wo 20 apr 2016 serie grote zangers grote zaal / 20.15 uur
Stéphane Degout + Alain Planès Ravel en Debussy
PROGRAMMA
wo 20 apr 2016 serie grote zangers Grote Zaal / 20.15-21.45 uur DUUR: ca. 40 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de Pauze
Stéphane Degout + Alain Planès
voorprogramma
Stéphane Degout bariton Alain Planès piano
Grote zaal / 19.30-19.45 uur
Ravel en Debussy
Zofia Cieszynska sopraan Mathias Coppens piano Francis Poulenc (1899-1963) Fiançailles pour rire (1939) La dame d’André Dans l’herbe Il vole Mon cadavre est doux comme un gant Violon Fleurs Les chemins de l’amour (1940)
Dit concert wordt mede mogelijk gemaakt door
Claude Debussy (1862-1918) Trois poèmes de Paul Verlaine (1891) La mer est plus belle que les cathédrales Le son du cor s’afflige vers les bois L’échelonnement des haies
Francis Poulenc (1899-1963) Le bestiaire, ou Cortège d’Orphée (1919) Le Dromadaire La Chèvre du Tibet La Sauterelle Le Dauphin L’Ecrevisse La Carpe
Fêtes galantes II (1904) Les Ingénus Le Faune Colloque sentimental
Eric Satie (1866-1925) Trois mélodies (1916) La Statue de bronze Daphénéo Le Chapelier
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé (1913) Soupir Placet futile Eventail
Maurice Ravel (1875-1937) Histoires naturelles (1906) Le Paon Le Grillon Le Cygne Le Martin-pêcheur La Pintade
Le promenoir des deux amants (1904-1910) La Grotte Crois mon conseil, chère Climène Je tremble en voyant ton image Trois ballades de François Villon (1910) Ballade de Villon à s’amye Ballde que Villon feit à la requeste de sa mère pour prier Nostre-Dame Ballade des femmes de Paris PAUZE
3
welkom Franse poëzie, Franse componisten en twee Franse artiesten. Grote Zangers presenteert vanavond alweer het laatste concert in dit seizoen met exclusief Franse ingrediënten. Tegelijk blikken we graag met u vooruit op volgend seizoen. Liedkunst kende een renaissance in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dietrich FischerDieskau was een belangrijke voorvechter van Duitstalige liederen. Zijn Franse tegenvoeter heette Pierre Bernac. Deze bariton was innig bevriend met Francis Poulenc. De componist zou Bernac tientallen jaren begeleiden aan de vleugel en samen hebben zij de ‘mélodie’ teruggebracht naar de internationale concertpodia. Bernac was leraar van vele beroemde zangers waaronder bariton Gérard Souzay. Stéphane Degout, ook een bariton, treedt heel nadrukkelijk in de voetsporen van Souzay. Zo haken we vanavond prachtig aan bij een Franse lijn van Bernac en Souzay naar Stéphane Degout. We verwachten dat hij de komende decennia op eigen wijze een stempel zal drukken op de verdere, internationale verbreiding van de Franse liedkunst.
jaar onvermoeibaar over de wereld om met name de Engelse liedkunst onder de aandacht te krijgen. Julia Lezhneva zal vocaal vuurwerk leveren. Zij debuteerde al op haar tweeëntwintigste op de grootste podia ter wereld en veroverde een exclusief contract bij Decca. Een typisch voorbeeld van onze avontuurlijke programmering is tenslotte het concert van Florian Boesch. Hij zal de zeer ambitieuze, avondvullende cyclus Reisebuch aus den Österreichischen Alpen van Ernst Krenek uitvoeren, het twintigste-eeuwse antwoord op het 'Reisebuch' dat Schubert componeerde met Winterreise. Wij hopen zeer u ook volgend seizoen te begroeten bij een concert of huisconcert van Grote Zangers. Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers
Ook volgend seizoen hebben we een mix samengesteld van zeer herkenbaar repertoire tot een wereldpremière van zeven liederen van Wolfgang Rihm. Ian Bostridge zal voor de tweede keer optreden in Grote Zangers, met een reis genaamd Love under the shadow of Death. De Engelse tenor reist al twintig
De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan 't IJ
4
TOELICHTING De Franse liedkunst bloeide in de negentiende eeuw aanvankelijk vooral in de Salons van de elite. Daar werden verliefde blikken gewisseld tijdens het zingen van eenvoudige maar geraffineerde coupletliederen, zogenoemde romances, geschreven op charmante maar niet erg diep gravende teksten. Tot ver in de eeuw bleef het Franse liedgenre vederlichte kost terwijl de nadruk lag op de opera: ‘big business’ voor ambitieuze componisten. muzikale verdieping in hun eigen liedcomposities, gecomponeerd op poëzie van een hoog literair gehalte. Vanaf dat moment was het Franse lied de salon ontgroeid en verhuisde naar de concertzaal.
Des te opmerkelijker was het dat er toch geleidelijk aan een verandering ontstond. Men kreeg meer behoefte aan verdieping in de muzikale genres buiten de opera: de orkestwerken, de kamermuziek en ook de liedkunst. Hoewel de Fransen altijd chauvinistisch waren ingesteld, keken ze toch met een schuin oog naar Duitsland. De eigenzinnige Berlioz was wat dat betreft in 1841 iedereen al voorgegaan met zijn liedcyclus Nuits d’été. Hij noemde deze liederen ‘mélodies’ en dit werd in het vervolg de benaming van het Franse lied van een hoog soortelijk gewicht. Ook vanuit een andere hoek werd een belangrijke impuls gegeven: Franz Liszt was onder de indruk geraakt van de liederen van Schubert, en hij introduceerde de in Frankrijk vrijwel onbekende Schubert via zijn eigen bewerkingen voor piano solo. Zo raakte men in Frankrijk ook geïnteresseerd in de liederen in hun oorspronkelijke vorm. De duistere diepzinnigheid van muziek en tekst vonden de Fransen ‘typisch Duits’, terwijl zij hun eigen cultuur vooral zagen als ‘licht’ en ‘helder’. In een mengsel van bewondering en ergernis over de ernst van de Duitse liedkunst werden Franse componisten geprikkeld tot
De Duitse liedkunst prikkelde de Franse componisten en zorgde voor meer muzikale verdieping Rond diezelfde tijd werd het politieke machtsevenwicht getest tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. De heftige botsing eindigde in een Franse nederlaag en een Duitse triomftocht over de Champs Elysées. Ondanks de opgelaaide vijandschap kwam er toch een culturele toenadering. In 1871 werd bijvoorbeeld de Société Nationale de Musique opgericht, een vereniging waarin de Duitse muziekcultuur stiekem de meetlat was waaraan de eigen Franse cultuur werd afgemeten. Maar officieel stond de nieuwe vereniging juist voor de ‘Ars Gallica’: de Franse kunst, ontdaan van Duitse ‘smetten’. Met ‘Duitse 5
toelichting
smetten’ werd dan weer vooral Wagner bedoeld, die ondanks de Franse smetvrees waanzinnig geliefd was in Parijs. Wie vanavond luistert naar dit Franse liedprogramma, mag zelf beslissen hoe het verder is gegaan met de Franse helderheid en de Duitse verdieping in de smeltkroes waaruit het Franse kunstlied ontstond.
is dat kan worden gegoten in een traditionele, vaststaande vorm. Nee, muziek is gemaakt van kleuren en ritmes. De rest is flauwekul, uitgevonden door frigide imbecielen.’ In La mer est plus belle que les cathedrals bijvoorbeeld, op tekst van Verlaine, laat Debussy een krachtige beweging en een onvoorstelbare kleurenpracht horen. De pianopartij klinkt als een heel orkest en de muziek verschiet steeds van kleur met de veranderende harmonieën.
Claude Debussy Debussy’s vroegste liederen (niet opgenomen in dit programma) ademen de luchtige sfeer van de Franse romantiek en zijn verwant aan Gounod en Massenet. Maar vanaf het moment waarop hij de muziek van Wagner leerde kennen en zich begon te verdiepen in de symbolistische gedichten van Verlaine en Mallarmé, ontstond langzamerhand een rijker idioom.
Totaal anders van sfeer is Colloque sentimental: een uitgebluste liefde wordt uitgebeeld in de strenge verstilling van het gedicht en de statische harmonieën. De somber declamerende zangstem lijkt te zijn weggelopen uit Debussy’s opera Pelléas et Mélisande. Zo is ieder lied, zelfs binnen één serie, totaal anders van sfeer. Van een beklemmende soberheid zijn de Trois poèmes de Stéphane Mallarmé, de laatste serie liederen die Debussy componeerde. In zo’n dertig jaar tijd had Debussy zich ontwikkeld van een exuberante, sensuele jonge componist tot een strenge oudere meester met de kale eenvoud van zijn late stijl. Debussy stierf aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, tijdens het laatste Duitse bombardement op Parijs.
Wagner was dé grote ontdekking tijdens zijn conservatoriumtijd, en in de jaren tachtig reisde hij samen met een paar collega’s naar Bayreuth waar vooral Parsifal diepe indruk op hem maakte. Toch was ook Debussy vatbaar voor de Franse ‘smetvrees’ en probeerde hij Wagner onderuit te halen met dodelijke opmerkingen, zoals: ‘Wagner was een mooie zonsondergang die we aanvankelijk hadden aangezien voor een zonsopgang.’
Francis Poulenc Le bestiaire
De dichter Verlaine was voor Debussy een zielsverwant. In zijn Verlaine-liederen volgde hij naadloos de ritmiek en de taalmelodie van zijn woorden waarbij hij zich liet inspireren door de onheilspellende en droomachtige beelden. Niet alleen de coupletvorm liet hij achter zich, maar eigenlijk iedere opgelegde vorm: ‘Ik ben er steeds meer van overtuigd dat muziek niet een ding
Wie had kunnen denken dat onmiddellijk na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog in Parijs een sfeer van lichtvoetige speelsheid en poëtisch surrealisme zou opbloeien onder de kunstenaars! Weg was de Duitse invloed en nog nooit was het culturele leven in Parijs zó Frans geweest. 6
toelichting
Het was de periode van de Groupe des Six, van de beeldhouwer Calder die zijn vrienden vermaakte met zijn miniatuurcircus, de tijd van de Ballets Russes, de vitale classicistische schilderijen van Picasso en het classicisme van Stravinsky’s ballet Pulcinella. In die entourage ontstond de eerste liedcyclus van Poulenc: Le bestiaire uit 1919. De gedichtenbundel Le bestiaire van Apollinaire werd hem nota bene opgestuurd toen hij nog in militaire dienst was. De cyclus bestaat uit zes korte liederen, elk miniatuurtje gewijd aan een van de dieren die in optocht naar de mythische figuur Orpheus kwamen luisteren. Een onwaarschijnlijke verzameling, beginnend met de wiegende dromedaris en eindigend met de melancholieke karper. Met de cyclus maakte Poulenc een sierlijke buiging in de richting van Ravel en zijn dierenliederen Histoires naturelles uit 1906.
standbeeld, en de ‘Mad Hatter’, de hoedenmaker uit Alice in Wonderland wordt opgevoerd.
Maurice Ravel
Histoires naturelles ‘Ik zou willen dat mijn dierengedichten de dieren zelf zouden bevallen’ schreef Jules Renard, dichter van Histoires naturelles. Dit was natuurlijk romantische onzin want, helemaal in de lijn van de beroemde dierenfabels van La Fontaine, worden in zijn kostelijke verhaaltjes niet zozeer dierlijke als wel menselijke eigenschappen geportretteerd. Ravel van zijn kant was gefascineerd door Renards heldere taal en de verborgen poëzie die hij probeerde zo dicht mogelijk te benaderen in zijn muziek. In een brief aan Renard benadrukte hij zijn instinctieve, gevoelsmatige instelling. Terwijl hij in de pianopartij het betreffende beest karakteriseerde, liet hij de zangstem met de prozatekst de spraakmelodie van het alledaagse Frans volgen, het Frans waarmee je op de markt een geslacht kippetje kocht. Dit was in 1907 voor het premièrepubliek aanleiding tot grote verontwaardiging. Deze taal hoorde niet thuis in de concertzaal! Zelfs Ravels vriend Gabriel Fauré was ontstemd. Wat hij Ravel vooral kwalijk nam was het totaal ontbreken van een lekkere romantische melodie. Dát waren nog eens tijden waarin men de kunst echt ernstig nam en men zowat op de vuist ging om het op te nemen voor de schoonheid van de taal en de gezongen melodie!
Erk Satie
Trois mélodies Met Trois mélodies keerde Erik Satie in 1916 terug naar de sfeer van het chanson en het cabaret waarin ook zijn eerste liederen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw waren geschreven. Dit was de tijd waarin hij met Pablo Picasso en Jean Cocteau werkte aan het kolderiek surrealistische ballet Parade. Terwijl vele landgenoten omkwamen in de loopgraven in Noord-Frankrijk, schreef Satie in Parijs deze verfijnde niemendalletjes op vederlichte en enigzins surreële teksten waarin bomen vogels ‘wenen’, een kikker vastzit in zijn eigen
Tekst toelichting: Katja Reichenfeld
7
liedteksten Claude Debussy
Et puis sous les cieux Qui s’y rient plus clairs, Elle a des airs bleus. Roses, gris et verts... Plus belle que tous, Meilleure que nous!
Trois mélodies Tekst: Paul Verlaine (1844-1896)
La mer est plus belle De zee is mooier dan kathedralen en bergt vele kwaliteiten, gruwelijke en zoete. De zee is mooier dan alles, zelfs dan wij! La mer est plus belle Que les cathédrales, Nourrice fidèle, Berceuse de râles, La mer qui prie La Vierge Marie! Elle a tous les dons Terribles et doux. J’entends ses pardons Gronder ses courroux. Cette immensité N’a rien d’entêté. O! si patiente, Même quand méchante! Un souffle ami hante La vague, et nous chante: ‘Vous sans espérance, Mourez sans souffrance!’ 8
liedteksten
Le son du cor s’afflige De droevige klank van de hoorn klinkt door het woud. De ziel van de wolf huilt, de sneeuw valt in flarden langs de bloedrode zonsondergang. Het langzame landschap koestert zich in deze herfstzucht.
L’échelonnement des haies De heggen lijken een zee in de heldere mist. In de zondagse sfeer spelen de schapen. Plotseling komt een golf aanrollen. L’échelonnement des haies Moutonne à l’infini, mer Claire dans le brouillard clair, Qui sent bon les jeunes baies.
Le son du cor s’afflige vers les bois, D’une douleur on veut croire orpheline Qui vient mourir au bas de la colline, Parmi la brise errant en courts abois.
Des arbres et des moulins Sont légers sur le vert tendre, Où vient s’ébattre et s’étendre L’agilité des poulains.
L’âme du loup pleure dans cette voix, Qui monte avec le soleil, qui décline D’une agonie on veut croire câline, Et qui ravit et qui navre à la fois.
Dans ce vague d’un Dimanche, Voici se jouer aussi De grandes brebis, Aussi douces que leur laine blanche.
Pour faire mieux cette plainte assoupie, La neige tombe à longs traits de charpie A travers le couchant sanguinolent,
Tout à l’heure déferlait L’onde roulée en volutes, De cloches comme des flûtes Dans le ciel comme du lait.
Et l’air a l’air d’être un soupir d’automne, Tant il fait doux par ce soir monotone, Où se dorlote un paysage lent.
9
liedteksten
Fêtes galantes II
Qui m’ont conduit et t’ont conduite, – Mélancoliques pelerins, – Jusqu’à cette heure dont la fuite Tournoie au son des tambourins.
Tekst: Paul Verlaine (1844-1896)
Les ingénus De glimp van een enkel, de blanke hals; in de herfstnacht dromen de jonge geliefden in elkaars armen.
Colloque sentimental In het verlaten park ontmoeten twee uitgedoofde figuren elkaar. ‘Droom je nog van mij?’ ‘Nee.’ De lucht was zo blauw, nu ontsnapt de hoop in de donkere hemel.
Les hauts talons luttaient avec les longues jupes, En sorte que, selon le terrain et le vent, Parfois luisaient des bas de jambes, trop souvent Interceptés ! – Et nous aimions ce jeu de dupes.
Dans le vieux parc solitaire et glacé Deux formes ont tout à l’heure passé. Leurs yeux sont morts et leur lèvres sont molles, Et l’on entend à peine leurs paroles.
Parfois aussi le dard d’un insecte jaloux Inquiétait le col des belles sous les branches, Et c’étaient des éclairs soudains des nuques blanches, Et ce regal comblait nos jeunes yeux de fous.
Dans le vieux parc solitaire et glacé Deux spectres ont évoqué le passé. – Te souvient-il de notre extase ancienne? – Pourquoi voulez-vous donc qu’il m’en souvienne?
Le soir tombait, un soir equivoque d’automne : Les belles se pendant rêveuses à nos bras, Dirent alors des mots si spéciaux, tout bas, Que notre âme, depuis ce temps, tremble et s’étonne.
– Ton cœur bat-il toujours à mon seul nom? Toujours vois-tu mon âme en rêve? – Non.
Le faune De aardewerken faun voorspelt lachend de slechte afloop van ons samenzijn.
– Ah ! Les beaux jours de bonheur indicible Où nous joignions nos bouches ! – C’est possible. – Qu’il était bleu, le ciel, et grand l’espoir! – L’espoir a fui, vaincu, vers le ciel noir.
Un vieux faune de terre cuite Rit au centre des boulingrins, Présageant sans doute une suite Mauvaise à ces instants sereins
Tels ils marchaient dans les avoines folles, Et la nuit seule entendit leurs paroles.
10
liedteksten
Trois poèmes de Stéphane Mallarmé
Nommez-nous... pour qu’Amour ailé d’un éventail M’y peigne flûte aux doigts endormant ce bercail, Princesse, nommez-nous berger de vos sourires.
Tekst: Stéphane Mallarmé (1842-1898)
Soupir Mijn ziel stijgt op naar jouw voorhoofd, oh kalme zuster, waar een herfst getooid met rosse vlekken wegdroomt.
Eventail O dromerige, voor wie ik in dit stuurloze genot duik, en mijn vleugel in jouw hand kan laten houden. Voel je het wilde paradijs?
Mon âme vers ton front où rêve, ô calme sœur, Un automne jonché de taches de rousseur, Et vers le ciel errant de ton œil angélique Monte, comme dans un jardin mélancolique, Fidèle, un blanc jet d’eau soupire vers l’Azur!
Ô rêveuse, pour que je plonge Au pur délice sans chemin, Sache, par un subtil mensonge, Garder mon aile dans ta main. Une fraîcheur de crépuscule Te vient à chaque battement Dont le coup prisonnier recule L›horizon délicatement.
Vers l’azur attendri d’octobre pâle et pur Qui mire aux grands bassins sa langueur infinie Et laisse, sur l’eau morte où la fauve agonie Des feuilles erre au vent et creuse un froid sillon, Se trainer le soleil jaune d’un long rayon.
Vertige ! voici que frissonne L›espace comme un grand baiser Qui, fou de naître pour personne, Ne peut jaillir ni s›apaiser.
Placet futile Prinses, jij van wie zoveel frambozen lachjes zich samenvoegen in een kudde getemde lammeren, benoem ons tot de herder van uw glimlach.
Sens-tu le paradis farouche Ainsi qu›un rire enseveli Se couler du coin de ta bouche Au fond de l›unanime pli.
Princesse! à jalouser le destin d’une Hébé Qui point sur cette tasse au baiser de vos lèvres; J’use mes feux mais n’ai rang discret que d’abbé Et ne figurerai même nu sur le Sèvres.
Le sceptre des rivages roses Stagnants sur les soirs d›or, ce l›est Ce vol blanc fermé que tu poses Contre le feu d›un bracelet.
Comme je ne suis pas ton bichon embarbé Ni la pastille ni du rouge, ni jeux mièvres Et que sur moi je sens ton regard clos tombé Blonde dont les coiffeurs divins sont des orfèvres! Nommez-nous... toi de qui tant de ris framboisés Se joignent en troupeau d’agneaux apprivoisés Chez tous broutant les voeux et bêlant aux délires, 11
liedteksten
Le promenoir des deux amants
Crois mon conseil, chère Climène Luister naar mij, lieve Climène en laat de nacht komen. Hoor je Zephyr zuchten met zijn mond vol geuren?
Tekst: Tristan L’Hermite François (1601-1655)
La Grotte In de donkere grot komen de golven tot rust.
Crois mon conseil, chère Climène; Pour laisser arriver le soir, Je te prie, allons-nous asseoir Sur le bord de cette fontaine.
Auprès de cette grotte sombre Où l’on respire air si doux, L’onde lutte avec les cailloux Et la lumière avecque l’ombre.
N’ouïs-tu pas soupirer Zéphire, De merveille et d’amour atteint, Voyant des roses sur ton teint, Qui ne sont pas de son empire?
Ces flots, lassés de l’exercise Qu’ils ont fait dessus de gravier, Se reposent dans ce rivier Où mourut autrefois Narcisse...
Sa bouche d’odeur toute pleine A soufflé sur notre chemin, Mêlant un esprit de jasmin À l’ambre de ta douce haleine.
L’ombre de cette fleur vermeille Et celle de ces joncs pendants Paraissent estre là-dedans Les songes de l’eau qui sommeille.
12
liedteksten
Je tremble en voyant ton image Ik huiver als ik jouw gezicht zie en heb angst voor dit avontuur. Wil je mij boven de mensen plaatsen? Je tremble en voyant ton visage Flotter avecque mes désirs, Tant j’ai de peur que mes soupirs Ne lui fassent faire naufrage. De crainte de cette aventure Ne commets pas si librement À cet infidèle élément Tous les trésors de la Nature. Veux-tu, par un doux privilège, Me mettre au-dessus des humains? Fais-moi boire au creux de tes mains, Si l›eau n›en dissout point la neige.
13
liedteksten
Trois ballades de François Villon
Prince amoureux, des amans le greigneur, Vostre mal gré ne vouldroye encourir; Mais tout franc cueur doit, par Nostre Seigneur, Sans empirer, ung povre secourir.
Tekst: François Villon (1431-1463)
Ballade de Villon à s’amye Valse schoonheid, voor wie ik zo’n hoge prijs betaal. Help deze arme man en kwel hem niet langer. Ooit zal ik oud zijn en jij lelijk en uitgedoofd. Laten we nu een flinke teug nemen, nu de rivier nog stroomt.
Ballade que Villon feit à la requeste de sa mère pour prier Nostre-Dame Lieve-Vrouw van de hemel, regentes van de aarde, keizerin van de helse moerassen, heb genade met mij. Vraag uw zoon mij te vergeven. Ik ben een arme oude vrouw, laat mij verheugen in een geloof zonder hypocrisie en luiheid.
Faulse beauté, qui tant me couste cher, Rude en effect, hypocrite doulceur, Amour dure, plus que fer, à mascher; Nommer te puis de ma deffaçon sœur. Charme felon, la mort d’ung povre cueur, Orgueil mussé, qui gens met au mourir, Yeulx sans pitié! ne veult droict de rigueur, Sans empirer, ung povre secourir?
Dame du ciel, régente terrienne, Emperière des infernaulx paluz, Recevez-moy, vostre humble chrestienne, Que comprinse soye entre vos esleuz, Ce non obstant qu’oncques riens ne valuz. Les biens de vous, ma dame et ma maistresse, Sont trop plus grans que ne suys pecheresse, Sans lesquelz bien ame ne peult merir N’avoir les cieulx, je n’en suis menteresse. En ceste foy je vueil vivre et mourir.
Mieulx m’eust valu avoir esté crier Ailleurs secours, c’eust esté mon bonheur: Rien ne m’eust sceu de ce fait arracher; Trotter m’en fault en fuyte à deshonneur. Haro, haro, le grand et le mineur! Et qu’est cecy? mourray sans coup ferir, Ou pitié peult, selon ceste teneur, Sans empirer, ung povre secourir.
À vostre Filz dictes que je suys sienne; De luy soyent mes pechez aboluz: Pardonnez-moy comme à l’Egyptienne, Ou comme il feut au clerc Théophilus, Lequel par vous fut quitte et absoluz, Combien qu’il eust au diable faict promesse. Preservez-moy que je n’accomplisse ce! Vierge portant sans rompure encourir Le sacrement qu’on celebre à la messe. En ceste foy je vueil vivre et mourir.
Ung temps viendra, qui fera desseicher, Jaulnir, flestrir, vostre espanie fleur: J’en risse lors, se tant peusse marcher, Mais las! nenny: ce seroit donc foleur, Vieil je seray; vous, laide et sans couleur. Or, beuvez fort, tant que ru peult courir. Ne donnez pas à tous ceste douleur, Sans empirer, ung povre secourir.
14
liedteksten
Femme je suis povrette et ancienne, Qui riens ne sçay, oncques lettre ne leuz; Au moustier voy dont suis paroissienne, Paradis painct où sont harpes et luz, Et ung enfer où damnez sont boulluz: L’ung me faict paour, l’aultre joye et liesse. La joye avoir fais-moy, haulte Deesse, A qui pecheurs doibvent tous recourir, Comblez de foy, sans faincte ne paresse. En ceste foy je vueil vivre et mourir.
Brettes, Suysses, n’y sçavent guères, Ne Gasconnes et Tholouzaines; Du Petit Pont deux harangères Les concluront, et les Lorraines, Anglesches ou Callaisiennes, (Ay-je beaucoup de lieux compris?) Picardes, de Valenciennes … Il n’est bon bec que de Paris. Prince, aux dames parisiennes, De bien parler donnez le prix; Quoy qu’on die d’Italiennes, Il n’est bon bec que de Paris.
Ballade des femmes de Paris Vrouwen uit alle landen en plaatsen hebben verschillende kwaliteiten als het aankomt op praten, maar niemand spreekt zo als de vrouwen uit Parijs. Quoy qu’on tient belles langagières Florentines, Veniciennes, Assez pour estre messaigières, Et mesmement les anciennes; Mais, soient Lombardes, Romaines, Genevoises, à mes périls, Piemontoises, Savoysiennes, Il n’est bon bec que de Paris. De beau parler tiennent chayères, Ce dit-on Napolitaines, Et que sont bonnes cacquetières Allemandes et Bruciennes; Soient Grecques, Egyptiennes, De Hongrie ou d’aultre païs, Espaignolles ou Castellannes, Il n’est bon bec que de Paris.
15
liedteksten
Francis Poulenc
Le Dauphin Dolfijnen spelen fijn in de bittere branding. Het leven blijft wreed.
Le Bestiaire, ou le Cortège d’Orphée Tekst: Guillaume Apollinaire (1880-1918)
Dauphins, vous jouez dans la mer, Mais le flot est toujours amer. Parfois, ma joie éclate-t-elle ? La vie est encore cruelle.
Le Dromadaire Don Pedro d’Alfaroubeira liep de wereld rond met vier kamelen. Ik zou hetzelfde doen.
L’Ecrevisse Wij gaan op weg als de kreeften, altijd achterwaarts.
Avec ses quatre dromadaires Don Pedro d’Alfaroubeira Courut le monde et l’admira. Il fit ce que je voudrais faire Si j’avais quatre dromadaires.
Incertitude, ô mes délices Vous et moi nous nous en allons Comme s’en vont les écrevisses, A reculons, à reculons.
La Chèvre du Tibet De vacht van de geit en het gulden vlies van Jason zinken in het niet bij de lokken waarvoor ik ben gevallen.
La Carpe Wat leven jullie lang, karpers. Is de dood jullie vergeten?
Les poils de cette chèvre et même Ceux d’or pour qui prit tant de peine Jason, ne valent rien au prix Des cheveux dont je suis épris.
Dans vos viviers, dans vos étangs, Carpes, que vous vivez longtemps ! Est-ce que la mort vous oublie, Poissons de la mélancolie.
La Sauterelle De sprinkhaan is voedsel voor Sint-Jan, net als gedichten voor de betere kringen. Voici la fine sauterelle, La nourriture de saint Jean. Puissent mes vers être comme elle, Le régal des meilleures gens.
16
liedteksten
Eric Satie
Daphénéo Tekst: Mimi Godebska (1899-1949)
Trois mélodies Zeg Daphénéo, wat is dat voor boom die huilende vogels draagt? Dat, Chrysaline, is een vogel-boom.
La Statue de bronze Tekst: Léon-Paul Fargue (1876-1947)
Dis-moi, Daphénéo, quel est donc cet arbre Dont les fruits sont des oiseaux qui pleurent?
De kikker heeft er ‘s avonds genoeg van om een beeld te zijn. Ze wil bij de anderen zijn in het maanlicht dat door de takken schijnt. En ‘s nachts gaan de insecten slapen in haar mond.
Cet arbre, Chrysaline, est un oisetier. Ah! Je croyais que les noisetiers Donnaient des noisettes, Daphénéo.
La grenouille Du jeu de tonneau S’ennuie, le soir, sous la tonnelle... Elle en a assez! D’être la statue Qui va prononcer un grand mot: Le Mot!
Oui, Chrysaline, les noisetiers donnent des noisettes, Mais les oisetiers donnent des oiseaux qui pleurent.
Elle aimerait mieux être avec les autres Qui font des bulles de musique Avec le savon de la lune Au bord du lavoir mordoré Qu’on voit, là-bas, luire entre les branches...
Ah!... Le Chapelier Tekst: René Chalupt (1885-1957)
Ook al heeft de hoedenmaker zijn horloge gevet, het loopt drie dagen achter. Broodkruimels vielen in de wielen en ook al dompelde hij het onder in thee, het zal niet meer verder gaan.
On lui lance à coeur de journée Une pâture de pistoles Qui la traversent sans lui profiter
Le chapelier s’étonne de constater Que sa montre retarde de trois jours, Bien qu’il ait eu soin de la graisser Toujours avec du beurre de première qualité. Mais il a laissé tomber des miettes De pain dans les rouages, Et il a beau plonger sa montre dans le thé, Ça ne le fera pas avancer davantage.
Et s’en vont sonner Dans les cabinets De son piédestal numéroté! Et le soir, les insectes couchent Dans sa bouche...
17
liedteksten
Maurice Ravel
C’est ainsi qu’il appelle sa fiancée. Il ne voit rien venir et personne ne répond. Les volailles habituées ne lèvent même point la tête. Elles sont lasses de l’admirer. Il redescend dans la cour, si sûr d’être beau qu’il est incapable de rancune.
Les Histoires naturelles Tekst: Jules Renard (1864-1910)
Le Paon De pauw was klaar om te trouwen en liep rond met de allure van een Indiase prins, maar zijn verloofde kwam niet opdagen. ‘Leon! Leon!’ klinkt zijn diabolische kreet, maar nog ziet hij niets komen. Zijn bruiloft zal morgen zijn. En niet wetend wat te doen, herhaalt hij de ceremonie nog een keer.
Son mariage sera pour demain. Et, ne sachant que faire du reste de la journée, il se dirige vers le perron. Il gravit les marches, comme des marches de temple, d’un pas officiel.
Il va sûrement se marier aujourd’hui. Ce devait être pour hier. En habit de gala, il était prêt.
Il relève sa robe à queue toute lourde des yeux qui n›ont pu se détacher d›elle.
Il n’attendait que sa fiancée. Elle n’est pas venue. Elle ne peut tarder.
Il répète encore une fois la cérémonie. Glorieux, il se promène avec une allure de prince indien et porte sur lui les riches présents d’usage. L’amour avive l’éclat de ses couleurs et son aigrette tremble comme une lyre. La fiancée n’arrive pas. Il monte au haut du toit et regarde du côté du soleil. Il jette son cri diabolique : Léon ! Léon ! 18
liedteksten
Le Grillon De krekel gaat huiswaarts na zijn wandeling en harkt zijn terrein aan. Hij rust en gaat zijn huis binnen en luistert of alles veilig is. Voor de zekerheid daalt hij als een kleine knarsende ketting af naar de diepte van de aarde waar hij niets meer hoort. De populieren wijzen als vingers naar de maan.
Et comme par une chaînette dont la poulie grince, il descend jusqu’au fond de la terre. On n’entend plus rien. Dans la campagne muette, les peupliers se dressent comme des doigts en l’air et désignent la lune.
C’est l’heure où, las d’errer, l’insecte nègre revient de promenade et répare avec soin le désordre de son domaine. D’abord il ratisse ses étroites allées de sable. Il fait du bran de scie qu’il écarte au seuil de sa retraite. Il lime la racine de cette grande herbe propre à le harceler. Il se repose. Puis il remonte sa minuscule montre. A-t-il fini ? Est-elle cassée ? Il se repose encore un peu. Il rentre chez lui et ferme sa porte. Longtemps il tourne sa clé dans la serrure délicate. Et il écoute : Point d’alarme dehors. Mais il ne se trouve pas en sûreté. 19
liedteksten
Le Cygne De zwaan glijdt over het water als een witte slee door wolken van sneeuw. Hij wil een wolk pakken uit het water, maar heeft niets. Telkens opnieuw vist hij naar weerspiegelingen en hij zou een slachtoffer kunnen worden van illusie, maar keer op keer vangt hij een worm uit het slib en vet zichzelf als een gans.
Chaque fois qu’il plonge, il fouille du bec la vase nourrissante et ramène un ver. Il engraisse comme une oie. Le martin-pêcheur Een ijsvogel landde op mijn hengel. Hij leek op een grote blauwe bloem en vloog niet weg uit angst, waarschijnlijk omdat hij ging van tak naar tak.
Il glisse sur le bassin, comme un traîneau blanc, de nuage en nuage. Car il n’a faim que des nuages floconneux qu’il voit naître, bouger, et se perdre dans l’eau.
Ça n’a pas mordu, ce soir, mais je rapporte une rare émotion. Comme je tenais ma perche de ligne tendue, un martin-pêcheur est venu s›y poser.
C’est l’un d’eux qu’il désire. Il le vise du bec, et il plonge tout à coup son col vêtu de neige.
Nous n›avons pas d›oiseau plus éclatant. Il semblait une grosse fleur bleue au bout d›une longue tige. La perche pliait sous le poids. Je ne respirais plus, tout fier d›être pris pour un arbre par un martin-pêcheur.
Puis, tel un bras de femme sort d’une manche, il retire. Il n’a rien. Il regarde : les nuages effarouchés ont disparu.
Et je suis sûr qu›il ne s›est pas envolé de peur, mais qu›il a cru qu›il ne faisait que passer d›une branche à une autre.
Il ne reste qu’un instant désabusé, car les nuages tardent peu à revenir, et, là-bas, où meurent les ondulations de l’eau, en voici un qui se reforme. Doucement, sur son léger coussin de plumes, le cygne rame et s’approche... Il s’épuise à pêcher de vains reflets, et peut-être qu’il mourra, victime de cette illusion, avant d’attraper un seul morceau de nuage. Mais qu’est-ce que je dis ? 20
liedteksten
La Pintade De parelhoen denkt dat ze geplaagd wordt om haar bochel. De hennen zeggen niets en ze valt aan met haar sterke snavel, als een kalkoen in het midden van de cirkel. Zo blijft ze boos, van zonsopgang tot zonsondergang. Soms verlaat ze de binnenplaats en geeft de vreedzame vogels een moment van rust, maar dan keert ze weer terug met schrille kreten.
Qu’a-t’elle donc ? La sournoise fait une farce. Elle est allée pondre son oeuf à la campagne. Je peux le chercher si ça m’amuse. Et elle se roule dans la poussière comme une bossue.
C’est la bossue de ma cour. Elle ne rêve que plaies à cause de sa bosse. Les poules ne lui disent rien : Brusquement, elle se précipite et les harcèle. Puis elle baisse sa tête, penche le corps, et, de toute la vitesse de ses pattes maigres, elle court frapper, de son bec dur, juste au centre de la roue d’une dinde. Cette poseuse l’agaçait. Ainsi, la tête bleuie, ses barbillons à vif, cocardière, elle rage du matin au soir. Elle se bat sans motif, peut-être parce qu’elle s’imagine toujours qu’on se moque de sa taille, de son crâne chauve et de sa queue basse. Et elle ne cesse de jeter un cri discordant qui perce l’aire comme un pointe. Parfois elle quitte la cour et disparaît. Elle laisse aux volailles pacifiques un moment de répit. Mais elle revient plus turbulente et plus criarde. Et, frénétique, elle se vautre par terre. 21
BIOGRAFIEËN COMPONISTEN Claude Debussy
Claude Debussy (1862-1918) had geen schoolopleiding maar kreeg als kind pianoles van de schoonmoeder van Verlaine. Vanaf zijn elfde studeerde hij piano aan het Parijse conservatorium, en op zijn achttiende begon hij compositie te studeren. Ondanks zijn eigenzinnige ideeën werd zijn grote talent erkend en kreeg hij zelfs de Prix de Rome. Na zijn verblijf in Rome begon hij zich te
ontplooien tot de grote, vernieuwende componist van orkestwerken zoals Prélude à l’après midi d’un faune (1894), dat onmiddellijk werd gezien als een meesterwerk. Hierna ontstond de opera Pelléas et Mélisande die al bij de eerste uitvoering in 1902 een sensatie veroorzaakte. Zelden is een zo vernieuwende componist zo goed begrepen door zijn tijdgenoten als Debussy. Zijn persoonlijke leven was turbulent met steeds wisselende minnaressen, tot hij rond 1903 Emma Bardac leerde kennen met wie hij trouwde en een dochtertje kreeg. Bardac was een begaafde zangeres en vele van Debussy’s liederen zullen voor het eerst bij hen thuis hebben geklonken met de componist aan de piano. Terwijl de Tweede Wereldoorlog nog om hem heen woedde, stierf Debussy, veel te vroeg, op zijn 56ste aan darmkanker. Zijn invloed was groot en is nog tot op heden relevant.
22
Francis Poulenc
Francis Poulenc (1899-1963) was het rijkeluiszoontje van de directeur van een farmaceutische fabriek en had zijn leven lang geen geldzorgen. Zijn eerste pianolessen kreeg hij van zijn moeder, een uitstekende pianiste. Na een degelijke schoolopleiding nam hij op zijn zeventiende privé pianoles bij Ricardo Viñes en later compositieles bij Charles Koechlin. In diezelfde tijd maakte hij deel uit van de Groupe des Six,
biografieën
een vriendengroep die zich afzette tegen grote namen als Wagner en Debussy. Zij lieten zich inspireren door Satie en Stravinsky, en door populaire muziekgenres zoals de jazz, de muziek uit de music hall en het circus. Poulenc had in de jaren twintig veel succes met luchthartige maar tegelijkertijd verfijnde werken zoals het ballet Les biches en de liedcyclus Le bestiaire. Na de plotselinge dood van zijn vriend en liefdespartner zocht hij in de jaren dertig zijn heil bij de door hem verwaarloosde katholieke kerk en begon hij ook religieuze werken te schrijven, waaronder een mis, een Stabat Mater en de opera Dialogues des Carmélites. In diezelfde tijd leerde hij de liedzanger Pierre Bernac kennen, voor wie hij veel van zijn liederen componeerde en met wie hij als pianist tot aan zijn dood een vast duo vormde.
Erik Satie
Erik Satie (1866-1925) werd geboren uit het huwelijk van een Schotse moeder en een scheepsmakelaar in Honfleur. Hij bezocht het conservatorium in Parijs, maar vertrok na zeven jaar zonder diploma. In Montmartre werkte hij vervolgens als orkestleider en pianist in ‘Le Chat Noir’, waar de zonderlinge Satie werd opgenomen in de kring van bohémiens. Rond zijn tweeëntwintigste ontstonden de Gymnopédies, pianostukken geschreven in een verfijnde stijl met een bedrieglijke eenvoud. 23
Met dit totaal nieuwe idioom zette Satie zich af tegen de bombastische laatromantische stijl van zijn tijd. In 1898 trok hij zich terug in Arceuil, een voorstad van Parijs, waar hij als een kluizenaar leefde en zich in de mystiek van de Rozenkruisers verdiepte. Hierna ging hij alsnog zijn gebrekkige muziektheoretische kennis bijspijkeren aan de Schola Cantorum waar hij in 1905 het door hem verlangde diploma behaalde. In 1915 kwam hij in contact met Jean Cocteau en Pablo Picasso: samen werkten zij aan beroemde het ballet Parade. Uit diezelfde tijd dateren de liederen die vanavond worden uitgevoerd. Zowel Debussy als Ravel hadden grote waardering voor Saties muziek, en hij had grote invloed op de componisten van de Groupe des Six, en later op de Dada beweging. Via John Cage, een fervent bewonderaar van Satie, werd zijn muziek een ware ‘hype’ in de latere twintigste eeuw. In Nederland voerde Reinbert de Leeuw zijn pianomuziek regelmatig uit.
biografieën
Maurice Ravel
Maurice Ravel (1875-1937) werd geboren in Baskenland en groeide op in Parijs waar hij studeerde aan het conservatorium, onder anderen bij Gabriel Fauré. Hij was dertien jaar jonger dan Debussy en hoewel hij door hem werd beïnvloed – bijvoorbeeld in zijn strijkkwartet uit 1903 – was al snel duidelijk dat hij een andere weg insloeg.
en solitair leven, na de Eerste Wereldoorlog in een piepklein huisje in een Parijse voorstad. In vrijwel alles was hij een perfectionist, ook bijvoorbeeld in zijn kleding. Hij was een trage werker die in principe in elk genre slechts één werk schreef, of hooguit een paar, maar dan elk werk totaal verschillend van karakter. Hij gaf de voorkeur aan de korte vorm, bijvoorbeeld het lied. De pianopartijen van zijn liederen zijn wellicht gecomponeerd met een orkest in het hoofd, want veel van de liederen heeft hij zelf georkestreerd. Tijdens zijn leven verwierf Ravel tot zijn stomme verbazing zijn grootste roem met de Boléro, volgens hemzelf een volslagen ‘inhoudloos’ stuk.
In tegenstelling tot Debussy hechtte hij groot belang aan de klassieke vormentaal. Zijn hang naar perfectie en zijn liefde voor een mechanische ritmiek wordt meestal in verband gebracht met zijn vader, een Zwitserse ingenieur. Hij leefde een vrij onopvallend 24
biografieën
Uitvoerenden Stéphane Degout Bariton
De Franse bariton Stéphane Degout studeerde aan het conservatorium van Lyon en maakte niet alleen naam in het liedrepertoire maar vooral als operazanger.
foto: Thibault Stipal
Zijn operadebuut vond in 1999 plaats tijdens het festival van Aix-en-Provence in de rol van Papageno. Van Mozartzanger ontwikkelde hij zich via Wagner’s Tannhäuser tot een gevierde Pelléas in Debussy’s enige opera. In die rol werden zijn dramatische intensiteit en zijn perfecte dictie geprezen. In 2012 werd hem een prestigieuze Franse onderscheiding Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres toegekend, en onlangs kwam bij Naïve Records een cd van hem uit met uitsluitend Frans liedrepertoire.
25
biografieën
Alain Planès Piano
Pianist Alain Planès (1948) is afkomstig uit Lyon. Hij studeerde in Parijs en in Bloomington (Verenigde Staten), onder anderen bij Menahim Pressler en György Sebök. In Amerika trad hij op als pianopartner van cellist Janos Starker. Eenmaal terug in Frankrijk werd hij lid van Boulez’ Ensemble Intercontemporain, en vervolgens maakte hij carrière in het klassieke en romantische repertoire als solist en kamermusicus. Door intense samenwerkingen met componisten als Boulez, Stockhausen, Ligeti en Berio kreeg Planès de repeutatie een ‘alleskunner’ te zijn. Hij is regelmatig te gast op festivals als La Roque d’Anthéron, het Festival d’Art lyrique in Aix-enProvence en op het Marlboro Festival in de Verenigde Staten. Planès maakte vele cd-opnamen, onder andere een box met acht Schubert-cd’s, en een serie met pianosonate’s van Haydn.
26
biografieën
Zofia Cieszynska Sopraan
ook uitgenodigd als solist voor IVC Bachcantates. Zofia Cieszynska kon op groot podium ervaringen doen als lid bij het extra koor van de Vlaamse Opera (2008-2010). Dit seizoen maakt Zofia deel uit van de Dutch National Opera Academy, waar ze in januari haar roldebuut van Donna Elvira in Mozart’s Don Giovanni heeft gezongen www.zofiacieszynska.com
Mathias Coppens Piano De sopraan Zofia Cieszynska haalde in 2005 de tweede prijs voor Zang op de gerenommeerde nationale wedstrijd voor muziek en woord, Axion Classics in Brussel. Datzelfde jaar startte ze haar studie voor zang aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium van Antwerpen, bij Stephanie Friede.
aan het conservatorium van Amsterdam waar hij afstudeerde bij Wim Henderickx en Willem Jeths met ‘uitmuntendheid’. Hij is momenteel verbonden aan het conservatorium van Antwerpen als gastdocent literatuurstudie piano voor de twintigste eeuw, als assistent analyse van Wim Henderickx, als docent steuninstrument en nevenvak piano en projectbegeleider. Verder doceert hij improvisatie aan de muziektherapierichting in het Lemmensinstituut en geeft hij pianoles aan de Academies van Herentals, en de Ma’go in Antwerpen. Hij is stichter en bezieler van het Klavierfestival, oprichter van het ensemble deCompagnie en lid van het kwartet TetraGonist. Verder concerteerde hij als pianist solo of met orkest en in duo met violist Jens Lynen in binnen en buitenland. www.mathiascoppens.com
Zofia wordt nu gecoacht door Ira Siff en Hans Pieter Herman in Amsterdam. In 2013 werd Zofia geselecteerd om mee te zingen in het Internationaal Vocalisten Concours in ‘s Hertogenbosch. Hieraan verbonden werd ze
Mathias Coppens studeerde piano, compositie en orgel aan het conservatorium van Antwerpen. Na zijn afstuderen vervolgde hij zijn studie compositie 27
Grote Zangers
Colofon Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en de Stichting Grote Zangers.
Stichting Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Marian Lases, voorprogramma Leo Spigt, mecenaat Partners Muziekgebouw aan ’t IJ Alferink Artists Management Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458 1017 CA Amsterdam t 020 664 3151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl
28
seizoen 2016-2017 serie grote zangers Grote Zangers is dĂŠ serie voor liefhebbers van de liedkunst. Het Muziekgebouw heeft een dusdanige goede akoestiek dat zelfs de grootste vocalisten met veel plezier ruimte maken voor een recital in het Muziekgebouw, met vaak een verrassend programma. Een vocaal avontuur in zes hoofdstukken. wo 21 sep 2016 Georg Nigl + Alexander Melnikov Rihm in het voetspoor van Schubert wo 30 nov 2016 Florian Boesch + Christian Koch Reisebuch aus den Ă–sterreichischen Alpen wo 11 jan 2017 Ian Bostridge + Julius Drake Love under the shadow of Death ma 6 mrt 2017 Julia Lezhneva + Mikhail Antonenko Vocale acrobatiek vr 24 mrt 2017 Bo Skovhus + Stefan Vladar Skovhus zingt Mahler vr 26 mei 2017 Sergei Leiferkus, Olesya Golovneva + Semyon Skigin Het authentieke Russische lied 29
VERWACHT
April do 21 april / 12.30 uur
Lunchconcert i.s.m. Conservatorium van Amsterdam do 21 april / 20.15 uur
Bang on a Can Steelhammer
do 28 april / 20.15 uur
za 7 mei / 20.15 uur
Collegium Vocale Gent + Bl!ndman [sax] Salve-Salva
Bram van Sambeek + Hugo Wolf Quartet Van Weense klassieken naar klassieke jazz
vr 29 april / 20.15 uur
Asko|Schönberg + Neue Vocalsolisten Stuttgart Private View
za 7 mei / 22.30 uur / Splendor
Het Weeshuis van de Nederlandse Muziek in Splendor
za 30 april / 20.15 uur vr 22 apr / 20.15 uur
RIAS Kammerchor + Concerto Italiano Meerkorige Italiaanse barok
Nederlands Kamerkoor De Mis van Martin
Mei
zo 24 april / 11.00 uur / Kleine Zaal
wo 4 mei / 21.00 uur
Susanne Kujala + Ere Lievonen 4 voeten, 4 handen
Nederlands Philharmonisch Orkest Ensemble Herdenking op 4 mei
zo 24 april / 15.00 uur
do 5 mei / 18.00 uur / Zouthaven
Symfonieorkest van Conservatorium van Amsterdam De Nacht
Vrijheidsmaaltijd
zo 24 april / 19.30 uur / Kleine Zaal
Versatile Sweet 20 Jonathan Fitoussi & Clemens Hourrière (live), Etienne Jaumet (live), Zombie Zombie (live), Young Marco
do 5 mei / 20.15 uur
Lavinia Meijer + Carel Kraayenhof 5 mei concert vr 6 mei / 20.15 uur
Zefiro Torna +Vocalconsort Berlin + Ghalia Benali De allegorie van het verlangen 30
Unieke jubileumwandeling Muziekgebouw met app Curvices Speciaal voor ons 10-jarig bestaan maakte componiste Rosalie Hirs de poëzie- en klankinstallatie Curvices Amsterdam. Een unieke muzikale rondwandeling waarvoor u de gratis Curvicesapp kunt downloaden via de App Store, Google Play of iTunes. De app schakelt in zodra u rondom het gebouw een van de wandelzones betreedt. Een cadeautje van de componist waarvan u het hele jubileumseizoen kunt profiteren! Meer info: muziekgebouw.nl/ festival/10jaar Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX