Do 1 dec 2016 Grote Zaal 20.15 uur
Donderdag avondserie
Nieuw Ensemble Dubbelportret Elliott Carter / Franco Donatoni
Programma Nieuw Ensemble Dubbelportret Elliott Carter / Franco Donatoni Ed Spanjaard dirigent Katharine Dain mezzosopraan Ernest Rombout hobo Eeva Koskinen viool
2
Donderdag avondserie Serie Nieuw Ensemble Do 1 dec 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur ca. 50 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Door JoĂŤl Bons
Programma
Franco Donatoni (1927 – 2000) Arpège (1986) voor fluit, klarinet, piano, vibrafoon, viool, cello
Elliott Carter (1908 – 2012) Luimen (1998) voor mandoline, gitaar, harp, vibrafoon, trompet, trombone
Franco Donatoni Spiri (1977) voor viool en hobo solo, fluit, klarinet, basklarinet, slagwerk, celesta, viool, altviool, cello
Pauze Elliott Carter Con leggerezza pensosa: Omaggio a Italo Calvino (1990) voor klarinet, viool, cello
Franco Donatoni Refrain (1986) voor piccolo, basklarinet, mandoline, gitaar, harp, marimba, altviool, contrabas
Elliott Carter A Mirror on Which to Dwell (1974) ·· Anaphora ·· Argument ·· Sandpiper ·· Insomnia ·· View of the capital from the library of congress ·· O breath voor sopraan, fluit, hobo, klarinet, slagwerk, piano, viool, altviool, cello, contrabas
Elk stuk wordt ingeleid door de componisten zelf in korte filmpjes van Frank Scheffer (Carter) en Mario Steenbergen (editor Donatoni) 3
Toelichting De verwantschap tussen de Amerikaanse componist Elliott Carter en de Italiaan Franco Donatoni is groot. Beiden zijn gepokt en gemazeld door het naoorlogse Europese modernisme en beiden legden een lange weg af voordat ze tot een herkenbaar, eigen idioom kwamen. Beiden waren bevriend met Pierre Boulez, die zich als dirigent en programmeur sterk maakte voor hun werk. De muziek van Carter en Donatoni toont overeenkomsten in de virtuoze en idiomatische schrijfwijze voor de instrumenten, de ritmische vitaliteit en de door het structuralisme beïnvloede denkwereld. Carters muziek is wel gekenschetst als ‘instrumentaal theater’, waarin de interactie van de onafhankelijke stemmen centraal staat. Donatoni’s muziek is speels, inventief en virtuoos; kenmerkend voor zijn werk is een blokachtige structuur. De twee componisten nemen ieder een geheel eigen plaats in binnen het rijke spectrum van de muziek van de twintigste eeuw. Elliott Carters leven strekte zich uit over bijna die gehele eeuw: hij werd geboren in 1908 en stierf in 2012. Het horen van de Amerikaanse première van Stravinsky’s Sacre du Printemps deed hem besluiten componist te worden. Carter dompelde zich onder in de diversiteit van de nieuwe muziek en werkte ondertussen consciëntieus aan zijn eigen stijl. Ondanks de radicale ontwikkelingen in het componeren die zich tijdens Carters leven afspeelden, bleef hij zichzelf. Hij groeide uit tot een van de belangrijkste figuren in de muziek van zijn tijd, componeerde een uitgebreid en divers oeuvre en was van grote invloed op veel Amerikaanse componisten. Zijn belangrijkste innovatie is het gebruik van ‘metrische 4
modulatie’, waarbij de basispuls van de muziek steeds ‘schakelt’. Dit verleent zijn werk een grote beweeglijkheid en ritmische souplesse, een kenmerkende flow. Franco Donatoni, geboren in 1927 in Verona, woonde en werkte in Milaan, waar hij in 2000 stierf. Het laatste kwart van de vorige eeuw gold Donatoni als een van de markantste figuren in de nieuwe muziek. Zijn productie van vooral kamermuziek en ensemblestukken was enorm; zijn faam als compositiedocent strekte zich uit over heel Europa. Aan deze bloeiperiode, die aanbrak toen hij al bijna vijftig was, ging een lange weg vooraf. Zijn prikkelende en briljante muziek klinkt vandaag nog even fris als toen zij geschreven werd. Speelsheid en absurdisme, gepaard aan een eigen, superieure compositietechniek, zijn karakteristiek voor zijn werk. Als basis voor een compositie dient een willekeurig fragment dat met behulp van een rijk scala aan compositietechnieken voortdurend wordt ‘herlezen’ en steeds anders wordt geïnterpreteerd en getransformeerd. Al schrijvende ontvouwt zich zo de vorm, veelal een aaneenschakeling van schijnbaar losstaande ‘panelen’. Het geheim van de innerlijke samenhang ligt besloten in de eenheid van het materiaal en de consequentie waarmee Donatoni zijn variatieprincipes toepast.
Toelichting
Zowel Carter als Donatoni hadden tot hun dood een innige band met het Nieuw Ensemble. Beiden waren met regelmaat te gast en schreven specifiek voor de bijzondere instrumentale bezetting van de groep: Carter componeerde in 1998 Luimen, Donatoni in 1986 Refrain, dat zijn première op het Holland Festival beleefde. De Italiaanse meester schreef nog twee stukken voor het Nieuw Ensemble: Refrain IV en de korte opera Alfred, Alfred. Geert van Boxtel / Joël Bons
Franco Donatoni Arpège Donatoni schreef Arpège in 1986 op verzoek van Ensemble Contrechamps. ‘De aanwezigheid van een vibrafoon in het instrumentarium lokte associaties uit: stilaan ontspringt hier de vorm uit de diepten, een terzijde gelegd fragment van het vibrafoon solostuk Omar wordt gelieerd aan de piano. Het vervolg laat zich gemakkelijk voorstellen, niet alleen door de titel, maar ook vanwege het duidelijk verhalende karakter dat een in wording zijnde boodschap draagt. De grondslag van iedere figuur neigt naar de anonieme vereenvoudiging van de versiering: materiaal zonder identiteit maar generator van identificeerbare vormen. Deze zijn overigens geen lang leven beschoren: andere kortstondige figuren doemen op, de behoedzame aanwezigheid van een
onophoudelijk veranderend continuüm levert niet meer dan vervliegende fragmenten in het geheugen op.’ Franco Donatoni
Elliott Carter Luimen Carter componeerde op 89-jarige leeftijd Luimen in opdracht van het Nieuw Ensemble en schreef bij de première: ‘Al een paar jaar speelde ik met de gedachte om een stuk te schrijven dat gebaseerd is op de klank van tokkelinstrumenten, zoals de mandoline, gitaar en harp. Toen het Nieuw Ensemble mij vroeg een stuk te schrijven, realiseerde ik me dat deze groep uitstekende bespelers van deze drie instrumenten in huis heeft, waar ik trompet, trombone en vibrafoon aan toevoegde. Ik componeerde een eendelige fantasie waarvoor de titel bedacht werd door het ensemble (met de betekenis van ‘bui’ of ‘gril’). Het stuk opent met een snel deel, dat elk instrument in korte solo’s voor het voetlicht brengt, afgewisseld met momenten voor de hele groep. Dit wordt gevolgd door een langzaam gedeelte, waardoorheen de mandoline een lijn van korte noten weeft. Een gitaarsolo, begeleid door de overige musici, loopt over in het slot-coda voor het gehele sextet. Luimen is geschreven in de vroege zomer van 1997, in Southbury, Connecticut.’ Elliott Carter
5
Toelichting
Franco Donatoni Spiri Spiri omschreef Donatoni zelf als ‘vreugdevol, bijna euforisch’. ‘Na de ‘negatieve’ periode van de jaren zestig deed de onontbeerlijke inventiviteit zich weer gelden in Spiri; mijn werkwijze was een nietdestructieve manier van denken geworden waarin het pseudo-toeval, gebaseerd op tien jaar ervaring met automatismen in het compositieproces, was geïntegreerd. Juist in die tijd komt de ‘figuur’ duidelijk en bewust te voorschijn, min of meer doordat ik een keer onvoorzichtig met mijn materiaal was omgesprongen. Elke dag weer probeer ik die figuur te ontdekken die in elk materiaal verborgen lijkt te zijn: het is niets anders dan de projectie van datgene wat binnenin mij moeizaam vorm probeert te krijgen. Van mijn stukken is Spiri het plezierigst om naar te luisteren. Ik heb gebruik gemaakt van letters die in mijn naam voorkomen: F, A, C, D. Het begin brengt een soort monothematiek, gevarieerde herhalingen van hetzelfde fragment in hobo en viool. In Spiri zit iets van herhaling, iets dat zich niet ontwikkelt en dat je een idee-fixe zou kunnen noemen. Ik zou kunnen zeggen ‘de figuur, dat ben ik’, eerder dan ‘de stijl, dat ben ik’. Zo was de figuur, als ik een slechte tijd doormaakte, niet best, afwezig als het ware. Je componeert ten slotte om jezelf bij elkaar te rapen, samen te stellen. De 6
dubbelzinnigheid van Spiri is gelegen in het succes van het stuk bij het publiek, waarbij – doordat de gegevens worden herhaald en geoctaveerd – een gevoelige snaar wordt geraakt, zonder dat dat mijn bedoeling was. Ik speel in dit stuk met de dubbelzinnigheid van de inventie en het bezit: ik verover iets dat eigenlijk een ander toebehoort, of ook: in het proces lijk ik te verliezen, maar op een andere plek blijk ik overeind te zijn gebleven.’ Franco Donatoni
Elliott Carter Con leggerezza pensosa: Omaggio a Italo Calvino Carter bezocht in 1924 samen met zijn moeder Rome en werd geraakt door de stad, haar cultuur en haar taal. Deze fascinatie raakte hij niet meer kwijt. ‘Dit stuk werd geschreven op verzoek van Raffaele Pozzi, de directeur van het Italiaanse Instituto di Studi Musicali in Latina. Het is een hommage aan de Italiaanse auteur Italo Calvino en ging in première tijdens de eerste uitreiking van de prijzen die het instituut toekent voor het beste musicologische artikel. Italo Calvino schreef zijn Norton Lectures voor de Harvard University, maar stierf voor hij zijn Six Memos for the Next Millenium kon uitspreken. Con Leggerezza Pensosa is aan hem opgedragen, omdat Calvino’s nieuwe kijk op het humanisme die hij in deze lezingen naar voren brengt, een belangrijke inspiratiebron
Toelichting
zijn geworden voor het Instituto di Studi Musicali. De titel is ingegeven door een opmerking in de lezing over lichtvoetigheid: ‘Bovenal hoop ik duidelijk gemaakt te hebben, dat er zoiets bestaat als lichtvoetige bedachtzaamheid (una leggerezza della pensosità), naast de alom bekende lichtvoetige frivoliteit. Vergeleken bij bedachtzame lichtvoetigheid lijkt frivoliteit dan ook saai en zwaar.’
Waarom Refrain? Uit een bleek en verhuld ‘koraal’ ontstaan op regelmatige afstanden, cyclisch, situaties waar het koraal steeds gevarieerd doorheen loopt. Die situaties komen vooral uit het componeren zelf, het schrijven voort. De rest zal naar ik hoop duidelijk uitkomen in de klank, ook voor degenen die zich niet met notenschrijven bezighouden. Franco Donatoni
Elliott Carter
Franco Donatoni Refrain Donatoni schreef Refrain speciaal voor het Nieuw Ensemble in opdracht van het Holland Festival. De eigenaardigheid van de instrumentale bezetting is parameter van de compositie: het ‘tokkelen’ en het ‘strijken’, het ‘staccato’ en het ‘tenuto’ – de lineaire gedachte en de verticale gedachte worden van elkaar gescheiden geledingen, de scheidingen worden onderbrekingen, de onderbrekingen niveausprongen. Maar het dissociatieve aspect wordt gecompenseerd door de neiging tot continuïteit en tot associatie door herhaling, overlapping en verdichting. Het gebaar van het ‘feest’ en dat van het ‘koraal’ doen de vorm ontstaan, vanaf de scheiding in het begin doorlopen ze allerlei stadia tot het moment waarop het ene onverwachts een attribuut wordt van het andere.
Elliott Carter A Mirror on Which to Dwell Het New Yorkse ensemble Speculum Musicae vroeg Elliott Carter een liederencyclus te schrijven ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Verenigde Staten van Amerika. ‘Toen ik de opdracht aannam om een liederencyclus te schrijven voor Speculum Musicae, besloot ik tot een werk voor sopraan en ensemble. De gedichten van Elizabeth Bishop maakten indruk op me, omdat het woordgebruik helder is en een grote innerlijke samenhang vertoont, en omdat ze op een fantasievolle manier gebruikmaken van klanken die een zingende stem suggereren. Het perspectief van de gedichten sprak tot mijn verbeelding; er is bijna altijd een tweede betekenislaag – soms ironisch, soms gepassioneerd – die een speciale sfeer creëert, vaak tegengesteld aan de betekenis van de woorden. De volgorde van de liederen is van mij. 7
Toelichting
A mirror on which to dwell, een regel uit het gedicht Insomnia, is de titel die ik gekozen heb, gedeeltelijk omdat het een algemene uitspraak lijkt te zijn over alle gedichten, gedeeltelijk omdat ik wilde dat de muziek een spiegel zou zijn voor de woorden; én gedeeltelijk voor Speculum Musicae, de organisatie die de opdracht gaf voor dit werk ter ere van het tweehonderd jarig bestaan van de Verenigde Staten van Amerika. De eerste uitvoering vond plaats in 1974 in New York door de sopraan Susan Davenny Wyner en Speculum Musicae onder leiding van Richard Fitz, aan wie het stuk is opgedragen. Het eerste en het vijfde lied maken gebruik van het voltallige ensemble van negen musici. Argument is geschreven voor bongo’s, piano, fluit, klarinet en lage strijkers; Sandpiper is voor hobo, piano en strijkers; Insomnia is voor piccolo, marimba en hoge strijkers. In O Breath figureren de drie blazers, de strijkers en zachte, rommelende slagen op cymbalen en grote trom. De stem beweegt zich tussen twee octaven, van de b onder de notenbalk naar de b erboven; ritmisch ingewikkeld maar dankbaar om te zingen.’ Elliott Carter
8
Liedteksten Elliott Carter A Mirror on Which to Dwell Tekst: Elizabeth Bishop (1911 - 1979)
1. Anaphora Each day with so much ceremony begins, with bird, with bells, with whistles from a factory; such white-gold skies our eyes first open on, such brilliant walls that for a moment we wonder “Where is music coming from, the energy? The day was meant for what ineffable creature we must have missed?” Oh promptly he appears and takes his earthly nature instantly, instantly falls victim of long intrigue assuming memory and mortal mortal fatigue. More slowly falling into sight and showering into stippled faces, darkening, condensing all his light; in spite of all the dreaming squandered upon him with that look, suffers our uses and abuses, sinks through the drift of bodies, sinks through the drift of classes to evening to the beggar in the park who, weary, without lamp or book prepares stupendous studies: the fiery event of everyday in endless endless assent.
2. Argument Days that cannot bring you near or will not, Distance trying to appear something more than obstinate, argue argue argue with me endlessly neither proving you less wanted nor less dear. Distance: Remember all that land beneath the plane; that coastline of dim beaches deep in sand stretching indistinguishably all the way, all the way to where my reasons end? Days: And think of all those cluttered instruments, one to a fact, canceling each other’s experience; how they were like some hideous calendar “Compliments of Never & Forever, Inc.” The intimidating sound of these voices we must seperately find can and shall be vanquished: Days and Distance disarrayed again and gone both for good and from the gentle battleground.
9
Liedteksten
3. Sandpiper The roaring alongside he takes for granted, and that every so often the world is bound to shake. He runs, he runs to the south, finical, awkward, in a state of controlled panic, a student of Blake. The beach hisses like fat. On his left, a sheet of interrupting water comes and goes and glazes over his dark and brittle feet. He runs, he runs straight through it, watching his toes. -Watching, rather, the spaces of sand between them, where (no detail too small) the Atlantic drains rapidly backwards and downwards. As he runs, he stares at the dragging grains. The world is a mist. And then the world is minute and vast and clear. The tide is higher or lower. He couldn’t tell you which. His beak is focused, he is preoccupied, looking for something, something, something. Poor bird, he is obsessed! The millions of grains are black, white, tan and gray, mixed with quartz grains, rose and amethyst.
10
4. Insomnia The moon in the bureau mirror looks out a million miles (and perhaps with pride, at herself, but she never, never smiles) far and away beyond sleep, or perhaps she’s a daytime sleeper. By the Universe deserted, she’d tell it to go to hell, and she’d find a body of water, or a mirror on which to dwell. So wrap up care in a cobweb and drop it down the well Into that world inverted where left is always right, where the shadows are really the body, where we stay awake all night, where the heavens are shallow as the sea is now deep, and you love me.
Liedteksten
5. View of the capitol from the library of congress Moving from left to left, the light is heavy on the Dome, and coarse. One small lunette turns it aside and blankly stare off to the side like a big white old wall-eyed horse. On the east steps the Air Force Band in uniforms of Air Force blue is playing hard and loud, but-queerthe music doesn’t quite come through. It comes in snatches, dim then keen, then mute, and yet there is no breeze. The giant trees stand in between. I think the trees must intervene, catching the music in their leaves like gold-dust, till each big leave sags. Unceasingly the litle flags feed their limp stripes into the air, and the band’s efforts vanish there.
6. O Breath Beneath that loved and celebrated breast, silent, bored really blindly veiled grieves, maybe lives and lets live, passes bets something moving but invisbly and with what clamor why restrained I cannot fathom even a ripple. (See the thin flying of nine black hairs four around one five the other nipple, flying almost intolerably on your own breath.) Equivocal, but what we have in common’s bound to be there, whatever we must own equivalents for, something that maybe I could bargain with, and make a seperate peace beneath within if never with.
Great shades, edge over, give the music room. The gathered brasses want to go boom-boom.
11
Biografieën Componisten Franco Donatoni De Italiaanse componist Franco Donatoni (1927 2000) volgde eerst een handelsopleiding. Daarna begon zijn muziekstudie aan de Conservatoria van Verona, Bolzano en Milaan. In 1951 deed hij eindexamen en studeerde hij nog twee jaar door bij Pizzetti in Rome. De ontmoeting met de componist Bruno Maderna in 1953 bracht een ommekeer in zijn ontwikkeling. Hij schreef daarover: ‘Ik moest naar Darmstadt, de weg opnieuw afleggen, vanaf Schönberg en Webern. Wat ik in die periode schreef was direct door deze componisten beïnvloed: dodecafonische pogingen ‘op z’n Italiaans’’. Tijdens enkele zomercursussen in Darmstadt onderging hij verschillende andere invloeden (Berio, Nono en Stockhausen). Hij schreef zijn eerste orkestwerk Strophes en begon een eigen taal te ontwikkelen. Toen hij 12
Foto: Joël Bons
in 1961 in aanraking kwam met het werk van John Cage, belandde Donatoni in een ‘Zwarte Periode’ waar hij vooral onmacht voelde. Deze periode duurde vier jaar en hij kwam die te boven via ‘een soort ambachtelijkheid’. In de jaren zeventig werd hij veelvuldig geplaagd door depressies en manieën en stopte tijdelijk met componeren. Hij deed tijdelijk correctiewerk. Zijn vrouw haalde hem over
tot het schrijven van een opdracht voor de Accademia Chigiana. Hij schreef het stuk Ash en voelde zich als herboren. Zijn succesvolste stuk uit die periode is Spiri (1977).
Biografieën
Elliott Carter De Amerikaanse componist Elliott Carter (1908 - 2012) is lange tijd gezichtsbepalend geweest voor de hedendaagse Amerikaanse muziek. Omdat zijn familie in de kant-import werkzaam was, bracht hij veel van zijn kindertijd in Europa door en sprak op jonge leeftijd even vloeiend Engels als Frans. Als jongen studeerde hij piano en was al spoedig tot het werk van Scriabin en Stravinsky aangetrokken. Toen hij Le Sacre du printemps voor het eerst hoorde, besloot hij componist te worden. Een leraar op de Horace Mann School in New York bracht hem in contact met Charles Ives en Ives’ muziek en ideeën waren cruciaal voor Carters ontwikkeling. Tussen 1926 en 1932 studeerde hij aan de Harvard University, waarna hij op advies van Walter Piston naar Parijs vertrok om bij Nadia Boulanger les te nemen. Bij haar verwierf hij een zeer grondige kennis van het contrapunt, zong met zijn medestudenten alle
cantates van Bach en deelde met Boulanger een grote liefde voor het werk van Stravinsky. In 1935 keerde Carter naar Amerika terug. Aan het eind van de jaren veertig onderging zijn stijl een radicale verandering. Zijn Eerste strijkkwartet (1951) is de eerste rijpe proeve van zijn nieuw verworven taal, het stuk bracht hem internationale erkenning. Carter wordt met Cage beschouwd als de
belangrijkste Amerikaanse componist van de tweede helft van de twintigste eeuw. Hij ontving talloze prestigieuze prijzen bijvoorbeeld tweemaal de Pulitzer Prijs - en zijn werk werd door de meest gerenommeerde dirigenten, solisten, ensembles en orkesten over de gehele wereld gespeeld.
13
Biografieën
Uitvoerenden Katharine Dain Sopraan De Amerikaanse sopraan Katharine Dain is actief in zowel het concert- als het operarepertoire en is werkzaam in Europa en Noord-Amerika. Zij werd geboren in North Carolina, studeerde aan Harvard, Guildhall en Mannes College of Music en woont momenteel in Nederland. In het seizoen 20152016 zong Katharine in solo-recitals met werk van Strauss, Marx en Korngold in onder meer Het Concertgebouw met pianiste Reinhild Mees. Ze debuteerde in Parijs en Brussel en was te zien in de bijzondere operaproductie Be With Me Now op verschillende podia in Europa. Dain maakte haar Italiaanse debuut in Nono’s Il canto Sospeso in Bologna onder dirigent Robert Abbado en was voorts te zien in Claude Viviers Kopernikus bij De 14
Nationale Opera en een aantal andere hedendaagse opera’s bij onder meer Silbersee, Opera Company of Philadelphia, Operadagen Rotterdam en Opera Omnia. Katharine Dain trad op als soliste in Bachs Hohe Messe, de Matthäus Passion en het Weihnachtsoratorium, Händels Messiah en Judas Maccabeus, Mozarts Requiem en Exultate Jubile, Orffs Carmina Burana en tal van andere grootschalige producties. Zij was te gast bij een groot aantal gerenommeerde orkesten als Asko|Schönberg, Sinfonica di Teatro Comunale di Bologna, Cappella Amsterdam, American Symphony Orchestra, Collegiate Chorale en het Rebel Baroque Orchestra. Ook werkte Dain met de Mark Morris Dance Group en het New York City Ballet. Zij is daarnaast actief in de kamermuziek en een pleitbezorger van hedendaagse muziek. Ook met het Nieuw Ensemble werkte zij al eerder. Dain is medeoprichter van het vocale kwartet Damask Ensemble dat vanuit Nederland opereert en van Lunatics at Large, een
Foto: Brian Halton
ensemble voor nieuwe muziek dat in New York is gevestigd. Zij is tot slot actief in de Piatigorsky Foundation dat klassieke muziek presenteert in scholen, buurt- en bejaardentehuizen. www.katharinedain.com
Biografieën
Ernest Rombout Hobo
Foto: Camilla van Zuylen
Ernest Rombout studeerde cum laude af aan de Musikhochschule in Freiburg bij Heinz Holliger en vervolgde zijn studie bij Maurice Bourgue en Nikolaus Harnoncourt. Op 19-jarige leeftijd was hij prijswinnaar van het internationale hoboconcours in Ancona, Italië. In 1983 maakte hij zijn solodebuut in Het Concertgebouw te Amsterdam en trad sindsdien
op met gerenommeerde orkesten en ensembles, waarbij hij samenwerkte met dirigenten als Christopher Hogwood, Heinz Holliger, Ed Spanjaard en Jaap van Zweden. Zijn interesse in moderne muziek heeft geleid tot het uitbreiden van de hobotechnieken. Componisten als Luca Francesconi, Eric Verbugt en David del Puerto schreven nieuwe werken voor hem. Hij is hoofdvakdocent aan het Conservatorium van Amsterdam en Wenen, en maakt sinds 1985 deel uit van het Nieuw Ensemble.
Zwitserland, de Vina del Mar Competition in Chili en de Japan Competition in Tokio. Zij treedt regelmatig nationaal en internationaal op als solist en kamermusicus en is medeoprichter van het Utrecht String Quartet. Met het Noord Nederlands Orkest gaf zij Nederlandse premières van o.a. het Vioolconcert nr.1 van Ernst Krenek en Mambo, Blues and Tarantella van Mark-Anthony Turnage.
Eeva Koskinen Viool Na haar studie aan de Sibelius Academy in haar geboortestad Helsinki voltooide Eeva Koskinen haar vioolstudie bij Viktor Liberman aan het Utrechts Conservatorium. Ook studeerde zij bij Vladimir Spivakov in Frankrijk. Eeva was prijswinnaar bij onder andere het Tibor Varga concours in
Zij is verbonden aan het Utrechts Conservatorium als hoofdvakdocent viool en is eerste concertmeester van het Noord Nederlands Orkest. 15
Biografieën
Ed Spanjaard Dirigent Ed Spanjaard is sinds 1982 vaste dirigent van het Nieuw Ensemble. Daarnaast is hij regelmatig gastdirigent bij het Koninklijk Concertgebouworkest, de Nederlandse radio-orkesten en het Nederlands Kamerkoor. Spanjaard dirigeerde bij de Münchner Philharmoniker en was ook werkzaam bij de Staatskapelle Weimar, het Deens Nationaal Symfonie Orkest, de Opéra van Lyon, Ensemble Intercontemporain (Parijs), Ensemble Modern (Frankfurt) en KlangForum Wien. Als gastdirigent van het Orkest van de 18e Eeuw voerde hij in 2013 met veel succes de semi-concertante versie van Così fan tutte uit en kreeg hij voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem dit jaar met het Scottisch Chamber Orchestra lovende kritieken. Sinds september 2012 is Ed Spanjaard tevens hoofddocent orkestdirectie aan het Conservatorium van Amsterdam. www.edspanjaard.nl
16
BiografieĂŤn
Foto: Bodo Korsig
17
Biografieën
Nieuw Ensemble Het Nieuw Ensemble is opgericht in 1980. De basisbezetting bestaat uit twaalf musici, tokkelinstrumenten behoren tot de vaste kern. Het ensemble heeft een geheel eigen repertoire van ongeveer zevenhonderd stukken. Onder leiding van chefdirigent Ed Spanjaard heeft het Nieuw Ensemble zich ontwikkeld tot een internationaal toonaangevend ensemble voor hedendaagse muziek. In 1998 werden het ensemble en artistiek leider Joël Bons onderscheiden met de Prins Bernard Fonds Muziekprijs vanwege de ‘uitgesproken avontuurlijke en speelse programmering die letterlijk en figuurlijk als grensoverschrijdend kan worden betiteld.’ Samenwerking met componisten is essentieel voor het Nieuw Ensemble. De groep werkte met Pierre Boulez, Elliott Carter, Franco Donatoni, Brian Ferneyhough, Mauricio 18
Kagel, Ton de Leeuw, György Ligeti, György Kurtág en Theo Loevendie, organiseerde talloze componistenpractica en introduceerde een groot aantal componisten uit landen buiten Europa: in premièreprogramma’s stonden China, Japan, de Kaukasus, het MiddenOosten en Midden- en Zuid-Amerika centraal. Het ensemble geeft concerten over de hele wereld. Het Nieuw Ensemble ontvangt een meerjarige subsidie van de Gemeente Amsterdam en is ensemble in residence bij het Conservatorium van Amsterdam. www.nieuw-ensemble.nl
Harrie Starreveld fluit Ernest Rombout hobo Lars Wouters van den Oudenweijer klarinetten Carlos Galvez basklarinet Arthur Kerklaan trompet Koen Kaptijn trombone Hans Wesseling mandoline Helenus de Rijke gitaar Ernestine Stoop harp Mark Toxopeus piano/celesta Herman Halewijn slagwerk Eeva Koskinen viool Ruña ‘t Hart viool Frank Brakkee altviool Katharina Gross cello Dario Calderone contrabas
BiografieĂŤn
Foto: Kadir van Lohuizen
19
Verwacht
Donderdag avondserie Do 8 dec 2016 Grote Zaal 20.15 uur
Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag In Between Tijdens In Between heeft Asko|Schönberg lak aan de muzikale hokjesgeest. Samen met Slagwerk Den Haag en de finalist van het tweejaarlijkse Tromp percussieconcours speelt het ensemble muziek op het grensvlak tussen verschillende stijlen, compositie en improvisatie, akoestische klanken en elektronica. Bijvoorbeeld van Michel van der Aa, die al jaren met elektronica en instrumentale klanken tovert. In Between en Attach, twee delen uit zijn vijftien jaar oude Preposition Trilogy, plaatst Van der Aa soundtrack en ensemble in wisselende constellaties naast én boven elkaar. De Amerikaanse rockdrummer Glenn Kotche laat zijn veelzijdige muzikale persoonlijkheid de vrije loop in een nieuw werk voor percussionist en ensemble. En van componist Wilbert Bulsink klinkt een wereldpremière. Het is een kruising tussen uitgeschreven partituur en collectieve improvisatie, waarin hij in de kieren van het westerse toonsysteem kruipt. De Venezolaan Jorge Sánchez-Chiong is componist, improvisator en noemt zichzelf ‘turntablist’ (dj). Logisch dat in zijn ensemblewerk Final Girl 2009 de spontaniteit van een improvisatie doorklinkt. Asko|Schönberg is ensemble in residence. 20
Slagwerk Den Haag Foto: Gerrit Schreurs
Programma: Glenn Kotche Time Passages (nieuw werk, in opdracht Tromp Percussion, Asko|Schönberg, Slagwerk Den Haag, met steun van de Eduard van Beinum Stichting) / Michel van der Aa Between / Attach (uit: Preposition Trilogy) / Wilbert Bulsink Meanwhile, behind, between, etcetera (wereldpremière, opdracht van Asko|Schönberg, met steun van Fonds Podiumkunsten) / Jorge Sanchez-Chiong Final Girl 2009
Donderdag avondserie
Verwacht
Serie Nieuw Ensemble
Nieuw Ensemble Transformations - Carola Bauckholt / Christina Kubisch
Do 9 feb 2017 Grote Zaal 20.15 uur
De Duitse Carola Bauckholt is een van de origineelste en eigenzinnigste componisten van vandaag. Haar werk is inventief en vaak humoristisch: een unicum in de hedendaagse muziek. In een zoektocht naar geluiden die normaal gesproken niet voor ons toegankelijk zijn, heeft Bauckholt samen met geluidskunstenares Christina Kubisch in opdracht van het Muziekgebouw en toegesneden op het Nieuw Ensemble een bijzonder werk ontwikkeld. Met speciale sensoren worden elektromagnetische golven en ultrageluid hoorbaar gemaakt. Via aard- en onderwatermicrofoons maken we kennis met ongekende klanken. Hoe klinkt die werkelijkheid en waarom raakt het ons zo? Bauckholt en Kubisch onderzoeken dit ieder op hun eigen manier, waarbij Bauckholt de opnamen van Kubisch als het ware onder de microscoop legt en voor instrumenten orkestreert.
Carola Bauckholt & Christina Kubisch
Programma: Carola Bauckholt Laufwerk / Treibstoff / nieuw werk (wereldpremière, opdracht Muziekgebouw) / Christina Kubisch nieuw werk voor luidsprekers (wereldpremière, opdracht Muziekgebouw) / Carola Bauckholt/ Christina Kubisch nieuw werk (wereldpremière, opdracht Muziekgebouw) 21
Verwacht
December 2016 zo 4 dec / 11.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen + Harrie Starreveld Van hier tot Tokio do 8 dec / 20. 15 uur Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag In Between vr 9 dec / 20.15 uur Odysseus’ Women + Anaïs Nin Nieuw Amsterdams Peil za 10 dec / 20.15 uur Akademie für Alte Musik Berlin Kerst met Händel, Bach en Telemann
do 15 dec / 20.15 uur Nederlands Kamerorkest Baltische schoonheid
vr 16 dec / 20.15 uur Fazil Say Improvisaties van Debussy en Say
za 17 dec / 20.15 uur St. Lawrence String Quartet Vader en zoon Adams
vr 6 jan / 20.00 uur / Janssenbeton Muziekgebouw op locatie: Bach & Beton Canto en documentaire vr 6 jan / 20.30 uur FIBER x The Rest is Noise Paul Jebanasam & Tarik Barri - Continuum + Scott Monteith & Rainer Kohlberger - Qawwali Quatsch
zo 18 dec / 15.00 uur Cappella Amsterdam Hodie Christus natus est
za 7 jan / 20.15 uur Hitchcocks The Lodger Hermes Ensemble
wo 21 dec / 18.30 uur college + 19.30 uur concert Liza Ferschtman + Jonathan Cohen Bibers Rozenkranssonates
Huil van de Wolff
zo 11 dec / 20.15 uur Ana Moura In concert
do 22 dec / 19.30 uur Nederlandse Bachvereniging Kerstconcert: Hohe Messe
wo 14 dec / 20.15 uur Cappella Pratensis Kerst met Josquin
wo 28 dec / 19.30 uur Calefax PAN 13
22
Januari 2017
Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
23