Vr 17 feb 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Kamermuziek Internationaal
Isabelle Faust + Alexander Melnikov Voorbij Fauré
Programma Isabelle Faust + Alexander Melnikov Voorbij FaurĂŠ
Serie Kamermuziek Internationaal Vr 17 feb 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.10 uur ca. 50 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze
Isabelle Faust viool Alexander Melnikov piano
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Programma
Karol Szymanowski (1882 - 1937) Drie Mythen voor viool en piano op. 30 (1915) ·· La Fontaine d’Aréthuse ·· Narcisse ·· Dryades et Pan Gabriel Fauré (1845 - 1924) Vioolsonate nr. 1 op. 13 in A (1875-76) ·· Allegro molto ·· Andante ·· Scherzo: Allegro vivo ·· Allegro quasi presto Pauze Jean Françaix (1912 - 1997) Sonatine voor viool en piano (1934) ·· Vivace ·· Andante ·· Thème varié Gabriel Fauré Vioolsonate nr. 2 op. 108 in e (1916) ·· Allegro non troppo ·· Andante ·· Finale: Allegro non troppo George Antheil (1900 - 1959) Vioolsonate nr. 2 (1923)
3
Toelichting Jarenlang spelen violist Isabelle Faust en pianist Alexander Melnikov al samen. Alleen al voor het label Harmonia Mundi hebben ze een kleine twintig cd’s opgenomen, waarmee ze internationale prijzen hebben gewonnen. Met het programma van vanavond bewijzen ze weer eens dat ze een brede muzikale smaak hebben. Hun recital begint met Drie Mythen, sensuele en beeldende muziek van Szymanowski, gebaseerd op mythologische verhalen uit de Griekse oudheid. Zeer interessant om op één recital Fauré’s beide vioolsonates voorgeschoteld te krijgen. Dan kunnen we horen hoe spectaculair Fauré’s idioom zich in veertig jaar heeft ontwikkeld. Van uitbundig romantisch naar geconcentreerd, zoekend en introvert. Luchtigheid is troef in de Sonatine van Françaix en de Tweede vioolsonate van Antheil roept een heel tijdperk op in het hippe Parijs van rond 1920, waar je als componist niet meetelde als je geen jazz en schrille dissonanten in je stukken verwerkte.
Karol Szymanowski Drie Mythen voor viool en piano Karol Szymanowski werd geboren in Oekraïne. Zijn rijke, cultuurminnende ouders hadden daar een landgoed en speelden allebei piano. Op zijn vierde raakte hij geblesseerd aan een been, waardoor hij niet naar school kon en aan huis werd onderwezen. Zijn vader gaf hem zijn eerste pianolessen. 4
Hij begon al heel jong met componeren, vooral voor de toneelstukken, dansvoorstellingen en gekostumeerde bals bij zijn ouders thuis. Zijn eerste composities leunen zwaar op de stijl van Frédéric Chopin. Op het conservatorium in Warschau ontmoette hij de pianist Arthur Rubinstein, ook gek op Chopin. In zijn memoires beschrijft Rubinstein zijn eerste indruk van Szymanowski: ‘Daar stond hij dan: een lange, slanke jongeman, helemaal in het zwart. Met zijn handschoenen en zijn bolhoed leek hij eerder op een diplomaat dan op een musicus. Maar zijn grote, mooie, grijsblauwe ogen hadden iets droevigs en straalden intelligentie en gevoeligheid uit. Hij kwam enigszins hinkend op me af en begroette me een beetje uit de hoogte met een beleefde glimlach’. Ze werden vrienden en Rubinstein heeft gedurende zijn hele carrière Szymanowski’s muziek gepromoot. Szymanowski’s stijl is daarna ook beïnvloed door Wagner, Richard Strauss, Reger en Skrjabin. Later ging het vooral om Debussy, Ravel en Stravinsky. Daarna bleef hij zoeken naar een eigen idioom en probeerde hij zich te bevrijden van de destijds allesoverheersende impressionistische invloed. De stukken van vanavond, Drie Mythen, componeerde hij in 1915, toen Debussy, Skrjabin en de vroege Stravinsky
Toelichting
zijn voorbeelden waren. Verder horen we zo nu en dan klanken uit Noord-Afrika, waar hij voor de oorlog had rondgereisd. Gedwongen door het oorlogsgeweld woonde Szymanowski in die periode totaal geïsoleerd op het landgoed van zijn ouders tot het werd geplunderd door Russische revolutionairen en de familie alles kwijt was. Dat isolement zorgde bij hem voor grote creativiteit. Tijdens het componeren van de Mythen werd hij bijgestaan door de door hem bewonderde violist Pawel Kochanski. Voor hem zou Szymanowski ook nog twee vioolconcerten schrijven. De drie stukken zijn opgedragen aan Kochanski’s vrouw. Szymanowski schreef haar dat hij samen met haar man de expressiemogelijkheden van de viool had verruimd. In deze stukken is inderdaad te horen dat de frequent aanwezige virtuositeit nergens doel op zich is. Hier functioneert virtuositeit dus niet als etalage voor het kunnen van de violist, maar staat uitsluitend in dienst van wat de componist wil zeggen. In Fontaine d’Aréthuse imiteert de piano het klaterende water, terwijl de viool er virtuoos omheen fladdert. De titel is ontleend aan een legende uit de Griekse mythologie. De Nereïde (zeenimf) Arethusa is tijdens het nemen van een bad gezien door de stroomgod Alpheüs. Op slag verliefd achtervolgt hij haar. Zij vlucht over de bodem van de zee naar Ortygia en wordt daar door de godin Artemis in een zoetwaterbron veranderd. In Narcisse
staart een jongeman verlangend naar zijn eigen spiegelbeeld in het water. Op den duur kwijnt hij helemaal weg en wordt veranderd in een bloem. In Dryades et Pan krijgen we een beeld van een zomers bos waar de warme wind doorheen waait. Met kwarttoonsafstanden imiteert de viool zeer effectief zoemende insecten. Drie nimfen en de god Pan dansen tot ze doodmoe neervallen.
Gabriel Fauré Vioolsonate nr. 1 Fauré schreef zijn Eerste vioolsonate in 1875. Hij verdiende toen zijn geld als organist en leraar en deed in feite veel te weinig om als componist enigszins door te breken, want hij was erg zwijgzaam en bescheiden. Tijdens een logeerpartij op het Normandische landgoed van een bevriende rijke industrieel, Camille Clerc, kwam hij op het idee om een vioolsonate te schrijven. Dat lag misschien ook aan het feit dat daar op dat moment ook nog een Belgische violist logeerde, die hem tijdens het componeren duidelijk kon maken wat wel en niet speelbaar was. Want het stuk was voor die tijd behoorlijk experimenteel. De sonate had tijdens de première – Fauré nam zelf de pianopartij voor zijn rekening – veel meer succes dan hij ooit had durven dromen. Het Scherzo moest zelfs herhaald 5
Toelichting
worden. Fauré’s dierbare leraar Camille Saint-Saëns schreef er een gloedvolle recensie over in het Journal de Musique. Maar desondanks wilde geen enkele Franse muziekuitgever het stuk laten drukken, omdat niemand ooit van de toen dertigjarige leraar en organist had gehoord. Camille Clerc, die rijke vriend met dat landgoed in Normandië, gebruikte toen zijn invloed bij de Duitse uitgever Breitkopf & Härtel. Deze firma was uiteindelijk bereid de sonate uit te geven, maar in het contract stond dat Fauré er geen enkele financiële vergoeding voor zou krijgen. Met andere woorden, hij mocht God op zijn blote knieën danken dat zijn sonate überhaupt in druk verscheen. Meteen al in het openingsdeel, met de voor Fauré zo kenmerkende lang uitgesponnen melodieën, is het duidelijk dat viool en piano als volstrekt gelijkwaardige partners constant met elkaar in gesprek zijn. Soms hemelbestormend en met veel schwung doet deze muziek aan Schumann denken. Het daaropvolgende Andante klinkt daarbij vergeleken bijna verlegen. In het virtuoze en stuiterende Scherzo bouwt Fauré voort op Felix Mendelssohn Bartholdy. Het is een stuk met een enorme vaart, waarin Fauré met behulp van allerlei streektechnieken en veel pizzicato zorgt voor geestige ritmische capriolen. Door dit soort muziek worden we er weer eens aan herinnerd dat het Italiaanse woord ‘scherzo’ ‘grap’ betekent. In het trio, het middengedeelte, keert de lyriek terug. De Finale is energiek en gepassioneerd, vaak met een breed armgebaar. 6
Jean Françaix Sonatine voor viool en piano Françaix was net als Philip Glass, Daniel Barenboim, Aaron Copland, John Eliot Gardiner en Astor Piazzolla, om maar een paar bekende namen te noemen, leerling van Nadia Boulanger. Hij kon ook serieuze muziek schrijven, zoals we kunnen horen in zijn oratorium L’acopalypse de St. Jean uit 1939. Maar hij leeft toch vooral voort als componist van luchtige en geestige muziek in de trant van ‘Les six’, de Franse componistengroep met onder anderen Francis Poulenc en Darius Milhaud. Zijn grote voorbeelden waren Emmanuel Chabrier en Poulenc. Hij is nooit lang van stof. De Sonatine schreef hij in 1934. Het frisse Vivace is niet bang voor een enkel lekker ordinair akkoordje en wordt gevolgd door een teder en kalm Andante. Het Thème varié herbergt een heel scala aan stemmingen, van somber tot ronduit hups en clownesk.
Gabriel Fauré Vioolsonate nr. 2 Een erg goed idee om op één recital de beide vioolsonates van Fauré uit te voeren. Want door ze na elkaar te horen begrijp
Toelichting
je pas goed wat voor een gigantische stijlontwikkeling Fauré heeft doorgemaakt in de veertig jaar die ertussenin liggen. In de jaren van het ontstaan, 1916-17, was Fauré al in de zeventig. Veel mensen dachten toen dat hij, ook door zijn toenemende doofheid, wel uitgecomponeerd was. Maar de gruwelijkheden van de Eerste Wereldoorlog – zijn jongste zoon vocht in de loopgraven – zorgden bij hem voor een golf van creativiteit.
Fauré maakte tussen zijn twee vioolsonates een gigantische stijlontwikkeling door Fauré begon aan de Vioolsonate nr. 2 in augustus 1916 in Evian, aan de oever van het Meer van Genève, en hij voltooide hem ‘s winters in Parijs. We horen sterk geconcentreerde, soms grimmige muziek, die zich niet altijd even makkelijk geeft. In het zeer complexe eerste deel weven viool en piano melodieën door elkaar, vaak in de vorm van canons. Het Andante doet in het begin sterk aan Bach denken, niet zo gek voor iemand die een groot deel van zijn leven achter het orgel heeft doorgebracht. Maar gaandeweg begeeft Fauré zich in steeds verder verwijderde toonsoorten en voert daarmee de spanning op. Harmonische zwerftochten kenmerken ook de Finale, waarin hij bovendien kort terugblikt naar
het openingsdeel. Hij droeg de sonate op aan de Belgische Koningin Elisabeth, zelf een goede violiste. Wij kennen haar naam vooral door het op haar initiatief opgerichte muziekconcours.
George Antheil Vioolsonate nr. 2 Rond 1920 begonnen machines in de mode te raken als onderwerpen voor kunstwerken. In de beeldende kunst en de literatuur verschenen vliegtuigen, fabrieken en hoogspanningsmasten. Ook in de muziek werd de machine verheerlijkt. Bijvoorbeeld in Milhauds liederencyclus Machines agricoles en zijn orkestwerk Pacific 231, dat over een trein gaat. Ook de in Parijs wonende Amerikaanse componist en pianist George Antheil deed zijn duit in het zakje: de première van zijn Ballet Mécanique, waarin hij gebruik maakte van sirenes, propellors, elektrische belsignalen en wekkers, leidde in 1926 in Parijs tot opstootjes in het theater. Een ander modeverschijnsel was het incorporeren van jazz in de klassieke muziek. In Parijse kroegen speelden Amerikaanse soldaten die na de Eerste Wereldoorlog waren blijven hangen. Maurice Ravel, en velen met hem, waren daar niet weg te slaan en lieten zich maar al te graag beïnvloeden door deze fascinerende geïmproviseerde muziek. Milhaud schreef in 1923 zijn jazzy 7
Toelichting
La création du monde. En op de toppen van deze modegolf bevond zich George Gershwin, die een miljoen exemplaren verkocht van zijn plaatopname van de Rhapsody in Blue. Ook George Antheil liet zich niet onbetuigd en schreef een aantal door jazz geïnspireerde werken. Waaronder zijn Vioolsonate nr. 2, gecomponeerd in 1923. Hierin horen we flarden voorbijkomen van destijds populaire liedjes: In the Shade of the Old Apple Tree, Come back to Sorrento, Silver Threads Among the Gold en Hootchy Kootchy. De bescheiden drumpartij tegen het eind roept beelden op van Antheils favoriete vakantieland Tunesië. Bij de première werd die partij vertolkt door de Amerikaanse dichter Ezra Pound, een van de vele expats in Parijs. Antheil was goed bevriend met hem en droeg de vioolsonate aan hem op. Tekst toelichting: Thijs Bonger
8
Biografieën Componisten Karol Szymanowski
Karol Szymanowski (1882 1937) werd geboren in Oekraïne dat toen Pools grondgebied was. Hij stamde uit een aristocratische familie en kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader. Hij studeerde verder in Warschau en richtte daar in 1905 de groep Jong Polen op die tot doel had de nieuwe Poolse muziek te promoten. Zijn vroegste werken uit die periode ademen de sfeer van Richard Wagner,
Richard Strauss, Johannes Brahms en Aleksandr Skrjabin. Een belangrijke ontwikkeling vindt plaats als in 1917 tijdens de Russische Revolutie het familielandgoed wordt verwoest. Zijn stijl veranderde en hij ging terug naar de meest oorspronkelijke bronnen van de Poolse volksmuziek. Met de opera Krol Roger kreeg Szymanowski internationaal veel waardering wat hem ook in eigen land meer aanzien gaf. In 1930 werd hij directeur van de Chopin Muziekacademie in Warschau. Hij stierf uiteindelijk in 1937 in een sanatorium in Lausanne aan tuberculose.
Gabriel Fauré Al op negenjarige leeftijd kwam Gabriel Fauré (1845 1924) terecht op de École de Musique Classique et Réligieuse in Parijs. Zijn leermeesters Louis Niedermeyer en Camille Saint-Saëns zouden een levenslange invloed op hem hebben.
Niet alleen zijn religieuze muziek maar ook zijn kamermuziek ademt een sfeer van intimiteit en bescheidenheid. Opvallend zijn zijn impressionistisch aandoende harmonieën en zijn melodieën waarin modale toonladders zijn verwerkt. Vanaf 1874 was Fauré organist aan de Église de la Madeleine. In 1897 werd Fauré docent aan het Conservatorium van Parijs; Maurice Ravel en George Enescu waren er zijn leerlingen. In 1920, inmiddels directeur van het Conservatorium, ging Fauré met pensioen. Zijn toenemende doofheid dwong hem een stap terug 9
Biografieën
te doen. Ondanks zijn doofheid schreef Fauré in zijn laatste levensjaren enkele van zijn belangrijkste kamermuziekwerken, waaronder zijn enige strijkkwartet.
Jean Françaix
De Franse componist Jean Françaix (1912 - 1997) kwam uit een muzikale familie. Zijn vader was directeur van het conservatorium van Le Mans, musicoloog, componist en pianist, en zijn moeder zangdocente. Françaix was pas zes jaar, toen hij begon met 10
componeren. Zijn eerste publicatie in 1922 trok de aandacht van componiste Nadia Boulanger en zij nam de getalenteerde jongen onder haar hoede. Ze beschouwde hem als een van haar beste leerlingen. Als pianovirtuoos – op zijn achttiende won hij een eerste prijs aan het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs – schreef hij veel voor zijn eigen instrument. Françaix speelde zijn eigen werken vaak zelf, tot enthousiasme van het publiek, zoals bijvoorbeeld de première van zijn Concertino voor piano en orkest op het festival van Baden-Baden in 1932. Jean Françaix componeerde opera’s balletten, orkestmuziek, soloconcerten, filmmuziek en vocale werken en wijdde zich ook aan het componeren van kamermuziek.
George Antheil Georges Antheil (1900 – 1959) was een Amerikaans componist en pianist van half-Poolse afkomst. Hij componeerde al op jonge
leeftijd, studeerde piano bij Constantin von Sternberg in Philadelphia en vervolgens compositie bij Ernest Bloch in New York.
In 1922 ging hij naar Europa waar hij zijn carrière begon als pianist van voornamelijk zijn eigen werk. In Parijs was hij bevriend met een groot aantal kunstenaars zoals James Joyce, Ezra Pound, Gertrude Stein, Pablo Picasso, Salvador Dali, Ernest Hemingway, Eric Satie, William Yeats en Igor Stravinsky, zijn grote voorbeeld. Hij cultiveerde zichzelf in de jaren 20 als een ‘enfant terrible’ en zijn optredens mondden veelal
Biografieën
uit in een rel. Zijn werk Ballet mécanique voor normaal orkest, tien piano’s, enkele aambeelden, elektrische machines, autoclaxons, vliegtuigpropellors en meer veroorzaakte een enorme opschudding tijdens de Amerikaanse première in Carnegie Hall in 1927. In 1933 keerde hij met zijn Hongaarse vrouw Boski terug naar de Verenigde Staten en werd zijn stijl gematigder.
Uitvoerenden Isabelle Faust Viool De Duitse violiste Isabelle Faust (1972) wordt met haar uitzonderlijke techniek en bijzondere interpretatie beschouwd als een van de meest vooraanstaande violisten van haar generatie. Op jonge leeftijd begon ze al met haar vioolstudie bij Christoph Poppen. Sindsdien won ze diverse concoursen en in 1997 werd ze ‘Young Artist of
Foto: Molina Visuals
the year’. Ze heeft met vele gerenommeerde orkesten samengewerkt, waaronder het Gewandhausorchester Leipzig, de London Philharmonic en het Nederlands Philharmonisch Orkest. Net als meer artiesten van haar generatie beperkt Faust zich niet tot de muziek van ‘slechts’ één tijdvak uit de muziekgeschiedenis. Met Concerto Köln en Andreas Staier heeft ze zich beziggehouden met de historische
uitvoeringspraktijk. Daarnaast speelt ze ook veel hedendaagse muziek en wordt er regelmatig nieuw werk voor haar gecomponeerd. Kamermuziek neemt een belangrijke plaats in en ze werkt samen met musici als Alexander Lonquich, Alexander Melnikov, Andreas Staier, Lars Vogt en Steven Isserlis.
11
Biografieën
Alexander Melnikov Piano De Russische pianist Alexander Melnikov (1973) haalde zijn diploma aan het conservatorium van Moskou en staat bekend om zijn meestal ongewone muzikale keuzes en programmering. In Moskou trok Melnikov al op jonge leeftijd de aandacht van de grote pianist Svjatoslav Richter, die hem uitnodigde op te treden op zijn festivals in Rusland en Frankrijk. In 1991 wist hij in de prijzen te vallen van het Koningin Elizabeth Concours in Brussel. Al vroeg raakte Melnikov in de ban van de historische uitvoeringspraktijk. Hij treedt regelmatig op met ensembles die hierin gespecialiseerd zijn, waaronder het Freiburger Barockorchester en de Akademie für Alte Musik Berlin. In het seizoen 2015-16 bracht hij het programma The man with the Many Pianos, waarin hij een solorecital gaf op drie verschillende 12
Foto: Marco Borggreve
instrumenten uit verschillende stijlperiodes. Zijn veelgeprezen opname van 24 Preludes en Fuga’s van Sjostakovitsj, die in 2010 verscheen, viel regelmatig in de prijzen en kreeg onder andere de BBC Music Magazine Award toegekend. Als solist trad hij op met orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest, Rotterdams Philharmonisch, Gewandhausorchester Leipzig en de BBC Philharmonic onder leiding van dirigenten als Charles
Dutoit, Paavo Järvi, Philippe Herreweghe en Valery Gergiev.
Serie Kamermuziek
Verwacht
Vr 28 apr 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Szymanowski Quartet + Kit Armstrong Kwintetten uit Polen en Tsjechië Het Poolse Szymanowski Quartet doet zijn naam eer aan. Szymanowski’s bijzonder fraaie Eerste strijkkwartet vormt de opmaat voor pianokwintetten van de intrigerende Poolse componiste Grażyna Bacewicz en de beroemde Tsjech Dvořák. Het Poolse meesterkwartet ontmoet daarin de jonge briljante Amerikaanse pianist Kit Armstrong (Los Angeles, 1992). Deze protegé van Alfred Brendel speelt en componeert al sinds zijn vijfde. Hij studeerde op 16-jarige leeftijd af en behaalde daarna ook nog een graad in wiskunde. Een sensatie. Programma: Karol Szymanowski Strijkkwartet no. 1 / Grażyna Bacewicz Pianokwintet nr.1 / Antonín Dvořák Pianokwintet op. 81
Szymanowski Quartet Foto: Florian Graser
13
Verwacht
Maart
Februari
wo 1 mrt / 20.15 uur Ralph van Raat Alle etudes van Ligeti
za 18 feb / 20.15 uur Metropole Orkest + West Side Trio Tabu van F.W. Murnau
do 2 mrt / 12.30 uur Lunchconcert Ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds
zo 19 feb / 15.00 uur André Heuvelman Wat is het geheim van de trompet? (8+)
do 2 mrt / 20.15 uur Lets Radiokoor + Sinfonietta Riga De klaagzang van Adam
wo 22 feb / 20.15 uur The Tallis Scholars De perfectie van de renaissance
vr 3 mrt / 20.15 uur The Gloaming Live in concert
do 23 feb / 20.15 uur Het Collectief + Psallentes Sterke vrouwen + GT vr 24 feb / 20.15 uur Jazz Orchestra of the Concertgebouw Rhythm Changes Double Bill za 25 feb / 21.30 uur Sonic Acts 2017 zo 26 feb / 15.00 uur Sweelinck Barokorkest Sturm und Drang 14
za 4 mrt / 19.00 uur college + 20.15 uur concert Café Zimmerman + Andreas Staier Bach op het grensvlak van een tijdperk + COLLEGE zo 5 mrt / 19.00 uur Cross-linx Efterklang & The Happy Hopeless Orchestra, Ane Brun & Zapp4, Hauschka, In Code, My Brightest Diamond, DM Stith, U: & ekke, Shara Nova, Jerboah, Padma Newson & Unrembered Orchestra, There Are No More Four Seasons, VanDryver, James Oesi, Molino, Matteo Mijderwijk, Bram Stadhouder, Perforator
ma 6 mrt / 20.15 uur Julia Lezhneva + Mikhail Antonenko Vocale acrobatiek wo 8 mrt / 19.00 uur De Optocht Ives Ensemble do 9 mrt / 20.15 uur Holland Baroque + Erik Bosgraaf Perfect Strings vr 10 mrt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta Das Lied von der Erde
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15