Vr 23 sep 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Serie Piano
Boris Giltburg Etudes van Skrjabin, Liszt en Rachmaninov
Programma
Serie Piano Vr 23 sep 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Boris Giltburg Etudes van Skrjabin, Liszt en Rachmaninov Boris Giltburg piano
2
ca. 40 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze
Programma
Aleksandr Skrjabin (1872 - 1915) uit 12 Etudes op. 8 (1894) Etude nr 11 in bes, Andante cantabile Etude nr. 3 in b, Tempestoso Etude nr. 5 in E, Brioso Etude nr. 7 in bes, Presto tenebroso, agitato Etude nr. 4 in B, Piacevole Etude nr. 9 in gis, Alla ballata uit 8 Etudes op. 42 (1903) Etude nr. 5 in cis, Affanato Franz Liszt (1859 - 1886) uit Études d’exécution transcendante S. 139 (1851) Étude nr. 10 in f, Allegro agitato molto Étude nr. 12 in bes, Chasse-neige uit Trois Études de Concert (1845 - 1849) Etude nr. 2 in f, La Leggierezza uit Études d’exécution transcendante S. 139 Étude nr. 8, Wilde Jagd PAUZE Sergej Rachmaninov (1873 - 1943) 9 Études-tableaux op. 39 (1916 - 1917) Nr. 1 in c, Allegro agitato Nr. 2 in a, Lento assai Nr. 3 in fis, Allegro molto Nr. 4 in b, Allegro assai Nr. 5 in es, Appassionato Nr. 6 in a, Allegro Nr. 7 in c, Lento Nr. 8 in d, Allegro moderato Nr. 9 in D, Allegro moderato
3
Toelichting ‘Ieder beschaafd meisje, of ze nu talent heeft of niet, moet leren pianospelen; ten eerste omdat het in de mode is en ten tweede omdat het de gemakkelijkste manier is om charmant te zijn in het society leven. En, wie weet, duikelt ze op deze manier ook nog een goede echtgenoot op’. Dit stond rond 1770 in een Weense krant. Een meisje met een cello tussen haar benen of een fluit aan de lippen beschouwde men destijds als uiterst onzedelijk. Daarom gingen ze en masse op pianoles. In de tweede helft van de achttiende eeuw waren de fortepiano’s dus niet aan te slepen. In elk zichzelf respecterend huis stond er een. Vooral de ruimtebesparende uitvinding om de snaren niet horizontaal maar verticaal of zelfs diagonaal te bevestigen, zorgde ervoor dat een piano ook bereikbaar werd voor de middenklasse die wat minder riant behuisd was. Er werden constant technische verbeteringen aangebracht die de mogelijkheden op het instrument aanzienlijk vergrootten. Composities werden daaraan aangepast. De grote populariteit van de piano leverde massa’s werk op voor pianoleraren als Johann Baptist Cramer, Muzio Clementi, Johann Nepomuk Hummel en Carl Czerny, die op den duur ook hun eigen studiemateriaal begonnen te componeren. Czerny bijvoorbeeld schreef alles bij elkaar ruim duizend etudes. Die waren meestal behoorlijk droog maar o zo nuttig. Rond 1830 begonnen pianisten/componisten als Ignaz Moscheles en Adolf von Henselt het genre piano-etude op te rekken en er voordrachtsstukken van te maken. En zo werd het genre concertetude geboren. De gigantische populariteit van violist Paganini, die in zijn Caprices spectaculaire virtuositeit combineerde met lyrische expressie, zette veel pianocomponisten aan het denken. Liszt 4
schreef zijn eerste etudes in 1826. Chopin begon aan zijn beroemd geworden etudes in 1829. En die dienden later weer als lichtend voorbeeld voor Skrjabin en Rachmaninov.
Aleksandr Skrjabin Etudes opus 8 en opus 42 Vijf jaar oud begon Skrjabin met componeren. Zijn grote held was Chopin en als tiener sliep hij met diens muziek onder zijn hoofdkussen. Zijn eerste etude, opus 2 nr. 1, schreef hij op zijn veertiende, toen hij samen met zijn vriend Sergej Rachmaninov gedegen les kreeg van de strenge pianodocent Nikolai Zverev. Het broeierige stukje zit barstensvol ‘Weltschmerz’ en het werd buiten Rusland vooral bekend omdat de legendarische pianist Horowitz het vaak speelde. Na zijn veertiende heeft Skrjabin verspreid over zijn hele carrière een flink aantal etudes geschreven. Alleen al daarom zijn ze fascinerend, omdat we zo kunnen horen hoe verbijsterend de evolutie was van Skrjabins muzikale taal. De reeks van twaalf etudes opus 8 voltooide hij in 1894. Hij had er eindeloos aan geschaafd. Tijdens zijn debuut als pianist in St. Petersburg in 1895 speelde
Toelichting
hij er een paar. Het klankidioom in deze zeer virtuoze etudes is nog laatromantisch maar de ritmische complexiteit en de soms gewaagde opeenvolging van akkoorden geven ons al een glimpje van zijn revolutionaire latere werken. Nummer 11 lijkt qua sfeer heel erg op die eerste etude, die Skrjabin op zijn veertiende schreef. Uitzichtsloze melancholie en doffe berusting. Tempestoso, stormachtig, staat er boven nummer 3. Ritmische onrust voert de boventoon. De twee handen lijken voortdurend in elkaars vaarwater te zitten. Iets rustiger is nummer 5. Brioso staat er boven het begin. Dat betekent ‘opgeruimd, opgewekt’. Ronduit atletisch is nummer 7, met als opschrift: Presto tenebroso, agitato. Dus: zeer snel, duister en vol heftige beweging. Spookachtige, rondsnellende schimmen doemen op. Het korte middengedeelte zit vol pathos en klinkt met zijn zware bassen bijna orkestraal. Nummer 4 is aangenaam kabbelend en wiegend en bedient zich van een ritmisch patroon dat we vaak aantreffen bij Skrjabin. De ene hand speelt vijf noten, terwijl de andere er tegelijkertijd drie speelt. Nummer 9 is een octavenetude. Alla ballata geeft aan dat hij het verhalend karakter van een ballade heeft. Tussen de etudes opus 8 en de volgende reeks, opus 42, liggen bijna tien jaar. We zitten dan in 1903. Skrjabin was altijd al behoorlijk excentriek, maar rond 1900 kwam hij in aanraking met een groep volgelingen van een filosoof die zich bezig hield met mystiek en dacht dat het einde der tijden niet meer lang op zich zou laten
wachten. Skrjabin, die in zijn jeugd al door zijn omgeving werd geadoreerd en daaraan gewend was geraakt, werd nog meer egocentrisch. En hij had revolutionaire ideeën over ‘Gesamtkunst’ en over zijn eigen cruciale rol in de wereld. In Rusland werkten ze voor de revolutie nog met de Juliaanse kalender, die verschilt van de Gregoriaanse die in onze streken werd gehanteerd. Volgens dat systeem was hij geboren op tweede kerstdag. Ook daarom begon hij zichzelf steeds meer te zien als een Messias. Een keer heeft hij uitgeroepen: ‘Ik schep nieuwe werelden. Ik ben een godheid!’ De acht etudes opus 42 zijn nog tonaal, maar je merkt dat de jas van de tonaliteit al behoorlijk krap aan het worden is. Skrjabin zwerft door de toonsoorten en de complexe ritmiek draagt ook bij tot de algehele onrust. Boven de etude van vandaag, nummer vijf uit opus 42, staat Affanato en dat betekent: ‘buiten adem of gejaagd’. Dit stuk vraagt het uiterste van de vertolker. Skrjabins leeftijdgenoot en vriend Rachmaninov was fabelachtig in het à vue spelen, maar hier moest zelfs hij echt op studeren. Tegen een medestudent zei hij: ‘Moeilijke etude. Ik ben er wel een uur mee bezig geweest’
Franz Liszt Études d’exécution transcendante en Trois Études de Concert Zestien jaar oud speelde Liszt niet alleen fenomenaal goed piano maar hij zag er ook nog eens erg goed uit. Hij werd dus 5
Toelichting
op handen gedragen en vrouwen vielen voor hem bij bosjes. Door iedereen, en waarschijnlijk ook door zichzelf, werd hij gezien als de koning van de pianisten. Tot hij rond 1830 een concert bijwoonde van de violist Paganini. Net als bij Schumann en Chopin haalde diens duivels virtuoze spel van alles bij Liszt overhoop. Liszt was jaloers en wilde toch wel erg graag de Paganini van de piano worden. Daarom besloot hij om zich twee jaar terug te trekken van het concertpodium om zijn speeltechniek drastisch te wijzigen. Na zijn retraite van twee jaar keihard studeren kwam Liszt terug en veroverde ditmaal nog overtuigender de concertpodia. Hij was de allereerste pianist die het idee kreeg om solorecitals te geven. Daarvóór bestonden concerten altijd uit een voor ons eigenaardige mix van orkest- , kamer- en solomuziek. Maar Liszt zei een keer naar analogie van Lodewijk XIV: ‘Le concert, c’est moi’. Meestal speelde hij ook uitsluitend eigen werk. Daaronder rekenen we dan ook zijn talloze pianobewerkingen. Geen enkele partituur was veilig voor hem. Hij bewerkte opera’s, symfonieën en liederen en trad daarmee op tot in de verste uithoeken van Europa en zelfs in Rusland en Turkije. Op veel plaatsen was nog nooit een symfonieorkest geweest, laat staan een operagezelschap, en door Liszts toedoen konden de mensen daar toch kennismaken met die muziek. Hij was dus een soort cdspeler of Spotify ‘avant la lettre’. Liszt was niet alleen de uitvinder van het solo pianorecital, hij was ook de eerste pianist die niet met zijn rug naar het publiek zat. Hij liet 6
de vleugel dwars op het podium zetten zodat het publiek kon genieten van de aanblik van zijn handen en niet te vergeten zijn edele profiel. Kijken naar Liszts verrichtingen op het klavier werd dus een wezenlijk onderdeel van een recital. Met dat doel liet hij soms twee vleugels op het podium zetten in spiegelbeeld. Dan kon het publiek na de pauze genieten van de andere kant van zijn gezicht. Zelfs iemand als Schumann, boordevol wantrouwen tegenover het showelement, zei dat je veel zou missen als je Liszt in de coulissen liet optreden.
‘Bij Liszt was het kijken naar zijn verrichtingen op het klavier een onderdeel van het recital.’ In 1838 liet Liszt een bundel etudes uitgeven als Douze études d’exécution transcendante. Dat wil zeggen etudes voor die pianisten die alle technische problemen hebben overwonnen. Hij droeg de reeks op aan de man die hem in zijn jeugd gratis les had gegeven, Carl Czerny. Omdat Liszt een groot voorvechter was van programmatische muziek – muziek met een verhaal erachter – heeft hij een aantal van deze etudes voorzien van een naam. Voor nummer 10 heeft hij er geen kunnen verzinnen. Hij klinkt stormachtig en soms smachtend. Chasse neige staat er boven nummer 12. De sneeuwstorm neemt langzaam in heftigheid toe. La Leggierezza, ‘de lichtheid’ schreef Liszt in 1848 en zou ook ‘Wervelwind’ kunnen
Toelichting
heten met alle superlichte, razendsnelle passages. Wilde Jagd verklankt een jacht te paard. Woest en subtiel wisselen elkaar af. Hier gebruikt Liszt de vleugel als orkest.
Sergej Rachmaninov 9 Études-tableaux De Études-tableaux op. 39 zijn de laatste composities die Rachmaninov schreef voordat hij in 1917 het revolutionaire Rusland ontvluchtte. Ze verschillen nogal van alles wat hij daarvoor had geschreven. Je kunt erin horen dat hij goed had geluisterd naar de late muziek van zijn vriend Skrjabin. En hij heeft zich ook enigszins laten beïnvloeden door de revolutionaire muzikale taal van Sergej Prokofjev. Rachmaninov noemde de stukken Étudestableaux omdat hij tijdens het componeren een paar schilderijen in het achterhoofd had. In eerste instantie weigerde hij te onthullen om welke schilderijen het ging. Hij zei daarover: ‘Ik geloof niet zo in de kunstenaar die teveel prijsgeeft over de beelden die hij voor ogen had. Laat de luisteraars zelf maar schilderen’. Maar toen de Italiaanse componist Ottorini Respighi in 1930 enkele van de etudes voor orkest ging bewerken was hij bereid om er wat meer over los te laten. Het ging om sombere doeken van de Zwitser Arnold Böcklin. Rachmaninov heeft twee reeksen Étudestableaux geschreven: opus 33 (1911) en opus 39 (1916-1917). De tweede reeks, opus 39, is
technisch nog veeleisender dan de eerste. IJzersterke vingers en extreem grote handen heb je eigenlijk nodig als pianist. Net als Rachmaninov zelf. De etudes van vandaag zijn overwegend melancholisch van karakter. Dat laatste is ook niet zo gek als je leest wat er zich in 1915 en 1916 allemaal afspeelde in Rachmaninovs naaste omgeving. Kort na elkaar overleden plotseling zijn studievriend en collega-pianist Skrjabin, zijn geliefde conservatoriumleraar Tanejev en zijn vader. Nummer 1 doet denken aan iemand die zenuwachtig naar iets op zoek is en dat maar niet vindt. Flarden van het middeleeuwse Dies Irae-thema, dat staat voor de dood, duiken soms op in etude nr. 2. Deze etude roept ook beelden op van de zee met meeuwen. De eerste paar maten zijn zo intens treurig dat je hart ervan samenknijpt. Nummer 3 is wel wat levendiger maar toch verre van vrolijk. De vierde etude is ingetogen en redelijk opgewekt. Nummer 5 is waanzinnig virtuoos en klinkt majestueus, gepassioneerd, rusteloos en naar het einde toe diep treurig. Nummer 6 verklankt volgens Rachmaninov het sprookje van Roodkapje. Je hoort de wolf grommen en herhaaldelijk naar haar happen. En in de snelle lichtvoetige passages ertussendoor horen we het meisje rennen voor haar leven. Rachmaninov gunt Roodkapje geen ‘happy end’. De etude eindigt met een forse hap van de wolf. Over nummer 7, de langste uit de reeks, zei Rachmaninov: ‘Het is een klankschildering van eindeloos vallende motregen waar je wanhopig van wordt’. Onder die omstandigheden had hij de begrafenis van zijn vriend Skrjabin bijgewoond. In deze 7
Toelichting
etude – een begrafenismars – kunnen we ook horen dat Rachmaninov gefascineerd was door kerkklokken. Nummer 8 biedt wat soelaas in de vorm van tederheid en lyriek en de reeks sluit af met een briljant stuk vol bravoure. Tekst toelichting: Thijs Bonger
8
Biografieën Componisten Aleksandr Skrjabin
De Russische componist en pianist Aleksandr Skrjabin (1872 - 1915) werd geboren in een aristocratische familie. Al op vijfjarige leeftijd bleek hij een groot muzikaal talent te hebben, ook al kreeg hij pas vanaf zijn elfde serieus pianoles. Hij studeerde piano en compositie aan het Conservatorium van Moskou. Toen hij in 1892 zou afstuderen werd hij door een conflict niet toegelaten tot
het compositie-examen en verliet hij het conservatorium zonder diploma. Hij bouwde een goede praktijk op als componist en concertpianist. Hij was van 1892 tot 1902 pianodocent aan het Conservatorium van Moskou en leefde daarna als freelancecomponist en -pianist. Zijn composities lagen in eerste instantie in de lijn van Chopin, maar in het eerste decennium van de twintigste eeuw raakte hij in de ban van het mystieke gedachtengoed. Zijn composities werden atonaler en mysterieuzer. Zijn ‘Gesamtkunstwerk’ Mysterium moest de kroon op zijn werk worden; door zijn dood door een bloedvergiftiging bleef het onvoltooid.
Franz Liszt Franz Liszt (1811 - 1886) groeide in de eerste helft van de negentiende eeuw uit tot een van de grootste pianovirtuozen van zijn tijd. Aan het einde van de jaren veertig van de negentiende eeuw beëindigde hij zijn solocarrière en
accepteerde hij een aanstelling in Weimar als Kapellmeister. Hier had hij de mogelijkheden om zich zo veel mogelijk aan het componeren te wijden.
Als componist werd hij net zo’n revolutionair denker en groot hervormer als de pianist in hem. Liszt bracht de pianotechniek in de eerste helft van de negentiende eeuw tot grote virtuoze hoogten en was een van de eersten die het begrip pianorecital in het leven riep. Als componist staat hij te boek als de man die het symfonisch gedicht vorm en bestaansrecht gaf en als de avonturier die vooral in zijn laatste werken harmonisch 9
BiografieĂŤn
nog een paar stappen verder ging dan zijn goede vriend en schoonzoon Richard Wagner. Daarmee deed hij de romantische harmonie, en in het verlengde daarvan de tonaliteit, in zijn voegen kraken.
Sergej Rachmaninov
Sergej Rachmaninov (1873 ‑ 1943) geldt als de laatste vertegenwoordiger van de laat-romantische Russische pianistiek en als de laatste componist die de romantisch WestersRussische stijl van componeren tot ver in de twintigste eeuw bracht. 10
Hij kreeg zijn opleiding aan het Conservatorium van Moskou en won er de gouden medaille voor zijn opera Aleko uit 1892. De slechte ontvangst van zijn Eerste symfonie in 1895 stortte Rachmaninov in een diepe depressie. Na de Revolutie van 1917 verliet Rachmaninov zijn vaderland om zich te vestigen in de Verenigde Staten. Hij werd geplaagd door heimwee en zijn compositorische arbeid nam zienderogen af, maar hij bleef wel concerten geven. Als pianist kreeg hij mede dankzij zijn fabelachtige techniek en de grote spanwijdte van zijn handen een legendarische status.
Biografieën
Uitvoerende Boris Giltburg Als telg van een gezin van pianisten volgde Boris Giltburg (1984, Israël) les bij zijn moeder. Daarna werd hij leerling van Arie Vardi. Van 2001 tot 2007 studeerde hij aan de Buchmann-Mehta Muziekacademie van Tel Aviv. Giltburg brak door in de Londense Royal Festival Hall waar hij soleerde met het Philharmonia Orchestra o.l.v. Michail Pletnev in 2007. Daarna volgde meerdere grote optredens. Zo trad hij op met het BBC Scottish Symphony Orchestra tijdens de BBC Proms van 2010 en met andere grote orkesten als het London Philharmonic, het Orchestre National du Capitole van Toulouse en het Nederlands Philharmonisch Orkest. Hij was laureaat van de Internationale Muziekwedstrijden van Santander (2002), Lissabon (Eerste Prijs in 2003) en Tel Aviv (Rubinstein, Tweede Prijs in 2011). In 2013 won
Foto: Bernd Uhlig
hij de Eerste Prijs op de Koningin Elisabethwedstrijd. Hij treedt regelmatig op in Europa (Het Concertgebouw, Wigmore Hall, Royal Festival Hall), Noord- en ZuidAmerika, Azië en Israël en werkte samen met dirigenten als Marin Alsop, Martyn Brabbins, Neeme Järvi, Vasily Petrenko, Michail Pletnev, Jukka-Pekka Saraste, Tugan Sokhiev en Marc Soustrot. In
2012 bracht Giltburg een cd uit met de Oorlogssonates van Prokofjev op het label Orchid Classics, gevolgd door een cd met sonates van Rachmaninov, Liszt en Grieg. In 2015 verscheen op het label Naxos de eerste van een reeks Schumann-cd’s.
11
Serie Piano
Verwacht
Za 15 okt 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtág, Schumann en Sweelinck Voor de Franse meesterpianist PierreLaurent Aimard is er een duidelijk verband tussen de componisten György Kurtág, Robert Schumann en zelfs Jan Pieterszoon Sweelinck: allen gebruikten het klavier als notitie- of zelfs dagboek. Aan hun toetsinstrument noteerden ze persoonlijke gedachten en poëtische ingevingen in de muzikale taal die bij de tijd pasten. Aimard brengt hun diepzinnige muziek samen en laat de mens achter de noten horen. Programma: Jan Pieterszoon Sweelinck Fantasia à 4: Echo SwWv 260 / Fantasia Crommatica / Robert Schumann delen uit Bunte Blätter / György Kurtág delen uit Játékok / Passio sine nomine (2015) / György Kurtág For Bálint András Varga’s 70th birthday en andere recente werken van György Kurtág
12
Pierre-Laurent Aimard Foto: Felix Broede
Cross-linx
Verwacht
za 5 nov 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.40 uur
Club Cross-linx Ralph van Raat plays Debussy and Radiohead In dit concert speelt pianist Ralph van Raat de geweldige muziek van de alternatieve rockgroep Radiohead, in sublieme arrangementen die de Amerikaan Christopher O’Riley maakte voor piano solo. Diens cd True Love Waits uit 2003 kreeg destijds vier sterren van het toonaangevende muziekblad Rolling Stone. De rijkdom van O’Rileys arrangementen imponeerde ook Van Raat, die ze dit concert combineert met klassieke werken van Debussy en Japanse technostukken. Programma: Claude Debussy Images oubliées / transcripties Radiohead door Christopher O’Riley / Karen Tanaka Techno Etudes / John Adams China Gates
Ralph van Raat Foto: Simon van Boxtel
13
Verwacht
September
zo 2 okt / 20.15 uur Brodsky Quartet Concert en cd-presentatie integrale opname Sjostakovitsj
za 24 sep / 15.00 uur De IJ-Salon Vroeg of laat?
do 6 okt / 12.30 uur Jacob Olie Trio Lunchconcert i.s.m. NMF
wo 28 sep / 20.15 uur Rosanne Philippens & friends I love Schubert
do 6 okt / 20.15 uur Nederlands Blazers Ensemble Stemmen uit het Oosten
do 29 sep / 20.15 uur Doelenkwartet Tussen stilte en materie vr 30 sep / 20.15 uur Ju Percussion Slagwerksensatie uit Azië
Oktober
vr 7 okt / 20.15 uur Nederlandse Bachvereniging De vier jaargetijden
za 15 okt / 20.15 uur Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtág, Schumann en Sweelinck zo 16 okt / 13.30 uur Marieke Koopman, Jonas Furrer + Ton Koopman Caecilia (5+) zo 16 okt / 13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Jeroen Schipper + Henrik Holm Chocokrokodil (2-4)
za 8 okt / 20.15 uur Anoushka Shankar Land of Gold
za 1 okt / 20.00-8.00 uur Merlijn Twaalfhoven Resonance night
zo 9 okt / 15.00 uur Nederlands Kamerkoor + Peter Phillips Nederlands Kamerkoor ontmoet Rob Wijnberg
zo 2 okt / 11.00 uur / Kleine Zaal Maarten Havinga In de geest van Huygens
wo 12 okt / 20.15 uur Liza Ferschtman + André Morsch + Julius Drake Parijse sferen
zo 2 okt / 15.00 uur Sabrina Starke Wat is het geheim van zingen? (8+)
do 13 okt / 20.15 uur Asko|Schönberg, Stefanovich + Queyras Ode aan Kurtág
14
vr 14 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta Muzikale roots
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/huil van de wolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15