Festival Do 5 - zo 8 apr 2018
Ligeti Festival Fantastische muziek van een groot componist
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
2
Inhoud Voorwoord 5 Programma 6 Ligeti en zijn fascinaties
8
Door René van Peer
Reinbert de Leeuw over Ligeti
10
Door Jacqueline Oskamp
Donderdag 5 april
12
Vrijdag 6 april
24
Zaterdag 7 april
32
Zondag 8 april
62
Doorlopend programma
70
Tijdlijn Györgi Ligeti
78
Biografieën 88
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
3
4
fotograaf en jaartal onbekend, Paul Sacher Stiftung, Basel
Gyรถrgy Ligeti
Voorwoord Ode aan de grote kleine man Muziek bestaat bij de gratie van de luisteraar. Tijdens onze concerten brengen we beide onder optimale omstandigheden bij elkaar. Maar daarmee zijn we er nog niet. Want zonder componist is er simpelweg niets om naar te luisteren. En zonder componisten die – leunend op het belangrijke werk van hun voorgangers – nieuwe wegen inslaan, valt er weinig nieuws te beleven. De twintigste eeuw kent opvallend veel van deze vernieuwers. De Hongaarse componist György Ligeti (1923 - 2006) is er daar één van. Tijdens dit vierdaagse festival eren we deze invloedrijke innovator, ook wel de Willie Wortel van de hedendaagse muziek genoemd. Uiteraard vooral door zijn muziek te laten klinken. Daaruit blijkt al snel dat Ligeti bij het Muziekgebouw past: oorspronkelijk, vernieuwend, associatief en altijd nieuwsgierig. Maar het Muziekgebouw zou het Muziekgebouw niet zijn als we niet verder gaan dan het ten gehore brengen van een dwarsdoorsnede van een van de boeiendste oeuvres van de vorige eeuw. Naast de veelzijdigheid van zijn muziek willen we u vooral ook kennis laten maken met de componist en mens György Ligeti. Dit festival biedt u de kans een wereld te betreden die u deels misschien al kende, maar die ook zoveel nieuwe ervaringen oplevert dat u er bij wijze van spreken nooit meer weg wilt.
de concerten valt er veel meer te zien en te beleven. Er is een doorlopend filmprogramma, een Explore the Score, er zijn workshops in SoundLAB en u heeft zelfs de mogelijkheid Ligeti’s werk te ervaren in een virtual reality-omgeving. Dichter bij de bron zult u niet snel komen.
Voor de programmering werkten we samen met artistiek supervisors PierreLaurent Aimard en Reinbert de Leeuw. Beiden hadden als respectievelijk pianist en dirigent een intensieve band met Ligeti en keren als gedroomde uitvoerders in meerdere programmaonderdelen van dit festival terug. Naast
Algemeen en artistiek directeur
Dit festival is een eerste stap in een lange traditie die we hopen te bouwen. Daarin duiken we ieder seizoen een paar dagen lang in het universum van een van de grote vernieuwers uit de twintigste eeuw. Volgend seizoen is dat Louis Andriessen, van 23 tot en met 26 mei 2019. U mag het alvast noteren. Voor nu wensen we u een prettige reis. Gaat u lekker zitten, ontspan en laat u meevoeren in de wondere wereld van Ligeti. Maarten van Boven Boudewijn Berentsen Zakelijk directeur
5
Programmaoverzicht Wo 4 april
Vr 6 april
17.15 - 19.15 uur / Grote Zaal Masterclass Études Door Pierre-Laurent Aimard
13.00 - 23.00 uur / Kleine Zaal Filmprogramma
21.00 – 23.40 uur / EYE Film Instituut Nederland Film Eyes Wide Shut
Do 5 april 15.00 - 23.00 uur / Atrium Ligeti VR experience ‘Scores of Chaos’ 15.00 - 23.00 uur / Foyerdeck 3 Expositie Ligeti in schetsen 16.00 - 23.00 uur / Kleine Zaal Filmprogramma 19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1 Inleiding avondconcert door Michel Khalifa 19.45 - 20.00 uur / Entreehal Opening Ligeti Festival Car Horn Prelude uitgevoerd door Slagwerk Den Haag 20.15 - 22.00 uur / Grote Zaal Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag Exuberante ensemblemuziek 6
13.00 - 23.00 uur / Atrium Ligeti VR experience ‘Scores of Chaos’ 13.00 - 23.00 uur / Foyerdeck 3 Expositie Ligeti in schetsen 15.00 – 16.00 uur / Grote Zaal Pierre-Laurent Aimard Explore the Score: Études van Ligeti 19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1 Inleiding avondconcert door Michel Khalifa 20.15 - 21.50 uur / Grote Zaal Pierre-Laurent Aimard De piano volgens Ligeti
Festival
Programmaoverzicht
Do 5 - zo 8 apr 2018
Za 7 april
Zo 8 april
13.00 - 24.00 uur / Kleine Zaal Filmprogramma
10.00 - 17.00 uur / Atrium Ligeti VR experience ‘Scores of Chaos’
13.00 - 24.00 uur / Atrium Ligeti VR experience ‘Scores of Chaos’
10.00 - 17.00 uur / Foyerdeck 3 Expositie Ligeti in schetsen
13.00 - 24.00 uur / Foyerdeck 3 Expositie Ligeti in schetsen
11.00 - 12.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen Ligeti en Nancarrow op het Fokker-orgel
14.15 - 16.20 uur / Grote Zaal Ligeti’s kamermuziek Baanbrekend 17.00 - 17.20 uur / Entreehal Poème symphonique i.s.m. Gaudeamus 19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1 Inleiding avondconcert door Michel Khalifa 20.15 - 22.00 uur / Grote Zaal Asko|Schönberg + Nederlands Kamerkoor + Katrien Baerts Vocale fantasieën 23.00 - 24.00 uur / Grote Zaal Pierre-Laurent Aimard + Tamara Stefanovich + Daniel Ciampolini Ligeti: Music is play
13.00 - 17.00 uur / Kleine Zaal Filmprogramma 13.00 - 14.30 uur / Atriumzaal Workshop SoundLAB in Space Ligeti special, voor kinderen (7+) met volwassenen 14.15 - 14.45 uur / Entreehal Inzingworkshop Grasland 15.00 - 16.00 uur / Grote Zaal Grasland (8+) 15.00 - 16.30 uur / Atriumzaal Workshop SoundLAB in Space Ligeti special, voor volwassenen
7
Ligeti en zijn fascinaties Door René van Peer ‘Een man met een geweldig gevoel voor humor en een onbegrensde fantasie, maar ook een veeleisend mens’, zegt pianist Pierre-Laurent Aimard over György Ligeti. Samen met Reinbert de Leeuw en Muziekgebouw aan ‘t IJ heeft Aimard dit festival rond de componist vormgegeven. De Leeuw dacht vooral mee over de selectie van de ensemblewerken, terwijl hijzelf onderdelen voorstelde waarin de piano de hoofdrol speelt. De pianist had met Ensemble intercontemporain al diverse werken van Ligeti uitgevoerd, toen hij midden jaren tachtig het Hoorntrio instudeerde onder supervisie van de componist. Uit dit eerste persoonlijke contact ontwikkelde zich een diepe persoonlijke en professionele band, die gebaseerd was op wederzijds respect. Aimard omschrijft Ligeti als een volstrekt onafhankelijke geest, iemand die zich heel wel bewust was van wat er in de wereld gebeurde, op cultureel en politiek vlak, een man met brede interesses die hij wist te integreren in zijn muziek. Maar ook een man van tegenstellingen: ‘Ligeti was gefascineerd door mechanieken, uurwerken. Maar ook door het ontregelen van processen. Zijn muziek kan een bijna ondraaglijke intensiteit hebben, die afkomstig is uit een diepgewortelde drang om te overleven in een wereld van vernietiging die hij van nabij gekend heeft, waar hij in geleefd had.’ Ligeti werd in 1923 geboren als kind van Joodse Hongaarstalige ouders in een dorpje in Transsylvanië, dat na de Eerste Wereldoorlog Roemeens grondgebied werd. Hun gezin vormde daar een minderheid van een minderheid. In de Tweede Wereldoorlog ontsnapte hij 8
door toeval meermalen ternauwernood aan een zekere dood, terwijl zijn vader en zijn broer omgebracht werden in concentratiekampen. In het naoorlogse Hongarije probeerde hij na zijn studie aan het conservatorium van Boedapest een bestaan als componist op te bouwen. Toen hij zich los begon te maken van invloeden van Béla Bartók en Igor Stravinsky, kreeg hij te maken met een Stalinistisch regime, dat niet gediend was van dissonante muziek. Een tijdelijke dooi in 1956 leek meer vrijheid te brengen, maar werd de kop ingedrukt door legers van het Warschaupact. In december van dat jaar vluchtte hij naar Wenen. Ligeti bleef zijn hele leven een grondige hekel houden aan elk systeem dat vrijheid wil inperken, ongeacht of dat op politiek gebied was of cultureel. Het was een van de redenen waarom hij het in de jaren vijftig niet lang uithield bij de West-Europese muzikale avant-garde die hem met open armen ontvangen had. Te dogmatisch in hun benadering van muziek, vond hij. Hij ontwikkelde een volstrekt eigen stijl van componeren, die hij micropolyfonie noemde. Daarin bewoog een veelheid aan melodieën zo dicht langs en door elkaar, dat de afzonderlijke lijnen
Ligeti en zijn fascinaties
niet meer van elkaar te onderscheiden waren, en intens gekleurde klankwolken vormden. Je zou dat kunnen opvatten als de verklanking van een levensfilosofie waarin ieder individu een eigen stem heeft, en al die individuen samen gestalte geven aan een intrigerend en steeds veranderend collectief.
Ligeti had een tomeloze vrijheidsdrang en een ijzeren discipline Hij paste dat principe ook toe in een baanbrekende compositie die alleen gebruik maakt van ritme, Poème symphonique. Dat werk voor honderd metronomen had bovendien kenmerken van een Fluxus performance, waarin kunstenaars met dodelijke ernst absurde stukjes brachten. De wereldpremière in 1963 van Poème symphonique in Hilversum werd opgenomen voor televisie, maar nooit uitgezonden. Het programma werd kort voor het festival herontdekt. Te zien is hoe formeel geklede uitvoerenden voor een zaal vol notabelen de instrumenten opwinden, die strak in het gelid op tafeltjes opgesteld staan, en zich op een teken van Ligeti verwijderen na de metronomen aangezet te hebben. De complexe ritmes die in de hecht tikkende wolken opduiken, wijzen vooruit naar gelaagde ritmepatronen die hij in zijn muziek verwerkte nadat hij in de jaren tachtig in aanraking kwam met de composities van Conlon Nancarrow en muzikale tradities uit Afrika en Indonesië.
Hij bleef openstaan voor uiteenlopende invloeden. De rijkdom van vorm, klank en betekenis in de gedichten van landgenoot Sándor Weöres, de boeken van Lewis Carroll met hun subversieve humor. De schilderijen van Jeroen Bosch en Pieter Breugel de Oude, die hem inspireerden tot zijn opera Le Grand Macabre. En fractals, meetkundige figuren die op basis van betrekkelijk eenvoudige formules leiden tot complexe beelden. Hij mag dan een veeleisend man geweest zijn, Ligeti kon mensen inspireren tot intensieve en langdurige samenwerkingen. Met Reinbert de Leeuw, die de laatste aflevering van de VPRO-serie Toonmeesters aan Ligeti wijdde, en met de ensembles ASKO en Schönberg cd’s in The Ligeti Project opnam. En met PierreLaurent Aimard, die zich erop toelegde om Ligeti’s complete werk voor piano uit te voeren en op te nemen. ‘We hadden een vertrouwensband’, zegt Aimard. ‘Er was altijd de warmte van vriendschap, maar de muziek was het belangrijkst. Als musicus was ik helemaal aan hem toegewijd. Als scheppend kunstenaar had hij zijn gelijke niet. Hij smeedde een grenzeloze verbeelding en een geweldig vakmanschap tot een geheel. Hij gaf zijn tomeloze vrijheidsdrang gestalte met een ijzeren discipline. Die mengeling van tegenstrijdigheden verwachtte hij ook van mij. Zoals ik het zie was het intense karakter van zijn muziek een antwoord op de tragische gebeurtenissen die hij tot het eind van zijn leven met zich meedroeg.’ 9
Reinbert de Leeuw over Ligeti ‘Nein! Mehr!’
Door Jacqueline Oskamp Compromisloos was hij, op het bedreigende af: de Hongaarse componist György Ligeti, misschien wel de grootste componist van de twintigste eeuw. Reinbert de Leeuw, die Ligeti’s stukken dirigeerde en nauw met hem samenwerkte, over zijn vulkanische temperament en onverzettelijke vrijheidsdrang. ‘De muziek van Ligeti kun je alleen maar spelen als je werkelijk bereid bent de grens van het mogelijke op te zoeken en er soms overheen te gaan. Hij kon absoluut niet tegen temperamentloze musici.’ In twee zinnen verwoordt dirigent Reinbert de Leeuw (79) het probleem waarmee musici worden geconfronteerd bij het uitvoeren van een partituur van György Ligeti (1923 - 2006). Begin jaren zeventig dirigeerde De Leeuw voor het eerst een stuk van de Hongaars-Oostenrijkse componist: het absurdistische Aventures/Nouvelles aventures voor zangstemmen en kamerensemble, voltooid in 1965. ‘Dat was een enorm avontuur. Je moet drie zangers vinden die bereid zijn te schreeuwen, te kreunen, te fluisteren – het is allemaal even extreem. Maar ook geestig. Lucia Meeuwsen en Lieuwe Visser hadden zo’n theatrale persoonlijkheid en met hen bracht ik dit stuk in de Rondom-serie in de Kleine Zaal van het Concertgebouw, gevolgd door een kleine tournee. Absurditeit trok Ligeti het meest: zijn wereld was die van Alice in Wonderland. In de partituur heeft hij het over ‘het paroxysme van de hysterie van de sopraan’. Er staat bij: ‘op de toppen van de hysterie!’ Het is een ongelooflijk 10
kabaal. Aan het slot gooit de slagwerker een heel servies tegen de grond, dan is het een tijdje stil en ten slotte laat de bas een lullig ‘oehhmm’ horen. Volkomen over the top. Enkele jaren later ontmoette ik hem voor het eerst in levenden lijve in Keulen, bij een festival over mechanische muziek. Met een aantal musici deden we Ballet mécanique van George Antheil. Ik zal nooit vergeten hoe Ligeti na afloop enthousiast op me afkwam: ik was meteen genoteerd. Maar het mooiste moment van die dag was het interview met Conlon Nancarrow, die was uitgenodigd vanwege zijn stukken voor pianola. Ligeti hield een briljant betoog over de muziek van Nancarrow, en vroeg uiteindelijk: ‘Hoe denkt u erover?’ En Nancarrow, die op hoge leeftijd opeens uit zijn fietsschuurtje in New Mexico was geplukt en nu, omdat Ligeti zich zo voor hem had ingespannen, op het podium van de Kölner Philharmonie stond, keek hem verbaasd aan en zei na een lange stilte: ‘Maybe…’ Dat moment zal ik nooit vergeten. Ik had al wel kennis gemaakt met Nancarrows muziek, maar Ligeti maakte met zijn tomeloze inzet duidelijk dat die etudes van Nancarrow eigenlijk het Wohltemperiertes Klavier van de twintigste eeuw vormden.’
Reinbert de Leeuw over Ligeti
Ligeti had zijn fascinatie voor mechanische instrumenten, en vooral voor mechaniekjes die mank lopen, al eerder vormgegeven in Poème symphonique voor 100 metronomen, dat in 1963 in Hilversum in première is gegaan – een gebeurtenis waar Reinbert de Leeuw niet bij was (‘Daar was ik net te jong voor’). Later breidt hij zijn interesse voor stotterende en vastlopende raderwerken uit door zich te verdiepen in Afrikaanse ritmes en jazzmuziek. Razend lastige partituren zijn het resultaat.
Het woord ‘minder’ kende Ligeti niet ‘Virtuositeit is in toenemende mate een onderwerp in het oeuvre van Ligeti’, zegt De Leeuw. ‘Zijn piano-etudes staan in de traditie van Chopin, Liszt en Debussy – componisten die de piano hebben veranderd. En Ligeti heeft daar weer een nieuwe dimensie aan toegevoegd. Het is geweldig te zien dat conservatoriumstudenten zijn etudes nu beschouwen als onderdeel van het repertoire. Maar nog meer dan virtuositeit gaat het bij hem om temperament. Hij wil je uitdagen tot het uiterste en als je daar niet toe bereid bent, val je meteen af.
kun je het vergeten. In sommige stukken komen contrabassolo’s voor die bestaan uit louter keihard geknars en gekraak. De stok moet met kracht over de snaren worden geperst. En dan stond hij daarnaast te schreeuwen: ‘Nein! Mehr!’ Dat extreme zit ook in de manier van noteren. Ik weet niet hoeveel ffff’s en ppp’s gevolgd door piu of piu que possibile. Toen ik zijn vioolconcert voor het eerst dirigeerde zag ik een noot in de fagotpartij, zo hoog dat ik moest uitrekenen welke noot er precies stond. Hè, een g? Dat had ik nog nooit gezien. En dan staat erbij geschreven: ‘unbedingt diese, es ist möglich!’ We speelden het met een heel goede fagottist van het Residentie Orkest, maar met deze noot is het zo: je hebt hem of je hebt hem niet. En die man zat daar met een rood aanlopend hoofd te persen en er kwam niets. Dan is-ie onverbiddelijk.’ Lees verder in de speciale editie van De Groene Amsterdammer over het Ligeti Festival: www.groene.nl/2018/ligeti-festival
Het woord ‘minder’ kende hij niet. In de extreme kanten van zijn muziek zit soms iets gewelddadigs. Uitdrukkingen als ‘meer dan mogelijk’ kom je tegen in de partituur. Als je die kant veronachtzaamt, 11
Programma
Festival Do 5 apr 2018 Entreehal 19.45 - 20.00 uur ca. 15 minuten
Opening Ligeti Festival Car Horn Prelude Slagwerk Den Haag: Niels Meliefste Frank Wienk Pepe Garcia Rodriguez Gyรถrgy Ligeti (1923 - 2006) Car Horn Prelude (1974/1977)
12
Toelichting Do 5 apr 19.45 uur
Geen betere introductie tot de muzikale verbeeldingskracht en het gevoel voor het ongerijmde van György Ligeti dan de ouverture van zijn opera Le Grand Macabre, geschreven voor een ensemble van twaalf knijptoeters. Ligeti combineerde het absurde (het instrumentarium) met het serieuze (een uitgeschreven compositie), geheel in de trant van slapstick: een grap werkt het beste met een uitgestreken gezicht. Het aantal toeters verwijst naar het aantal tonen binnen het octaaf, maar lijkt ook een knipoog naar het serialisme, waar Ligeti in de jaren vijftig snel afstand van nam. Bovendien wordt het stuk uitgevoerd volgens het principe van de hoketus uit de vroege muziek, waarbij de noten van één melodie afwisselend door meerdere partijen worden uitgevoerd. Toen Ligeti begin jaren tachtig voor het eerst de muziek hoorde van de Banda Linda uit Centraal Afrika, die hij leerde kennen door etnomusicoloog Simha Arom, moet hij aangenaam verrast geweest zijn. De Banda Linda musiceren in ensembles van hoorns die elk maar één toon voortbrengen. Hun gecoördineerde samenspel levert verrassend complexe patronen op.
het een voorspel naar een festival dat de buitengewone veelzijdigheid van György Ligeti in al zijn aspecten laat horen.
De Car Horn Prelude is een parodie op een fanfare, een muziekstuk voor blazers om een gebeurtenis aan te kondigen en daar luister aan bij te zetten. Maar het is wel een ontregelde en eigentijdse variant, die hoort bij het industriële tijdperk waarin mensen hun ongeduld over het eindeloze wachten in een file afreageren met hun claxons. In de opera voert deze ouverture het publiek naar een grauw tafereel van industrieel verval. Hier vormt 13
Programma
Festival Do 5 apr 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag Exuberante ensemblemuziek Reinbert de Leeuw dirigent Pierre-Laurent Aimard piano Joseph Puglia viool Katalin Károlyi alt
György Ligeti & Reinbert de Leeuw (foto: Co Broerse)
14
ca. 40 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze
Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Michel Khalifa in gesprek met Pierre-Laurent Aimard en Joseph Puglia
Programma do 5 apr 20.15 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Concert voor piano en orkest (1985/1988) I Vivace molto ritmico e preciso II Lento e deserto III Vivace cantabile IV Allegro risoluto, molto ritmico V Presto luminoso Melodien (1971) Pauze Síppal, dobbal, nádihegedüval (2000) I Fabula II Táncdal III Kínai templom IV Kuli V Alma álma VI Keserédes VII Szajkó Concert voor viool en orkest (1992) I Praeludium. Vivacissimo luminoso II Aria, Hoquetus, Choral. Andante con moto III Intermezzo. Presto fluido IV Passacaglia. Lento intenso V Appassionato. Agitato molto
15
Toelichting Do 5 apr 20.15 uur
Eind jaren vijftig ontwikkelde Ligeti de micropolyfonie, een compositietechniek waarin dicht op elkaar gepakte melodische lijnen beweeglijke klankwolken vormen. Zijn opzet in Melodien uit 1971 was om het weefsel doorzichtiger te maken, zodat de samenstellende melodieën duidelijker te herkennen zouden zijn. De overige werken in dit concert stammen merendeels uit de periode na zijn opera Le Grand Macabre, toen Ligeti de micropolyfonie achter zich gelaten had. De twee concerten, voor piano en viool, staan ogenschijnlijk diametraal tegenover elkaar. Het Vioolconcert is lyrisch, de solopartij verwijst geregeld naar de traditionele muziek uit Ligeti’s geboorteland. Het Pianoconcert roept beelden op van complexe, tegen elkaar in draaiende mechanieken. Ligeti legt de nadruk op de percussieve kant van de piano en versterkt die door het inzetten van een uitgebreide set slagwerk. Wat beide concerten gemeen hebben, is het gebruik van gelaagde ritmes en tempi, en aandacht voor stemmingen buiten het getempereerde twaalftoonssysteem dat gemeengoed is in westerse gecomponeerde muziek. Het is alsof Ligeti in het Vioolconcert doorgaat waar hij met het Pianoconcert gebleven was. Deze laatste eindigt met een Presto luminoso, de andere begint met een Vivacissimo luminoso. Hij laat beide delen oplichten in heldere kleuren. De zeven delen van Síppal, dobbal, nádihegedüvel schreef hij op gedichten van de uitzonderlijke Hongaarse dichter Sándor Weöres, met wie hij al sinds de jaren veertig bevriend was. Het zijn teksten met een schijnbare eenvoud waarin Weöres speelde met klank en betekenis. Ligeti begeleidt de 16
woorden met een transparante begeleiding door vier slagwerkers. Na dit werk uit 2001 schreef hij alleen nog een laatste deel in zijn Études pour piano.
Concert voor piano en orkest Het Pianoconcert heeft een moeizame ontstaansgeschiedenis. Een groot aantal concepten die Ligeti schreef voor het eerste deel, belandden in de prullenmand. Het uiteindelijke resultaat voldeed aan zijn eisen. Hij bestempelde het tot zijn artistieke credo. In een toelichting bij de compositie schrijft hij: ‘Ik betuig mijn onafhankelijkheid van zowel de criteria die de traditionele avant-garde hanteert, als die van het modieuze postmodernisme. De muzikale zinsbegoochelingen die ik zo belangrijk vind, zijn geen doel op zich maar veeleer de grondslag van mijn esthetische stellingname. Ik geef de voorkeur aan muzikale vormen die niet zozeer procesmatig zijn, maar eerder het karakter van voorwerpen hebben: muziek als bevroren tijd, als een voorwerp in een imaginaire ruimte, die in onze verbeelding
Toelichting do 5 apr 20.15 uur
opgeroepen is, als een structuur die zich in het echt weliswaar ontvouwt in de verstrijkende tijd, maar denkbeeldig in al zijn ogenblikken tegelijkertijd bestaat. Mijn belangrijkste doel als componist is het uitbannen van de tijd, het opheffen van haar verglijden, haar op te sluiten in het heden van het ogenblik.’
van gestapelde maatsoorten verder uit. Door met wisselende accenten te werken, lijken zich steeds andere maatsoorten te manifesteren, vergelijkbaar met een moiréeffect (een interferentiepatroon). Denkbeeldige ritmes, noemt hij die.
‘Mijn belangrijkste doel als componist is het uitbannen van tijd.’ Om dat te bereiken gebruikte hij middelen die hij ontdekt had in Afrikaanse muziek en in het werk van Conlon Nancarrow: het tegelijkertijd toepassen van gelaagde ritmes en tempi. Etnomusicoloog Simha Arom had hem in de jaren tachtig opnamen laten horen die hij in Afrika gemaakt had, waarbij hij de mensen gevraagd had met de muziek mee te klappen. Daaruit bleek dat ze in hun gestapelde ritmepatronen geen accenten aanbrachten, waardoor de muziek als het ware leek te gaan zweven. Ligeti was gefascineerd door dat fenomeen en gaf het een plek in zijn muzikale denken. Hij paste dat toe in het eerste deel van het Pianoconcert, waarin hij eenvoudige maatsoorten over elkaar heen legt. Doordat die zich met verschillende snelheden voortbewegen, gaan ze niet rond in herkenbare cycli. Het effect is muziek die lijkt te gaan vliegen. In het derde deel, dat verwant is aan Désordre, het eerste deel van de Études pour piano, werkt hij het idee
Voorbeeld van een fractal
Een andere ontdekking die hij in het Pianoconcert verwerkte was die van de fractals, een van de exponenten van de chaostheorie. Met behulp van wiskundige formules kunnen betrekkelijk eenvoudige vormen eindeloos herhaald worden in steeds geringere omvang, waardoor ze uitgroeien tot intrigerende, complexe beelden, vaak gekruld tot spiralen. Dat gegeven paste hij toe in het vierde deel, waarin de muziek zich ontwikkelt tot een caleidoscopische werveling van gelaagde fragmenten die soms uitdijen en inkrimpen. Zijn belangstelling voor tonen en samenklanken buiten het westerse toonsysteem is te horen in het gebruik van trekfluitjes en ocarina’s. 17
Toelichting do 5 apr 20.15 uur
Die zet hij, naast twee mondharmonica’s, ook in om bijzondere klankeffecten teweeg te brengen, met name in het langzame tweede deel. Pierre-Laurent Aimard omschrijft het vijfde deel als een achtervolging met een helse, gevaarlijke snelheid, waarbij de deelnemers het risico lopen over de kop te slaan: ‘Het resulteert in een oververhitte gemoedstoestand die een collectief delirium teweegbrengt.’
De transparante instrumentatie biedt Ligeti ruimere mogelijkheid dan voorheen om te spelen met combinaties van timbres. Het duizelingwekkende effect van de vervlochten partijen uit het Requiem en uit Atmosphères maakt plaats voor breekbare, zij het enigszins geagiteerde, openheid.
Melodien
Voor dit late werk, een korte liederencyclus, koos Ligeti zeven gedichten van Sándor Weöres (1913 - 1989), een buitenbeentje in de Hongaarse literatuur. De gedichten van Weöres zijn vaak speels, bedrieglijk eenvoudig, doen soms denken aan kinderrijmpjes.
In dit orkestwerk bleef Ligeti naar eigen zeggen trouw aan de stijl van micropolyfonie die hij in de jaren zestig verder ontwikkelde. Hij probeerde het dichte weefsel losser, doorzichtiger te maken. Ligeti omschrijft zijn techniek als volgt: ‘De muzikale structuur vouwt open als een uitgestrekt weefsel in een almaar doorgaande tijd, maar de individuele stemmen versmelten niet meer (zoals in mijn vroegere muziek); ze zijn veeleer in hun gelaagdheid en vervlochtenheid afzonderlijk te horen. De stemmen vormen individuele melodielijnen, met een eigen karakteristiek, een eigen tempo, ritme en contour. Bij een eerste beluisteren klinkt de muziek als een wirwar van uiteenlopende melodieën – wanneer men de muziek beter kent, openbaart zich de innerlijke samenhang, het verborgen harmonische geraamte van de constructie.’ 18
Síppal, dobbal, nádihegedüvel
Weöres maakte dankbaar gebruik van de mogelijkheden die het Hongaars hem bood, met zijn klemtoon onveranderlijk op de eerste lettergreep en de klinkerharmonie binnen woorden. Bovendien speelde hij graag met klanken, beelden en betekenissen. De eerste drie woorden van Fabula zijn ‘Egy hegy megy’ (de combinatie ‘gy’ wordt uitgesproken als ‘dj’), wat betekent ‘een berg loopt’. In het Hongaars zijn het drie zware lettergrepen, waarin het gewicht en de omvang van die bergen hoorbaar is. Het afsluitende Szajkó is een tongbreker met klanken die zich soms verdichten tot woorden. Er is achtereenvolgens sprake van een leraar (tanári) aan een school (kari), en een kring (karika); van het maken van papier
Toelichting do 5 apr 20.15 uur
(papíripari) en een paard dat daarbij betrokken is (paripa). De titel wordt vaak vertaald met ‘parkiet’, terwijl het eigenlijk het Hongaars is voor gaai, maar ook een naam voor een paard kan zijn. Een werkwoord dat van ‘szajkó’ afgeleid is, betekent ‘napraten als een papagaai’. Het lijkt een simpel kinderrijmpje, maar onder die oppervlakte schuilen associaties die je steeds op het verkeerde been zetten. Bovendien verbokkelen de woorden uit de eerste twee regels steeds meer bij elke herhaling, alsof de spreker feitelijk niet weet wat hij zegt. Net als een papagaai, dus. Ligeti schreef deze cyclus speciaal voor Katalin Károlyi, die het ook in première bracht. De vier slagwerkers bespelen een uitgebreid instrumentarium waarin gestemde percussie (marimba, xylofoon, vibrafoon en Oost-Aziatische gongs en bellen) de kern vormen, verder aangevuld met allerhande klein slagwerk, ocarina, mondharmonica en een arsenaal aan fluitjes. De muziek maakt een spaarzame indruk, tot het uiterste gereduceerd, zoals ook het geval is in het derde deel van de Études pour piano.
Concert voor viool en orkest Net als het Pianoconcert vergt het vijfdelige Vioolconcert het uiterste van de vaardigheid van de solist. Meer dan voorheen treedt Ligeti buiten de
paden van het westerse getempereerde systeem, onder meer door een viool en een altviool in de (kleine) strijkerssectie microtonaal te verstemmen. De blazers in het ensemble spelen microtonale intervallen. Bovendien gebruikt hij, net als in het Pianoconcert, ocarina’s en trekfluitjes. In het tweede deel vergezellen deze instrumenten de pizzicato gespeelde soloviool met akkoorden die onvast op de benen te lijken staan. Zo ontwikkelt hij in dit werk een klankwereld die nieuw is in zijn oeuvre. Het vierde deel heeft een ongekende intensiteit in een solo in het hoogste register, die je eerder bij Olivier Messiaen of Claude Vivier zou verwachten dan bij Ligeti. Die emotionaliteit haalt hij weer bruusk onderuit met stevige interventies van lage instrumenten, om de solist aan het slot van dat deel opnieuw omhoog te laten reiken met steun van een driftig gehamerde xylofoon. Het vijfde deel opent met zachte streken van de solist, en lijkt daarmee het eerste deel te herhalen. Maar al gauw stapelen de krachten zich op tot de solist gelanceerd wordt in een briljante cadenza, om tenslotte bruut het zwijgen opgelegd te krijgen. Alsof György Ligeti nog eenmaal wil laten horen dat hij tegenstellingen en uitersten in zich verenigt, en wars is van verwachtingspatronen.
19
Liedteksten Do 5 apr 20.15 uur
Síppal, dobbal, nádihegedüvel With Pipes, Drums, Fiddles Tekst: Sándor Weöres (1913 - 1989)
I. Fabula Egy hegy megy.
I. Fable A mountain walks.
Szembjon a masik hegy. Orditanak ordasok: Ossze ne morzsoljatok! En is hegy, te is negy, nekunk ugyan egyremegy.
The others mountain comes toward it. The wolves howl: Do not crush us! I, am mountain, you, too, a mountain, we are indifferent to that.
II. Tancdal panyigai panyigai panyigai ü panyigai ü panyigai panyigai panyigai ü panyigai ü
II. Dance Song [Deze tekst bestaat uit louter klanken en kan niet vertaald worden]
kudora panyigai panyigai kudora ü panyigai kudora kudora panyigai ü kotta kudora panyigai kudora kotta ü kotta panyigai kudora panyigai kotta ü ház panyigai kudora ü kudora kotta ház kudora ház panyigai ü panyigai ház kotta
20
Liedteksten do 5 apr 20.15 uur
III. Kinai Templom Szent fonn Negy kert lenn fem bő tag cseng: csond lomb: ej Szep, tart jo, Jő, zold kek Hir, szarny, arny. Rang,
majd mely leng, mint hult hang.
IV. Kuli Kuli bot vag Kuli megy megy csak guri-guri Riksa Auto Sarkanyszeker Kuli huz riksa. Kuli huz auto. Kuli huz sarkanyszeker. Csak guri-guri Kuli gyalog megy Kuli szakall feher. Kuli almos. Kuli ehes. Kuli oreg. Kuli babszem makszem kis gyerek ver kis Kuli nagy rossz emberek. Csak guri-guri Riksa Auto Sarkanyszeker Ki huz riksa? Ki huz auto? Ki huz sarkanyszeker? Ha Kuli meghal? Kuli meghal.
III. Chinese Temple Saint high Four field down bronze broad far ring: leaves: fair Night, full comes, Good, green blue News, wings shade. Rank,
hence deep Still swings like cool sound.
IV. Coolie Coolie stick cut. Coolie walk walk just rolling and rolling Rickshaw Car Dragon-coach Coolie pull rickshaw. Coolie pull car. Coolie pull dragon-coach. just rolling and rolling Coolie go on foot Coolie beard white. Coolie sleepy. Coolie hungry. Coolie old. Coolie bean-sized poppy-seed-crumbsized little child Little coolie beat big bad people, and rolling and rolling Rickshaw Car Dragon-coach Who pull rickshaw? Who pull car? Who pull dragon-coach? If coolie die? Coolie die. 21
Liedteksten do 5 apr 20.15 uur
Kuli neeem tud meghal! Kuli orok csak guri-guri
Coolie can nooooot die! Coolie forever just rolling and rolling
V. Alma Alma (Tizenkettedik Szimfonia) alma agon alma ring az agon alma ring a lombos agon ring a ring a barna agon ringva ringa-ringatozva inga hinta palinta alma alma elme alma alma almodj alszol? mozdulatlan lengedezve hĹąs szelben arnyban alom agon agak alma ringva ringa-ringatozva ingadozva imbolyogva itt egyhelyben elhajozik indiaba afrikaba holdvilagba almodj alma alszol?
V. Dream (Twelfth Symphony) An apple on the branch an apple swings on the branch an apple swings on the leafy branch swings-swings on the brown branch swinging rocking pendulum swing (hinta) palinta a dream of an apple the mind’s dream an apple dream dream? motionlessly swinging in the cool wind in the shadows dream on the branch dream of the branches swinging rocking swaying staying in this spot it casts off to India to Africa to the moonlight dream –apple, are you sleeping?
22
Liedteksten do 5 apr 20.15 uur
VI. Keseredes (67. Magyar Etude) Szantottam, szantottam het tuzes sarkannyal, hej, vegig bevetettem csupa gyongviraggal. Szantottam, szantottam szep gyemant ekevel, hej, vegig bevetettem hullo konnyeimmel. Szaz nyilo rozsarol az erdon almodtam, hej, tobbet nem aludtam, felig ebren voltam. Hajnalban folkeltem, kakukszot szamoltam, hej, visznek eskuvőre kedves galambommal. VII. Szajko tanárikari karika papiripari paripa karika tanárikara paripa papiripara taná rika rika rika papi ripa ripa ripa kari kata nári kara pari papa piri para tanárikarikarika papiriparparipa karikatanárikara paripapapiripara
VI. Bitter-Sweet (67th Hungarian Etude) I plowed, I plowed with seven fiery dragons, Heigh-ho, I sowed nothing but lilies of the valley. I plowed, I plowed with a beautiful diamond plow, Heigh-ho, everywhere I sowed my tears. In the forest, I dreamed of a hundred blossoming roses, Heigh-ho, I slept no longer, was half awake, In the early morning I got up, counted the cuckoo calls, Heigh-ho, they are taking me to be wed to my sweetheart. VII. Parakeet [Deze tekst bestaat uit louter klanken en kan niet vertaald worden] Translation: © Sharon Krebs
23
Programma
Festival Vr 6 apr 2018 Grote Zaal 15.00 - 16.00 uur ca. 60 minuten zonder pauze
Pierre-Laurent Aimard Explore the Score: Etudes van Ligeti Pierre-Laurent Aimard piano György Ligeti (1923 - 2006) College met voorbeelden uit: Études pour piano, premier livre (1985) Études pour piano, deuxième livre (1988/1994) Études pour piano , troisième livre (1995/2001)
24
Toelichting Vr 6 apr 15.00 uur
De pianomuziek van Ligeti is een monument. Met zijn Études pour piano, die hij in de laatste twintig jaar van zijn leven componeerde, trad Ligeti in de voetsporen van Chopin en Debussy: technische uitdagingen en emotionele zeggingskracht smeedde hij samen in meesterlijke eigentijdse miniaturen. Ligeti’s favoriete pianist was PierreLaurent Aimard, die nauw met de componist samenwerkte en als geen ander weet wat er schuilgaat achter diens noten. Vanmiddag deelt Aimard zijn kennis met het publiek aan de hand van fragmenten uit de Études die hij live zal spelen. Dichter bij de bron kunnen we niet meer komen. Dat is het idee achter Explore The Score, een initiatief dat complexe moderne muziek toegankelijk
wil maken met hulp van experts als Aimard. Niet alleen is Aimard de ideale Ligeti-vertolker, hij bezit kennis uit de eerste hand van de componist die je niet terugvindt in de partituren. Kennis die van grote waarde is voor iedereen die zich in Ligeti’s oeuvre wil verdiepen. http://www.explorethescore.org/györgy-ligetipiano-works.html
György Ligeti, Pierre-Laurent Aimard & Judith Rosen tijdens een muzikale bijeenkomst bij Rosen thuis (23 februari 1993). Foto: Betty Freeman. Copyright: Los Angeles Philharmonic Archive (uitsnede)
25
Programma
Festival Vr 6 apr 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Pierre-Laurent Aimard De piano volgens Ligeti Pierre-Laurent Aimard piano
ca. 45 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze
Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Michel Khalifa in gesprek met Tamara Stefanovich
26
Programma vr 6 apr 20.15 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Musica ricercata (1951/1953) I Sostenuto - Misurato - Prestissimo II Mesto, rigido e cerimoniale III Allegro con spirito IV Tempo de Valse (poco vivace – ‘à l’orgue de Babarie’) V Rubato. Lamentoso VI Allegro molto capriccioso VII Cantabile, molto legato VIII Vivace. Energico (Béla Bartók in memoriam) Adagio. Mesto - Allegro maestoso IX Vivace. Capriccioso (Ommagio a Girolamo Frescobaldi) Andante misurato e tranquillo Études pour piano, premier livre (1985) 1 Désordre. Molto vivace, vigoroso, molto ritmico 2 Cordes à vide. Andantino con moto, molto tenero 3 Touches bloquées. Presto possibile, sempre molto ritmico 4 Fanfares. Vivacissimo molto ritmico, con allegria e slancio 5 Arc-en-ciel. Andante molto rubato, con eleganza, with swing 6 Automne à Varsovie. Presto cantabile, molto ritmico a flessibile Pauze Études pour piano, troisième livre (1995/2001) 15 White on White. Andante con tenerezza (1995) 16 Pour Irina. Andante con espressione, rubato, molto legato (1997) 17 À bout de soufflé. Presto con bravura (1998) 18 Canon. Prima volta: Vivace poco rubato. Seconda volta: Prestissimo (2001) Études pour piano, deuxième livre (1988/1993) 7 Galamb borong. Vivacissimo luminoso, legato possibile (1988) 8 Fém. Vivace risoluto, con vigore (1989) 9 Vertige. Prestissimo sempre molto legato, sehr gleichmäßig (1990) 10 Der Zauberlehrling. Prestissimo, staccatissimo, leggierissimo (1994) 11 En suspens. Andante con moto, ‘avec l’élégance du swing’ (1994) 12 Entrelacs. Vivacissimo molto ritmico, sempre legato, con delicatezza (1993) 13 L’escalier du diable. Presto legato ma leggiero (1993) 14 Coloana infinită. Presto possibile, tempestoso con fuoco (1993) 27
Toelichting Vr 6 apr 10.15 uur
De werken voor solopiano nemen een bijzondere plek in binnen het oeuvre van Ligeti. In een vroege periode van zijn loopbaan schreef hij het elfdelige Musica ricercata. De drie boeken van zijn Études pour piano vormden het sluitstuk. Beide hebben elementen van onderzoek in zich. Musica ricercata laat zich vertalen als muziek die uit onderzoek is ontstaan. Het uitgangspunt is even eenvoudig als het resultaat gevarieerd is: het eerste stuk bestaat uit één toon en zijn octaven; in elk volgend stuk komt er een toon bij. In de Études verwerkte Ligeti muziek die hij had leren kennen en waarderen, van de ritmische en harmonische complexiteit van Conlon Nancarrow, tot de gelaagde ritmes uit Afrikaanse en Indonesische muziek en de swing van de jazz. Pierre-Laurent Aimard speelt de boeken niet in chronologische volgorde. Hij plaatst het derde boek tussen boek 1 en 2, zoals hij bij eerdere uitvoeringen ook al deed, met instemming van Ligeti zelf.
Musica ricercata Veertig jaar nadat Ligeti zijn Musica ricercata gecomponeerd had, bezag hij dit ‘jeugdwerk’ (hij was dertig toen hij het voltooide) met een welwillend oog, al was het sterk beïnvloed door Béla Bartók en Igor Stravinsky. Een streng, bijna nobel stuk, oordeelde hij, dat tussen academische orthodoxie en diepe bespiegeling in hangt. Tussen ernst en karikatuur. 28
György Ligeti & Pierre-Laurent Aimard (fotograaf & datum onbekend)
Door zijn opbouw (in elk volgend deel een toon erbij) wordt de klank voller en heeft Ligeti meer mogelijkheid om te spelen met het materiaal. Maar zelfs het eerste deel, waarin alleen de noot A gespeeld wordt met octaveringen, weet hij nog de aandacht vast te houden door het dansende ritme en verschillen in dynamiek. Zijn schatplichtigheid aan Bartók is hoorbaar in het achtste deel, waarin een echo doorklinkt van volksdansen uit Centraal-Europa. Het wordt gevolgd door een treurzang opgedragen aan de grote Hongaarse componist. Het laatste stuk is opgedragen aan Girolamo Frescobaldi. De ricercari van deze Italiaanse componist uit de vroege barok waren langzame fuga’s. Dat is ook de vorm van het slotdeel van Musica ricercata; in Ligeti’s handen werd het een twintigste-
Toelichting vr 6 apr 20.15 uur
eeuwse fuga. De dissonanten die hij inbouwde, maakten het ongeschikt om in het openbaar te spelen onder het toenmalige communistische Hongaarse regime, zelfs toen de teugels in 1956 kortstondig gevierd werden.
Études pour piano De pianostudies zijn het resultaat van Ligeti’s muzikale voorstellingsvermogen, dat zijn vaardigheid op de toetsen ver oversteeg. Ligeti heeft nooit goed piano leren spelen, omdat hij er te laat mee begonnen was. Hij schreef daarover: ‘Ik zou graag een geweldige pianist zijn! Ik weet veel over nuanceringen in aanslag, frasering, rubato, de architectuur van een stuk. En ik ben dol op pianospelen, maar uitsluitend voor mijn eigen plezier. Om een vlekkeloze techniek te ontwikkelen, moet je voor je tienerjaren beginnen met oefenen. Ik was daar ver voorbij.’ De Études zijn het resultaat van deze handicap, zei hij. Maar deze ontoereikendheid wilde hij omzetten in professionalisme: ‘Ik leg mijn tien vingers op het toetsenbord en roep beelden op van muziek. Mijn vingers kopiëren dit beeld in mijn geest als ik de toetsen indruk, maar het is geen erg getrouwe kopie: er ontstaat een terugkoppeling
tussen het idee en de uitvoering op gevoel en beweging. Het is een lus die zich steeds herhaalt, verrijkt door voorlopige schetsen: een molensteen draait rond tussen mijn geestesoor, mijn vingers en wat er op papier staat.
Het samenspel tussen componist en piano is een wonderlijk en complex mechanisme Het resultaat klinkt volkomen anders dan mijn aanvankelijke voorstellingen: de anatomische werkelijkheid van mijn handen en de indeling van het toetsenbord hebben mijn denkbeeldige bouwsels doen transformeren. Daar komt bij dat alle details in de resulterende muziek samen moeten hangen, de tandwielen moeten in elkaar grijpen.’ Met andere woorden: het samenspel tussen componist en piano is een wonderlijk en complex mechanisme, tegelijkertijd menselijk en machinaal. Premier livre In het eerste en het laatste deel van Boek 1, Désordre en Automne à Varsovie, zijn duidelijk sporen te herkennen van Ligeti’s fascinatie voor de composities van Conlon Nancarrow voor pianola. De pianist moet meerdere tempi tegelijk spelen die in lagen over elkaar heen schuiven. Pierre-Laurent Aimard noemt Désordre een sleutelwerk. ‘Zijn werk als componist bestaat uit het in gang 29
Toelichting vr 6 apr 20.15 uur
zetten van een proces. Hij gaat uit van een model waar de mogelijkheid tot ontwrichting ingebouwd is. De compositie zelf is een verwezenlijking van die destabilisatie. De luisteraar draagt daar in zekere zin aan bij, door dat verschijnsel waar te nemen. Maar dat proces kan inhouden dat een situatie van chaos uiteenvalt tot ordelijkheid. De kracht van zijn muziek ligt daarin dat hij dat gebrek aan stabiliteit (dat kan waanzin zijn, excentriciteit en heftige contrasten) kan integreren in een totale vorm die volkomen organisch is en logisch klinkt.’ Deuxième livre Behalve Conlon Nancarrow zijn andere invloeden te horen in de Études. In het eerste deel van Boek 2, Galamb borong, zijn de speeltechnieken van de Balinese gamelan verwerkt. De titel, Hongaars voor ‘melancholieke duif’, zou verwijzen naar de klank van de bronzen slaginstrumenten, maar komt ook overeen met een gebruik van de Kaluli in Papua Niugini, onderwerp van een plaat die Ligeti in zijn collectie had. In hun zang imiteren de Kaluli een duif, die volgens hen roept met de stem van overledenen. Het roert hen tot in het diepst van hun wezen. De diepe emotionele betekenis van deze muziek moet Ligeti aangesproken hebben. Het volgende stuk, Fém (Hongaars voor metaal, maar qua klank verwant aan het Hongaarse woord voor ‘licht’), gebruikt melodische patronen die 30
Ligeti in de muziek van de BandaLinda gehoord had. Der Zauberlehrling toont in het razendsnelle heen en weer bewegen tussen twee en meer tonen verwantschap met Continuum, maar was geïnspireerd op muziek die in Malawi gespeeld wordt op balafons, een Afrikaanse variant van de xylofoon. Entrelacs is een Franse term voor verweven vormen, met name van de Kelten en de Vikingen uit de middeleeuwen en in Islamitische kalligrafie. Zo verweeft ook Ligeti de verschillende gracieuze melodielijnen. De laatste twee delen uit Boek 2, L’escalier du diable en Coloana infinită, zijn spektakelstukken. De titel van het eerste is ontleend aan een wiskundige bewerking die leidt tot eindeloze opdeling, in de negentiende eeuw voor het eerst uitgedacht door Georg Cantor. De Franse wiskundige Benoît Mandelbrot zag het belang van deze bewerking in voor het verschijnsel van fractals waar hij onderzoek naar deed. In L’escalier du diable geeft Ligeti dit gegeven gestalte door ritmische cellen te laten uitdijen en inkrimpen. Door ritmische en melodische patronen te gebruiken van ongelijke lengte, is het ritme binnen een melodie steeds anders. Bij elke cyclus stijgen ze een stukje op, van tree naar tree op weg naar de oneindigheid. Terwijl dit proces zich voltrekt, starten de patronen ook weer op in de diepste registers van de piano, waardoor de muziek de indruk wekt van een eindeloze spiraal. Het stuk eindigt
Toelichting vr 6 apr 20.15 uur
met akkoorden die wat weg hebben van wild luidende klokken. Ook het daarop volgende Coloana infinită (Roemeens voor ‘zuil zonder einde’, genoemd naar een sculptuur van Constantin Brâncuși) lijkt, bijna mechanisch, eindeloze trappen te beklimmen. Het is een trompe l’oreil: de toonhoogte stijgt niet constant, maar doet ook steeds een paar stappen terug. Het effect is dat van de litho Klimmen en dalen van M.C. Escher, waarop mensen getrapte transen opklimmen zonder werkelijk hogerop te komen.
boek, dat simpelweg Canon getiteld is, wordt twee keer gespeeld. In de herhaling nog sneller dan in de eerste ronde. Dan volgt nog een korte serie stille dissonante drieklanken, die elkaar in canon opvolgen en zo scherpere samenklanken van zes tonen vormen. Bitter maar toch zacht.
Troisième livre Boek 3 is met vier stukken het kortste van de verzameling. Die zijn ook minder dramatisch en contrastrijk dan de Études in de eerdere twee boeken. Zoals Aimard het onder woorden brengt: ‘Ligeti vond zichzelf steeds opnieuw uit: toen hij uit Hongarije vertrok en in aanraking kwam met de westerse avant-garde, toen hij zijn eigen weg ging, en opnieuw in de jaren tachtig. In die periode smeedde hij nieuwe talen, nieuwe gereedschappen, een nieuwe esthetiek. Maar op een bepaald moment houdt hij op met die expansie, met het opzuigen van allerlei invloeden. Hij vergroot zijn wereld niet meer, meer reduceert die. Vrij drastisch tenslotte. Zijn composities worden heel geconcentreerd, ze dunnen uit als het ware. Dat gebeurde in zijn laatste werken, met inbegrip van de laatste Études. Daarin verschilde hij niet van andere componisten, zoals Liszt en Messiaen.’ Het laatste stuk van het derde 31
Programma
Festival Za 7 apr 2018 Grote Zaal 14.15 - 16.20 uur
Ligeti’s kamermuziek Baanbrekend Dudok Quartet Amsterdam: Judith van Driel viool Marleen Wester viool Marie-Louise de Jong altviool David Faber cello Pierre-Laurent Aimard piano Joseph Puglia viool Marie Luise Neunecker hoorn Farkas Quintet: Ingrid Geerlings fluit Hans Wolters hobo Marcel Geraerds klarinet Remko Edelaar fagot Fons Verspaandonk hoorn
32
ca. 50 minuten voor de pauze ca. 55 minuten na de pauze
Programma za 7 apr 14.15 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Strijkkwartet nr. 1 ‘Métamorphoses nocturnes’ (1953/1954) Allegro grazioso - Vivace, capriccioso - Adagio, mesto - Presto - Andante tranquillo Tempo di Valse, moderato, con eleganza, un poco capriccioso - Allegretto, un poco gioviale - Prestissimo Hoorntrio ‘Hommage à Brahms’ (1982) I Andantino con tenerezza II Vivacissimo molto ritmico III Alle marcia IV Lamento. Adagio Pauze Zes bagatellen voor blaaskwintet (1953) I Allegro con spirito II Rubato. Lamentoso III Allegro grazioso IV Presto ruvido V (Béla Bartók in memoriam) Adagio. Mesto VI Molto vivace. Capriccioso Tien stukken voor blaaskwintet (1968) 1 Molto sostenuto e calmo 2 Prestissimo minaccioso e burlesco 3 Lento 4 Prestissimo leggiero e virtuoso 5 Presto staccatissimo e leggiero 6 Presto staccatissimo e leggiero 7 Vivo, energico 8 Allegro con delicatezza 9 Sostenuto, stridente 10 Presto bizzarro e rubato, so schnell wie möglich Strijkkwartet nr. 2 (1968) I Allegro nervoso II Sostenuto, molto calmo III Come un meccanismo di precisione IV Presto furioso, brutale, tumultuoso V Allegro con delicatezza 33
Toelichting Za 7 apr 14.15 uur
Met uitzondering van het Hoorntrio componeerde Ligeti de werken op dit programma vóór de waterscheiding die Le Grand Macabre in zijn muziek zou betekenen. Maar ook tussen de vier overige stukken ligt een ingrijpende verandering in het leven en werk van de componist. Strijkkwartet nr. 1 en de Zes bagatellen (een bewerking van zes delen uit Musica ricercata) dateren nog uit zijn Hongaarse periode. Tot zijn vertrek uit Hongarije in 1956 had Ligeti nauwelijks een idee van wat zich in muzikale kringen afspeelde aan gene zijde van het IJzeren Gordijn. Na de Tweede Wereldoorlog hoorde het land tot de invloedssfeer van de SovjetUnie, waar het Stalinisme nog steeds het overheidsbeleid en het dagelijks leven bepaalde. In de kunsten vierde het ‘socialistisch-realisme’ hoogtij. Muziek mocht niet te complex en te dissonant zijn. Componisten mochten te rade gaan bij volkstradities en die in brave jasjes steken. Béla Bartók had wel aan de eerste voorwaarde voldaan, maar veel van zijn muziek viel ver buiten de grenzen van wat de partij aanvaardbaar vond. Noodgedwongen schreef Ligeti, net als andere vakbroeders uit het Oostblok, een deel van zijn composities voor de bureaula, zoals dat heette. Toen het regime in 1956 minder streng werd, gingen vijf van de Zes bagatellen in première, gespeeld door het Jeney Blaaskwintet voor wie hij het geschreven had. Strijkkwartet nr. 1 werd voor het eerst uitgevoerd in 1958. Toen hij Strijkkwartet nr. 2 en Tien stukken voor blaaskwintet schreef, was zijn naam internationaal gevestigd. 34
Hij had Hongarije na de inval van Sovjettroepen in 1956 verlaten, was opgenomen geweest in de avantgardekringen in Darmstadt en Keulen. Hij kon zich niet vinden in de dogmatische strengheid van het serialisme dat daar toen als alleenzaligmakend gold, en was vervolgens zijn eigen weg gegaan. Het was de periode waarin hij de micropolyfonie, de techniek die hij sinds eind jaren vijftig in zijn composities toepaste, verder uitwerkte en verfijnde. Terwijl in de twee vroegste stukken naast een onderzoekende en speelse geest nog een schatplichtigheid aan Béla Bartók te herkennen is, zoekt hij in de composities uit 1968 de uitersten op van wat menselijk mogelijk is in composities met contrasterende delen en felle uithalen. Het Hoorntrio is een van de eerste werken die Ligeti schreef na vijf stille jaren die volgden op de voltooiing van Le Grand Macabre. Al betekent de verwijzing naar Johannes Brahms in de ondertitel niet dat hij iets van die componist in het trio verwerkt heeft, hij greep er wel in terug op muziek uit de romantiek. Het werd hem niet in dank afgenomen door collega’s uit het avantgardecircuit. Voor Ligeti zelf was het een
Toelichting za 7 apr 14.15 uur
renaissance. Na de uitputtende opera vond hij zichzelf opnieuw uit.
Strijkkwartet nr. 1 ‘Metamorphoses nocturnes’ Voor Ligeti Hongarije verliet, moest hij zich voor ontwikkelingen in de muziek vooral tot het verleden wenden. Landgenoot Béla Bartók was een inspiratiebron geweest. Maar wars als hij was van simpelweg kopiëren van een stijl, was Ligeti op zoek naar nieuwe manieren om zich in muziek te uiten. Dat was geen gemakkelijke opgave. Naar Sovjet-Russisch model hield de Bond van Componisten de mensen strak in het gareel. Het was al snel te experimenteel, te extravagant. Dat gold ook voor zijn eerste strijkkwartet. Het vertoont een springerigheid en abruptheid die aan Bartók doet denken, maar heeft ook peinzende passages. Soms begint het een voorzichtige dans, die eerst zijn fut verliest; bij een herhaling monden de dansstappen uit in verbeten passen, die zich verliezen in een hoog voortglijdende viool. Dat alles binnen het tijdsbestek van iets meer dan twee minuten. Het strijkkwartet is een aaneengesloten werk, maar met verschillende tempoaanduidingen. De overgangen van het ene tempo naar het volgende betekenen doorgaans ook een ingrijpende verandering in
karakter, alsof er steeds ander licht op de muziek valt. In het kwartet komen korte cellen van noten telkens terug die vervolgens gedaanteveranderingen ondergaan. Het ‘nocturne’ kan een verwijzing zijn naar het feit dat dit in wezen clandestiene muziek was, die alleen bij nacht geschreven kon worden. Maar het kan ook een verwijzing zijn naar de ‘nachtmuziek’ van Bartók, en daarmee een blijk van erkenning voor de grootste en meest vernieuwende componist die Hongarije tot dan toe had voortgebracht. Overigens kreeg Ligeti het door bemiddeling van de welwillende secretaresse van de Componistenbond voor elkaar om het kwartet mee te laten dingen in het Koningin Elizabeth Concours in België. Terwijl het werk voor hem een grote stap vooruit was, vond de jury het te conventioneel om het op de shortlist te zetten.
Hoorntrio ‘Hommage à Brahms’ Met dit Hoorntrio doorbrak Ligeti vier jaar van stilte. Na de voltooiing van zijn opera had hij nog wel twee korte stukken voor klavecimbel geschreven, maar daarna bleef het stil. In die periode was hij bezig met pogingen om een goed begin te schrijven voor zijn Pianoconcert. Al die pogingen waren vruchteloos. 35
Toelichting za 7 apr 14.15 uur
Toen pianist Eckart Besch hem vroeg of hij een stuk wilde schrijven dat samen met het Hoorntrio van Brahms uitgevoerd kon worden, was hij daar meteen voor te vinden. Wat hem vooral aansprak was de hoorn, een instrument dat herinneringen opriep aan de alpenhoorns die hij in zijn jeugd gehoord had in Transsylvanië, aan de voet van de Karpaten. Bij het schrijven van het eerste deel had hij een visioen van ‘muziek op grote afstand, zacht en melancholiek, die tot ons komt als door sluiers van kristallen in de lucht’. Dat wordt verklankt door de onthechte dubbeltonen van de viool. De klare akkoorden die de piano daar tegenover plaatst, zouden weggelopen kunnen zijn uit Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen. Hierna volgen twee delen die gekenmerkt worden door bijzondere ritmes. Eerst in de onregelmatige maatsoorten uit verschillende volkstradities, van de Balkan tot Afrika en de Caraïben. Ligeti noemt het muziek van volken die niet bestaan. Doordat elk instrument de maat op een eigen manier indeelt, ontstaan ritmische lagen die zich steeds op een andere manier tot elkaar verhouden. Het derde deel is een mars, maar dan wel één die steeds pootje gelicht wordt. Terwijl de piano probeert in de maat te blijven marcheren, loopt de viool steeds verder uit in een faseverschuiving die de tred ontregelt. Het Trio eindigt met een lange treurzang. De viool kiest het luchtruim, terwijl de hoorn afzakt naar de duisterste diepten. 36
Het Trio mag op grond van de titel een eerbetoon aan Brahms lijken, Ligeti had daar zo zijn eigen ideeën over: ‘Ik heb mijn Trio opgevat als een hommage, opgedragen aan Brahms, wiens Trio als een ongeëvenaard voorbeeld van dit specifieke kamermuziekgenre in de muziekhemel zweeft. In mijn stuk zit echter geen enkel citaat en geen sprankje invloed van de muziek van Brahms; mijn Trio is geschreven aan het einde van de twintigste eeuw, en het is (qua structuur en expressie) muziek van onze tijd.’
Zes bagatellen voor blaaskwintet Ligeti schreef deze Zes bagatellen op verzoek van het Jeney Blaaskwintet. In wezen zijn het bewerkingen van zes delen uit zijn pianocompositie Musica ricercata. De eerste twee delen gebruikte hij niet omdat het materiaal te beperkt was: respectievelijk één en twee noten, en hun octaven. Van de overige drie delen die niet in de Bagatellen terecht kwamen, is niet duidelijk wat daar de reden voor was. Mogelijk was het vierde deel, een wals, zozeer verweven met de piano geschreven dat die zich niet leende voor een dergelijke bewerking. Ligeti schreef over deze set: ‘De Zes bagatellen voor blaaskwintet zijn afkomstig van
Toelichting za 7 apr 14.15 uur
de ‘prehistorische Ligeti’, en werden met name beïnvloed door Bartók en Stravinsky. Ze werden geschreven in het naoorlogse Boedapest, waar toen een muzikale geest van klassieke traditie heerste, die bijna geheel verstoken was van kennis over wat zich afspeelde in de twintigste-eeuwse muziek (met uitzondering van Debussy, Bartók en Kodály). Met de vestiging van de communistische dictatuur werden alle vormen van ‘moderne kunst’ verboden, zelfs de meest vooruitstrevende werken van Bartók, zoals zijn Derde en Vierde strijkkwartet, De wonderbaarlijke mandarijn en Muziek voor snaren, percussie en celesta.
Door het storen van radiostations uit WestEuropese landen kwamen alleen de scherpe klanken van nieuwe composities door Er was geen enkel contact mogelijk met West-Europese stromingen in kunst en cultuur; radiostations uit die landen werden bijvoorbeeld gestoord. Ik kreeg een merkwaardige indruk bij het luisteren naar uitzendingen met onbekende werken van componisten begin jaren vijftig (zoals Messiaen, Dallapiccola, Henze) omdat de enige tonen die door de storing wisten te dringen de scherpe klanken waren van de piccolo en het glockenspiel.
De Zes bagatellen zijn afgeleid van een serie pianostukken (Musica ricercata), geschreven tussen 1951 en 1953, de periode van mijn artistieke isolement. Mijn opzet om afstand te nemen van de invloed van Bartók en Stravinsky en een eigen stijl te bepalen, slaagde maar ten dele: in het eerste deel zijn de sporen van Stravinsky duidelijk te horen, terwijl het vijfde deel opzettelijk herinnert aan muzikale karakteristieken van Bartók (dat deel heeft als titel ‘Bartók in memoriam’). Wanneer ik nu, na al die jaren waarin ik een persoonlijke stijl ontwikkelde, deze Zes bagatellen bekijk, doet het derde stuk (het Allegro grazioso) mij aan als het meest originele, ook al is de muzikale taal verouderd. Hier hoor je een bijzondere orkestratie waarin de fluit en de hobo op een melodieuze manier gecombineerd worden: de fluit speelt de melodie in het laagste register en de hobo in het hoogste octaaf (een omkering van de gebruikelijke combinatie waarin de fluit een octaaf boven de hobo speelt, om zo de kleurschakeringen te versterken). Maar zelfs deze traditionele stukken waren verboden toen ik ze schreef. Het was onmogelijk ze te spelen of ze uit te brengen, totdat de politieke situatie wat minder streng zou worden. Tijdens de zomer van 1956 was er een tijdelijke ontspanning van de dictatuur in de communistische landen in Oost-Europa. Zo konden mijn Zes bagatellen in de herfst van dat jaar in Boedapest uitgevoerd worden (door het Jeney Blaaskwintet) onder de titel 37
Toelichting za 7 apr 14.15 uur
Vijf bagatellen. Het zesde stuk was namelijk nog steeds verboden, vanwege een overvloed aan kleine secundes; totalitaire systemen houden niet van dissonanten.’
Tien stukken voor blaaskwintet Ligeti schreef dit werk voor solisten van het Filharmonisch Orkest van Stockholm, die in 1968 als eersten de complete Zes bagatellen uitgevoerd hadden. Het oorspronkelijke idee was om vijf mini-concerten te schrijven, omlijst door twee ensemblestukken. Hij zag daar vanaf en besloot ensemblestukken af te wisselen met korte delen waarin steeds een ander instrument de solorol toebedeeld kreeg, achtereenvolgens de klarinet, de fluit, de hobo, de hoorn en de fagot. Hij kleurde de ensemblestukken verder in door de gebruikelijke instrumenten te dubbelen, naast de gewone fluit ook altfluit en piccolo, naast hobo ook althobo en oboe d’amore. Zo geven altfluit en althobo het eerste deel Molto sostenuto e calmo een duisterder klank, terwijl het negende deel Sostenuto, stridente uitgesproken schril is. Door de piccolo te mengen met hobo en klarinet, gespeeld in het hoogste register, laat Ligeti combinatietonen ontstaan, die de schrilheid van het geluid 38
verder intensiveren. De Tien stukken zitten vol contrasten en hebben een hoge energielading. Ligeti vergeleek het met de snelheid en de abruptheid van slapstick uit de tekenfilms van Tom en Jerry. Dat karakter komt met name tot uiting in het laatste deel waarin de piccolo in de laagst mogelijke tonen de fagot parodieert, die muzikaal op zijn tenen loopt. De fagot geeft hem vervolgens een uitbrander in een driftige uithaal, en eindigt met een laatste gedecideerde noot, ‘ziezo’. In de partituur voegt Ligeti daar echter nog een citaat aan toe uit Alice in Wonderland: ‘...maar –‘ Er was een lange stilte. ‘Is dat alles’, vroeg Alice bedeesd. ‘Dat is alles’, zei Humpty Dumpty. ‘Da-ag.’
Strijkkwartet nr. 2 Ligeti’s tweede strijkkwartet voert stemmingswisselingen door tot bijna onhoudbare waarden, als een hogedrukpan waarvan de uitlaatklep niet helemaal functioneert. De tempoaanduidingen laten daar geen misverstand over bestaan. Een nerveus allegro wordt gevolgd door een uiterst kalm sostenuto, en dat weer door een deel dat Ligeti aanduidt met Come un meccanismo di precisione
Toelichting za 7 apr 14.15 uur
ook deed in zijn vierde strijkkwartet. Maar met de tempoaanduiding ‘als een precisiemechaniek’ verwijst het naar Ligeti’s fascinatie voor uurwerken, én naar diens Poème symphonique, waarin honderd metronomen in verschillende tempi tikken. Ook klinkt er een echo in door van Continuum, Ligeti’s werk voor klavecimbel dat sneller gespeeld moet worden dan het mechaniek van het instrument toestaat, waardoor de tonen begeleid worden door het tikken van het binnenwerk. In het laatste deel roept hij nevelige klanken op waarin barse samenklanken en dromerige akkoorden opdoemen, tot de muziek plotseling vervliegt. Als bij toverslag.
György Ligeti tijdens repetitie Filharmonikers Blasarkvintett in Konzerthaus Stockholm, januari 1969 (foto Ove Alström) Paul Sacher Stiftung, Basel
dat overgaat in een woest presto. Maar ook binnen die delen kan de stemming sterk wisselen. Hij vergt het uiterste van de strijkers, vanaf het eerste moment: een enkele agressief geplukte noot die onmiddellijk gevolgd wordt door doorschijnend zacht gestreken klanken. Razendsnelle en traag voortkruipende passages wisselen elkaar abrupt af. Die contrasten duiken eveneens op binnen dat meestentijds bedaagde tweede deel. Hoge tonen schieten door lang aangehouden noten door als bliksemschichten. Als het kalmte is, dan wordt die maar ternauwernood beteugeld. Het derde deel wordt grotendeels pizzicato gespeeld. Het is een eerbetoon aan Bartók, die dat
39
Programma
Festival Za 7 apr 2018 Entreehal 17.00 - 17.20 uu ca. 20 minuten zonder pauze
Poème symphonique i.s.m. Gaudeamus György Ligeti (1923 – 2006) Poème symphonique (1962) Gregory Charette dirigent Uitvoering door Gaudeamus
György Ligeti in 1988 tijdens de voorbereiding van Poème Symphonique (1962) in het Stedelijk Museum in Amsterdam ter gelegenheid van zijn 65e verjaardag (foto: Co Broerse)
40
Toelichting Za 7 apr 17.00 uur
Het is gemakkelijk om Poème symphonique, gecomponeerd in 1962 en het jaar daarop in première gegaan in het stadhuis van Hilversum, af te doen als een uit de hand gelopen grap. Het was ook de tijd van de Fluxus-manifestaties, even tegendraadse als humoristische performances. Het moet een geladen en prachtig tafereel geweest zijn: de notabelen in de hal van het Hilversumse gemeentehuis in afwachting van een nieuw werk van een internationaal befaamde componist, van aangezicht tot aangezicht met een leger van metronomen, robotjes met een zwaaiende arm die niets anders kunnen doen dan al tikkend maat en snelheid aangeven. Droger dan het geluid van zo’n leger kan bijna niet. Maar het heeft ook een serieus aspect, en het is nauw verbonden met andere composities van Ligeti. Doordat de metronomen op verschillende tempi ingesteld staan, ontstaat er een dichte, veranderlijke wolk van percussieve geluiden. Clusters vormen zich en lossen weer op. Het samengestelde ritme is uiterst complex en gelaagd, vergelijkbaar met de micropolyfonie in Apparitions en Atmosphères, die uit dezelfde periode stammen. Het toont duidelijk Ligeti’s fascinatie voor uurwerken. Maar het toont ook hoe zelfs het meest geavanceerde mechaniek uiteindelijk zwoegend en uitgeteld te gronde gaat. Geen enkel systeem is het eeuwige leven beschoren.
afgeblazen. De opnamen werden tot voor kort als verloren beschouwd. Tijdens dit festival zijn ze voor het eerst te zien tijdens het filmprogramma in de Kleine Zaal.
György Ligeti in 1963 tijdens de wereldpremière van Poème Symphoniqie (1962) in Hilversum. (still TV-beeld NOS).
De première in Hilversum, die opgenomen werd voor televisie, draaide uit op een schandaal. De uitzending werd 41
Programma
Festival Za 7 apr 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Asko|Schönberg + Nederlands Kamerkoor + Katrien Baerts Vocale fantasieën Reinbert de Leeuw dirigent Katrien Baerts sopraan
ca. 45 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze
Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Michel Khalifa in gesprek met sopraan Katrien Baerts en Boudewijn Jansen, repetitor Nederlands Kamerkoor
György Ligeti - Lux Aeterna (onvolledige schets) Paul Sacher Stiftung, Basel
Dit concert wordt opgenomen door NTR voor uitzending op 10 april NPO Radio 4
42
Programma za 7 apr 20.15 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Lux Aeterna (1966) Sostenuto - molto calmo - ‘from afar’ Kammerkonzert (1969/1970) I Für Maedi Wood. Corrente (fließend) II Für Traude Cerha. Calmo, sostenuto III Für Friedrich Cerha. Movimento preciso e meccanico IV Für Walther Schmieding. Presto Drei Phantasien nach Friedrich Hölderlin (1982) I Hälfte des Lebens. Lento II Wenn aus der Ferne. Andante con tenerezza III Abendphantasie. Maestoso - Più mosso, agitato Pauze Nacht en Ochtend (1995) Andante con moto - Vivace, stridente Pápainé. Andante moderato (1953) Nonsense Madrigals (1988/1993) I Two Dreams and Little Bat. Poco animato, gently swinging II Cuckoo in the Pear-Tree. Lively III The Alphabet. Lento IV Flying Robert. Passacaglia. Tempo giusto V The Lobster Quadrille. Allegro molto leggiero e ritmico VI A Long, Sad Tale. Vivacissimo leggiero e molto ritmico (Like Jazz!) Mysteries of the Macabre (1991) uit de opera Le Grand Macabre, bewerkt voor coloratuursopraan en ensemble door Elgar Howarth
43
Toelichting Za 7 apr 20.15 uur
Ligeti had een levendige interesse voor zaken buiten de eigentijdse gecomponeerde muziek. Voor tradities van volkeren over de hele wereld. Voor jazz (van Miles Davis tot Elliott Sharp) en pop (met name de Beatles). Voor uurwerken, complexe mechanieken. Voor beeldende kunst en literatuur. Die interesses verwerkte hij in zijn composities. Vaak paste hij ze zodanig in dat de oorspronkelijke bron nauwelijks meer herkenbaar was. Bij literatuur is de wisselwerking onmiddellijk zichtbaar. Ligeti koos voor schrijvers als Lewis Carroll en de Hongaarse dichter Sándor Weöres, met wie hij bevriend was. Maar hij liet zich ook inspireren door teksten van de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann, die Struwwelpeter schreef, de Engelse schrijver van kinderrijmpjes William Brighty Rands en de Duitse dichter Friedrich Hölderlin, die op de rand van de waanzin en diepe melancholie leefde.
Zoals teksten met taal en klank speelden, zo speelde Ligeti met de muziek die hij ervoor schreef Zoals die teksten met taal en klank speelden, zo speelde Ligeti met de muziek die hij ervoor schreef. In de Nonsense Madrigals laat hij de zangers buitelen en duikelen als acrobaten op Engelse teksten uit de kinderliteratuur. In de Mysteries of the Macabre, een verzameling van drie sopraanaria’s 44
uit zijn opera, is het de solist die als dol geworden rondspringt, in een krankzinnige parodie op de coloratuur. Hoewel Ligeti in Drei Phantasien nach Hölderlin geen micropolyfonie toepaste, lijken ze verwant met zijn klankwolken uit de jaren zestig en zeventig. In de dichtheid van de klanken sluiten ze aan op de verweven melodieën uit Lux Aeterna en het Kammerkonzert. De gedichten bij Nacht en Ochtend zijn van Sándor Weöres. Tekst en muziek gaan hand in hand in het verbeelden van nachtelijke hartkloppingen en een stralende zonsopkomst. In diezelfde vroege periode schreef hij muziek op teksten uit de Hongaarse volkstraditie, zoals Pápainé waarin nog duidelijk invloeden van landgenoot Béla Bartók in te horen zijn.
Lux Aeterna Ligeti componeerde Lux Aeterna een jaar nadat hij zijn Requiem voltooid had. Qua tekst is ook dit latere werk onderdeel van de mis voor de doden, de communie. Net als in het Requiem gaan de woorden in Lux Aeterna ten onder in de woelingen van de gezongen clusters.
Toelichting za 7 apr 20.15 uur
Hoewel de twee stukken thematisch verbonden zijn, staan ze op zich. Terwijl de vier delen van het Requiem geschreven waren voor solosopraan en mezzosopraan, gemengd koor en orkest, wordt Lux Aeterna gezongen door een zestienkoppig a-capellakoor. En waar het Requiem een gevoel van dreigend onheil oproept, het gevoel van verstrikt geraakt te zijn in een doolhof, is Lux Aeterna helder en open, in weerwil van de clusters die Ligeti zorgvuldig opbouwt. Om die helderheid te bereiken stelt Ligeti soms vrijwel onmogelijke eisen aan de zangers. Zo moeten de bassen voor het eerst invallen op een hoge falsettoon. Lux Aeterna heeft als extra aanduiding ‘op grote afstand’. Een uitvoering waarbij de zangers niet te lokaliseren zijn, kan een onuitwisbare indruk maken, vooral op laag volume. Dit werk is een van de stukken die Stanley Kubrick (zonder medeweten en toestemming van de componist) gebruikte in zijn film 2001, A Space Odyssey.
Kammerkonzert Aan het eind van de jaren zestig werkte Ligeti nog steeds met de techniek die hij micropolyfonie noemde. Door instrumenten schijnbaar onafhankelijk van elkaar melodieën te laten spelen die qua toonhoogte dicht bijeen zitten, verdichten de melodische lijnen zich
tot clusters, vibrerende, kleurrijke klankwolken. Na werken voor orkest en koor paste hij dit principe ook toe op kleinere ensembles. Dat deed hij in Melodien en het vierdelige Kammerkonzert. Dat laatste schreef hij voor een ensemble van dertien solisten, van wie hij grote virtuositeit vergt. Omdat alle spelers gelijkwaardig zijn, is er geen sprake van een solostem met begeleiding. Iedereen speelt zijn eigen stem. Die stemmen kunnen samenvallen met die van anderen, zich in totaal andere maatsoorten en tempi voortbewegen, of in een dolle canon achter elkaar aanhollen. Clusters komen nog steeds voor, maar er is ook meer ruimte voor afzonderlijk te volgen lijnen. In de bezetting van het Kammerkonzert zitten enkele ongewone instrumenten, waaronder basklarinet, celesta en Hammond orgel (of harmonium). Elk deel heeft een eigen karakter. In het eerste verdichten de melodische lijnen zich in golven tot micropolyfone structuren. In het tweede deel laat Ligeti individuele instrumenten in snelle opeenvolging van tempo wisselen, een eerste aanzet naar de gelaagde ritmepatronen waar hij zich ruim tien jaar later op richtte. Het derde deel toont zijn fascinatie voor mechanieken, zoals hij dat eerder al gedaan had in zijn Poème symphonique en Strijkkwartet nr. 2, maar nu in staccatospel van de dertien instrumenten. Het roept ook zijn 45
Toelichting za 7 apr 20.15 uur
compositie Continuum in herinnering, waarin notenslingers op bovenmenselijke snelheid gespeeld moeten worden. Ligeti noemt het vierde deel een krankzinnig virtuoos presto, met een pianist die als een dolleman op de toetsen hamert tot hij plotseling stopt, ‘alsof hij afgescheurd wordt’. Zo abrupt eindigt het stuk ook. Het lijkt of de laatste pagina van de partituur zoekgeraakt is.
Drei Phantasien nach Friedrich Hölderlin Friedrich Hölderlin (1770-1843) was een dichter die ten tijde van de Duitse romantiek actief was. Vanaf zijn 36e leed hij aan een geestesziekte. Rond die tijd schreef hij gedichten waarin hij terugblikte op jaren van geluk, maar in het verschiet alleen afbraak en verval voor zich weggelegd zag. Op drie van deze gedichten schreef Ligeti, die toen de zestig naderde, aangrijpende a-capellakoorzangen. Met bittere akkoorden en wilde sprongen versterkt deze dramatische muziek het beeld van een getroebleerde, bezeten geest die treurt over het besef dat hij het gevecht met tijd en vergankelijkheid onherroepelijk gaat verliezen. Ligeti associeerde het laatste lied Abendphantasie met een schilderij van de Duitse schilder Albrecht Altdorfer, Die Alexanderschlacht. Boven het strijdgewoel van immense legioenen 46
zijn kolkende wolken zichtbaar, waar de zon bij het ondergaan nog net doorheen breekt.
Nacht en Ochtend De twee liederen Nacht en Ochtend voor gemengd a-capellakoor zijn gecomponeerd op korte gedichten van Sándor Weöres. In Nacht beschrijft Weöres in uiterst beknopte bewoordingen hoe hij ’s nachts wakker wordt en talloze doornen voelt, alsof de aderen naar zijn ledematen in zijn slaap afgekneld zijn, en zich realiseert hoe stil het is. Als de zon in Ochtend opkomt, beiert de kerkklok. Ligeti speelt niet alleen in op de gevoelens die opgeroepen worden door de woorden, maar ook met de klank van die woorden. Het beieren van de klokken (een steeds herhaald ‘már üti, üti már’) biedt hem de mogelijkheid om de stemmen door elkaar te vlechten, in een voorafschaduwing van de muzikale raderwerken die hij veel later componeert.
Pápainé In zijn vroege, Hongaarse periode schreef Ligeti niet alleen liederen op teksten van Hongaarse dichters als Sándor Weöres en Attila József, maar ook op volkspoëzie.
Toelichting za 7 apr 20.15 uur
Pápainé is een ballade over een weduwe die negen bandieten over de vloer krijgt. Ze wil het hen op allerlei manieren naar de zin maken. Tevergeefs, het enige wat ze van haar willen, is haar leven. De basis van de muziek is het oorspronkelijke unisono lied. Daar voegt Ligeti al snel expressieve lijnen aan toe. Hij legt de woorden van de wanhopige vrouw in de mond van alten en sopranen. De antwoorden van de moordzuchtige bezoekers worden gezongen door de mannenstemmen. Terwijl het traditionele fundament hoorbaar blijft, bouwt Ligeti daarop een treurspel, dat na de brute moord uitmondt in een ingetogen klaagzang. Zoals Ligeti wel vaker meemaakte voor hij in 1956 uit Hongarije vluchtte, waren de dissonanten in dit stuk de Componistenbond te tegendraads. Het werd in 1967 voor het eerst uitgevoerd.
Nonsense Madrigals Zes jaar na de pessimistisch getoonzette Drei Phantasien nach Hölderlin is Ligeti’s stemming omgekeerd. Hij had al zijn Magyar etüdök geschreven op gedichten van Sándor Weöres, maar in deze madrigalen voor zes a-capellamannenstemmen trok hij alle registers open. Voor de teksten ging hij te rade bij Engelstalige kinderboeken uit de
negentiende eeuw. De strekking is doorgaans didactisch, maar daaronder schuilt vaak een tegendraadse, anarchistische humor. Dat geldt evenzeer voor het werk van Lewis Carroll, wiens teksten hij in drie van de zes liederen gebruikte, als voor het gedicht van Heinrich Hoffmann (bekend om zijn wrede gevoel voor humor in Struwwelpeter, in het Nederlands vertaald als Piet Smeerpoets) over een jongen die door de wind wordt weggevoerd. De teksten van William Brighty Rands zijn onschuldiger van toon, maar ook bij hem is er steeds een humoristische onderstroom, al was het alleen maar in zijn herhaaldelijk beleden liefde voor boterhammen met beleg. Verder schreef Ligeti een lied waarvoor het Engelse alfabet tot tekst diende, didactisch met een knipoog. Hij schreef de eerste vier madrigalen in 1988 voor de King’s Singers, in opdracht van de Berliner Festwochen. Daar voegde hij later nog twee liederen aan toe, die net als de eerste vier door de King’s Singers in première gebracht werden. In deze zes Nonsense Madrigals liet hij zijn fantasie de vrije loop. Hij daagde de zes zangers uit in onnavolgbaar virtuoze partijen die doen denken aan gedisciplineerd uitgevoerde circusacrobatiek. De geringste misser kan leiden tot chaos. Zelfs als de teksten te snel voorbij komen om ze letterlijk te kunnen volgen, vormen de liederen een flitsend muzikaal spektakel. 47
Toelichting za 7 apr 20.15 uur
Mysteries of the Macabre De Mysteries of the Macabre zijn min of meer uit overmacht ontstaan toen de sopraan die in 1988 de rol van Gepopo zou spelen (deze chef van de geheime dienst in Le Grand Macabre brengt in drie aria’s belangrijke mededelingen over in onbegrijpelijke code), vlak voor een uitvoering uitviel. Haar partij werd op voorstel van dirigent Elgar Howarth overgenomen door een trompettist. Ligeti was zo ingenomen met deze noodoplossing, dat hij Howarth toestemming gaf voor extra versies, waaronder ÊÊn voor trompet of sopraan met instrumentaal ensemble (1991). Met name de versie voor sopraan en ensemble is uitgegroeid tot een geliefd stuk op concertpodia. Het paart een absurde tekst aan uitzinnig vocaal stuntwerk, dat alleen met zelfverzekerde bravoure gebracht kan worden.
48
Liedteksten Za 7 apr 20.15 uur
Lux Aeterna Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum, quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.
Eeuwig licht verlichte hen, Heer, met uw heiligen in eeuwigheid, want Gij zijt barmhartig. Geef hun eeuwigdurende rust, Heer, en eeuwig licht verlichte hen.
Drei Phantasien nach Friedrich Hölderlin Tekst: Friedrich Hölderlin (1770 - 1843)
I Hälfte des Lebens Mit gelben Birnen hänget und voll mit wilden Rosen das Land in den See, ihr holden Schwäne, und trunken von Küssen [Tunkt ihr das Haupt Ins heilignüchterne Wasser.] Weh mir, wo nehm’ ich, wenn es Winter ist, die Blumen, und wo den Sonnenschein, und Schatten der Erde? Die Mauern stehn sprachlos und kalt, im Winde klirren die Fahnen.
I Halverwege het leven Met rijpe peren neigt zich en vol met wilde rozen het land naar het meer, gij lieflijke zwanen, en dronken van kussen doopt ge het hoofd in ‘t heilignuchtere water. Wee mij, waar neem ik, nu het winter wordt, de bloemen, en waar de zonneschijn en schaduw der aarde? De muren staan zwijgend en koud, in de wind knersen de weerhanen.
49
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
II Wenn aus der Ferne… Wenn aus der Ferne, da wir geschieden sind, ich dir noch kennbar bin, [die Vergangenheit, o du Teilhaber meiner Leiden! Einiges Gute bezeichnen dir kann,] So sage, wie erwartet die Freundin dich? In jenen Gärten, da nach entsetzlicher und dunkler Zeit wir uns gefunden? [Hier an den Strömen der heiligen Urwelt.] […] [Aussehn] Wie flossen Stunden dahin, wie still war meine Seele über der Wahrheit dass ich so getrennt gewesen wäre? [Ja! Ich gestand es, ich was die deine.] […] War’s Frühling? war es Sommer? die Nachtigall mit süssem Liede lebte mit Vögeln, die nicht ferne waren im Gebüsche und mit Gerüchen umgaben Bäum’ uns. […] [Um Wänd und Mauern] grünte der Epheu, grünt’ ein seelig Dunkel hoher Alleen. Oft des Abends, Morgens waren dort wir redeten manches und sahn uns froh an. […] […][Nehme vorlieb, und denk an die, die noch vergnügt ist, darum, weil der entzückende Tag uns anschien, Der mit Geständnis oder der Hände Druck Anhub, der uns vereinet.] Ach! wehe mir! Es waren schöne Tage. Aber Traurige Dämmerung folgte nachher. […] 50
II Als uit de verte Als uit de verte, nu wij gescheiden zijn, ik u nog kenbaar ben en ‘t verledene, o gij die deelhad aan mijn lijden! wellicht iets goeds nog voor u betekent, zeg mij, hoe uw vriendin u verwachten zal. Ginds in de hof, waar na een verbijstrende en donkre tijd w’elkander vonden? Hier aan de stroom van de heil’ge oertijd?[…] Hoe, met u samen, vlogen de uren heen! Mijn ziel verstilde onder de waarheid dat ik zó lang zonder u geweest was. Ja, ik beleed, dat ‘k u toebehoorde. […] Was ‘t lente? was het zomer? De nachtegaal met zoete liedren leefde niet ver van ons in ‘t struikgewas, en andre vogels; heerlijk omgaf ons de geur der bomen. […] En aan de muren groende klimop, er lag een zalig donker over de lanen, waar wij ‘s avonds vaak of ‘s morgens waren, honderduit pratend, elkaar blij aanziend. […] […] Stel u tevree en denk aan haar die nóg verheugd is, daar ons eenmaal de stralende dag toelachte, die aanving met een liefdesverklaring en een handdruk die verenigde. Ach, wee mij! Het waren schone dagen, echter treurige schemering was het einde.[…]
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
III Abendphantasie […] Am Abendhimmel blühet der Frühling auf; unzählig blühn die Rosen und ruhig scheint die goldne Welt; o dorthin nimmt mich purpurne Wolken! und möge droben. In Licht und Luft zerrinnen mir Lieb’ und Leid’! Doch, wie verscheucht von törichter Bitte, flieht Der Zauber; dunkel wird’s und einsam [Unter dem Himmel, wie immer, bin ich -] Komm du nun, sanfter Schlummer! zu viel begehrt Das Herz; doch endlich, Jugend! verglühst du ja, Du ruhelose, träumerische! Friedlich und heiter ist dann das Alter
III Avondfantasie […] Aan d’ avondhemel bloeit nu een lente op; ontelbaar zijn de rozen en rustig straalt het gouden rijk; o neemt mij tot u, purperen wolken! en moge boven in licht en lucht vervloeien mijn lief en leed. Maar of mijn dwaze wens haar verjaagd had, vlucht de tover; het wordt nacht, en eenzaam onder de hemel, als altijd, ben ik – O kom nu, zoete sluimer! te veel begeert dit hunkrend hart; maar eindlijk vergloeit ge, jeugd! gij rusteloze, vol van dromen! Dan is de ouderdom licht en vredig. Vertaling: Ad den Besten
Nacht en Ochtend Tekst: Sander Weöres (1913 - 1989)
Éjszaka Rengeteg tövis: csönd. Én csöndem: szívem dobogása … Éjszaka.
Nacht Unzählige Stacheln: Stille. Meine Stille: das Klopfen meines Herzens… Nacht.
Reggel Már üti, üti már, a torony a hajnalban.
Ochtend Schon schlägt es, der Turm in der Morgendämmerung. Die Zeit wird vom frühen Kikeriki getüncht. Es ist Morgen! Schon schlägt es! Morgen!
Az id t bemeszeli a korai kikeriki: reggel van! Már üti már! Reggel!
51
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
Pápainé Jaj de széles, jaj de hosszi ez az út, kiön ez a kilenc betyár elindult, kilenc betyár, kilenc fegyver a váltán, úgy sétálnak Pápainé udvarán.
Ach wat lang en ach, wat breed is deze weg, daar verschijnen negen boeven klaar voor de strijd, negen boeven met negen geweren op de schouder, zo kwamen ze aan op de hof bij weduwe Pápainé.
‘Pápainé, adjon Isten jó estét!’ ‘Fogadj Isten, kilenc betyár, szerencsét!’ ‘Pápainé, ne kivánjon szerencsét, még az éjjel nagy kés járja a szivét!’
Pápainé, God zij met u, vanavond, Heren, God geve u geluk, Mevrouw, wens ons geen geluk want vannacht nog wordt uw hart doorstoken.
‘Marcsa lányom, szaladj le a pincébe, hozzál föl bort az aranyos iccébe!” “Pápainé, nem köll nékünk a bora, még az éjjel piros vérét kiontja!’
Hup dochter, de kelder in, haal een kruik van onze beste wijn! Pápainé, we hoeven uw wijn niet, vannacht nog vloeit uw rode bloed.
Pápainé kiszaladt az udvarra, a két kezét a fejére kapcsolta. ‘Jaj, Istenem, bocsásd meg a bűnömet! Kilenc betyár veszi el életemet!’
Pápainé rende fluks naar buiten, met haar handen aan het hoofd, Oh Jeetje, mijn God, vergeef mij mijn zonden, negen bandieten benemen mij het leven.
Megkészült már a hetényi nagy ucca, Pápainét most viszik végig rajta; fekete a temetőnek kapúja, Pápainé, nem jöhetsz vissza soha.
De lange tocht is nu ten einde. voor Pápainé zit het er nu op, zwart is de poort van het kerkhof, Pápainé, een weg terug is er niet!
52
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
Nonsense Madrigals I. Two Dreams and a Little Bat The Dream of a Girl who Lived at Seven-Oaks Tekst: William Brighty Rands (1823 -Â 1882) Seven sweet singing birds up in a tree; Seven swift sailing ships white upon the sea; Seven bright weather-cocks shining in the sun; Seven slim race-horses ready for a run; Seven gold butterflies, flitting overhead; Seven red roses blowing in a garden bed; Seven white lilies, with honey bees inside them; Seven round rainbows with clouds to divide them; Seven pretty little girls with sugar on their lips; Seven witty little boys, whom everybody tips; Seven nice fathers, to call little maids joys; Seven nice mothers, to kiss the little boys; Seven nights running I dreamt it all plain; With bread and jam for supper I could dream it all again!
The Dream of a Boy who Lived at NineElms Tekst: William Brighty Rands Nine grenadiers, with bayonets in their guns; Nine bakers’ baskets, with hot cross buns; Nine brown elephants standing in a row; Nine new velocipedes, good ones to go; Nine knickerbocker suits, with buttons all complete; Nine pairs of skates with straps for the feet; Nine clever conjurors eating hot coals; Nine sturdy mountaineers leaping on their poles; Nine little drummer-boys beating on their drums; Nine fat aldermen sitting on their thumbs; Nine new knockers to our front door; Nine new neighbours that I never saw before; Nine times running I dreamt it all plain; With bread and cheese for supper I could dream it all again!
53
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
Cantus firmus: Twinkle, Twinkle, Little Bat Tekst: Charles Lutwidge Dodgson (1832 1898), alias Lewis Carroll uit: Alice’s Adventures in Wonderland
Twinkle, twinkle, little bat! How I wonder what you’re at! Up above the world you fly, Like a tea-tray in the sky. II. Cuckoo in the Pear-Tree Tekst: William Brighty Rands
The cuckoo sat in the old pear-tree, raining or snowing naught cared he, The cuckoo flew over a housetop high. ‘Dear, are you at home, for here am I?’ ‘I dare not open the door to you, perhaps you are not the right cuckoo?’ ‘I am the right cuckoo, the proper one, for I am my father’s only son.’ ‘If you are your father’s only son’ ‘The bobbin pul tightly!’ ‘Come through the door lightly!’ ‘It must be you, the only cuckoo!’ ‘It must be you, my own cuckoo!’ III. The Alphabet A B C D ...
54
IV. Flying Robert Tekst: Anoniem naar een tekst van Heinrich Hoffmann (1809 - 1894) uit: Der Struwwelpeter: oder lustige Geschichten und drollige Bilder für Kinder von 3-6 Jahren
When the rain comes tumbling down In the country or the town, All good little girls and boys Stay at home and mind their toys. Robert thought; ‘No, when it pours, It’s better out of doors.’ Rain it did, And in a minute Bob was in it; Here you see him, silly fellow, Underneath his red umbrella! What a wind! Oh! How it whistles Through the trees and flowers and thistles! Oh! It has caught his red umbrella! Now look at him, silly fellow, Up he flies to the skies! No one heard his screams and cries! Through the clouds the rude wind bore him, And his hat flew on before him; Soon they got to such a height. And the hat went up so high, That it really touch’d the sky. No one ever yet could tell Where they stopp’d or where they fell. Only this one thing is plain, Bob was never seen again...
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
V. The Lobster Quadrille
VI. A Long, Sad Tale
Tekst: Charles Lutwidge Dodgson, alias Lewis Carroll uit: Alice’s Adventures in Wonderland
Tekst: Charles Lutwidge Dodgson, alias Lewis Carroll uit: Alice’s Adventures in Wonderland
‘Will you walk a little faster?’ said a whiting to a snail. ‘There’s a porpoise close behind us, and he’s treading on my tail. See how eagerly the lobsters and the turtles all advance! They are waiting on the shingle -- will you come and join the dance? Will you, won’t you, will you, won’t you, will you join the dance?’
‘Off with her head!’ Head, heal, teal, tell, tall, tail...
‘You can really have no notion how delightful it will be When they take us up and throw us, with the lobsters, out to sea!’ But the snail replied: ‘Too far, too far!” and gave a look askance -Said he thanked the whiting kindly, but he would not join the dance. Would not, could not, would not, could not, would not join the dance. ‘What matters it how far we go?’ his scaly friend replied. ‘There is another shore, you know, upon the other side. The farther off from England the nearer is to France -Then turn not pale, beloved snail, but come and join the dance. Will you, won’t you, will you, won’t you, will you join the dance?’
‘Mine is a long and a sad tale!’ ‘It is a long tail, certainly, but why do you call it sad?’ Turn witch into fairy. Witch, winch, wench, tench, tenth, tents, tints, tilts, tills, fills, falls, fails, fairs, fairy! Fury said to a mouse, That he met in the house, ‘Let us both go to law: I will prosecute you. -- Come, I’ll take no denial; We must have a trial: For really this morning I’ve nothing to do.’ Furies, buries, buried, burked, barked, barred, barrel... Said the mouse to the cur, ‘Such a trial, dear Sir, With no jury or judge, would be wasting our breath.’ ‘I’ll be judge, I’ll be jury’, Said cunning old Fury: ‘I’ll try the whole cause, and condemn you to death.’ Quilt, guilt, guile, guide, glide, slide, slice, spice, spine, spins, shins, shies, shier, sheer, sheet... 55
Liedteksten za 7 apr 20.15 uur
Mysteries of the Macabre Tekst: Michael Meschke en György Ligeti, Engelse versie Geoffrey Skelton
Psst! Pspsst! Pspspsst! Shsht! Co! Coco! Cocococo! Cococo! Cocoding zero! O! Cocoding Zero zero: highest security grade! Zero, Zero! Birds on the wing! Doubleyousee! Snakes in the grass! Rabble, rabble, rabble! Riot, riot! Unlawful assemblies! Communal insurrection! Mutinous masses! Turbulence! Panic! Panic! Pa-a-pa-a-papa-panic! Groundless! Groundless! Phobia! Wide of the mark! Right of the track! Hypopo Hypo-o-po-o-popopo-pota Hypopochondria! What did you say? Rrsh! March! Marcht! Marchtarget! Direction! -rection! Direction! Prince! Your Palace! Marsch target royal palace! Palace! Password: Gogogogolash, Gogolash! Demonstrations, ha! Protestactions, ha! Provocations, ha! Pst! Pst! Much discretion! 56
Close observation! Take precautions! That’s all! Pst! Pst! Not a squeak! Confidential! One more thing: Bear in mind: Silence is golden! ‘What is it now?’ Secret cypher! Codename: Loch Ness Monster! Comet in sight! Red glow! Burns bright! Pst! Sit tight! No fright! Yes! No! No! Yes! No! No! Yes! Yes! No! Beyond all doubt! Satelite! Asteroid! Planetoid! Polaroid! Coming fast! Hostile! Perfidious! Menacing! Momentous! Fatal! Stern measures! Stern measures! Stern measures? Stern measures! Kukuridu! Kikeriki! He’s coming! Coming! Coming! Coming! Coming! Kekerikeke! Kokorikoko! Kukurikuku! Kakarikakaka! Makarikaka! Makabrikaka! Makabrika! Kabrikama! Brikamaka! Kamakabri! Makabri! Makrabri! Makrabey! Makrabey! Makrabey!... Coming! Coming! Look there! There! There! He’s getting in! He’s getting in! He’s getting in! He’s in! Where’s the guard? Where’s the guard! The guard! The guard! The guard! Call the guard! Call the gua’! Call ‘e gua’!... Call guarda! Da!... Ada!... Da!!... Da!!! Da Da Da Da - Psst - Da.
GyĂśrgy Ligeti - Le Grand Macabre (foto: Matthias Jung) Aalto-Theater, Essen (Duitsland), regie Mariame ClĂŠment (februari 2015)
57
Programma
Festival Za 7 apr 2018 Grote Zaal 23.00 - 24.00 uur ca. 60 minuten zonder pauze
Pierre-Laurent Aimard + Tamara Stefanovich +Â Daniel Ciampolini Ligeti: Music is play Pierre-Laurent Aimard piano Tamara Stefanovich piano Daniel Ciampolini slagwerk
58
Programma za 7 apr 23.00 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Monument. Selbstportrait. Bewegung (1976) Three pieces for two pianos 1 Monument 2 Selbstportrait mit Reich und Riley (und Chopin ist auch dabei) 3 In zart fließender Bewegung Steve Reich (1936) Clapping Music (1972) György Ligeti Etude nr. 8 ‘Fem’ (1989) bewerkt voor piano en percussie Conlon Nancarrow (1912 - 1997) Study No. 9 en No. 4 (1948/1960) arr. voor 2 piano’s van Florent Boffard en Pierre-Laurent Aimard György Ligeti Poème symphonique (1962) gearrangeerd voor een aantal handen Improvisatie rond Etude nr. 4 (1985) voor piano en percussie
59
Toelichting Za 7 apr 23.00 uur
In 1948 recenseerde Ligeti een pianomethode geschreven door zijn compositiedocent Sándor Veress. Veress nodigde leerlingen uit om zelf aan de slag te gaan met de melodieën in het boek, er spelletjes mee te spelen. Ligeti lichtte dat aspect speciaal uit met de woorden: ‘Wij spelen met de muziek, en de muziek speelt met ons.’ Dat is precies wat Pierre-Laurent Aimard, Tamara Stefanovich en Daniel Ciampolini in dit concert doen. Ze brengen arrangementen van drie werken van Ligeti, en een werk van hem voor twee piano’s en vullen die aan met stukken van componisten met wie Ligeti zich verwant voelde. Op het programma staan drie werken van Ligeti. Het concert begint met Ligeti’s Three Pieces for Two Pianos uit 1976. De volledige titel van het tweede deel Selbstportrait mit Reich und Reilly (und Chopin ist auch dabei) duidt op een verwantschap die Ligeti voelde met deze twee pioniers van de minimal music. Hij zag deze collectie van drie werken als een volgende stap na Continuum, een stuk voor klavecimbel dat door de hoge snelheid van de gespeelde noten een moiré-effect oproept, vergelijkbaar met de overlappende ritmische patronen in Poème symphonique. Jaren later beschouwde hij Three Pieces for Two Pianos als een stap op weg naar zijn Études pour piano. Het eerste deel Monument is een verklanking van een monumentaal gebouw met indrukwekkende zuilen, waartussen vormen van afnemende grootte in zes lagen zichtbaar worden. Terwijl dit 60
deel massief klinkt, is het afsluitende In zart fließender Bewegung daar in zekere zin een vloeibare variant van, aldus Ligeti. Zijn Poème symphonique is oorspronkelijk voor honderd metronomen. Zes handen lijken niet toereikend om het effect van honderd in verschillende snelheden tikkende metronomen te benaderen. Mogelijk betrekken ze daar ook het publiek in. Met Daniel Ciampolini brengt Pierre-Laurent Aimard versies van Études nr. 4 en 8 bewerkt voor piano en slagwerk: een improvisatie en een arrangement. Steve Reich laat in Clapping Music de ene speler een vast patroon klappen. De tweede speler loopt aanvankelijk synchroon, maar schuift na iedere cyclus van twaalf maten een achtste tel op. Ze lopen steeds verder uit de pas tot ze na 144 maten weer bij elkaar komen. Het is ritmische gelaagdheid in een gereduceerde vorm, maar ook een klapspelletje zoals kinderen dat op straat zouden kunnen spelen. In de jaren tachtig ontdekte Ligeti de muziek van Conlon Nancarrow, de Amerikaanse componist die het grootste deel van zijn oeuvre schreef voor pianola (zo’n vijftig genummerde Studies).
Toelichting za 7 apr 23.00 uur
Hij maakte optimaal gebruik van de mogelijkheden die het mechaniek van de instrumenten hem bood in muziek waarin hij jazz, polymetriek, canons en polyfonie samenbracht. Snelheden, tempowisselingen, kruisende melodieĂŤn en ritmes vormen uitzinnige patronen waarvan altijd aangenomen werd dat die niet door mensen te spelen zou zijn. Die veronderstelling willen Pierre-Laurent Aimard en Tamara Stefanovich met Study No. 9 en Study No. 4 ten overstaan van het publiek ontkrachten.
61
Programma
Festival Zo 8 apr 2018 Kleine Zaal 11.00 - 12.00 uur ca. 60 minuten zonder pauze
Ere Lievonen Ligeti en Nancarrow op het Fokker-orgel Ere Lievonen Fokker-orgel
62
Programma zo 8 apr 11.00 uur
György Ligeti (1923 - 2006) Passacaglia ungherese (1978) Kevin Volans (1949) Walking Song (1986) György Ligeti Continuum (1968) Hans Otte (1926 - 2007) Nachklang für Olivier Messiaen (1992/1997) Conlon Nancarrow (1912 - 1997) Study No. 21 (Canon X) (1948/1960) Mauricio Kagel (1931 - 2008) Orgelstukken uit: Rrrrrrr... (1982) ·· Raga ·· Ragtime-Waltz ·· Rondeña ·· Ripieno ·· Rosalie ·· Rossignols enrhumés György Ligeti Hungarian Rock (Chaconne) (1978)
63
Toelichting Zo 8 apr 11.00 uur
Organist Ere Lievonen presenteert in dit programma muziek van Ligeti en geestverwanten, die hij bewerkt heeft voor het 31-toons Fokker-orgel dat in het Muziekgebouw staat. Lievonen heeft voor stukken gekozen die goed om te zetten zijn naar het specifieke stemmingssysteem van dit orgel, zonder de muziek geweld aan te doen: ‘Vaak is dat niet makkelijk, maar anderzijds bieden de muziekstukken soms de mogelijkheid om microtonen toe te voegen. Zo’n kans laat ik niet aan me voorbij gaan.’ Helaas zijn de composities die Ligeti voor orgel geschreven heeft niet geschikt om op dit instrument uitgevoerd te worden. In plaats daarvan heeft Lievonen ervoor gekozen om drie van diens stukken voor klavecimbel te spelen: Passacaglia ungherese, Hungarian Rock en Continuum. György Ligeti Passacaglia ungherese en Hungarian Rock waren de eerste stukken die Ligeti schreef na Le Grand Macabre. Pas vier jaar later kwam hij met een nieuw werk, het Hoorntrio, waarmee hij zichzelf als het ware opnieuw uitvond. Zelf deed hij deze twee composities af als pastiches. Ze waren een ironisch commentaar op studenten van hem in Hamburg die liever naar toegankelijke popmuziek luisterden dan naar meer complexe werken van klassieke en moderne componisten. Hoewel ze lijken te verwijzen naar Ligeti’s Hongaarse wortels, is daar weinig van terug te horen in de muziek. Hungarian Rock is zelfs gebouwd op een oneven ritme, dat je eerder associeert met Balkantradities dan met Hongaarse volksmuziek. Passacaglia ungherese is oorspronkelijk geschreven voor een 64
klavecimbel in middentoonsstemming. Omdat het 31-toonssysteem van het Fokker-orgel praktisch identiek is aan die stemming, kan dit stuk op dit instrument gespeeld worden zonder een noot te veranderen, en klinkt het zoals Ligeti het oorspronkelijk bedoeld had. Kevin Volans Geboren in Zuid-Afrika is Kevin Volans gefascineerd door Afrikaanse gelaagde ritmes, net als Ligeti sinds etnomusicoloog Simha Arom hem er in de jaren tachtig mee in aanraking bracht. Bij Volans leidde dat tot muziek die raakvlakken heeft met minimal music. Hij schreef Walking Song voor een ensemble van fluit, klavecimbel en handgeklap, en bewerkte het later voor orgel. Mauricio Kagel Mauricio Kagel en Ligeti kenden elkaar goed sinds 1957, toen de Argentijn zich in Duitsland vestigde. Kagel is vooral bekend geworden om zijn muziektheatrale werk, vanwege zijn onbedwingbare neiging vele stijlen in zijn muziek te doen versmelten en vanwege zijn absurdistische humor – ook karakteristiek voor Ligeti zelf. Kagels
Toelichting zo 8 apr 11.00 uur
Rrrrrrr..., een ‘radiofantasie’ bestaat uit 41 korte stukken. Alle stukken hebben titels die aan muziek ontleend zijn, en beginnen met een ‘r’: Rondeña is een Spaanse dans; Rosalie slaat op een eenvoudig deuntje dat eindeloos herhaald wordt, op verschillende toonhoogten; Rossignols enrhumés zijn verkouden nachtegalen. Hans Otte In 1962 ging Ligeti’s bekendste orgelwerk Volumina in première, samen met een nieuw stuk van Kagel, tijdens een concert dat georganiseerd was door componist Hans Otte, die zich beijverde voor nieuwe muziek. Ottes latere werken, waaronder Nachklang, zijn vaak meditatief van karakter en zoeken naar verstilde klankkleuren. Conlon Nancarrow De Studies voor pianola van Conlon Nancarrow zitten vol baanbrekende ritmische vernieuwingen, en hebben Ligeti sterk beïnvloed. In Study No. 21 (Canon X) begint één partij langzaam en versnelt zich, terwijl de andere partij juist snel begint en zich vertraagt – in het midden van het stuk kruisen de twee tempo’s elkaar.
65
Programma
Festival Zo 8 apr 2018 Atriumzaal 13.00 - 14.30 uur en 15.00 – 16.30 uur
Workshop SoundLAB ‘in Space’ In deze SoundLAB Special nemen we Ligeti’s Lux Aeterna, de filmmuziek uit 2001: A Space Odyssey, als uitgangspunt. Met de film en muziek als inspiratiebron maken we samen met alle deelnemers onze eigen ruimte soundtrack. We gaan dieper in op muzikale kenmerken die ook in Ligeti’s composities thuis horen, zoals het stapelen van ritmes en dichtheid van muziek. We gebruiken hierbij de collectie van onze experimentele en onverwachte instrumenten uit het SoundLAB. De workshop om 13.00 uur is voor kinderen vanaf 7 én volwassen. De workshop om 15.00 uur is speciaal voor volwassenen.
66
ca. 90 minuten zonder pauze
67
Still uit de film 2001: A Space Odyssey, Stanley Kubrik (1968)
Programma
Festival Zo 8 apr 2018 Grote Zaal 15.00 - 16.00 uur ca. 60 minuten zonder pauze
Grasland (8+)
Voorafgaand
Nieuw Amsterdams Kinderkoor, onderdeel van Nieuw Vocaal Amsterdam Instudering: Caro Kindt
Inzingworkshop Entreehal 14.15 - 14.45 uur
Usine à Neige: Tjyying Liu acteur, klarinet Jeroen Malaise piano Letizia Renzini regie, video Mikel van Gelderen decor, tekeningen Lotte Stek kostuums Peter Quasters lichtontwerp
Hoe is het om in een koor te zingen zoals de kinderen van Grasland doen? Om dit te ervaren én muziek uit de voorstelling al een beetje te leren kennen is er een inzingworkshop met het Nieuw Amsterdams Kinderkoor. De workshop wordt gegeven door Lisa Voet, docent van het koor.
Gyorgy Ligeti (1923 - 2006) Musica Ricercata nrs. II, VI, VII en VIII (1951/1953) Étude pour piano nr. 5 Arc-en-ciel (1985) Étude pour piano nr. 13 L›escalier du diable (1993) Étude pour piano nr. 15 White on White (1995) uit Idegen földön (1945/1946) ·· Siralmas nékem uit Síppal, dobbal, nádihegedüvel (2000) ·· Keserédes uit Mátraszentimrei dalok (1955) ·· Három hordó ·· Gomb, gomb, gomb, gomb
68
Toelichting Zo 8 apr 15.00 uur
Een koor van 39 zangers van Nieuw Amsterdams Kinderkoor speelt de hoofdrol in Grasland. Deze spannende maar ook toegankelijke voorstelling is een ode aan de muzikale verbeeldingskracht van de Hongaarse componist György Ligeti. Zijn speelse en rebelse geest wordt verbeeld door een mysterieuze haas, die de kinderen en het publiek voortdurend voor de gek houdt. Grasland vertelt een spannend, poëtisch sprookje zonder gesproken tekst. Grasland is een voorstelling van de Italiaanse regisseuse Letizia Renzini en de Nederlandse theatermaker Tjyying Liu. De kinderen zingen Hongaarse liedjes, een kunstenaar schildert vreemde landschappen, er zijn geometrische video’s en uiteraard klinkt er muziek van Ligeti: elektronisch én live op het podium, uitgevoerd door een pianist. Uiteraard wordt er ook gelachen. De titel is een vertaling van Ligeti’s naam, die zoiets als ‘van het grasland’ betekent, al mag je gerust ook ‘van der Weiden’ zeggen. De haas is een knipoog naar Alice in Wonderland - door Ligeti zeer bewonderd.
69
Doorlopend programma Filmprogramma Kleine Zaal
In een festival rond György Ligeti mogen films niet ontbreken. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het baanbrekende 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick, waarin zijn muziek suggestief en spanningsverhogend werkt. Het betekende de introductie van Ligeti’s werk bij een miljoenenpubliek. Zonder dat hij het wist, overigens. Kubrick had hem niet op toestemming gevraagd. Ook in zijn laatste film Eyes Wide Shut, met Nicole Kidman en Tom Cruise, gebruikte de regisseur weer muziek van Ligeti. Ditmaal met diens medeweten, én instemming. Maar minstens zo bijzonder zijn films waar Ligeti zelf in te zien is. Een volstrekt unicum is de registratie van de wereldpremière van Poème symphonique in het stadhuis van Hilversum in 1963, gemaakt door de Nederlandse televisie, maar nooit uitgezonden. Verondersteld werd dat het gemonteerde programma verloren gegaan was, zoals zoveel opnamen uit die tijd. Onlangs werd het teruggevonden. De vertoning tijdens het Ligeti Festival is dus een wereldpremière van een wereldpremière. Het is een zorgvuldig gemonteerd programma. Tijdens de uitvoering van het stuk voor 100 metronomen komen de reacties van het publiek in beeld, die variëren van aandachtig luisteren tot bevreemding, en hier en daar een misprijzend gezicht. Uitzonderlijk is ook de vertoning van de twaalfde en laatste lezing in de serie Musik im technischen Zeitalter die Ligeti op 23 februari 1963 verzorgde in het Congrescentrum in het toenmalige 70
West-Berlijn. Deze lezingen, gehouden door componisten die met nieuwe technologieën werkten, werden live op televisie uitgezonden door Sender Freies Berlin. Ligeti had toen net zijn baanbrekende orkestwerken Apparitions en Atmosphères geschreven, de eerste werken waarin hij micropolyfonie toepaste. Verder spreekt hij over elektronische muziekstukken die hij eind jaren vijftig realiseerde, en de overeenkomsten in vorm met zijn composities voor akoestische instrumenten, zoals genoemde werken en zijn indrukwekkende orgelwerk Volumina. Luisteraars meenden indertijd elektronische klanken te horen in die akoestische werken. Deze documentaire wordt voor het eerst in Nederland vertoond. In de Duitse documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind wordt Ligeti gevolgd tijdens repetities in 1996 voor een uitvoering van zijn Pianoconcert door Ensemble intercontemporain onder leiding van Pierre Boulez. Voorbereidingen, aanwijzingen die Ligeti aan leden van het ensemble geeft tijdens de repetities, filosofieën over verbanden tussen componeren enerzijds en een breed en gevarieerd spectrum aan invloeden anderzijds, informele
Doorlopend programma
gesprekken met Boulez en pianist PierreLaurent Aimard over het leven en over Parijs, worden afgewisseld met de delen van het stuk. De documentaire geeft een mooi inkijkje in leven en denken van Ligeti op latere leeftijd. Van eigen bodem is het laatste deel van de serie Toonmeesters van Cherry Duyns en Reinbert de Leeuw, door de VPRO uitgezonden op 21 september 1997. De opnamen werden gemaakt tijdens een week in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, die gewijd was aan de muziek van Ligeti. Ook hier is Ligeti aanwezig bij repetities voor een werk, in dit geval zijn Vioolconcert. Reinbert de Leeuw vraagt hem uit over zijn muziek, zijn denken, en zijn plaats in de wereld van de hedendaagse muziek.
Gyรถrgy Ligeti en violist Sascha Gawriloff tijdens een repetitie van het Vioolconcert in 1996. Still uit de documentaire Toonmeesters.
71
Doorlopend programma
Filmprogramma Kleine Zaal
·· Documentaire Toonmeesters (VPRO, Cherry Duyns, 1996) (Engels en Nederlands gesproken, Nederlandse ondertiteling) 63’ ·· Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind (Uli Aumüller/Hanne Kaisik, 1996) over het pianoconcert van Ligeti (Duits gesproken) 59’ ·· Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter (Sender Freies Berlin, 1963) (Duits gesproken met Engelse ondertiteling)* 75’ ·· TV-registratie wereldpremière Poème symphonique (NTS televisie, 1963) (Duits gesproken) 25’
donderdag 5 april 16.00 - 23.00 uur 16.00 - 16.10 16.10 - 17.25 17.25 - 17.50 18.00 - 19.03 19.05 - 20.05 20.05 - 20.30 20.30 - 21.45 21.45 - 22.45
Inleiding Michel Khalifa Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Documentaire Toonmeesters Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters
vrijdag 6 april 13.00 - 23.00 uur 13.00 - 14.15 14.15 - 15.18 15.20 - 16.20 16.20 - 16.45 16.50 - 18.05 18.05 - 19.08 19.10 - 19.35 19.35 - 20.35 20.35 - 21.50 21.50 - 22.53 72
Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters
Doorlopend programma
* Met dank aan Katrin Rabus, Louise Duchesneau en Bianca T,iplea Temeș, voor het aanleveren van deze film en de Engelse ondertiteling. Louise Duchesneau was ruim 20 jaar Ligeti’s assistent. Katrin Rabus organiseert o.m. The Look of Sound, een forum over muziek in films. Bianca Temeș is o.m. directeur van festival A Tribute to György Ligeti in his Native Transylvania.
zaterdag 7 april 13.00 - 24.00 uur 13.00 - 14.15 14.15 - 15.18 15.20 - 16.20 16.20 - 16.45 16.50 - 18.05 18.05 - 19.08 19.10 - 19.35 19.35 - 20.35 20.35 - 21.50 21.50 - 22.53 22.55 - 23.55
Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind
zondag 8 april 13.00 - 17.00 uur 13.00 - 14.15 14.15 - 15.18 15.20 - 16.20 16.20 - 16.45
Muziekcollege Musik im technischen Zeitalter Documentaire Toonmeesters Documentaire Wenn die Zahnräder Menschen sind TV-registratie wereldpremière van Poème symphonique
73
Doorlopend programma VR experience ‘Scores of Chaos’ Immerse yourself in Ligeti’s world Daniel ‘Kip’ Doornink executive producer Julius Horsthuis fractal artist Sander Sneek creative coder Ruud op den Kelder creative coder Vesna Petresin advisor Whoozy Music voice-over audio Met muziek van György Ligeti door Pierre-Laurent Aimard en Cappella Amsterdam
74
Atrium donderdag 5 april 15.00 – 23.00 uur vrijdag 6 april 13.00 – 23.00 uur zaterdag 7 april 13.00 – 24.00 uur zondag 8 april 10.00 – 17.00 uur
Doorlopend programma
Laat je meevoeren in de fascinerende wereld van Ligeti in een splinternieuwe virtual reality omgeving, ontwikkeld door XR Base in opdracht van het Muziekgebouw. Onstuitbare nieuwsgierigheid en een ongebreidelde fantasie typeerden de componist Ligeti. Hij haalde zijn inspiratie uit onder andere verhalen, wetenschap en wiskunde. Bijzondere fascinatie had hij voor fractals, een wiskundige formule waarin een heel universum besloten ligt. Samen met ontwikkelaar XR Base presenteert het Muziekgebouw een virtual reality experience met Ligeti’s muziek en fractals als inspiratie. Vijf minuten lang kun je je met een VR bril op helemaal onderdompelen in de fascinerende werelden die Ligeti voor zich zag.
Credits: György Ligeti Étude No. 13: L’escalier du diable Pierre-Laurent Aimard, piano Sony SK 62308 György Ligeti Lux Aeterna Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss Harmonia Mundi – HMC 901985 György Ligeti Artikulation for tape Teldec Classics - 857388262-2 Supported by XMG Sensiks
75
Doorlopend programma Expositie Ligeti in schetsen Tijdens het Ligeti Festival is dagelijks op Foyerdeck 3 een mini-expositie te bezoeken met reproducties van compositieschetsen van Ligeti, afkomstig uit het György Ligeti archief van de Paul Sacher Stiftung in Basel. De compositieschetsen laten de wording zien van enkele composities van Ligeti die ook in het concertprogramma van het festival te horen zijn. Vroege schetsen en schoonschriften van de partituur in het handschrift van de componist zelf. Ook zijn aantekeningen van Ligeti te zien, waarop zichtbaar is hoe hij zijn gedachten ordende tijdens het componeren; in woorden, en soms ook in beelden. Bij elkaar geven deze schetsen een fascinerende inkijk in Ligeti’s manier van denken en werken. Het Muziekgebouw dankt Dr. Heidy Zimmermann, curator van de Ligeti-collectie van de Paul Sacher Stiftung, voor haar hulp bij het samenstellen van deze expositie. De stichting werd in 1973 opgericht, aanvankelijk met het doel om de muziekbibliotheek van dirigent Paul Sacher te bewaren. Al snel werd de collectie systematisch uitgebreid. Tegenwoordig is de stichting een internationaal onderzoekscentrum voor muziek uit de twintigste en eenentwintigste eeuw, met in de collectie de nalatenschap van ruim honderd componisten en uitvoerenden.
76
Foyerdeck 3 donderdag 5 april 15.00 – 23.00 uur vrijdag 6 april 13.00 – 23.00 uur zaterdag 7 april 13.00 – 24.00 uur zondag 8 april 10.00 – 17.00 uur
Deze tentoonstelling is tot stand gekomen met hulp van de Paul Sacher Stiftung Basel www.paul-sacher-stiftung.ch
Doorlopend programma
De volgende reproducties zijn te zien: Pianoconcert (1980-1988) vroege schetsen en aantekeningen (jaren 80) Kammerkonzert (1969-1970) proef met correcties van maat 13-22 van deel 3 ‘Movimento preciso e meccanico’ (1969-1970) Nonsense Madrigals op gedichten van Sándor Weöres (1988-1993) schets (tabel) Strijkkwartet nr. 2 (1968) Vier pagina’s met toevoegingen aan het schoonschrift (1968) Concert voor viool en piano (1990-1992) pagina uit compositieschets van de eerste versie en samenvattende aantekeningen van de eerste en tweede versie (1990-1992) Piano-etude nr. 8 ‘Fém’ (1989) schets en schoonschrift met aantekeningen (1989) Musica Ricercata (1951-1953) autograaf partituur delen VII, IX en X (1951-53) Lux Aeterna (1966) partituurschets (1966) Uit Bagatellen voor blaaskwintet deel III ‘Allegro grazioso’ compositieschets maat 1-24 Uit Síppal, dobbal, nádihegedüval deel II ‘Táncdal’ (2000) pagina uit compositieschets (2000)
77
1923
Geboren op 28 mei in Dicsőszentmárton (nu Târnveni), Transylvanië (Roemenië). Zijn familie is Joods. Vlak na zijn geboorte verhuist hij naar Klausenburg (Kolozsvár).
Haalt zijn middelbare schooldiploma en gaat compositie studeren bij Ferenc Farkas op het conservatorium van Klausenburg. Volgt zomercursussen bij Pál Kadosa in Boedapest.
1941-1943
Opgeroepen voor de Arbeitseinsatz, werkt als dwangarbeider in Duitsland.
1944-1945
Pakt zijn studie weer op in Boedapest. Krijgt daar les van Ferenc Farkas, Sándor Veress en Pál Járdányí. Studeert af.
1945-1949
Eerste liederen op teksten Sándor Weöres. Begin vriendschap met deze Hongaarse dichter.
1947
Trouwt met Brigitte Löw. Het huwelijk duurt tot 1952.
1949
78
1950
Wordt leraar harmonie en contrapunt aan het conservatorium in Boedapest.
Ligeti op de arm bij zijn moeder (Paul Sacher Stiftung, Basel)
Levenslijn György Ligeti
Három Weöres-dal (Three Weöres Songs) voor sopraan en piano
Levenslijn György Ligeti
Onder het totalitaire communistische regime van Mátyás Rákosi (1949-1956) is het niet toegestaan om avontuurlijk te schrijven en veel werken verdwijnen in een bureaula.
1951-1953
Trouwt met Vera Spitz, psycholoog. Ze scheiden na 2 jaar. Blijven vrienden.
1952 1953 1953-1954 1955
Pápainé Strijkkwartet nr. 1 ‘Métamorphoses nocturnes’ Éjszaka - Reggel (Nacht - Ochtend) voor koor
1956
In november 1956 beëindigen troepen van het Warschau Pact de Hongaarse opstand. Een maand later vlucht Ligeti naar Wenen, Oostenrijk, samen met Vera Spitz. Fascinatie voor Anton Webern.
Six bagatelles voor blaaskwintet)
Trouwt voor de tweede keer met Vera. 1957
Ligeti met zijn echtgenote Vera bij een concert van Wien Modern (2003)
Na de dood van Stalin wordt het totalitaire systeem iets losser, al voelt Ligeti zich nog steeds beperkt.
Musica ricercata voor piano
79
Levenslijn György Ligeti
Tweede Pièce électronique
Volumina voor orgel
Poème symphonique voor 100 metronomen Nouvelle Aventures voor 3 zangers en 7 instrumentalisten 1962
Ligeti tijdens wereldpremière Poème symphonique (Hilversum, 1963, still tvbeeld NOS)
Compositiecursus in Bilthoven voor Gaudeamus, herhaald in 1963.
80
Apparitions voor orkest
Atmosphères voor groot orkest 1961
Begin jaarlijkse cursussen aan het conservatorium van Stockholm (tot 1971). Compositiecursus in Madrid. Ligeti zal talrijke vergelijkbare cursussen in Europa en de VS geven.
Eerste Pièce électronique
1960
Eerste uitvoering van Apparitions in Keulen betekent internationale doorbraak.
1958
Geeft les in Darmstadt.
1957-1958
Vindt freelance werk in de studio voor elektronische muziek van de WestDuitse radio in Keulen. Werkt met zijn mentor Gottfried Michael aan drie elektronische composities.
Levenslijn GyĂśrgy Ligeti
Requiem
1963
Ligeti tijdens een voordracht in de Kongresshalle in Berlijn (1963) (Paul Sacher Stiftung, Basel)
Eerste van regelmatig terugkerende compositiecursussen aan de Folkwangschule in Essen
Eerste prijs voor Apparitions in compositie-wedstrijd van de International Society for Contemporary Music (ISCM) in Rome. Lid van de Swedish Academy for Music in Stockholm.
1964
Geboorte enige zoon, Lukas. Ontvangt onderscheiding van de Koussevitzky Foundation in Washington.
1965 Lux Aeterna voor gemengd koor 1966
Eerste prijs voor Requiem in de compositiewedstrijd van de ISCM in Rome.
Concert voor cello en orkest Scènische versie van Aventures en Nouvelles Aventures
81
Levenslijn György Ligeti
Strijkkwartet nr. 2 1968
Lid van de Kunstakademie in Berlijn. Cineast Stanley Kubrick gebruikt in 2001, A Space Odyssey ongevraagd delen uit vier werken van Ligeti, waaronder Apparitions en het Kyrie uit diens Requiem.
Lontano voor groot orkest 1967
Oostenrijks burgerschap. Beethovenprijs van de stad Bonn voor Requiem. Ontvangt Medal of Honour van de Universiteit van Helsinki, de eerste in een lange reeks onderscheidingen
Continuum voor klavecimbel Ramifications voor 12 solostrijkers
Woont in Berlijn en Wenen. Beurs voor de Deutsche akademischer Austauschdienst (DAAD). Eerste prijs in de internationale UNESCO wedstrijd voor Lontano.
1969-1970
Eerste lessen aan Claude Vivier in Darmstadt, een muzikale geestverwant die hij later omschrijft als ‘de belangrijkste en meest originele componist van zijn generatie’. Als hij Reinbert de Leeuw later attent maakt op Viviers muziek, wordt die een vurig pleitbezorger van de componist.
1970
82
1971
Lid van de Freie Akademie der Künste in Hamburg
10 Pieces voor blaaskwintet
Kammerkonzert
Melodien
Levenslijn György Ligeti
San Francisco Polyphony voor orkest
1974-1977
Le Grand Macabre (Car Horn Prelude, Mysteries of the Macabre)
1975
Ontvangt Bachprijs van de stad Hamburg.
Double Concerto voor fluit, hobo en orkest
1973
Is tot 1989 aangesteld als professor aan de Hochschule für Musik und darstellende Kunst in Hamburg. Woont in Hamburg en Wenen. Compositiecursus in Tanglewood.
1972
Composer in residence Stanford University Californië. Bezoek aan microtonale componist Harry Partch.
1978
Wereldpremière van Le Grand Macabre in Stockholm. Eerste uitvoering in Hamburg. Lid van de Bayerische Akademie der Schönen Künste in München.
1976
Ligeti tijdens een les in Darmstadt (1967) (Paul Sacherr Stiftung, Basel)
Monument - Self portrait - Movement (Three Pieces)
Hungarian Rock en Passacaglia ungherese voor klavecimbel
83
Conlon Nancarrow en György Ligeti tijdens een persconferentie in de Philharmonie van Keulen (1988). Foto: Gisela Gronemeyer
Levenslijn György Ligeti
Ontdekt de polymetrische, polyfone muziek voor pianola van Conlon Nancarrow. Begin van een diepe fascinatie voor diens muziek. 1980 Trio voor viool, hoorn en piano 1982
Hoort de opnamen van etnomusicoloog Simha Arom van polyfone en polymetrische hoketus-ensembles van de Banda Linda uit Centraal-Afrika. Bewerkstelligt uitnodiging Nancarrow voor deelname aan ISCM festival in Graz.
1983
84
1985
Ontvangt Prix Arthur Honegger – Chevillion Bonnaud in Parijs.
Magyar Etüdök voor gemengd koor
1984
Erelid van de American Academy and Institute of Arts and Letters. Ontvangt Prix Ravel in Parijs en Béla Bartók-Ditta Pásztory Prize in Boedapest. Erelid van de ISCM. Ontdekt fractals. Eerste ontmoeting en begin vriendschap met Simha Arom.
Drei Phantasien voor gemengd koor
Études pour piano, premier livre Concert voor piano en orkest
Levenslijn György Ligeti
Oostenrijkse onderscheiding Ehrenzeichen für Wissenschaft und Kunst, Ehrenring van de stad Wenen.
1987
Ontvangt als tweede componist de Grawemeyer Award, Louisville (Kentucky) met bijbehorend geldbedrag van $ 150.000.
1986 1988-1993
Eredoctoraat aan de universiteit van Hamburg. Commandeur in de Ordre National des Arts et Lettres in Parijs. Oeuvreprijs van de Fondation Prince Pierre de Monaco.
1988
Erelid van de Hochschule für Musik und darstellende Kunst van Graz.
1989 Concert voor viool en orkest, rev. 1992
1991
Erelid van de Royal Philharmonic Society in London.
Études pour piano, deuxième livre (tot 1994)
1990
Erelid van de Freie Akademie der Künste van Hamburg. Ontvangt Goethe Medal van het Goethe Instituut in München. Meerdere Oostenrijkse onderscheidingen: erelid van de Oostenrijkse componistenassociatie, Großer Österreichischer Staatspreis, lid van de Österreichischer Kunstsenat.
Nonsense Madrigals voor 6 vrouwenstemmen
Loop voor viool solo
85
Levenslijn György Ligeti
1995
Buitenlands erelid van de American Academy of Arts and Sciences.
1994
Lid van de Club van Boedapest.
1993
Ontvangt muziekprijzen van de Hongaarse Republiek en de stad Wenen. Ernst von Siemens Musikpreis (de ‘Nobelprijs voor de Muziek’). Is lid van de European Academy of Sciences and Arts.
1996
Wereldpremière van de nieuwe versie van Le Grand Macabre in Salzburg, in een enscenering van Peter Sellars waar Ligeti bijzonder ongelukkig over is. Erelid van de Academia Româna (Roemenië). Uitzending door de VPRO van de laatste aflevering in de televisieserie Toonmeesters van Reinbert de Leeuw en Cherry Duyns (in 2013 op dvd uitgebracht en in het filmprogramma in de Kleine Zaal te zien).
1997 1998
86
Études pour piano, troisième livre (tot 2001) Derde Pièce électronique
Eerste vier titels in de György Ligeti Edition uitgebracht. De opzet van deze serie om zijn complete oeuvre op cd uit te brengen wordt niet gerealiseerd. In 1999 verschijnt Le Grand Macabre als achtste en laatste deel.
Buitenlands lid van de Académie des Beaux Arts in Parijs.
Sonate voor altviool
Nieuwe versie Le Grand Macabre
Hamburgisches Konzert voor hoorn en kamerorkest
Levenslijn György Ligeti
2000 2003
Theodor W. Adorno-prijs van de stad Frankfurt; Medal of Arts and Sciences van Hamburg; Kossuth staatsprijs van Hongarije; Grand Prix du Président de la République de l’Académie Charles Cros
Canon, Etude nr. 18 uit Études pour piano, troisième livre. Laatst voltooide compositie. 2001
Ontvangt de Royal Philharmonic Society Music Award for Achievement voor Síppal, doppal, nádihegedűvel. Ontvangt Kyoto Prize van de Inamori Foundation. Eerste cd in The Ligeti Project, een serie van vijf albums waarop werken uitkomen die niet in de Edition opgenomen waren. Belangrijke rol in de opnamen voor Asko en Schönberg Ensemble en Reinbert de Leeuw.
Síppal, doppal, nádihegedűvel voor mezzosopraan en vier percussionisten.
Polar Music Prize van de Royal Swedish Academy of Music, Stockholm; ECHO Klassik oeuvreprijs
2004
Frankfurt Music Prize
2005
Sterft op 12 juni. Wordt begraven in Wenen (eregraf). 2006 87
Biografieën hoog in het vaandel. Asko|Schönberg biedt verschillende educatietrajecten voor talentvolle aankomende musici. Asko|Schönberg is ensemble in residence bij Muziekgebouw aan ’t IJ. www.askoschoenberg.nl.
Asko|Schönberg foto: Gerrit Schreurs
Asko|Schönberg is een toonaangevend ensemble voor repertoire uit de twintigste en eenentwintigste eeuw in zeer uiteenlopende vormen. Het ensemble biedt kansen aan jong talent door jaarlijks compositie-opdrachten te verlenen aan jonge makers. Door relaties en intensieve samenwerkingen met componisten zijn de musici gespecialiseerd in het uitvoeren van nieuwe muziek. Asko|Schönberg is vaste gast op de podia 88
van het Muziekgebouw, Het Concertgebouw, bij het Holland Festival, November Music en Gaudeamus Muziekweek, in co-producties met De Nationale Opera en Noord Nederlands Toneel. Het ensemble bespeelt ook de internationale podia, van de RuhrTriënnale tot zalen in Parijs, Londen, Jakarta en New York. Naast dirigent Reinbert de Leeuw werkt het ensemble met gastdirigenten als Etienne Siebens en Bas Wiegers. Talentontwikkeling staat
Jana Machalett fluit, piccolo, altfluit, blokfluit (5-4, 7-4) Marieke Franssen fluit, piccolo, blokfluit (5-4) Evert Weidner hobo, hobo d’amore, althobo (5-4, 7-4) Marieke Schut hobo, ocarina (5-4) David Kweksilber klarinet, esklarinet, basklarinet, ocarina (5-4, 7-4) Daniël Boeke klarinet, basklarinet, ocarina (5-4, 7-4) Margreet Bongers fagot, ocarina (5-4) Serguei Dovgaliouk hoorn (5-4, 7-4) Remko Edelaar fagot, contrafagot (7-4) Wouter Brouwer hoorn (5-4) Sander van Dijk hoorn (5-4) Arthur Kerklaan trompet (5-4) Ad Wellema trompet (7-4) Koen Kaptijn trombone (5-4) Toon van Ulsen trombone (7-4) Tjeerd Oostendorp tuba (5-4) Pauline Post piano, celesta (5-4, 7-4)
Biografieën
Dirk Luijmes klavecimbel, harmonium (7-4) Joey Marijs slagwerk (7-4) Niels Meliefste slagwerk (7-4) Martine Sikkenk mandoline (7-4) Marijke van Kooten viool (5-4, 7-4) Jan Erik van Regteren Altena viool (5-4, 7-4) Janneke van Prooijen viool (5-4) Isa Goldschmeding viool (5-4) Heleen Hulst viool scordatura (5-4) Liesbeth Steffens altviool, altviool scordatura (5-4) Bernadette Verhagen altviool (5-4, 7-4) Hannah Shaw altviool (5-4) Rares Mihailescu cello (5-4) Charles Watt cello 5-4, 7-4) Quirijn van Regteren Altena contrabas (5-4, 7-4)
Slagwerk Den Haag foto: Gerrit Schreurs
Slagwerk Den Haag (SDH) is al sinds de oprichting in 1977 gefascineerd door alles wat te maken heeft met geluid, puls en materialen als klankbron. SDH wil keer op keer verbazen en verrijken in elke denkbare setting; op het traditionele instrumentenarsenaal, maar ook op porselein, paardenkaken, glas of 3D-geprinte instrumenten. In een speurtocht naar het onontdekte werkt SDH samen met kunstenaars en makers van nu, zoals componisten Steve Reich, Michael Gordon en Yannis Kyriakides, pianist Ralph van Raat, dansgezelschap Club Guy & Roni en illustrator Wouter van Reek.
Toonaangevende partners, ook uit andere disciplines, zijn onder andere Orkater, Asko|Schönberg, Veenfabriek en Kytopia. Het speelveld is breed; van Bang on a Can in New York tot Muziekgebouw aan ‘t IJ, van het Holland Festival tot de sloppenwijken van Caïro en van klaslokaal tot het Oerol Festival op Terschelling. Behalve concerten, staan ook dansvoorstellingen, educatie, (familie) muziektheater, special events en talentontwikkeling op het programma. www.slagwerkdenhaag.nl Joey Marijs slagwerk Niels Meliefste slagwerk Frank Wienk slagwerk Pepe Garcia Rodriguez slagwerk
89
Biografieën
Reinbert de Leeuw foto: Leendert Jansen
Vanaf de oprichting in 1974 is Reinbert de Leeuw vaste dirigent van het Schönberg Ensemble, tegenwoordig Asko|Schönberg. Daarnaast dirigeert hij een groot aantal andere ensembles en symfonieorkesten in binnen- en buitenland, zoals het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en diverse producties bij De Nationale Opera en de Nationale Reisopera. Zijn hele leven is hij een fervent voorvechter van hedendaagse muziek. Hij was aan het Sydney Symphony Orchestra 90
verbonden als artistiek adviseur voor de series moderne en hedendaagse muziek. Ook was hij artistiek directeur van het Aldeburgh Festival en van het Tanglewood Festival voor hedendaagse muziek in de Verenigde Staten. Als pianist is De Leeuw vooral gewaardeerd om zijn uitvoeringen van Satie. Hij ontving diverse prijzen en onderscheidingen voor zijn baanbrekende werk en verschillende cd’s werden bekroond met Edisons. Voor zijn enorme oeuvre en buitengewone verdiensten voor de Nederlandse muziek ontving hij de Edison Oeuvreprijs Klassiek 2013.
zoals het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Philharmoniker, het Philharmonia Orchestra, het Gewandhausorchester en de New York Philharmonic. Solorecitals voeren hem naar London, New York, Chicago, Parijs en Tokyo.
Pierre-Laurent Aimard foto: Felix Broede
Pierre-Laurent Aimard werd in 1957 geboren in Lyon. Hij bezocht het conservatorium in zijn vaderstad en in Parijs waar hij studeerde bij Yvonne Loriod en Maria Curcio. Hij wordt gezien als een sleutelfiguur in de huidige muziekwereld en als uniek interpreet van repertoire uit elke stijlperiode. Aimard is te horen met grote orkesten en dirigenten,
Hij bracht inmiddels klassieke contemporaine werken in première, zoals (de pianopartij in) Répons van Pierre Boulez, Klavierstück XIV van Karlheinz Stockhausen en de Études nr. 11 en 13 van György Ligeti. Een van zijn belangrijkste cdopnamen is van Ligeti’s Piano-etudes, boek I en II. In 1977 was hij een van de
Biografieën
oprichters van Ensemble intercontemporain. Voor cd’s die hij opnam ontving hij diverse prijzen: Diapason d’Or en Choc du Monde de la Musique voor Kunst der Fuge, ECHO Klassik voor Hommage à Messiaen, Grammy Award en Preis der Deutschen Schallplattenkritik voor Ives’ Concord Sonata and Songs. Pierre-Laurent Aimard maakte ook ‘uitstapjes’ als dirigent.
Joseph Puglia foto: Martina Simkovicova
Joseph Puglia (1984), vaste violist bij Asko|Schönberg, studeerde aan The Juilliard School bij Robert en Nicholas Mann en aan het Koninklijk Conservatorium
in Den Haag bij Vera Beths, waar hij in 2008 met de hoogste onderscheiding afstudeerde. Sindsdien treedt hij vaak op als solist, als orkestmusicus en in kamermuziekverband. Hij speelde in grote zalen over de hele wereld, zoals de Carnegie Hall en het Lincoln Center (New York), de Queen Elizabeth Hall (Londen), Cité de la Musique en Salle Pleyel (Parijs) en in Australië op het Melbourne International Arts Festival. Puglia is een fervent pleitbezorger van hedendaagse muziek. Zo werkte hij nauw samen met enkele van de meest vooraanstaande componisten van onze tijd als Pierre Boulez, John Adams, Peter Eötvös, Jörg Widmann, Oliver Knussen en Louis Andriessen. Dit seizoen is hij zielsverwant van het Muziekgebouw. De Hongaarse mezzosopraan Katalin Károlyi studeerde viool voor ze overstapte op zang. Na haar studie richtte ze met Rachel Yakar en René Jacobs de Studio
Versailles Opera op. Haar repertoire omvat barokopera, kamermuziek en hedendaagse muziek. Ze werkte met vooraanstaande dirigenten als Philippe Herreweghe, Paul van Nevel, Reinbert de Leeuw en Friedrich Cerha. Als operazangeres heeft ze met gerenommeerde gezelschappen onder meer opgetreden in de Opéra National de Paris, Teatro alla Scala.
Katalin Károlyi In 2000 componeerde György Ligeti Síppal, dobbal, nádihegedüvel voor haar en de Hongaarse slagwerkgroep Amadinda. Ze heeft het sindsdien talrijke keren uitgevoerd, met uiteenlopende ensembles. 91
Biografieën
Een opname van dat werk met Amadinda werd op Teldec uitgebracht in de serie The Ligeti Project. In 2010 bracht ze met het AskoSchönberg Ensemble Addiamento in première, het tweede deel van Jan van de Puttens Pessoacyclus.
Marie Luise Neunecker foto: Janne Saksala
De Duitse hoorniste Marie Luise Neunecker studeerde musicologie en Duits voor ze aan de Hochschule für Musik in Keulen haar hoornstudie afrondde bij Erich Penzel. Ze begon haar loopbaan bij Opera Frankfurt. In 1979 werd ze benoemd tot eerste hoorniste bij het symfonieorkest 92
van Bamberg, om die functie daarna acht jaar lang te vervullen bij de Frankfurt Radio Symphony. Neunecker heeft diverse concoursen gewonnen, waaronder de Concert Arts Guild wedstrijd in New York. In 2013 ontving ze de Frankfurter Musikpreis. Ze heeft verscheidene cd-opnamen op haar naam staan. Ze verzorgde de wereldpremière van het Hamburg Concerto van György Ligeti, die het aan haar opdroeg, en nam de compositie op voor deel IV van The Ligeti Project. Ze is sinds 2004 verbonden als professor aan de Hochschule für Musik Hans Eisler in Berlijn.
Opgericht in 1997 heeft het Farkas Quintet zich ontwikkeld tot Nederlands meest vooraanstaande blaaskwintet. Naast hun banen in het Koninklijk Concertgebouworkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest en de Münchner Philharmoniker, blijven de vijf blazers samen op het allerhoogste niveau kamermuziek maken. Het Farkas Quintet speelt regelmatig in belangrijke concertzalen als het Concertgebouw Amsterdam en TivoliVredenburg Utrecht en is op de radio te beluisteren. In 2004 won het kwintet de prijs van de vakjury en het publiek
Farkas Quintet
Biografieën
op het Nederlands Kamermuziekconcours in Almere. Het Farkas Quintet geeft ook kindervoorstellingen, zoals Zing met ons mee, een voorstelling met Céline Purcell die in maart 2014 in de Kleine Zaal van het Concertgebouw hernomen werd.
foto: Feiko Koster
Het Dudok Quartet Amsterdam, genoemd naar de Nederlandse architect (en muziekliefhebber) Willem Marinus Dudok, is een van de meest veelzijdige en aansprekende strijkkwartetten van dit moment. Als eerste Nederlandse strijkkwartet ooit won het Dudok Quartet dit jaar de Borletti-Buitoni Trust
Award 2018. De leden van het Dudok Quartet Amsterdam leerden elkaar kennen bij het Ricciotti Ensemble. In 2009, kort na de oprichting, begon het kwartet aan een tweejarige post-graduate opleiding bij het Alban Berg Quartett aan de Hochschule für Musik in Keulen. Hierna studeerden zij twee jaar aan de Nederlandse Strijkkwartet Academie bij Marc Danel. Op het gebied van hedendaagse muziek werkte het Dudok Quartet Amsterdam samen met Mark-Anthony Turnage, Kaaija Saariaho, Calliope Tsoupaki, Max Knigge, Jesse Passenier. Daarnaast werkte het kwartet met prominente
Dudok Quartet Amsterdam
gast-musici, zoals Hannes Minnaar, Ralph van Raat, Alexei Lubimov, Pieter Wispelwey, Dmitri Ferschtman, Quirine Viersen, Erik Bosgraaf en Marc Danel. Opgericht in 1937 staat het Nederlands Kamerkoor al decennia lang aan de wereldtop. Het koor wordt door critici in binnen- en buitenland geroemd om zijn homogene klank en de solistische kwaliteit van de individuele zangers. Het Nederlands Kamerkoor zoekt steeds naar nieuwe vormen, door compositieopdrachten die grenzen verkennen en door prikkelende samenwerkingen. Het leidt tot concerten die niet alleen als mooi worden ervaren, maar ook als een belevenis. Naast de eigen concertseries gaat het koor regelmatig samenwerkingsverbanden aan met gerenommeerde ensembles als het Koninklijk Concertgebouworkest, Asko|Schönberg, La Fenice en Concert Lorrain. 93
Biografieën
Nederlands Kamerkoor Het werkte met grootheden als Gustav Leonhardt, Nikolaus Harnoncourt, Ton Koopman en Ed Spanjaard. Het Nederlands Kamerkoor heeft zo’n vijfenzeventig cd’s uitgebracht, waarvan verschillende zijn bekroond. Peter Dijkstra is sinds 2015 chefdirigent. Sopraan Annet Lans Mónica Monteiro Julia Reckendrees Cressida Sharp Alt Marleene Goldstein Fanny Alofs Marine Fribourg Åsa Olsson Tenor Stefan Berghammer William Knight João Moreira Adam Riis
94
Bas Kees Jan de Koning Gilad Nezer Jasper Schweppe Florian Just
Lulu. Daarnaast vertolkte ze Clara in Loevendies opera The Rise of Spinoza en zong ze de titelrol in Zuidams Suster Bertken.
Boudewijn Jansen instudering
De Belgische sopraan Katrien Baerts staat bekend voor zowel haar krachtige en sensuele stem als voor haar diepgaande interpretatie en oprechte intensiteit. Katrien studeerde af aan de Dutch National Opera Academy en bereikte de halve finale van de Koningin Elisabeth Wedstrijd. Aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel behaalde zij haar master voor zowel zang als viool. In 2015 maakte Katrien aan De Nationale Opera te Amsterdam haar debuut in een nieuwe productie van
Katrien Baerts foto: Claudia Hansen
Samen met Het Collectief bracht Katrien een tournee van haar laatste en wereldwijd geprezen album van Alban Bergs Sieben frühe Lieder en de Maeterlinck Lieder van Zemlinsky. In recitals is Katrien vaak te horen
Biografieën
met haar pianist Bart Verheyen, met wie ze te gast was op verscheidene radiozenders en de Nederlandse nationale televisie.
Tamara Stefanovich foto: Marco Borggreve
Pianiste Tamara Stefanovich gaf op haar zevende haar eerste recital en was op haar dertiende de jongste studente ooit aan de Universiteit van Belgrado. Naast piano studeerde ze psychologie en sociologie. Later studeerde ze in Keulen bij Pierre-Laurent Aimard met wie ze vervolgens een duo vormde. Inmiddels is ze als soliste een graag geziene gast bij
grote internationale orkesten en concertzalen. Stefanovich bestrijkt een breed spectrum aan stijlen, met een accent op hedendaagse muziek. Ze trad op met toporkesten als Cleveland en Chicago Symphonies, London Symphony, London Philharmonic, Britten Sinfonia, Deutsche Kammerphilharmonie Bremen en London Sinfonietta. Haar opname van Bartóks Concert voor twee piano’s, percussie en orkest met PierreLaurent Aimard, Pierre Boulez en het London Symphony Orchestra werd genomineerd voor een Grammy. In 2015 kwam Kurtágs Quasi una Fantasia en het Dubbelconcert met Asko|Schönberg en Reinbert de Leeuw uit. Stefanovich is tevens docente aan de Hochschule für Musik in Keulen. De Franse percussionist Daniel Ciampolini speelt sinds zijn kinderjaren drums, en studeerde al op negenjarige leeftijd
slagwerk aan het conservatorium van zijn geboortestad Nice. Als hij vijftien is vervolgt hij die studie aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs, die hij drie jaar later met de hoogste eer afsluit. Dan heeft hij al zijn eerste compositie geschreven. Na studies harmonieleer en analyse gaat hij naar het Berklee College of Music in Boston omzich te verdiepen in vibrafoon en jazz.
Daniel Ciampolini Als hij negentien is, nodigt Pierre Boulez hem uit om te gaan spelen in Ensemble intercontemporain. Zo komt hij in aanraking met de meest vooraanstaande 95
Biografieën
componisten van deze tijd. Met PierreLaurent Aimard voert hij met grote regelmaat de Sonate voor twee piano’s en percussie uit, en ontwikkelt hij improvisaties op de Études pour piano van György Ligeti. Hij werkt met uiteenlopende mensen buiten de klassieke muziek, zoals rapper Kery James, en zangers Charles Aznavour en Julien Clerc. Naast zijn carrière als percussionist, schrijft hij nog steeds muziek.
Ere Lievonen
De Finse toetsenspeler Ere Lievonen studeerde aan de Sibelius Academy in Helsinki, en vervolgde 96
in 1997 zijn studie in Nederland, met specialisaties in orgel, klavecimbel, vroege piano’s. Ook legde hij zich toe op vroege en hedendaagse muziek, die hij tegenwoordig solo speelt en in ensembles voor kamermuziek. In 2011 richtte hij Salon Eusebius op, een ensemble dat muziek uit de 18 en 19e eeuw op periodeinstrumenten uitvoert. Hij is lid van ensembles voor hedendaagse muziek Hexnut en Scala, en vormt een duo met pianist/speelgoedpianist Anne Veinberg. In Finland richtte hij Ensemble Ambrosius op, dat eigentijdse muziek op vroege instrumenten speelt en twee cd’s heeft opgenomen met muziek van Frank Zappa. Lievonen heeft speciale belangstelling voor microtonale muziek. Sinds 2009 is hij de vaste bespeler van het 31-toons Fokker-orgel in Muziekgebouw aan ’t IJ. Hij is ook actief als componist.
Het internationale theatergezelschap Usine à Neige is in 2017 opgericht. Hun missie is om op fantasierijke en visuele wijze het werk van hedendaagse componisten aan kinderen en hun families te introduceren. Door verschillende kunstvormen, hedendaagse muziek en theater met elkaar te combineren, ontwikkelen zij een nieuwe taal voor internationale producties die geschikt is voor publiek van alle leeftijden, maar specifiek voor kinderen. Met deze visuele en muzikale taal wordt naar nieuwe verbindingen gezocht tussen acteurs, muzikanten, componisten en het publiek. Nieuw Amsterdams Kinderkoor is onderdeel van Nieuw Vocaal Amsterdam (NVA), een klassieke zangopleiding met specialisatie opera, toegankelijk voor alle kinderen en jongeren die graag zingen, vanaf vier jaar. Een auditie is bij NVA
Biografieën
Colofon Tekst: René van Peer, Jacqueline Oskamp Redactie: Muziekgebouw aan ‘t IJ Omslag en opmaak: Evert de Cock Drukwerk: Repros Met dank aan:
Nieuw Vocaal Amsterdam niet nodig. Kinderen die over voldoende talent en motivatie beschikken, kunnen uitgenodigd worden om te zingen in Nieuw Amsterdams Kinder- of Jeugdkoor, die op hun gebied tot de top in Europa behoren. NVA won verschillende internationale prijzen en is regelmatig op de nationale media te horen en te zien. Vaste partners van NVA zijn het Conservatorium van Amsterdam en Muziekschool Amsterdam. Sinds december 2013 realiseert NVA jaarlijks in samenwerking met het Amsterdam Baroque Orchestra en Ton Koopman het veelgeprezen Kerstspel.
Sinds 2016 is NVA vaste kinderkoor-partner van de Nationale Opera.
Fonds 21 Institut Français Art Mentor Foundation Lucerne
97
Verkoop 18/19 nĂş van start
Met o.a. De Leeuw & Andriessen 80 jaar
Met dank aan:
98
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
99