2016 03 09 Lenneke Ruiten + Thom Janssen

Page 1

wo 9 mrt 2016 serie grote zangers grote zaal / 20.15 uur

Lenneke Ruiten +Â Thom Janssen Nederlandse topsopraan


PROGRAMMA

wo 9 mrt 2016 serie grote zangers Grote Zaal / 20.15-21.50 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de Pauze

Lenneke Ruiten + Thom Janssen

voorprogramma

Lenneke Ruiten sopraan Thom Janssen piano

Grote zaal / 19.30-19.45 uur

Nederlandse topsopraan

Rubèn Plantinga bariton Jeroen Sarphati piano Hugo Wolf (1860-1903) Verborgenheit Robert Schumann (1810-1856) Schöne Wiege meiner Leiden Franz Schubert (1797-1828) Der Atlas Nacht und Träume Gabriel Fauré (1845-1924) Lydia


Gabriel Fauré (1845-1924) Notre amour (1878) Les roses d’Ispahan (1884) Clair de Lune (1887) Ernest Chausson (1855-1899) Quatre mélodies op. 13 (1885-1887) Apaisement Sérénade L’Aveu La Cigale Francis Poulenc (1899-1963) Trois poèmes de Louise de Vilmorin (1937) Le garçon de Liège Au-delà! Aux officiers de la garde blanche Métamorphoses (1943) Reine des Mouettes C’est ainsi que tu es Paganini PAUZE Richard Strauss (1864-1949) Ich wollt’ ein Sträusslein binden op. 68 nr. 2 (1918-1919) Die Nacht op. 10 nr. 3 (1882) Freundliche Vision op. 48 nr. 1 (1900) Traum durch die Dämmerung op. 29 nr. 1 (1895) Vier letzte Lieder (1948) Frühling September Beim Schlafengehn Im Abendrot


welkom De liefhebber herkent in het programma van vanavond de hand van Elly Ameling. Nederlands grootste liedzangeres aller tijden had veel affiniteit met het Duitse en Franse repertoire, precies de poëzie en muziek die Ruiten gekozen heeft voor Grote Zangers. Lenneke Ruiten zingt vanavond repertoire waarin Ameling excelleerde, zoals Fauré en Poulenc. Weinig Grote Zangers wagen zich aan het Franse repertoire. De Franse dictie en stijl is zeer specifiek en lastig te leren. Maar Elly Ameling is de mentor van Lenneke Ruiten en vast en zeker is een grote lading aan informatie overgegaan van mentor naar leerling. Om de rol van mentor rol te kunnen vervullen, moet Ameling Ruiten op het podium horen en zien. Dat is veel vaker buiten Nederland dan er binnen, dus reist Ameling – toch al op respectabele leeftijd – de wereld over, Ruiten achterna. Zo stond ze in Milaan in Teatro alla Scala na een première van Mozarts Lucio Silla met Ruiten in de hoofdrol tot 2 uur in de ochtend te praten met cast, koorleden, musici en genodigden, in opperbest humeur vanwege het grote succes van Ruiten.

gaat meestal niet. Na debuten in kleine rollen moeten de jonge zangers naar het buitenland. Om ervaring op te doen op het podium, om uren te maken, om het vak van zanger in het lichaam te krijgen. In het buitenland zijn zo veel meer kansen. Alleen al Duitsland herbergt 93 operagezelschappen tegen Nederland drie. Sommige zangers hebben succes: Eva-Maria Westbroek brak door in Duitsland, Judith van Wanroij in Frankrijk. Vervolgens worden deze twee Nederlandse zangeressen weer warm omarmd door onze Nationale Opera en krijgen ze veel kansen om prachtige rollen te zingen. En precies dat gebeurt op dit moment met Lenneke Ruiten. Ze had succes in de Salzburger Festspiele, Theater an der Wien en de Scala. Dit werd beloond met een titelrol in Hänsel und Gretel bij De Nationale Opera, eerder dit seizoen. En volgend seizoen volgt de loodzware rol van Konstanze in Die Entführung aus dem Serail. En zo worden heel langzaam contouren zichtbaar van een Grote Zanger. Wij zijn zeer blij en verheugen ons op het debuut van Lenneke Ruiten in onze serie Grote Zangers.

Een Nederlander in Grote Zangers, dat is bijzonder. De muziekwereld is namelijk volkomen internationaal georiënteerd. Tegelijk is het leuk om Nederlandse zangers te volgen en te zien hoe ze zich handhaven op de grootste podia van de wereld. Een belangrijk kwaliteitsstempel daarin is de keuze van De Nationale Opera. De allerbesten onder jonge, Nederlandse zangers krijgen daar royaal kleine rollen aangeboden; ze kunnen er dus debuteren. Maar intern doorgroeien van kleine rollen naar hoofdrollen

Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan 't IJ

4


TOELICHTING Van de weinige Duitse woorden die de Fransen klakkeloos overnamen in hun taal, figureert ‘le Lied’ (naast ‘le Waldsterben’) wel als een van de meest markante voorbeelden. De liedkunst wortelt dan ook in de eerste plaats in de Duitse romantiek, niet in de Franse, en wel in de vroegste periode daarvan, in het brave ‘Biedermeier’. Concerten vonden aan het begin van de negentiende eeuw niet meer per se plaats in een vorstelijke entourage, maar gewoon thuis in de eigen familiekring. De aristocratie had niet meer het alleenrecht op kunst en cultuur – een van de gevolgen van de Franse Revolutie. Het beeld van Schubert die samen met zijn vader en broers in een kleine Weense woning zelfgeschreven strijkkwartetten instudeerde, is daarbij exemplarisch. De gewone stedeling schafte zich een piano aan waarop de ene dochter des huizes speelde en waarbij de andere zong. Zo werd de burgerij een interessante nieuwe afzetmarkt voor uitgevers.

omwerken voor een heel orkest. In Frankrijk zijn het vooral de liederen van Duparc en Chausson die opgevijzeld worden. In Duitsland begint die traditie bij de vroege liederen van Mahler en ze reikt tot na de Tweede Wereldoorlog wanneer Richard Strauss met zijn Vier letzte Lieder op de proppen komt. De Parijse salon In de negentiende eeuw bloeide in Parijs het instituut van de ‘salon’ als nooit te voren. Het waren huiselijke bijeenkomsten waar kopstukken uit de maatschappij elkaar in ongedwongen sfeer troffen. De Franse componist Ernest Chausson raakte na de dood van zijn vader zo welgesteld dat hij zich naast vele kunstaankopen ook een eigen salon kon permitteren, die door bekende beeldend kunstenaars als Degas, Manet, Renoir en Rodin werd gefrequenteerd. Naast literaten als Maeterlinck, Mallarmé en Gide waren natuurlijk ook musici graag van de partij: behalve zijn leraar César Franck, ontving Chausson er leeftijdgenoten als Gabriel Fauré en Henri Duparc en ook Ravel en Dukas, vertegenwoordigers van de jongere garde, kwamer er over de vloer.

De rol van de piano nam daarbij ook duidelijk toe: die fungeerde niet langer alleen maar als ‘aangever’ voor de zanger, maar begon zichzelf sturend in het verhaal te begeven. Met een ‘lied’ wordt in het Frans dan ook duidelijk iets anders bedoeld dan met een ‘chanson’: het refereert aan diepgang en zeggingskracht, aan een uitgewerkte pianopartij die een eigen kant van het verhaal belicht, die de tekst aanvult en soms zelfs tegenspreekt. In de loop van de negentiende eeuw vindt het lied overigens ook zijn weg terug vanuit de huiskamer naar een rijkere ambiance, naar de allure van de stadsconcertzaal. Niet zelden gaan componisten de pianopartij namelijk

Rond 1879 was Gabriel Fauré verstrikt geraakt in ambities om een opera te schrijven, wat niet 5


toelichting

erg wilde lukken. Zijn kracht lag vooral op het gebied van de kamermuziek en de liedkunst. Uit deze tijd dateert Notre amour op tekst van de dichter Armand Silvestre, met wie hij intensief aan een opera-libretto had gewerkt. ‘Onze liefde is zorgeloos en eeuwig’ klinkt het in deze charmante, maar vluchtige tekst. De hang naar exotiek die Parijs toentertijd in zijn ban hield, klinkt door in de tekst van het prachtige Les roses d’Ispahan een tekst van Leconte de Lisle. De geur van jasmijn, sinaasappelen en rozen evoceren de charme van Leïlah, een schone in de Perzische stad Isfahan (bekend van ons gedicht ‘de tuinman en de dood’ van Pieter Nicolaas van Eyck uit 1858). Clair de lune tenslotte, gebruikt een tekst uit Paul Verlaines bundel Fêtes galantes, waarop ook Debussy zijn bekende pianostuk baseerde. Hierin roept de dichter de luchtige wereld op van het Franse rococo, van de weelderige schilderijen van Watteau en de componist volgt hem hier in na.

oprichter van de ‘Société Nationale de Musique’ die de gedeukte Franse identiteit moest helpen herstellen. Dat lukte, want de Franse traditie van de salon leefde tot ver in de twintigste eeuw voort.

Dankzij de Société Nationale de Musique leefde de Franse salontraditie door tot ver in de twintigste eeuw Tijdens het interbellum begunstigde de steenrijke Singer-erfgename Winnaretta Singer, Princesse de Polignac, veel componisten met opdrachten. De dichteres Louise de Vilmorin droeg aan haar een groot aantal gedichten op. Hoewel ze door tijdgenoten als een tweederangs parvenu werd gezien, viel haar werk bij Francis Poulenc juist erg in de smaak: ‘omdat ze mooi is, omdat ze een gebrek heeft (ze liep mank), omdat ze aangeboren en vlekkeloos Frans schrijft, omdat haar naam aan fruit en groente doet denken (ze stamde uit een bekende famile van botanici en veredelaars), omdat ze met haar broers omgaat als een minnares en met haar minnaars als broers’. Bovendien ontwaarde hij in haar teksten ‘een soort gevoelige brutaliteit, een soort libertinage en gulzigheid’. Toen Vilmorin tijdens de oorlog Hongarije niet kon verlaten en Poulenc twijfelde of hij haar ooit terug zou zien, schreef hij de Métamorphoses om de herinnering aan haar te behouden.

Een gebruikelijk Frans equivalent voor ‘le lied’ werd in de negentiende eeuw het begrip ‘mélodie’. Ook de Quatre mélodies uit de jaren 1885-1987 van Ernest Chausson beginnen met een gedicht van Verlaine. Het gaat weer over de maan en de vredigheid van de nacht. Hoewel Chausson als fervent Wagneraanhanger te boek stond, heeft hij toch zijn beste beentje voorgezet om de eigenheid van de Franse muziek te bewaren. Hij was na de verwoestende nederlaag die de Duitsers in 1870 aan Frankrijk hadden toegebracht bij Sedan samen met onder andere Fauré 6


toelichting

Liederen van Richard Strauss Zijn hele leven lang had Strauss zich met de liedkunst bezig gehouden: het lied Die Nacht schreef hij al rond zijn twintigste en de liederen op tekst van de vaak satirische auteur Otto Julius Bierbaum onstonden in het modernistische klimaat rond de eeuwwisseling. Met het lied Ich wollt’ ein Sträusslein binden op tekst van Brentano keerde Strauss terug in de schoot van de Duitse romantische beweging die hem tot op het laatst zou blijven boeien, getuige de keuze voor de tekst van een vroegromantische auteur als Eichendorff.

een orkestrale begeleiding. Ook met zo’n groot apparaat bleek een zekere intimiteit behouden te kunnen blijven. In korte opeenvolging ontstonden in de nazomer van 1948 in Italie en Zwitserland drie verdere liederen, alle op tekst van Herman Hesse, een wat jongere tijdgenoot die net als Strauss nogal romantisch ‘angehaucht’ was. De volgorde van de liederen en de omineuze titel werden pas later door de muziekindustrie verzonnen – ze zijn ook niet echt de allerlaatste – al was de componist er zich natuurlijk bij uitstek van bewust dat elk lied zijn laatste zou kunnen zijn. In Londen antwoordde hij in die tijd dan ook op een vraag van een journalist wat hem als volgend project voor ogen stond dan ook resoluut: ‘Na, sterben gehen!’

Vanuit zijn villa in Garmisch-Partenkirchen in Zuid-Beieren wachtte de inmiddels op hoge leeftijd geraakte componist Richard Strauss de veranderingen af die het einde van de Tweede Wereldoorlog met zich mee zouden brengen. In de nazi-tijd had Strauss zich verscheidene malen manifest gecompromitteerd, maar – het moet gezegd – ook had hij het opgenomen voor zijn joodse librettist Stefan Zweig. Toen de geailleerden het pleit beslechtten, vond Strauss in het nabije Zwitserland een veilige haven. Aan het meer van Genève sleet hij ongestoord door de chaos in het ontredderde Duitsland de laatste vier jaar die hem restten. Hier begon hij tegen het einde van het jaar 1947 aan het toonzetten van het gedicht Im Abendrot van Joseph Eichendorff. Met dit Duitstalige romantische orkestlied volgde Strauss de sporen van Gustav Mahler die dit genre had grootgemaakt: liederen in de traditie van Schubert, Schumann en Brahms maar nu met de kleurigheid en ‘wucht’ van

Tekst toelichting: Kees Arntzen

7


liedteksten Gabriel Fauré

Notre amour est chose éternelle Comme tout ce qu’un dieu vainqueur A touché du feu de son aile, Comme tout ce qui vient du coeur, - Notre amour est chose éternelle!

Notre amour Tekst: Armand Silvestre (1837-1901)

Onze liefde is licht, lieflijk, heilig, oneindig en eeuwig. Les roses d’Ispahan Notre amour est chose légère Comme les parfums que le vent Prend aux cimes de la fougère Pour qu’on les respire en rêvant. - Notre amour est chose légère!

Tekst: Charles-Marie-René Leconte de Lisle (1818-1894)

De rozen van Ispahan geurden net zo licht als de liefde van Leïlah, maar nu is zij verdwenen. Les roses d’Ispahan dans leur gaîne de mousse, Les jasmins de Mossoul, les fleurs de l’oranger, Ont un parfum moins frais, ont une odeur moins douce, Ô blanche Léïlah! que ton souffle léger.

Notre amour est chose charmante, Comme les chansons du matin Où nul regret ne se lamente, Où vibre un espoir incertain. - Notre amour est chose charmante! Notre amour est chose sacrée Comme les mystères des bois Où tressaille une âme ignorée, Où les silences ont des voix. - Notre amour est chose sacrée!

Ta lèvre est de corail et ton rire léger Sonne mieux que l›eau vive et d›une voix plus douce. Mieux que le vent joyeux qui berce l›oranger, Mieux que l›oiseau qui chante au bord d'un nid de mousse.

Notre amour est chose infinie, Comme les chemins des couchants Où la mer, aux cieux réunie, S’endort sous les soleils penchants.

Mais le subtile odeur des roses dans leur mousse, La brise qui se joue autour de l›oranger Et l'eau vive qui flue avec sa plainte douce Ont un charme plus sûr que ton amour léger!

8


liedteksten

Ô Leïlah! depuis que de leur vol léger Tous les baisers ont fui de ta lèvre si douce Il n'est plus de parfum dans le pâle oranger, Ni de céleste arome aux roses dans leur mousse.

Clair de Lune

L'oiseau, sur le duvet humide et sur la mousse, Ne chante plus parmi la rose et l'oranger; L'eau vive des jardins n›a plus de chanson douce, L'aube ne dore plus le ciel pur et léger.

Votre âme est un paysage choisi Que vont charmant masques et bergamasques, Jouant du luth et dansant, et quasi Tristes sous leurs déguisements fantasques!

Oh! que ton jeune amour, ce papillon léger, Revienne vers mon coeur d›une aile prompte et douce. Et qu'il parfume encor la fleur de l'oranger, Les roses d'Ispahan dans leur gaîne de mousse.

Tout en chantant sur le mode mineur L’amour vainqueur et la vie opportune. Ils n’ont pas l’air de croire à leur bonheur, Et leur chanson se mêle au clair de lune,

Tekst: Paul Verlaine (1844-1896)

In het maanlicht is alles droevig en mooi.

Au calme clair de lune triste et beau, Qui fait rêver, les oiseaux dans les arbres, Et sangloter d’extase les jets d’eau, Les grands jets d’eau sveltes parmi les marbres.

9


liedteksten

Ernest Chausson

Sérénade Tekst: Henri Cazalis (1840-1909)

Quatre mélodies op. 13 Jouw ogen zijn gelijk eilanden in een azuren zee. Apaisement (La lune blanche) Tekst: Paul Verlaine

Tes grands yeux doux semblent des îles Qui nagent dans un lac d’azur : Aux fraîcheurs de tes yeux tranquilles, Fais-moi tranquille et fais-moi pur.

Laat ons dromen in het licht van de witte maan. La lune blanche Luit dans les bois ; De chaque branche Part une voix Sous la ramée...

Ton corps a l’adorable enfance Des clairs paradis de jadis : Enveloppe-moi de silence, Du silence argenté des lys. Alangui par les yeux tranquilles Des étoiles caressant l’air, J’ai tant rêvé la paix des îles, Sous un soir frissonant et clair!

Ô bien aimée. L'étang reflète, Profond miroir, La silhouette Du saule noir Où le vent pleure... Rêvons, c'est l'heure. Un vaste et tendre Apaisement Semble descendre Du firmament Que l'astre irise... C'est l'heure exquise.

10


liedteksten

L’aveu

La cigale

Tekst: Auguste, Comte de Villiers de L’isle-Adam (18381889)

Tekst: Charles-Marie-René Leconte de Lisle (18181894)

Alles heb ik verloren. Houd me vast om de rust weer te vinden.

De goddelijke cicade zingt altijd. Ô Cigale, née avec les beaux jours, Sur les verts rameaux dès l›aube posée, Contente de boire un peu de rosée, Et telle qu'un roi, tu chantes toujours.

J’ai perdu la forêt, la plaine, Et les frais avrils d’autre-fois. Donne tes lèvres, leur haleine Ce sera le souffle des bois. J’ai perdu l’océan morose, Son deuil, ses vagues, ses échos; Dis-moi n’importe quelle chose, Ce sera la rumeur des flots.

Innocente à tous, paisible et sans ruses, Le gai laboureur, du chêne abrité, T'écoute de loin annoncer l'Été Apollôn t›honore autant que les Muses, Et Zeus ta donné l'Immortalité!

Lourd d’une tristesse royale Mon front songe aux soleils enfuis. Oh! cache-moi dans ton sein pâle! Ce sera le calme des nuits.

Salut, sage enfant de la Terre antique, Dont le chant invite à clore les yeux, Et qui, sous l›ardeur du soleil Attique, N'ayant chair ni sang, vis semblable aux Dieux.

11


liedteksten

Francis Poulenc

Au-delà

Trois poèmes de Louise de Vilmorin

Kom maar hier met de drank. Ik houd van het spel.

Tekst: Louise de Vilmorin (1902-1969)

Eau-de-vie! Au-delà ! A l’heure du plaisir, Choisir n’est pas trahir, Je choisis celui-là.

Le garçon de Liège ’s Nacht als ik me verveel droom ik van de jongen uit Luik.

Je choisis celui-là Qui sait me faire rire, D’un doigt de-ci, de-là, Comme on fait pour écrire.

Un garçon de conte de fée M’a fait un grand salut bourgeois, En plein vent, au bord d’une allée, Debout, sous l’arbre de la Loi.

Comme on fait pour écrire, Il va par-ci, par-là, Sans que j’ose lui dire: J’aime bien ce jeu-là.

Les oiseaux d’arrière saison Faisaient des leurs, malgré la pluie, Et, prise par ma déraison, J’osai lui dire: je m’ennuie.

J’aime bien ce jeu-là, Qu’un souffle fait finir, Jusqu’au dernier soupir Je choisis ce jeu-là.

Sans dire un doux mot de menteur, Le soir, dans ma chambre à tristesse, Il vint consoler ma pâleur; Son ombre me fit des promesses.

Eau-de-vie! Au-delà! A l’heure du plaisir, Choisir n’est pas trahir, Je choisis ce jeu-là.

Mais c’était un garçon de Liège Léger, léger comme le vent, Qui ne se prend à aucun piège Et court les plaines du beau temps. Et dans ma chemise de nuit, Depuis lors, quand je voudrais rire, Ah! beau jeune homme, je m’ennuie, Ah! dans ma chemise, à mourir.

12


liedteksten

Aux Officiers de la Garde Blanche

Métamorphoses Tekst: Louise de Vilmorin

Officiers van de Witte Garde, bewaak me voor de verleiding. Reine des mouettes Officiers de la Garde Blanche, Gardez-moi de certaines pensées, la nuit, Gardez-moi des corps à corps, et de l’appui D’une main sur ma hanche.

Koningin van de meeuwen, ik denk aan het roze onder de zachte stof. Reine des mouettes, mon orpheline, Je t’ai vue rose, je m’en souviens, Sous les brumes mousselines De ton deuil ancien.

Gardez-moi surtout de lui Qui par la manche m’entraîne Vers le hasard des mains pleines Et les ailleurs d’eau qui luit.

Rose d’aimer le baiser qui chagrine Tu te laissais accorder à mes mains Sous les brumes mousselines Voiles de nos liens.

Epargnez-moi les tourments en tourmente De l’aimer un jour plus qu’aujourd’hui, Et la froide moiteur des attentes Qui presseront aux vitres et aux portes Mon profil de dame déjà morte.

Rougis, rougis, mon baiser te devine Mouette prise aux nœuds des grands chemins.

Officiers de la Garde Blanche, Je ne veux pas pleurer pour lui Sur terre, je veux pleurer en pluie, Sur sa terre, sur son astre orné de buis, Lorsque plus tard je planerai transparente, Au-dessus des cent pas d’ennui.

Reine des mouettes, mon orpheline, Tu étais rose accordée à mes mains Rose sous les mousselines Et je m’en souviens.

Officiers de consciences pures, Vous qui faites les visages beaux, Confiez dans l’espace, au vol des oiseaux, Un message pour les chercheurs de mesures, Et forgez pour nous des chaînes sans anneaux.

13


liedteksten

C’est ainsi que tu es

Paganini

Zo ben je en ik heb je goed gekend.

Viool: zeepaard en sirene, trots in mijn tere handen, droomvrouw, verdover van een ziel in nood, ridder van de stilte.

Ta chair, d’âme mêlée, Chevelure emmêlée, Ton pied courant le temps, Ton ombre qui s’étend Et murmure à ma tempe, Voilà, c’est ton portrait, C’est ainsi que tu es, Et je veux te l’écrire Pour que la nuit venue, Tu puisses croire et dire, Que je t’ai bien connue.

Violon hippocampe et sirène Berceau des cœurs cœur et berceau Larmes de Marie Madeleine Soupir d’une Reine Echo Violon orgueil de mains légères Départ à cheval sur les eaux Amour chevauchant le mystère Voleur en prière Oiseau Violon femme morganatique Chat botté courant la forêt Puit des vérités lunatiques Confession publique Corset Violon alcool de l’âme en peine Préférence muscle de soir Épaules des saisons soudaines Feuille de chêne Miroir Violon chevalier du silence Jouet évadé du bonheur Poitrine des milles présences Bateau de plaisance Chasseur.

14


liedteksten

Richard Strauss

Die Nacht Tekst: Hermann von Gilm zu Rosenegg (1812-1864)

Ich wollt ein Sträußlein binden De nacht neemt alles, ik vrees ook jou.

Tekst: Clemens Maria Wenzeslaus von Brentano (1778-1842)

Aus dem Walde tritt die Nacht, Aus den Bäumen schleicht sie leise, Schaut sich um in weitem Kreise, Nun gib acht.

Ik wilde een kleine bloem hebben voor mijn boeket aan jou, maar kon hem niet plukken. Ich wollt ein Sträußlein binden, Da kam die dunkle Nacht, Kein Blümlein war zu finden, Sonst hätt ich dir‘s gebracht.

Alle Lichter dieser Welt, Alle Blumen, alle Farben Löscht sie aus und stiehlt die Garben Weg vom Feld.

Da flossen von den Wangen Mir Tränen in den Klee, Ein Blümlein aufgegangen Ich nun im Garten seh.

Alles nimmt sie, was nur hold, Nimmt das Silber weg des Stroms, Nimmt vom Kupferdach des Doms Weg das Gold.

Das wollte ich dir brechen Wohl in dem dunklen Klee, Doch fing es an zu sprechen: ‘Ach, tue mir nicht weh!

Ausgeplündert steht der Strauch, Rücke näher, Seel an Seele; O die Nacht, mir bangt, sie stehle Dich mir auch.

Sei freundlich im Herzen, Betracht dein eigen Leid, Und lasse mich in Schmerzen Nicht sterben vor der Zeit!’ Und hätt‘s nicht so gesprochen, Im Garten ganz allein, So hätt ich dir‘s gebrochen, Nun aber darf‘s nicht sein. Mein Schatz ist ausgeblieben, Ich bin so ganz allein. Im Lieben wohnt Betrüben, Und kann nicht anders sein. 15


liedteksten

Freundliche Vision

Vier letzte Lieder

Tekst: Otto Julius Bierbaum (1865-1910)

Ik zag een prachtig wit huis waar ik met mijn geliefde werd verwacht.

Frühling

Nicht im Schlafe hab‘ ich das geträumt, Hell am Tage sah ich‘s schön vor mir: Eine Wiese voller Margeritten; Tief ein weißes Haus in grünen Büschen; Götterbilder leuchten aus dem Laube. Und ich geh‘ mit Einer, die mich lieb hat, Ruhigen Gemütes in die Kühle Dieses weißen Hauses, in den Frieden, Der voll Schönheit wartet, daß wir kommen.

Ik geniet van de lang verwachte lente.

Tekst: Hermann Hesse (1877-1962)

In dämmrigen Grüften träumte ich lang von deinen Bäumen und blauen Lüften, von deinem Duft und Vogelsang. Nun liegst du erschlossen in Gleiß und Zier, von Licht übergossen wie ein Wunder vor mir.

Traum durch die Dämmerung Du kennst mich wieder, du lockst mich zart, es zittert durch all meine Glieder deine selige Gegenwart!

Tekst: Otto Julius Bierbaum

Ik loop langzaam met mijn lief in de grijze schemering. Weite Wiesen im Dämmergrau; die Sonne verglomm, die Sterne ziehn, nun geh‘ ich hin zu der schönsten Frau, weit über Wiesen im Dämmergrau, tief in den Busch von Jasmin.

September Tekst: Hermann Hesse

Vermoeid neemt de zomer afscheid. Der Garten trauert, kühl sinkt in die Blumen der Regen. Der Sommer schauert still seinem Ende entgegen.

Durch Dämmergrau in der Liebe Land; ich gehe nicht schnell, ich eile nicht; mich zieht ein weiches samtenes Band durch Dämmergrau in der Liebe Land, in ein blaues, mildes Licht.

Golden tropft Blatt um Blatt nieder vom hohen Akazienbaum. Sommer lächelt erstaunt und matt in den sterbenden Gartentraum. 16


liedteksten

Lange noch bei den Rosen bleibt er stehen, sehnt sich nach Ruh. Langsam tut er die großen müdgewordnen Augen zu.

Im Abendrot

Beim Schlafengehen

Als ik in slaap ben gevallen, leeft mijn ziel.

Wir sind durch Not und Freude Gegangen Hand in Hand, Vom Wandern ruhen wir Nun überm stillen Land.

Nun der Tag mich müd gemacht, soll mein sehnliches Verlangen freundlich die gestirnte Nacht wie ein müdes Kind empfangen.

Rings sich die Täler neigen, Es dunkelt schon die Luft, Zwei Lerchen nur noch steigen Nachträumend in den Duft.

Hände, laßt von allem Tun, Stirn, vergiß du alles Denken, alle meine Sinne nun wollen sich in Schlummer senken.

Tritt her, und laß sie schwirren Bald ist es Schlafenszeit, Daß wir uns nicht verirren In dieser Einsamkeit.

Und die Seele unbewacht will in freien Flügen schweben, um im Zauberkreis der Nacht tief und tausendfach zu leben.

O weiter, stiller Friede! So tief im Abendrot, Wie sind wir wandermüde, Ist dies etwa der Tod?

Tekst: Josef Karl Benedikt von Eichendorff

Samen dwalen wij door het avondrood. Is dit misschien de dood?

Tekst: Hermann Hesse

17


BIOGRAFIEËN COMPONISTEN Gabriel Fauré

Al op negenjarige leeftijd kwam Gabriel Fauré (18451924) terecht op de École de Musique Classique et Réligieuse in Parijs. Zijn leermeesters Louis Niedermeyer en Camille SaintSaëns zouden een levenslange invloed op hem hebben. Niet alleen zijn religieuze muziek maar ook zijn kamermuziek ademt een

sfeer van intimiteit en bescheidenheid. Opvallend zijn zijn impressionistisch aandoende harmonieën en zijn melodieën waarin modale toonladders zijn verwerkt. Vanaf 1874 was Fauré organist aan de Église de la Madeleine. In 1897 werd Fauré docent aan het Conservatorium van Parijs; Ravel en Enescu waren er zijn leerlingen. In 1920, inmiddels directeur van het Conservatorium, ging Fauré met pensioen. Zijn toenemende doofheid dwong hem een stap terug te doen. Ondanks zijn doofheid schreef Fauré in zijn laatste levensjaren enkele van zijn belangrijkste kamermuziekwerken, waaronder zijn enige strijkkwartet.

Ernest Chausson Ernest Chausson (18551988) was leerling van Jules Massenet en later van César Franck aan het Conservatoire national supérieur de musique 18

van Parijs. Hij geldt als een van de meest getalenteerde componisten van zijn tijd.

Chausson is een welgesteld man: afkomstig uit een rijke familie kan hij het zich permitteren om zich na zijn studie rechten volledig aan de muziek te wijden. Daarnaast houdt hij ook tijd over voor het aanleggen van omvangrijke kunstverzameling en zijn gezin. In Parijs heeft hij zijn eigen muzieksalon waar de intellectuele en culturele elite van Parijs samenkomt. In 1871 is Chausson medeoprichter van de Societé


biografieën

Nationale de Musique, die als doelstelling de bevordering van de toenmalige Franse muziek heeft. Hij dirigeert er regelmatig concerten. Chausson overlijdt in 1899, nadat hij met zijn fiets van een heuvel afrijdt en tegen een muur botst. Hij ligt begraven op de Parijse begraafplaats Père Lachaise.

Francis Poulenc

Poulenc nam pianolessen bij Ricardo Viñes die hem in contact bracht met Erik Satie, Claude Debussy en Maurice Ravel. In 1920 trad hij toe tot de Groupe des Six. Een jaar later begon hij een studie compositie bij Charles Koechlin. Veel van zijn werk getuigde van een tegendraadse humor. Anderzijds schreef hij muziek die religieus geïnspireerd was. Een van zijn bekendste werken is L’histoire de Babar, le petit éléphant. Een ander werk dat nog met enige regelmaat wordt uitgevoerd, is Les mamelles de Tirésias, een opera op een tekst van Apollinaire.

Richard Strauss

Francis Poulenc (18991963) was als componist grotendeels autodidact. Al op jonge leeftijd ontmoette hij avant-garde dichters als Jean Cocteau, Guillaume Apollinaire, Paul Eluard en Max Jacob, van wie hij teksten op muziek zou zetten.

Richard Strauss (1864-1949) componeerde al in 1876 zijn Festmarsch op. 1, die samen met twee andere werken in 1881 gepubliceerd werd. Vanaf 1882 studeerde hij aan de universiteit Filosofie en Kunstgeschiedenis. Strauss werd dirigent in Meiningen, München, Weimar, Berlijn en Wenen. Zijn vroegste werken waren zogenaamde symfonische gedichten, die 19

omschreven kunnen worden als programmamuziek waarin een verhaal te horen is.

Vanaf 1893 begon Strauss ook opera’s te schrijven. Zijn doorbraak op operagebied kwam in 1905 met zijn opera Salome. In 1898 werd hij tot eerste Koninklijke hofkapelmeester in Berlijn en in 1908 tot algemeen muziekdirecteur van de Berlijnse hofopera benoemd. In 1917 behoorde hij met Max Reinhardt en Hugo von Hoffmannsthal tot de medeoprichters van de Salzburger Festspiele. Samen met Franz Schalk leidde hij van 1919-1924 de Weense Staatsopera. Na die tijd trad hij alleen nog maar op als gastdirigent en hield zich in zijn villa in GarmischPartenkirchen uitsluitend bezig met componeren.


biografieën

Uitvoerenden Lenneke Ruiten Sopraan

De Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten (1977) heeft al veel verschillende operarollen op haar naam staan. Onlangs nog zong zij in het Amsterdamse muziektheater in de opera Hänsel und Gretel. In de televisieserie Bloed, zweet en aria’s kon de kijker nader kennis maken met haar en het leven van een operazangeres achter de schermen.

onderscheiding af aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag, bij Meinard Kraak. Hierna volgde zij de operaopleiding aan de Musikhochschule te München. Zij volgde masterclasses bij Elly Ameling, Hans Hotter, Robert Holl, Walter Berry en Rudolf Jansen. In 2002 won zij vijf prijzen op het Internationaal Vocalisten Concours in ‘s-Hertogenbosch, waaronder de eerste prijs.

Naast die vaak veeleisende operarollen en concerten en oratoria met beroemde dirigenten als Gardener en Minkowski, blijft ze graag de liedkunst trouw. Met haar vaste begeleider Thom Janssen verzorgde ze recitals in Het Concertgebouw, de Londense Wigmore Hall en de Frankfurter Kaisersaal. Ze begon als fluitiste haar conservatoriumopleiding. Na haar eindexamen stopte zij met haar fluitstudie om zich uitsluitend op het zingen toe te leggen. Zij rondde haar zangstudie met 20


21

foto: Marco Borggreve

biografieĂŤn


biografieën

Thom Janssen Piano

Aan het Utrechts Conservatorium sloot Thom Janssen (1953) zijn pianostudie ‘cum laude’ af. Naast zijn pianostudie sloot hij een studie muziektheorie af. Thans is hij docent aan het Conservatorium van Den Haag, maar ook een veelgevraagd liedbegeleider. Janssen specialiseerde zich in liedbegeleiding bij Rudolf Jansen, Martin Isepp en Helmut Deutsch. Daarnaast studeerde hij aan het FranzSchubert-Institut in Baden bei Wien, nam deel aan de internationale Schubert masterclass van Robert Holl en werd uitgenodigd voor een studie aan de Academie Musicale de Villecroze in ZuidFrankrijk. Verder begeleidde hij masterclasses van Elly Ameling, Hans Hotter, Walter Berry en Wolfgang Holzmair. Hij maakte deel uit van het Bashoensemble en was een aantal jaren muzikaal leider van opera SKON. Op vele verschillende festivals is Thom Janssen een graag geziene gast, zowel in de rol van begeleider als in de rol van solist. 22


biografieën

Rubèn Plantinga Bariton

Rubèn Plantinga (1990) begon zijn zangcarrière op 12-jarige in The Sound of Music van Joop van den Ende in de rol van Friedrich von Trapp. Na klassiek zangles te hebben gekregen van onder anderen Ineke Vlogtman en Felix Schoonenboom kwam hij in aanraking met de opera. Ruben debuteerde op 14-jarige leeftijd in de opera Canticle II van Benjamin Britten als jongenssopraan. Na zijn stembreuk zong Rubèn onder andere als bassolist bij Pieter Jan Leusinks Bach Orchestra of the Netherlands tijdens de uitvoering van de Matthäus Passion. Ook werkte hij onder andere samen met

het Nederlands Kamerkoor. Tegenwoordig maakt Rubèn deel uit van het huisensemble van Opera Zuid. Naast klassiek repertoire zingt Rubèn ook regelmatig musicalrepertoire. Zo zong hij stukken uit My fair Lady, The Sound of Music en andere musicals in samenwerking met het Noord Nederlands Orkest. Rubèn wordt gecoacht door sopraan Miranda van Kralingen, die hem tevens zangles geeft.

Jeroen Sarphati Piano

Jeroen Sarphati studeerde piano bij Jan Wijn en liedbegeleiding bij Rudolf Jansen aan het Amsterdams Conservatorium. 23

Hij volgde masterclasses van zangers als Barbara Bonney en Robert Holl en van liedbegeleiders als Hartmut Höll en Irwin Gage. Hij was winnaar van de Vriendenkrans van het Concertgebouw in 1997 met Valerie Guillorit en in 2001 met Mattijs van de Woerd. Jeroen Sarphati gaf recitals in belangrijke zalen als de Beurs van Berlage, de Brusselse Muntschouwburg en de Hermitage te St. Petersburg. In Het Concertgebouw was hij te horen met Elly Ameling, Maarten Koningsberger en Xenia Meier.


Grote Zangers

Colofon Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en de Stichting Grote Zangers.

Stichting Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Marian Lases, voorprogramma Leo Spigt, mecenaat Partners Muziekgebouw aan ’t IJ Alferink Artists Management Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458 1017 CA Amsterdam t 020 664 3151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl

24


VERWACHT

wo 20 apr 2016 serie grote zangers grote zaal / 20.15 uur

Stéphane Degout + Alain Planès Ravel en Debussy

‘Zijn uitvoering van Pelléas is eenvoudigweg adembenemend als het gaat om dramatische intensiteit’ aldus Opera Forum over zijn bejubelde titelrol in Debussy’s Pelléas et Mélisande. Met Degout is er eindelijk weer een Franse bariton die zich hard maakt voor het Franse lied, net als zijn legendarische voorganger Gerard Souzay in de tweede helft van de twintigste eeuw. PROGRAMMA: Liederen van Claude Debussy, Francis Poulenc, Eric Satie en Maurice Ravel

25

foto: Julien Benhamou

Met de intieme Franse liederen van Claude Debussy en Maurice Ravel maakt Stéphane Degout zijn status als grootmeester van de serieuze Franse liedkunst waar. De bijna veertigjarige Franse bariton is qua stem in de bloei van zijn leven. Hij geeft de Franse liederen, die toch vaak in de schaduw moeten staan van het Duitse lied, de glans en het raffinement die ze zo bijzonder maken.

Lenneke Ruiten


VERWACHT

Maart

vr 18 mrt / 20.15 uur

ma 28 mrt / 20.15 uur

do 10 mrt / 20.15 uur

Cédric Tiberghien & friends Fameuze Hongaren

Dudok Kwartet The Pocket Passions

Musikfabrik Ontmoeting met Enno Poppe

zo 20 mrt / 11.00 uur / Kleine Zaal

wo 30 mrt / 20.15 uur

vr 11 mrt / 20.15 uur

Ere Lievonen Het woord aan het woord

ELECTRA Rache

Amsterdam Sinfonietta Beamish and the classics

zo 20 + ma 21 mrt / 19.30 uur / Nieuwe Kerk

De IJ-salon Echte passie

Matthäus, De Leeuw en De Nieuwe Kerk Matthäus Passion

za 12 mrt / 20.15 uur

zo 20 + ma 21 + vr 25 mrt /

Il Suonar Parlante + Cuncordu de Orosei Stabat Mater

20.00 uur

za 12 mrt / 15.00 uur

Blank Out De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw

zo 13 mrt / 15.00 uur

Open je Oren: Remy van Kesteren Wat is het geheim van de harp? (8+)

di 22 mrt / 20.15 uur

zo 13 mrt / 20.15 uur

wo 23 mrt / 20.15 uur

Bram van Sambeek + Kinan Azmeh + Fuse Arabia

Till Fellner Quasi una fantasia

Orkest van de 18e Eeuw + Cappella Amsterdam Het genie Bach

za 26 mrt / 20.15 uur do 17 mrt / 20.15 uur

Asko|Schonberg De nieuwe Roukens

Nosferatu Insomnio

26

Unieke jubileumwandeling Muziekgebouw met app Curvices Speciaal voor ons 10-jarig bestaan maakte componiste Rosalie Hirs de poëzie- en klankinstallatie Curvices Amsterdam. Een unieke muzikale rondwandeling waarvoor u de gratis Curvicesapp kunt downloaden via de App Store, Google Play of iTunes. De app schakelt in zodra u rondom het gebouw een van de wandelzones betreedt. Een cadeautje van de componist waarvan u het hele jubileumseizoen kunt profiteren! Meer info: muziekgebouw.nl/ festival/10jaar Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp

MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023

Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons

PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:

Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.

Mediapartner:

Pauzedrankje (indien inbe­grepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.

Druk binnenwerk:

EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds

Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.


XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.