2017 11 17 graindelavoix

Page 1

Wo 15 nov 2017 Grote Zaal 20.15 uur

Serie Oude Muziek

graindelavoix + BjÜrn Schmelzer Cipriano de Rore: portrait of the artist as a starved dog Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.


Programma

Serie Oude Muziek Wo 15 nov 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur

graindelavoix + Bjön Schmelzer Cipriano de Rore: portrait of the artist as a starved dog

ca. 40 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze

graindelavoix: Anne-Kathryn Olsen, Razek François Bitar, Albert Riera, Marius Peterson, Adrian Sîrbu, Tomàs Maxé zang Lluis Coll i Trulls cornetto Floris De Rycker luit, renaissancegitaar en ceterone Björn Schmelzer artistieke leiding

Vanwege de enscenering van de voorstelling is er weinig tot geen zaallicht. Dit programmaboekje is dan ook niet bedoeld om de gezongen teksten te volgen. Wij verzoeken u dit programma voor of na afloop van de voorstelling te lezen.

Prima parte : ottava rima stanze di furor e pianto Cipriano de Rore (1515/1516 – 1565) L’ineffabil bontà del Redentore Elogio di Rinaldo uit Orlando Furioso XLIII, 62 Philippe Verdelot (ca. 1480 - ca.1530) Queste non son più lagrime Lamento di Orlando uit Orlando Furioso XXIII, 126 Guillaume Morlaye (ca. 1510-?) Non son io che pai’ in viso Uit Orlando Furioso XXIII, 128 Cipriano de Rore Era il bel viso suo qual’esser suole Olimpia liberate uit Orlando Furioso XI, 65 Convien ch’ovunque sua sempre cortese Choro: elogio del cortegiano uit Orlando Furioso XXXVI, 1 2

Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.


Programma

Come la notte ogni fiammella è viva Lamento di Bradamante uit Orlando Furioso XLV, 37 Alcun non puo saper da chi sia amato Choro: La fede di Medoro uit Orlando Furioso XIX, 1 L’inconstantia che seco han Choro Atto primo uit Selene, Tragedia in cinque atti La giustitia immortale Choro Atto quinto uit Selene, Tragedia in cinque atti O morte eterno fin Elogio della morte Pauze Seconda parte : madrigali di pianto e furore Cipriano de Rore Se ben il duol Mia benigna fortuna Uit Canzoniere 332 Beato mi direi Poi che m’invita Amore Dissimulare etiam sperasti Lamento di Didone ad Enea per la sua partenza uit Aeneis Se come il biondo crin de la mia Filli Mentre, lumi maggior Lamento delle ninfe 3


Inleiding Op de beroemde gravure van Albrecht Dürer Melencolia I wordt een magere hond en een vrouw met gespannen blik en vleugels afgebeeld. Dit zijn niet, zoals de kunsthistoricus Erwin Panofsky beweerde, de kenmerken van een lethargische melancholie zoals we die vandaag kennen, maar wel, zoals de Engelse historica Frances Yates aantoonde, de in zichzelf gekeerde, geconcentreerde artistieke waanzin of ‘furor divinus’ waarmee de melancholische renaissancekunstenaar volgens de magische theorie van de occulte schrijver Agrippa von Nettesheim en filosoof Marsilio Ficino was behept. Het portret dat Hans Mielich van de componist Cipriano de Rore maakte past in deze traditie (zie pag. 6). Meer zelfs, want geen enkel kunstenaarsportret lijkt zo duidelijk te beantwoorden aan de fysiognomonische vereisten van de ‘divine artist’: het kalende voorhoofd, de excentrieke beharing van bakkebaarden, snor en sik, het uitgemergelde, ascetische gelaat van een magere hond, de wijde aders, de rood doorbloede huid, het gespannen voorhoofd en de gesperde blik van de engel zijn de treffende kenmerken van de geïnspireerde melancholie volgens Agrippa. Het portret is geen naturalistisch, levensecht of psychologisch portret (vergelijk het bijvoorbeeld met het anonieme, banalere portret van de Rore in Wenen, ontdaan van elke extravagantie), maar een artistiek, emblematisch portret die de innerlijke, inspirerende trance van de componist en zijn kunst uitbeeldt. Cipriano de Rore als ‘furioso’ verbeelden is uiteraard ook een verwijzing naar zijn lange carrière aan het hof van Ferrara, daar waar Ariosto het onsterfelijke epos Orlando Furioso (‘Razende Roeland’) creëerde en waarvan enkele cruciale stanze werden getoonzet door De Rore. De implicaties van De Rores portret geven aan hoe we zijn composities, meer specifiek 4

zijn madrigalen, moeten lezen: het zijn bijna magische diagrammen die de poëzie voorzien van een oneindig fijnmazig, melancholisch pathos dat dezelfde gespannen staat vertoont als het portret, balancerend tussen uitbarsting, furor, en instorting, pianto. Het tot leven wekken van een madrigaal is in die zin vergelijkbaar met magische divinatie die de snel afwisselende, tegengestelde krachten en emoties die loskomen, retorisch probeert te capteren in een inwendige polariteit van intensiteiten. Plots wordt de dode letter van de dichter levende materie en voorzien van affectieve resonanties die het madrigaal bijna onmenselijk maakt en de meest abjecte gevoelens astrale dimensies geeft. Dit programma is een portret van Cipriano de Rore als excentrieke ‘divino furioso’, vertrekkend van de verzen van ‘divino’ Ariosto tot zijn latere, radicale madrigalen die een atlas vormen van muzikale pathosformules. Exemplarisch is het laatste uitgevoerde madrigaal, Mentre lumi maggior, dat meestal als lofzang op Ottavio Farnese en Margaretha van Parma wordt gezien, maar feitelijk uitmondt in de klaagzang van in zwart gehulde nimfen. Björn Schmelzer, artistiek leider graindelavoix


Albrecht DĂźrer - Melencolia I

Toelichting

5


6

Cipriano de Rore (portret: Hans Mielich)


Toelichting Maar liefst twee eeuwen lang, tussen 1400 en 1600, waren de Lage Landen de belangrijkste bakermat van muziek in Europa. Dit tijdperk, aangeduid met renaissance, was de periode dat vanuit de zuidelijke Nederlanden de kerkelijke meerstemmige muziek, maar ook het wereldlijke genre van het chanson, zich als een olievlek over het katholieke Europa verspreidde. Talloze in Henegouwen, Vlaanderen en Brabant opgeleide zangers en componisten zwermden voor kortere of langere tijd uit over zuidelijk Europa, over Italië en Spanje, over Oostenrijk en Bohemen, en werkten daar aan adellijke hoven, kerken en kapellen. Zo verging het beroemdheden van de renaissance als Josquin des Prez en Orlando di Lasso, toondichters met een groot zelfbewustzijn en zelfs heldenstatus. Een van de vele muziektalenten die zich lieten weglokken uit de zuidelijke Nederlanden was Cipriano de Rore. Hij is tegenwoordig bekend onder die naam vanwege zijn carrière die zich grotendeels in Italië afspeelde. Maar thuis werd hij zeker Cypriaan genoemd, omdat hij in 1515 of 1516 geboren werd in het Oost-Vlaamse plaatsje Ronse (op zijn Frans: Renaix) als kind van welgestelde ouders. Zijn achternaam is een verkorting van ‘de roedere’ of ‘de rodere’, de aanduiding voor het beroep van de roders (maaiers), zoals de twee gekruiste zeisen op het familiewapen bevestigen. Waar Cypriaan de Rore precies werd opgeleid is onbekend. Er is gesuggereerd dat hij aan een van de twee bekende kapittelscholen studeerde, die in Mechelen of die in Antwerpen, maar bewijzen zijn er niet. Waarom ook niet in zijn geboorteplaats Ronse? Met de elfde-eeuwse

Sint Hermeskerk had het plaatsje een belangrijke attractie voor bedevaartgangers uit alle windstreken. En de kerk had een eigen koor (kapel) van zo’n twaalf mannelijke zangers waar ook jonge talenten werden opgeleid. De kans is groot dat Cypriaan hier als jongetje zijn talenten leerde ontplooien. Hij zal er al voor zijn tiende zijn ingewijd in de wereld van het gregoriaans, van de meerstemmige missen en motetten van de eerdere Franco-Vlaamse componisten en van het gezongen gebed der monniken, het officie. En hij zal vertrouwd zijn geraakt met de cadans van de kerkelijke kalender, met zijn feestdagen en herdenkingen, blij en droef. Ook leerde hij natuurlijk de psalmen spellen, verplichte kost voor een koorknaap in opleiding, teksten van lof op God, voor feest, dank en boete. Margaretha van Parma Vermoed wordt dat Cypriaan in contact stond met Margaretha van Parma, de latere landvoogdes van de Spaanse Nederlanden. Toen zij in de jaren 1530 naar Napels trok om er te trouwen met een lid van de Medicifamilie, heeft De Rore haar mogelijk vergezeld en is zo in contact gekomen met Italiaanse musici. Er is lang gedacht dat hij in Venetië bij Adriaan Willaert zou hebben gestudeerd en dat hij in de San Marcobasiliek zong, 7


Toelichting

maar daar zijn geen bewijzen voor. Wel was hij tussen 1542 en 1546 in Brescia. In die tijd begon hij naam te maken als componist, doordat hij madrigalen uitgaf en twee boeken met motetten. In 1546-1547 kwam hij als zangmeester in dienst bij hertog Ercole II d’Este in Ferrara. Als man van begin dertig ging hij hier nu zelf leerlingen afleveren, onder meer zijn landgenoot Giaches de Wert en Luzzasco Luzzaschi. De Rore maakte hier deel uit van de avant-garde van de moderne muziek van de tijd, een richting waarin de hertog zijn musici stimuleerde. Ook internationaal steeg De Rores aanzien. Aartshertog Albrecht van Beieren stuurde in 1557 een bedankbrief naar Ferrara waarin hij Ercole II d’Este bedankte voor de Missa Praeter rerum seriem van De Rore. In 1558-59 was De Rore terug in de Nederlanden om zijn ouders te bezoeken, maar in zijn afwezigheid overleed zijn broodheer Ercole II. De nieuwe hertog Alfonso weigerde De Rore in dienst te houden, waarop die naar het hof van aartshertog Albrecht V in München trok. Een prachtig versierd manuscript met muziek van De Rore en met miniaturen van Albrecht, zijn vrouw Anna én de componist herinnert aan die tijd. Toch zocht De Rore naar een andere broodheer, omdat in München zijn landgenoot Orlando di Lasso de hofkapel leidde. Dat werden tussen 1560 en 1563 Margaretha van Parma, landvoogdes der Nederlanden in Brussel en haar echtgenoot hertog Ottavio Farnese in Parma. Toen Adriaan Willaert in 1563 stierf in 8

Venetië, werd Cypriano de Rore zijn opvolger als kapelmeester van de San Marcobasiliek, maar hij bood al in 1564 zijn ontslag aan en ging terug naar Parma, waar hij stierf. Madrigaalcomponist Al componeerde Cipriano de Rore met zijn vijf missen, tachtig motetten en een Johannespassie een aanzienlijke hoeveelheid geestelijke muziek, toch werd hij het meest bekend en geliefd vanwege zijn Italiaanse madrigalen, het wereldlijke genre dat in het concert van vanavond centraal staat. Het uitgangspunt van zijn compositietechniek was de meerstemmigheid van Josquin des Prez, die in 1521 was overleden in Cambrai, toen De Rore een jaar of vijf was. Met zijn honderdtwintig madrigalen, tussen 1542 en 1565 verdeeld over maar liefst tien boeken uitgegeven, vestigde De Rore zijn naam van belangrijkste madrigaalcomponist van halverwege de zestiende eeuw. Het merendeel van de madrigalen is ernstig van aard en gezet voor vier tot vijf stemmen, met één voor zes stemmen en één voor acht.

De Rores muziek werd in brede kring uitgevoerd en genoten De Rore stond als componist op de schouders van de oudere generatie madrigaalcomponisten (ook ‘Nederlanders’) als Jakob Arcadelt en Philippe Verdelot. In zijn madrigalen paste hij alle


Toelichting

traditionele technieken uit de geestelijke meerstemmigheid toe, zoals imitatie, canon en dergelijke, maar doortrokken van veelvuldige chromatiek als expressiemiddel, als uiting van een op de antieken geĂŻnspireerd humanistisch wereldbeeld. Met het compositorische wondermiddel van de chromatiek zou Cipriano de Rore de weg wijzen voor Orlando di Lasso, Giovanni Pierluigi da Palestrina, Philippus de Monte en zelfs Claudio Monteverdi. In 1595, nota bene dertig jaar na zijn dood, verscheen in VenetiĂŤ nog een postume uitgave van madrigalen van Cipriano de Rore, een teken dat zijn muziek toen nog steeds als actueel en modern werd ervaren en in brede kring werd uitgevoerd en genoten. Tekst biografie: Clemens Romijn

9


Liedteksten Teksten uit Orlando Furioso van Ludovico Ariosto (1474 - 1533) Cipriano de Rore L’ineffabil bontà del redentore L’ineffabil bonta del Redentore De’ tuoi principi il senno la guistitia, Sempre con pace, sempre con amore Ti tenga in abondantia et in letitia; E ti difenda contr’ogni furore De’ tuoi nemici, e scuopra lor malitia: Del tuo content’ogni vicino arrabbia, Più tosto che tu invidi’ad alcun habbia.

Naar ik mag hopen komt u de genade Van God, de wijsheid en rechtvaardigheid Van hen die u besturen zo te stade Dat u in welvaart en in rust gedijt En zich kunt weren tegen al het kwade, Verraad en oorlog en rivaliteit, En zullen al uw buren u benijden, Terwijl u nooit aan ijverzucht zult lijden.

Philippe Verdelot Queste non son più lagrime Queste non son più lacrime, che fuore stillo dagli occhi con sì larga vena. Non suppliron le lacrime al dolore: finir, ch’a mezzo era il dolore a pena. Dal fuoco spinto ora il vitale umore fugge per quella via ch’agli occhi mena; ed è quel che si versa, e trarrà insieme e ‘l dolore e la vita all’ore estreme.

Dit is geen traanvocht meer, wat ik gestadig Vergieten blijf, want door de lange duur Is er geen traan meer in mijn lijf voorradig: Ik heb ze al vergoten, uur na uur Dit zijn mijn levenssappen, ongenadig Verjaagd door al dat laaiend liefdesvuur. Wanneer mijn smarten, met die sappen, ebben, Zal ik geen kracht meer om te leven hebben.

Guillaume Morlaye Non son io che pai’ in viso Non son, non sono io quel che paio in viso quel ch’era Orlando è morto ed è sotterra; la sua donna ingratissima l’ha ucciso: sì, mancando di fé, gli ha fatto guerra. Io son lo spirto suo da lui diviso, ch’in questo inferno tormentandosi erra, acciò con l’ombra sia, che sola avanza, esempio a chi in Amor pone speranza. 10

Ik ben niet wie het oog denkt te aanschouwen Orlando is niet meer; hij is vermoord Door zijn zo onverdiend beminde vrouwe; Haar ontrouw heeft zij arme hart doorboord. Ik ben zijn ziel en ik moet eeuwig rouwen En eeuwig dolen, in dit helse oord, Opdat ik als exempel nog kan baten Voor allen die op Amor zich verlaten.


Liedteksten

Cipriano de Rore Era il bel viso suo qual’esser suole Era il bel viso suo, qual’esser suole Da primaver’alcna volta il cielo, Quando la pioggia cadde e a un tempo il sole Si sgombr’intorno al nubiloso velo. E come il rossignol dolci carole Mena ne i rami alhordel verde stelo: Così alle belle lagrime le piume Si bagn’Amore, e gode al chiaro lume.

Zij werd nog mooier door die tranenstroom en Haar aangezicht geleek een voorjaarslucht Waarin de zon tevoorschijn is gekomen, Voor wie de laatste van de wolken vlucht. Zoals de nachtegaal, die in de bomen De zon begroet met zangerig gerucht, Kon Amor aan haar tranen zich verkwikken En tevens zich verwarmen aan haar blikken.

E ne la face de’ begli occhi accende L’aurato stral, e nel russello ammorza, Che tra vermigli e bianchi fiori scende; E temprato che l’ha, tira di forza Contr’il garzon, che nè scudo diffende, Nè maglia doppia, nè ferrigna corza; Che mentre sta a mirar gl’occhi e le chiome, Si sente il cor ferrito en non sa come.

In vonken, aan haar stralend oog ontsproten, Warmt Amor nu zijn pijl en koelt hem dan In ’t beekje op haar wangen, blank en rood, en Hij richt hem op de Ierse jongeman Die, door kuras en maliehemd omsloten, Zich toch daartegen niet beschutten kan En, kijkend naar haar ogen en haar haren, Zijn felle hartenpijn niet kan verklaren.

Convien ch’ovunque sua sempre cortese Convien ch’ovunque sia, sempre cortese sia un cor gentil, ch’esser non può altrimente; che per natura e per l’habito prese quel che di mutar poi non è possente.

Waar hij ook is, zal een edelmoedig mens altijd hoffelijk zijn, omdat hij niet anders kan; want door natuur en door gewoonte kreeg hij wat later niet meer kan veranderen.

Convien ch’ovunque sia, sempre palese un cor villan si mostri similmente; natura inchina al male, e viene a farsi l’habito poi difficile a mutarsi.

Waar hij ook is, zal een onbeschaafd mens zich altijd duidelijk zo tonen; zijn natuur neigt tot het kwade, en de ontstane gewoonte is later moeilijk te veranderen

11


Liedteksten

Come la notte ogni fiammella è viva Come la notte ogni fiammella è viva, E riman spente subito ch’aggiorna, Cosi quando il sol mio di se mi priva, Milleva incontra il rio timor le corna, Ma non si tosto a l’horizonte arriva, Che’l imor fugg’e la speranza torna. Deh torn’a me, o care lume, Et scaccia il ruo timor che mi consume Alcun non puo saper da chi sia amato Alcun non può saper da chisia amato, Quando felice in su la ruota siede; Però c’hai veri e finti amici a lato, Che mostran tuti una medesma fed. Se poi si cangia in tisto il lieto stato, Volta la turb’adulatrice il piede; E quel che di cor ama, riman forte, Et ama il suo signor sin’a la morte

12

Zoals de sterren ‘s nachts het zwerk verlichten, Maar aanstonds doven als het daglicht keert, Zo laait de vrees met felle bliksemschichten Wanneer mijn arme hert mijn zion ontbeert, Totdat ze voor een sprankje hoop moet zwichten Dat, door zijn komst gewekt, de angst bezweert. Keer, stralend licht, ik bid je, bij mij weer en verdrijf de angsten die mijn hart verteren. Geen mens zal weten wie hem echt beminnen Zolang hij hoog zit op Fortuna’s rad: Echte en valse vrienden en vriendinnen Gaan op dezelfde trouw en liefde prat. Maar als de tegenspoed het blijkt te winnen, Kiezen de vleiers snel het hazenpad. Slechts wie hem echt bemint is trouw gebleven En blijft dat, al verliest zijn heer het leven.


Liedteksten

Teksten uit Selene, Tragedia in cinque atti van Giambattista Giraldi Cinzio (1504 - 1573) Cipriano de Rore L’inconstantia che seco han L’inconstantia che seco han le mortali cose cagion è sola che chi è lieto e felice misero anche divenga, e ch’infelice trovi fin a suoi mali, tal che quel che n’invola il bene anche ce’l rende, e quel stesso ne giova che n’offende, onde ch’il ver comprende non giudicherà tali le doglie nostre, che chi piagn’e geme non poss’haver d’uscir d’affanno speme. La giustitia immortale La giustitia immortale
di dar merto non manca
a chi ben’opra, e a chi è malvagio pena, e s’anima talhor di virtù piena
doglia, o mestitia assale,
 è perché sorga al ben’oprar più franca, e provi vita poi via più serena,
 e pel contrario chi’n operar male gioisce, e’n quello invecchia,
prova, che tolerando gli apparecchia Dio, nel più bel gioir tormento tale, ch’a la colpa sen’va il sopplicio usuale

De veranderlijkheid van al wat sterfelijk is is de enige oorzaak dat wie blij en gelukkig is ook bedroefd kan worden, en dat een ongelukkige een eind van zijn ellende kan bereiken, zodat iemand die van het goede neemt daar ook weer aan teruggeeft en hij evenveel positiefs als negatiefs toevoegt. Wie deze waarheid begrijpt zal daarom onze droefenis delen over het idee, dat wie weent en zucht geen hoop zou kunnen hebben om uit zijn beklemming te komen. De tijdloze rechtvaardigheid verzuimt niet om eer te geven aan wie het goede doet en straf aan wie boosaardig is. Als een deugdzame ziel soms te kampen heeft met smart of droefheid, dan is dat omdat hij dan zijn goede daden met meer overtuiging zal verrichten en het leven daarna evenwichtiger zal zien. En omgekeerd, wie in slechte daden zwelgt en daarin volhardt, riskeert dat God met veel geduld voor hem in het fijnst van zijn leventje zo’n zware pijniging in petto houdt, dat bij die slag de normale bestraffing in het niet valt. 13


Liedteksten

Cipriano de Rore O morte eterno fin Tekst: Giovanni Brevio (? - 1549)

O morte, eterno fin di tutt’ i mali riposo delle membra e della mente, utile e necessaria a gl’animali più che la vita assai chi pon ben mente, porto de’ ciechi e miseri mortali ch’errando van da l’orto a l’occidente: tu prigion spezzi e rompi aspre catene e meni fine a l’amorose pene. Se ben il duol

O dood, tijdloos einde van alle ellende, rust van lichaam en ziel, nuttig en noodzakelijk voor alle schepsels – veel meer nog dan het leven, welbeschouwd –, vluchthaven voor blinden en ongelukkigen die van vroeg tot laat maar zo ronddolen: je vernietigt gevangenissen, breekt bittere ketens en maakt een eind aan de smart van de liefde.

Tekst: anoniem

Se ben il duol che per voi, donna, sento, non vi fò manifesto con la voce, questo m’avien, perchè, lasso, pavento la luce de’ begli occhi che mi noce. Poi ne’ miei danni Amor è sí feroce che mi face manchar forza e ardimento, tal che per tener chiuso il mio tormento, Amor a doppio mi distrugge e coce. Ben voi, a più di mille e mille segni, conoscerlo potete e aita darmi, quantunque taccia l’aspra doglia mia. Però non sendo più che Circe ria cedano l’ire alla pietà e gli sdegni, e piacciavi di duol sì acerbo trarmi. 14

Al spreek ik de smart die ik voel door u, mevrouw, niet openlijk uit, die smart beheerst mij, omdat mijn ongelukkig persoon de gevaarlijke bliksemstralen van uw mooie ogen vreest. En in mijn aangedane toestand is Amor dan ook nog zo meedogenloos mij mijn kracht en levensmoed te ontnemen, zodat hij mij door het onderhuidse van mijn kwelling tweemaal vernietigend verzengt. Door onnoemelijk veel tekens kunt u dat heel wel beseffen en mij hulp bieden, hoe woordloos mijn hevige pijn ook is. U bent toch niet boosaardiger dan Circe, verruil daarom uw toorn en misprijzen voor barmhartigheid en wil mij van die bittere smart bevrijden.


Liedteksten

Mia benigna fortuna Tekst uit Canzoniere 332 van Francesco Petrarca (1304 - 1374)

Mia benigna fortuna e ’l viver lieto, i chiari giorni et le tranquille notti e i soavi sospiri e ’l dolce stile che solea resonare in versi e ’n rime, vòlti subitamente in doglia e ’n pianto, odiar vita mi fanno, e bramar morte. Crudel, acerba, inexorabil Morte, cagion mi dài di mai non esser lieto, ma di menar tutta mia vita in pianto, e i giorni oscuri et le dogliose notti. I mei gravi sospir non vanno in rime, e ’l mio duro martir vince ogni stile. Beato mi direi

Mijn gunstig lot en vreugdevol bestaan, de zonnige dagen en de stille nachten, de zuchten van behagen en de zachtmoedige adeldom die doorklonken in mijn verzen en rijmen, ineens zijn ze verkeerd in rouw en wenen, ik haat het leven nu en verlang hevig naar de dood. Wrede, bittere en onbarmhartige Dood, je geeft me reden om nooit meer blij te zijn en mijn hele leven met jammeren te vullen, de duistere dagen niet minder dan de treurige nachten. Mijn diepe zuchten lenen zich niet voor poëzie en mijn kwellende smart belemmert elke vorm van kunst.

Tekst: anoniem

Beato mi direi se mi mostrasse vostr’alma mercede quel dì che fan vostre parole fede.

Ik zou mezelf gelukkig noemen als ik op de dag dat uw woorden oprecht zijn, van uw kant een weldadige beloning zou zien.

Ma son hormai sì stanco de l’aspettar ciò che’l mio cor desia, ch’io potrei venir manco,

Maar dat wachten op wat mijn hart wenst heeft mij nu zo uitgeput, dat ik, vergeefs smachtend naar uw genegenheid, van de aarde zou kunnen verdwijnen.

in van bramando vostra cortesia. Dunque speranza mia, prima ch’io giung’al fin de gli anni rei, consolarte gli afflitti spirti miei.

Ik roep daarom al mijn hoop aan: geef mijn aangedane geesteskracht troost voordat ik aan het eind kom van deze bittere jaren. 15


Liedteksten

Poi che m’invita amore Tekst: anoniem

Poi che m’invita Amore a lagrimar mai sempre, desio che’l cor si stempre per far forse men grave il mio dolore, qual sol per ubidir’ al mio signore mi causa l’empi’ e dura dipartita da voi, dolce mia vita, che sol alm’ e gradita sete ne’ pensier miei, né senza veder voi già mai vivrei. E se pur mi mantiene Amor co’l bel desio di ritornar ond’ io, lasso, partei con sì dubbiosa spene, mi dà mille tormenti e mille pene, ch’io bramo mill’ e mille volt’ il giorno veder il viso adorno. O felice ritorno, che s’io riveggo lei, vivrò contento, Amor, ne’ pensier miei.

16

Nu Amor mij ertoe brengt onophoudelijk te wenen, wens ik dat mijn hart uiteenvalt om wellicht mijn smart te verminderen, die veroorzaakt wordt door de wrede, pijnlijke scheiding van u, zoetheid van mijn leven, alleen omdat ik mijn heer moet gehoorzamen. In mijn hart bent u het enige dat mij goed doet en mij lief is, en zonder uw aanblik zou ik nooit meer kunnen leven. En ook al houdt Amor mij op de been met de diepe wens om terug te keren naar de plek vanwaar ik, ongelukkige, met zulke gemengde gevoelens vertrok, hij geeft mij ontelbare smarten en kwellingen want ik smacht ontelbare malen per dag om haar edele gezicht te zien. O gelukkige terugkeer! Als ik haar weerzie, zal mijn hart, Amor, in vrede verder kunnen leven.


Liedteksten

Dissimulare etiam sperasti Tekst uit Aeneis van Vergilius (70 v.Chr. – 19 v.Chr.)

Dissimulare etiam sperasti, perfide, tantum posse nefas, tacitusque mea decedere terra? Nec te noster amor, nec te data dextera quondam, nec moritura tenet crudeli funere Dido? Quin etiam hiberno moliris sidere classem et mediis properas Aquilonibus ire per altum. Crudelis! Quid, si non arva aliena domosque ignotas peteres, et Troia antiqua maneret, Troia per undosum peteretur classibus aequor? Mene fugis? Per ego has lacrimas dextramque tuam te (quando aliud mihi iam miserae nihil ipsa reliqui), per connubia nostra, per inceptos Hymenaeos, si bene quid de te merui, fuit aut tibi quicquam dulce meum; miserere domus labentis; et istam, oro, si quis adhuc precibus locus, exue mentem.

Had je zelfs gehoopt, trouweloze, zo’n grote schanddaad te kunnen verbergen en mijn land zonder een woord te verlaten? Weerhoudt onze liefde je niet, of de hand die ik je ooit schonk, of het wrede lot dat jouw Dido, ten dode opgeschreven, zal treffen? Je maakt je schepen nota bene gereed in het diepst van de winter en kiest bij straffe noordenwind haastig zee! Onbarmhartige man! Als je niet aangetrokken werd door vreemde kusten en onbekende steden en als het oude Troje nog bestond, zou je dan op een wilde zee met je mannen koers zetten naar Troje? Wil je me werkelijk verlaten? Ik smeek je bij deze tranen en je eigen rechterhand (ik heb immers zelf, armzalig schepsel, niets anders meer over), bij onze huwelijksformules, bij onze juist begonnen liefde, als ik jouw dank ergens voor verdien, of als je me ooit liefgehad hebt, heb dan mededogen met mijn wankele volk, en alsjeblieft, als smeekbeden nog zin hebben, zie af van je plannen.

17


Liedteksten

Se come il biondo crin de la mia filli Tekst: anoniem

Se come il biondo crin de la mia Filli e la fronte chiarissima e quei lumi ch’hanno forza tal hora da far mover’ i monti e star i fiumi,

Zie de blonde haren van mijn Phyllis, en het zo blanke voorhoofd en die ogen die soms het vermogen hebben om bergen te verplaatsen en rivieren op te stuwen;

se com’il latt’e le vermiglie rose, le perl’ e ’l minio e la candida mano, che’l terzo ciel honora,

zie, als melk en bloedrode rozen zijn haar tanden en lippen en haar sneeuwwite hand, die het hemelse paradijs looft —

se vedesser ancor le parti ascose ch’io sì sospiro in vano: ogn’huom com’io, diventarebbe insano.

zou iemand ook nog de verborgen delen zien waarnaar ik zo vergeefs smacht, dan zou iedere man waanzinnig worden zoals ik.

18


Liedteksten

Mentre, lumi maggior Tekst: anoniem

Mentr’il lume maggior del secol nostro sotto’l Belgico ciel porge la luce al carro ch’a l’oprar e al sonno induce, nova Delia et Apol lo splendor vostro; e mentr’ il santo amor fra l’oro e l’ostro da le perle e i robini al cor traluce et a l’alto gioir vi riconduce cui non cape pensier nè adombr’inchiostro, le caste Nimphe su l’erbose sponde de la Trebia e del Taro in negro manto doglionsi d’ogni lor gloria sparita, e colme di desir vaghe di pianto tra mestissimi accenti e gli antri e l’onde fan risonar Ottavio e Margherita.

Terwijl de helderste ster van onze tijd onder Vlaanderens uitspansel het licht reikt aan de hemelwagen die opwekt tot werken en slapen, doet uw schittering Delia en Apollo herleven; en terwijl de heilige liefde door de glans en het purper van parels en robijnen straalt tot in het hart en u altijd weer tot de edele vreugde voert die geen gedachte kan vatten en geen inkt kan beschrijven, treuren de kuise nimfen van het hof op de grazige oevers van Trebbia en Taro in zwarte mantels om de verdwenen dagen van hun glorie, en vloeden van verlangen gesmoord in wenen doen – tussen droeve kreten door – grotten en golven weergalmen met de namen van Ottavio en Margherita. Vertaling: Saskia Daalder

19


Biografieën Overige componisten Philippe Verdelot

Giovanni en daarna tot 1527 van de kathedraal daar. Hij bevond zich in de hoogste kringen van Florence en hij was bevriend met Niccolo Machiavelli. Waarschijnlijk is hij gestorven bij het beleg van Florence (1529-1530).

Guillaume Morlaye

De Franse componist Philippe Verdelot (ca. 1480ca. 1530) woonde het grootste deel van zijn leven in Italië. Hij wordt gezien als de vader van het Italiaanse madrigaal. Waarschijnlijk verbleef hij enkele tijd in Venetië en Bologna. In 1521 kwam hij in Florence waar hij van 1522 tot 1525 kapelmeester was van het Baptisterium San 20

Guillaume de Morlay (c.1510-?) was een Franse luitenist, componist en muziekuitgever. Naast luit speelde hij ook gitaar en viool. De Morlaye leefde en werkte in Parijs en was een leerling

van Alberto da Ripa. Tussen 1553 en 1558 publiceerde hij samen met Michel Fezandat drie gitaarboeken, vier luitboeken en twee collecties van vierstemmige psalmen. Morlaye werd geprezen om zijn stem en speelvermogen. Naast zijn muzikale activiteiten was hij waarschijnlijk werkzaam in de slavenhandel.


Biografieën

foto: Koen Broos

Uitvoerenden graindelavoix Graindelavoix is een multidisciplinair gezelschap, gevestigd in Antwerpen. Het werd opgericht in 1999 door antropoloog en etnomusicoloog Björn Schmelzer. Graindelavoix is gefascineerd door stemmen: stemmen die – voorbij elke vorm van

communicatie – de expressie zijn van hun instinct en ondergrond. Het ensemble zoekt in oude repertoires naar de onderstroom die hen doet oplichten uit hun tijd, zodat het ontijdse karakter van de muziek naar voren komt en een spatie met onze tijd mogelijk wordt. ‘Oude muziek’ boeit deze musici niet om haar illustratieve historiciteit of potentiële actualiteit: ze willen het ongehoorde doen horen, via openingen in, achter of onder de muziek. Cruciaal

is het verband tussen notatie en wat daaraan ontsnapt: het bovenbewuste savoir-faire van de uitvoerder. Met elementen uit de Frans-Vlaamse polyfonie, mediterrane uitvoeringstradities, laatscholastische dynamica, gestiek, beeldcultuur en psycho-akoestica worden voorstellingen geboetseerd die laveren tussen concert en muziektheater. De gelauwerde opnamen van het ensemble verschenen bij het Spaanse label Glossa. 21


Ceterone Floris De Rycker bespeelt in dit concert een ceterone of archicister, een kopie naar Gieronimo Campi (c.1600), gebouwd door Carlos González. Het instrument behoort toe aan het Musée de la musique in Parijs en werd speciaal voor dit project in bruikleen gegeven. De archicister (‘ceterone’ in het Italiaans) behoort tot de familie van de cisters, instrumenten met een platte achterzijde en metalen snaren die rechtstreeks afstammen van middeleeuwse voorlopers. Het woord ‘ceterone’ wordt voor het eerst vermeld in zeer vroeg zeventiende-eeuwse Italiaanse bronnen en verwijst naar een cister voorzien van langere en meer getimbreerde bassnaren bevestigd op een verlengde hals met tot doel het klankbereik van het instrument te vergroten en het lagere register te versterken. Het gebruik van dit specifieke instrument in de zestiende en zeventiende eeuw toont de voorkeur van onze voorouders voor pittige koperklanken – ‘nazardantes’ zoals Marin Mersenne, vader van de akoestiek, vermeldt – die de kleuren van de continuo verrijkten. Het instrument van Gieronimo Campi wordt bewaard in het Museo Badini in Firenze. Het Musée de la musique laat kopieinstrumenten bouwen om in te spelen op de behoeften van haar culturele manifestaties (concerten en opnamen). Het basisidee is om bijzondere historische instrumenten te reproduceren of te reconstrueren in plaats van het risicovol te restaureren van de originelen zoals in het verleden gebeurde. Dit had tot nadeel dat onomkeerbare wijzigingen de authenticiteit van de instrumenten aantastte. 22


Ceterone

23


Verwacht

Serie Oude Muziek Wo 29 nov 2017 Grote Zaal 20.15 uur

Nederlands Kamerkoor + Paul Van Nevel Anoniem anno 1300 Het Nederlands Kamerkoor keert sinds lange tijd weer terug naar de middeleeuwen. En dat kan uiteraard het beste met oude-muziekspecialist Paul Van Nevel. Voor dit concert verzamelde hij Engelse meerstemmige stukken uit de 14e eeuw. Stuk voor stuk composities die een grote veelzijdigheid en originaliteit uitdrukken. Van geen enkel werk op het programma is de componist bekend. Deze anonieme Engelse componisten contrasteren nogal met hun collega’s op het Europese vasteland: die waren juist erg zelfbewust en verbonden hun namen aan hun composities. De Engelse componisten maakten gebruik van technieken die op het vasteland pas veel later werden toegepast. Ook vermengden ze wereldse melodieën met Latijnse sacrale teksten met een verrassende schoonheid als resultaat. Programma: Anoniem Paassequentia Victime Paschali laudes / Stella maris illustrans omnia cantilena / Virgo salvavit hominem gymel / Sumer is icumen in – Pes: Sing cuccu / Exulta Syon – Exulta Syon filia – Exulta Syon filia iam noli flere – En ai je bien trouvé / En Albion de fluus environen ballade / Candens crescit lilium – Candens lilium columbina / Dou way Robin / Veni mater gracie / Kyrie Cuthberthe prece en Sanctus / Mater ora filium / Nova! Nova! Ave fit ex Eva 24

Paul Van Nevel


Verwacht

Serie Koren Wo 20 dec 2017 Grote Zaal 20.15 uur

Noors Solistenkoor Rós - Kerstmis in Noorwegen Een sfeervol kerstprogramma door het Noors Solistenkoor, een van de topensembles uit Scandinavië. Naast prachtige klassieke werken van onder anderen Bach en Pachelbel zingt het koor liederen uit de rijke kersttraditie in het Hoge Noorden. Dirigente Grete Pedersen neemt behalve het koor ook de beroemde Noorse luitist Rolf Lislevand en violist Gjermund Larsen mee. Met een achtergrond in de folkmuziek staan deze musici garant voor de échte Noorse kerstsfeer. Programma: Johann Sebastian Bach Lobet den Herrn / delen uit Komm, Jesu, komm / Et incarnatus est (uit: Mis in b) / Krzysztof Penderecki Song of cherubim / Traditional Juleverset / No koma Guds englar / In pace / Langt inn på ville heii / Gunnar Eriksson Kristallen den fina / Gustaf Nordquist Jul, jul, strålande jul / Cristóbal de Morales Beati Omnes / Johann Pachelbel Jauchzet

Grete Pedersen

25


Verwacht

November

wo 22 nov / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Slagwerk Den Haag + Lucas en Arthur Jussen Snaren, toetsen en stokken

wo 29 nov / 20.15 uur Nederlands Kamerkoor + Paul Van Nevel Anoniem anno 1300 do 30 nov / 20.15 uur Asko|Schönberg Spiegelpaleis

do 16 nov / 20.15 uur Lunchconcert Ism Conservatorium van Amsterdam

do 23 nov / 20.15 uur Ensemble Musikfabrik Premièreprogramma

do 16 nov / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Slagwerk Den Haag + Lucas en Arthur Jussen Snaren, toetsen en stokken

vr 24 nov / 12.30 uur Symfonieorkest Conservatorium van Amsterdam Lunchconcert

vr 1 dec / 20.15 uur Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau De dramatische kant van Dorothea Röschmann

Strijkkwartet Marathon

vr 24 nov / 20.15 uur Holland Baroque + Wu Wei Vivaldi op de zijderoute

vr 1 dec / 20.30 uur / BIMHUIS Duo X88: Vicky Chow + Saskia Lankhoorn Twee piano’s

za 25 nov / 20.15 uur Quirine Viersen + Enrico Pace Cello en piano in optima forma

Huil van de Wolff

vr 17 t/m zon 19 nov Quatuor Diotima Beethoven / Schönberg / Boulez In vier concerten combineert het wereldberoemde Quatuor Diotima een strijkkwartet van Beethoven, Schönberg en Boulez. In deze context klinkt de muziek van deze drie grote vernieuwers als nooit tevoren. di 21 nov / 19.00 uur David Broza + Mira Awad East Jerusalem West Jerusalem 26

zo 26 nov / 11.00 uur / Kleine Zaal Bram Stadhouders + Melle Weijters MICRO|IMPRO zo 26 nov / 14.00 uur Matinée Marocaine Nabyla Maan + Khalid Bennani + Ahaddaf Quartet

December

Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten


Foto: Erik van Gurp

Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl

Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.

Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons

Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

27



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.