijn orkestwerk Credo (1968) tot een hoogtepunt kwam met directe citaten van Bach, leidde voor de componist zelf tot een artistieke crisis. Door het (her)gebruik van delen uit bekende werken uit onder andere de barok herontdekte hij de zeggingskracht van deze muziek, die hij als essentiëler ervoer dan de taal van de allernieuwste muziek. Bovendien werd niet alleen zijn bekendheid groter, maar ook de schandalen waarmee zijn modernistische muziek ontvangen werd buiten het Westen.
gaan, maar wiens paden elkaar toch weer zullen kruisen. De verstilling geeft een grotere waarde aan de klank, en de relatie van de ene gebeurtenis tot de andere wordt als het ware uitvergroot; een symbool voor de diepgaande relatie tussen twee (bevriende) mensen. Het is het eerste voorbeeld van een compositie in zijn op dat moment nieuwe zogenaamde tintinnabulli-stijl (tintinnabulli is Latijn voor ‘belletjes’), waarin de ene stem bestaat uit gebroken drieklanken en de andere uit een langzaam voortschrijdende opeenvolging van noten van dezelfde toonladder. Met deze techniek hervond hij een grote inspiratie om te componeren. Zo hebben zijn Variationen zur Gesundung von Arinuschka van een jaar later dezelfde basistechniek. In vijf variaties op een eenvoudig thema in a-klein, klinken er telkens slechts twee muzikale lijnen met verschillende snelheden. De vaak canonische schrijfwijze doet direct denken aan de renaissancemuziek. Zijn beroemde Fratres, uit hetzelfde jaar als de laatstgenoemde variaties, en inmiddels in allerlei bezettingen verschenen, bestaat uit diatonische variaties – op een thema van zes maten – maar dit keer met een grote onderlinge contrasten in dichtheid en tempo. Het stuk behelst zowel hectiek als verstilling, waarmee zij volgens de componist de twee contrasterende elementen van het menselijke zijn – het drukke, tijdelijke leven versus de eeuwigheid – verklankt.
Van complexiteit naar welluidende verstilling Na een compositorische stilte van acht jaar, waarin Pärt zich als componist geheel heroriënteerde door intensieve bestudering van met name de muziek uit de renaissance en de barok, verscheen hij in 1976 opnieuw als componist ten tonele, met het korte maar baanbrekende pianostuk Für Alina. De componist leek een metamorfose te zijn ondergaan: de dissonante complexiteit had plaatsgemaakt voor een welluidende verstilling. Für Alina was geschreven voor de dochter van vrienden die het ouderlijk huis verliet. De twee stemmen zijn als mensen die hun eigen wegen
Ook zijn Spiegel im Spiegel, opnieuw slechts een jaar later gecomponeerd, werd een boegbeeld voor de tintinnabulli-stijl van Pärt. De 5
TOELICHTING
rechterhand van de pianist speelt de gebroken drieklanken, waarbij de linkerhand weer diatonische lijnen speelt, vaak op syncopische en quasi-canonische wijze de vioolpartij aanvullend. De obsessieve, statische kwaliteit van de herhalende motieven creëert een eindeloosheid, als het effect van twee tegenover elkaar staande spiegels, waaraan de titel ook refereert. Heilig minimalisme De compositie is een goed voorbeeld van de reden waarom Arvo Pärt tot de oervaders van het zogenaamde ‘Holy Minimalism’ (heilig minimalisme) wordt gerekend, net als bijvoorbeeld Sir John Tavener; de schijnbare herhaling van relatief simpele motieven kan bij de luisteraar een optillende, in zichzelf gekeerde en bijna spirituele beleving opleveren, die er grotendeels toe heeft bijgedragen dat het hedendaagse componeren na de avant-garde na lange tijd weer hernieuwde belangstelling heeft gekregen van een groot publiek. Zeer opvallend is het meest recente pianowerk van Arvo Pärt, Für Anna Maria. Geschreven voor een tienjarig Ests meisje, lijkt Pärt onomwonden terug te keren naar zijn neoclassicistische periode, maar dan zonder zijn toenmalige taal te willen kleuren met dissonanten. Als grote tegenstelling met het veel eerder geschreven Für Alina, lijkt Pärt, terugkijkend op zijn carrière, met de keuze voor een stralend G-groot en de speelse accenten het jonge leven op een feestelijke wijze te willen bevestigen.
6
BIOGRAFIEËN COMPONISTEN Arvo Pärt Sinds de Estse componist Arvo Pärt (1935) in 1980 Estland verliet en zich vestigde in het Westen, groeide hij internationaal uit tot de belangrijkste levende componist van zijn land. Met zijn kenmerkende tintinnabulistijl die hij in de jaren zeventig ontwikkelde maakte hij school en werd hij een voorbeeld voor vele landgenoten. Hij studeerde aan het Conservatorium van Tallinn en schreef zijn eerste composities onder invloed van onder anderen Bela Bartók en Dmitri Sjostakovitsj. Hij verdiepte zich aanvankelijk in de seriële compositietechniek, maar miste de directe communicatie met het publiek. Na een periode van stilte waarin hij het gregoriaans, de polyfonie van de renaissance en de tradities van de Russisch Orthodoxe Kerk bestudeerde, kwam
hij met een heel eigen vorm van sacrale muziek. Zijn stijl werd bekend onder de naam tintinnabuli. Met werken als Fratres en Tabula Rasa die in deze stijl van ‘klingelende belletjes’ geschreven zijn verwierf hij wereldfaam. Sinds hij Estland en de invloed van 7
de Sovjet-Unie achter zich liet is religie een belangrijk thema in de werken van Pärt. Hij is mede daarom inmiddels voor de tweede periode van vijf jaar benoemd tot lid van de Pauselijke Raad voor Cultuur.
biografie
Dmitri Sjostakovitsj Dmitri Sjostakovitsj (19061975) werd geboren in St. Petersburg. Als pianist en componist was hij een wonderkind, en vanaf zijn zestiende voorzag hij in het onderhoud van zijn familie door piano te spelen in filmhuizen en vaudeville theaters. Aan het conservatorium van zijn geboortestad studeerde hij bij Glazoenov en Steinberg, en met zijn Eerste symfonie studeerde hij cum laude af. Het werk werd meteen ook in het westen bekend en zijn naam was gevestigd. Modernistische werken als de Tweede en Derde symfonie ontstonden in de vroege communistische periode maar met de komst van Stalin kreeg hij verschillende keren aanvaringen met het regime. Na 1956 legde hij zich voornamelijk toe op de kamermuziek.
8
biografie
Johann Sebastian Bach Johann Sebastian Bach (16851750) was een Duits organist, componist, klavecinist, violist, muziekpedagoog en dirigent van barokmuziek. Hij wordt door de meeste musicologen beschouwd als een van de grootste en invloedrijkste componisten uit de geschiedenis van de klassieke muziek. Hij werd geboren in een familie van muzikanten. Na zijn gymnasiumopleiding in L체neburg werd hij organist in Arnstadt. In 1707 trouwde hij met zijn nicht Maria Barbara, de moeder van zijn oudste zonen Wilhelm Friedemann en Carl Philipp Emanuel. In 1708 werd hij organist en violist van hertog Wilhelm Ernst von Sachsen-Weimar, waar hij zijn eerste concerten componeerde en begon aan Das wohltemperierte Klavier. In de zevenentwintig jaar als Thomascantor in Leipzig schreef hij zijn vele cantates en zijn wereldberoemde Johannes en Matth채us Passion. Vanaf 1729 leidde Bach het Leipziger Collegium Musicum, waarmee hij zijn concerten
voor klavecimbel en zijn orkestouvertures uitvoerde. De laatste jaren van zijn leven werkte Bach aan Die Kunst der Fuge. Bach werd vergeefs behandeld aan staar maar stierf op 28 juli 1750 aan een beroerte. 9
biografie
UITVOERENDEN Ralph van Raat Piano
De Nederlandse pianist en musicoloog Ralph van Raat (1978) studeerde zowel piano aan het Sweelinck Conservatorium bij Ton Hartsuiker en Willem Brons als Muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Beide studies sloot hij cum laude af.
De pianist bracht verschillende cd’s uit en heeft sinds 2006 een exclusief contract met Naxos. Voor dit label nam Van Raat de complete pianowerken op van Louis Andriessen, John Adams, Magnus Lindberg en Sir John Tavener. Ook de opname van The people united will never be defeated van Rzewski was een international succes. Ralph van Raat is als docent hedendaagse pianomuziek verbonden aan zowel het Utrechts Conservatorium als het Conservatorium van Amsterdam.
Voor zijn ontwikkeling als pianist waren vooral zijn verdere studies bij Claude Helffer in Parijs, Ursula Oppens in de Chicago en Pierre-Laurent Aimard in Keulen van belang. Zijn bijzondere aandacht voor de muziek van de twintigste en eenentwintigste eeuw viel al snel op. Deze resulteerde in prijzen bij onder andere de Internationale Ferienkurse für Neue Musik te Darmstadt (1998), het Internationale Gaudeamus Vertolkers Concours (1999) en de VSCD Klassieke Muziekprijs (2005). In 2006 had Van Raat bij de NPS op Radio 4 een eigen serie over moderne muziek en de toegankelijkheid ervan. 10
foto: Simon van Boxtel
biografie
11
biografie
Tai Murray Viool
De Amerikaanse violiste Tai Murray (1982) kreeg haar eerste viool toen ze vijf jaar oud was. Les kreeg ze op het Sherwood conservatorium in Chicago. Op negenjarige leeftijd maakte ze haar debuut bij het Chicago Symphony Orchestra. Ze volgde schoollessen aan huis en trad steeds vaker op. Als 16-jarige soleerde Murray bij de Utah Symphony. In een recensie in de Salt Lake Tribune werd haar bovennatuurlijke intonatie en magische strijktechniek geroemd. Meer positieve recensies volgden. Na een muziekstudie aan de Universiteit van Indiana volgde Murray het driejarige programma aan de Julliard School of Music. In 2004 had ze al met meerdere orkesten gespeeld en won ze een Avery Fisher Career Grant. Ze gaf recitals in grote wereldsteden, waaronder Berlijn, Chicago, Hamburg en Londen. In 2012 nam ze de zes sonates voor viool solo van Eugène Ysaÿe voor Harmonia Mundi op. Deze cd werd genomineerde voor de Edison Klassiek.
In 2013 verscheen een cd met werken van twintigste-eeuwse Amerikaanse componisten, met de opvolger American Journey in 2014.
12
VERWACHT
za 14 feb 2015 serie piano grote zaal / 20.15 uur
Enrico Pace Ludus Tonalis
‘Juist door zijn concentratie en terughouding bereikt Pace een hoogste graad van vormgeving en intensiteit.’ Het Duitse muziekmagazine FONO FORUM gaf de Italiaanse pianist vijf sterren. Paces kwaliteiten zijn heel gunstig voor het uitvoeren van het buitengewoon intelligente en subtiele meesterwerk van Hindemith.
13
foto: Marco Borggreve
Het is een van de grote pianowerken van de 20e eeuw: Ludus tonalis van componist Paul Hindemith. Hij schreef het in 1942 als tegenhanger van Bachs Das wohltemperierte Klavier. Ludus Tonalis is zelden live te beluisteren. Ten onrechte; dit ingenieus geconstrueerde werk – dat alle krachten van Hindemith toont – staat daarom vol overtuiging geprogrammeerd in de serie Piano van het Muziekgebouw. De grote Liszt Concourswinnaar Enrico Pace speelt het als geen ander.
Enrico Pace
VERWACHT
januari 2015 vr 9 jan / 20.15 uur
vr 16 jan t/m di 3 feb
wo 28 jan / 20.15 uur
Flamenco Biënnale Nederland
Nieuw Ensemble + Ralph Van Raat What about ChinAAA!
Match Girl Passion Silbersee (ex VOCAALLAB)
do 22 jan / 20.15 uur
za 10 jan / 20.15 uur
Marina Heredia A mi tempo
Lets Radiokoor Miserere van Pärt
vr 23 jan / 20.15 uur
wo 14 jan / 20.15 uur
Cappella Amsterdam Carte Blanche voor MaNOj Kamps
Cañizares + Christianne Stotijn + Ed Spanjaard Flamenco, de Falla & Montsalvatge za 24 jan / 20.15 uur
do 15 jan / 20.15 uur
Ensemble Klang + Ensemble Codarts & Koninklijk Conservatorium In de geest van Bang On A Can za 17 jan / 20.15 uur
Score Collective Levenskunst
Combattimento Grand Tour zo 25 jan / 13.30 uur
Kindermiddag
Ives Ensemble Eenlingen en wegbereiders Vervolg Flamenco Biënnale vr 30 jan / 20.15 uur
Dubbelconcert Flamenco & Orient Qasida + East meets East za 31 jan / 15.00 uur
De IJ-Salon Achter de grote muur vandaan
13.30 uur
za 31 jan / 20.15 uur
Carmen (6+) Frank Groothof e.a.
Nathalie Stutzmann + Inger Södergren Schuberts Winterreise
13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal
Ere Lievonen 65 jaar Fokker-orgel
Woei! (2-4 Jaar) Alle Hoeken van de Kamermuziek
zo 18 jan / 20.15 uur
14.30 uur / Bimhuis
Nieuw Ensemble Masterconcert
Zapp4 (10+)
zo 18 jan / Kleine Zaal / 11.00 uur
do 29 jan / 20.15 uur
14
februari zo 1 feb / 14.00 uur
Furor Musicus Nozeman + Bach Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.