10 jaar muziekgebouw jubileum weekend
Collegium Vocale Gent Madrigalen van Gesualdo
vr 11 t/m zo 13 sep 2015
programma
2
inhoudsopgave
vr 11 - z0 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw
Een monument voor de toekomst 4 Maarten van Boven & Boudewijn Berentsen
Jan Wolff: het statement van de musicus 6 Geert Mak
Het gebouw dat er moest komen 11 Maarten Kloos
Tijdschema concerten 22 Concerttoelichtingen 24 Joep Stapel
Vrijdag 11 september 24 Zaterdag 12 september 32 Zondag 13 september 44 Doorlopende activiteiten 64 BiografieĂŤn 66
Het jubileumweekend is mogelijk gemaakt door
EEN MONUMENT VOOR DE TOEKOMST
Er is iets bijzonders ter wereld gekomen, op 15 juni 2005: Muziekgebouw aan ’t IJ, kraamkamer van de allernieuwste muziek, verbindende schakel tussen de hedendaagse muziekcultuur en de klassieke.
verrezen. Dat wapenfeit alleen al, verdient een monument. Of oorlogsmonument, zo u wilt. Met dit gebouw heeft hij dat standbeeld natuurlijk al zelf opgericht en zich zo gemaakt tot wat hij de laatste jaren van zijn leven ook vaak leek: onsterfelijk. Dankzij hem verrees een monument van staal, glas en beton. Onder intimi ook wel Wolffinarium genoemd. Sommigen vinden zo’n geuzennaam wat mager en pleiten voor meer rigoureuze maatregelen. Anderen op hun beurt suggereren iets tastbaarders, al dan niet in brons gegoten. Hoe, waar en in welke vorm dan ook: soms lijkt iedereen wel verblind door het gedenkteken voor Jan Wolff zelf. Namelijk dit gebouw, met zijn handtekening onder ieder detail. Als een virtuele sokkel waarop concertavond na concertavond het wonder van de prachtige muziek ver- of herrijst.
In de tien jaar dat het Muziekgebouw er is, zagen hier 228 wereldpremières het licht. Splinternieuwe muziek die daarvoor nog niet bestond en pas tot leven kwam op het moment dat het een van die inmiddels ruim twee miljoen trommelvliezen in beweging bracht. En daarmee meer dan een miljoen zielen. Met hart voor zowel de makers als het publiek. Niet in de laatste plaats dankzij de intimiteit en hoogwaardige akoestiek van de Grote Zaal, die is ingericht op basis van ruimtelijke en akoestische inzichten die ook nu nog wereldwijd worden toegepast. Kortom: wat ooit in de jaren tachtig in de IJsbreker aan de Amstel ontstond, is inmiddels uitgegroeid tot het thuisstadion voor de Nederlandse ensemblecultuur. In het voormalige havengebied aan het IJ waar het een komen en gaan was van passagiers en specerijen, wordt nu muziek gehaald en gebracht. Inclusief het bijbehorende publiek.
Wat hem dreef? Liefde voor de muziek in al zijn verschijningsvormen. Vooral de onverwachte. En de onstuitbare drang die liefde voor het onbekende met zoveel mogelijk mensen te delen. Sommigen noemen dat koppig. Wij noemen dat een gezonde pioniersgeest met een heilig geloof in de toekomst. En dat is blijkbaar erfelijk, verweven met het DNA van dit gebouw. Want waarom een standbeeld uit het verleden, als je kunt kiezen voor een monument voor de toekomst. Een geluidskunstwerk dus. Niet statisch, maar dynamisch. Niet in hiëroglyfen of brons, maar
Standbeeld Zonder de strijdlust van geestelijk vader Jan Wolff was dit stadion, deze thuishaven voor de laatste ontwikkelingen in de geluidscultuur nooit 4
inleiding
zoals het hoort: in noten. Als een lokroep voor de muziek van nu. Een werk dat wordt aangestuurd door de elementen die rond dit gebouw razen. Met als belangrijkste klankkleuren de huil van De Wolff, een hoorn en een echo van de overkant. Hoe dat klinkt? Dat horen we vanaf volgend jaar zomer, als afsluiting van het jubileumseizoen. Op 22 augustus om precies te zijn. En vanaf dan iedere maand.
en samenstelling tegen de tijdsgeest in flink toenam. Het enige dat daalde, was de gemiddelde leeftijd. En zo bouwen we ook na tien jaar, nog immer jong en open van geest, aan het cultureel erfgoed van de toekomst. We kunnen er niks aan doen: we veroorzaken nogal wat. Met de muziek van nu, voor het publiek van nu. Dat dient natuurlijk gevierd te worden. Met u. En wel dit weekend, drie dagen en twee nachten lang. Dit minifestival op een van de beste overdekte festivallocaties van Amsterdam, vormt tevens het startschot voor waar het tien jaar geleden allemaal om is begonnen: keer op keer een nieuw seizoen met bijzondere producties voor iedereen met nieuwsgierige oren. Met een niet te missen aanbod dat juist dit seizoen de rijkdom en uitstraling van onze programmering zoals die in de afgelopen tien jaar vorm heeft gekregen, nog eens extra onderstreept. Nieuwsgierig, eigenzinnig, avontuurlijk en intelligent, zonder concessies te doen aan de kwaliteit.
Voortbouwen Wij bouwen intussen onverdroten voort op de echo uit zijn verleden; aan de verdere verrijking van de programmering, zowel in zijn aard als samenstelling.
Keer op keer een seizoen met bijzondere producties voor iedereen met nieuwsgierige oren De afgelopen tien jaar klonk er zo’n 238.000 minuten muziek. In de vorm van meer dan zesentwintighonderd concerten; inmiddels ruim vijfenzestig per jaar méér dan in het eerste volwaardige jaar, voornamelijk veroorzaakt door een forse toename van het aantal internationale producties. En dat voor een publiek dat in omvang
Tot binnenkort dus. Maarten van Boven Algemeen en artistiek directeur Boudewijn Berentsen Zakelijk directeur
5
JAN WOLFF: HET STATEMENT VAN DE MUSICUS Door Geert Mak
‘Aan de Amstel en het IJ...,’ zo begint een lied waarvan ik de rest ben vergeten. Maar de combinatie past perfect bij het begin van Muziekgebouw aan ‘t IJ.
opgebouwd, het etablissement genoot in de jaren twintig en dertig een grootse faam als discussie- en biljartcafé, maar na de oorlog was alles in verval geraakt. Vanaf 1965 was het enkel nog een opslagruimte.
Aan het IJ lag de fysieke grondslag van het gebouw: ooit een druk haventerrein, vol schepen, kranen, treinen en zwetende sjouwers. Daarna vormden de lege kades een woestijn van gras en verroeste spoorrails, een verlatenheid van hekken, lege loodsen en deuren die knarsten in de wind. De loodsen en oude gebouwen werden gaandeweg bezet door kunstenaars, studenten en andere krakers. Het Java- en KNSM-eiland aan de overkant werd zelfs enkele jaren een wonderland van zogenaamde stadsnomaden, vol wonderbaarlijke zelfbouw. Eind jaren tachtig was dat allemaal voorbij. Toen begon het grote bouwen. De komst van het Muziekgebouw markeerde het nieuwe bestaan van dit gebied, een totaal nieuw begin.
Al jaren droomde Jan Wolff van een centrum voor eigentijdse muziek, een broedplaats waar alle ensembles en componisten uit de hele wereld hun nieuwe vormen en composities konden uitproberen. En tenslotte was er de man: Jan Wolff. Jan was een rasmusicus, een getalenteerde hoornist, op zijn zeventiende begonnen als jongste lid van het Concertgebouworkest, later ook een stuwende kracht achter De Volharding, het Nederlands Blazers Ensemble en andere initiatieven. Jan was een man met een Doel. Hij kon prachtig vertellen over zijn jonge jaren in het Concertgebouworkest, over de Mahlercyclus van Bernard Haitink, hoe hij zo nu en dan een noot blies – ‘toet, toetoet’ – en hoe hij ondertussen, op het balkon tegenover
Dan was er de Amstel. Daar lag de grondslag van het Muziekgebouw in de IJsbreker, een uitspanning die al in de zeventiende eeuw zo heette omdat de echte Amsterdamse ijsbreker – een enorme bak die door tientallen paarden werd voortgezeuld – daar tijdens de wintermaanden voor de kade lag. De oude IJsbreeker was eind negentiende eeuw opnieuw 6
jan wolff: het statement van de musicus
zich, koningin Juliana langzaam in slaap zag sukkelen. ‘Moet ik dit mijn leven lang blijven doen?’ dacht hij, toen al. Nee dus.
het personeelsbestand nam toe van twee naar veertig, de concertzaal groeide al snel uit zijn voegen. Het kon er smoorheet zijn en in 1985 begonnen de eerste bezoekers flauw te vallen. De kiem van het plan voor Muziekgebouw aan ‘t IJ werd toen ergens gelegd: het bleek technisch niet mogelijk te zijn om de zaal te voorzien van een goede airconditioning. Er moest iets totaal nieuws komen.
In die lege en verlopen IJsbreker zag Jan Wolff zijn kans. Al jaren droomde hij van een centrum voor eigentijdse muziek, een broedplaats waar alle ensembles en componisten uit de hele wereld hun nieuwe vormen en composities konden uitproberen. ‘Ik had vijfentwintig jaar rondgetrokken, op allerlei rotplekken moeten repeteren, koud, akelig, zonder koffie,’ zei hij later. ‘Ik dacht: als ik nu toch met de IJsbreker begin, laat ik dan ook zorgen dat je hier goed kunt toeven met een goeie espresso.’ Succes Zo leerde ik Jan kennen. We werden al snel bevriend. Het was begin 1980, hij stond achter een barretje van spaanplaat voor een handvol klanten cappuccino’s te maken, en daartussendoor zat hij voor het raam de krant te lezen. Zo nu en dan regelde hij een optreden. Het leek hem wel wat, zo’n bestaan, na al dat gereis met orkesten.
Vanaf dat moment begon Jan, met steun van zijn muziekvrienden, aan een onderzoek naar de bouw en exploitatie van andere middelgrote zalen, zoals La Cité de La Musique in Parijs, Vredenburg in Utrecht, het Muziekcentrum Enschede. Er kwam groen licht vanuit de gemeenteraad: de nieuwbouw hoorde bij de drie grote prioriteiten van het Amsterdamse Kunstenplan van de jaren negentig. Er werden allerlei locaties uitgeprobeerd – ik herinner me hoe Jan eindeloos bezig was met het terrein van de Westergasfabriek. Maar uiteindelijk liet hij me op zijn zolder trots een maquette zien van een gebouw aan het IJ, met een enorme luifel en een schitterend terras. Dit moest het worden.
Het verliep anders, zoals we allemaal weten. De IJsbreker werd binnen de kortste keren een enorm succes, de vijf concerten in 1980 groeiden uit tot een jaarlijks gemiddelde van driehonderd,
Pionier Jan Wolff groeide zo uit tot een typische Amsterdamse pionier: zoekend en tastend naar nieuwe wegen, permanent op gespannen voet 7
jan wolff: het statement van de musicus
met de gevestigde orde en tegelijk daarbinnen functionerend, soms teruggeslagen worden, dan weer doorbraken scheppend, een strijder en binder tegelijk. Zelf was hij altijd gefascineerd geweest door de Poolse immigrant Tuschinski, die kans had gezien om binnen een paar jaar een voor die tijd ultramodern en beeldschoon filmtheater op te zetten, middenin de stad. Zijn vader had er nog in de orkestbak gespeeld, en zowel het gebouw als de stichter bleven voor Jan altijd een voorbeeld en een bron van inspiratie. In elke grote stad, in elke fase van de geschiedenis, duiken zo nu en dat dit soort mensen op, en Jan was er een van.
Toen het Muziekgebouw werd voltooid, was hij al flink ziek. Hij voerde in die tijd een permanente strijd met bureaucraten en aannemers om het gebouw op zijn eigenzinnige manier precies zo te krijgen als hij het wilde. Die strijd verlegde hij naar een gevecht om het behoud van lijf en leven, bijna op dezelfde manier, zonder ooit op te geven. Toen hij na zijn eerste grote operatie in het ziekenhuis lag, zei hij: ‘Ik wil zo graag nog de openingsavond meemaken, dat eerste applaus horen dat in de zaal zal klinken.’ Het was hem, goddank, gegund. Hij overleed zeven jaar later, op 22 augustus 2012. Musicus Jan Wolff was een man van de biedende kunst, van de kunst die zich aanbiedt, die wakker schudt, die een confrontatie aangaat. Hij had niks met consumptiekunst, de kunst die de smaak volgt van de mode en de massa, die zich richt op de kijkcijfers en de wetten van de markt. Hij koos voor de eigenzinnigheid, hij weigerde te capituleren voor de barbarij en de waan van de dag. Het Muziekgebouw was, wat dat betreft, een statement.
Pioniers zijn niet altijd gemakkelijke mensen, dat is de keerzijde van al die gedrevenheid. Dat gold ook voor Jan. Het verhaal gaat dat Jan een keer zo razend werd op een onderaannemer van het Muziekgebouw die de deursluitingen systematisch te laag aanbracht, dat hij hem bij zijn nek greep, op de grond drukte en toeriep: ‘Kniel! Kniel dan! Ja, daar zit die klink. En stel je nu eens voor dat je met een contrabas op je rug die deur moet opendoen. Ja, hoe ga je dat doen?’ Zo vocht Jan voor zijn gebouw, voor zijn collega-musici, voor de componisten en voor de hedendaagse muziek in zijn algemeenheid. Tegen slordige aannemers, tegen apparatsjiks, tegen de kunstgieren die al snel rond dit project zweefden.
En hij was, natuurlijk, bovenal een man van de muziek zelf. Toen hij nog een hardwerkende freelancer was, een hoornist met een jong gezin die voor een handvol zilverlingen soms in de 8
jan wolff: het statement van de musicus
raarste reclamedeuntjes moest meeblazen, zat hij soms na zo’n middag werken met zijn hoorn op schoot. En dan streelde hij het koper en dan sprak hij zijn hoorn, zo heeft hij me wel eens verteld, zachtjes toe: ‘Ach, wat doen we toch allemaal samen voor de kost. Maar wat heb je weer helder geklonken vanmiddag. En wat heb je die ene noot prachtig gepakt …’
Muziek is de meest vluchtige van alle kunsten, en als een noot weerklinkt is ie direct al weer weg ook, voorgoed. Jan was echter tegelijk een buitengewoon aardse man. Ik heb altijd het gevoel gehad dat hij tegenover de bijna etherische wereld van de muziek iets concreets nodig had, iets tastbaars dat het tijdelijke oversteeg. Dat werd dit Muziekgebouw.
Jans ervaring als musicus was, en is, ook af te lezen aan het Muziekgebouw. Trots liet hij me de extra brede deuren voor de artiesten zien – je moet er ook met een groot instrument gemakkelijk doorheen kunnen – en de dubbele laadperrons; het komende ensemble moet het gaande niet in de weg zitten. En wat was hij gespannen bij de allereerste geluidstest van de nieuwe zaal! Die allereerste handklap in die lege ruimte, hoe klonk die? En daarna zijn trots: de ultramoderne akoestiek, aanpasbaar voor elke soort muziek, werkte fantastisch.
Zonder Jan Wolff hadden we hier nooit gespeeld, geluisterd, espresso gedronken, over het water gestaard en van muziek en het leven genoten. Het tienjarig bestaan van dit permanente feest is dan ook een mooie gelegenheid om eindelijk eens over te gaan tot een naamsverandering. Wordt het niet de hoogste tijd om die lelijke mondvol woorden te vervangen door iets krachtigers: Muziekhuis Jan Wolff. Klinkt dan niet veel beter? En is dat, eerlijk gezegd, zo langzamerhand ook niet een zaak van historische rechtvaardigheid? Geert Mak (1946) is journalist en auteur en was een goede vriend van Jan Wolff. Hij is veelvuldig gelauwerd. In 2015 ontving hij de Gouden Ganzenveer, Nederlands belangrijkste onderscheiding voor kwaliteitspublicaties met grote maatschappelijke betrokkenheid. In 1987 schreef hij Een bres in de stad. De geschiedenis van de IJsbreker.
Het tijdelijke overstijgen Tot in zijn laatste weken floot hij in zijn ziekbed zo nu en dan nog een stukje van een partituur, imiteerde dirigenten, lachte om de overdreven tv-gebaren van sommige musici. Ja, exact op het goede moment precies die hoge noot pakken, dat was de kunst van een hoornist. En dat deed hij, ook met dit project. 9
De plek waar Muziekgebouw aan 't IJ verrees: kop van de Oostelijke Handelskade, hier tijdens de sloop van het KNMI窶組ebouw (1975). Op de achtergrond de Shell-toren. (Foto Wim Ruigrok)
10
HET GEBOUW DAT ER MOEST KOMEN Door Maarten Kloos
Nog heel goed herinner ik me een bijzonder moment waarop de paden van Jan Wolff en mij elkaar kruisten, maar we elkaar nog niet ontmoetten. Het was op 12 mei 1972, bij gelegenheid van een ‘Inklusief konsert’ in Theater Carré.
In die context heb ik Jan in de meest uiteenlopende situaties meegemaakt. Op euforische ogenblikken, maar ook op momenten waarop hem alle moed in de schoenen was gezonken. Tien jaar na de voltooiing van Muziekgebouw aan ‘t IJ voel ik nog steeds bewondering, maar ben ik ook nog altijd verbaasd. Verbaasd over de manier waarop een musicus in hart en nieren zich heeft kunnen ontwikkelen tot een bewonderenswaardig opdrachtgever, en vooral: een echte bouwer. Het ging in een aantal stappen.
Voor mij was het een van de laatste gelegenheden waarbij ik als cellist optrad, in Stockhausens Mixtur, met een ensemble van het Koninklijk Conservatorium onder leiding van Reinbert de Leeuw. Voor Jan ging er die avond juist een wereld open, want het concert zou legendarisch worden vanwege de première, later op de avond, van Louis Andriessens compositie De Volharding. Van het daarna opgerichte Orkest de Volharding zou hij een grote steunpilaar worden.
Op weg Het begin was nog tamelijk eenvoudig. Jan heeft zelf altijd gezegd dat hij in 1986 begon na te denken over een nieuw ‘Muziekgebouw’, en zoiets kan je je voorstellen. Het begint met een onverwacht idee, stap twee is dat je dit idee hier en daar eens laat vallen. Proef je daarbij ook bij anderen enig enthousiasme, dan ga je gericht op zoek naar medestanders. Op die manier is ook Jan Wolff op zoek gegaan naar mensen die net als hij van mening waren dat in Amsterdam behoefte was aan een huis voor de muziek van nu, met een akoestisch perfecte middenzaal waarin de laatste ontwikkelingen in de concertpraktijk als nergens anders hoor- en zichtbaar kunnen worden gemaakt. Dat daarbij in aanvang werd gedacht aan het opnieuw verbouwen van een bestaand
Toen we elkaar een kleine twintig jaar later voor het eerst spraken waren onze rollen totaal anders. Ik was inmiddels directeur van het door mij opgerichte Architectuurcentrum Amsterdam (ARCAM), hij had de IJsbreker van de grond getild. Spannend werden onze contacten nadat we ons allebei hadden gestort in het grote avontuur van het bouwen voor cultuur in Amsterdam, ik nog tamelijk bescheiden aan het Oosterdok, hij uiteindelijk pontificaal aan de IJ-oevers. 11
het gebouw dat er moest komen
Afbeelding 1 | 'Muziekcentrum Amsterdam'. Isometrie en langsdoorsnede (ontwerp: Herman Hertzberger, 1992).
12
het gebouw dat er moest komen
pand, lag ook voor de hand. In die sfeer werd gekeken naar Felix Meritis en het Heiligewegbad, en ongetwijfeld naar nog veel meer gebouwen in de stad.
de IJ-oevers, en ook het terrein van de voormalige Westergasfabriek, waar de eerste kunstenaars en creatieve ondernemers zich inmiddels hadden gevestigd. Op die laatste locatie richtte Jan zijn volgende pijl.
Het maken van fouten hoort er in dit stadium natuurlijk ook bij. En dit overkwam Jan en zijn collega’s van Gaudeamus en Donemus toen zij in 1992 architect Herman Hertzberger vroegen om een ontwerp te maken voor een ‘Muziekcentrum Amsterdam’. Deze ging voortvarend aan de slag, met als resultaat een indrukwekkend plan voor een ‘muziekfabriek’. Met deze loodsachtige ‘constructie als drager van mogelijkheden’ had op diverse plaatsen in de stad kunnen worden geëxperimenteerd, maar om de een of andere reden zagen Jan en de zijnen daar geen kans toe. Zoals ze ook niet beseften dat de vraag aan Hertzberger een verzoek om commitment inhield en dat de toezegging daarvan verplichtingen met zich meebracht. Er werd jammer genoeg helemaal niets met het plan gedaan. (zie afbeelding 1)
In 1994 presenteerde wat toen de IJsbrekercoalitie heette, een plan voor een ‘Centrum voor Moderne Muziek’, waarin behalve de IJsbreker, Gaudeamus en Donemus ook het Bimhuis en het Holland Festival onderdak zouden vinden. Jan en de zijnen waren teruggekomen van het idee voor nieuwbouw en hadden toch weer voor een transformatie van een bestaand pand gekozen. Architect Paul Verhey was gevraagd een plan te maken voor de verbouwing van het voormalige Zuiveringsgebouw van de fabriek. Daarin was plaats voor onder meer twee concertzalen, repetitieruimten, een centrum voor documentatie, expositiegelegenheid en een café. (zie afbeelding 2 - pagina 14) Het idee was natuurlijk om op die manier mee te liften op de transformatie van het Westerpark in zijn geheel en dit leek op dat moment ook het ei van Columbus. Maar niet lang nadat het plan met veel aplomb was gepresenteerd, werd het ook weer onderuit gehaald. Want aan de vernieuwing van het park bleken de nodige haken en ogen te zitten. En bovendien leek langs het IJ eindelijk iets te gaan gebeuren.
Dit gebeurde in wat achteraf een duidelijke overgangstijd was in de Amsterdamse ruimtelijke ordening. Vanaf eind jaren tachtig speelde een aantal dingen die vooralsnog vooral grote verwachtingen wekten. Tot de plekken in de stad die als het ware lonkten naar nieuwe ontwikkelingen behoorden het Museumplein en 13
het gebouw dat er moest komen
Afbeelding 2 | 'Centrum voor Moderne Muziek' in de voormalige Zuiveringshal van de Westergasfabriek. Isometrie en plattegrond eerste verdieping (ontwerp: Paul Verhey, 1994).
14
het gebouw dat er moest komen
Keerpunt Voor de Zuidelijke IJ-oevers waren de jaren tachtig een periode van omtrekkende bewegingen geweest – jaren van opwindende perspectieven, gevolgd door een explosie van ideeën (naar aanleiding van de Oosterdoksprijsvraag, 1984) en van megalomane concepten (IJ-as versus Zuidas). Het was nog in die sfeer dat in de jaren 1991-92 de Amsterdam Waterfront Financieringsmaatschappij (AWF), een conglomeraat van beleggers onder aanvoering van ING, een spectaculair plan maakte voor de IJ-oevers. Dat wil zeggen: voor het gebied van de Houthavens tot en met de Oostelijke Handelskade. Het was een plan van een groep overwegend jongere architecten onder leiding van Rem Koolhaas, waarin zwevend boven een ‘boardwalk’ aan de IJ-kant van het Centraal Station, ruimte was gereserveerd voor een aantal culturele functies. Daaronder een ‘Huis voor de Nieuwe Muziek’, lees: een nieuwe behuizing voor de IJsbreker c.s. In het ondernemingsplan van de AWF kreeg een nieuw muziekgebouw ineens hoge prioriteit. (zie afbeelding 3)
Afbeelding 3 | 'Programmacontainer' op het Centraal Stationseiland, waarin ruimte voor een 'Huis voor de Nieuwe Muziek' (AWF, tekening: Willem Jan Neutelings, 1992). Afbeelding © Neutelings Riedijk Architecten
wind op. In de jaren die volgden nam de gemeente Amsterdam afscheid van het grootschalige begrip IJ-as. Het denken over de IJ-oevers zou vanaf nu meer worden gestuurd vanuit de verschillende sferen in de stad. In een cruciale nota, getiteld Ankers in het IJ, werd bekrachtigd dat met name stedelijke functies die een nieuwe plek zochten voor verhuizing naar het IJ in aanmerking kwamen. Zo kwam de kop van de Oostelijke Handelskade in beeld als mogelijke locatie voor een cultuurcluster ‘van nationaal belang’ en ‘met een internationale oriëntatie’. Bovenaan het lijstje stond een ‘Muziekgebouw voor de IJsbreker en het Bimhuis’, en niet lang daarna konden de initiatiefnemers zich inderdaad definitief daarop richten.
In 1993 werd de AWF echter na een kort maar heftig bestaan ook weer opgeheven en zo leken de vroege jaren negentig voor Jan Wolff een tijd te blijven van riant ogende mogelijkheden zonder dat ook maar iets beklijfde. Maar het keerpunt was bereikt. Onder de in 1994 aangetreden wethouder van ruimtelijke ordening, Duco Stadig, stak een nieuwe 15
het gebouw dat er moest komen
Masterplan De plek in kwestie was op dat moment voor veel Amsterdammers nog verbonden met het monumentale laat negentiende-eeuwse gebouw dat er ooit stond en waarin lange tijd het KNMI was gehuisvest. Maar nadat dit in de jaren zeventig was gesloopt, lag het terrein er vooral leeg bij (zie foto op pagina 10). Het was niet meer dan aanlegplaats en parkeerterrein, op het laatst vooral bekend vanwege de bungeejumping die er plaats vond. Psychologisch lag het ver van het centrum van de stad. Vanaf 1984 werden vele suggesties voor een nieuwe invulling van de plek gedaan – suggesties die varieerden van lage woonbebouwing tot en met een 100 meter hoog Indonesisch zakencentrum.
onbevangen ontvankelijk’ karakter. Een gebouw met een openheid die mensen moest kunnen verleiden om binnen te lopen. Heel belangrijk was dat van alle gebouwen op de kop, dus ook van de cultuurcluster, werd verwacht dat een deel ervan publiek domein zou worden. Daarom werd op voorhand afgesproken dat de relatief kleine onderdelen van het Muziekcentrum (IJsbreker en Bimhuis) in een groot soort ‘kas’ zouden komen te hangen – dit werd later de grote entreehal van het Muziekgebouw. En dat het geheel zou komen te liggen onder een overgedimensioneerd dak met daarin kantoorruimte. (zie afbeelding 4)
Toen dat laatste project niet doorging, volgde een omvangrijk onderhandelings- en ontwerpproces, met in de hoofdrollen de Dienst Ruimtelijke Ordening, het Havenbedrijf en de Cultuurcluster. En met als resultaat een zeer opmerkelijk masterplan van de hand van stedenbouwkundige Hans van der Made. Formeel een stedenbouwkundig plan, was het tegelijk een heldere handreiking in de richting van de architectonische invulling.
De openheid van het gebouw moest mensen verleiden binnen te lopen Het was dit masterplan op grond waarvan in 1997 via een Europese aanbesteding de architectenkeuze kon worden bepaald. Een belangrijk criterium was daarbij dat de architect een avontuurlijke relatie moest kunnen creëren tussen ‘de architectuur, de ruimtelijkheid en de muziekervaringen’.
Het muziekgedeelte zou moeten bestaan uit een beeldbepalend gebouw, met een ‘licht, 16
het gebouw dat er moest komen
Afbeelding 4 | 'Masterplan Kop Oostelijke Handelskade'. Maquette met linksboven het Bimhuis en rechts de uitkragende grote zaal (DRO, ontwerp: Hans van der Made, 1997).
In totaal  48 bureaus meldden zich aan en van deze bureaus kreeg het Deense bureau Nielsen, Nielsen & Nielsen (inmiddels bekend als 3XN Architects) unaniem de voorkeur. Vooral omdat deze architecten vanaf het allereerst begin een grote affiniteit bleken de hebben met het masterplan van Van der Made. (zie afbeelding 5 - pagina 18)
17
het gebouw dat er moest komen
Afbeelding 5 | 'Muziekgebouw', voorontwerp. Tekening en maquette, met kantoren in het dak en met het Bimhuis en de grote zaal op hun uiteindelijke plek (ontwerp: Nielsen, Nielsen & Nielsen, 1997).
18
het gebouw dat er moest komen
Inspiratie In de jaren die volgden werd het gelijk van de selectiecommissie bewezen toen onder leiding van 3XN behendig langs alle mogelijke klippen werd gelaveerd. In oktober 2000 ging de eerste paal de grond in en vanaf dat moment werd alles waarvoor zo lang was gevochten, geleidelijk zichtbaar. Dat het allemaal is gelukt, is de verdienste van een indrukwekkend team, met hoofdrollen voor de bouwtechnici van bureau ABT, co-architect en al vanaf het begin kostenadviseur, en voor akoestisch adviesbureau Peutz. Voor Huub van Riel, directeur van het Bimhuis, en natuurlijk: voor Jan Wolff.
Maar tactisch was het niet altijd even handig. Leuk detail: hij, de grote inspirator, had heel veel moeite met het lezen van bouwkundige tekeningen. Hoe zijn architectonische oriëntatie zich gaandeweg ontwikkelde, blijft intrigerend. In de loop van het proces bleek hij een liefhebber te zijn van helder en zonder veel poespas vormgegeven gebouwen, die organisatorisch kloppen. Van een ‘democratische’ architectuur die zich laat modelleren naar de gebruiker. Toen in de voorbereiding een aantal moderne muziekzalen werd bezocht, ging het hem vooral om de logistiek en natuurlijk de akoestiek ervan. Maar wanneer en door wie is hij op dat spoor gezet? Ik heb een sterk vermoeden, en daarvoor moeten we terug naar 1994. Naar het plan voor de Westergasfabriek. Naar Paul Verhey, de architect met wie Jan jarenlang een sterke band had.
Terwijl ergens achter zijn schouders het Muziekgebouw in aanbouw was, was Jan overal aanwezig. Hij zat als toehoorder bij bouwvergaderingen, waar hij eigenlijk niks te zoeken had. Hij draafde op bij raadscommissies en mengde zich waar dan ook in openbare discussies en andere acties. Hij kon daarbij mensen inpakken om ze voor zich te winnen, maar ook heel hard op allerlei tenen staan. Het doel, een perfect muziekgebouw, heiligde de middelen. Inhoudelijk was daar weinig op aan te merken, want er leek geen andere weg naar het bereiken van de perfecte logistiek, de perfectie aanpasbaarheid, de perfecte akoestiek.
Paul Verhey studeerde vanaf 1980 aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. Zijn geschiedenis met Jan begon in 1982, toen hij de concertzaal voor de IJsbreker ontwierp en direct daarna betrokken werd bij het Bimhuis aan de Oude Schans. Hij was het die dit jazzcentrum het verdiepte podium, zijn befaamde ‘kuil’, gaf. Zo vond hij een soort verankering in de Amsterdamse 19
het gebouw dat er moest komen
muziekwereld. Maar toen zijn plan voor de Westergasfabriek tot zijn grote teleurstelling niet door ging, raakte hij ook voor het Muziekgebouw buiten beeld. Zijn relatie met Jan lijkt daar echter niet al te erg onder te hebben geleden, getuige het feit dat hij in 2000 het woonhuis van Jan aan de Weesperzijde verbouwde. In die tijd was hij ook betrokken bij een ander gebouw in de sfeer van de muziek, nu het muziekmakerscentrum muzyQ (inmiddels de Q-Factory) in Amsterdam. Maar dit zou hij niet afmaken. Hij overleed in de zomer van 2005, kort na de feestelijke opening van het Muziekgebouw.
gevarieerd. STEIM maakte er dankbaar gebruik van en ook voor Paul was het een eye-opener. Hij paste het toe in het plan voor de Westergasfabriek, en ook in het project, gesitueerd op het Museumplein, waarop hij in 1987 afstudeerde aan de Academie van Bouwkunst. En dit project is, getuige de notulen van de afstudeercommissie, een sleutelproject in de geschiedenis van Muziekgebouw aan ‘t IJ. In juli 1986 heet het dat Paul een plan zal gaan maken voor een ‘Theater voor moderne muziek & dans’. Vier maanden later is dit gewijzigd in een ‘Muziekcentrum’. In januari 1987 wordt het definitief een ‘Centrum voor Hedendaagse Muziek’, met op de derde verdieping een kantoorvleugel voor de IJsbreker en ‘vaste ruimten voor IJsbrekerensembles rond een vide’.
De kiem En dan nog iets. Jan situeerde het begin van zijn denken over een nieuw muziekgebouw nadrukkelijk in 1986. Waarom? Het zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het feit dat Paul in dat jaar betrokken was bij de verbouwing van het pand van STEIM aan de Amsterdamse Achtergracht. In deze Studio for Electro Instrumental Music leerde hij het door Peutz ontwikkelde akoestisch systeem kennen, dat dit bureau oorspronkelijk had ontwikkeld voor het befaamde Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique (IRCAM) van Pierre Boulez. Een systeem, bestaande uit draaibare elementen, waarmee de akoestische eigenschappen van een ruimte kunnen worden
(zie afbeelding 6)
Het kan niet anders: Paul en Jan moeten er uitvoerig over gefilosofeerd hebben. Over de architectuur, over het constructivisme waarvan Paul bezeten was. Ze moeten elkaar hebben opgejut en het is zelfs niet uit te sluiten dat Paul de stoot heeft gegeven tot het zoekproces waaraan Jan zich vervolgens zou overgeven. Zeker is, wat mij betreft, dat op deze manier de kiem is gelegd voor het gebouw dat bijna twintig jaar later aan het IJ werd geopend. 20
het gebouw dat er moest komen
Afbeelding 6 | 'Centrum voor Hedendaagse Muziek'. Isometrie (afstudeerproject Paul Verhey, 1987).
Literatuur, o.a.: Hans van der Made e.a. (red.), Amsterdam terug aan het IJ, Amsterdam 2012; Hans Ibelings e.a. (red.), Space for Music, Amsterdam 2007.
Maarten Kloos (1947) is architect, criticus, oprichter en oud-directeur van ARCAM, vanaf 1980 periodiek betrokken bij de ontwikkelingen van de IJ-oevers, en ook die van het Muziekgebouw. Tot 1973 trad hij veelvuldig op als cellist, onder andere met het ASKO.
21
tijdschema concerten
concertprogramma
vrijdag 11 september zaterdag 12 september
Cappella Amsterdam + Amsterdam Sinfonietta P채rt Grote Zaal tot 22.15 uur
Bram van Sambeek Hotel Muziekgebouw De beste acht ensembles
Grote Zaal tot 8.00 uur (12 sep)
17.00
20
Grote Zaal tot 22.00 uur
.15 John Cage Speech 1966
.0 0
22
16
.45
Rondvaart tot 18.00 uur
8. 00 13
Rozalie Hirs Curvices Amsterdam (opening)*
.00
Terras Zouthaven + wandeling in de buurt
17. 00
20.15
WANNAPLAY Muziekschommels WANNAPLAY Muziekschommels
Kop van Piet Heinkade tot 23.00 uur
Kop van Piet Heinkade tot 23.00 uur
Rozalie Hirs Curvices Amsterdam Terras Zouthaven + wandeling in de buurt
doorlopend programma, vrij toegankelijk *Curvices is gedurende het hele jubileumseizoen 2015-2016 gratis te gebruiken 22
tijdschema concerten
zondag 13 september Alexander Melnilov, Danel Kwartet, Florian Boesch +Justus Zeyen
Ralph van Raat Flight Simulator Grote Zaal tot 16.00 uur
Grote Zaal tot 22.15 uur
John Cage Speech 1966
Ere Lievonen Orgelconcert
Rondvaart tot 18.00 uur
Kleine Zaal tot 12.00 uur
Robert Henke Lumiere II
0 2.0
15.00
17.0
0
1
Grote Zaal tot 00.10 uur
20
.00 1 1 0
.0 23
Muzikale picknick
.30
Entreehal tot 15.00 uur
22
Open Klankspeeltuin Klankspeeltuin tot 17.00 uur
WANNAPLAY Muziekschommels Kop van Piet Heinkade tot 23.00 uur
Weeshuis Nederlandse Muziek
Rozalie Hirs Curvices Amsterdam Terras Zouthaven + wandeling in de buurt
Kleine Zaal tot 23.30 uur
23
.15
programma
vr 11 sep 2015 10 jaar muziekgebouw grote zaal / 20.15-22.15 uur duur: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 65 minuten na de pauze
Cappella Amsterdam + Amsterdam Sinfonietta P채rt 80
Amsterdam Sinfonietta Candida Thompson leiding en viool Jacobien Rozemond viool Cappella Amsterdam Daniel Reuss dirigent Arvo P채rt (1935) Cantus in memoriam Benjamin Britten (1977/1980) Amsterdam Sinfonietta
Tabula Rasa (1977) Dubbelconcert voor twee violen, strijkorkest en prepared piano
Ludus Silentium Amsterdam Sinfonietta
PAUZE Arvo P채rt Kanon Pokajanen (1997) Cappella Amsterdam
24
toelichting Gebouwd als concertzaal voor de muziek van nu gelooft het Muziekgebouw dat hedendaagse muziek óók mooi en sacraal mag zijn. Een gedachte die componist Arvo Pärt zichzelf eveneens toestond na een existentiële professionele crisis. Laat Pärt nu net vandaag (11 september 2015) zijn tachtigste verjaardag vieren. Zijn muziek is zeer geliefd. In dit bijzondere, dubbel feestelijke concert zijn drie werken van Pärt te beluisteren: twee instrumentale stukken, gespeeld door Candida Thompsons Amsterdam Sinfonietta samen met violiste Jacobien Rozemond, én een bijzonder koorwerk door Cappella Amsterdam onder leiding van Daniel Reuss.
Zij componeerden hedendaagse sacrale muziek als balsem voor de ziel: muziek die zich kenmerkt door een aan minimal music gerelateerde esthetiek en een religieuze of mystieke invalshoek.
Hedendaagse sacrale muziek als balsem voor de ziel Arvo Pärt | Foto: Kaupo Kikkas
Samen met componisten als de Pool Henryk Górecki, de Schot James MacMillan en Engelsman James Tavener wordt Arvo Pärt tot de roergangers van the God Squad gerekend. Deze ‘brigade van God’ onttrok zich in de jaren zeventig aan het door de avant-garde van toen zelf verkozen isolement, waarin innovatie alleen nog leek te gaan over de noten en niet langer over de manier waarop die konden worden gebruikt om de luisteraar te raken.
Arvo Pärt vertaalde zijn wens naar muzikale devotie in een stijl die hij tintinnabuli (klokken) noemde. De basis van deze stijl is een statische beweging die klinkt alsof 25
toelichting vrijdag 20.15 uur
Tabula Rasa
klokken in perfecte harmonie luiden. Tabula Rasa voor twee violen, prepared piano en kamerorkest en de korte canon Cantus in memoriam Benjamin Britten behoren tot de vroegste werken waarin deze stijl tot uiting komt. Beide werden gecomponeerd in 1977, in de ontstaansperiode van het ‘holy minimalism’, en worden meteen beschouwd als een hoogtepunten ervan.
Tabula Rasa, Latijn voor ‘schone lei’, is een metafoor voor de toestand van een geest waarop geen enkele gewaarwording een indruk heeft gemaakt. Daarnaast verwijst de term naar het filosofische idee dat er geen aangeboren ideeën bestaan. In Pärts geval moet de strekking persoonlijk worden gezien: na een professionele crisis veegde hij alle overgeleverde compositievoorschriften en muzikale modes van tafel en begon opnieuw. In een beroemd geworden uitspraak beweerde Pärt dat het voldoende is wanneer een enkele noot mooi wordt gespeeld. Na jaren waarin hij worstelde met atonaliteit en de erfenis van het serialisme was het deze ontdekking die Pärt ertoe bracht zijn stijl radicaal te vereenvoudigen. Die nieuwe stijl, tintinnabuli, maakte hem op slag wereldberoemd.
Cantus in memoriam Benjamin Britten Cantus in memoriam Benjamin Britten is een korte canon die begint met enkele maten stilte, gevolgd door slagen op een buisklok, wat de uitvoering een rituele suggestie geeft – al is Cantus een van Pärts volledig seculiere werken. Het vervolg is een traag kluwen van stemmen dat de luisteraar onherroepelijk in zijn greep krijgt. Het eenvoudige melodische motief wordt in verschillende tempi gespeeld door het strijkorkest en daalt gedurende het werk naar het laagste register, waar het in stilte lijkt weg te zakken.
Tabula Rasa is een vroeg voorbeeld van deze stijl, die gekenmerkt wordt door een simpel samenspel tussen twee eenvoudige stemmen, waardoor een voortdurend verschuivende tonale context ontstaat. Het werk heeft twee delen; in het eerste deel, Ludus, bouwt een steeds herhaald thema op naar een climax; in het tweede, Silentium, vindt een omgekeerde ontwikkeling plaats en zinken etherische vioolpartijen langzaam weg in stilte.
Opvallend is dat Pärt de muziek van Britten pas kort voor diens dood in 1976 had leren kennen. Die ontdekking maakte enorme indruk: in Brittens muziek meende hij een gelijkgestemde ziel te hebben herkend, en het nieuws dat de enige contemporaine componist die hij graag zou ontmoeten gestorven was, ervoer hij als een groot persoonlijk verlies.
Ludus (spel) begint, na een stevige streek door de violen, met een helder, bijna romantisch thema, dat voortijdig lijkt af te breken. Na een stilte wordt het weer opgenomen, nu met pulserende 26
toelichting vrijdag 20.15 uur
begeleiding, om even later opnieuw te stranden. Dat is in een notendop het spel dat Pärt met zijn materiaal speelt, in een voortdurende afwisseling tussen verende passages voor volledig orkest en vertragende overpeinzingen door de solisten. Met elke herhaling krijgt het thema in uitgebreidere vorm gestalte, en een heftiger timbre, om uit te monden in een fors tutti akkoord.
Een kanon is in het oosters-orthodoxe christendom een hymne die doorgaans bestaat uit negen oden. De teksten zijn gebaseerd op de kantieken, negen liedteksten die in de bijbel worden aangetroffen, de psalmen niet meegerekend. Bij veel toonzettingen van deze kantieken wordt de tweede, het Lied van Mozes uit het boek Deuteronomium, weggelaten, vanwege de zeer strenge toon. Ook bij Pärt ontbreekt daarom de tweede ode.
In Silentium (stilte) is de sfeer daarentegen bedachtzaam en berustend. De solisten spelen, deels met flageoletten, langzame lijnen die systematisch stijgen en dalen en elkaar voorzichtig omvlechten. Een akkoord op de geprepareerde piano markeert het begin van elke cyclus, en de overige strijkers weven volgens de tintinnabuli-principes de tonale, maar steeds veranderende klankomgeving van de ijle violen. Uiteindelijk vallen de solisten stil en zakt het thema volgens zijn eigen logica door de verschillende strijkersregisters, om uiteindelijk via de contrabassen de stilte te bereiken.
De Kanon Pokajanen is de kanon der boetedoening. De tekst van deze boetekanon, gezongen in het Kerkslavisch, ging Pärt zeer aan het hart en zijn compositie volgt de tekstuele betekenis dan ook op de voet: de muzikale structuur vloeit volledig voort uit de structuur van de tekst. Iedere ode begint met een introductie (eirmos), gevolgd door vier coupletten (troparia). Stilistisch gezien horen de oden thuis in de Russisch-orthodoxe kerk; zij worden afgewisseld met intermezzi die eerder Byzantijns van toon zijn. Het werk sluit af met een Gebed na de Kanon.
Kanon Pokajanen In het monumentale, zelden uitgevoerde a-capellakoorwerk Kanon Pokajanen uit 1997 is Pärts tintinnabuli-stijl gerijpt. Met de simpele middelen van die stijl weet hij een grote rijkdom aan korale mogelijkheden te ontplooien, van eenstemmige recitatieven tot voluptueuze akkoorden – een rijkdom die de excellente zangers van Cappella Amsterdam als geen ander kunnen etaleren. Het volledige werk duurt bijna twee uur, vandaar dat een keuze wordt gemaakt uit de oden. 27
programma
vr 11 sep 2015 10 jaar muziekgebouw grote zaal / 22.45-08.00 uur (12 sep)
Bram van Sambeek Hotel Muziekgebouw
Bram van Sambeek fagot Niels Meliefste slagwerk Navarra String Quartet: Magnus Johnston viool Marije Johnston viool Simone van der Giessen altviool Brian O’Kane cello Osvaldo Golijov (1960) Dreams and Prayers of Isaac the Blind (1994) bewerking voor fagot en strijkkwartet, arr. Bram van Sambeek
Prelude: Calmo, Sospeso I. Agitati-Con Fuoco-Maestoso-Senza Misura, Oscilante II. Teneramente-Ruvido-Presto III. Calmo, Sospeso-Allegro Pesante Postlude: Lento, Liberament Joseph Haydn (1732-1809) Sonate 2 en Sonate 7 uit Die sieben letzte Worte unseres Erlösers am Kreuze (1787) voor strijkkwartet Antonio Vivaldi (1678-1741) Delen uit Fagotconcert ‘La Notte’ RV 501 P ¯eteris Vasks (1946) Deel 3 uit Strijkkwartet nr. 1 (1977, rev, 1997) 28
toelichting vrijdag 22.45 uur
In de afgelopen 10 jaar trok het Muziekgebouw voor al haar activiteiten ruim 1,2 miljoen bezoekers
John Tavener (1944-2013) The Last Sleep of the Virgin (1991) Volgende ochtend 7.35 uur Anonymous Folias antiquas voor fagot, strijkkwartet en slagwerk arr. Marijn van Prooijen
Joseph Haydn Deel 1 uit Strijkkwartet op. 76 nr. 4 ‘Zonsopgang’ (1796/1797) Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Hobokwartet KV 370 (1781) bewerking voor fagot, viool, altviool en cello arr. Mordechai Rechtman
I. Allegro II. Adagio III. Rondeau: Allegro Joseph Haydn Il terremoto uit Die sieben letzte Worte unseres Erlösers am Kreuze (1787) voor strijkkwartet
29
TOELICHTING De zeer virtuoze fagottist Bram van Sambeek is in alle opzichten een zielsverwant van het Muziekgebouw: een vernieuwer, wars van het obligate en in staat met zijn instrument door de tijd en genres te reizen. In dit unieke en exclusieve concert laat hij zijn publiek letterlijk wegdromen bij muziek. Maximaal zestig personen brengen de nacht door in Muziekgebouw aan ‘t IJ; het kaartje is niet voor een stoel, maar voor een bed. Samen met het Britse Navarra String Quartet en slagwerker Niels Meliefste speelt Van Sambeek zijn gasten in ‘Hotel Muziekgebouw’ in een pikdonkere Grote Zaal zachtjes in slaap, om ze na een nacht in deze bijzondere omgeving ‘s ochtends weer muzikaal te laten ontwaken.
middeleeuwse rabbi en kenner van de kabbala uit de Provence. Na de prachtig weemoedige opening ontwikkelt het werk zich door steeds heftigere interpolaties van de solist tot een monumentaal, woedend klaaglied, om een halfuur later te eindigen in totale verstilling. De oorspronkelijke versie voor klarinet werkte Van Sambeek zelf om voor fagot. Vervolgens reist Van Sambeek terug in de tijd, naar de Sieben letzte Worte van Joseph Haydn. Van deze vervoerende reeks sonates geïnspireerd op de Kruiswoorden speelt hij nrs. 2 (Ik verzeker je: vandaag nog zul je met mij in het paradijs zijn) en 7 (Vader, in uw handen leg ik mijn geest). Stukken uit het fagotconcert La notte van Vivaldi – dat ‘klinkt als een grote gaap’, aldus Van Sambeek – en uit het Derde strijkkwartet van de Letse componist P ¯eteris Vasks voeren naar een werk van de twee jaar geleden overleden John Tavener, het Britse boegbeeld van de religieuze minimal music. The last sleep of the virgin, een meditatie op de ‘laatste dingen’ oftewel het einde der tijden, is een werk waar Van Sambeek zelf graag bij in slaap valt. Tavener kon deze muziek naar eigen zeggen nauwelijks horen tijdens
Reizen door de tijd Van Sambeek kwam op het idee doordat hij zelf graag ontwaakt met muziek: ‘Dat vind ik een stuk spectaculairder dan met zo’n pieptoon,’ zegt hij. De gelukkigen die een slaapplek hebben weten te bemachtigen reizen met Van Sambeek mee door de tijd: van de avond naar de ochtend, en door eeuwen schitterende muziek. In de sublieme akoestiek van de Grote Zaal begint hij om kwart voor elf – een tijd waarop de meeste reguliere concerten geëindigd zijn – met een bewerking van The dreams and prayers of Isaac the Blind van de Argentijnse componist Osvaldo Golijov. Isaac de Blinde was een beroemde 30
Bram van Sambeek | Foto: Andrew Rankin
toelichting vrijdag 22.45 uur
het componeren, ze bevond zich bijna buiten zijn bereik; de uitvoerenden hebben daarom de opdracht te spelen op de drempel van het geluid. Ideale muziek, met andere woorden, om de slaap bij te omarmen.
van Lully en Bach tot Liszt en Rachmaninov. Dit arrangement voor fagot, strijkkwartet en slagwerk is van Marijn van Prooijen. Op de sprankelende renaissanceklanken volgt het ‘Zonsopgang’-strijkkwartet van Haydn. Dit kwartet ontleent zijn bijnaam aan het openingsmotief, dat als een zonnestraal omhoog kringelt tegen een aangehouden akkoord in de begeleiding. Na een bewerking van Mozarts Hobokwartet door de Israëlische fagottist Mordechai Rechtman klinkt tot slot het afsluitende deel Il terremoto (‘de aardbeving’) uit Haydns Sieben letzte Worte – en met dit opzwepende Presto kan de dag weer echt beginnen.
Ontwaken Iets na halfacht in de ochtend wekt Van Sambeek zijn gasten met zachte hand. ‘Ik heb een hele lijst met stukken waar ikzelf graag bij wakker word’, zegt hij, ‘en de Folia is een absolute favoriet.’ Allereerst klinkt er dan ook een bewerking van de anonieme Folia, een van de oudste muziekthema’s uit de westerse muziek, die talloze malen is gebruikt, door componisten 31
programma
za 12 sep 2015 10 jaar muziekgebouw Rondvaart / 17.00-18.00 uur opstapplaats zouthaven duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Speech 1955
Ives Ensemble + Noraly Beyer Noraly Beyer spreker Radiospelers: Josje ter Haar Emma Breedveld Ruben Sanderse Job ter Haar Reinier van Houdt
PROGRAMMA John Cage (1912-1992) Speech 1955 (1955)
32
TOELICHTING Hoe kan het dat een componist zestig jaar geleden een stuk schreef dat het nieuws van vandaag exact weerspiegelt? Het korte antwoord is: die componist was John Cage. De muziek van deze toevalskunstenaar, profeet van de stilte en paddenstoelenverzamelaar was altijd anders dan anders. Tijdens een rondvaart die vertrekt vanaf het Muziekgebouw voert het Ives Ensemble samen met voormalig nieuwslezeres Noraly Beyer het beroemde cultstuk Speech 1955 van Cage uit.
John Cage | foto: Steven A. Gunther - 1987
Speech 1955 weerspiegelt op fascinerende wijze het hier en nu In dit werk draait het om de radio Ên het toeval: zoals wel vaker bij Cage bestaat de partituur niet uit muzieknotatie, maar uit een reeks handelingen die moeten worden uitgevoerd. De nieuwslezer leest een selectie voor uit het nieuws van de dag, die ze zelf op volstrekt arbitraire gronden heeft mogen maken. Daarnaast klinken vijf radio’s, die volgens een vooropgezet schema aan- en uitgezet en afgestemd worden. Speech 1955 is een conceptueel stuk dat dus altijd weer anders klinkt. Tegelijkertijd weerspiegelt het op fascinerende wijze het hier en nu. 33
programma
za 12 sep 2015 10 jaar muziekgebouw zouthaven / 20.15-22.00 uur duur: ca. 100 minuten zonder pauze
De beste acht ensembles Short Ride in a Fast Machine
Amsterdam Sinfonietta Candida Thompson leiding en viool Asko|SchÜnberg Etienne Siebens dirigent Joseph Puglia viool Calefax Cappella Amsterdam Daniel Reuss dirigent Ives Ensemble Nederlands Blazers Ensemble Nieuw Ensemble Ed Spanjaard dirigent Slagwerk Den Haag Mimespelers Anton van der Sluis Collin van den Broek Freek Nieuwdorp Ivar Schutte Judith Hazeleger regie 34
programma zaterdag 20.15 uur
In het Muziekgebouw klonken in de afgelopen 10 jaar 411 premières, waarvan 228 wereldpremières.
John Adams (1947) Short Ride in a Fast Machine (1986)
Tan Dun (1957) Circle with four trios, conductor and audience (1992)
Nederlands Blazers Ensemble
Nieuw Ensemble
Giovanni Gabrieli (1557-1612) Addio, dolce mia vita (1587)
Geneviève Murphy (1988) Blue or Purple (2015; wereldpremière)
Calefax + Cappella Amsterdam
Kate Moore (1979) Synaesthesia Suite (2014)
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Kammersinfonie op. 118a (1964, arr. Rudolf Barschai) Adagio Allegro Furioso
bewerking voor Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag
Mathilde Wantenaar (1993) Het Verborgene (2015; wereldpremière)
Amsterdam Sinfonietta
Ali Askin (1962) Deel 3 uit Backslash (1990)
Reza Namavar (1980) Aria Variatio 13 uit Bach in Perzië, (2014)
Calefax + Slagwerk Den Haag
Nederlands Blazers Ensemble
Louis Andriessen (1939) / Martijn Padding (1956) Gesprek (2012)
Willem Jeths (1959) Strijdlied voor de nieuwe muziek (2015; wereldpremière)
Slagwerk Den Haag
Leo sˇ Janácek ˇ (1854-1928) ˘ Ríkadla (1926) Ives Ensemble + Cappella Amsterdam
35
TOELICHTING De Nederlandse ensemblecultuur: het is een begrip tot ver over de landsgrenzen. Het Muziekgebouw is hét thuisstadion van acht ensembles, die ook internationaal zeer hoog aangeschreven staan als ambassadeurs van eigentijdse muziek. Dat ze alle acht in één concert te horen is absoluut uniek. In duo’s, individueel en aan het einde van het concert zelfs alle acht samen in een denderende wereldpremière van Componist des Vaderlands Willem Jeths treden ze vanavond voor u op: Amsterdam Sinfonietta, Asko|Schönberg, Calefax Rietkwintet, Cappella Amsterdam, het Ives Ensemble, het Nederlands Blazers Ensemble, het Nieuw Ensemble en Slagwerk Den Haag.
Short ride in a fast machine is een goed voorbeeld van Adams’ postminimal-stijl, waarin hij technieken uit de procesgerichte minimal music inzet in een context die meer gericht is op dramatische ontwikkeling dan het geval is bij zijn voorgangers Steve Reich en Philip Glass. Adams zelf heeft ooit een puntige verklaring voor de titel gegeven: je wordt uitgenodigd voor een rit in een geweldige sportwagen, maar krijgt al snel spijt dat je bent meegegaan…
Het Muziekgebouw is hét thuisstadion voor deze acht ambassadeurs van eigentijdse muziek.
Giovanni Gabrieli was een van de meest prominente musici van zijn tijd, de overgang van renaissance naar barok rond 1600. Gabrieli vertegenwoordigt de bloeiperiode van de Venetiaanse School, die bekend stond om meerkorigheid: de ruimtelijke opstelling van musici voor een driedimensionaal effect. In Gabrieli’s madrigaal Addio, dolce mia vita staat Cappella Amsterdam tegenover Calefax; een bijzondere uitvoering van deze grootse vocale compositie over het liefdespaar Damon en Chloris.
Het Nederlands Blazers Ensemble opent het bal met een moderne klassieker, John Adams’ Short ride in a fast machine uit 1986. Deze succesvolle ‘fanfare voor orkest’, zoals de componist het werk noemt, is een van de meest gespeelde muziekstukken van de afgelopen decennia. Dat is niet zo vreemd, want de aanstekelijke ritmes en frisse blazerspartijen hebben een onmiddellijke aantrekkingskracht.
Kate Moore schreef haar Synaesthesia Suite vorig jaar voor violist Joseph Puglia, 36
toelichting zaterdag 20.15 uur
Leo sˇ Janácek ˇ vergaarde op gevorderde leeftijd grote roem met zijn opera’s, maar in zijn geboorteland Tsjechië wordt hij niet in de laatste plaats herinnerd als koorcomponist. Tot zijn meest geliefde werken behoort de cyclus van ˘ 18 kinderliedjes Ríkadla voor gemengd koor en tien instrumentalisten, waaruit een keuze wordt gemaakt door het Ives Ensemble en Cappella Amsterdam. Dat het resultaat zowel vernuftig als onbedaarlijk grappig is, komt door Janá ceks ˇ uitzonderlijke affiniteit met de menselijke stem en de treffende wijze waarop hij woorden omzet in melodie.
de concertmeester van Asko|Schönberg, en elektronica. Nu heeft ze een bewerking gemaakt voor een akoestisch ensemble dat gevormd wordt door Asko|Schönberg en Slagwerk Den Haag. Synaesthesia Suite is opgezet als een danssuite zoals we die kennen uit de barok. De synesthesie uit de titel betreft hier niet zozeer een vermenging van de zintuigen in gebruikelijke zin, maar een onderzoek naar de correspondentie tussen het instrument dat muziek voortbrengt en de resonantie van die klanken in het menselijk lichaam. Muziek, weet Moore, horen wij niet alleen met onze oren, maar met ons hele lichaam.
Het Nieuw Ensemble onderhoudt sinds de vroege jaren negentig nauwe banden met componisten uit China. Al in 1992, voor hij een internationale ster werd, schreef Tan Dun een stuk voor het ensemble dat hij zelf omschreef als een ritueel voor musici, dirigent én publiek: Circle with Four Trios, conductor and audience. De zang, die als grondslag voor dit werk dient, komt uit de epitaaf van Seikilos, een fragment van Griekse muziek uit de eerste eeuw na Christus. De stilte die hierin een rol speelt heeft een hypnotiserend effect. Vooraf zijn er instructies voor de vocale bijdrage die het publiek kan leveren.
De Duitse componist Ali Askin is niet bang voor een beetje humor – niet voor niks was hij jarenlang assistent van Frank Zappa. Hij werkte veel samen met muziektheatericoon Heiner Goebbels en componeert regelmatig voor film en televisie. Backslash voor rietkwintet en drumstel schreef Askin in 2009 voor Calefax, dat vandaag samen met een afvaardiging van Slagwerk Den Haag het derde deel eruit speelt. Tijdens het 35-jarig jubileum van Slagwerk Den Haag in 2012 is de duo-compositie Gesprek van Louis Andriessen en Martijn Padding ontstaan. Zij verwerkten een gesprek tussen twee mensen tot pratend slagwerk.
De strijkkwartetten van Dmitri Sjostakovitsj behoren tot de hoogtepunten van het genre. 37
toelichting zaterdag 20.15 uur
De Russische altviolist en dirigent Rudolf Barschai zag in dat deze bedwelmend mooie muziek ook heel goed in een grotere bezetting tot haar recht zou komen. Maar liefst vijf van Sjostakovitsj’ vijftien kwartetten arrangeerde Barschai tot kamersymfonieën, met het arrangement van het Achtste strijkkwartet als beroemdste voorbeeld. Kamersymfonie op. 118a is een bewerking van het eveneens schitterende Tiende strijkkwartet, waaruit Amsterdam Sinfonietta de beide middendelen speelt: het Allegro Furioso is een heftige uitbarsting van energie, die gevolgd wordt door de beklemmend mooie melancholie van het Adagio.
Natuurlijk wordt het jubileum van het huis van de muziek van nu ook gevierd met fonkelnieuwe stukken. Twee jonge componistes, Mathilde Wantenaar en Geneviève Murphy, schreven nieuw werk. En als klap op de vuurpijl komen alle acht ensembles samen voor een grand finale, die speciaal voor deze gelegenheid is vervaardigd door de Componist des Vaderlands, Willem Jeths, onder de welluidende titel Strijdlied voor de nieuwe muziek. In Jeths'eigen woorden: ´Wat een gebouw: voorwaarts! Met vereende kracht, de nieuwe muziek gaat immer door en is niet te stuiten, door niets!´
Vorige herfst ging het Nederlands Blazers Ensemble op tournee met Kayhan Kalhor, de wereldberoemde virtuoos op de Perzische langhalsvedel kamancheh – het type avontuur waar het NBE zich graag in stort. Voor deze tournee maakte de Nederlandse componist (met Perzische wortels) Reza Namavar een eigenzinnig arrangement van de Goldberg Variaties van Bach. Als bonus componeerde Namavar bovendien zes nieuwe variaties op het thema, waarin hij zijn grote talent voor aansprekende buitenissigheid etaleerde. Het resultaat is een unieke ontmoeting tussen culturen. 38
De beste acht ensembles
In het midden: Calefax (foto Rob Marinissen). Boven met de klok mee: Nieuw Ensemble (foto Kadir van Lohuizen), Slagwerk Den Haag, Cappella Amsterdam (foto Marco Borggreve), Ives Ensemble (foto Mark Kohn, Asko|SchÜnberg (foto Gerrit Schreurs), Nederlands Blazers Ensemble (foto Hans van der Woerd), Amsterdam Sinfonietta (foto Marco Borggreve)
39
programma
za 12 sep 2015 10 jaar muziekgebouw kleine zaal / 22.30-23.30 uur duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Weeshuis van de Nederlandse Muziek Programma wordt op de avond zelf bekend gemaakt In het Weeshuis van de Nederlandse Muziek klinkt muziek die in geen tijden in de concertzaal te horen is geweest. Want zo gaat het meestal: een compositie gaat in premi猫re, wordt misschien nog een keer herhaald en verdwijnt dan in het archief. Soms is dat niet zo erg, niet ieder stuk is een meesterwerk, maar op die manier raken ook stukken in vergetelheid die absoluut een publiek verdienen.
Vrijwel vergeten parels krijgen opnieuw een podium Het Weeshuis van de Nederlandse Muziek is een idee van musici van het collectief Splendor, in samenwerking met VPRO Radio en Muziekgebouw aan 't IJ. Zij hebben twee musicologen de archieven van uitgeverij Donemus in gestuurd om te schatgraven. De vrijwel vergeten parels die boven water zijn gehaald krijgen nu in het Weeshuis opnieuw een podium. De vorm van het concert is bijzonder: eerst wordt de muziek uitgevoerd zonder dat het publiek weet waar het naar luistert. Daarna volgt een korte toelichting en is er ruimte voor gesprek over de gespeelde stukken. Tot slot klinkt de muziek n贸g een keer. Waarom twee keer? Omdat u de tweede keer misschien wel dingen hoort die u de eerste keer gemist hebt. Zo kunt u de muziek vanuit een nieuwe context opnieuw beluisteren en waarderen. 40
programma
za 12 sep 2015 10 jaar muziekgebouw grote zaal / 23.00-00.10 uur duur: ca. 70 minuten zonder pauze
Robert Henke Lumière II
Robert Henke - Lumière I
Robert Henke (1969) Lumière II (2015)
41
TOELICHTING Lumière van de Berlijnse elektronicaproducer Robert Henke mag gerust exemplarisch worden genoemd voor de laatste ontwikkelingen in de muziekcultuur. Net als het spectaculaire Lumière I balanceert ook dit concert op de grensvlak van beeld en geluid. Een nieuwe audiovisuele taal Net als zijn voorganger is Lumière II een audiovisuele compositie voor lasers en geluid. De bouwstenen die Henke voor dit werk gebruikt zijn bijzonder: ze bestaan uit visuele én sonische vormen. Het is onmogelijk de twee componenten te scheiden. Er is dus geen sprake van beeld bij geluid of andersom, maar van een werk in een nieuw soort audiovisuele taal, die de zintuigen aanspreekt met een zinsbegoochelende synchroniciteit. De honderden audiovisuele ‘noten’ waaruit het werk is samengesteld dompelen het publiek onder in een ongekende totaalervaring. Lumière is voor Henke een kunstproject met een lange looptijd, waarin hij onderzoek doet naar de syntax van deze nieuwe audiovisuele taal, en naar de manier waarop hij daarmee betekenisvolle narratieven kan creëren.
Voor Lumière II werkte Henke zijn compositie van krachtige lasers en elektronische muziek verder uit tot een nog ingenieuzer samenspel, en laat hij het licht bovendien reageren op het publiek. Het resultaat is een visionair audiovisueel werk.
Henke is een baanbreker in de lichtkunst Als medeoprichter van techno-act Monolake en ontwikkelaar van de wereldwijd veelgebruikte muzieksoftware Ableton Live is pionier Henke een van de meest invloedrijke vernieuwers in de elektronische muziek. Met zijn Lumière-reeks timmert hij hard aan de weg als baanbreker in de lichtkunst. Henke heeft een technische achtergrond en werkt met computer-gegenereerde beelden en klanken, maar ook met veldopnames, fotografie en natuurlijk met licht. Met behulp van wiskundige regels en real time-interactie laat hij zijn materialen fascinerende transformaties ondergaan.
De lasers worden geprojecteerd op een groot scherm, dat deels aan het oog wordt onttrokken door een rookgordijn, zodat de laserstralen ook in de lucht boven het publiek zichtbaar zijn. Op die manier bestrijkt het ontwerp de hele ruimte, net als muziek, die immers altijd een ervaring 42
toelichting zaterdag 23.00 uur
Robert Henke | foto: Ulf Bueschleb
van 360 graden biedt. Henke maakt gebruik van speciale lasers die hem in staat stellen totale duisternis te combineren met momenten van intense helderheid, verzadigde kleuren en zeer nauwkeurige en organische bewegingen. De patronen die ontstaan zijn divers en suggestief. Je zou er een grafische weergave van pompende cilinders in kunnen zien, of een duel met lichtzwaarden, of een door demonen bezeten luxaflex, of de gloeiende corona van een zonsverduistering. Maar het bijzondere is dat Henkes lasertekeningen, schijnbaar zwevend in de ruimte, steeds op prikkelende wijze corresponderen met de knisperende elektronica en diepe bassen. Met zorg geboetseerd Met Lumière II, dat in februari 2015 in première ging in het Centre Pompidou in Parijs, heeft Henke opnieuw een grote stap gezet. Waar het eerste deel gebaseerd was op live improvisatie is dit tweede deel juist het tegenovergestelde: een met veel zorg geboetseerde compositie die de kunstenaar voortdurend uitbreidt en verder verfijnt. De basis vormt de door Henke geschreven software, die de vectorafbeeldingen en de daarmee samenhangende akoestische componenten op hoge snelheid genereert.
43
programma
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw kleine zaal / 11.00-12.00 uur duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Ere Lievonen
Meet the Fokker organ Ere Lievonen Fokker-orgel Antonio de Cabezón (1510-1566) Ancor che col partire (naar een madrigaal van Cipriano de Rore) Carlo Gesualdo (1566-1613) Canzon francese Gioanpietro del Buono (?-c.1657) Sonata VII (Stravagante) uit 14 Sonate sopra l’Ave maris stella (1641) Johann Sebastian Bach (1685-1750) O Lamm Gottes, unschuldig, BWV 1085 Wilhelm Friedemann Bach (1710-1784) Fuga I in C, F.31/1 (1778) Joseph Haydn (1732-1809) Allegretto in G, Hob. XVII/10 (1793) Johann Nepomuk Hummel (1778-1837) Un poco andante in As
44
programma zondag 11.00 uur
In de afgelopen 10 jaar groeide het aantal jaarlijkse concerten van 235 tot 302 en het aantal concertbezoekers van bijna 90.000 tot ruim 132.500 per jaar.
César Franck (1822-1890) 3 stukken in As/gis uit L’Organiste (1890) Poco maestoso Lento Sortie Sigfrid Karg-Elert (1877-1933) Blasse Blume, op. 102 no. 1 (1914) Profumo sottile del fiore magico, op. 101 no. 33 (1923) Olivier Messiaen (1908-1992) Desseins éternels uit La Nativité du Seigneur (1935) Henk Badings (1907-1987) Preludio uit Suite van kleine stukken (1954) Perpetuum mobile uit Reeks van kleine klankstukken (1957) Hans Kox (1930-) Larghetto (1957) Miika Hyytiäinen (1982) The 31st Cloud (2013) Guus Janssen (1951) Improvisatie (2015)
45
TOELICHTING De Fin Ere Lievonen is de vaste organist van het 31-toons Fokker-orgel. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Muziekgebouw voert hij een gevarieerd en verrassend zondagochtendprogramma uit en biedt zo iedereen de gelegenheid kennis te komen maken met dit unieke instrument. Het concert doorkruist alle westerse stijlperioden die de afgelopen tien jaar in het Muziekgebouw hebben geklonken, van oude muziek tot moderne muziek, met als hoogtepunt een nieuwe ‘improvisatiecompositie’ van Guus Janssen.
pedaal. Vanzelfsprekend is veel oefening vereist om hierop te kunnen spelen. Sinds 2009 staat het compleet gerestaureerde orgel in de bovenzaal van het Muziekgebouw, waar het regelmatig te beluisteren is in de reeks zondagochtendconcerten. Ook is het Fokker-orgel opgenomen in de programmering van MicroFest Amsterdam op 29 november 2015, een eendaags festival voor microtonale muziek. Sinds de restauratie beschikt het orgel over MIDI-aansluitingen, zodat het ook via MIDI-toetsenborden bespeeld en zelfs direct bestuurd door computers kan worden. Door ingenieus gebruik van deze mogelijkheden kan complexe microtonale muziek ook op 12-toonstoetsenborden worden uitgevoerd. Per stuk maakt Lievonen de keuze voor een bepaald toetsenbord, met inachtneming van zowel muzikale als praktische overwegingen.
Het Fokker-orgel Wat is het Fokker-orgel precies? Na de Tweede Wereldoorlog verdiepte natuurkundige en amateurmusicus Adriaan Fokker (neef van de vliegtuigbouwer) zich toenemend in de stemmingsleer. Zijn belangstelling ging vooral uit naar de 31-toonsverdeling van het octaaf die in de zeventiende eeuw was ontwikkeld door Christiaan Huygens. Fokker begaf zich op het gebied van instrumentenbouw en ontwierp een orgel dat die stemming zou kunnen spelen – een orgel, met andere woorden, dat in plaats van twaalf zwarte en witte toetsen per octaaf maar liefst 31 toetsen heeft. Het orgel werd in 1950 geïnstalleerd in Teylers Museum in Haarlem, waaraan Fokker als curator verbonden was. Het orgel – tegenwoordig meestal het ‘Fokker-orgel’ genoemd – heeft een speeltafel met twee 31-toonsmanualen en een
Nieuwe dimensie De meeste stukken op het programma zijn ouder dan het Fokker-orgel. Zo is er muziek te horen van Johann Sebastian Bach én van diens oudste 46
toelichting zondag 11.00 uur
zoon Wilhelm Friedemann, van Joseph Haydn en van Johann Nepomuk Hummel, een orgelwerk van componist en improvisator César Franck en een schitterende bewerking van Cipriano de Rore’s madrigaal Ancor che col partire door de Spaanse renaissance-componist Antonio de Cabezón.
de Italiaanse barokcomponist Gioanpietro del Buono. In dit stuk uit 1641 zitten zeer merkwaardige chromatische harmonieën. De plotsklapse modulaties klonken vanwege de instrumentstemmingen in Del Buono’s tijd werkelijk ruig, maar worden op moderne gelijkzwevende toetseninstrumenten doorgaans weggepoetst. In het uitgebreide Fokker-octaaf krijgen Del Buono’s visioenen hun oorspronkelijke onheilspellende spanning terug. Dat geldt ook voor Canzon francese, een van de weinige instrumentale stukken die zijn overgeleverd van prins en renaissance-componist Gesualdo, die berucht was om zijn chromatiek.
Met Desseins éternels belanden we in de twintigste eeuw; het is derde deel van Olivier Messiaens monumentale orgelwerk La Nativité du Seigneur (1935), dat bestaat uit negen meditaties over de geboorte van Jezus. In deze trage reeks hypnotiserende akkoorden en dissonanten zocht de jonge Messiaen, die een grote belangstelling voor microtonaliteit ontwikkelde, de grenzen van het orgelklavier op. Sigfrid Karg-Elert vergaarde in de vroege twintigste eeuw roem met zijn werken voor orgel en harmonium. Vanuit een diepgaande kennis van de muziektheorie rekte hij de grenzen van de tonaliteit op geheel eigen wijze op, zoals te horen in de beide korte stukken Blasse Blume (1914) en Profumo sottile del fiore magico (1923). Voor al deze muziek – en bovenal voor Messiaen en Karg-Elert – geldt dat zij op het Fokker-orgel een heel nieuwe dimensie zal verkrijgen.
Op het Fokker-orgel wordt vaak renaissanceen vroege barokmuziek gespeeld, omdat het 31-toonssysteem in de praktijk identiek klinkt aan de algemeen gebruikte middentoonsstemming uit die tijd. Muziek uit de renaissance en vroege barok is dus zonder problemen, en in de oorspronkelijke stemming, uitvoerbaar op het Fokker-orgel. Voor muziek uit latere stijlperioden geldt dit meestal niet, omdat de middentoonsstemming in onbruik raakte. Maar in dit programma experimenteert Lievonen ook met negentiende- en twintigsteeeuwse muziek op het Fokker-orgel. Bij César Franck heeft hij zelf artistieke keuzes moeten
Dat kan het best geïllustreerd worden aan de hand van Sonata VII (Stravagante) van 47
toelichting zondag 11.00 uur
maken, aangezien bepaalde chromatische harmonieën binnen het 31-toonssysteem meer dan één interpretatie toelaten. Bij de hyperchromatische muziek van Karg-Elert is hij zelfs genoodzaakt geweest compleet nieuwe 31-toonsarrangementen te maken; hetzelfde geldt voor het stuk van Messiaen. Deze muziekstukken zo harmonieus mogelijk naar het 31-toonssysteem vertalen is ‘een heel plezierige uitdaging geweest’, aldus Lievonen, en het resultaat zal ongetwijfeld een interessante luisterervaring bieden.
stukken die beide een achtbaanachtige kwaliteit hebben van over elkaar buitelende klanken. Naast Lievonen is componist en toetsenist Guus Janssen een regelmatig bespeler van het Fokker-orgel. Janssens muziek onttrekt zich haast per definitie aan elke classificatie en beweegt zich graag tussen genres en categorieën. Het afsluitende werk is een improvisatie op het Fokker-orgel door Janssen, die is opgenomen op een MIDI-bestand en die tijdens het concert door de computer wordt teruggespeeld.
31-toons composities Naast dit repertoire klinkt er natuurlijk ook muziek waarvan de componist het Fokker-orgel uitdrukkelijk in gedachten heeft gehad, zoals The 31st Cloud van de jonge Finse componist Miika Hyytiäinen uit 2013 – de titel zegt het al. Waarschijnlijk is het ook geen toeval dat Hyytiäinen tevens wiskundige is. In zijn stuk wordt het orgel tegelijkertijd door de computer en de organist bespeeld. Vanwege de nabijheid zijn het vooral naoorlogse Nederlandse componisten geweest die door Fokkers uitvinding geïnspireerd werden, zoals Hans Kox, wiens Larghetto op het programma staat. Ook Kox’ leraar Henk Badings, een van de groten op het gebied van microtonale muziek, componeerde speciaal voor het Fokkerorgel. Van Badings speelt Lievonen twee korte 48
toelichting zondag 11.00 uur
Vanaf boven met de klok mee: Ere Lievonen, het Fokker-orgel in de kleine zaal van Muziekgebouw aan 't IJ (foto Maarten Klijn), de speeltafel van het Fokkerorgel (foto Stef Spijkermans) en Adriaan Fokker (1887-1972) achter het Fokker-orgel
49
programma
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw entreehal / 12.00-15.00 uur duur: ca. 180 minuten doorlopend
Muzikale picknick 12.00-12.25 uur Duo Shika Yuan-Tuan Ku percussie Vanja Schoch sopraan James Wood (1953) Ho Shang Yao (1983) 12.30-12.35 uur Klankspeeltuin
Presentatie instrumenten Yuri Landman
12.40-13.00 uur Roman Oro Wereldmuziek i.s.m. Muziekschool Amsterdam 13.00-13.45 uur Classical Karaoke
Speel samen met musici van het KCO
13.50-14.15 uur Herman van Haaren viool Adrian Elissen gitaar
Coloraci贸n Flamencos
14.15-14.20 uur Klankspeeltuin
Presentatie instrumenten Yuri Landman 50
programma zondag 12.00 uur
In totaal waren er de afgelopen 10 jaar 4.158 activiteiten voor de jeugd.
14.25-14.50 uur Temko Aart Strootman elektrische gitaar Rogier Telderman piano Fred Jacobsson basgitaar Ramon Lormans marimba, drums, percussie
Minimal chamber metal
DOORLOPEND 12.00-17.00 uur ATRIUM Strijbos & Van Rijswijk Rocking Chairs KLANKSPEELTUIN Open Huis Klankspeeltuin
51
TOELICHTING In het Muziekgebouw klinkt muziek niet alleen in de zalen, maar vaak ook in de Entreehal of de Foyerdecks met uitzicht op het IJ – een fascinerende setting voor optredens. Daarom is er nu een muzikale picknick voor iedereen: drie uur lang klinkt in de Entreehal een rijk palet van muziek uit onze programmering. Neem een gevulde picknickmand mee, kussens en kleed, voor de muziek is gezorgd. U kunt luisteren naar topmusici en toptalent van het Conservatorium van Amsterdam – en als u zelf een instrument bespeelt kunt u aan het slot van de picknick in de Classical Karaoke samenspelen met leden van het Concertgebouworkest.
een klassiek muziekinstrument bespeelt of zingt is welkom voor het uitvoeren van kwartetten van onder anderen Mozart en Brahms en liederen van Bizet en Händel. Gitarist Adrian Elissen en violist Herman van Haaren spelen eigen composities, waarin zij flamenco mengen met jazzimprovisatie. Adrian Elissen is voormalig ster-leerling van flamencolegende Paco Peña, Herman van Haaren is solist in onder andere het Metropole Orkest en het Martin Fondse Orchestra.
Het aanbod is tijdens de picknick nadrukkelijk divers. Zo brengen slagwerker Yuan-Tuan Ku en sopraan Vanja Schoch een bijzonder muziekstuk van de Britse componist James Wood ten gehore: Ho Shang Yao uit 1983 bestaat uit 7 liederen op uit Chinese volkspoëzie uit de achtste eeuw voor onze jaartelling. En er is vrolijke wereldmuziek uit de Balkan, verzorgd door het jonge gezelschap Roman Oro in samenwerking met Muziekschool Amsterdam.
Iets heel anders is de nieuwe formatie Temko – wat gebeurt er als je een jonge gitarist uit de hedendaagse klassieke scene opsluit met een metalbassist, een jazzpianist en een slagwerker? De groep brengt de gekste improvisaties en verrassendste composities rondom één gemeenschappelijke deler: minimal music. Na hun debuut tijdens November Music 2013 werd de muziek van Temko omschreven als ‘Minimal Chamber Metal’: minimal kamermuziek met de wortels naast de klassieke muziek in de improvisatie, de conceptmuziek en de polyritmische metal.
Voor amateurmusici is het tijdens de picknick mogelijk te musiceren met leden van het Koninklijk Concertgebouworkest – bij deze classical karaoke dus geen meezingbandje, maar livemuziek door topmusici. Iedereen die 52
toelichting zondag 12.00 uur
De Klankspeeltuin. Van links naar rechts: SonOrb, Xenax en Kosmix (foto's Erik van Gurp).
Open Huis Klankspeeltuin Ook is er tijdens de Muzikale Picknick een presentatie van de experimentele instrumenten van de Nederlandse instrumentenbouwer Yuri Landman waarmee de Klankspeeltuin vandaag wordt verrijkt. Tijdens het open huis van de Klankspeeltuin mag iedereen ze uitproberen. Daarvoor is het niet nodig noten te kunnen lezen of ervaring te hebben met een muziekinstrument. Wie de smaak te pakken heeft kan deze nieuwe juweeltjes tijdens en na de picknick uitproberen tijdens de Open Sessie in de Klankspeeltuin. Yuri Landman heeft ook instrumenten gebouwd voor bekende bands als Sonic Youth, dEUS en Liars.
Als u even rustig wilt zitten – dat kan. Het duo Strijbos & Van Rijswijk heeft een nieuwe interactieve muziekinstallatie gemaakt die doorlopend te bezoeken is in het Atrium. De installatie Rocking Chairs – what’s in a name – stelt bezoekers in staat muziek te maken terwijl ze ontspannen naar voren en naar achteren wiegen in een schommelstoel. Rocking Chairs bestaat uit een aantal prachtige, door de Zwitser Christian Grässli ontworpen stoelen. Onder elke stoel hangt een speaker en een smartphone die de schommelbewegingen registreert. De bewegingen worden vervolgens vertaald naar geluidseffecten als galm en filtering, binnen bestaande composities, die per stoel verschillen. Zo wordt door te schommelen de muziek beïnvloed en kan die worden afgestemd op de andere stoelen – een stoelenensemble dus. 53
programma
z0 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw grote zaal / 15.00-16.00 uur duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Ralph van Raat
The Piano and the Flightsimulator Ralph van Raat piano Florian Maier (1973) / Thomas Rutgers (1983) The Piano and the Flightsimulator (2014) The Piano and the Flightsimulator is een productie van Intro in Situ
54
TOELICHTING Er bestaan composities die door maar zeer weinig musici gespeeld kunnen worden. Grote technische uitdagingen zijn er door de eeuwen heen altijd geweest, zeker wanneer een componist tevens een virtuoos musicus was en voor zijn eigen instrument schreef, zoals bij de vioolmuziek van Paganini of pianostukken van Liszt.
gewoon af op de grond. Van Raat speelt op een vleugel die door muziektechnoloog Thomas Rutgers is toegerust met een interface die de pianotoetsen verbindt met commando’s in een vluchtsimulatieprogramma. Zo kan de pianist via zijn klavier een virtueel vliegtuig besturen. Componist Florian Maier schreef vervolgens in nauwe samenwerking met zowel Rutgers als Van Raat een muziekstuk dat tegelijkertijd partituur en vluchtschema is. Dat had nogal wat voeten in de aarde, omdat de combinatie van noten behalve muziek óók een veilige vlucht moest opleveren.
In de twintigste eeuw is het steeds gebruikelijker geworden dat componist en uitvoerder nauw samenwerken bij de totstandkoming van een werk, dat de musicus letterlijk op het lijf geschreven wordt. In het geval van The Piano and the Flightsimulator gaat die tendens nog een stapje verder: naar alle waarschijnlijkheid is maar één persoon ter wereld in staat het werk uit te voeren. Ralph van Raat is namelijk niet alleen een wereldberoemd concertpianist, maar ook een hartstochtelijk piloot.
Tour de force De kruisbestuiving van Van Raats twee passies is geen lege huls: iedere andere pianist zou neerstorten, want hij moet werkelijk een vliegtuig kunnen besturen, ook al is het gesimuleerd. Ongeveer 70 procent van de compositie ligt vast, voor de rest moet Van Raat inspelen op onvoorziene factoren als het weer. Het vluchtsimulatieprogramma maakt gebruik van actuele data, dus de weersomstandigheden buiten het Muziekgebouw zijn dezelfde als die waarin Van Raat vliegt. Dat hij ondertussen zijn vliegcommando’s moet laten klinken als een muziekstuk maakt The Piano and the Flightsimulator tot een unieke tour de force.
De combinatie van noten moet ook een veilige vlucht opleveren Piloot? Karlheinz Stockhausen schreef ooit een strijkkwartet voor musici in vier vliegende helikopters, maar dit concert speelt zich 55
toelichting zondag 17.00 uur
Rondom Van Raats vleugel staan drie grote schermen, zodat het podium eruitziet als een cockpit, van waaruit het publiek meekijkt met de vlucht. Van Raat stapt in zijn Cessna-vliegtuig en begint hardop een checklist af te werken – alleen zet hij geen schakelaars om, maar drukt hij op pianotoetsen. Alle handelingen die nodig zijn om de Cessna in de lucht te houden en weer veilig aan de grond te zetten, hebben een muzikale tegenhanger in Maiers muziek, die desondanks geen gimmick is geworden maar een boeiende compositie. Bij de première in November Music 2013 vertelde Van Raat dat vliegen en pianospelen weliswaar verschillende werelden lijken, maar eigenlijk juist veel gemeen hebben: ‘Voor een concert bereid ik me thuis heel goed voor, maar tijdens de uitvoering zijn er allerlei factoren die mijn spel beïnvloeden: het instrument, de akoestiek, de sfeer. Afhankelijk daarvan neem ik ter plekke beslissingen. Bij vliegen gaat dat net zo. Vooraf bereken je je koers en de invloed van de wind, maar zodra je op de startbaan staat ben je overgeleverd aan de omstandigheden. Qua spanningsboog zijn vliegen en pianospelen dus heel vergelijkbaar – qua kick en adrenaline trouwens ook.’
56
programma
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw Rondvaart / 17.00-18.00 uur Opstapplaats zouthaven duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Speech 1955
Ives Ensemble + Noraly Beyer John Cage (1912-1992) Speech 1955 (1955)
John Cage | Foto: Bachrach / Archive Photos
Zie ZA 12 SEP 17.00 uur pag 32-33
57
programma
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw grote zaal / 20.15-22.15 uur duur: ca. 70 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze
Melnikov, Boesch en Danel Kamermuziek in optima forma Alexander Melnikov piano Quatuor Danel: Marc Danel viool Gilles Millet viool Vlad Bogdanas altviool Yovan Markovitch cello Robert Schumann (1810-1856) Symfonische Etudes op. 13 (1834/1835) Thema - Andante Additionele Variatie 1 - Andante, Tempo del tema (op.posth.) Etude I (Variatie 1) - Un poco pi첫 vivo Etude II (Variatie 2) - Andante Additionele Variatie 2 - Meno mosso (op.posth.) Etude III - Vivace Etude IV (Variatie 3) - Allegro marcato Etude V (Variatie 4) - Scherzando Additionele Variatie 3 - Allegro (op.posth.) Etude VI (Variatie 5) - Agitato Etude VII (Variatie 6) - Allegro molto Etude VIII (Variatie 7) - Sempre marcatissimo Additionele Variatie 4 - Allegretto (op.posth.) Etude IX - Presto possibile Additionele Variatie 5 - Moderato (op.posth.) Etude X (Variatie 8) - Allegro con energia Etude XI (Variatie 9) - Andante espressivo Etude XII (Finale) - Allegro brillante 58
programma zondag 20.15 uur
De afgelopen 10 jaar vonden er in het Muziekgebouw 2.640 concerten plaats
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Elegie (1931) Robert Schumann Pianokwintet op. 44 (1842) Allegro brillante In modo d’una marcia. Un poco largamente Scherzo: Molto vivace Allegro ma non troppo PAUZE Florian Boesch bariton Justus Zeyen piano Robert Schumann Liederkreis op. 39 (1840) 1 In der Fremde 2 Intermezzo 3 Waldesgesprach 4 Die Stille 5 Mondnacht 6 Schone Fremde 7 Auf einer Burg 8 In der Fremde 9 Wehmut 10 Zwielicht 11 Im Walde 12 Fruhlingsnacht
59
TOELICHTING Pers, publiek én musici zijn het inmiddels hartstochtelijk met elkaar eens: de Grote Zaal van het Muziekgebouw is geschapen voor kamermuziek. In dit unieke klassieke concert – speciaal samengesteld voor dit feestweekend – is muziek te horen uit drie bijzonder geliefde series: Grote Zangers, Piano en Strijkkwartetten. Een concert met hoogtepunten uit de kamermuziekliteratuur door topmusici waar het Muziekgebouw een nauwe band mee heeft. Een hoofdrol in het concert is weggelegd voor de muziek van Robert Schumann (1810-1856), die met stukken uit alle drie de series vertegenwoordigd is. Tussendoor klinkt de korte Elegie voor strijkkwartet van Dmitri Sjostakovitsj, een van de iconen van het genre. Het Quatuor Danel is de aangewezen interpreet voor dit laatste stuk, aangezien het eerder furore maakte met opnames van de volledige strijkkwartetten van Sjostakovitsj.
Robert Schumann Robert Schumann
Études symphoniques
Solo speelt pianist Alexander Melnikov de pianocyclus Études symphoniques van Robert Schumann, een van diens grote pianomeesterwerken. Het werk bestaat uit een reeks variaties op een thema.
vormen naar de instrumentatiemogelijkheden op de piano, waarvan de verschillende registers en timbres benaderd worden alsof ze de afzonderlijke groepen binnen een orkest zijn. Volgens de eerste uitgave uit 1837 was
Deze etudes zijn ‘symfonisch’, zoals de titel suggereert, in de zin dat ze een onderzoek 60
toelichting zondag 20.15 uur
Dmitri Sjostakovitsj
het thema waarop de etudes gebaseerd zijn het werk van een ‘amateur’, te weten baron von Fricken, die het Schumann had toegestuurd. Deze baron was de stiefvader van Schumanns verloofde Ernestine, met wie de componist brak vanwege zijn liefde voor Clara. Merkwaardig detail is dat Schumann zelf niet zo te spreken was over het werk en het Clara zelfs afraadde te spelen. Wellicht dat persoonlijke omstandigheden hier zijn oordeel vertroebelden.
Dmitri Sjostakovitsj Elegie
Lang voordat Dmitri Sjostakovitsj zijn naam met vijftien kwartetten in hoofdletters aan het genre verbond, schreef hij al twee korte stukken voor strijkkwartet: de Elegie en Polka.
De Elegie is gebaseerd op de muziek van Katerina’s aria in de derde scène van Akte 1. Beide stukken werden door Sjostakovitsj al in 1931 in één avond bewerkt als een cadeau voor het toerende Vuillaume Kwartet – de opera verkeerde toen dus nog in aanbouw. In de oorspronkelijke aria beklaagt Katerina zich over haar armoede en haar liefdeloze huwelijk, maar geeft ze zich óók over aan een erotische dagdroom. De klaaglijke, weemoedige toon is meesterlijk getroffen en de Elegie behoort tot de mooiste muziek die Sjostakovitsj heeft geschreven. De twee stukken werden pas jaren na zijn dood, in 1985, gepubliceerd, en groeiden snel uit tot populaire toegiften bij concerten.
Deze twee werken worden tegenwoordig meestal in één adem genoemd, maar zijn bewerkingen van eerdere muziek uit twee verschillende werken. De Polka is afkomstig uit het ballet Het gouden tijdperk uit 1930 en voor de Elegie putte Sjostakovitsj uit zijn succesvolle opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk uit 1934 – succesvol, althans, totdat Stalin ingreep en het werk verbood als ‘te modern’. 61
toelichting zondag 20.15 uur
Robert Schumann
Schumann begon met componeren aan het werk in 1840, het jaar dat de geschiedenis is ingegaan als zijn ‘Liederjahr’, gezien zijn gigantische productiviteit in het genre, nadat hij in voorgaande jaren hoofdzakelijk voor piano had gecomponeerd. Opus 39 was de tweede compositie die Schumann de zakelijke titel Liederkreis meegaf, na Opus 24, op teksten van Heine. Voor Opus 39 maakte hij gebruik van eigentijdse poëzie van de romantische dichter Joseph Eichendorff, waaronder het beroemde gedicht Mondnacht, dat later nog door talloze componisten getoonzet zou worden.
Pianokwintet
Robert Schumann schreef met het Pianokwintet in slechts enkele weken een welhaast perfect stuk, dat bepalend zou blijken voor een heel genre en voor de generaties die volgden. Schumann behoorde – samen met onder meer Schubert, wiens Forellenkwintet uit 1819 stamt, maar dat pas tien jaar later werd gepubliceerd – tot de eersten die componeerden voor de combinatie van strijkkwartet en piano en het werk wordt gezien als een blauwdruk voor de betekenisvolle relatie die beide muzikale eenheden in dit nieuwe genre met elkaar kunnen aangaan. Bij de première in januari 1843 zat Schumanns echtgenote Clara, componiste en virtuoos pianiste, aan het klavier. Vele componisten traden sindsdien in Schumanns voetsporen en schreven prachtige stukken voor dezelfde bezetting, van Brahms en Dvo rák ˇ tot Sjostakovitsj, Goebaidoelina en Thomas Adès. Het Pianokwintet wordt uitgevoerd door de Russische pianist Alexander Melnikov en het Quatuor Danel.
Liederkreis op. 39 is een cyclus van twaalf gedichten, die bij Eichendorff echter geen geheel vormen. Anders dan bijvoorbeeld Schuberts Winterreise of Schumanns eigen Dichterliebe vertelt Liederkreis dus geen doorlopend verhaal. Na enig zoeken verdeelde Schumann de twaalf gedichten in twee groepen van zes, waarbij de eerste groep hoofdzakelijk licht van toon is en de tweede donker. Dat hij het werk niettemin afsloot met de exuberante Frühlingsnacht had vermoedelijk een autobiografisch reden: in augustus 1840 verklaarde de rechter het huwelijk van Schumann en Clara, waartegen haar vader bezwaar had aangetekend, legaal.
Robert Schumann Liederkreis op. 39
Na de pauze wordt er gezongen. Ook de Oostenrijkse bas-bariton Florian Boesch is een graag geziene gast in het Muziekgebouw; ditmaal zingt hij Liederkreis op. 39 van Schumann, een van de grote liederencycli van de negentiende eeuw. 62
toelichting zondag 20.15 uur
In het midden Quatuor Danel. Rechtsboven Alexander Melnikov (foto Marco Borggreve). Linksonder Florian Boesch (foto Lucas Beck Wiener Konzerthaus) en Justus  Zeyen
63
doorlopende activiteiten Curvices, speciale app voor rondwandeling met toelichting
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw Rond het muziekgebouw start vanaf terras zouthaven
vanaf vrij 11 sep 17.00 uur (opening)
Rozalie Hirs muziek, poëzie, stem Wiek Hijmans elektrische gitaar Patricio Wang basgitaar Martín Ibarburu drums
Curvices app
Magnus Robb vogelzangopnames Cox & Grusenmeyer design, animatie Yvan Vander Sanden software ontwerp, realisatie Machiel Spaan ruimtelijk ontwerp Carlos Dalla-Fiore mixing, mastering Mathijs de Valk technische assistentie Rozalie Hirs (1965) Curvices Amsterdam (2015) Tijdens het jubileumweekend van het Muziekgebouw vindt de opening plaats van Curvices Amsterdam van componist en dichteres Rozalie Hirs. Curvices Amsterdam is een klankapp voor een bijzondere rondwandeling, die gedurende het hele jubileumseizoen 2015-2016 gratis te gebruiken is. Door van plaats te veranderen, bepaal je mede het verloop van de muziek en de poëzie. Klinkt daar een sirene of is het de wind? Je maakt een reis langs het water om de wereld, in zo veel passen als je wilt. Hirs’ virtuele poëzie- en klankinstallatie voor de smartphone begeleidt je tijdens je wandeling in de omgeving van het Muziekgebouw aan ’t IJ. De installatie Curvices is gebaseerd op Hirs’ bibliofiele dichtbundel Curvices and Musicles uit 2013. Die app heeft Hirs nu bewerkt voor Amsterdam. 64
Curvices Amsterdam is mogelijk gemaakt door
doorlopende activiteiten
zo 13 sep 2015 10 jaar muziekgebouw KOP piet hein kade
vr 11 sep 16.00-23.00 uur za 12 sep 13.00-23.00 uur zo 13 sep 11.00-23.00 uur
Wannaplay muziekschommels
Deze doorlopend toegankelijke installatie is een swingend concert in de meest letterlijke zin van het woord: Wannaplay is een interactieve installatie waarin mensen door te schommelen gesamplede geluiden voortbrengen en daarmee een compositie maken. Deze schommelinstallatie voor volwassenen is te bezoeken op de IJ-kade voor het Muziekgebouw. De acht schommels van vier meter hoogte staan opgesteld in een halve cirkel en zijn uitgerust met luidsprekers, waaruit geluiden klinken die door de beweging van het schommelen worden opgewekt. De samples zijn speciaal voor Wannaplay gemaakt door de hedendaagse componisten Willem Jeths (Componist des Vaderlands), David Dramm, Mayke Nas, Joey Roukens en Rob Zuidam. Als er door meerdere mensen tegelijk wordt geschommeld vormen deze samples een samenhangende compositie. Zodra een schommel in beweging gebracht wordt, klinkt er muziek uit de luidspreker, maar dat niet alleen: door harder of zachter op hun stoel te schommelen kunnen bezoekers allerlei aspecten van de compositie beïnvloeden. Zo ontstaat niets minder dan een heus schommelorkest. Bovendien zijn de zittingen van de schommels verlicht, zodat Wannaplay in het donker een bewegende, lichtgevende geluidsinstallatie vormt. Wannaplay is bedacht en ontwikkeld door opera- en muziektheaterregisseur Caecilia Thunnissen en scenograaf Jan Boiten. 65
Wannaplayground | Foto: Henk Veldman
Caecilia Thunnissen / Jan Boiten Wannaplay (installatie) met muziek van Willem Jeths, David Dramm, Mayke Nas, Joey Roukens en Rob Zuidam
BIOGRAFIEËN Bio’s uitvoerenden VR 11 SEP 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta Amsterdam Sinfonietta is al 25 jaar het enige professionele strijkorkest in Nederland en treedt op over de hele wereld. Het orkest speelt zonder dirigent wat een grote inzet en betrokkenheid van alle musici vergt. In het orkest zitten dan ook musici die spelen op solistenniveau. www.sinfonietta.nl
Candida Thompson (leiding en viool) Candida Thompson behaalde aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen haar solistendiploma met onderscheiding. Sinds 1995 is zij als concertmeester verbonden aan Amsterdam Sinfonietta en sinds 2003 is zij tevens artistiek leider van het orkest. Jacobien Rozemond (viool) In 1995 studeerde Jacobien Rozemond met een 10 cum
laude af aan het Rotterdams Conservatorium en won de Essoprijs voor het beste eindexamen van het jaar. Zij soleerde in een breed repertoire van Vivaldi en Brahms tot Schnittke en McCabe. Sinds 2003 is zij aanvoerder van de tweede violen van Amsterdam Sinfonietta. www.jacobienrozemond.nl
Cappella Amsterdam Met een rijkdom aan stemkleuren bereikt kamerkoor Cappella Amsterdam zijn specifieke homogene klank. Om elke compositie te laten spreken, heeft het koor zich zowel op moderne als op oude, authentieke zangtechnieken toegelegd.
werden onderscheiden met belangrijke Europese prijzen. Reuss werkt ook geregeld met andere vooraanstaande ensembles en orkesten in heel Europa. www.danielreuss.com 22.45 uur Bram van Sambeek (fagot) Bram van Sambeek (1980) ontving in 2009 de Nederlandse Muziekprijs als enige fagottist in de dertigjarige geschiedenis van deze hoogste staatsonderscheiding aan een musicus. Hij is solofagottist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest en doceert sinds dit seizoen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. bramvansambeek.com
www.cappellaamsterdam.nl
Daniel Reuss (dirigent) Sinds 1990 staat Cappella Amsterdam onder artistieke leiding van chef-dirigent Daniel Reuss. Onder zijn leiding bracht het koor cd’s uit met werken van Martin, Poulenc en Brahms, die 66
Niels Meliefste (slagwerk) Niels Meliefste (1979) studeerde klassiek slagwerk aan het Haags Conservatorium en was prijswinnaar in het Tromp-concours, de Gaudeamus competitie en het Grachtenfestival. Niels is vast lid van Slagwerk Den Haag.
biografie
Verder speelt hij onder meer bij de David Kweksilber Bigband en Nieuw Amsterdams Peil. Navarra String Quartet Het Navarra String Quartet, opgericht in 2002, bestaat uit Nederlandse en Engelse musici en heeft Engeland als thuisbasis. De energieke, ambitieuze en talentvolle groep werd gelauwerd met prijzen als de MIDEM Classique Young Artist Award en de Borletti-Buitoni Trust Award. Naast hun concerten in Groot-Brittannië zijn de musici geregeld te gast op internationale podia.
ZA 12 SEP 17.00 uur Noraly Beyer (spreekstem) Noraly Beyer (1946) werd geboren in Willemstad. Na de decembermoorden in 1982 vertrok zij naar Nederland om te werken voor de Wereldomroep. Van 1995 tot 2008 was ze redactrice en presentatrice van het NOS Journaal. Ives Ensemble Het Ives Ensemble bestaat uit een vaste pool van dertien musici die in verschillende samenstellingen concerten geven. Met één been in de twintigste eeuw, één been in de eenentwintigste eeuw en met ogen en oren gericht op de tweeëntwintigste eeuw. ives-ensemble.nl
muziek van de twintigste en eenentwintigste eeuw uit. Speciale aandacht is er voor langjarige relaties en samenwerking met grote, betekenisvolle componisten, voor onbekend en gloednieuw werk van hoge kwaliteit. www.askoschoenberg.nl
Etienne Siebens (dirigent) Etienne Siebens studeerde orkestdirectie bij Lucas Vis, Hiroyuki Iwaki en Jorma Panula. Vanaf 1992 tot 2008 was Etienne Siebens artistiek leider en dirigent van het door hem opgerichte Prometheus Ensemble. Afgelopen seizoenen dirigeerde Etienne Siebens verschillende internationale ensembles, koren en orkesten, waaronder Musikfabrik, Klangforum Wien, Collegium Vocale Gent en Asko|Schönberg.
20.15 uur Amsterdam Sinfonietta
www.etiennesiebens.be
(zie pag. 66)
Joseph Puglia (viool) Joseph Puglia (New York, 1984), violist bij Asko|Schönberg, studeerde aan de Juilliard School en vervolgde zijn opleiding
Asko|Schönberg Asko|Schönberg, toonaangevend ensemble voor nieuwe muziek, voert 67
biografie
aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Vera Beths. Als liefhebber van nieuwe muziek speelde hij premières in de VS, Europa en Australië en werkte samen met toonaangevende componisten. josephpuglia.com
Calefax De gepassioneerde rietblazers van Calefax zijn de uitvinders van een heel nieuw genre: het rietkwintet. Een inspiratiebron voor de nieuwe generatie rietblazers die wereldwijd in hun voetsporen treedt. Een klassiek ensemble met een popmentaliteit. calefax.nl
Cappella Amsterdam (zie pag. 66)
Ives Ensemble (zie pag.67)
Nederlands Blazers Ensemble Het Nederlands Blazers Ensemble (NBE) is een groep van ruim twintig topmusici. het ensemble speelt muziek van alle soorten en maten die de zinnen en verbeelding prikkelt. Het toont haar maatschappelijke betrokkenheid middels
bijzondere projecten, zowel in Nederland als internationaal. www.nbe.nl
Nieuw Ensemble Het Nieuw Ensemble is een internationaal toonaangevend ensemble voor hedendaagse muziek. De basisbezetting bestaat uit twaalf musici, tokkelinstrumenten behoren tot de vaste kern. Het ensemble heeft een geheel eigen repertoire van ongeveer zevenhonderd in opdracht geschreven stukken. www.nieuw-ensemble.nl
Ed Spanjaard (dirigent) Ed Spanjaard (1948) kreeg zijn opleiding in Amsterdam en Londen. Hij assisteerde Bernard Haitink, Georg Solti en Herbert von Karajan en was staflid van de opera in Glyndebourne en de Royal Opera Covent Garden in Londen. Hij is sinds 1982 vaste dirigent van het Nieuw Ensemble. www.edspanjaard.nl
Slagwerk Den Haag Slagwerk Den Haag is een gespecialiseerd slagwerkensemble dat met grote openheid en inventiviteit invulling geeft aan muziek van nu. Het ensemble organiseert 68
zeer uiteenlopende projecten; van multidisciplinaire voorstellingen tot jeugdprogramma’s en educatieve projecten in de sloppenwijken van Cairo. www.slagwerkdenhaag.nl
23.00 uur Robert Henke Als deel van het minimal/ technoproject Monolake vestigde Robert Henke in de jaren 90 zijn naam met baanbrekende muziek op de grens van techno en experimentele elektronica. Samen met Gerhard Behles ontwikkelde hij in 1999 Ableton Live, dat wereldwijd uitgroeide tot de meest gebruikte software voor het live maken van elektronische muziek. roberthenke.com
biografie
ZO 13 SEP
zang aan het Conservatorium van Amsterdam.
11.00 uur Ere Lievonen (31-toons orgel) Ere Lievonen (1972) begon zijn studie aan de Sibelius Akademie in Helsinki en studeerde af aan diverse conservatoria in Nederland waar hij sinds 1997 woont. Hij is actief als klavecinist, (forte) pianist, organist en componist. Hij is gespecialiseerd in historische uitvoeringspraktijk en hedendaagse muziek.
www.vncs.net
www.erelievonen.eu
Adrian Elissen (gitaar) De flamencogitarist Adrian Elissen geniet aanzien in binnen- en buitenland. Hij studeerde cum laude af aan het Rotterdams Conservatorium, waar hij les kreeg van flamencolegende Paco PeĂąa. Tegenwoordig doceert Elissen zelf aan het prestigieuze Taller Flamenco in Sevilla.
12.00 uur Yuan-Tuan Ku (percussie) Yung Tuan Ku (1988) studeerde aan de National Taiwan Normal University en het Conservatorium van Amsterdam bij onder anderen Gustavo Gimeno en Arnold Marinissen. Zij won de tweede prijs en Adi Mootz Prijs met het Insomnia Percussion Trio in de International Percussion Competition Luxemburg in 2012. Vanja Schoch (sopraan) Heel haar leven zingt Vanja Schoch al. Optreden heeft voor haar een speciale aantrekkingskracht. Op dit moment doet zij de opleiding
Herman van Haaren (viool ) Herman van Haaren studeerde aan het Brabants Conservatorium klassiek viool. Hij is tweede aanvoerder tweede violen in het Metropole Orkest, waar hij sinds 1994 aan verbonden is. In 1988 won Herman het Internationaal Jazz Concours van de NOS.
www.adrianelissen.com
Roman Oro Roman Oro is een vrolijke groep jongeren die muziek uit de hele Balkanstreek speelt. Het ensemble is in 2007 opgericht door Emirhan Tug˘ a, docent klarinet en ensembleleider aan de Muziekschool Amsterdam. www.romanoro.nl
69
Yuri Landman (ontwerper) Yuri Landman (1973) is een Nederlandse ontwerper van muziekinstrumenten, muzikant en voormalig striptekenaar. Met en over zijn zelfgemaakte instrumenten geeft Landman lezingen, workshops en demonstraties. TEMKO TEMKO is een vijfkoppige formatie van gitarist/ componist Aart Strootman. Hun eerste optreden was op het festival November Music 2013. De bezwerende tranceformules van de minimal music staan centraal in hun losgeslagen improvisaties. temkomusic.com
Strijbos & Van Rijswijk De gezamenlijke werken van Strijbos & Van Rijswijk kenmerken zich door de combinatie van computercompositie met elementen van ruimtelijkheid, vormgeving en muziektechnologie, waarbij de grenzen en snijvlakken van verschillende kunstdisciplines worden opgezocht. Rob van Rijswijk (1971) en Jeroen Strijbos studeerden beiden in 1998 cum laude af in Muziek Technologie aan de Hogeschool
biografie
voor de Kunsten Utrecht. www.strijbosvanrijswijk.com
15. 00 uur Ralph van Raat (piano) De Nederlandse pianist Ralph van Raat (1978) won prijzen bij onder andere de Internationale Ferienkurse für Neue Musik te Darmstadt (1998), het Internationale Gaudeamus Vertolkers Concours (1999) en de VSCD Klassieke Muziekprijs (2005). Hij bracht verschillende cd’s uit en heeft sinds 2006 een exclusief contract met Naxos. www.ralphvanraat.com
17.00 uur Noraly Beyer (zie pag. 67)
Ives Ensemble (zie pag. 67)
20.15 uur Alexander Melnikov (piano) Alexander Melnikov (1973) studeerde aan het Moskous conservatorium waar hij de aandacht trok van de grote pianist Svjatoslav Richter die de jonge Melnikov uitnodigde op te treden op zijn festivals in Rusland en Frankrijk. Zijn doorbraak kwam toen hij in 1991, achttien jaar oud, vijfde werd in de Koningin Elisabethwedstrijd
in Brussel. Sindsdien treedt Melnikov op in de grote zalen ter wereld.
Doorlopende activiteiten
Florian Boesch (bariton) De Oostenrijkse bariton Florian Boesch (1971) studeerde in Wenen bij onder anderen Robert Holl. In 2002 gaf hij zijn eerste liedrecital in het Schubertfestival in Schwarzenberg (Oostenrijk). Mozart en Schubert staan sindsdien centraal in zijn repertoire. Zijn repertoire bevat inmiddels naast barokmuziek ook een breed scala aan romantische componisten.
Caecilia Thunnissen (regisseur) Regisseur Caecilia Thunnissen werkt sinds haar afstuderen in 2003 in projecten variërend van opera tot moderne dans, van industrieel ontwerp tot film. Ze woont en werkt vanuit Osnabrück (Duitsland) en Amsterdam.
Justus Zeyen (piano) Justus Zeyen (1963) studeerde piano aan het conservatorium in Hannover. Masterclasses in liedbegeleiding nam hij bij Erik Werba en Hartmut Höll. Het zwaartepunt van zijn werkzaamheden ligt in de kamermuziek. Quatuor Danel Het Belgische Quatuor Danel werd in 1991 opgericht. De musici namen les bij gerenommeerde ensembles als het Amadeus Quartet en het Borodin Quartet. Zij staan open voor nieuwe muziek én oudere muziek die nog niet zo bekend is. www.quatuordanel.eu
70
Wannaplay
Jan Boiten (scenograaf) Scenograaf en lichtontwerper Jan Boiten bedacht en creëerde de afgelopen twintig jaar vele scenografieën, decors, lichtontwerpen en videodecors, audiovisuals, tekstgraphics. Hij werkte mee aan talloze projecten in binnen- en buitenland.
biografie
Bio’s componisten John Adams De Amerikaanse componist John Adams (1947) componeerde vanaf zijn achtste jaar en studeerde later compositie en directie aan de universiteit van Harvard. Rond zijn dertigste vond hij zijn eigen muzikale stijl waarin hij het minimalisme koppelde aan melodische elementen met een emotionele zeggingskracht. Bekend werd hij vooral door zijn opera’s, waaronder Nixon in China (1987). Louis Andriessen Louis Andriessen (1939) is een telg van een roemrucht geslacht van musici en geldt als de invloedrijkste Nederlandse componist van zijn generatie. Zijn oeuvre bestrijkt vrijwel alle muzikale genres. Ali Askin Ali N. Askin (1962) componeert, produceert, arrangeert en speelt muziek in zeer uiteenlopende stijlen en vormen. Zo arrangeerde hij bijvoorbeeld werk van Frank Zappa, werkte hij samen met Heiner Goebbels en maakte hij theatermuziek. askin.info
Johann Sebastian Bach Johann Sebastian Bach (1685-1750) geldt voor velen als de grootste componist die ooit geleefd heeft. Nog steeds vormen zijn werken een toetssteen voor zowel componisten als musici. Als geen ander voor hem wist hij eenvoud en complexiteit, emotie en muzikale architectuur, geestelijke inhoud en doordachte vorm met elkaar te combineren. Wilhelm Friedemann Bach Wilhelm Friedemann (17101784) was de oudste zoon van Johann Sebastian Bach en Maria Barbara Bach. Hij gold als de grootste organist van zijn tijd en was vermaard vanwege zijn orgelimprovisaties. Hij vertrok in 1746 naar Halle, wat hem de bijnaam de Hallescher Bach bezorgde. Henk Badings Na cum laude te zijn afgestudeerd als ingenieur koos Henk Badings (19071987) toch voor een muzikale carrière. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Badings lid van de Kultuurkamer en volgt hij de Joodse Sem Dresden op als directeur van het Haags Conservatorium. Deze keuze 71
leverde hem na de oorlog een moeilijke periode op. Gioanpietro del Buono Gioanpietro del Buono (voor 1641-1657) is een Italiaanse barokcomponist en klavecimbelspeler. Hij schreef 84 Canoni, Oblighi sopra l’Ave Maris Stella. Hij genoot bekendheid aan het hof van Prins Cassaro in Palermo. Antonio de Cabezón De Spaanse componist en klavierspeler Antonio de Cabezón (ca. 1510–1566) werd als kind blind, maar ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste Spaanse musici. Antonio de Cabezón schreef vooral werken voor orgel en andere klavierinstrumenten, maar hij componeerde ook voor snaarinstrumenten zoals de vihuela. John Cage John Cage (1912-1992) is uitgegroeid tot een van de belangrijkste avantgardecomponisten van de twintigste eeuw. In zijn muziek introduceerde Cage oosterse invloeden, toevalsoperaties en geprepareerde piano’s. Hij was ook actief als auteur, beeldend kunstenaar en docent. johncage.org
biografie
Tan Dun De Chinese componist Tan Dun (1958) raakte in zijn jeugd gefascineerd door de muzikale rituelen van zijn land. In 1985 kon hij uitwijken naar New York waar hij de muziek ontdekte van onder anderen Edgard Varèse, Philip Glass en Steve Reich. Sindsdien mengt hij westerse invloeden met zijn eigen Chinese achtergrond en krijgt het theatrale element ruim baan. tandun.com
César Franck César Franck (1822-1890) was een Franse componist, pianist, organist, dirigent en muziekpedagoog. Na zijn studie aan het conservatorium in Parijs werd hij organist van de nieuwe Église SainteClotilde, waar hij tot aan zijn dood werkzaam was. Hij was voorzitter van de vooraanstaande Société nationale de musique en ontving in 1885 het Légion d’honneur. Giovanni Gabrieli Giovanni Gabrieli (ca. 15571612) werd in Venetië geboren. Na een studie bij Orlando di Lasso in München werd Gabrieli in 1585 organist van
de San Marco en de Scuola Grande di San Rocco in zijn geboortestad. Behalve componist was hij een gewild leraar: men kwam uit heel Europa naar hem toe, waaronder de componisten Heinrich Schütz en Michael Praetorius. Carlo Gesualdo Carlo Gesualdo (1566-1613) was een Italiaans componist, luitspeler en edelman uit de late renaissance. Hij had een grote naam als luitspeler, maar is muziekhistorisch vooral belangrijk om zijn zeer vooruitstrevende vernieuwingen op het gebied van het madrigaal, een meerstemmige liedvorm. Osvaldo Golijov De Argentijnse componist Osvaldo Noé Golijov (1960) begon zijn opleiding op het conservatorium in La Plata, vervolgde deze in Jeruzalem en studeerde af bij de componist George Crumb aan de Universiteit van Pennsylvania. Hij schreef onder andere een passie in opdracht van de Internationale Bachakademie Stuttgart en schreef en arrangeerde voor het Kronos Quartet www.osvaldogolijov.com
72
Joseph Haydn Joseph Haydn (1732‑1809) voorzag zich in zijn levensonderhoud als kopiist, privéleraar en begeleider bij zanglessen. In 1761 trad hij als kapelmeester in dienst van de muzikale vorst Esterházy. Na diens dood maakte Haydn twee reizen naar Londen, waar hij grote bekendheid genoot. Rozalie Hirs Rozalie Hirs (1965) is een hedendaagse Nederlandse componist en dichter. Haar poëzie en muziek zijn zowel lyrisch als experimenteel. Het avontuur van de luister- en leeservaring en de verbeelding staan centraal. Haar poëzie omvat zowel dichtbundels als digitale poëzie, interactieve gedichten die ontstaan in samenwerking met beeldend kunstenaars en grafisch ontwerpers. www.rozaliehirs.nl
Johann Nepomuk Hummel De Oostenrijkse componist, muziekpedagoog, dirigent en pianist Johann Nepomuk Hummel (1778–1837) was de laatste vertegenwoordiger van de Weense klassieken en de bekendste pianist van zijn tijd. Hummel was in de jaren
biografie
1820 de meest gevraagde (en de duurste) pianoleraar in Europa. Miika Hyytiäinen De Finse componist Miika Hyytiäinen (1982) studeerde compositie en experimenteel muziektheater bij Daniel Ott in Berlijn. In 2014 won hij met You Are Here de Opera and the Media of te Future competitie, georganiseerd door het operahuis Glyndebourne en de universiteit van Sussex. Naast muziek voor theater schrijft Hyytiäinen ook kamermuziek. miika.info
Leo sˇ Janácek ˇ De carrière van de Tsjechische componist Leo sˇ Janá cek ˇ (18541928) begon als koordirigent en muziekleraar. Vanaf 1881 tot 1919 was hij directeur van de, mede door hem opgerichte Orgelschool (conservatorium) in Brno. Hij ontwikkelde een totaal eigen idioom waarin de Moravische volksmuziek en de spraakmelodie zijn voedingsbodem vormde. Guus Janssen Guus Janssen (1951) is een wendbaar componist die zich niet vastlegt op muziekgenres of -stijlen. Hij treedt vaak op als pianist en klavecinist
en formeerde diverse eigen ensembles, met als bekendste het Guus Janssen Septet. Hij werd in 1981 bekroond met de Boy Edgarprijs voor Jazz en Geïmproviseerde Muziek, in 1984 met de Matthijs Vermeulenprijs en in 2012 met de Johan Wagenaar Prijs voor zijn gehele oeuvre. www.guusjanssen.com
Willem Jeths Willem Jeths (1959) studeerde compositie aan het Utrechts Conservatorium bij Hans Kox en Tristan Keuris. Hij ontving vele prijzen en werd in november 2014 door auteursrechtenorganisatie Buma uitgeroepen tot de eerste Componist des Vaderlands en ontving in dat jaar ook de Amsterdamprijs voor de Kunst. www.willemjeths.com
Sigfrid Karg-Elert De Duitse componist, pianist en organist Sigfrid Karg-Elert (1877-1933) wordt samen met Max Reger tot de belangrijkste vroeg twintigste-eeuwse componisten van orgelmuziek gerekend. Hij schrijft op grote schaal voor harmonium en orgel. Tussen 1903 en 1915 produceert hij maar liefst 100 werken van de 250 die hij uiteindelijk nalaat. 73
Hans Kox De Nederlandse componist en muziekpedagoog Hans Kox (1930) debuteerde in 1953 bij de Stichting Gaudeamus met een strijktrio. Hij ontving veel compositieopdrachten, zowel uit Nederland als uit het buitenland en regelmatig werden zijn werken onderscheiden. Van 1974 tot 1984 was hij docent compositie aan het Utrechts Conservatorium. www.hanskox.nl
Florian Magnus Maier Florian Magnus Maier (1973) is een Duits componist en metalmusicus die in Nederland woont en werkt. In zijn muziek combineert hij invloeden uit extreme metal, (hedendaagse) klassieke muziek, wereldmuziek, barok en elektronische ‘waanzin’, waarbij een sterk gevoel voor puls, virtuositeit, een strikte vorm en structuur en een ‘donkere spirituele sfeer’ centraal staan. www.florianmagnusmaier.com
Olivier Messiaen Olivier Messiaen (19081992) was beïnvloed door het katholieke geloof en de kerkmuziek. Hij creëerde een volledig eigen systeem van
biografie
toonladders, toonsoorten en ritmes dat hij vastlegde in zijn boek Technique de mon language musical uit 1944. Ook was hij bijzonder geïntrigeerd door het gezang van vogels en hij legde hun gezang vast in notenschrift. Kate Moore De Australische componiste Kate Moore (1979) werd geboren in Engeland en woont en werkt in Nederland. Zij ontving diverse prijzen zoals De Komeet Cultuurprijs en de Carlsbad Festival of Music Price. Ze werkt met akoestische en electroakoestische media en heeft naast ‘gewone’ concertmuziek diverse installaties ontwikkeld. katemoore.org
Wolgang Amadeus Mozart Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) reisde als wonderkind onder de vleugels van zijn vader Leopold al jong Europa door samen met zijn oudere zus Nannerl. Met zijn soloconcerten, zijn symfonieën, zijn opera’s en zijn kamermuziek wist hij twee soorten publiek te bedienen: het grote, niet speciaal onderlegde publiek, en de ‘kenners’.
Geneviève Murphy (1988) Afkomstig uit Schotland werkt Genevieve Murphy nu voornamelijk in Nederland. Ze studeerde af aan het conservatorium in Den Haag en componeert regelmatig voor moderne dans, onder andere voor de choreograaf David Middendorp (Korzo). Zij is toegelaten voor de opleiding DasArts aan de AHK. Reza Namavar Reza Namavar (1980) had op zijn vijftiende jaar al twee orkestwerken voltooid voor het orkest van de muziekschool waar hij pianolessen had. Hij kwam terecht in de Jong Talentklas van Daan Manneke op het Conservatorium van Amsterdam en studeerde vervolgens verder in Den Haag bij Gilius van Bergeijk, Louis Andriessen en Martijn Padding. Al tijdens zijn studie ontwikkelde hij zich tot een veelgevraagd componist. www.rezanamavar.com
Martijn Padding Martijn Padding (1956) studeerde compositie bij Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, piano bij Fania Chapiro en muziekwetenschap aan de 74
Universiteit van Utrecht. In zijn werk is vaak een theatraal element aanwezig. www.martijnpadding.nl
Arvo Pärt Sinds de Estse componist Arvo Pärt (1935) in 1980 Estland verliet en zich vestigde in het Westen, groeide hij internationaal uit tot de belangrijkste levende componist van zijn land. Met zijn kenmerkende tintinnabulistijl (klokjesstijl) die hij in de jaren zeventig ontwikkelde maakte hij school en werd hij een voorbeeld voor vele landgenoten. Thomas Rutgers Muziektechnoloog Thomas Rutgers (1983) is in de muziekwereld van Den Bosch bekend als voormalig zanger/ gitarist van Blight en Mikado. Hij maakt klankinstallaties in de breedste zin van het woord. Robert Schumann Robert Schumann (1810-1856) werd geboren in Zwickau. Bij zijn pianoleraar Friedrich Wieck leerde hij in 1828 diens negenjarige dochter Clara kennen met wie hij twaalf jaar later zou trouwen. Al in 1842 waren er tekenen van een
biografie
geestesziekte, veroorzaakt door een veel vroeger opgelopen syfilisinfectie. Toch bleef hij als componist enorm productief, gaf les aan het conservatorium van Leipzig en werkte als dirigent in Düsseldorf. Dmitri Sjostakovitsj Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975), geboren in St. Petersburg, was een wonderkind en vanaf zijn zestiende voorzag hij in het onderhoud van zijn familie door piano te spelen in filmhuizen en vaudeville theaters. Met zijn Eerste symfonie studeerde hij cum laude af en werd hij ook in het Westen bekend. Na 1956 legde hij zich voornamelijk toe op de kamermuziek. John Tavener De Britse componist Sir John Tavener (1944-2013) is vooral bekend om zijn religieuze werken. Zijn toetreding tot de Russisch-Orthodoxe kerk in 1977 heeft hem sterk beïnvloed. Later ging Tavener zich interesseren voor de islam en het boeddhisme. In zijn relatief sobere muziek zijn zowel westerse als oosterse elementen terug te vinden. johntavener.com
Antonio Vivaldi De Venetiaanse componist Antonio Vivaldi (1678-1741) was achtereenvolgens als vioolleraar, dirigent en componist verbonden aan het Conservatorio dell’Ospedale Pietà. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van het barokke en klassieke concerto als virtuoos solowerk voor een of meerdere instrumenten met orkestbegeleiding. Mathilde Wantenaar Mathilde Wantenaar (1993) werd geboren in Amsterdam en studeert compositie aan het Conservatorium van Amsterdam. In 2013 won zij de Donemus aanmoedigingsprijs voor vrouwelijke componisten en in 2014 ex aequo de Alba Rosa Viëtor Composition Prize en de publieksprijs. James Wood James Wood (1953) is naast componist ook dirigent en (voorheen) percussionist. Hij studeerde compositie bij Nadia Boulanger in Parijs. In 1981 richtte hij het New London Chamber Choir, vooral gespecialiseerd in hedendaagse muziek. www.choroi.net
75
verwacht
Programmering 10 jaar Muziekgebouw in het jubileumseizoen Niet al onze droomprogramma’s kunnen we in één weekend laten horen. Daarom programmeerden we ter gelegenheid van ons 10-jarig bestaan door het seizoen heen extra bijzondere concerten. Zoals een 3D-opera van componist Michel van der Aa in samenwerking met De Nationale Opera. Of Bachs Matthäus Passion onder de bezielende leiding van Reinbert de Leeuw, in en met onze nieuwe samenwerkingspartner De Nieuwe Kerk. Ook de vermaarde internationale ensembles Bang on a Can (VS) en Musikfabrik (Duitsland) komen langs. Evenals het gamelanensemble van het prestigieuze Londense Southbank Centre dat elektronische wereldmuziek speelt. zo 25 okt / 15.00 uur
zo 20 + ma 21 + vr 25 mrt / 20.00 uur
Simone Lamsma Wat is het geheim van de viool? (8+)
Blank Out De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw
vr 6 nov / 20.15 uur
za 2 apr / 20.15 uur
James Farm
Nieuw Ensemble + Dhruba Ghosh Het pad van Boeddha
vr 4 t/m zo 6 mrt
Brodsky Quartet De 15 kwartetten van Sjostakovitsj
do 21 apr / 20.15 uur
Bang on a Can Steel Hammer
do 10 mrt / 20.15 uur
Musikfabrik Ontmoeting met Enno Poppe
zo 22 mei / 20.15 uur
Plaid + Southbank Gamelan Players Gamelantronics
do 17 mrt / 20.15 uur
Asko|Schönberg De nieuwe Roukens
wo 25 mei / 20.15 uur
Underworld Metropole Orkest Big Band
zo 20 + ma 21 mrt / 19.30 uur / De Nieuwe Kerk
Matthäus, De Leeuw en De Nieuwe Kerk Matthäus Passion
do 26 mei / 20.15 uur
Central Conservatory Junior Orchestra Beijing Butterfly lovers 76
VERWACHT
agenda September vr 18 sep / 20.15 uur
Barry Douglas Brahms en Schubert
do 24 sep / 12.30 uur
Tim de Vries + Sergio Abdoelrahman + Olivier van Niekerk Lunchconcert ism Prinses Christina Concours
za 19 sep / 20.15 uur
Quatuor Ebène Uitersten verenigd zo 20 sep
Matthias Goerne + Alexander Schmalcz Schwanengesang za 26 sep / 20.15 uur
L’Histoire du Soldat (6+) Insomnio 13.30 + 15.30 uur / Kleine zaal
Peter en de Wolf (2-4) Frank Groothof + Trio Tripletov
do 1 okt / 20.15 uur
Asko|Schönberg Goebaidoelina en Oestvolskaja vr 2 okt / 20.30 uur
do 24 sep / 20.15 uur
Kindermiddag 13.30 uur
Oktober
Jazz Orchestra of the Concertgebouw o.l.v. Rob Horsting met Gideon van Gelder en Simin Tander Rhythm Changes
Xiu Xiu Twin Peaks za 3 okt / 15.00 uur
De IJ-Salon De kaiser uit het kamp zo 4 okt / 15.00 uur
Nora Fischer (8+) Wat is het geheim van de stem?
zo 27 sep / 16.00 uur / Waalse Kerk
di 6 okt / 20.30 uur / Kleine Zaal
Nederlandse Bachvereniging Virtuoze Solocantates
Micachu & The Shapes The Rest Is Noise
zo 27 sep / 20.15 uur
wo 7 okt / 20.15 uur
LUDWIG Met hakkebord en psalmenpomp
Pygmalion Van Schütz tot Bach
14.30 uur / Bimhuis
Estafest (10+) di 22 sep / 20.15 uur
Matthias Goerne + Alexander Schmalcz Die schöne Müllerin
do 8 okt / 20.15 uur wo 30 sep / 20.15 uur
Daria van den Bercken + Dudok Kwartet Much Ado About A Menuet
77
Collegium Vocale Gent + I Solisti de Vento Stravinsky en Brewaeys Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.
79
www.muziekgebouw.nl/10jaar / 020 - 788 2000