Do 14 dec 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Donderdag avondserie
Kuss Quartet + Mojca Erdmann Oude meesters Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Donderdag avondserie Do 14 dec 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Kuss Quartet + Mojca Erdmann Oude meesters Kuss Quartet: Jana Kuss viool Oliver Wille viool William Coleman altviool Mikayel Hakhnazaryan cello
ca. 45 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze
Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Door Thea Derks
Mojca Erdmann sopraan
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Programma
Theodor Kirchner (1823 - 1903) / Aribert Reimann (1936) Die schönen Augen der Frühlingsnacht (2017; wereldpremière)* Sechs Lieder von Theodor Kirchner nach Gedichten von Heinrich Heine für Sopran und Streichquartett bearbeitet und verbunden mit sieben Bagatellen von Aribert Reimann
·· Bagatelle I ·· In dem Walde sprießt und grünt es op. 1 nr. 4 ·· Bagatelle II ·· Die blauen Frühlingsaugen schau’n op. 1 nr. 6 ·· Bagatelle III ·· Ein Fichtenbaum steht einsam op. 81 nr. 4 ·· Bagatelle IV ·· Leise zieht durch mein Gemüt op. 1 nr. 2 ·· Bagatelle V ·· Die schönen Augen der Frühlingsnacht op.1 nr. 10 ·· Bagatelle VI ·· Unterm weißen Baume sitzend op. 81 nr. 6 ·· Bagatelle VII Ludwig van Beethoven(1770 -1827) Strijkkwartet nr. 11 in f op. 95 (1810) ·· Allegro con brio ·· Allegretto ma non troppo – attacca subito: ·· Allegro assai vivace ma serioso – Più allegro ·· Larghetto espressivo – Allegretto agitato – Allegro Pauze György Kurtág (1926) Officium breve in memoriam Alexandrae Szervansky op. 28 (1989) I. Largo II. Più andante III. Sostenuto, quasi giusto IV. Grave, molto sostenuto V. (Fantasie über die Harmonien des Webern-Kanons). Presto
VI. (Canon a 4). Molto agitato VII. Canon a 2 (frei nach op. 31/VI. Von Webern). Sehr fließend VIII. Lento IX. Largo X. (Webern: Canon a 4 (op. 31/VI)). Sehr Fließend Xa. A Tempo (X Da Capo al fine) XI. Sostenuto XII. Sostenuto, quasi giusto XIII. Sostenuto, con slancio XIV. Disperato, vivo XV. Arioso interrotto (di Endre Szervánszky). Larghetto Felix Mendelssohn (1809 - 1847) / Aribert Reimann ... oder soll es Tod bedeuten? (1996) Acht Lieder und ein Fragment nach Gedichten von Heinrich Heine bearbeitet von Aribert Reimann für Sopran und Streichquartett verbunden mit sechs Intermezzi
·· Leise zieht durch mein Gemüt op. 19a nr. 5 ·· Intermezzo I ·· Der Herbstwind rüttelt die Bäume op. 34 nr. 6 ·· Intermezzo II ·· Über die Berge scheint schon die Sonne op. 27 nr. 2 ·· Intermezzo III ·· Auf Flügeln des Gesanges op. 34 nr. 2 ·· Intermezzo IV ·· Was will die einsame Träne (strofe 1 en 2) ·· In dem Mondenschein im Walde op. 19a nr. 4 ·· Was will die einsame Träne (strofe 3) ·· Intermezzo V ·· Allnächtlich im Traume op. 86 nr. 4 ·· Mein Liebchen, wir saßen beisammen ·· Intermezzo VI ·· Warum sind denn die Rosen so blaß (fragment) * met steun van Ammodo
3
Toelichting Arnold Schönberg voegde in het derde en vierde deel van zijn Tweede strijkkwartet verrassend een zangstem toe. Hoewel de teksten van Stefan George duidelijke aandachttrekkers waren, was het Schönberg er ook om te doen het romantische lied in een andere context te plaatsen dan het bekende ‘Lied met pianobegeleiding’. De stem werd een soort ‘primus inter pares’, deel van het strijkkwartet, deel van het kamermuziekensemble. Een gedachte die de componist in Aribert Reimann bijzonder aansprak. De Duitse componist en pianist heeft een behoorlijke staat van dienst als liedbegeleider en vanuit die optiek is zijn belangstelling voor het romantische lied zeer verklaarbaar. In diverse werken gebaseerd op romantische liederen van Schumann, Schubert, Brahms, Mendelssohn, en nu ook Kirchner, brengt hij de wereld van de romantiek en die blik van de Tweede Weense School samen met zijn eigen hedendaagse taal. Het resultaat is een mooi amalgaam waarbij historie en hedendaags elkaar op intrigerende wijze ontmoeten. Om niet alleen de stem maar ook het strijkkwartet centraal te stellen wordt de instrumentale romantiek vandaag vertegenwoordigd door Strijkkwartet nr. 11 van Ludwig van Beethoven. De hedendaagse expressie van de Intermezzi en Bagatellen die Reimann tussen de liederen plaatst ligt vrij dicht bij de wereld die doorklinkt in Officium breve van György Kurtág.
Theodor Kirchner / Aribert Reimann Die schönen Augen der Frühlingsnacht Die schönen Augen der Frühlingsnacht van Aribert Reimann dat vandaag in première gaat past in een reeks werken waarin Reimann liederen uit de romantiek van een strijkkwartetbegeleiding voorziet en met elkaar verbindt door nieuw gecomponeerde Bagatellen. Zo bewerkte hij in 1994 de Sechs Lieder op. 107 van Robert Schumann en het jaar daarna Schuberts Mignon Lieder. In 1996 volgden nog liederen van Mendelssohn die hij bijeen bracht onder de titel …oder soll es tod bedeuten? en de Ophelia-liederen van Johannes Brahms. Dit jaar arrangeerde Reimann zes liederen van de veel minder bekende Theodor Kirchner op gedichten van Heinrich Heine voor stem en strijkkwartet en voorzag ze van een zevental verbindende Bagatellen; de vervulling van een wens die al vrij lang bestond. Al jong hoorde hij een aantal liederen van Kirchner gezongen door bariton Dietrich
4
Toelichting
Fischer-Diskau, zo verklaarde Reimann in een interview met Thea Derks. Hij was meteen enthousiast over het werk van deze leerling van onder anderen Schumann, Mendelssohn en Brahms en besloot ze ooit te bewerken voor sopraan en strijkkwartet. Afgelopen zomer kwam het er eindelijk van dankzij een verzoek van Mojca Erdmann en het Kuss Quartet. Het werk lijkt qua structuur op …oder soll es tod Bedeuten? Net als in dit werk, gebaseerd op liederen van Mendelssohn, verbindt Reimann de liederen van Kirchner door nieuw gecomponeerd materiaal. De zes liederen worden omsloten door zeven Bagatellen waarvan de eerste het werk opent en de laatste de cyclus afsluit. De Bagatellen – die in tegenstelling tot de Intermezzi die de liederen van Mendelssohn van elkaar scheiden wel afzonderlijk gespeeld kunnen worden – bevatten verwijzingen naar de liederen van Kirchner. Dat kan een motief zijn, een akkoord of soms zelfs een enkele noot. De titel, ontleend aan het vijfde lied, is naar eigen zeggen van Reimann net als bij Heine ‘ietwat ironisch’ bedoeld.
Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 11 op. 95 ‘Het kwartet op. 95 is geschreven voor een kleine kring van connaisseurs en mag nooit publiekelijk uitgevoerd worden’, schreef Ludwig van Beethoven aan de bevriende Engelse musicus George Smart
over zijn elfde strijkkwartet. Een vreemde opmerking, zo lijkt het. Zeker na tien geslaagde strijkkwartetten. Gelukkig hield Beethoven geen woord. Het aan graaf Nikolaus Zmeskall opgedragen kwartet kreeg in 1814 een publieke uitvoering en verscheen twee jaar later alsnog in druk. Toch is het feit dat Beethoven op zijn minst terughoudend was met een publieke uitvoering niet zo gek. Hoewel het werk een jaar na zijn Tiende strijkkwartet op. 74 is geschreven, lijkt het van een andere wereld te komen, en vooral een aankondiging van zijn laatste serie strijkkwartetten. Waar hij overigens pas veertien jaar later aan begon. Beethovens Strijkkwartet nr. 11 was voor het publiek van zijn tijd een behoorlijke schok. Alles is kort, krachtig, abrupt of onbestemd zoals de schijnbaar richtingloze chromatische cellomelodie aan het begin van het tweede deel. Beethoven gaf het kwartet aan het begin de aanduiding Quartetto Serioso, waarmee hij duidelijk lijkt te willen maken dat het werk van een andere orde is dan zijn andere werk. Biografen verklaren de atypische inhoud vooral door te verwijzen naar een stormachtige periode in Beethovens privéleven en naar zijn liefde voor zijn veel jongere pianostudente Therese Malfatti, die hij zelfs ten huwelijk wilde vragen. Maar het lijkt veel meer op een experimentele explosie die vele elementen bevat die Beethoven in zijn laatste periode verder uitwerkte. Beethoven raakt aan de traditionele vormen zoals de sonatevorm in het eerste deel, maar 5
Toelichting
maakt er een doorgecomponeerd geheel van dat afwijkt van de conventies. Hij speelt met de tonaliteit en combineert verschillende toonsoorten op een voor die tijd ongebruikelijke wijze. Het laatste deel laat hij beginnen met een wonderlijke langzame introductie die sowieso geheel onverwacht was, en door de wederom onbestemde richting onverklaarbaar was voor de oren van het publiek in de vroege negentiende eeuw. Uiteindelijk komt Beethoven na een stuwend rondo wel weer bij de toonsoort uit waarmee het allemaal begon, maar dat gebeurt zo abrupt, dat zelfs dat een verrassing is.
György Kurtág Officium breve ‘Microludes’ zijn ze wel genoemd, en dat is een rake omschrijving voor de vijftien ultrakorte delen die samen Officium breve in memoriam Alexandrae Szervansky op. 28 uit 1989 vormen. Het is György Kurtág op zijn best: de componist die aan een noot, een motief, een klank, een gebaar genoeg heeft om een compleet verhaal te vertellen. Elk stukje is een op zichzelf staande microkosmos en ondertussen haalt de Hongaarse componist alles uit het strijkkwartet. Het is alsof de klassieke tijd, de negentiende eeuw en de vroege twintigste eeuw wat strijkkwartetten aangaat geïmplodeerd zijn en samenkomen in Officium breve. Kurtág laat de motieven niet ontwikkelen, hij zet als een Japanse sumi-e meester één rake streek 6
neer, schijnbaar moeiteloos, alsof het nooit anders had kunnen zijn. Het verhaal gaat schuil achter die streek. In dit geval is het verhaal een in memoriam voor de Hongaarse componist en collega van Kurtág Alexandrae Szervansky (1911 - 1977). De vooral in zijn vaderland zeer gewaardeerde componist schreef een rijk oeuvre bijeen waar Kurtág bij vlagen met een gebaar of een paar noten uit lijkt te putten. Verder vinden Kurtág en Szervansky elkaar in het kleine gebaar, de nuance en in de voorliefde voor het werk van Anton Webern. Want hoewel Szervansky veel breedsprakeriger is dan Kurtág ooit zal zijn, was hij op zoek naar een vergelijkbare intensiteit. Kurtág geeft de componist met zijn Officium breve het monument dat hem toekomt.
Felix Mendelssohn / Aribert Reimann …oder sol es Tod bedeuten? Met zijn Intermezzi die tussen de liederen van Mendelssohn staan in …oder soll es Tod bedeuten? raakt Aribert Reimann niet alleen net als Kurtág aan de wereld van Anton Webern, ook vormen deze statements het onderscheid met eerdere liedbewerkingen van Reimann. Toen Juliane Banse en het Cherubini Quartett hem in 1996 vroegen of hij een aantal Mendelssohn-liederen wilde bewerken, wilde hij niet de weg gaan die hij eerder met
Toelichting
zijn Schumann- en Schubertbewerkingen had bewandeld, maar er werkelijk iets van zichzelf aan toevoegen en er een doorlopende eenheid van maken. Hij koos negen liederen waarvan er drie (Was will die einsame Träne, Mein Liebchen, wir saßen beisammen en het fragment Warum sind denn die Rosen so blaß) in 1996 nog niet gepubliceerd waren en scheidde ze door korte Intermezzi die een reactie vormen op het voorgaande lied, of een vooruitblik op het volgende. Ook maakte hij van de liedbegeleiding niet louter een transcriptie van de pianopartij voor strijkkwartet. ‘Het is veel meer dan een transcriptie’, zegt Reimann er zelf over. ‘In sommige liederen ben ik zelfs ver verwijderd van de pianopartij en voeg ik mijn eigen ideeën toe, zonder de harmonieën van Mendelssohn geweld aan te doen.’ Op deze manier heeft hij de liederen en de Intermezzi onder één grote spanningsboog gebracht met als verbindend thema het onbegrijpelijke verlies van de liefde en een weg die leidt naar eenzaamheid. De titel van de zo ontstane cyclus ontleende Reimann aan de laatste zin van het lied In dem Mondschein im Walde. Tekst toelichting: Paul Janssen
7
Liedteksten Theodor Kirchner / Aribert Reimann ‘Die schönen Augen der Frühlingsnacht’
Die blauen Frühlingsaugen De viooltjes kijken als blauwe lente-ogen mij aan. Ik pluk ze en terwijl ik droom zingt luid de nachtegaal. Luidkeels verkondigt het mijn innige geheim.
Tekst: Heinrich Heine
In dem Walde sprießt und grünt es Het woud ontspruit en wordt groen als een jonkvrouw vol lust. Jonge lente, wees welkom. Nachtegaal, jouw lied is pure liefde! In dem Walde sprießt und grünt es Fast jungfräulich lustbeklommen. Doch die Sonne lacht herunter: Junger Frühling sei willkommen! Nachtigall, auch dich schon hör ich, Wie du flötest seligtrübe Schluchzend langgezog‘ne Töne. Und dein Lied ist lauter Liebe!
Die blauen Frühlingsaugen Schau’n aus dem Gras hervor, Das sind die lieben Veilchen, Die ich zum Strauß erkor. Ich pflücke sie und denke, Und die Gedanken all, Die mir im Herzen seufzen, Singt laut die Nachtigall. Ja, was ich denke singt sie, Lautschmetternd, dass es schallt, Mein zärtliches Geheimnis Weiß schon der ganze Wald. Ein Fichtenbaum steht einsam Een sparrenboom staat eenzaam op een kale berg, omhuld door ijs en sneeuw. Hij droomt van een palmboom, eenzaam op een hete rotswand. Ein Fichtenbaum steht einsam Im Norden auf kahler Höh, Ihn schläfert, mit weißer Decke Umhüllen ihn Eis und Schnee. Er träumt von einer Palme, Die fern im Morgenland Einsam und schweigend trauert, Auf brennender Felsenwand.
8
Liedteksten
Leise zieht durch mein Gemüt
Unterm weißen Baume sitzend
Zachtjes klinkt een simpel lentelied. Ga maar naar buiten en zie je een roos staan, breng mijn groeten over.
Zittend onder de witte bomen, zie je het kale bos en veld en je hart is bevroren. Plotseling dwarrelen witte vlokken op je neer. Het is geen sneeuw, merk je met vreugde op, maar geurende voorjaarsbloesems. De winter wordt mei en in jouw hart komt opnieuw de liefde.
Leise zieht durch mein Gemüt Liebliches Geläute, Klinge, kleines Frühlingslied, Kling’ hinaus in’s Weite. Kling’ hinaus, bis an das Haus, Wo die Blumen sprießen; Wenn du eine Rose schaust, Sag’: ich lass sie grüßen. Die schönen Augen der Frühlingsnacht De mooie ogen van de voorjaarsnacht kijken troostend naar beneden. Het lied van Philomela (de nachtegaal) dringt in mijn ziel, maar doet mijn ziel ook groeien. Die schönen Augen der Frühlingsnacht, Sie schauen so tröstend nieder; Hat dich die Liebe so kleinlich gemacht, Die Liebe sie hebt dich wieder. Auf grüner Linde sitzt und singt, Die süße Philomele; Wie mir das Lied zur Seele dringt, So dehnt sich wieder die Seele.
Unterm weißen Baume sitzend, Hörst du fern die Winde schrillen, Siehst, wie oben stumme Wolken Sich in Nebeldecken hüllen. Siehst, wie unten ausgestorben Wald und Flur, wie kahl geschoren, Um dich Winter, in dir Winter, Und dein Herz ist eingefroren. Plötzlich fallen auf dich nieder Weiße Flocken, und verdrossen Meinst du schon mit Schneegestöber Hab’ der Baum dich übergossen. Doch, es ist kein Schneegestöber, Merkst es bald mit freud’gem Schrecken: Duft’ge Frühlingsblüten sind es Die dich necken und bedecken. Welch ein schauersüßer Zauber! Winter wandelt sich in Maie, Schnee verwandelt sich in Blüten, Und dein Herz, es liebt auf‘s Neue.
9
Liedteksten
Felix Mendelssohn Bartholdy / Aribert Reimann ... oder soll es Tod bedeuten? Tekst: Heinrich Heine (1797–1856)
Leise zieht durch mein Gemüt Zachtjes klinkt een simpel lentelied. Ga maar naar buiten en zie je een roos staan, breng mijn groeten over. Leise zieht durch mein Gemüt Liebliches Geläute. Klinge, kleines Frühlingslied. Kling hinaus ins Weite. Kling hinaus, bis an das Haus, Wo die Blumen sprießen. Wenn du eine Rose schaust, Sag, ich laß sie grüßen.
Der Herbstwind rüttelt die Bäume De herfstwind rukt aan de bomen. Ik rijd eenzaam door de koude nacht. Mijn gedachten brengen mij naar het huis van mijn bruid. Daar wacht mijn beminde op mij en ik werp me in haar armen. De blaadjes van de eikenboom ritselen: ‘Wat wil je, dwaze ruiter, met je dwaze droom’. Der Herbstwind rüttelt die Bäume, Die Nacht ist feucht und kalt; Gehüllt im grauen Mantel, Reite ich einsam im Wald. Und wie ich reite, so reiten Mir die Gedanken voraus; Sie tragen mich leicht und luftig Nach meiner Liebsten Haus. Die Hunde bellen, die Diener Erscheinen mit Kerzengeflirr; Die Wendeltreppe stürm ich Hinauf mit Sporengeklirr. Im leuchtenden Teppichgemache, Da ist es so duftig und warm, Da harret meiner die Holde Ich fliege in ihren Arm. Es säuselt der Wind in den Blättern, Es spricht der Eichenbaum: Was willst du, törichter Reiter, Mit deinem törichten Traum?
10
Liedteksten
Über die Berge steigt schon die Sonne
Auf Flügeln des Gesanges
De zon komt op vanachter de bergen en de lammeren klinken uit de verte. Mijn liefje, mijn lam, mijn zon en zegen, graag zag ik je nog een keer. Zij slaapt nog en droomt van mij.
Op vleugels van de gezangen breng ik je naar de velden van de Ganges. Daar ligt een bloeiende tuin met bloemen en gazellen. Daar willen we gaan zitten onder de palmen en een zalige droom dromen.
Über die Berge steigt schon die Sonne, Die Lämmerherde läutet fern, Mein Liebchen, mein Lamm, meine Sonne und Wonne, Noch einmal säh ich dich gar zu gern!
Auf Flügeln des Gesanges, Herzliebchen, trag ich dich fort, Fort nach den Fluren des Ganges, Dort weiß ich den schönsten Ort.
Ich schaue hinauf, mit spähender Miene – Leb wohl, mein Kind, ich wandre von hier! Vergebens! Es regt sich keine Gardine; Sie liegt noch und schläft – und träumt von mir.
Dort liegt ein rotblühender Garten Im stillen Mondenschein; Die Lotosbumen erwarten Ihr trautes Schwesterlein. Die Veilchen kichern und kosen, Und schaun nach den Sternen empor; Heimlich erzählen die Rosen Sich duftende Märchen ins Ohr. Es hüpfen herbei und lauschen Die frommen, klugen Gazelln; Und in der Ferne rauschen Des heiligen Stromes Welln. Dort wollen wir niedersinken Unter dem Palmenbaum, Und Liebe und Ruhe trinken, Und träumen seligen Traum.
11
Liedteksten
Was will die einsame Träne (strofe 1 en 2)
Im Mondenschein im Walde
Wat wil de eenzame traan? Haar glinsterende zusjes zijn vervlogen met mijn kwellingen en vreugde.
Door het woud in het maanlicht zag ik elfen rijden, snel op hun witte paardjes door de lucht. De koningin knikte lachtend naar mij, toen ze langs reden. Wees dat op een nieuwe liefde of zou het de dood betekenen?
Was will die einsame Träne? Sie trübt mir ja den Blick. Sie blieb aus alten Zeiten In meinem Auge zurück. Sie hatte viel leuchtende Schwestern, Die alle zerflossen sind, Mit meinen Qualen und Freuden, Zerflossen in Nacht und Wind.
Durch den Wald, im Mondenscheine, Sah ich jüngst die Elfen reuten; Ihre Hörner hört ich klingen, Ihre Glöckchen hört ich läuten. Ihre weißen Rößlein trugen Güldnes Hirschgeweih und flogen Rasch dahin, wie wilde Schwäne Kam es durch die Luft gezogen. Lächelnd nickte mir die Köngin, Lächelnd, im Vorüberreuten. Galt das meiner neuen Liebe, Oder soll es Tod bedeuten? Was will die einsame Träne (strofe 3) Mijn liefde zelf vervloog als nevel. Ga jij nu ook maar, eenzame traan. Ach, meine Liebe selber Zerfloß wie eitel Hauch! Du alte, einsame Träne, Zerfließe du jetzt auch!
12
Liedteksten
Allnächtlich im Traume
Mein Liebchen, wir saßen beisammen
‘s Nachts in mijn droom zie ik jou. Ik val neer aan jouw voeten en jij kijkt mij medelijdend aan. Je zegt mij zacht een woord en geeft takjes van cipressen, maar als ik wakker wordt, is het boeket weg en ben ik het woord vergeten.
Mijn liefje, we zaten samen knus in de lichte boot. Het geesteneiland lag schemerig in het maanlicht, waar lieve tonen klonken. Wij dreven voorbij, troosteloos op de wijde zee.
Allnächtlich im Traume seh ich dich, Und sehe dich freundlich grüßen, Und lautaufweinend stürz ich mich Zu deinen süßen Füßen. Du siehst mich an wehmütiglich, Und schüttelst das blonde Köpfchen; Aus deinen Augen schleichen sich Die Perlentränentröpfchen. Du sagst mir heimlich ein leises Wort, Und gibst mir den Strauß von Zypressen, Ich wache auf, und der Strauß ist fort, Und das Wort hab ich vergessen.
Mein Liebchen, wir saßen beisammen, Traulich im leichten Kahn. Die Nacht war still, und wir schwammen Auf weiter Wasserbahn. Die Geisterinsel, die schöne, Lag dämmrig im Mondenglanz; Dort klangen liebe Töne, Und wogte der Nebeltanz. Dort klang es lieb und lieber, Und wogt’ es hin und her; Wir aber schwammen vorüber, Trostlos auf weitem Meer. Warum sind denn die Rosen so blaß Waarom zijn toch de rozen zo vaal? Waarom zingt de leeuwerik klaaglijk en stijgt uit het balsemkruid een lijken…? Warum sind denn die Rosen so blaß, O sprich, mein Lieb, warum? Warum sind denn im grünen Gras Die blauen Veilchen so stumm? Warum singt denn mit so kläglichem Laut Die Lerche in der Luft? Warum steigt denn aus dem Balsamkraut Hervor ein Leichen […]? 13
Biografieën Componisten Aribert Reimann
de Hochschule der Künste in Berlijn. Hij begeleidde grote vocalisten zoals Brigitte Fassbaender en Dietrich Fischer-Dieskau en maakte vele plaatopnamen. Als componist maakte hij vooral naam met zijn literaire opera’s als Lear, Das Schloss en in 2010 nog Medea. In 2011 werd Reimann voor zijn complete oeuvre onderscheiden met de prestigieuze Ernst von Siemens Muziekprijs, internationaal geldend als belangrijkste muziekprijs.
leeftijd werd hij, nota bene op aanbeveling van Mendelssohn, organist in het Zwitserse Winterthur. Later was hij als docent werkzaam in Zurich, hofpianist in Meiningen en directeur van het Conservatorium in Würzburg.
Theodor Kirchner De Duitse componist, pianist en liedbegeleider Aribert Reimann (1936) geldt als de meest uitgevoerde operacomponist van Duitsland. Aribert begon zijn muzikale leven na zijn studie in Berlijn als repetitor van de Deutsche Oper Berlin. In de jaren zestig maakte hij naam als liedbegeleider en werd hij aangesteld als docent liedbegeleiding aan 14
De Duitse componist Theodor Kirchner (1823 - 1903) had pech. Hij was zeer getalenteerd en bevriend met de grootste componisten van de negentiende eeuw, maar een destructieve levenswijze en een levenslange gokverslaving stonden werkelijk succes in de weg. Op achtjarige leeftijd stond Kirchner al te boek als een veelbelovend organist en pianist. Op twintigjarige
Zijn vele composities – hij schreef onder andere zo’n duizend korte pianowerken – werden hoog geacht door collega’s als Schumann en Brahms, maar door zijn wilde levenswijze kwam hij er nimmer toe zijn werk goed aan de man te brengen. Tegenwoordig is zijn werk goed gedocumenteerd, maar is de naam Kirchner er nog steeds een om te ontdekken.
Biografieën
Ludwig van Beethoven
de achttiende eeuw vestigde Beethoven zich in Wenen waar hij onder de adel en gegoede burgerij furore maakte. Niet alleen zijn muziek, ook zijn gezondheid hield de gemoederen bezig. Vooral zijn opkomende doofheid is veelbesproken. Ondanks de vele gezondheidsproblemen bleef Beethoven tot enkele dagen voor zijn dood componeren.
en een grote aandacht voor de klankschoonheid een niet meer weg te denken componist.
György Kurtág
Het werk van Ludwig van Beethoven (1770-1827) geldt als het hoogtepunt van de klassieke tijd en tevens als de belangrijkste overgang naar de romantische periode. De componist uit Bonn geldt als de eerste freelance componist. Met zijn negen symfonieën, tweeëndertig pianosonates, zestien strijkkwartetten en meer definieerde hij diverse genres en werd hij voor de componisten na hem de maatstaf. Aan het einde van
De Hongaarse componist György Kurtág (1926) lijkt op compositorisch gebied een laatbloeier. Werkelijke erkenning kreeg hij pas toen hij vanaf 1993 achtereenvolgens in Wenen, Berlijn, Amsterdam en Parijs verbleef en hartstochtelijk deelnam aan het muziekleven aldaar. Al in de jaren zeventig en tachtig schreef hij inmiddels alom erkende meesterwerken als Berichten van de overleden R.V. Trusova, … quasi una fantasia … en het Dubbelconcert. Hij werd met zijn muzikale taal waarin concentratie, spontaniteit
foto: Felvégi Andrea
In zijn werk waart de geest rond van zijn Hongaarse leermeesters Sandor Veress en Ferenc Farkas en zijn Parijse docenten Darius Milhaud en Olivier Messiaen. Ook als pianist heeft Kurtág samen met zijn vrouw Márta een sterke reputatie opgebouwd, voornamelijk met zijn werk Játékok, een immer uitdijende reeks voor piano, die zowel didactisch materiaal als de kiemcellen voor Kurtágs grotere composities bevat. 15
Biografieën
Felix Mendelssohn
De Duitse componist Felix Mendelssohn (1809 - 1847) groeide op in voor een musicus wellicht ideale materiële en culturele omstandigheden. Zijn vader was bankier, zijn moeder uitermate artistiek en literair begaafd en zijn grootvader Mozes Mendelssohn was een bekend Joods filosoof. De jonge Felix had niets te klagen en kreeg van jongs af aan de best mogelijke opleiding. Van Carl Friedrich Zelter kreeg hij zijn liefde voor Bach 16
mee. Dat resulteerde in 1829 in de eerste uitvoering van de Matthäus Passion sinds de dood van Bach en het begin van de Bachrevival. De componist had toen al ruimschoots naam gemaakt met jeugdwerken als de Strijkerssymfonieën, zijn Octet, de Ouverture Midzomernachtsdroom en zijn Eerste symfonie. Er zouden nog vier symfonieën, diverse concerten en meer volgen die Mendelssohn zouden verheffen tot een van de belangrijkste componisten van de eerste helft van de negentiende eeuw. In 1937 werd hij de eerste Kapellmeister van het beroemde Gewandhausorchester in Leipzig wat hij met een kleine onderbreking tot zijn vroegtijdige dood in 1847 zou blijven.
Biografieën
Uitvoerenden Mojca Erdmann Sopraan De Duitse sopraan Mojca Erdmann (1975) studeerde aanvankelijk zowel viool als zang. Na het behalen van enkele prijzen begon ze haar carrière in de operascene. Erdmann zong vaak in opera’s van Mozart en Strauss onder andere in de Weense Staatsopera, de Metropolitan Opera in New York en Théâtre des Champs-Elysées in Parijs. Ze staat bekend om haar veelzijdigheid en haar repertoire varieert van barok tot hedendaagse muziek. Zo zong ze in 2012 de titelrol van Alban Bergs Lulu in Staatsoper Unter den Linden. Ook als concertzangeres en liedvertolkster is Erdmann te vinden in gerenommeerde concertzalen. Vorig seizoen bracht ze nog de wereldpremière van Requiem-Strophen van Wolfgang Rihm. Komend
foto: Felix Broede
seizoen is ze onder andere te gast op het Mozartfest in Wurzburg waar ze Jörg Widmanns Versuch über die Fuge zal zingen. Van maart tot april 2018 zal ze verblijven in de Villa Massimo in Rome, een Duitse kunstinstelling in Rome. 17
Biografieën
Kuss Quartet Het Kuss Quartet heeft een passie voor experimenteren. Het kwartet is opgericht in 2002 door Jana Kuss en Oliver Wille, die elkaar al 25 jaar kennen. Samen met hun collega’s William Coleman en Mikayel Hakhnazaryan brengen ze grensverleggende concerten. Hun serie Kuss Plus in Berlijn is legendarisch geworden door de combinatie van kwartetmuziek met literatuur. Hun samenwerking met acteur Udo Samel heeft geleid tot meerdere uitnodigingen voor festivals en concertzalen in Duitsland en Oostenrijk. Daar brachten ze programma’s als Ohne Grund nicht denken (Brecht/ Berg/ Beethoven), Traumbilder (Heine/ Mendelssohn/ Schumann) en Das Rauschen der Zeit (Mandelstam/ Stravinsky/ Tsjaikovski). Het kwartet werkt nauw samen met Aribert Reimann en György Kurtág. Ze inspireren de volgende 18
generatie kamermusici in vele masterclasses over heel de wereld. William Coleman geeft les in Salzburg en Oliver Wille in Hannover en Birmingham. In oktober 2016 brachten ze met Mojca Erdmann een cd uit met Schönbergs Tweede strijkkwartet, Brahms’ Derde strijkkwartet en een arrangement van Brahmsliederen voor sopraan en strijkkwartet.
BiografieĂŤn
foto: Molina Visuals
19
Donderdag avondserie
Verwacht
Serie Asko|Schönberg
Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag American Anthology In de twintigste eeuw maakte de Amerikaanse kunstmuziek zich los van haar Europese wortels. Ensemble Asko|Schönberg geeft in dit concert een prachtige staalkaart van ruim een eeuw Amerikaanse composities. Daarin ook de langverwachte Nederlandse première van Dry van Michael Gordon (Bang on a Can), waarin het ensemble fungeert als strak pulserend precisiemechaniek. In Nancarrows Studies for Player Piano klinkt eveneens een mechanisch spel van overlappende ritmes. Componist Charles Ives laat in The Unanswered Question strijkers, houtblazers en trompet traag om elkaar wentelen. Ook Elliot Carter verdeelt in zijn Asko Concerto het ensemble in groepen, al maken filosofische overdenkingen bij hem plaats voor de goed geluimde drive van een eigentijds concerto grosso. Henry Cowell en John Cage hadden op hun beurt een scherp oor voor de klankrijkdom van het percussie-instrumentarium, terwijl Stefan Wolpe zijn vroegere activistische toon in Amerika verruilde voor een mengeling van twaalftoonsmuziek en jazz. 20
Do 11 jan 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Conlon Nancarrow
Programma: Henry Cowell Ostinato Pianissimo / Charles Ives The Unanswered Question / Conlon Nancarrow Study No. 6 en Study No. 7 (bew. Yvar Mikhashoff) / Michael Gordon Dry (Nederlandse première) / John Cage Imaginary Landscape II / Stefan Wolpe Chamber Piece No. 1 / Elliott Carter Asko Concerto Asko|Schönberg is ensemble in residence.
Strijkkwartet Biënnale Amsterdam
Verwacht Hagen Quartett + Jörg Widmann Symbiose van strijkkwartet en klarinet
Za 27 jan 2018 Grote Zaal 20.15 uur
In het openingsconcert van de allereerste Strijkkwartet Biënnale Amsterdam delen twee instituten uit de kamermuziek het podium: het Oostenrijkse Hagen Quartett en de Duitse componist en klarinettist Jörg Widmann. Geïnspireerd door Mozart en Brahms schreef Widmann recent een nieuw werk voor deze bezetting, die onlosmakelijk verbonden is met het strijkkwartet. Daarnaast speelt het Hagen Quartett een van de meest ontroerende stukken uit het strijkkwartetrepertoire: Weberns Langsamer Satz.
Jörg Widmann foto: Marco Borggreve
Programma: Jörg Widmann Klarinetkwintet (Nederlandse première)* / Anton Webern Langsamer Satz / Johannes Brahms Klarinetkwintet op. 115 *co-commissie Strijkkwartet Biënnale Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ, CNDM Madrid, Wigmore Hall, Mozarteum Salzburg, Philharmonie Essen, Lugano Musica, Philharmonie de Paris
21
Verwacht
December 2017 vr 15 dec / 19.30 uur Nederlands Kamerkoor + Concerto Köln + Peter Dijkstra Weihnachtsoratorium zo 17 dec / 15.00 uur Concerto Copenhagen Authentieke barokke kerst di 19 dec / 19.30 uur Nederlandse Bachvereniging Weihnachtsoratorium wo 20 dec / 20.15 uur Noors Solistenkoor Rós - Kerstmis in Noorwegen vr 22 + za 23 dec / 19.30 uur za 23 dec / 16.00 uur zo 24 dec / 11.00 uur Nieuw Vocaal Amsterdam + Amsterdam Baroque Orchestra Kerstspel do 28 dec / 19.30 uur Calefax PAN 14 22
zo 31 dec / 19.30 uur / BIMHUIS Oud & Nieuw 2017 Grootser en diverser dan ooit, Oud & Nieuw in het BIMHUIS UITVERKOCHT
za 13 jan / 20.30 uur stargaze Composities van o.a. Boards of Canada, Nik Void en Qasim Naqvi
Januari 2018
zo 14 jan / 11.00 uur / Kleine Zaal Ensemble SCALA De Kunst van ‘Nauwluisterendheid’
vr 5 jan / 20.30 uur FIBER X The Rest is Noise Alessandro Cortini + Demdike Stare & Michael England + Macular + Sabrina Ratté + Izabel za 6 jan / 20.15 uur Freedom o(r) speech I Solisti del Vento + Jan Decleir
wo 10 jan / 20.15 uur Christopher Maltman +Joseph Middleton The Soldier - from Severn to Somme
do 11 jan / 20.15 uur Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag American Anthology
vr 12 jan / 20.15 uur Vanessa Benelli Mosell Italiaans pianotemperament
zo 14 jan / 12.00 uur / Hele gebouw Muziekgebouw Park Picknick do 18 jan / 12.30 uur Lunchconcert Ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
23