2015 11 10 Annette Dasch + Rudolf Jansen

Page 1

di 10 nov 2015 serie grote zangers grote zaal / 20.15 uur

Annette Dasch +Â Rudolf Jansen Schumann en Mendelssohn


PROGRAMMA

di 10 nov2015 serie grote zangers Grote Zaal / 20.15-21.45 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de Pauze

Annette Dasch + Rudolf Jansen

voorprogramma

Annette Dasch sopraan Rudolf Jansen piano

Grote zaal / 19.30-19.45 uur

Schumann en Mendelssohn

Ingeborg Bröcheler alt Mirsa Adami piano Benjamin Britten (1913-1976) A Charm of Lullabies, op. 41 (1947) A Cradle Song (William Blake) The Highland Balou (Robert Burns) Sephestia’s Lullaby (Robert Greene) A Charm (Thomas Randolph) The Nurse’s Song (John Philip) Stephen Foster (1826-1864) Beautiful Dreamer Dit concert wordt live uitgezonden door Omroep MAX op NPO Radio 4

Tekst toelichting: Katja Reichenfeld


Felix Mendelssohn (1809-1847) Zes liederen op teksten van Heinrich Heine Auf Flügeln des Gesanges, op. 34/2 Gruss, op. 19/5 Morgengruss, op. 47/2 Reiselied, op. 34/6 Allnächtlich im Traume, op. 86/4 Neue Liebe, op. 19/4

Robert Schumann (1810-1856) Liederkreis op. 39 (1840) In der Fremde Intermezzo Waldesgespräch Die Stille Mondnacht Schöne Fremde Auf einer Burg In der Fremde Wehmut Zwielicht Im Walde Frühlingsnacht

Suleika: Ach um deine feuchten Schwingen, op.34/4 Suleika: Was bedeutet die Bewegung, op. 57/3 Wenn sich zwei Herzen scheiden, op. 99/5 Scheidend, op. 9/6 Pagenlied Nachtlied, op. 71/6 PAUZE

3


welkom Annette Dasch zingt vanavond voor u terwijl ze middenin een wereldtournee zit met de Berliner Philharmoniker onder leiding van Simon Rattle. Ze zong onlangs concerten in Berlijn en Parijs en vertrekt na vanavond naar Wenen en New York. Ook zingt ze in de Metropolitan Opera en op de Bayreuther Festspiele. In deze drukte voedt ze ook nog twee kleine kinderen op, een meisje van 4 en een jongetje van 17 maanden. Ik hoorde de stem van Annette Dasch voor het eerst op een solo cd van Sony, een jaar of tien geleden. Je kon niet om die cd heen, de publiciteit was enorm. Op het fotowerk zag je niet een afstandelijke operadiva maar een zelfbewuste, jonge vrouw frontaal de lens inkijken. Jaren later was ik te gast bij het radioprogramma Opera Live waar uit de Metropolitan Opera Die Meistersinger von Nürnberg werd uitgezonden. Annette Dasch zong de rol van Eva. Wat een geweldige stem! Glashelder, strak gezongen met weinig vibrato. Haar stem was voller en rijper geworden, dramatischer. Ik raakte gefascineerd. Een relatief jonge zangeres die al Wagner zingt – dat maak je niet zo vaak mee. Zo’n stem kan een heel lange carrière tegemoet gaan.

Eichendorff als een verhalenverteller aan u voor zal dragen. In de vijfjarige geschiedenis van Grote Zangers hadden we nog nooit een substantieel blok met Mendelssohn-liederen gehad, en die passen perfect bij haar stem. Speciaal voor Grote Zangers studeerde ze daarom twaalf liederen van Mendelssohn in. Een internationale carrière en het opvoeden van kinderen is lastig te combineren en wij zijn dan ook extra verheugd dat Annette Dasch tijd vrijmaakt voor het instuderen van nieuw repertoire. Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan 't IJ

Terwijl Annette Dasch veelgevraagd was voor opera’s en concerten, zong ze op de Schubertiade in Schwarzenberg; een teken dat ze de liedkunst serieus neemt. Ik raakte met haar in contact en wij bespraken het repertoire. Graag zingt ze Schumanns Liederkreis op. 39; deze cyclus zingt ze al jaren. U zult merken dat ze hier ontstijgt aan noten en papier en de gedichten van Joseph von 4


TOELICHTING Het zingen op woorden en teksten is waarschijnlijk zo oud als de mensheid zelf. Maar geleidelijk werd in de Europese muziekcultuur de band tussen woord en muziek steeds hechter tot er in het Lied van de vroege romantiek bij monde van Schubert een eenheid ontstond tussen dichtkunst en compositie. woorden, en veel van zijn liederen zouden even aangenaam zijn om te horen wanneer de tekst volledig zou ontbreken, als Lieder ohne Worte.

Schubert en zijn vriendenkring waren cruciaal in deze ontwikkeling, en het liedoeuvre van Schubert vormt nog altijd een mijlpaal. Na hem was het vooral Schumann die verder ging op het door Schubert gebaande pad.

Mendelssohn had het patent op een verrukkelijke sprookjessfeer

Literair begaafd Zowel Mendelssohn als Schumann groeiden op in een omgeving waar zowel literatuur en poëzie als muziek van groot belang waren. Mendelssohn kon als joods jongetje niet naar school maar werd samen met zijn zusje Fanny thuis opgevoed. Voor hun algemene ontwikkeling werd een huisleraar aangesteld: de filosoof, schrijver en literator Karl Heyse. Waarschijnlijk lag de nadruk van diens literatuurlessen op de klassieke Griekse en Latijnse schrijvers, maar ook Shakespeare heeft Mendelssohn al als kind leren kennen. Mendelssohn was zeker literair begaafd en later schreef hij prachtige brieven die nog altijd lezenswaard zijn, maar dichten deed hij alleen in zijn vroege jeugd. Voor zijn latere liederen – zo’n honderdtwintig stuks – gebruikte hij teksten van ongeveer dertig verschillende dichters. Hij ging niet erg diep in op de

Mendelssohns liederen zijn meestal geschreven in de coupletvorm met soms een contrasterende wending aan het slot. Zijn melodieuze muziek is van een hartveroverende eenvoud in bijvoorbeeld Auf Flügeln des Gesanges. De woorden vormen voor Mendelssohn geen aanleiding tot onderbreking van de globale sfeer van een lied, en zo bepaalt één milde en gelaten stemming het lied Wenn sich zwei Herzen scheiden. Van een popelende vreugde doortrokken is daarentegen het Suleikalied Was bedeutet die Bewegung. De piano is vaak met gebroken akkoordfiguren dienstbaar aan de expressieve melodie van de zanger en heeft zelden een echt eigen inbreng. Wel geven de beweeglijkheid en de harmonische 5


toelichting

subtiliteiten in de pianopartij verdieping en sfeer. In Reiselied bijvoorbeeld zorgt de piano met wervelende nootjes voor de suggestie van een rusteloos draven en galopperen. En in het betoverende lied Neue Liebe worden we meegenomen in die verrukkelijke sprookjessfeer waarop Mendelssohn het patent had.

kwamen er later echter niet meer en van zijn liederen is er niet één gecomponeerd op eigen tekst. Wel gebruikte hij gedichten van zo’n zestig verschillende dichters waaronder Goethe, Heine, Mörike en Eichendorff. Joseph von Eichendorff, wiens teksten Schumann gebruikte voor zijn Liederkreis op.39, kreeg al in 1826 grote bekendheid met zijn novelle Aus dem Leben eines Taugenichts. Zijn gedichten leerde Schumann pas later kennen. Na het ontstaan van Liederkreis hebben de twee elkaar bij een huisconcert ontmoet, waar zij elkaar beleefd complimenteerden maar geen vriendschap sloten. Aan Clara Schumann schreef Eichendorff later na de dood van haar man, dat Roberts muziek zijn gedichten ‘pas echt leven hebben gegeven’. Dat is niet zomaar een beleefdheidsfrase gebleken, want buiten de in de romantiek gespecialiseerde Germanisten leest nu waarschijnlijk vrijwel niemand nog de gedichten van Eichendorff. Maar het muziekpubliek kent zijn teksten goed, en wel door de muziek van Robert Schumann en door de latere composities van Hugo Wolf.

Dichtkunst als bron Anders dan bij Mendelssohn was voor Schumann de dichtkunst de bron van het ontstaan van zijn liederen. Als kind leefde hij letterlijk tussen de boeken: zijn vader was uitgever en boekhandelaar, en de romantische literatuur en poëzie werd hem met de paplepel ingegeven. De klassieke literatuur leerde hij kennen op het gymnasium. Toen hij zeventien was, beschouwde hij zichzelf aarzelend als dichter. ‘Wat ik eigenlijk ben weet ik zelf nog niet echt’, schreef hij in zijn dagboek. ‘Fantasie heb ik volgens mij wél, en daarover is iedereen het met me eens. Maar een diepe denker ben ik niet: ik kan namelijk nooit op een logische manier aan een eenmaal uitgezette lijn vasthouden. Of ik een dichter ben (want een dichter ‘worden’ is niet mogelijk), dat zal door anderen ná mij worden beslist.’ Vanaf zijn negende schreef Schumann gedichten, dagboekaantekeningen en zelfs een paar onvoltooid gebleven toneelstukken. Hij is zijn leven lang blijven schrijven, onder andere als redacteur van het mede door hem opgerichte Neue Zeitschrift für Musik. Gedichten

Kruispunt Liederkreis op. 39 ontstond op een kruispunt in Schumanns leven. Tot dat jaar had hij vooral geweldige pianomuziek gecomponeerd (een kleine greep: de Davidsbündlertänze, Kinderszenen, Kreisleriana). In de jubelende 6


toelichting

geluksstemming rond zijn eindelijk voltrokken huwelijk met Clara Wieck begon hij liederen te componeren, want, zo schreef hij aan haar, ‘de muziek die ik in m’n hoofd heb, maakt dat ik de hele dag zou willen zingen.’ Was het dus tóch de muziek in hem die naar woorden zocht? Of sloten de gedichten in zijn hoofd naadloos aan bij de opwellende muziek? In ieder geval zijn in Liederkreis het woord en de muziek volledig met elkaar versmolten. De poëzie is rechtstreeks terecht gekomen in de pianopartij, en de zanger voegt daar niet alleen de woorden aan toe, maar ook een heel eigen muzikale lijn.

de piano in het voorspel de noten als sterren uit de hemel ‘plukt’. Pas in het laatste couplet komt een verheviging van de emotie: een machtig crescendo roept samen met het ‘sterrenmotief’ het beeld op van de ziel die zijn vleugels uitslaat op weg naar ‘huis’. Het laatste lied, Frühlingsnacht is een uitbarsting van vreugde en geluk: ‘Sie ist deine, sie ist dein!’ Aan Clara schreef Robert over de Liederkreis: ‘Het is mijn meest romantische muziek ooit, en het bevat veel van jou.’

In Schumanns Liederkreis zijn woord en muziek volledig met elkaar versmolten Het is eigenlijk niet te doen om te beschrijven wat er gebeurt in deze liederen, want zij lijken niet te zijn ‘gecomponeerd’ maar ‘ontstaan’. Dit is de illusie die gewekt wordt door elk groot kunstwerk. Waar komt bijvoorbeeld de heimwee en berusting vandaan in het eerste lied In der Fremde? Zijn het de woorden? Is het de melodie? Of is het de langzaam kabbelende beweging van de pianopartij? De muziek blijft zweven tot zij aan het slot in duisternis verzinkt. Zwevend zijn ook de harmonieën in Mondnacht waarbij 7


liedteksten Felix Mendelssoh-Bartholdy

Gruβ Leise zieht durch mein Gemüt Liebliches Geläute, Klinge, kleines Frühlingslied, Kling hinaus ins Weite.

Liederen op gedichten van Heinrich Heine (1797-1856) Auf Flügeln des Gesanges Auf Flügeln des Gesanges, Herzliebchen, trag ich dich fort, Fort nach den Fluren des Ganges, Dort weiß ich den schönsten Ort;

Kling hinaus bis an das Haus, Wo die Blumen sprießen, Wenn du eine Rose schaust, Sag, ich laß sie grüßen. Morgengruβ Über die Berge steigt schon die Sonne, Die Lämmerheerde läutet von fern: Mein Liebchen, mein Lamm, meine Sonne und Wonne, Noch einmal säh’ ich dich gar zu gern!

Dort liegt ein rotblühender Garten Im stillen Mondenschein, Die Lotosblumen erwarten Ihr trautes Schwesterlein. Die Veilchen kichern und kosen, Und schaun nach den Sternen empor, Heimlich erzählen die Rosen Sich duftende Märchen ins Ohr.

Ich schaue hinauf mit spähender Miene, ‘Leb’ wohl, mein Kind, ich wandre von hier!’ Vergebens! es regt sich keine Gardine; Sie liegt noch und schläft und träumt von mir.

Es hüpfen herbei und lauschen Die frommen, klugen Gazelln, Und in der Ferne rauschen Des heilgen Stromes Well’n. Dort wollen wir niedersinken Unter dem Palmenbaum, Und Liebe und Ruhe trinken, Und träumen seligen Traum.

8


liedteksten

Reiselied Der Herbstwind rüttelt die Bäume, Die Nacht ist feucht und kalt; Gehüllt im grauen Mantel Reite ich einsam, einsam im Wald.

Allnächtlich im Traume Allnächtlich im Traume seh’ ich dich Und sehe dich freundlich grüßen, Und laut aufweinend stürz’ ich mich Zu deinen süßen Füßen.

Und wie ich reite, so reiten Mir die Gedanken voraus; Sie tragen mich leicht und luftig Nach meiner Liebsten Haus.

Du siehst mich an wehmütiglich Und schüttelst das blonde Köpfchen; Aus deinen Augen schleichen sich Die Perlentränentröpfchen.

Die Hunde bellen, die Diener Erscheinen mit Kerzengeflirr; Die Wendeltreppe stürm’ ich Hinauf mit Sporengeklirr.

Du sagst mir heimlich ein leises Wort Und gibst mir den Strauß von Zypressen. Ich wache auf, und der Strauß ist fort, Und ’s Wort hab’ ich vergessen.

Im leuchtenden Teppichgemache, Da ist es so duftig und warm, Da harret meiner die Holde, Ich fliege in ihren Arm!

Neue Liebe In dem Mondenschein im Wald, Sah ich jüngst die Elfen reuten; Ihre Hörner hört ich klingen, Ihre Glöckchen hört ich läuten.

Es säuselt der Wind in den Blättern, Es spricht der Eichenbaum: ‘Was willst Du, törichter Reiter, Mit Deinem törichten Traum?’

Ihre weißen Rößlein trugen Güldnes Hirschgeweih und flogen Rasch dahin, wie wilde Schwäne Kam es durch die Luft gezogen. Lächelnd nickte mir die Köngin, Lächelnd, im Vorüberreuten. Galt das meiner neuen Liebe, Oder soll es Tod bedeuten?

9


liedteksten

Suleika

Suleika

Tekst: Marianne von Willemer (1784-1860)

Tekst: Marianne von Willemer

Ach, um deine feuchten Schwingen, West, wie sehr ich dich beneide: Denn du kannst ihm Kunde bringen Was ich in der Trennung leide!

Was bedeutet die Bewegung? Bringt der Ost mir frohe Kunde? Seiner Schwingen frische Regung Kühlt des Herzens tiefe Wunde.

Die Bewegung deiner Flügel Weckt im Busen stilles Sehnen; Blumen, Augen, Wald und Hügel Stehn bei deinem Hauch in Tränen.

Kosend spielt er mit dem Staube, Jagt ihn auf in leichten Wölkchen, Treibt zur sichern Rebenlaube Der Insekten frohes Völkchen.

Doch dein mildes sanftes Wehen Kühlt die wunden Augenlider; Ach, für Leid müßt’ ich vergehen, Hofft‘ ich nicht zu sehn ihn wieder.

Lindert sanft der Sonne Glühen, Kühlt auch mir die heißen Wangen, Küßt die Reben noch im Fliehen, Die auf Feld und Hügel prangen.

Eile denn zu meinem Lieben, Spreche sanft zu seinem Herzen; Doch vermeid’ ihn zu betrüben Und verbirg ihm meine Schmerzen.

Und mir bringt sein leises Flüstern Von dem Freunde tausend Grüße; Eh’ noch diese Hügel düstern, Grüßen mich wohl tausend Küsse.

Sag’ ihm, aber sag‘s bescheiden: Seine Liebe sei mein Leben, Freudiges Gefühl von beiden Wird mir seine Nähe geben.

Und so kannst du weiter ziehen! Diene Freunden und Betrübten. Dort wo hohe Mauern glühen, Dort find‘ ich bald den Vielgeliebten. Ach, die wahre Herzenskunde, Liebeshauch, erfrischtes Leben Wird mir nur aus seinem Munde, Kann mir nur sein Athem geben.

10


liedteksten

Wenn sich zwei Herzen scheiden

Scheidend

Tekst: Emanuel von Geibel (1815-1884)

Tekst: Johann Heinrich Voss (1751-1826)

Wenn sich zwei Herzen scheiden, Die sich dereinst geliebt, Das ist ein großes Leiden, Wie’s größer keines gibt. Es klingt das Wort so traurig gar: Fahr’ wohl, fahr’ wohl auf immerdar! Wenn sich zwei Herzen scheiden, Die sich dereinst geliebt.

Wie so gelinde die Flut bewegt! Wie sie so ruhig den Nachen trägt! Fern liegt das Leben, das Jugendland! Fern, fern liegt der Schmerz, der dort mich band, Sanft tragt mich, Fluten, zum fernen Land! Droben der Sterne stiller Ort, Unten der Strom fließt fort und fort. Wohl warst du reich, mein Jugendland! Wohl, wohl war es süß, was dort mich band, Sanft tragt mich, Fluten, zum fernen Land!

Da ich zuerst empfunden, Daß Liebe brechen mag: Mir war’s, als sei verschwunden Die Sonn’ am hellen Tag. Im Ohre klang mir’s wunderbar: Fahr’ wohl, fahr’ wohl auf immerdar! Da ich zuerst empfunden, Daß Liebe brechen mag.

Pagenlied Tekst: Josef Karl Benedikt von Eichendorff (1788-1857)

Wenn die Sonne lieblich schiene Wie in Welschland lau und blau, Ging’ ich mit der Mandoline Durch die überglänzte Au. In der Nacht das Liebchen lauschte An dem Fenster süß verwacht; Wünschte mir und ihr, uns Beiden, Heimlich eine schöne Nacht.

Mein Frühling ging zur Rüste, Ich weiß es wohl, warum; Die Lippe, die mich küßte, Ist worden kühl und stumm. Das eine Wort nur sprach sie klar: Fahr’ wohl, fahr’ wohl auf immerdar! Mein Frühling ging zur Rüste, Ich weiß es wohl, warum.

Wenn die Sonne lieblich schiene Wie in Welschland lau und blau, Ging’ ich mit der Mandoline Durch die überglänzte Au.

11


liedteksten

Robert Schumann

Nachtlied

Liederkreis op. 39

Tekst: Josef Karl Benedikt von Eichendorff

Tekst: Joseph von Eichendorff

Vergangen ist der lichte Tag; Von ferne kommt der Glocken Schlag. So reist die Zeit die ganze Nacht, Nimmt manchen mit, der’s nicht gedacht.

In der Fremde Aus der Heimat hinter den Blitzen rot Da kommen die Wolken her, Aber Vater und Mutter sind lange tot, Es kennt mich dort keiner mehr.

Wo ist nun hin die bunte Lust, Des Freundes Trost und treue Brust, Der Liebsten süßer Augenschein? Will keiner mit mir munter sein?

Wie bald, wie bald kommt die stille Zeit, Da ruhe ich auch, und über mir Rauschet die schöne Waldeinsamkeit, Und keiner kennt mich mehr hier.

Da’s nun so stille auf der Welt, Ziehn Wolken einsam übers Feld, Und Feld und Baum besprechen sich, -O Menschenkind, was schauert dich?

Intermezzo Dein Bildnis wunderselig Hab ich im Herzensgrund, Das sieht so frisch und fröhlich Mich an zu jeder Stund’.

Wie weit die falsche Welt auch sei, Bleibt mir doch Einer nur getreu, Der mit mir weint, der mit mir wacht, Wenn ich nur recht an ihn gedacht.

Mein Herz still in sich singet Ein altes schönes Lied, Das in die Luft sich schwinget Und zu dir eilig zieht.

Frisch auf denn, liebe Nachtigall, Du Wasserfall mit hellem Schall! Gott loben wollen wir vereint, Bis daß der lichte Morgen scheint!

12


liedteksten

Waldesgespräch Es ist schon spät, es ist schon kalt, Was reitst du einsam durch den Wald? Der Wald ist lang, du bist allein, Du schöne Braut! Ich führ dich heim! ‘Groß ist der Männer Trug und List, Vor Schmerz mein Herz gebrochen ist, Wohl irrt das Waldhorn her und hin, O flieh! Du weißt nicht, wer ich bin.’

Mondnacht Es war, als hätt’ der Himmel, Die Erde still geküßt, Daß sie im Blütenschimmer Von ihm nur träumen müßt. Die Luft ging durch die Felder, Die Ähren wogten sacht, Es rauschten leis die Wälder, So sternklar war die Nacht.

So reich geschmückt ist Roß und Weib, So wunderschön der junge Leib, Jetzt kenn ich dich - Gott steh mir bei! Du bist die Hexe Lorelei. -

Und meine Seele spannte Weit ihre Flügel aus, Flog durch die stillen Lande, Als flöge sie nach Haus.

‘Du kennst mich wohl - von hohem Stein Schaut still mein Schloß tief in den Rhein. Es ist schon spät, es ist schon kalt, Kommst nimmermehr aus diesem Wald.’

Schöne Fremde Es rauschen die Wipfel und schauern, Als machten zu dieser Stund Um die halbversunkenen Mauern Die alten Götter die Rund.

Die Stille Es weiß und rät es doch keiner, Wie mir so wohl ist, so wohl! Ach, wüßt es nur einer, nur einer, Kein Mensch es sonst wissen sollt.

Hier hinter den Myrtenbäumen In heimlich dämmernder Pracht, Was sprichst du wirr wie in Träumen Zu mir, phantastische Nacht?

So still ist’s nicht draußen im Schnee, So stumm und verschwiegen sind Die Sterne nicht in der Höh, Als meine Gedanken sind.

Es funkeln auf mich alle Sterne Mit glühendem Liebesblick, Es redet trunken die Ferne Wie vom künftigem, großem Glück.

Ich wünscht’, ich wäre ein Vöglein Und zöge über das Meer, Wohl über das Meer und weiter, Bis daß ich im Himmel wär!

13


liedteksten

Auf einer Burg Eingeschlafen auf der Lauer Oben ist der alte Ritter; Drüber gehen Regenschauer, Und der Wald rauscht durch das Gitter.

In der Fremde Ich hör’ die Bächlein rauschen Im Walde her und hin. Im Walde, in dem Rauschen, Ich weiß nicht, wo ich bin.

Eingewachsen Bart und Haare Und versteinert Brust und Krause, Sitzt er viele hundert Jahre Oben in der stillen Klause.

Die Nachtigallen schlagen Hier in der Einsamkeit, Als wollten sie was sagen Von der alten, schönen Zeit. Die Mondesschimmer fliegen, Als säh ich unter mir Das Schloß im Tale liegen, Und ist doch so weit von hier!

Draußen ist es still’ und friedlich, Alle sind ins Tal gezogen, Waldesvögel einsam singen In den leeren Fensterbogen.

Als müßte in dem Garten, Voll Rosen weiß und rot, Meine Liebste auf mich warten, Und ist doch so lange tot.

Eine Hochzeit fährt da unten Auf dem Rhein im Sonnenscheine, Musikanten spielen munter, Und die schöne Braut, die weinet.

Wehmut Ich kann wohl manchmal singen, Als ob ich fröhlich sei, Doch heimlich Tränen dringen, Da wird das Herz mir frei. Es lassen Nachtigallen, Spielt draußen Frühlingsluft, Der Sehnsucht Lied erschallen Aus ihres Kerkers Gruft. Da lauschen alle Herzen, Und alles ist erfreut, Doch keiner fühlt die Schmerzen, Im Lied das tiefe Leid.

14


liedteksten

Zwielicht Dämmrung will die Flügel spreiten, Schaurig rühren sich die Bäume, Wolken ziehn wie schwere Träume Was will dieses Grau’n bedeuten? Hast ein Reh du lieb vor andern, Laß es nicht alleine grasen, Jäger ziehn im Wald und blasen, Stimmen hin und wieder wandern.

Frühlingsnacht Über’n Garten durch die Lüfte Hört’ ich Wandervögel ziehn, Das bedeutet Frühlingsdüfte, Unten fängt’s schon an zu blühn. Jauchzen möcht’ ich, möchte weinen, Ist mir’s doch, als könnt’s nicht sein! Alte Wunder wieder scheinen Mit dem Mondesglanz herein.

Hast du einen Freund hienieden, Trau ihm nicht zu dieser Stunde, Freundlich wohl mit Aug’ und Munde, Sinnt er Krieg im tück’schen Frieden.

Und der Mond, die Sterne sagen’s, Und im Traume rauscht’s der Hain, Und die Nachtigallen schlagen’s: Sie ist deine! Sie ist dein!

Robert Schumann - uit Liederkreis opus 39: Frühlingsnacht (manuscript componist, 1840)

Was heut gehet müde unter, Hebt sich morgen neu geboren. Manches geht in Nacht verloren Hüte dich, sei wach und munter! Im Walde Es zog eine Hochzeit den Berg entlang, Ich hörte die Vögel schlagen, Da blitzten viel Reiter, das Waldhorn klang, Das war ein lustiges Jagen! Und eh’ ich’s gedacht, war alles verhallt, Die Nacht bedecket die Runde, Nur von den Bergen noch rauschet der Wald Und mich schauert’s im Herzensgrunde.

15


BIOGRAFIEËN Componisten Felix MendelssohnBartholdy

Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) was de kleinzoon van Moses Mendelssohn, joodse filosoof van de Verlichting, en de zoon van bankier Abraham Mendelssohn. Zijn moeder Lea Salomon, een goede pianiste, zorgde voor de artistieke ontplooiing van haar begaafde kinderen. In de geest van hun grootvader kregen de kinderen Mendelssohn geen specifiek

joodse opvoeding maar zij werden door hun huisleraar Karl Heyse ingewijd in alle facetten van de Europese cultuur. Pianoles kreeg Mendelssohn van Ludwig Berger, compositieles van Friedrich Zelter. Als muzikaal wonderkind debuteerde hij op negenjarige leeftijd op de piano en speelde hij voor Goethe toen hij twaalf was. Uit diezelfde tijd stammen zijn eerste composities in een stijl die vooral geënt was op zijn klassieke voorgangers. In zijn te korte leven bracht Mendelssohn onwaarschijnlijk veel tot stand: een groot oeuvre waaronder symfonische muziek, soloconcerten, instrumentale kamermuziek, liederen en oratoria. Maar ook werd hij beroemd als dirigent, onder andere van het Gewandhausorchester in Leipzig en als oprichter van het conservatorium aldaar.

Robert Schumann Robert Schumann (1810‑1856) was onder invloed van zijn vader in zijn jeugd vooral een 16

gepassioneerde lezer van literatuur en poëzie. Piano speelde hij vanaf zesde jaar, en in zijn gymnasiumtijd begon hij te componeren, aanvankelijk vooral voor zijn eigen instrument.

Tijdens zijn pianostudie bij Friedrich Wieck forceerde hij zijn linkerhand en moest hij zijn droom om pianovirtuoos te worden opgeven. Voor de dochter van Wieck, de jonge pianiste Clara, vatte hij een grote liefde op die volledig werd beantwoord maar door de vader werd gedwarsboomd. Geniale pianowerken ontstonden in die tijd, maar in 1840, het jaar waarin


Robert en Clara ten slotte toch trouwden, kwam een kentering. Hij schreef nu haast alleen nog liedcomposities, in 1840 alleen al 140 van de in totaal 260 liederen die hij zou componeren. Ook Liederkreis op. 39 dateert uit dat jaar. Daarna kwamen de andere genres aan bod: symfonieën, kamermuziek en één voltooide opera. Als dirigent en conservatoriumleraar in Leipzig was Schumann niet succesvol aangezien het steeds moeilijker voor hem werd om te communiceren met de medemens. Een als jonge man opgelopen syfilisinfectie maakte dat hij aan depressieve aanvallen leed en ‘stemmen’ hoorde. Na een zelfmoordpoging belandde hij in de kliniek van Endenich bij Bonn. Daar leefde hij nog enkele jaren in volledige afzondering, tot hij in 1856 stierf.

foto: Manfred Baumann

biografieën

Uitvoerenden Annette Dasch Sopraan

De Duitse sopraan Annette Dasch (1976) komt uit een muzikale familie: haar moeder, haar zusje en haar twee broers zijn allemaal musici. Dasch studeerde in München en Graz. Meestercursussen volgde zij bij Philip Schulze, Wolfram Rieger en Helmut Deutsch. In het jaar 2000 won zij eerste prijzen bij drie belangrijke concoursen 17

waaronder de Robert Schumann liedprijs in Zwickau. Zij ontwikkelde zich tot allround zangeres in het liedrepertoire, het oratorium en de opera. Een greep uit de vele operarollen die zij vertolkte: Elvira (Don Giovanni), Fiordiligi (Così fan tutte), Liù (Turandot), Freia (Reingold), Elsa (Lohengrin) en Elisabeth in Tannhäuser. Zij trad op in de belangrijkste concertzalen en operahuizen samen met grote dirigenten zoals Daniel Barenboim, Simon Rattle, Seiji Ozawa en Nikolaus Harnoncourt. Sinds 2008 heeft Dasch op de Duitse tv-zender ZDF haar eigen talkshow.


biografieĂŤn

Ingeborg BrĂścheler Alt

De Nederlandse alt en mezzosopraan Ingeborg BrĂścheler studeerde aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunst Akademie voordat ze zich toelegde op klassiek zang.

Rudolf Jansen Piano

De Nederlandse pianist Rudolf Jansen (1940), zoon van organist Simon C. Jansen, studeerde piano aan het Amsterdamse conservatorium bij Nelly Wagenaar en Felix de Nobel (liedbegeleiding). Jansen specialiseerde zich in het begeleiden van zangers en werkte samen met belangrijke figuren zoals Elly Ameling, Robert Holl, Edith Wiens, Dorothy Dorrow, Brigitte Fassbaender, Christianne Stotijn en vele anderen. Van zijn plaatopnamen verdienen

een aantal extra aandacht: de uitgaven van de complete liederen van Webern, Grieg, Diepenbrock en Strauss. Jarenlang was Rudolf Jansen docent aan het Amsterdams conservatorium en aan de Musikhochschule van Neurenberg/Augsburg. In masterclasses geeft hij nog steeds zijn grote kennis van het liedrepertoire door aan jonge musici.

18

Haar muziekopleiding volgde ze aan de Schumann Akademie, bij Jaap Smit. Op dit moment studeert ze bij Paula de Wit en Rosemary Joshua. Als soliste was Ingeborg te horen in diverse cantates en oratoria en voerde ze liederen uit van Schubert, Schumann (o.a. Frauenliebe und Leben),


biografieën

Mahler, Elgar (Sea Pictures) en Wagner (Wesendonck Lieder; zowel uitgevoerd met vleugel als in bewerkte Henzeorkestratie). Onder leiding van Kenneth Montgomery vertolkte ze Bradamante in Händels Alcina (productie DNOA). Komende periode zingt ze onder andere de soli in het Kaiserrequiem (Fux; Amsterdams Bachconsort), Harmoniemesse (Haydn; Concertgebouw Amsterdam), Petite Messe Solennelle (Rossini; Brabantkoor) en is ze in het kader van DNO talentontwikkeling te beluisteren in Ariodante (Händel; productie DNO, coproductie Festival d’Aix-enProvence; tevens talentcover ‘Polinesso’). Eerder studeerde Ingeborg af aan de Vrije Universiteit als bestuurskundige en als criminoloog, en was ze enkele jaren werkzaam als beleidsadviseur. www.ingeborgbrocheler.com

Mirsa Adami Piano

gegeven in Nederland en andere landen zoals Italië, Frankrijk, Duitsland en Japan. Mirsa heeft een passie voor kamermuziek en speelt onder andere met het Darius ensemble en met de violistes Cecilia Bernardini en Birthe Blom. De kunstwereld van Parijs rond 1900 fascineert haar en ze organiseert concerten met gedichten en muziek uit die tijd. www.mirsaadami.com

Mirsa Adami werd geboren in Tirana, Albanië waar ze piano studeerde bij Elsa Veizi. In 1991 kwam ze in Nederland studeren bij Jan Huizing en Jan Wijn en behaalde haar uitvoerend musicusdiploma met onderscheiding in 2000. Ze is sindsdien verbonden als coach aan de National Dutch Opera Academy van het Conservatorium van Amsterdam. Ze heeft meerdere malen op het Prinsengrachtfestival opgetreden en concerten 19


Grote Zangers

Colofon Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en de Stichting Grote Zangers.

Stichting Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Marian Lases, voorprogramma Leo Spigt, mecenaat Partners Muziekgebouw aan ’t IJ Alferink Artists Management Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458 1017 CA Amsterdam t 020 664 3151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl

20


VERWACHT

wo 9 mrt 2016 serie grote zangers grote zaal / 20.15 uur

Lenneke Ruiten + Thom Janssen Nederlandse topsopraan

Lenneke Ruiten won in 2002 al overtuigend het Internationaal Vocalisten Concours. Sinds haar veelgeprezen cd met Mozartaria’s in 2010 verscheen, is ze in een rechte lijn doorgestoten naar de wereldtop. Ruiten stond al naast stertenor Rolando Villazón. En volgens tijdschrift Operanews voegde ze ‘glans, een genereuze volle toon en verfijnde fraseringen’ toe aan de Don Giovanni in Salzburg. Een niet te missen grootheid. PROGRAMMA: Franz Schubert Viola / Robert Schumann Mignon liederen / Liederen van Gabriel Fauré en van Henri Duparc

21

foto: Marco Borggreve

Afgelopen zomer maakte de Nederlandse Lenneke Ruiten een zeer succesvol debuut als Donna Anna in de opera Don Giovianni tijdens de prestigieuze Salzburger Festspiele. Nu zingt de jonge sopraan een verfijnd programma met liederen van Schubert en Schumann gecombineerd met Franse pracht. Vooral de liederen van Henri Duparc zijn briljante miniaturen die voor Ruiten gemaakt lijken. Slechts zeventien zijn er overgeleverd, ze worden gerekend tot het beste in het genre.

Lenneke Ruiten


VERWACHT

November

zo 15 nov / 21.00 uur

do 19 november / 20.00 uur / Paradiso

Khachaturian Ensemble Lunchconcert ism CvA

The Rest Is Noise: Francesco Tristano + Bugge Wesseltoft Tête-à-tête

vr 13 november / 20.15 uur

di 17 november / 20.15 uur

Noord Nederlands Orkest + Ralph van Raat Tachtig jaar Arvo Pärt

Ralph van Raat + Ragazze Kwartet Het moderne pianokwintet

do 19 november / 20.15 uur

za 14 november / 20.15 uur

wo 18 november / 20.15 uur

Quator Danel + Alexander Melnikov Weinberg en Chopin

Alexandre Tharaud Goldbergvariaties

Unieke jubileumwandeling Muziekgebouw met app Curvices

do 12 november / 12.30 uur

zo 15 november / 15.00 uur

Nederlands Kamerkoor + Paul van Neven De laatste lamentatie zo 15-22 nov

Young Pianists Festival 2015

vr 20 november / 20.15 uur

Andreas Staier + Tobias Koch Meesters van de fortepiano za 21 november / 14.30 uur

Barry Douglas + Symfonieorkest CvA Meesterpianist met Amsterdamse toptalenten

zie voor volledig programma: www.ypf.nl/ypf/festival

za 21 november / 20.15 uur

do 12 november / 20.15 uur

A Tribute to Youri Egorov (YPF)

Nationaal Jeugdorkest Openingsconcert YPF

zo 22 november / 14.15 uur

Grote Finale YPF Piano Competition 2015 De drie beste pianisten van Nederland (t/m 25 jaar) 22

Muziekgebouw aan ’t IJ presenteert: Nederlands Blazers Ensemble Oost West Thuis Niet Best

Asko|Schönberg Natuurkrachten

Speciaal voor ons 10-jarig bestaan maakte componiste Rosalie Hirs de poëzie- en klankinstallatie Curvices Amsterdam. Een unieke muzikale rondwandeling waarvoor u de gratis Curvicesapp kunt downloaden via de App Store, Google Play of iTunes. De app schakelt in zodra u rondom het gebouw een van de wandelzones betreedt. Een cadeautje van de componist waarvan u het hele jubileumseizoen kunt profiteren! Meer info: muziekgebouw.nl/ festival/10jaar Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp

MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023

Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons

PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:

Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.

Mediapartner:

Pauzedrankje (indien inbe­grepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.

Druk binnenwerk:

EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds

Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.


XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.