Vr 24 mrt 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Grote Zangers
Bo Skovhus + Stefan Vladar Skovhus zingt Mahler
Programma
Serie Grote Zangers Vr 24 mrt 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Bo Skovhus + Stefan Vladar Skovhus zingt Mahler Bo Skovhus bariton Stefan Vladar piano Gustav Mahler (1860 - 1911) Negen vroege liederen (1880 - 1892) ·· Frühlingsmorgen ·· Nicht wiedersehen ·· Hans und Grete ·· Ich ging mit Lust ·· Zu Strassburg auf der Schanz ·· Erinnerung ·· Ablösung im Sommer ·· Um schlimme Kinder artig zu machen ·· Scheiden und Meiden
ca. 55 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze
Voorprogramma Grote Zaal 19.30 - 19.45 uur Alexander York bariton Aris Alexander Blettenberg piano Hugo Wolf (1860 - 1903) Fussreise Im Frühling Die Nacht Verborgenheit Auch kleine Dinge Auf einer Wanderung
Rückert Lieder (1901 - 1902) ·· Ich atmet’ einen linden Duft ·· Liebst du um Schönheit ·· Blicke mir nicht in die Lieder ·· Ich bin der Welt abhanden gekommen ·· Um Mitternacht Pauze Uit Das Lied von der Erde (1908 - 1909) ·· Der Abschied. Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Welkom Pianist Gerald Moore begeleidde in het verleden illustere zangers als Dietrich FischerDieskau en Elisabeth Schwarzkopf. De Brit schreef memoires die werden gebundeld onder de titel Am I too loud? Dat is vast grappig bedoeld, tegelijk laat Moore met die titel zien welke rol de pianist in een recital traditioneel heeft: die van ‘begeleider’. Mocht de pianist van vanavond ooit zijn memoires schrijven, dan zal de titel beslist anders zijn. Stefan Vladar soleerde als pianist met de beste orkesten van de wereld. Van solist ontwikkelde hij zich zelfs tot dirigent. Deze hang naar leiden en soleren is te horen op de manier waarop hij muziek maakt met Bo Skovhus. Zij debuteerden twee seizoenen terug in Grote Zangers met Schuberts Swanengesang. Tijdens dat recital bleek Vladar dingen anders te doen dan we bij Grote Zangers gewend waren. Traditionele begeleiders zetten de vleugel meestal dwars op het podium. In tegenstelling hiermee draaide Vladar de vleugel naar het publiek toe. Zo zat hij niet achter de zanger vanuit het publiek gezien, maar op gelijke hoogte. Het publiek zag zijn handen waardoor zijn virtuositeit zichtbaarder was. Vooral zag het publiek de interactie tussen pianist en zanger. De musici hadden steeds oogcontact, want ze konden elkaar immers in de ogen kijken. Het publiek kon alleen maar raden wie wie begeleidde. Er stonden twee solisten, of – zoals het in de jazz heet – twee ‘leaders’ op het podium die toch een symbiose wisten te smeden. Het concert was een groot succes.
poëzie en muziek, ditmaal Mahler. Voor de pauze voeren ze de onbekende vroege Mahlerliederen uit. Hopelijk herkent u daarin een lievelingscomponist van Mahler: Mozart. Mahler dirigeerde in Wenen ca. 220 maal een voorstelling van Mozarts opera Le nozze di Figaro. Na de pauze zingt Skovhus overbekende Mahlerliederen. Ik hoop dat ze nóg mooier en vertrouwder klinken in reliëf met de vroege liederen. Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan ’t IJ
Laten we zien hoe de samenwerking vanavond uitpakt. Na het vorige succes blijven Skovhus en Vladar bij Duitse 3
Toelichting Toen Mahler rond 1880 zijn vroege liederen schreef, was hij een oude jongen van twintig jaar. Twintig jaar had hij intens geleefd en alles in zich opgezogen: zijn jeugd in de Boheemse garnizoensstad Iglau waar de dood steeds op de loer lag en inderdaad acht van zijn dertien broertjes en zusjes kwam ‘halen’; zijn studie in Wenen aan het conservatorium en daarna nog enige tijd aan de universiteit, een misgelopen liefde en intense vriendschappen. Op zijn twintigste had Mahler de ervaring en de kracht van een volwassen man die zijn capaciteiten en zijn innerlijke leven als een schatbewaarder beheerde, en hij stond op het punt om al die schatten aan de wereld te openbaren. Componeren deed hij al als kind en natuurlijk op het conservatorium, maar niets daarvan bleef bewaard behalve één deel van een pianokwartet. Twee of drie jeugdsymfonieën die dirigent Willem Mengelberg nog in handen heeft gehad, schijnen bij het bombardement op Dresden in vlammen te zijn opgegaan. In 1880, het jaar waarin Mahler als dirigent zijn eerste zomerbaantje kreeg aan een operettetheater in de provincie, begon hij kleinschalige liederen te schrijven. Hij schreef ze voor het meisje waarop hij verliefd was, de dochter van de postbode in Iglau. Maar al eerder had hij kennelijk vier symfonieën geschreven, en de grootschalige cantate Das klagende Lied. Ook in zijn grote werken zou het intieme en strikt persoonlijke steeds verbonden blijven met het grote gebaar waarmee hij zichzelf als individu uitvergrootte tot huiveringwekkende proporties. Het leed door een groothoeklens. Aan de basis van Mahlers muziek ligt het menselijke lijden, maar dan wel in de 4
overtreffende trap: niet zomaar een beetje narigheid maar puur ’Leed’. Toen hem als kleuter werd gevraagd wat hij later wilde worden zei hij gedecideerd: ‘martelaar’. Mahler zag het leed zelfs als een bron van zijn scheppend vermogen. ‘Volgens mij is de creatieve arbeid te vergelijken met de groei van een parel die met grote pijn in de mossel ontstaat, en zo als een schat aan de wereld wordt geschonken’, vertelde hij aan zijn vriendin Natalie Bauer-Lechner. De transformatie van een pijnlijk gezwel tot een juweel, dat is het grote wonder in Mahlers werk.
Mahler vergeleek creatieve arbeid met de groei van een parel die met grote pijn in de mossel ontstaat. Als we het houden bij zijn liederen, dan heeft hij daarin de pijn vertaald in ironie, melancholie en onthechtheid. Afscheid neemt hij niet alleen in onthechtheid (Ich bin der Welt abhanden gekommen uit de Rückert Lieder, en Der Abschied uit Das Lied von der Erde), maar ook op het straffe ritme van de militaire treurmars, hem zo vertrouwd
Toelichting
uit zijn jeugd in de garnizoensstad Iglau (Zu Strassburg auf der Schanz). En zelfs in het meest simpele en onschuldige ‘liedje’ schuilt bij hem vaak een giftig addertje onder het gras. Over gras gesproken: Mahler wandelde, zwom, fietste en koesterde een grote liefde voor de natuur. In zijn muziek speelt de natuur een belangrijke rol: de wind die in het voorjaar de bloeiende boomtakken tegen het raam doet kloppen (Frühlingsmorgen), de vogelgeluiden (Ich ging mit Lust, Ablösung im Sommer) en de ruimtelijkheid van het landschap met in de verte klinkend een eenzame schalmei (Zu Strassburg auf der Schanz). Mahler lijkt het landschap vast te leggen met een groothoeklens, en de mens is klein en nietig in dat grootse panorama. Niet alleen door zijn vlijmscherpe ironie maar ook door zijn diepe besef van de grootsheid van de natuur wist Mahler in zijn muziek te ontkomen aan het gevaar van de sentimentaliteit. Want hoe treurig en aangrijpend zijn muziek ook is, steeds is er de nostalgie naar zuiverheid en schoonheid die te vinden is in de natuur. En kleinzielig larmoyant is zijn muziek nooit. De vroege liederen Mahler begon als student te componeren in de taal van de Duitse romantiek. Schubert, Schumann en Brahms hebben nog vage sporen nagelaten in zijn vroege liederen, maar het waren vooral de volksliederen en de volksmuziek uit zijn jeugd die zijn fantasie voedden.
Iets van jong en vrij zijn spreekt ook uit de vaak plotselinge tempowisselingen die de spontane ingevingen van een kind lijken te weerspiegelen. Mahler gebruikte voor zijn liederen geen teksten van grote dichters: die vond hij onaantastbaar. Liever liet hij zich inspireren door bescheiden poëten als Richard Leander (pseudoniem van Richard von Volkmann) en Friedrich Rückert. Soms schreef hij de liedtekst zelf. Rond zijn drieëntwintigste kreeg Mahler een gloednieuwe uitgave in handen van Des Knaben Wunderhorn met ongeveer zevenhonderd teksten van volksliederen, zo’n tachtig jaar eerder verzameld en bewerkt door de twee vrienden Clemens Brentano en Achim von Arnim. Voor Mahler waren de Wunderhornteksten een openbaring: het was, zo schrijft hij, alsof hij ‘ruwe brokken steen’ vond die erom vroegen door hem bewerkt te worden. Hoewel vele van de teksten als bekende volksliedjes werden gezongen, liet Mahler zich alleen leiden door zijn eigen verbeeldingskracht. De Wunderhorn-liederen werden oorspronkelijk geschreven voor zangstem en piano, maar in de pianopartij werden de kleuren van het orkest al gesuggereerd. Van dertien liederen volgde dan ook een bewerking voor orkest, en verschillende van de liederen duiken ook als thema’s op in zijn symfonieën. De oorspronkelijke pianoversie werd in 1993 onder redactie van de bariton Thomas Hampson opnieuw uitgegeven. Rückert Lieder De vijf Rückert Lieder ontstonden grotendeels in 1901, het jaar waarin Mahler trouwde met Alma Schindler. 5
Toelichting
Liebst du um Schönheit is speciaal voor haar geschreven: een tedere liefdesverklaring waarin de componist duidelijk maakt dat het hem niet te doen was om Alma’s schoonheid. Ook Blicke mir nicht in die Lieder had betrekking op Alma: het was een soort waarschuwing om haar bemoeizucht in te tomen. Ich bin der Welt abhanden gekommen wijst vooruit naar de onthechtheid van Der Abschied, het slot van Das Lied von der Erde. De teksten van Rückert inspireerden Mahler ook tot de latere Kindertotenlieder. Hij vond Rückerts gedichten ‘lyriek uit de eerste hand’. Hiermee doelde hij waarschijnlijk op de directe, ongekunstelde taal van deze dichter. Rückert schreef gedichten zoals een ander een dagboek bijhoudt: in tienduizenden korte gedichten legde hij zijn dagelijkse indrukken en invallen vast. Der Abschied Der Abschied is het zesde en laatste deel van het Lied von der Erde. Twee motieven zijn bepalend in dit laatste deel: een gestileerd vogelgeluidje en een slepende tred, een soort vermoeide treurmars die uiteindelijk zal uitmonden in de kosmische leegte van het slot. Mahler schreef het werk in 1908 en 1909 op een dieptepunt in zijn leven: na de dood van zijn vierjarige dochtertje, zijn gedwongen vertrek als directeur van de Weense Hofopera en na de ontdekking door zijn arts van een ernstige hartafwijking. Wandelen, fietsen en zwemmen werd hem verboden, maar werken 6
was zijn redding. Vanuit zijn zomerverblijf in Tirol schreef hij aan zijn vriend Bruno Walter: ‘Om mezelf opnieuw te ontdekken moet ik de verschrikking van de eenzaamheid onder ogen zien. De gedachte aan de dood maakt mij niet angstig want ik heb altijd geweten dat ik moet sterven’. Alleen in zijn componeerhuisje werkte hij in een hervonden staat van helderheid en sereniteit aan het Lied von der Erde. Eerst ontstond de pianoversie – die pas in 1989 werd teruggevonden – en daarna werkte hij de orkestratie uit. Toen hij de partituur in New York voltooid had, kwam ook zijn sarcastische humor weer terug. Aan dirigent Bruno Walter vroeg hij, wijzend op Der Abschied: ‘Wat denk je ervan? Is het te verdragen? Of zullen mensen na dit gehoord te hebben zich van kant willen maken?’ Pas na Mahlers dood in 1911 werd het Lied von der Erde voor het eerst uitgevoerd in München onder leiding van Bruno Walter. In het Lied von der Erde heeft de zangstem niet de hoofdrol maar voegt zich bij het orkest als een belangrijke soloblazer. Mahler gaf het werk dan ook de ondertitel ‘symfonie’. De teksten die hij gebruikte komen uit China tijdens de zevende en achtste eeuw, via het Frans en Engels in het Duits vertaald door Hans Bethge en uitgegeven onder de titel Die Chinesische Flöte. De laatste woorden zijn van Mahler zelf: ‘Die liebe Erde allüberall blüht auf im Lenz und grünt Aufs neu! Allüberall und ewig blauen licht die Fernen! Ewig...ewig…’ Tekst toelichting: Katja Reichenfeld
Liedteksten Gustav Mahler 9 vroege liederen Frühlingsmorgen Tekst: Richard Volkmann (1830 - 1889)
De lindeboom tikt tegen het raam. Sta op langslaper, de leeuwerik is wakker, de bijen zoemen. En uw lief heb ik ook al gezien. Es klopft an das Fenster der Lindenbaum. Mit Zweigen blütenbehangen: Steh‘ auf! Steh‘ auf! Was liegst du im Traum? Die Sonn‘ ist aufgegangen! Steh‘ auf! Steh‘ auf! Die Lerche ist wach, die Büsche weh‘n! Die Bienen summen und Käfer! Steh‘ auf! Steh‘ auf! Und dein munteres Lieb‘ hab ich auch schon geseh‘n. Steh‘ auf, Langschläfer! Langschläfer, steh‘ auf! Steh‘ auf! Steh‘ auf!
Nicht wiedersehen Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
‘Tot de volgende zomer, allerliefste schat, dan kom ik weer naar je terug.’ Maar toen de jongeling thuiskwam, was zij begraven, gestorven door het treuren en wenen. ‘Ik wil naar het kerkhof gaan, en roepen tot zij mij antwoordt. Maak open jouw diepe graf, waar je niets ziet of hoort.’ ‘Und nun ade, mein herzallerliebster Schatz, Jetzt muß ich wohl scheiden von dir, Bis auf den andern Sommer, Dann komm‘ ich wieder zu dir.’ Und als der junge Knab heimkam, Von seiner Liebsten fing er an: ‘Wo ist meine Herzallerliebste, Die ich verlassen hab‘?’ Auf dem Kirchhof liegt sie begraben, Heut ist‘s der dritte Tag, Das Trauern und das Weinen Hat sie zum Tod gebracht. ‘Jetzt will ich auf den Kirchhof gehen, Will suchen meiner Liebsten Grab, Will ihr allweil rufen, Bis daß sie mir Antwort gibt. Ei, du mein herzallerliebster Schatz, Mach‘ auf dein tiefes Grab, Du hörst kein Glöcklein läuten, Du hörst kein Vöglein pfeifen, Du siehst weder Sonne noch Mond!’
7
Liedteksten
Hans und Grete
Ich ging mit Lust
Tekst: Gustav Mahler
Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
Wie een liefje kust, die is gelukkig. Hans, jij hebt niemand. Ga op zoek. En Greetje, wat sta je daar alleen? Kijk toch achterom naar Hans. Hans vond zijn liefje, hoera!
Zing, vrouwe nachtegaal, bij het huis van mijn schatje, als het donker is. Ik laat je binnen. Bij het vallen van de nacht klopte hij bij zijn liefste aan. ‘Ben je wakker, mijn lief? Ik sta hier al zo lang.’ De maan scheen door het raam en de nachtegaal zong de hele nacht. Slaperige meid, wees alert! Waar is jouw geliefde gebleven?
Ringel, ringel Reih‘n! Wer fröhlich ist, der schlinge sich ein! Wer sorgen hat, der lass‘ sie daheim! Wer ein liebes Liebchen küßt, Wie glücklich der ist! Ei, Hänsel, du hast ja kein‘s! So suche dir ein‘s! Ein schönes Liebchen, das ist was Fein‘s. Juchhe! Ringel, ringel Reih‘n! Ei, Gretel, was stehst denn so allein? Guckst doch hinüber zum Hänselein!? Und ist doch der Mai so grün? Und die Lüftelein zieh‘n! Ei, seht doch den dummen Hans! Wie er rennet zum Tanz! Er suchte eine Liebchen, Juchhe! Er fand‘s! Juchhe! Ringel, ringel Reih‘n!
Ich ging mit Lust durch einen grünen Wald, Ich hört‘ die Vöglein singen; Sie sangen so jung, sie sangen so alt, Die kleinen Waldvögelein im grünen Wald! Wie gern hört‘ ich sie singen! Nun sing, nun sing, Frau Nachtigall! Sing du‘s bei meinem Feinsliebchen: Komm schier, wenn‘s finster ist, Wenn niemand auf der Gasse ist, Dann komm zu mir! Herein will ich dich lassen! Der Tag verging, die Nacht brach an, Er kam zu Feinsliebchen gegangen. Er klopft so leis‘ wohl an den Ring: ‘Ei schläfst du oder wachst mein Kind? Ich hab so lang gestanden!’ Es schaut der Mond durchs Fensterlein zum holden, süßen Lieben, Die Nachtigall sang die ganze Nacht. Du schlafselig Mägdelein, nimm dich in Acht! Wo ist dein Herzliebster geblieben?
8
Liedteksten
Zu Straßburg auf der Schanz
Erinnerung
Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
Tekst: Richard Volkmann (1830 - 1889)
Op de wal van Straatsburg begonnen mijn zorgen. Ik hoorde de alpenhoorn uit de verte en besloot te zwemmen naar mijn vaderland. Midden in de nacht viste ze me uit de rivier en de volgende ochtend werd ik voor het regiment gezet. Ik smeek jullie, schiet mij neer. En Heer, neem mijn ziel mee naar de hemel.
Elke keer weer wakkeren de liederen mijn liefde aan. En de liefde mijn liederen.
Zu Straßburg auf der Schanz, Da ging mein Trauern an, Das Alphorn hört‘ ich drüben wohl anstimmen, Ins Vaterland mußt ich hinüber schwimmen, Das ging ja nicht an. Ein Stund in der Nacht Sie haben mich gebracht; Sie führten mich gleich vor des Hauptmanns Haus, Ach Gott, sie fischten mich im Strome auf, Mit mir ist es aus.
Es wecket meine Liebe Die Lieder immer wieder! Es wecken meine Lieder Die Liebe immer wieder! Die Lippen, die da träumen Von deinen heißen Küssen, In Sang und Liedesweisen Von dir sie tönen müssen! Und wollen die Gedanken Der Liebe sich entschlagen, So kommen meine Lieder Zu mir mit Liebesklagen! So halten mich in Banden Die Beiden immer wieder! Es weckt das Lied die Liebe! Die Liebe weckt die Lieder!
Früh Morgens um zehn Uhr Stellt man mich vor‘s Regiment; Ich soll da bitten um Pardon, Und ich bekomm doch meinen Lohn, Das weiß ich schon. Ihr Brüder allzumal, Heut‘ seht ihr mich zum letztenmal; Der Hirtenbub ist nur Schuld daran, Das Alphorn hat mir‘s angetan, Das klag ich an. 9
Liedteksten
Ablösung im Sommer
Um schlimme Kinder artig zu machen
Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
De koekoek is dood. Nu moet de nachtegaal ons de zomer doorhelpen. Zij is altijd vrolijk als de andere vogels zwijgen.
Er kwam een man naar het kasteel. De vrouw zei: ‘Er is niemand thuis behalve mijn kinderen.’ De man zei: ‘Zijn het goede of stoute kinderen. Voor gehoorzame kinderen heb ik cadeautjes.’ De vrouw zei: ‘Ze zijn zeer ondeugend en gehoorzamen hun moeder niet snel.’ De man zei: ‘Dan ga ik weer naar huis, want ik heb deze kinderen niets te geven.’ En hij reed ver weg van het kasteel.
Kuckuck hat sich zu Tode gefallen An einer grünen Weiden, Kuckuck ist tot! Kuckuck ist tot! Wer soll uns jetzt den Sommer lang Die Zeit und Weil vertreiben? Ei, das soll tun Frau Nachtigall, Die sitzt auf grünem Zweige; Die kleine, feine Nachtigall. Sie singt und springt, ist allzeit froh, Wenn andre Vögel schweigen. Wir warten auf Frau Nachtigall, Die wohnt im grünen Hage, Und wenn der Kukuk zu Ende ist, Dann fängt sie an zu schlagen!
Es kam ein Herr zum Schlösseli Auf einem schönen Röss‘li, Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk! Da lugt die Frau zum Fenster aus Und sagt: ‘Der Mann ist nicht zu Haus, Und niemand heim als meine Kind‘, Und‘s Mädchen ist auf der Wäschewind!’ Der Herr auf seinem Rösseli Sagt zu der Frau im Schlösseli: Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk! ‘Sind‘s gute Kind‘, sind‘s böse Kind‘? Ach, liebe Frau, ach sagt geschwind,’ Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk! ‘In meiner Tasch‘ für folgsam Kind‘, Da hab‘ ich manche Angebind,’ Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk! Die Frau die sagt: ‘Sehr böse Kind‘! Sie folgen Mutter nicht geschwind, Sind böse, sind böse!’
10
Liedteksten
Da sagt der Herr: ‘So reit‘ ich heim, Dergleichen Kinder brauch‘ ich kein‘!’ Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk! Und reit‘ auf seinem Rösseli Weit, weit entweg vom Schlösseli! Ku-ku-kuk, ku-ku-kuk!
Scheiden und Meiden Tekst uit Des Knaben Wunderhorn
Drie ruiters reden door de poort naar buiten en het liefje keek ze na. Geef mij maar je gouden ringetje als we toch gescheiden moeten zijn. Ook het kindje in de wieg wordt gescheiden. Als het niet morgen is, dan wil ik graag vandaag mijn kleine schatje weer krijgen. Scheiden en mijden doet zeer. Es ritten drei Reiter zum Tor hinaus, Ade! Feins Liebchen schaute zum Fenster hinaus, Ade! Und wenn es denn soll geschieden sein, So reich mir dein goldenes Ringelein. Ade! Ade! Ade! Ja scheiden und meiden tut weh. Es scheidet das Kind wohl in der Wieg, Ade! Wenn werd ich mein Schätzel wohl kriegen? Ade! Und ist es nicht morgen, ach, wär es doch heut, Es macht uns allbeiden gar große Freud, Ade! Ade! Ade! Ja scheiden und meiden tut weh.
11
Liedteksten
Rückert Lieder Tekst: Friedrich Rückert (1788 - 1866)
Ich atmet‘ einen linden Duft! Ik ademde de zoete geur van de lindetak, voorzichtig gebroken door mijn geliefde. De zoet geur van liefde. Ich atmet’ einen linden Duft! Im Zimmer stand Ein Zweig der Linde, Ein Angebinde Von lieber Hand. Wie lieblich war der Lindenduft! Wie lieblich ist der Lindenduft! Das Lindenreis Brachst du gelinde! Ich atme leis Im Duft der Linde Der Liebe linden Duft. Liebst du um Schönheit Kies je voor schoonheid, jeugd en rijkdom, kies mij dan niet. Maar kies je voor liefde, kies mij. Houd van mij en ik zal altijd van jou houden. Liebst du um Schönheit, O nicht mich liebe! Liebe die Sonne, Sie trägt ein gold‘nes Haar!
12
Liebst du um Jugend, O nicht mich liebe! Liebe den Frühling, Der jung ist jedes Jahr! Liebst du um Schätze, O nicht mich liebe. Liebe die Meerfrau, Sie hat viel Perlen klar. Liebst du um Liebe, O ja, mich liebe! Liebe mich immer, Dich lieb‘ ich immerdar. Blicke mir nicht in die Lieder Bekijk niet mijn liederen, dan voel ik schaamte en durf ik ze niet te voltooien. Bijen laten ook niet naar ze kijken, als ze hun cellen bouwen. Als de honingraten het daglicht zien, dan mag je snoepen. Blicke mir nicht in die Lieder! Meine Augen schlag‘ ich nieder, Wie ertappt auf böser That; Selber darf ich nicht getrauen, Ihrem Wachsen zuzuschauen: Deine Neugier ist Verrath. Bienen, wenn sie Zellen bauen, Lassen auch nicht zu sich schauen, Schauen selber auch nicht zu. Wenn die reichen Honigwaben Sie zu Tag gefördert haben, Dann vor allen nasche du!
Liedteksten
Ich bin der Welt abhanden gekommen Ik ben voor de wereld zoekgeraakt. De wereld laat me koud. Ik leef alleen in mijn hemel, mijn liefde, mijn lied. Ich bin der Welt abhanden gekommen, Mit der ich sonst viele Zeit verdorben, Sie hat so lange nichts von mir vernommen, Sie mag wohl glauben, ich sei gestorben. Es ist mir auch gar nichts daran gelegen, Ob sie mich für gestorben hält, Ich kann auch gar nichts sagen dagegen, Denn wirklich bin ich gestorben der Welt. Ich bin gestorben dem Weltgetümmel, Und ruh‘ in einem stillen Gebiet. Ich leb‘ allein in meinem Himmel, In meinem Lieben, in meinem Lied. Um Mitternacht Rond middernacht zag ik geen ster en bracht geen gedachte mij troost. Een enkele puls van pijn laaide op en ik kon de strijd van het lijden van de mensheid niet beslechten. Rond middernacht gaf ik mij over in uw handen, Heer. Houdt U de wacht.
Um Mitternacht Hab‘ ich gedacht Hinaus in dunkle Schranken. Es hat kein Lichtgedanken Mir Trost gebracht Um Mitternacht. Um Mitternacht Nahm ich in Acht Die Schläge meines Herzens; Ein einz‘ger Puls des Schmerzens War angefacht Um Mitternacht. Um Mitternacht Kämpft‘ ich die Schlacht, O Menschheit, deiner Leiden; Nicht konnt‘ ich sie entscheiden Mit meiner Macht Um Mitternacht. Um Mitternacht Hab‘ ich die Macht In deine Hand gegeben! Herr über Tod und Leben Du hältst die Wacht Um Mitternacht!
Um Mitternacht Hab‘ ich gewacht Und aufgeblickt zum Himmel; Kein Stern vom Sterngewimmel Hat mir gelacht Um Mitternacht.
13
Liedteksten
uit Das Lied von der Erde Der Abschied Tekst: Hans Bethge (1876 - 1946) / Gustav Mahler
De zon verdwijnt achter het gebergte. Als een zilvergondel zweeft de maan. De aarde ademt vol rust en wat leeft slaapt in. Ik sta maar hier te wachten op mijn vriend. Waar blijf je? Je laat me lang alleen. Hij kwam van zijn paard en gaf hem de dronk van het afscheid. Hij vroeg hem waarheen hij ging en waarom. Met verstikte stem sprak hij: ‘Ik heb niet veel geluk, ik zoek rust voor mijn eenzame hart, dat wacht op zijn uur’. De lieve aarde bloeit elk voorjaar opnieuw en wordt groen, overal, eeuwig en eeuwig. Die Sonne scheidet hinter dem Gebirge. In alle Täler steigt der Abend nieder Mit seinen Schatten, die voll Kühlung sind. O sieh! Wie eine Silberbarke schwebt Der Mond am blauen Himmelssee herauf. Ich spüre eines feinen Windes Wehn Hinter den dunklen Fichten! Der Bach singt voller Wohllaut durch das Dunkel. Die Blumen blassen im Dämmerschein. Die Erde atmet voll von Ruh und Schlaf, Alle Sehnsucht will nun träumen. Die müden Menschen gehn heimwärts, Um im Schlaf vergeßnes Glück Und Jugend neu zu lernen! Die Vögel hocken still in ihren Zweigen. Die Welt schläft ein!
14
Es wehet kühl im Schatten meiner Fichten. Ich stehe hier und harre meines Freundes; Ich harre sein zum letzten Lebewohl. Ich sehne mich, o Freund, an deiner Seite Die Schönheit dieses Abends zu genießen. Wo bleibst du? Du läßt mich lang allein! Ich wandle auf und nieder mit meiner Laute Auf Wegen, die vom weichen Grase schwellen. O Schönheit! O ewigen Liebens Lebenstrunkne Welt! Er stieg vom Pferd und reichte ihm den Trunk Des Abschieds dar. Er fragte ihn, wohin Er führe und auch warum es müßte sein. Er sprach, seine Stimme war umflort: Du, mein Freund, Mir war auf dieser Welt das Glück nicht hold! Wohin ich geh? Ich geh, ich wandre in die Berge. Ich suche Ruhe für mein einsam Herz. Ich wandle nach der Heimat, meiner Stätte. Ich werde niemals in die Ferne schweifen. Still ist mein Herz und harret seiner Stunde! Die liebe Erde allüberall Blüht auf im Lenz und grünt Aufs neu! Allüberall und ewig Blauen licht die Fernen! Ewig... ewig...
Biografieën Componist Gustav Mahler Gustav Mahler (1860 1911) groeide op in de Boheemse garnizoenstad Iglau, nu het Tsjechische Jihlava. Daar runde zijn vader een distilleerderij en verschillende café’s. Op zijn vijftiende ging hij in Wenen naar het conservatorium waar hij na zijn eindexamen nog lessen volgde bij Anton Bruckner en aan de universiteit colleges geschiedenis en filosofie bijwoonde. Vanaf 1880 was Mahler als dirigent verbonden aan een reeks Oostenrijkse en Duitse operatheaters. Daar werd hij bewonderd om het hoge niveau van zijn uitvoeringen en gehaat om zijn veeleisendheid. In Boedapest was hij van 1888 tot 1891 tevens directeur van de opera en deed hij ervaring op voor de belangrijkste aanstelling van zijn leven als ‘Herr Direktor’ van de Weense Hofopera (1897 - 1907).
Tijd voor het componeren van zijn symfonieën had hij vrijwel uitsluitend tijdens de zomervakanties. In de overige maanden gebruikte hij de weinige uren die overbleven voor het uitwerken van zijn partituren, hierin geassisteerd door zijn vrouw Alma. In 1807 verloor hij door antisemitische
intriges zijn baan in Wenen en vertrok hij naar New York. Daar was hij verbonden aan de Metropolitan Opera en voltooide Das Lied von der Erde. Een hartziekte sloopte hem en In 1911 keerde hij doodziek terug naar Wenen waar hij op 51-jarige leeftijd overleed. 15
Biografieën
Uitvoerenden Bo Skovhus Bariton De Deense bariton Bo Skovhus (1962) studeerde aan het conservatorium in Aarhus en aan de opera academie van Kopenhagen. In New York zette hij zijn studie voort aan de Juilliard School of Music bij de befaamde zangpedagoog Oren Brown. Skovhus’ operadebuut vond plaats in 1988 bij de Weense Volksopera als Don Giovanni in Mozarts gelijknamige opera. Zijn debuut leidde tot vele contracten bij de Weense Volks- en Staatsopera. Naast diverse Mozart-rollen zong hij ook met succes in opera’s van Ambroise Thomas (Hamlet ), Benjamin Britten (Billy Budd) en Pjotr IljitsjTsjaikovski (Eugen Onegin, onder andere in 2011 in Amsterdam bij De Nederlandse Opera onder leiding van Mariss Jansons). In het liedrepertoire heeft de romantiek zijn voorkeur (Franz Schubert, Robert Schumann, Hugo Wolf, Erich 16
Korngold). Als liedzanger was hij in Amsterdam voor het eerst te horen in de vroege jaren negentig met liederen van Mendelssohn. Het Mahlerprogramma met Stefan Vladar staat al vele jaren op zijn programma: in 2011 werden hij en Stefan Vladar hierom zeer geprezen door de recensent van The Guardian. In 2012
verscheen hun opname met Mahler-liederen bij het Weense label Preiser Records. Op 9 april a.s. treedt Skovhus op in de pas geopende Elbphilharmonie in Hamburg. Daar wordt onder leiding van Christoph Eschenbach een nieuw werk van Matthias Pintscher voor bariton en orkest ten doop gehouden.
Biografieën
Stefan Vladar Piano De Oostenrijkse pianist en dirigent Stefan Vladar (1965) studeerde aan het Weense conservatorium waaraan hij zelf sinds 1999 als pianodocent is verbonden. Op zijn twintigste won Vladar de eerste prijs van de Weense pianocompetitie en daarna werd hij als solist gevraagd bij belangrijke orkesten onder leiding van grootheden zoals Claudio Abbado, Riccardo Chailly en Seiji Ozawa. Vanaf 2002 manifesteert Vladar zich ook als dirigent, aanvankelijk als chefdirigent van het orkest van Graz en sinds 2008 als chef van het Kamerorkest van Wenen. Zijn repertoire omvat behalve muziek uit de romantiek ook vroeg twintigste-eeuwse muziek van onder anderen Béla Bartók, Sergej Prokofjev en Igor Stravinsky. In mei a.s. zal Vladar in Amsterdam optreden in zijn dubbelrol als pianist en dirigent: hij leidt dan het Concertgebouw
Foto: Marco Borggreve
Kamerorkest in werken van onder anderen Edward Elgar, Wolfgang Amadeus Mozart en Ludwig van Beethoven. Biografieën: Katja Reichenfeld
17
Biografieën
Alexander York Bariton
Alexander York, geboren in Wisconsin, Verenigde Staten, heeft een Fulbright Scholarship die hem in staat stelt klassieke zang te studeren aan het Conservatorium van München. York maakte zijn Europese debuut afgelopen juni als Belcore in Gaetano Donizetti’s L’Elisir d’amore in Theater Augsburg. Daar zingt hij dit seizoen ook de rol van Angelotti in Giacomo 18
Puccini’s Tosca, Fuhrmann/ Weikmann in Hans Thomalla’s Kaspar Hauser en de kapitein in Karl Amadeus Hartmanns Simpicius Simplicissimus. Deze zomer zal hij de wereldpremière zingen van James Ramsey in To the Lighthouse van Zesses Seglias op de Bregenzer Festspiele. Eerder zong York met Central City Opera en Aspen Opera Center in de Verenigde Staten en voltooide studies aan de Northwestern University en Lawrence University. Hij volgde masterclasses bij Renée Fleming, Marilyn Horne en Dale Duesing.
Aris Alexander Blettenberg piano Aris Alexander Blettenberg (1994) werd geboren in Mülheim an der Ruhr, Duitsland. Hij studeert piano bij Antti Siirala aan het Conservatorium van München en orkestdirectie bij Bruno Weil aan de Universiteit Mozarteum Salzburg.
In 2015 won hij de eerste prijs in de Internationale Hans von Bülow wedstrijd voor pianistdirigenten. Hij volgde diverse masterclasses, onder meer bij Vladimir Jurowski, het Münchener Kammerorchester en het Chor des Bayerischen Rundfunks. Dit seizoen treedt hij onder meer op met de Duisburger Philharmoniker, Arabella Steinbacher en Julia Fischer in zalen als het Konzerthaus Berlin en de Wigmore Hall in Londen.
Grote Zangers Colofon stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en stichting Grote Zangers.
Stichting Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie en voorprogramma Rozemarijn Tiben, productie Leo Spigt, mecenaat Partners Muziekgebouw aan ’t IJ Alferink Artists Management Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458 1017 CA Amsterdam 020 664 3151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl
19
Serie Grote Zangers
Verwacht
Vr 26 mei 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Sergei Leiferkus, Olesya Golovneva + Semyon Skigin Het authentieke Russische lied De rijkdom van de Russische liedkunst doet niet onder voor de Duitse, maar wereldwijd blijft het repertoire wel onderbelicht. Bariton Sergei Leiferkus en sopraan Olesya Golovneva hebben het Russische lied in hun genen zitten. Leiferkus behoort al ruim veertig jaar tot de absolute wereldtop. Golovneva, bijna twee generaties jonger, heeft haar naam al gevestigd bij grote operahuizen als de Bayerische Staatsoper. Een bijzondere belevenis om de liederen te horen zingen door wereldvocalisten die het Russisch als moedertaal hebben. Authentieker kan niet. Programma: werken van Russische componisten op Russische poÍzie van Modest Moessorgski, Aleksandr Borodin, Sergej Rachmaninov en Dmitri Sjostakovitsj
20
Olesya Golovneva
Serie Grote Zangers Seizoen 2017 – 2018 Grote Zangers is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een internationaal toonaangevende recitalserie waarin de wereldtop zeer graag te gast is. Niet alleen de akoestiek van het Muziekgebouw is perfect voor de liedkunst, ook krijgen de zangers de mogelijkheid bijzondere en avontuurlijke programma’s te presenteren. Zonder uitzondering prijzen de zangers de ongeëvenaarde concentratie van het publiek. In seizoen 2017-2018 is onder meer Angelika Kirchschlager te gast en Matthias Goerne met een nieuw, uniek dubbelrecital.
wo 25 okt 2017 Matthias Goerne + Alexander Schmalcz Brahms volgens Matthias Goerne vr 27 okt 2017 Matthias Goerne + Markus Hinterhäuser Schumann volgens Matthias Goerne vr 1 dec 2017 Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau De dramatische kant van Dorothea Röschmann wo 10 jan 2018 Christopher Maltman + Joseph Middleton The Soldier – from Severn to Somme za 17 feb 2018 Angelika Kirchschlager + James Sherlock Geliefde liederen van Schubert, Schumann en Brahms wo 16 mei 2018 Véronique Gens + Susan Manoff Licht op de Franse mélodie
21
Verwacht
Maart Kijk Muziek! Zo 26 mrt
13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Wonderland Collectief + Makiko Ito Wonderland (2-4) 13.30 uur Nederlands Kamerorkest Laat me met rust! (5+) di 28 + wo 29 mrt / 20.00 uur And you must suffer (Johannes Passion) De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw do 30 mrt / 20.15 uur Nieuw Ensemble An Evening of Today 2017 vr 31 mrt / 20.15 uur #tristanisolde Silbersee + Spr¡tzl
April za 1 apr / 19.00 uur Abdel Rahman El Bacha 72 preludes van Bach, Chopin en Rachmaninov 22
zo 2 apr / 15.00 uur Liza Ferschtman Wat is het geheim van viool met dans? (8+)
za 8 apr / 13.00 uur Bram van Sambeek + Fagotklas Koninklijk Conservatorium Rushes
zo 2 apr / 20.15 uur Combattimento Passie volgens Pergolesi
za 8 apr / 15.00 uur Weeshuis van de Nederlandse Muziek Parels uit de muziekgeschiedenis
World Minimal Music Festival
za 8 apr / 16.30 uur Suzanne Ciani Prima donna van de Buchla-synthesizer
wo 5 t/m zo 9 apr Zie voor het volledige programma www.muziekgebouw.nl/festival/ worldminimal
wo 5 apr / 16.30 uur Asko|Schönberg Openbare repetitie De Materie wo 5 apr / 20.15 uur Asko|Schönberg De Materie do 6 apr / 20.15 uur Ensemble Klang, Nieuw Amsterdams Peil + Lavinia Meijer Coming Together vr 7 apr / 20.15 uur Dubbelconcert: The Master Musicians of Jajouka led by Bachir Attar + Midori Takada World Roots
za 8 apr / 20.15 uur Dubbelconcert: Mark Ernestus’ Ndagga Rhythm Force + Ensemble Klang Trance
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
23